4 minute read
Cross wetenswaardigheden 2
Advertisement
ST. ANTHONIS - Op 17 maart 2010 is het precies 25 jaar geleden dat de laatste Motorcross der Azen werd verreden. Weliswaar niet op het befaamde circuit “de Hoef” te St. Anthonis, maar éénmalig op “het Radiocircuit” te Stevensbeek. Daarvoor werden 37 jaar lang wedstrijden in Sint Tunnis verreden, zowel nationale als internationale wedstrijden en zes Grand Prix’s. Dit allen onder leiding van de SMC oftewel de Sint-Tunnisse Motor Club met de initiatiefnemers van het eerste uur, te weten Koos en Theo Aben, Drikus Schut en Harry Goossens (zoon van de burgemeester). De laatstgenoemde is op dit moment de enige overgeblevene van dit unieke ras, dat St. Tunnis op de kaart zette, oftewel de laatste der Mohicanen. Harry is woonachtig in het Zeelandse Axel en hoopt op 10 november 2010 de leeftijd van 88 jaar te bereiken. In 1947 organiseerde de SMC haar eerste terreinwedstrijd, vanaf 1952 stapte men over naar de “grote bond” de KNMV en ging met op de internationale toer. De jaren vijftig, zestig en in mindere mate de jaren zeventig van de vorige eeuw, hebben de meeste successen opgeleverd voor de SMC, 35.000 toeschouwers of meer werden er meermaals binnengehaald. Die successen waren mede te danken aan de periode na de tweede wereldoorlog, toen Nederland met de wederopbouw bezig was. Duidelijk kenbaar zijn de foto’s op de parkeerplaatsen rondom het circuit, die in het eerste uur vol stonden met f etsen, later met bromf etsen, nog later met motorf etsen. Als laatste vol met auto’s en dan praten we al over de eind jaren zestig. Daarvoor waren de geïnteresseerde toeschouwers dus duidelijk aanverwant met de motoren die op dat moment over het circuit raasden. Ook de locale verenigingen droegen hun steentje bij aan dit succes, iedereen was bereid om zijn handen uit de mouwen te steken. INTERNATIONALE AANDACHT Echt alle grote namen uit het verleden hebben één of meerdere keren op dit circuit gereden. In het begin waren het vooral de Zweden, zoals Lundin, Lundell, Nilsson, Johansson en de Engelsen Archer, Curtis, Draper, Smith die met de hoogste eer gingen strijden, later gingen ook de Belgen, Duitsers en Finnen zich met de strijd bemoeien. SMC had het lef om de beste coureurs te contracteren en de coureurs waren bereid tot het uiterste te gaan,
DE LAATSTE DER MOHICANEN mede om zich in het begin van het seizoen te meten met hun opponenten. Ook de media stond in die tijd veelvuldig stil bij dit evenement. Studio Sport besteedde telkens aandacht aan deze voorjaarsklassieker, kranten schreven erover voor en na de wedstrijd en verder de vele motorbladen die er in die tijd bestonden. Vooral enkele Nederlandse coureurs direct uit de omgeving van Sint Anthonis hebben hun bekende naam mede te danken aan de successen behaald in Sint Anthonis. Een direct voorbeeld was Jan Clijnk (H3) uit Helmond, die triomfeerde op “de Hoef” en vele supporters meetrok uit zijn omgeving. Verder natuurlijk niet te vergeten, Franske Sigmans (H4) uit Bakel, die als jong knaapje de Motorcross der Azen wist te winnen in 1967 en 1968, voor de grootmeesters die op dat moment de Grand Prix’s beheersten. En natuurlijk de Bulldozer Broer Dirkx (H12) uit het naburige Valkenswaard, die grote successen kende zowel op een solo- als een zijspanmachine. GROTE DRUKTE Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig werd duidelijk dat de eens zo succesvolle formule niet meer geheel werkte. De betere coureurs werden in die tijd volwaardige fabriekscoureurs en hadden al een aardig basissalaris voor de Grand Prix’s. Ook de fabrieken waren niet meer echt geïnteresseerd in de Motorcross der Azen. De publieke belangstelling liep hard terug, SMC had verder problemen met enkele locale bewoners en ook de politiek stond niet meer te juichen naar dit evenement. De laatste jaren kreeg SMC de wedstrijden f nancieel niet meer sluitend en daarmee werd het voor de eens zo grote organisatie als SMC uiterst moeilijk om verder te gaan. De ouderen onder ons kunnen zich die tijd nog als nooit tevoren herinneren, St. Tunnis stond bol van mensen en voertuigen, kilometerslange f les na af oop van de wedstrijd. De locale bevolking stond na de wedstrijd langs de afvoerwegen naar Boxmeer, Gemert en Grave om deze f les te bekijken. Zoveel mensen hadden ze nog nooit gezien. Zelfs op de radio werden deze f les vermeld, ook voor de wedstrijd en ’s avonds snel voor de televisie om maar niets te mogen missen van het evenement. Aan alles komt een eind, is het bekende spreekwoord, helaas ook voor de mannen van SMC. Bron: Marcel Hermans