2 minute read

Achter mijn rug hobbelt haar stemmetje mee. De mooiste haiku’s

In 2016 startten Luc Barbé en zijn partner aan het vormingstraject van Pleegzorg. Sinds april 2017 komt tweewekelijks een tienermeisje op weekend in zijn gezin. Doorheen de week verblijft zij in een voorziening. In 2022 bracht Luc de dichtbundel ‘Achter mijn rug hobbelt haar stemmetje mee. De mooiste haiku’s over kinderen’ uit. Hij verzamelde daarvoor meer dan driehonderd haiku’s, waarvan enkele van eigen hand. De opbrengst van het boek schenkt hij aan de Vlaamse Vereniging Pleegzorg en haar Nederlandse zustervereniging. Reden genoeg dus om een praatje te gaan maken met de auteur/pleegvader voor deze Kleurrijk over ambassadeurschap.

Advertisement

Naast vader en pleegzorger ben jij schrijver van haiku’s, een minder gekende vorm van poëzie. Wat maakt de haiku voor jou zo bijzonder?

Twaalf jaar geleden ontdekte ik de haiku en sindsdien groeide mijn liefde voor het genre. Je kan heel wat brengen met weinig woorden. Voor mij is het een betrachting om het ‘onzichtbare’ te vertellen en daarmee een gevoel op te wekken bij eenieder die het leest. Over kinderen en onze omgang met hen valt veel te vertellen. Toen ik een prachtige haiku over kinderen las van Bouwe Brouwer, besefte ik dat er geen bundel rond kinderen bestond.

En dat vond je een gemis?

We moeten als maatschappij meer aandacht hebben voor kinderen. Deze samenleving is niet steeds even kindvriendelijk, denk alleen al aan het verkeer. We moeten kinderen verzorgen en respecteren. Kunsten en cultuur zijn voor mij ontzettend belangrijk. Daar wil ik aandacht voor vragen en daarom vond ik deze bundel nodig. Dus begon ik haiku’s te verzamelen. Ik deed een oproep in een gespecialiseerd tijdschrift en

Over Kinderen

ging zelf op zoek. Uit honderden gedichten stelde ik deze bundel samen, waarvan de opbrengst wordt geschonken aan onder meer de Vlaamse Vereniging Pleegzorg.

Mogen we stellen dat pleegzorg je nauw aan het hart ligt?

In 2016 vonden mijn partner en ik dat er in ons gezin nog ruimte, zorg en liefde te over waren. We hadden nog een ‘zorgwens’ maar koesterden daarom niet het verlangen naar een tweede eigen kind. De eerlijke boodschap die gebracht werd tijdens de infoavond van Pleegzorg die we volgden, sprak ons aan en we startten vrij snel aan het vormingstraject. Na een kort verblijf in ons gezin van een meisje van negen kwam onze huidige pleegdochter. Van beide meisjes hebben wij al ontzettend veel geleerd. Ze brengen verhalen binnen die ons in andere omstandigheden niet zouden bereiken. Zo sta ik verteld van hoe onze pleegdochter haar eigen grenzen bewaakt en zicht heeft op relaties. Al is ze nog zo jong, toch begrijpt zij heel essentiële zaken. Zo legde ze me eens uit waarom ze geen zin had om over haar dag te vertellen: ‘Ik heb gesprekken met mijn begeleidster in de voorziening, de pleegzorgbegeleidster, justitie, de logopediste, de psycholoog,… Ik heb geen privacy.’ Het is knap dat ze zo haar punt weet te maken.

Wie zou jouw bundel moeten lezen?

Iedereen die vroeg of laat met kinderen te maken krijgt. Alle mensen die ontroerd en geraakt willen worden en mensen die over hun eigen relaties met en visie rond kinderen willen nadenken. Met dit boek wil ik ook graag de aandacht op pleegzorg vestigen. In gesprek met vrienden en familie tracht ik Pleegzorg te normaliseren. Onze pleegdochter vormt een deel van ons gezin en wordt door onze omgeving zo benaderd. Dit boek maakt mij nu misschien tot ‘ambassadeur’ maar verder hou ik het liever kleinschalig en bewaken wij onze eigen privacy en die van de pleegdochter.

Voorproefje: ons dochtertje met de poes keuvelt ze zonder stotteren

This article is from: