2 minute read

Afhankelijkheid is geen boeman, het is onderdeel van elke v

Of ze zoeken naar wederkerigheid in de relatie. Een mooi voorbeeld hiervan is een begeleider die de hand van een cliënt met een zalfje insmeerde. Vervolgens vroeg ze de cliënt om ook haar handen even in te smeren.

Een derde manier om de afhankelijkheid dragelijk te maken, is de te geven of door een serieus gesprek te voeren over iemands levenskeuzes.”

Hoe belangrijk zijn begeleiders in het dragelijk maken van de afhankelijkheid?

“Heel belangrijk. Begeleiders kunnen enorm creatief en slim zijn. Vaak krijgen ze van hun organisatie allerlei tools, protocollen, regels en methodieken aangereikt om hun werk mee te doen. Maar ik merkte tijdens mijn onderzoek dat ze soms afweken van bijvoorbeeld de methodieken die ze hadden geleerd. Zij experimenteerden in hun begeleiding om uit te zoeken wat het beste bij die ene cliënt werkt.”

Wat betekent dit voor de organisaties waar zij voor werken?

“Organisaties moeten zich meer bewust worden van het feit dat het voorkomen van afhankelijkheid niet het doel van de zorg moet zijn. Terwijl dit wel vaak staat in de beleidsplannen: de cliënten moeten centraal staan en eigen autonomie en regie ervaren. Maar afhankelijkheid is geen boeman, het is onderdeel van elke vorm van zorg. Dat zouden organisaties zich beter moeten realiseren. Vervolgens moeten organisaties begeleiders de ruimte geven om te experimenteren. Om op hun eigen manier de afhankelijkheid dragelijk te kunnen maken voor cliënten.”

Er is veel verloop in de gehandicaptenzorg. Wat zijn daar de gevolgen van voor de (afhankelijkheids)relatie tussen begeleider en client?

“Ik heb gezien dat hoe duurzamer een relatie tussen een cliënt en een begeleider is, hoe groter de ervaren kwaliteit van leven is. Maar het vormen van een robuuste relatie tussen begeleider en cliënt is door het verloop best moeilijk. De relatie wordt vaak abrupt afgebroken als een begeleider de organisatie verlaat. Toch hoort, net als in de wereld van mensen zonder een verstandelijke beperking, afscheid nemen van iemand erbij. Het moet alleen wel zorgvuldig en respectvol gebeuren.”

Er gaat ook kennis verloren met het vertrek van een begeleider. Hoe voorkom je dat?

“Veel kennis wordt niet op papier gezet. Kennis moet je dus op andere manieren bewaren, door er een structuur voor te bedenken. Het zou een vast onderdeel van het werk moeten zijn. Dat kan al heel erg klein. Je kunt bijvoorbeeld tijdens de koffiepauze successen of mislukkingen in de dagelijkse zorg met elkaar delen – iets wat veel begeleiders overigens ook al doen.” |

In deze column beschrijft een vakgenoot bijzondere ervaringen in het werken met mensen met een verstandelijke beperking

Wat is er toch met Henk aan de hand dat hij nu al zo vroeg op is, al lijkt het of hij net uit bed is? Hij draagt een pyjama die nodig in de was moet en zegt: “Ikke, ikke.” Daarbij wijst hij op zijn borst. Vervolgens begint hij verwoed aan de mouw van mijn jas te trekken.

Henk wil duidelijk heel graag met mij ergens naar toe. Zo ben ik echt nog nooit een ochtenddienst begonnen. Ik vraag hem een paar keer rustig aan te doen, wat niks helpt. “Ik hang eerst mijn jas op, Henk,” zeg ik dan maar tegen hem. “Dan pas ga ik met je mee.”

Als mijn jas aan de kapstok hangt, rént hij voor me uit naar het pictobord. Daar blijft hij staan, wijst nog een keer en roept met een gelukzalig gezicht: “Ikke!”

Dan zie ik in één oogopslag wat er aan de hand is. Bij een geplastificeerde foto van Henk staat het pictogram van een verjaardagstaart. Henk is dus jarig, ware het niet dat hij nog geen drie weken geleden zijn verjaardag vierde!

“Ikke,” juicht hij opnieuw. Nu snap ik wat er in Henk omgaat. Waarschijnlijk heeft hij na het plassen, wat hij ’s ochtends vroeg op de wc in het halletje doet, op het pictobord ontdekt dat hij jarig is.

Meteen haal ik zowel het

This article is from: