14 minute read

Dokter

15

bent Susan, maar misschien ga je een beetje te snel. Het ziet er echt mooi uit,” zeg ik, “maar begrijpt Henk dat blauw bij blauw hoort en oranje bij oranje? Voor ons is dat zo logisch, maar voor onze bewoners niet per se.”

De belangrijkste stap na je eerste ontwerp van een systeem is: uitproberen. Alleen Henk kan ons laten zien wat hij wel en niet begrijpt. Dat doe je vóór je het hele team betrekt, want je zal vast dingen moeten bijstellen.

“Oeps, ik heb al in de rapportage geschreven dat het systeem klaar is en in de map zit.” Susan denkt even na. “Maar.. eh, dat komt goed, ik ga het uitproberen met Henk.” Ik vraag of ik mee mag kijken. Dat is goed.

Op de dag van het uitproberen zie ik Henk gespannen in zijn kamer staan. Hij snapt niet wat er van hem verwacht wordt met zijn bed vol met gekleurde picto’s, de broek die Susan hem heeft gegeven en de vragen ‘Wat is dit Henk? Waar hoort deze?’

“Dit gaat ‘m niet worden,” zegt Susan al snel. Als ze vervolgens met Henk meeloopt naar de kast en aanwijst waar hij de broek moet neerleggen, dan doet hij dat. Maar Henk wil geen tweede kledingstuk meer aanpakken.

“Het moet denk ik eenvoudiger,” zeg ik.

Het doel voor Henk is niet dat hij zelfstandig zijn kleding leert opruimen, maar dat hij een leuke activiteit heeft, die voorspelbaar is, waardoor hij steeds beter mee kan doen. Picto’s kunnen daarbij helpen, maar dan moet hij de tijd krijgen om de koppeling te leren leggen tussen de picto en waar deze voor staat. Gaandeweg.

Henk is gebaat bij samendoen. “Zoals je het op het laatst deed was mooi Susan, samen naar de kast.” Je kunt hem wijzen op de broek: kijk, dit is een broek en op de picto: dit is een plaatje van een broek en laten zien dat deze bij elkaar horen door de broek naar de picto te bewegen. Wie weet pakt hij het op een gegeven moment op. Dan kun je hem de laatste 20 cm zelf laten doen.”

“Zonde van al het werk,” zucht Susan, “maar ik denk dat je gelijk hebt. Nou ja, tot die tijd zijn de picto’s op de planken in ieder geval van nut voor het team,” lacht ze. | orthopedagoog Hilde Zevenbergen, www.wisian.nl

Wat zeg je eigenlijk?

Communicatie kan in vele verschillende vormen voorkomen. In de zorg praten we vaak en veel. Wat kunnen onze cliënten hier eigenlijk mee? En wat hebben ze eigenlijk zelf te zeggen? De woorden die ze soms uiten kun je op verschillende manier opvatten. Neem bijvoorbeeld au en pijn.

Han is een man met het syndroom van Down die in het tweede stadium van dementie zit. Waar hij vroeger volop tegen je kletste, zegt hij nu bijna niets meer. Alleen gebruikt hij nu vaak de woorden au en pijn. Begeleiders weten niet goed hoe ze daar mee om kunnen gaan. Ze vatten de woorden in ieder geval letterlijk op. “Waar heb je pijn dan?” vragen ze hem het hemd van zijn lijf. Han kijkt dan vertwijfeld en wijst verschillende delen van zijn lichaam aan. De gedragskundige en ik gaan maar eens naar de woning om te kijken wat er precies aan de hand is. Han zit met een legpuzzel in de woonkamer. Als de begeleider van hem wegloopt om iets uit het kantoor te pakken, roept hij au en pijn. En komt ze niet direct bij hem terug, dan wordt hij kwader. Hij herhaalt daarop nog harder: “Au!” “Pijn!” Als de begeleider dan bij hem terugkomt en naast hem gaat zitten, houdt het roepen op en puzzelt hij weer tevreden verder. Natuurlijk sluit ik uitgebreid uit dat hij ergens pijn heeft. Maar dit beeld lijkt erg op het herhaaldelijk roepen van dezelfde woorden tijdens een dementieel proces. De functie van het roepen is niet dat hij ergens pijn heeft, maar hij vraagt eigenlijk: kom bij mij. Dus moet je de woorden die hij zegt niet letterlijk opvatten, maar zien als een ander verzoek.

We blijven even bij het woord pijn. Anja is een dame met een matig verstandelijke beperking die een tumor in haar buik heeft. Deze kunnen we niet genezen en ze gaat ook niet naar het ziekenhuis voor foto’s. Daardoor weten we niet precies hoe het ervoor staat met haar ziekte. We moeten dus goed naar haar kijken om te weten hoe het met haar gaat. Anja heeft haar hele leven al angst voor het woord pijn. Bij pijn ben je ziek en ga je dood, is haar mening. Aan haar vragen of ze pijn heeft, is dus geen goed idee. Je moet hier op andere manieren achter zien te komen. Als ik bij Anja op visite kom, ligt ze op bed. Ze kijkt mij met een grote glimlach aan. “Het gaat goed hoor, dokter, ik ben niet ziek,” zegt ze. Ik zie een vrouw die steeds stiller op bed blijft liggen. Zou ze echt geen pijn in haar buik hebben? Ik betwijfel het. Maar hoe kom ik er achter? Als ik haar buik onderzoek, houdt ze haar gezicht in een strakke plooi. Ik besluit enigszins lomp ‘ per ongeluk’ tegen haar bed te stoten. Dit is zo onverwachts voor haar dat ze even haar masker vergeet. Ik zie een pijnlijke blik in haar ogen. Daarna weer snel gevolgd door een lach. Ik weet genoeg. Geen verbale communicatie van pijn maar non-verbaal des te meer. Hoe veelzijdig is communicatie toch. |

16

Tekst Tjitske Gijzen Fotografi e Ben Nienhuis

Begeleiden met kunst

Hoe kun je alledaagse zorgtaken veranderen in belevingsgerichte culturele activiteiten? Kunstenaars, ontwerpers en zorgmedewerkers werkten daaraan bij zorgorganisatie Severinus. Het project onder de naam ‘Kleinkijkacademie’ leverde nieuwe creatieve werkvormen op die worden opgenomen in de opleiding van medewerkers.

De Kleinkijkacademie bij Severinus dankt de naam aan het ‘kleinkijken’ van begeleiders naar de signalen van cliënten, iets dat begeleiders van mensen met een ernstig verstandelijke en ernstig meervoudige beperking goed kunnen. Dit combineerden ze in het project, dat twee jaar duurde, met de andere blik van

Een kunstproject in een zorgorganisatie leverde creatieve werkvormen voor begeleiders op

fotoreportage

17

‘Begeleiders ontdekten hun eigen creativiteit en leerden die inzetten op de werkvloer’

kunstenaars. In totaal zes ontwerpers en kunstenaars transformeerden samen met begeleiders alledaagse zorgtaken en huishoudelijke activiteiten tot creatieve werkvormen.

Frisse blik

Social designer Manon van Hoeckel begon met een originele kennismaking met de begeleiders. Om hen ontspannen binnen te laten komen, verwelkomde ze medewerkers met een ‘mentale carwash’. Tijdens het autowassen kregen ze een speakertje met ontspanningsoefeningen, waarmee ze hun gedachten die in de weg zaten ook konden ‘wegwassen’. Zo konden ze fris aan hun dienst beginnen, want als je rust uitstraalt is de sfeer op de woning vaak ook goed.

Ook wierp ze letterlijk een frisse blik op twee woningen. Ramen wassen werd bij haar een interactief spel met bewoners, waarbij ze met een wisser tekeningen maakte in het gekleurde sop. Manon bedacht nog veel meer ideeën, onder meer om lege en/of wachtmomenten in te vullen, zoals een sproeier tegen de ramen zetten tijdens de ochtendspits. Ze bundelde die tips in een weekkalender voor op de wc, met inspiratie en ontspanningsoefeningen voor medewerkers.

18 fotoreportage

Tijd voor jezelf

Kunstenaar Feiko Beckers heeft een fascinatie voor alledaagse mislukkingen, die hij ook gebruikte bij Severinus. Hij zag dat elke bewoner zijn eigen speciale mok heeft die het drinken vergemakkelijkt. Voor de medewerkers maakte hij ook speciale mokken, die juist wat geduld vereisen in het gebruik. Het viel hem namelijk op dat medewerkers vooral veel geduld hebben met de bewoners, maar niet de tijd nemen voor zichzelf. De begeleiders ontdekten dat meer tijd nemen Tactiele beleving

Kunstenaar Cathalijne Smulders richtte zich op communicatie via tast. Hoe kunnen begeleiders meer stimulerende of kalmerende ervaringen creëren? Ze liet hen met gesloten ogen de alledaagse omgeving aftasten en maakte met hen tactiele ‘instrumenten’ van alledaagse voorwerpen. Door aanrakingen zelf te ervaren, werden begeleiders zich bewust van wat wel en niet prettig aanvoelt. En hoe je de verzorging en aanraking voor cliënten zo fi jn mogelijk kan maken en juist kan inzetten als ontspannende activiteit.

Meer informatie & fi lms

Social designers Sjaak Langenberg & Rosé de Beer ontwikkelden het concept voor de Kleinkijkacademie en hebben de artistieke leiding over het project. Zij zitten ook achter het project ReCreatie bij zorgorganisatie Reinaerde, het Wormenhotel daar en de Snoezelbioscoop bij ORO, creatieve projecten waar Klik eerder over schreef. Van de verschillende kunstenaars en reacties van de begeleiders en bewoners bij Severinus hierop zijn fi lmpjes te bekijken op www.severinus.nl/kleinkijkacademie. Meer informatie via kleinkijk.academie@ severinus.nl. Het project is fi nancieel ondersteund door het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en de Provincie Noord-Brabant/Kunstloc via de Impulsgeldenregeling. Het project Kleinkijkacademie is genomineerd voor een Dutch Design Award in de categorie Design Research, waarvan de winnaars tijdens de Dutch Design Week in oktober worden bekendgemaakt. voor jezelf juist een positief rustgevend eff ect heeft op bewoners.

Tafeldekken op muziek

Theatermaker Joris van Midde onderzocht met begeleiders hoe je op een fantasievolle en speelse manier met bewoners kunt communiceren, gewoon tijdens zorgtaken. Hij probeerde hen bewust te maken van hun lichaamstaal en stemgebruik en experimenteerde met de muzikale ondersteuning van dagelijkse bezigheden.

Tafeldekken of de was doen verander je in een leuke activiteit, als je meegaat met het ritme van de muziek. Ook kan de muziek een aankondiging zijn van een vast moment: daar is de taxi, of de lunch wordt op tafel gezet. Creatief teamuitje

Kunstenaarscollectief Tilburg Cowboys organiseerde een Huishoudrodeo als educatief teamuitje, omdat veel begeleiders aangaven dit uitje in coronatijd te hebben gemist.

Deelnemers ontdekten hun eigen creativiteit en leerden die inzetten op de werkvloer, door hun eigen ‘creatieve huishoudexperiment’ te

Met de kunstenaarsblik maken begeleiders van dagelijkse zorgmomenten creatieve en belevingsgerichte activiteiten

fotoreportage

19

formuleren. Dit bestond uit drie ingrediënten: een leeg moment in de dag, een dagelijkse handeling en een persoonlijke liefhebberij. Zo ging een begeleider die van koffi e hield bonen malen met cliënten, een ander liet zich scheren door een cliënt en een begeleidster die van bloemschikken hield gebruikte projecties van bloemen, kunstbloemen en rozenwater bij het badmoment. Zo ontdekten begeleiders nieuwe talenten van zichzelf en bewoners.

Experimenten met eten

Social designer Cécile Espinasse experimenteerde met medewerkers met de kleur, geur, structuur en presentatie van eten op de woningen. Zo bedacht ze een bijzondere ‘deegmassage’ en liet bewoners warm of koud gemalen eten of drinken niet alleen proeven, maar ook vooraf op de huid voelen in een vacuümzak. Ook leerde ze begeleiders om cliënten langer te laten genieten van het eten dan alleen met de maaltijd zelf, door met kruiden te koken, samen aan tafel te snijden en het gebruik van de oven.

Alle werkvormen die de kunstenaars ontwikkelden zijn beschreven in een studiegids en worden opgenomen in het Leerplein en de beroepsopleiding van de Severinus Academie. Hiermee leren begeleiders de ‘kunstenaarsblik’ toepassen, zodat hun dagelijkse werk meer beleving en plezier oplevert voor de cliënt en de begeleider zelf. |

20

Tekst Arnold Otten Fotografie Loraine Bodewes

Zorgorganisatie maakt van het facilitaire centrum een werkplek voor cliënten met complex gedrag

Werk creëren en mogelijkheden zien

In het facilitair centrum van zorgorganisatie ORO in Deurne werken sinds oktober 2021 cliënten met complex gedrag. Dat was best even wennen. “Maar nu zou ik het echt jammer vinden als ze weg zouden gaan. Het verrijkt mijn werk,” vindt Katja Schroemges, medewerker Linnendienst.

WWoensdagmorgen. Acht cliënten zijn lekker aan het werk in ‘Was & Strijk’. In dit deel van het nieuwe facilitair centrum van zorgorganisatie ORO, net buiten woonlocatie Het Rijtven, wassen, vouwen en strijken de medewerkers met elkaar zo’n 2800 kilo wasgoed weg. Per week! Met een vouwplankje worden pyjama’s opgevouwen, de schone handdoeken worden netjes in een kar gelegd en de grote drogers worden ingeladen en weer leeggehaald. Op de achtergrond klinkt muziek, medewerkers en cliënten zijn lekker aan de slag. Maar er ging wel het een en ander aan vooraf.

Complex gedrag

Sanne Mennen, zorgcoördinator bij dagbesteding Erf 12 is samen met haar collega Petra van de Ven nauw betrokken bij de uitvoering van het initiatief op het facilitair centrum. Zij zegt: “Deze cliënten hebben een verstandelijke beperking met daarbij psychiatrische problematiek en een lage sociaal-emotionele leeftijd. Interne spanningen lopen soms snel

Zorgcoördinator Sanne: ‘Het facilitaire werk bouwden we stapje voor stapje op. Eerst een inloopuurtje, daarna kortdurende en duidelijke activiteiten en zo bouwden we dit langzaam uit’ op door overschatting, onduidelijkheden of de hoeveelheid prikkels in de omgeving. Het lukt hen niet te verwoorden wat er aan de hand is, waardoor ze bijvoorbeeld gaan roepen of schreeuwen, of fysiek gedrag vertonen: stoelen omgooien of zichzelf of anderen pijn doen. Dat is hun uiting van de hulpvraag.” Dat ‘complexe’ gedrag maakt het uitvoeren van werkzaamheden op een andere plaats dan de eigen, beschermde dagbesteding tot een uitdaging. Hoe zorg je ervoor dat de cliënten zingevend werk uitvoeren én een lach op hun gezicht krijgen? Met de kennis van een eerder project in de keuken van Het Rijtven werd in het najaar van 2021 besloten om een

werkprobleemgedrag

21

De medewerkers wassen, vouwen en strijken wekelijks zo’n 2800 kilo wasgoed weg

Klik-video: Hoe zet je zo’n werkpost op?

proef te starten met het facilitaire werk. Sanne: “Maar wel stapje voor stapje. Eerst met een inloopuurtje, daarna met kortdurende en duidelijke activiteiten en zo langzaam uitbouwen met een, mede door de gedragsdeskundige, zorgvuldig gescreende groep.”

Belangrijk aspect was ook om het personeel in het centrum mee te nemen in deze ontwikkeling. “Dat is heel belangrijk,” onderstreept de teammanager facilitaire diensten Marcel van den Berkmortel. “Ook

hun werkplezier moet optimaal zijn. Daarom is er aan de voorkant uitleg gegeven over deze cliënten. Wie zijn het, wat kun je verwachten, wat kun je doen bij bepaald gedrag.”

De samenwerking tussen de medewerkers en de cliënten verliep al snel erg goed, zegt Sanne. “Medewerkers toonden meteen een onderzoekende houding. Mag ik je helpen, hoe kan ik die cliënt leren kennen? Bovendien is er altijd een kort lijntje naar de begeleider. De medewerker Linnendienst mag gewoon medewerker blijven, voor de begeleiding zijn andere mensen aanwezig.”

Katja Schroemges, die nu twee jaar bij de Linnendienst werkt, is enthousiast over haar nieuwe collega’s: “Het is heel uitdagend, maar daardoor ook superleuk.”

Mag ik je helpen, hoe kan ik je leren kennen?

Meer mogelijkheden

Op dit moment werken acht cliënten elke woensdag bij Was & Strijk. Twee dagen per week komt er ook een andere cliënt die werkzaamheden verricht. Maar wat Marcel betreft is dit pas het begin. “De pilot Was & Strijk,

Zou je in jouw organisatie ook een werkplek voor cliënten willen opzetten, maar weet je niet hoe je dit moet realiseren? Een primeur: Klik maakte een video over Was & Strijk bij ORO, en interviewde betrokkenen over wat er komt kijken bij het opzetten van zo’n werkpost. Bekijk de reportage en tips op www.klik.org/video.

met cliënten met complex gedrag, is afgerond. We gaan nu verder met Was & Strijk 2.0, waarin we ons ook richten op andere doelgroepen,” zegt hij.

Er zijn volgens Marcel nog veel meer mogelijkheden in het facilitaire centrum. “Met meer plekken voor cliënten, bijvoorbeeld als het gaat om afvalscheiding en logistiek. En ook met een mix van cliënten, bijvoorbeeld van een hoger niveau die hier eventueel een leer-werkplek vinden en doorstromen.”

Sanne Mennen ziet het wel zitten. “We denken en werken steeds meer vanuit kansen en mogelijkheden. En als ik zie wat voor invloed dat heeft op het geluk van de cliënten, dan weet ik zeker dat we op de goede weg zijn.” |

This article is from: