PROVINCIE ANTWERPEN
100 % EXPO Nieuwe silhouetten Verticaal museum Luc Tuymans curator Agendatips voor de lente Gluren naar onze tijd
N°14
D e p a r te m e nt C ul t u u r Driemaandelijks magazine maart - mei 2016
PROVINCIE ANTWERPEN
100 % EXPO
22 Stripgidsfestival
100 % EXPO thuis in de bus?
Mail je naam en adres naar expo@100procentcultuur.be voor een gratis abonnement op dit driemaandelijkse tijdschrift van de provincie Antwerpen. Abonnees buiten België betalen portokosten. 33 Sam De Smet 09 Cartografie
C O LO F O N Hoofdredactie: Annik Klaes Coördinatie & eindredactie: Isabelle De Cock Grafische vormgeving: Anne Van De Genachte Redactie: Thomas Abelshausen (Th.A.), Peter Benoy (P.B.), Isabelle De Cock (I.D.C.), Wieland De Hoon (W.D.H.), Diane ’s Heeren (D.’sH.), Jorden Tiebout (J.T.), Ernest Van Buynder (E.V.B.) Foto’s: Artur Eranosian Kunst pagina 23: Sam De Smet Cover: Museumnacht 2014 © Arthur Eranosian Advertenties: Viviane Spiessens, 03 338 95 75 viviane.spiessens@prospekta.be Prospekta - centrum voor kunstcommunicatie Grote Markt 13, 2000 Antwerpen 03 338 95 09 - expo@100procentcultuur.be v.u.: Annik Klaes, Grote Markt 13, 2000 Antwerpen Prospekta promoot en ondersteunt culturele activiteiten in de provincie Antwerpen. Via onder meer de culturele infobalie Info Cultuur, de evenementen Cultuurmarkt van Vlaanderen & Museumnacht, het cultuurprogramma 100% CULTUUR op ATV & RTV en het magazine 100% EXPO vormt Prospekta een brug tussen publiek en culturele instellingen. Prospekta streeft naar een duurzame werking met respect voor mens en milieu.
04 06 08
Breedbeeld CĂŠdric Gerbehaye in het FoMu Museumnacht Kanttekening Peter Benoy over zijn favoriete antiquariaten 09 Cartografie Nieuwe expo in het Plantin-Moretusmuseum 15 Hommage Ludo Lens, beeldend kunstenaar en docent 18 Groeten uit Holland! Mechelse expo over de periode 1815-1830
30 Montage
20 22 28
Breedbeeld Fabre & Rops Focus Het Stripgidsfestival in Turnhout Nieuwe Aanwinst Hugo Claus-archief naar het Letterenhuis 30 Montage Studenten van Sint-Lucas tonen hun werk 33 Kunstwerk Sam De Smet 37 Zomertips voor kinderen
39 Update
39 42 44 46 48 50
15 Ludo Lens
Update Agendatips voor de zomer Bevrijding! Dubbeltentoonstelling over het einde van WWII Erfgoed 50 jaar restauratiewerken aan de kathedraal Breedbeeld Tour de France 3 x natuur Speel en Win
VERTICAAL MUSEUM Het imposante Koninklijk Museum voor Schone Kunsten op het Antwerpse Zuid was na 120 jaar toe aan een grondige renovatie. In het najaar van 2011 gingen de werken van start. Het Rotterdamse bureau KAAN Architecten werkte een masterplan uit dat het museum de eenentwintigste eeuw zal binnenloodsen. De architecten creëren een modern – verticaal – museum door de vier grote binnenplaatsen van het historische gebouw te overdekken en hier extra verdiepingen te bouwen. Onlangs werd de staalstructuur voor dit gloednieuwe museumvolume geplaatst. Als alles goed gaat, heeft Antwerpen tegen 2019 een volledig vernieuwd, prestigieus museum. Foto © Frank Molnar www.kmska.be
Yun-Fei Ji, Joining others in the city, 2015, inkt en verf op Xuanpapier bevestigd op zijde, 62,6 x 112 cm
Okay You’re Safe Now
Veronika Pot © Thijs de Lange
Hilde Van Canneyt in gesprek met Veronika Pot
In haar fotografisch werk kijkt Veronika Pot door verschillende lenzen. Ze is voortdurend op zoek naar universele beelden, die ze laat samenkomen in reeksen met een eigen verhaal. In haar meest recente project toont ze beelden die deels door de tijd zijn uitgewist. Kunstblogster Hilde Van Canneyt praat met Pot over de persoonlijke beeldtaal die ze in deze werken verder ontwikkelt.
VERONIKA POT: ‘IK VIND HET BOEIEND OM DOOR VERSCHILLENDE VIEWFINDERS TE KIJKEN’
Je werkt met oude analoge camera’s, die je liefst van al op een rommelmarkt hebt gevonden. Heeft de digitale camera je hart nooit kunnen veroveren? Veronika Pot: ‘Na een omweg langs andere media kwam
ik opnieuw bij fotografie terecht. Op dat moment had ik me net een digitale camera aangeschaft, maar ik voelde dat die niet paste bij mijn beeldtaal. Ik heb dat toestel snel weer verkocht en heb met dat geld een analoge 6x6 TLR-camera gekocht. Het voelde als thuiskomen en niet lang daarna ontwikkelde ik zelf mijn filmpjes in een donkere kamer.’
BIO Veronika Pot (Antwerpen, 1965) is
beeldend kunstenaar. Pot focust op fotografie en vertelt universele verhalen met beelden die hun oorsprong vinden in het dagelijks bestaan.
- 6-
Daarnaast gebruik je een zelfgemaakte pinhole-camera – een soort camera obscura. Omdat je met zo’n toestel een langere belichtingstijd nodig hebt, zijn foto’s minder scherp.
Je fotografeert wat er zich tussen het hoofd en de buik afspeelt en toont dat mislukkingen even belangrijk zijn als ‘lukkingen’.
‘Over het toeval heb je geen controle, maar soms zorg ik bewust voor die mislukkingen. Dat doe ik zeker in mijn laatste reeks Okay You’re Safe Now, waarin ik herinneringen wil “vervagen”. Ik neem daar de coördinatie van de mislukking in handen.’
‘Dat ik een camera obscura gebruik, is een gevolg van mijn werk op basis van het schilderij Les Bergers d’ Arcadie van Nicolas Poussin. Toen dat meer vorm kreeg, voelde ik dat ik beelden wilde maken die tijd moeten krijgen om zich te ontwikkelen. Met mijn gewone analoge camera kreeg ik niet het resultaat dat ik voor ogen had. Daarom maakte ik van een koffieblik en fotopapier zo’n pinhole-camera. Aangezien daar geen viewfinder en diafragma in zijn verwerkt, krijg je nog minder “zicht” op wat er op het beeld wordt gevormd, alsook langere belichtingen.’
Ondertussen heb je de drie luiken van je reeks Arcadia, the utopian country of Greek Antiquity op drie verschillende locaties tentoongesteld. Life in the woods (2011-2012), het eerste luik, was een zoektocht naar de perfecte wereld van schoonheid en geluk. Anne-Marie Poels zei hierover dat je op zoek ging ‘naar dubbelzinnige beelden die zowel het idyllische als de aanwezigheid van gevaar en de bijhorende onderhuidse spanning in zich droegen.’ Zonde en verderf waren volgens haar nooit ver weg. Hoe concretiseerde je dat?
Je fotografeert bijna dagelijks en je hebt altijd enkele toestellen op zak. Waarom?
‘Als ik te veel met eenzelfde toestel zou fotograferen, zou ik me beginnen vervelen. Ik zou me niet meer getriggerd voelen en in een automatisme vervallen. Ondertussen heb ik veel toestellen en net het feit dat ik niet elk toestel even goed ken, zorgt voor een soort focus. Ik moet me nog harder inspannen om te kijken, het is een grotere uitdaging. Ik vind het boeiend om door verschillende viewfinders te kijken.’
‘In Les Bergers d’Arcadie zie je dezelfde dubbelzinnigheid van gevaar en dood. Die sfeer wilde ik weergeven. Door met mijn camera obscura te werken, kreeg ik als het ware een negatieve spiegel van de werkelijkheid. Die foto’s ontwikkelde ik en de resultaten heb ik opnieuw gefotografeerd. Zo verkreeg ik een negatief dat ik kon uitvergroten.’
Okay You're Safe Now #1, Gelatine zilver print
- 7-
Daarna kwam The Life in Us (2012-2013), een reeks die een heel eigen thema en beeldtaal suggereert. Het lijken portretten, maar er is meer in het spel. Het zijn niet zo aangename beelden om naar te kijken. Ze stralen iets donkers en beangstigends uit …
‘Ik hoop dat de kijker door zijn referentiekader aanvoelt dat het universele portretten zijn. Ik vroeg mij af hoe de bewoners van Arcadië eruit zouden zien. Wat is het Arcadië van iemand, zijn verlangen? Ik begon plastieken speelgoedfiguurtjes te kopen op rommelmarkten. Van de interessantste gezichten maakte ik macro-opnames. Op de expo hingen 24 portretten. Voor elk portret was een kijkdoos geplaatst, die het persoonlijk Arcadië van de geportretteerde weergaf. Wanneer je op een knopje drukte, zag je in de kijkdoos een kleine foto van een landschap, een geliefde, een kind, een familie …’ The Transformation (2013-2014) is de apotheose van je drieluik over Arcadië. Opmerkelijk is dat in deze reeks ook foto’s in kleur zijn opgenomen.
‘Ik wilde overwegen hoe Arcadië zich zou manifesteren als we het in kleur zien. Ik wilde tonen dat een beeld in kleur en een zwart-witbeeld evenwaardig zijn, en zowel positief als negatief kunnen worden ervaren.’ Chantal Pattyn schreef over The Transformation: ‘Arcadië leek definitief verdwenen, alleen de idee bleef over: een wereld na de Apocalyps, na het drama, alleen een gevoel van weemoed blijft over.’ Jijzelf omschreef het als het vastleggen van twijfelmomenten, kantelmomenten van mooi naar lelijk, van veilig naar gevaarlijk, van licht naar donker. Had je het gevoel dat je Arcadiëverhaal nog niet was afgerond?
‘Mijn Arcadiëverhaal bestond voor mij altijd al uit een drieluik. Ik voelde dat ik die kantelmomenten nog wilde uitbeelden. Ik wilde een eindpunt.’ Maak je al je beelden met zo’n duidelijk verhaal in het achterhoofd?
VERONIKA POT: ‘FOTO’S DIE WE LATER TERUGZIEN, GEVEN NIET MEER WEER WAT WE BIJ HET MAKEN ERVAN IN GEDACHTEN HADDEN’
‘Ik functioneer het best als ik in reeksen of concepten denk. Inhoud is heel belangrijk voor mij. Ik fotografeer veel natuurlijk, maar ik heb de “noemer” van een reeks nodig. De keuze om bepaalde beelden te fotograferen, wordt in mijn onderbewustzijn gemaakt. In mijn hoofd staan ze ook volledig los van plaats, tijd en ruimte. Achteraf maak ik keuzes in functie van een project. Beelden die in eerste instantie niet bij elkaar lijken te horen en ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hebben, komen uiteindelijk toch samen.’ Wil je ook de kijker die confrontatie tussen beelden laten ervaren wanneer je een reeks toont? ‘In de Paardenstallen in Kortrijk heb ik The Transformation integraal Okay You're Safe Now #83, C-print
- 8-
mogen tonen. Hoewel elk beeld een autonoom geheel vormt, heb ik de foto’s bij de installatie in clusters opgehangen. Het was de bedoeling dat de toeschouwer eigen associaties kon leggen.’ Vanaf 19 maart kunnen we in de Ingrid Deuss Gallery in Antwerpen je nieuwe werk bekijken. Waarover gaat Okay You’re Safe Now?
‘Ik wilde het in dit werk over het geheugen hebben. Het geheugen is voor mij een tussengebied, een onzichtbare plek in het hoofd waar herinneringen worden opgeslagen en terug naar boven worden gehaald. Die herinneringen eroderen na verloop van tijd, omdat gebeurtenissen te lang geleden zijn of nieuwe de oude wegduwen. Wat we initieel in gedachten hadden, wordt vervormd. Onze herinnering lijkt ons te bedriegen. Ik probeer een iconisch beeld te maken van wat zich in een geheugen zou kunnen afspelen.’ Zal de kijker nieuwe elementen in het werk van Veronika Pot ontwaren?
‘In dit project zijn de beelden explicieter, ruwer, minder dromerig … Voor mij is de beeldtaal anders dan in de vorige reeks. Het zijn idyllische beelden waaruit gelaagdheden zijn weggeknipt, als stukken die uit het geheugen zijn weggevaagd.’ Zoek jij schoonheid voor ons?
‘Ik wil universele beelden maken die schoonheid kunnen bieden.’ |
Hilde Van Canneyt
Okay You're Safe Now #1972, Gelatine zilver print
OKAY YOU'RE SAFE NOW 19.03-30.04.2016 Ingrid Deuss Gallery Provinvciestraat 11, Antwerpen www.ingriddeussgallery.com www.veronikapot.com
- 9-
De introductie van de Japanse kimono draagt in het begin van de twintigste eeuw bij tot de bevrijding van de westerse vrouw uit haar nauwe korset. Modeontwerpers zoals Madeleine Vionnet, Paul Poiret en Coco Chanel geven in de jaren twintig en dertig elk op hun manier vorm aan het vrouwelijk silhouet, door zowel technische innovaties als moderne ideeën over vrouwelijkheid.
Aan het einde van de twintigste eeuw worden de grenzen van dit silhouet verder afgetast door Japanse en Belgische ontwerpers als Issey Miyake, Yohji Yamamoto, Comme des Garçons, Ann Demeulemeester en Martin Margiela. Centraal in de
NIEUWE SILHOUETTEN Game changers in de mode
expositie Game Changers staat het werk van de Baskische modeontwerper Cristóbal Balenciaga (1895-1972), een radicaal vernieuwer op het scharnierpunt tussen beide periodes.
Christian Dior: ‘Haute couture is like an orchestra, whose conductor is Balenciaga. We other couturiers are the musicians and we follow the direction he gives.’
GAME CHANGERS – HET 20E-EEUWSE SILHOUET HERUITGEVONDEN 18.03-14.08.2016 MoMu Nationalestraat 28, Antwerpen www.momu.be
2
Driemaal audiotour Een app die talloze steden en musea voorstelt, wereldwijd? Izi.TRAVEL is precies dat: een gratis platform dat iedereen ondersteunt die een object of plaats met een verhaal tot leven wil wekken. Olmo Garcia Koel, directeur van izi.TRAVEL België en laatstejaarsstudent Cultureel Erfgoed in Amsterdam, gelooft in de verbindende kracht van zulke verhalen. Het idee is niet nieuw – voor Vlaanderen is er bijvoorbeeld de ErfgoedApp – maar de schaal wel; meer dan vijftig landen maken al gebruik van izi.TRAVEL. Hieronder Koels selectie uit het Antwerpse aanbod.
RONDJE FRANKRIJK
Tussen 2011 en 2015 presenteerde het KMSKA De Modernen, een reeks tentoonstellingen met kunst uit de negentiende en twintigste eeuw uit zijn collectie. Voor De Modernen: Tour de France nam het museum verhalen op van twintig nieuwe Antwerpenaren. Die verhalen, niet zelden ontroerend, laten bezoekers met andere ogen en met andere culturele connotaties kijken naar bekende motieven uit de Franse schilderkunst. De tentoonstelling is inmiddels voorbij, maar de verhalen kunnen nog altijd worden beluisterd. Ze zijn dermate levendig dat afbeeldingen niet eens nodig zijn.
HEMELS INTERIEUR
De Sint-Pauluskerk is een parel van gotische architectuur in de Antwerpse binnenstad. Haar opmerkelijk interieur met uniek barok houtsnijwerk en schilderijen van de grootste Antwerpse meesters overleefde de Beeldenstorm, twee wereldoorlogen en verschillende branden. Na een bouwhistorische inleiding voert de audiotour langs vijftien schilderijen in de noordelijke zijbeuk van onder meer Rubens, Jordaens en Van Dyck. Ook is er aandacht voor ‘een van de mooiste orgels van Europa’. De uitleg over het rijkelijk versierde koorgestoelte tovert beelden van een middeleeuws houtbewerkingsatelier op het netvlies. Een bezoek aan de Calvarieberg in de tuin voegt nog een zinnenprikkelende ervaring toe.
Sint-Pauluskerk, Veemarkt 14, Antwerpen - 12-
VAN LANGE WAPPER TOT DE ZWARTE PANTER Deze stadstour met vijf sterren werd geschreven én ingesproken door een enthousiaste reiziger. De tour leidt langs zestien hoogtepunten van Antwerpen en weet met een mix van feiten en smakelijke anekdotes de nieuwsgierigheid op te wekken. Zo wordt bij Het Steen verteld hoe mensen er in de zeventiende eeuw een beeld met een grote fallus van de vruchtbaarheidsgod Semini kwamen vereren. Ook het zestiende-eeuwse Museum Plantin-Moretus en zijn tuin komen aan bod. Dit complex staat niet toevallig op de Unesco-werelderfgoedlijst en is een bezoek dus meer dan waard. Galerie De Zwarte Panter vormt het gastvrije eindpunt van de route – en ook hier is een sensueel detail te ontdekken ... | Lise Lotte ten Voorde
3
Start- en eindpunt: Zuiderterras, Ernest van Dijckkaai 37, Antwerpen
AUDIOTOURS www.izi.travel
In de rubriek (Openbare) privécollecties brengt 100% EXPO bijzondere initiatieven rond beeldende kunst onder de aandacht. Openbare privécollecties Na het Maurice Verbaet Art Center en de Stichting Eugeen Van Mieghem staat de collectie moderne en hedendaagse kunst van de Universiteit Antwerpen in de kijker.
Een logische liaison Kunst op de Campus Weinig mensen weten het: de Universiteit Antwerpen stelt permanent haar uitgebreide collectie moderne en hedendaagse kunst tentoon. In de gangen, op de binnenpleinen en in de tuinen van de verschillende universiteitscampussen tref je werken aan van onder anderen Sam Dillemans, Fred Bervoets, Philip Aguirre y Otegui, Pierre Alechinsky en Hugo Claus, Walter Leblanc, Jean Bilquin en Michelangelo Pistoletto. Professor Geert Lernout, voorzitter van de Commissie Kunst op de Campus, en Ernest Van Buynder, jarenlang voorzitter van het M HKA en ook hier een drijvende kracht, voorzien in tekst en uitleg.
Kunst geeft aanleiding tot het stellen van vragen. Vragen over het leven, en over het mens-zijn. Universitair onderwijs en onderzoek gaat vaak over diezelfde vragen. Enkel en alleen al om die fundamentele overeenkomst verdienen de kunsten een prominente plek op de universiteit, aldus Lernout en Van Buynder. Daarnaast stippen beide heren meteen aan dat de raakvlakken en de mogelijkheden voor kruisbestuiving tussen kunst en wetenschap nagenoeg onbeperkt zijn. Een nanotechnoloog kan interesse hebben voor abstracte kunst omwille van vormelijke parallellen. Technisch gezien is er een relatie tussen ballet en geneeskunde, omdat dansers hun gewrichten erg belasten en met hun pijnen aankloppen bij gespecialiseerde artsen. Muziek appelleert dan weer enorm aan wiskundigen: ook in de muziek zijn patronen en verhoudingen betekenisvol. En vanuit de anatomie heb je een natuurlijke verwantschap met de tekenkunst. Aan de universiteit is er zelfs een dokter die kunststudenten begeleidt bij het tekenen van geraamtes, een beetje à la Vesalius. ‘Die wisselwerking bestaat veel meer dan je zou vermoeden. Het onderscheid tussen
Ernest Van Buynder en Geert Lernout in gesprek voor het beeld 'Touch the Clouds' van Luk Van Soom © Thomas Abelshausen
- 13-
Fred Bervoets, De Pinguins, naar een verhaal van Fik Vanriet
GEERT LERNOUT: ‘HET ONDERSCHEID TUSSEN KUNST EN WETENSCHAP IS IETS DAT WIJ DE LAATSTE PAAR HONDERD JAAR HEBBEN GECREËERD. VOOR DE RENAISSANCEMENS BESTOND DAT NIET’
kunst en wetenschap is iets dat wij de laatste paar honderd jaar hebben gecreëerd. Voor de renaissancemens bestond dat niet: de kunst enerzijds en de wetenschap anderzijds,’ vat Lernout samen.
KUNST IN DE WANDELGANGEN Elke gang op de Stadscampus is een microsamenleving, zo blijkt tijdens een wandeling langs een paar hoogtepunten uit de collectie. En op elke gang is wel een kunstliefhebber te vinden die het voortouw neemt. ‘Die contacteert dan het secretariaat van de Commissie Kunst op de Campus met de vraag of er, bijvoorbeeld naar aanleiding van de restauratie van die gang, andere kunstwerken uit de collectie van de universiteit kunnen worden gekozen. Mensen hechten echt aan die kunstwerken, ze zijn een belangrijk deel van hun dagelijkse leef- en werkomgeving’, legt Van Buynder uit. Lernout vult aan: ‘Onlangs hadden een aantal professoren en assistenten samen nieuwe kunstwerken geselecteerd. Kort daarop volgde de vraag om meer uitleg over “hun” nieuwe kunstwerken. Zij organiseerden zelf een minivernissage, waarbij Ernest hen rondleidde. En hij past zijn rondleidingen aan het doelpubliek aan, merkte ik. In de gang van de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen zal hij aandacht hebben voor de econo-
- 14-
Michelangelo Pistoletto Love Difference - Six Mediterraneans
mische wetmatigheden in de kunstwereld, terwijl hij in een gang met geesteswetenschappen eerder cultuurhistorische aspecten van een werk zal bespreken.’
geïnvesteerd. De kunstwerken moeten dan onlosmakelijk deel uitmaken van het architecturale project. Al die bronnen samen leverden ondertussen een omvangrijke collectie op. Hoeveel werken beheert de UA? Om de discussie te beslechten, belt Van Buynder naar het secretariaat van de commissie – benadrukt terwijl de kiestoon overgaat dat de dame aan de andere kant van de lijn van onschatbare waarde is – en vraagt het na. Het blijken er intussen ongeveer 1200 te zijn. Hoe verhoudt de universiteit zich daarmee tot andere instellingen, zoals musea? ‘We zijn geen concurrenten, in die zin dat je hier gratis kan komen bekijken waarvoor je op een ander moet betalen’, antwoordt Lernout.
BRONNEN VAN DE COLLECTIE Vanuit de academische gemeenschap is er veel waardering voor het werk van kunstenaars. En die appreciatie is wederzijds. Onlangs heeft de UA een schenking gekregen van kunstenaar Jef Geys, met de uitdrukkelijke wens de werken tentoon te stellen in de laboratoria van prof. dr. Christine Van Broeckhoven. De reden? Bewondering voor haar wetenschappelijk werk. Hiermee komt meteen een eerste bron van de uitgebreide collectie ter sprake: schenkingen van kunstenaars, hun weduwen, hun kinderen, of privépersonen. Er zijn ook een aantal langdurige bruiklenen. Wanneer privéverzamelaars thuis geen plek hebben voor monumentale werken die een mooie aanvulling vormen op de collectie van de universiteit, kunnen ze die in de grote gangen van de campussen helemaal tot hun recht zien komen. Verder voorziet de universiteit zelf elk jaar een klein aankoopbudget. En er is de 1%-regel, die voorschrijft dat bij nieuwbouw en vernieuwbouw, onder bepaalde voorwaarden, een deel van het totaalbudget in geïntegreerde kunst moet worden
KUNST ALS MEDEBEWONER De kunstcollectie van de UA is inderdaad gratis te bezichtigen. ‘We willen iedereen – studenten, onderzoekers, academisch en technisch personeel, bezoekers en passanten – uitnodigen om te proeven van de rijkdom van de beeldende kunsten’, besluit Van Buynder. ‘Hoe kan dat beter dan door kunst tot een integraal onderdeel van de omgeving te maken?’ Wanneer een groep rumoerige studenten de gang doorkruist, merkt Lernout op: ‘Je hebt
- 15-
Pierre Alechinsky / Hugo Claus Zoek de Zeven
ERNEST VAN BUYNDER: ‘WE WILLEN IEDEREEN UITNODIGEN OM TE PROEVEN VAN DE RIJKDOM VAN DE BEELDENDE KUNSTEN’
hier niet de sacrale stilte van een moderne kunsttempel, waar iedereen op fluistertoon spreekt.’ Inderdaad: kunst staat hier niet ongenaakbaar op een voetstuk. Neen, de kunstwerken bevinden zich te midden van het bruisende universiteitsleven; ze staan en hangen broederlijk zij aan zij met aankondigingen van faculteitsraden, praktische informatie en affiches die studentenactiviteiten aanprijzen. Die aanpak brengt kunst dichterbij en maakt haar minder onaanraakbaar. Dat mag je heel letterlijk nemen: het zorgt er bijvoorbeeld voor dat een student in een stoutmoedige bui een paar gevonden handschoenen over de koude handen van een bronzen beeld kan schuiven. Maar de kunstwerken komen ook figuurlijk dichter. Ze voeden de bezoekers van de universiteit met ideeën, reiken hun vernieuwende perspectieven aan, prikkelen hun verbeelding en stimuleren hun creativiteit. Dat gebeurt telkens een paar ogen een fractie van een seconde aan een doek of beeld blijft kleven. En zo brengen kunst en wetenschap elkaar tot leven. | Thomas Abelshausen
De Antwerpse stadsgidsen organiseren rondleidingen op de Stadscampus, op Campus Middelheim en op Campus Drie Eiken in Wilrijk. De gidsen belichten telkens de (kunst)historische achtergrond van het gebouwenpatrimonium op de campus en bespreken een selectie van de aanwezige kunstwerken. Een rondleiding duurt ongeveer twee uur. Voor meer info kunt u contact opnemen met gidsenwerking@stad.antwerpen.be.
Eugène Dodeigne Twee figuren
- 16-
EEN ANTWERPSE KUBISTE Kanttekening bij een expo in Gent
Peter Benoy was van 1991 tot 2005 directeur van Theater Zuidpool. Hij schildert en schrijft over beeldende kunst en theater.
André Lhote. Onder zijn invloed begint ze kubistisch te schilderen. In die Parijse periode – onderbroken door een jaar in Nice, waar ze Archipenko ontmoet – ontwikkelt ze met rasse schreden een heel eigen stijl. Die beweegt zich dikwijls in de schemerzone tussen kubistisch en abstract; Michel Seuphor sprak van ‘quasi abstract kubisme’. Al in 1919 merkt De Stijl
‘Tour Donas’. Je waant je al gauw tussen de grands crus classés van de Medoc. Maar Tour Donas is een schuilnaam. De Antwerpse schilderes Marthe Donas (1885-1967) gebruikte dit geslachtloze pseudoniem, of de variant Tour d’Onasky, om in de Parijse kunstwereld van het interbellum te verbergen dat ze een vrouw was. Die zet was haar ingefluisterd door de Oekraïense beeldhouwer Alexander Archipenko, met wie ze een relatie had. In het mannenbastion dat de kunstwereld al eeuwen was, bleef de Abstracte Compositie nr. VI, 1920 (privéverzameling) rol van vrouwen beperkt © Cederic Verhelst tot die van model of koper. op dat ‘haar werken kunnen geklasOok de avant-garde ontsnapte seerd worden bij het beste uit de hier nauwelijks aan.
Marthe Donas wordt geboren in Antwerpen. Al op jonge leeftijd wil ze kunstenares worden en tegen de wil van haar vader volgt ze, met onderbrekingen, les aan de Antwerpse Academie. Wanneer de Eerste Wereldoorlog voortijdig een einde aan haar opleiding maakt, vlucht ze mee met haar familie naar Nederland. In 1916 vinden we Donas terug in Montparnasse, waar ze onder meer cursussen volgt in het atelier van
moderne kunst’. Een wat gemene Piet Mondriaan mag dan wel beweerd hebben dat Donas in feite alleen maar in schilderijen omzette wat Archipenko in zijn sculpturen deed, maar die uitspraak is kort door de bocht. Met de golvende, ritmische dynamiek en de puristische eenvoud van haar werk verrijkt ze het kubisme op een zeer persoonlijke manier. Haar originaliteit en haar pioniersrol in de avant-garde, die weliswaar maar een tiental jaren heeft geduurd, worden vandaag niet meer in vraag gesteld.
- 17-
Mede door haar opname in de gezaghebbende groep La Section d’Or onderhoudt Donas nauwe contacten met Georges Braque, Fernand Leger, František Kupka e.a. In 1920 wordt ze uitgenodigd voor individuele tentoonstellingen in Genève en in de toonaangevende Berlijnse galerie Der Sturm, waar de Amerikaanse verzamelaarster Katherine Dreier enkele doeken van haar koopt. Ondanks haar internationale uitstraling en haar deelname aan belangrijke tentoonstellingen blijven defaitisme en ontevredenheid over zichzelf aan Donas knagen. Een brief aan Theo Van Doesburg uit 1920 getuigt hiervan: ‘De kleur, het doek, de penselen zijn nog te materieel; de kader die het schilderij begrenst staat een volmaakte eenheid in de weg. En zoals deze kunst al te zeer volmaaktheid nastreeft vind ik dat ze dat ook moet zijn of er niet zijn. (…) Ik hou van niets meer op deze wereld, zelfs de kunst ontmoedigt mij.’ In 1922 huwt Donas Harry Franke en keert ze terug naar België. Haar werk evolueert naar een gematigder modernisme. Ze exposeert nog wel, maar zoekt geen aansluiting bij de Belgische avant-garde. In 1927 stopt ze met schilderen. Naast de zorg voor haar dochter is ongetwijfeld ook het veranderende artsitieke klimaat, dat het bevlogen modernisme de rug toekeert, bepalend voor die beslissing. Pas twintig jaar later neemt ze het penseel opnieuw ter hand, om vanaf 1957 ondubbelzinnig voor de abstracte kunst te kiezen. | Peter Benoy
DONAS. DE BELGISCHE AVANT-GARDISTE 05.03-05.06.2016 Museum voor Schone Kunsten Gent Fernand Scribedreef 1, Gent www.mskgent.be
Abstracte kunst uit België Luc Tuymans cureert 'The Gap' in het M HKA
De muren van het M HKA werden voor The Gap, de tentoonstelling over abstracte Belgische kunst die Tuymans cureert, in een zacht grijs geschilderd. ‘Dat is mijn enige abstracte bijdrage aan de tentoonstelling’, klinkt het.
Het feit dat Tuymans deze tentoonstelling cureert, illustreert dat hij in het domein van de beeldende kunsten niet enkel opereert als kunstenaar, maar zich ook in andere rollen engageert. Die andere rollen – zo fluistert men in de wandelgangen
– neemt hij met veel toewijding op. Tuymans heet een genereus kunstenaar te zijn, voor musea én voor andere kunstenaars, en staat bekend als iemand die zich inzet voor de structuren achter de schermen. Dat vraagt behoorlijk wat inspanning. Ook curatoriële projecten vergen ongetwijfeld veel energie: research en prospectie, het samenstellen van de catalogus, het vinden van schrijvers, het transport van de werken, de verzekering ervan, het opbouwen van de tentoonstelling, het te woord staan van de pers. Wordt dat soms
- 18-
onderschat? Tuymans: ‘Als er over kunst al iets verschijnt in de media, gaat het alleen maar over geld, of over een schandaal. Maar er wordt nooit gesproken over de arbeid die er is verricht, over de betekenisgelaagdheid, of over de verantwoordelijkheden die een kunstenaar opneemt ten opzichte van de grotere gemeenschap.’
UITPUREN Voor The Gap diept Tuymans abstracte werken op uit de collectie van het M HKA – zowel schilderkunst,
BIO Luc Tuymans (Mortsel, 1958) is
kunstschilder. Met retrospectieven in toonaangevende musea en werken in grote internationale collecties is hij vermoedelijk de meest succesvolle Belgische kunstenaar van het moment. Zijn monochrome figuratieve doeken zijn ‘authentieke vervalsingen’ waarin hij bestaande beelden met een zeker wantrouwen benadert en deze herinterpreteert. Met The Gap profileert Tuymans zich als curator.
exhibition view, The Gap, M HKA 2016, photo M HKA
VOOR 'THE GAP' DIEPT TUYMANS ABSTRACTE WERKEN OP UIT DE COLLECTIE VAN HET M HKA
- 19-
Luk Tuymans © Artur Eranosian
beeldhouwkunst als installatie komen aan bod. Na een lange reeks tentoonstellingen met conceptueel werk laat deze expo een nieuwe wind door het museum waaien. Tuymans selecteerde werken van onder anderen Raoul De Keyser, Walter Leblanc, Gert Robijns, Philippe Van Snick en Jef Verheyen, en confronteert die met abstract werk van hedendaagse kunstenaars. ‘Een museum moet niet zozeer de actualiteit tonen. Een museum werkt eerder met het geheugen. Dat geheugen is de collectie. Als je op de actualiteit inspeelt, doe je dat vanuit die collectie.’ Aangezien twee generaties worden samengebracht, heeft Tuymans veel aandacht voor onderlinge verbanden en verhoudingen. ‘Als je in het begin van de tentoonstelling voor een rond werk van wijlen Jef Verheyen staat, en dat heet Morgen, dan kan je jezelf niet ontdoen van een bepaald stemmingsvermogen dat te maken heeft met kijken naar
de lucht. Als je daarna, op het einde van de tentoonstelling, een dégradé van de hedendaagse kunstenaar Pieter Vermeersch ziet, kan je je ook niet losmaken van een atmosferisch beeld.’ Over de generatiegrenzen heen zie je zoektochten terugkeren: het spelen met ruimte en niet-ruimte, afbakening, texturen, of contrasten tussen licht en donker. Zijn er ankerpunten waarop bezoekers zich kunnen oriënteren? Tuymans: ‘Ik denk niet dat deze tentoonstelling muurteksten nodig heeft. Ik heb er een punt van gemaakt om de werken zo secuur en gepointeerd mogelijk op te hangen, zodat elk werk genoeg ruimte heeft en je het effectief kan bekijken.’ Met andere woorden: deze tentoonstelling bezoeken is iets wat je met je ogen doet, en niet met je oren.
AFSTANDELIJKHEID Tuymans toont dit voorjaar ook eigen werk in het Museum aan de Stroom. Naar aanleiding van de vijfde verjaardag van het museum
- 20-
LUC TUYMANS: ‘IK DENK NIET DAT DEZE TENTOONSTELLING MUURTEKSTEN NODIG HEEFT’
zullen er meer dan twintig portretten van zijn hand te zien zijn. Die werken zijn figuratief, zoals de rest van Tuymans’ oeuvre. Hoe verhouden abstract en figuratief zich volgens hem tot elkaar? Tuymans: ‘Voor mij is abstracte kunst veel emotiever dan figuratieve. Een figuratief beeld is veel afstandelijker – en dus eigenlijk abstracter – dan een abstract beeld, omdat je niet de onmiddellijkheid van het signaal hebt. Daarom is abstraheren – gezien de aard van het beestje – niet iets is wat ik wens te doen.’ | Thomas Abelshausen
Foto linker pagina: Guy Mees, Espace Perdu, 1964, Collecion M HKA, photo M HKA
Foto links onder: Boy & Erik Stappaerts, Polarisation paintings 10 steps and 11 steps, 2014-2015, photo M HKA
Foto links boven: Timothy Segers, Utop a5, 2015, Courtesy of the artist and Parasol unit foundation for contemporary art, photo Jack Hems
Foto midden onder: Jef Verheyen, Morgen, 1965 photo M HKA
Foto rechts boven: Raoul De Keyser, Zilver, 1991, Collection M HKA, photo M HKA
Foto rechts onder: Walter Leblanc, Mobilo Static M 027, 1960 photo M HKA.JPG
THE GAP – ABSTRACTE KUNST UIT BELGIË. EEN SELECTIE. Curator: Luc Tuymans Tot 29.05.2016 M HKA, Leuvenstraat 32, Antwerpen www.muhka.be
Maak kennis met
Jelle Spruyt 100% EXPO stelt beeldend kunstenaars uit onze regio aan je voor: abstracte of realistische schilders, beeldhouwers, grafici, conceptuele kunstenaars … We zijn benieuwd naar wat hen raakt en beweegt in deze wereld. Iedere kunstenaar antwoordt met woord en beeld op onze kennismakingsvragen. BIO Jelle Spruyt (Antwerpen, 1979) studeerde mode in Antwerpen en mixed media aan de Academie in Gent. Hij bouwt vanuit zijn thuisstad aan een internationale carrière als textielkunstenaar. Wat was je eerste ervaring met kunst? ‘Tijdens mijn lagereschooltijd op de balletschool kwam ik in contact met het werk van Maurice Béjart. Het deed me inzien dat ballet meer is dan “pirouettedraaien” in een decor dat eruitziet als een slagroomtaart.’ Wat raakt je het diepst? ‘Schoonheid en onrecht.’ Welke betekenis heeft het materiaal dat je gebruikt? ‘Mijn fascinatie en passie voor textiel worden elke dag groter. Textiel heeft zo veel “gelaagdheden”: de geschiedenis of afkomst van een stof, de technische toepassingen die ze mogelijk maakt, het effect dat licht erop heeft …’
Waar zou je je werk ooit nog willen tonen? ‘In de tuin van Claude Monet in Giverny.’ Welk werk zou je in een museum graag naast het jouwe zien? ‘La spécialisation de la sensibilité à l'état de matière première en sensibilité picturale, beter bekend als Le Vide, van Yves Klein. ’
Waar vind je inspiratie voor je werk? ‘Dagboeken, briefwisselingen en krantenartikelen of documentaires zijn vaak het startpunt van mijn onderzoek voor een nieuw werk.’
Welke kunstvoorwerpen zijn er bij jou thuis nog te vinden? ‘Etnische wandtapijten en elke week verse snijbloemen.’ Wat is het meest treffende dat iemand al over je werk heeft gezegd?‘Geen woorden, maar tranen van ontroering.’
Wat heb je nodig om goed te kunnen werken? ‘Muziek. In mijn atelier staat meestal de radio op, Klara. Tekenen doe ik bij voorkeur met elektronische muziek en een goede kop thee.’
Wat maakt je dag goed? ‘De kracht van vriendschap en het ontdekken van iets moois, bijvoorbeeld een schaduw.’
Wat wil je met je kunst teweegbrengen? ‘Eerst een glimlach, daarna vrije interpretatie.’
www.jellespruyt.com
- 22-
"Enkele jaren geleden verbleef ik een half jaar in een vluchtelingenkamp in Zuidoost-Azië. Deze food box voor vluchtelingen en daklozen is een onderdeel van een onderzoek naar nieuwe urban camouflage tijdens mijn residentie in het Frans Masereel Centrum."
© Vincent Tillieux
©
ie Dr
sS
ege
rs
Meester of oplichter?
Tijdens zijn leven stond de in Lier geboren Jan Van Beers (1852-1927) bekend als een ambitieus societyfiguur. Vandaag kennen we hem enkel nog als schilder van portretten en taferelen uit het mondaine leven. Zijn werk was zo haarscherp en realistisch dat hij er in 1881 van werd beschuldigd dat hij foto’s naschilderde en zelfs overschilderde. Van Beers daagde zijn tegenstanders voor de rechter en liet zijn schilderijen zelf door experts onderzoeken. Deze expo toont een selectie uit het oeuvre van Jan Van Beers en belicht tegelijkertijd zijn turbulente leven.
HET GEVAL VAN BEERS. MEESTER OF OPLICHTER? Stedelijk Museum Lier 19.03.2016-05.03.2017 Florent van Cauwenberghstraat 14, Lier www.kmska.be foto links Jan Van Beers, Vrouw in het wit, z.d., olieverf op paneel, 27 x 21 cm, KMSKA, Foto Lukasart in Flanders, Hugo Maertens foto boven Jan Van Beers, Keizer Karel als kind, 1879, olieverf op doek, 143 x 151cm, KMSKA, Foto Lukasart in Flanders, Hugo Maertens
Untitled, uit de reeks Luriki, 1976-1981 Untitled, uit de reeks Red, 1968-1975
Een subversief kantje Oekraıne door de lens van Boris Mikhailov
Het Antwerpse Fotomuseum (FOMU) bestaat vijftig jaar. Een van de belangrijkste tentoonstellingen in dit jubileumjaar toont het werk van de Oekraïense kunstfotograaf Boris Mikhailov, die uitgerekend vijftig jaar geleden begon te fotograferen.
Boris Mikhailov: ‘Ik ben ooit gearresteerd omdat ik foto’s nam van mensen die dronken. Dat paste niet in de Sovjetpropaganda’
Boris Mikhailov werd in 1938 geboren in Charkov, toen Oekraïne deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Hij groeide op tijdens de hoogdagen van het stalinisme en was achttien jaar op het moment dat Chroesjtsjov, na de dood van de despoot, de destalinisatie inzette. Deze hervorming betekende echter nog niet dat kunstenaars, die sterk aan banden waren gelegd, nu eenzelfde vrijheid kregen als kunstenaars in het Westen. Het socialistisch realisme bleef de norm. Van meer fundamentele vrijheden was pas sprake toen Gorbatsjov in 1985 een politiek van glasnost (openheid) ging voeren. Na de val van de Muur werd Oekraïne in 1991 onafhankelijk. De verschillende fases in de geschiedenis van zijn land hebben Mikhailov mentaal gevormd en zijn artistiek parcours sterk doorkruist en beïnvloed.
- 27-
TEGEN DE STROOM IN Na zijn ingenieursstudie werd Mikhailov in 1963 tewerkgesteld in een fabriek waar raketten werden geproduceerd. Hij vond weinig voldoening in zijn werk en stelde de directie voor een film en een fotoreportage over het bedrijf te maken. Met het materiaal dat hem ter beschikking werd gesteld, begon hij, geïnspireerd door internationale fotomagazines, ook in de privésfeer te fotograferen. Toen de KGB ontdekte dat hij naaktfoto’s van zijn vrouw in de doka van de fabriek had ontwikkeld, werd hij ontslagen op beschuldiging van pornografie en westerse decadentie. Hij vond opnieuw werk als ingenieur, maar bleef in zijn vrije tijd bezig met fotografie en maakte zich via zelfstudie vertrouwd met diverse technieken.
Boris Mikhailov: ‘Al heel vroeg realiseerde Mikhailov toonaangevend werk, dat intussen een plaats heeft gekregen in de geschiedenis van de fotografie’ Fotografen hadden in de toenmalige Sovjet-Unie geen kunstenaarsstatuut en hun werk behoorde niet tot de ‘cultuur’. Het officiële persagentschap voor het buitenland verspreidde uitsluitend foto’s met een propagandistische ondertoon, vooral landschappen, fabrieken en jongeren die op een klassieke en brave manier in beeld waren gebracht. Het motto ‘alles gaat goed en is mooi’ was een voorwaarde om te mogen exposeren. Mikhailov werd zelfs ooit gearresteerd omdat hij foto’s nam van mensen die dronken. Dat paste niet in de Sovjetpropaganda. Het oeuvre van de Oekraïner is opgebouwd uit reeksen en zo uitgebreid dat in dit overzicht maar enkele highlights aan bod kunnen komen. Elke reeks heeft een specifiek concept; de afzonderlijke beelden – soms honderden – onthullen hun
betekenis pas ten volle wanneer ze als geheel worden bekeken. Al heel vroeg realiseerde Mikhailov toonaangevend werk, dat intussen een plaats heeft gekregen in de geschiedenis van de fotografie. Zo zijn Red Series, Superimpositions en Black Archive in de periode 1968-1975 tot stand gekomen. Met deze werken ging hij niet alleen in tegen de gangbare Sovjetesthetiek, maar experimenteerde hij ook, op een toen ongeziene manier, met vormen en procedés. Vooral in Red Series persifleerde hij de officiële iconografie met beelden uit het dagelijks leven waarin telkens, al dan niet opvallend, een rood element opduikt: een rode vlag, een man die een rode plank draagt, een vrouw die een bloedende zweer op haar bil toont ... Rood is wat onderdrukt.
- 28-
EXPERIMENTEERDRIFT Superimpositions is eerder het resultaat van de experimenteerdrift van de fotograaf. Hier legde hij dia’s met een tegengesteld karakter over elkaar heen, om ze vervolgens te projecteren op muziek van Pink Floyd. Toen de gezaghebbende criticus Morosov ze bekeek, zei hij dat hij niet zou toelaten dat anderen ze zagen. Na 1976 werkte Mikhailov nog uitsluitend als zelfstandig fotograaf en als assistent bij collega’s. In de periode 1975-1986 realiseerde hij onder meer Soft Arts, waarin een vervreemdingseffect ontstaat doordat hij zwart-witafdrukken geheel of gedeeltelijk inkleurde en er een schilderkunstig element aan toevoegde. Het inkleuren van foto’s was een populaire gewoonte in de privésfeer, maar Mikhailov gebruikte de techniek om het hoge kitschgehalte van de
foto’s van links naar rechts Untitled, uit de reeks Superimpositions, 1968-1975 Untitled, uit de reeks Case History, 1997-1998 Untitled, uit de reeks Case History, 1997-1998 Untitled, uit de reeks At Dusk, 1993 Untitled, uit de reeks The Theatre of War. Second Act. Time Out, 2013 Untitled, uit de reeks Black Archive, 1968-1979
officiële esthetiek te parodiëren. Zijn werk maakte indruk op conceptuele kunstenaars uit Moskou, zoals de ook bij ons bekende Ilya Kabakov. Hun vriendschap inspireerde Mikhailov zelf tot bijvoorbeeld Viscidity (1982), een reeks die gerealiseerd werd in de meer repressieve periode onder Andropov. Op de banale opnames voor deze reeks bracht hij opnieuw kleur aan, of collage-elementen, en hij voegde er poëtische teksten aan toe.
NAAKTHEID ZONDER GÊNE Het duurde tot 1988 voor Mikhailov werd uitgenodigd om deel te nemen aan een tentoonstelling buiten de Sovjet-Unie. Na de aanzet in Odense (Denemarken) volgde echter een indrukwekkende lijst solotentoonstellingen over de hele wereld. In 1996 verbleef Mikhailov dankzij een beurs een jaar in Berlijn, waar hij zich
later definitief zou vestigen. Toen hij terugkeerde naar Charkov, was hij geschokt door het grote aantal daklozen en de extreme armoede die het jonge kapitalisme op korte tijd had gecreëerd in een land waar bijna geen sociale vangnetten meer waren. Hij besloot deze sociaal uitgeslotenen, die in vele gevallen weinig kans maakten om lang te overleven, te fotograferen. Dat resulteerde in Case History, zijn opus magnum, dat bestaat uit 413 foto’s. Rond het fotograferen van bedelaars en daklozen hangt een zekere gêne, omdat het voor beide partijen confronterend is. De meeste fotografen trachten het ongemerkt te doen, maar niet Boris Mikhailov: hij praatte met de daklozen, betaalde hen, ensceneerde de foto en toonde hen in de schrijnende naaktheid en hulpeloosheid van hun bestaan. Soms vroeg hij hun om zich geheel
- 29-
of gedeeltelijk te ontkleden, zodat de sporen van hun mensonwaardig bestaan zichtbaar werden. Het werk van Mikhailov heeft altijd een boeiend provocatiegehalte, door het schokkend karakter van de beelden, door zijn vormelijke keuzes, of door zijn ironie. Die provocatie richt zich in de eerste plaats tegen het repressief of bekrompen karakter van officiële instanties, waardoor zijn werk een heerlijk subversief kantje krijgt. | Peter Benoy - foto’s © Boris
Mikhailov, Courtesy CAMERA – Centro Italiano per la Fotografi a BORIS MIKHAILOV – UKRAINE 04.03-05.06.2016 FOMU Waalsekaai 47, Antwerpen www.fomu.be
RONDOM BOSCH Jheronimus Bosch leefde van circa 1450 tot 1516. Vijfhonderd jaar na zijn overlijden wordt de wereldbekende renaissanceschilder uitgebreid gevierd in het Nederlandse 's-Hertogenbosch (Den Bosch), zijn thuisstad. Het Museum Mayer van den Bergh in Antwerpen feest mee en organiseert een focustentoonstelling die je langs zeven schilderijen uit zijn collectie leidt. Net als de meester zelf verbeeldden Bosch’ navolgers grote thema’s als verleiding, zonde en verantwoording. Daarbij creëerden ze een wereld van illusies en hallucinaties boordevol grillige gedrochten. Dulle Griet, een schilderij van Pieter Bruegel de Oude uit 1561, heeft de meeste ‘boschiaanse’ elementen. Naast de hebzuchtige, mannelijk uitziende figuur van Dulle Griet staat in dit schilderij ook een reus centraal, die zich als een spilzieke vrouw gedraagt. Het hele tafereel speelt zich af voor de poorten van de hel en bevat ook verwijzingen naar andere zonden. RONDOM BOSCH Tot 30.04.2016 Museum Mayer van den Bergh Lange Gasthuisstraat 19, Antwerpen www.museummayervandenbergh.be
DAGBOEK VAN EEN KUNSTENAAR Een inkijk in het creatieproces van Louis De Cordier, alias Cosco Cosco maakt visionair werk. Hij werkt zijn ideeën uit zonder enige vorm van mentale of creatieve beperking. Te moeilijk, te groot en te ingewikkeld bestaan niet in de woordenschat van deze tomeloze vrije ziel, die zich diep verbonden voelt met het leven, het universum en de geschiedenis. Cosco zijn naast Louis ook de ingenieurs, architecten, fotografen, futurologen, sociologen, wetenschappers, erfgoedconsulenten en alle anderen met wie hij samenwerkt om zijn visies vorm te geven. Met Cosco in contact komen, betekent geabsorbeerd worden in een nieuw energetisch universum. Oudheid, wetenschap, universele schoonheid en phi zijn wederkerende thema’s in Cosco’s werk. Dat is ook het geval in Biblioteca del Sol, High Mountain Culture Ark, een work in progress op tweeduizend meter hoogte in de verlaten uitlopers van de Sierra Nevada in Spanje. 100% EXPO toont exclusief een stuk uit het dagboek van Cosco, dat een inkijk biedt in het ontstaansproces van deze bijzondere bibliotheek. 16 april 2009 Gedachten over de bibliotheek krijgen vorm op papier. Celvormen in de natuur zijn een bron van inspiratie.
23 oktober 2012 Richard de basis voor de kern va
Louis De Cordier (BE) kan zijn familienaam traceren tot Parijse wandtapijt wevers die op het hoogtepunt van de Franse Revolutie naar het veiligere Oudenaarde trokken. Ook in zijn werk als kunstenaar graaft De Cordier in de geschiedenis, maar dan onder de naam Cosco.
Cosco, mannelijke vorm van ‘cosca’, van het Calabrische dialectwoord ‘c(u)osco’: ‘eik’, of ‘hout’; Catalaans: ‘coscó’: ‘iemand die in de nabijheid van een steeneik woont’; Galicisch: ‘slak, een mollusk met spiraalvormige schelp’.
13 november 2009 Cosco bouwt het model van de Biblioteca del Sol. De ‘boekenark’ van de toekomst krijgt vorm.
Louis De Cordier: ‘Namen zijn geladen. Ik zag de naam Cosco voor het eerst op een scheepscontainer. Hij bleef me achtervolgen op mijn reizen rond de wereld. Op een lentedag zat ik aan de rand van mijn amandelboomgaard, in de schaduw van een donkergroene steeneik. Plots zag ik een kleine slak tussen de bladeren; ik nam haar op om haar te bestuderen. Terwijl ik haar in mijn hand hield, overviel me een gedachte die me niet meer zou loslaten: ik ben “Cosco”.’
Buckminster ‘Bucky’ Fullers geodetische koepel vormt an de bibliotheek.
- 33-
29 november 2012 De centrale koepel van de bibliotheek. Een decoratie die het verhaal van de bibliotheek vertelt en de functie ervan toelicht, is een work in progress. Cosco grijpt hiervoor terug op oude bronsgiettechnieken.
31 oktober 2014 De boeken worden voorlopig vacuum verpakt opgeslagen in koffers van het Belgisch leger.
‘Those who cannot remember the past are condemned to repeat it’ George Santayana (1863-1952)
31 oktober 2012 Zaadcontainers in de bibliotheek. De plaatselijke boeren wisselen de zaden in hun containers om de twee jaar, maar de klimatologische omstandigheden in de bibliotheek laten veel langere bewaartijden toe.
31 oktober 2014 Een kruipgang geeft toegang tot de centrale koepel.
e
15 november 2012 De bibliotheek wordt gebouwd, een titanenwerk op tweeduizend meter hoogte. Ontelbare kubieke meters aarde moeten worden weggegraven, materiaal moet worden aangevoerd langs nauwelijks berijdbare wegen.
www.bibliotecadelsol.com www.facebook.com/Bibliotecadelsol Beeld en tekst: Louis de Cordier en Bram Calcoen 31 augustus 2015 Het landschap heeft zich volledig hersteld. De kleine ingang (minder dan een meter doorsnede) is nauwelijks zichtbaar.
Cosco ook te zien in Antwerpen MARC CLAES & COSCO – GOLD DUST Tot 02.04.2016 Galerie Annette de Keyser Generaal Belliardstraat 19, Antwerpen www.annettedekeyser.com
Wordt vervolgd ...
Gluren naar onze tijd Een gesprek met installatiekunstenaar Guillaume Bijl
PRIJS BEELDENDE KUNST VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN De Provincie Antwerpen reikt elke vier jaar een Prijs Beeldende Kunst uit voor een verdienstelijke loopbaan in de beeldende kunsten. Naast een bedrag van 10 000 euro krijgt de laureaat van het provinciebestuur ook een tentoonstelling met begeleidende publicatie aangeboden. In 2012 ging deze prijs naar Guillaume Bijl. In het juryverslag was te lezen: ‘Guillaume Bijl is een referentiefiguur voor de hedendaagse kunst in België. Na zijn opgemerkte debuuttentoonstelling in 1979 (Autorijschool Z in Ruimte Z) breekt hij snel internationaal door. Zijn Transformatie-installaties zijn over de hele wereld te zien … Met deze prijs drukt de jury haar waardering uit voor Bijls internationaal erkende artistieke parcours en voor zijn belangrijke rol in de Belgische kunstwereld.’
GUILLAUME BIJL: ‘IK MAAK 3D-SCULPTUREN VAN ONZE TIJD’
Guillaume Bijl © Sonia Goicoechea
In 1979 schrijft Guillaume Bijl een fictief pamflet waarin hij de overheid laat besluiten dat kunst maatschappelijk irrelevant is – failliet is. Kunstruimtes moeten daarom worden omgevormd tot ‘nuttige’ maatschappelijke instellingen. Met Autorijschool Z geeft Bijl dit besluit meteen ook vorm. Hij sluit, ook fictief, de Antwerpse galerie Ruimte Z en transformeert ze in een autorijschool. Sinds dit eerste ‘kunstliquidatieproject’ heeft Bijl een omvangrijk oeuvre opgebouwd met installaties die op een bevreemdende en vaak licht ironische manier de maatschappelijke realiteit ter discussie stellen. Je installaties fungeren als decors van onze westerse beschaving. Autorijschool Z was je eerste project in een lange reeks realiteitstransformaties. Guillaume Bijl: ‘Ik heb theaterstudies gedaan. Vanuit
mijn fascinatie voor decors groeide het idee van die
- 36-
De internationale belangstelling voor het werk van Guillaume Bijl nam de voorbije jaren een hoge vlucht, met een druk tentoonstellingsprogramma tot gevolg. Daardoor wordt het aan de Prijs Beeldende Kunst verbonden tentoonstellingsproject nu pas gerealiseerd. De tentoonstelling vindt plaats van 5 maart tot en met 8 mei 2016 in Cultuurcentrum Mechelen. In de vier tentoonstellingsruimtes toont Bijl telkens één installatie. Twee van deze installaties zijn aangepaste hernemingen van vroeger werk, de andere zijn volledig nieuw. Geen enkele installatie werd eerder in België getoond.
Guillaume Bijl, Mon Chalet, Situatie-Installatie, 1987 © foto M HKA
‘Het effect was zo sterk dat sommige mensen écht hun winkelkar begonnen te vullen. Maar ze konden natuurlijk niks kopen, omdat het een kunstwerk was. De stukjes van onze maatschappij die ik met mijn sculpturen en installaties laat zien, brengen een soort sociale archeologie van het heden tot stand. Neem nu die supermarkt. Over honderd jaar bestaat het concept van een supermarkt niet meer. Net zoals het honderd jaar geleden nog niet bestond. Het hier en nu fascineert me mateloos.’
transformaties. Ik plaats perfect normale settings van bestaande omgevingen in een museum of een galerie. Zo bouwde ik een coiffeursalon op de Biënnale van Parijs, een locker room in galerie Witte de With in Rotterdam en een chalet in het Antwerpse MHKA. Door een stukje van onze maatschappij te tonen op een plaats waar het niet thuishoort, creëer je een gevoel van vervreemding. Is het echt? Of is het niet echt? In de kunstruimtes waarin ze worden getoond, krijgen mijn installaties een prozaïsche bestemming. Daarin ligt mijn expressie: ik maak 3D-sculpturen van onze tijd.’ Het spel tussen fictie en realiteit draagt een theatraal element in zich. Soms worden de bezoekers een onderdeel van je installaties. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Neuer Supermarkt (1990), een werk dat je presenteerde bij Galerie Klaus Littmann in Bazel.
- 37-
BIO Guillaume Bijl (Antwerpen, 1946) is beeldhouwer en installatiekunstenaar. Bijl nam onder andere deel aan de Biënnale van Venetië (1988), Documenta IX in Kassel (1992) en Skulptur Projekte Münster (2007). Zijn conceptuele vormentaal drukt een voortdurende spanning tussen herkenning en vervreemding uit, waarmee hij op licht ironische manier kritiek levert op de hedendaagse maatschappij.
GUILLAUME BIJL: ‘HET HIER EN NU FASCINEERT ME MATELOOS’
Guillaume Bijl, Ein neuer Politieker, Kassel 1988 © Guillaume Bijl
Ook onze massacultuur lijkt je sterk te boeien, in het bijzonder de alledaagsheid die daarmee samenhangt.
‘Op reis bezoek ik alle musea, cultuur- en natuurhistorische, zelfs een museum over lederhosen … Het banale daarvan inspireert me. Het klopt dat mijn werk altijd een lichte kritiek op de massaconsumptie in zich draagt. In dat licht moet je ook de kitsch zien die ik in galeries toon. Mijn werk is een spiegel van onze tijd.’ Wat heeft jou gevormd?
‘Ik ben beïnvloed door de ganse beeldende kunstgeschiedenis. Door Rembrandt, maar ook door het amalgaam van popart en conceptuele kunstenaars zoals Tom Wesselman en Robert Rauschenberg. Ook conceptuelen van net voor mijn tijd, zoals Lawrence Weiner, weet ik te waarderen. Vito Acconci en Christian Boltanski vond ik heel interessant in de jaren zeventig, voor ik mijn autorijschoolinstallatie maakte.’
Vanaf de jaren tachtig werkte je vaak samen met Jan Hoet, voormalig directeur van het Gentse S.M.A.K. Je werk lijkt wel voor dat museum gemaakt te zijn. Je had er in 2008 ook een overzichtstentoonstelling.
‘Ik heb Hoet goed gekend. Hij heeft veel voor me betekend. Hij toonde mijn Batibouwpersiflage Fami-Home op de Biënnale van Venetië (1988) en daarna presenteerde hij mijn werk op Documenta IX in Kassel (1992).’ Hoet had een voorliefde voor popart en conceptuele kunst. Net als enkele belangrijke generatiegenoten werkte en werk jij met readymades, massaproducten die uit hun alledaagse context gehaald worden en in een museale omgeving getoond worden.
‘Ik verzamel alledaagse objecten, die ik vaak in antiquariaten vind. Al heel vroeg begon ik die in de kunstruimte te brengen. Ik koppel ze aan elkaar op basis van een concept. In de jaren tachtig schopte ik met mijn werk vaak tegen heilige huisjes. Kunstenaars als Haim Steinbach,
- 38-
GUILLAUME BIJL: ‘HET BLIJFT EEN ZEER ACTUEEL WERK, ALS JE ZIET HOEVEEL DEMOCRATISCHE POLITICI ZICH NOG STEEDS ONTPOPPEN TOT DICTATORS’
sel in 1988. Het is een zaal waarin de Neue Demokratische Partei wordt voorgesteld. Het is een persiflage op de politiek. Er wordt een nieuwe politicus geïntroduceerd, die destijds Hermann Lutz doopte. Het blijft een zeer actueel werk, als je ziet hoeveel democratische politici zich nog steeds ontpoppen tot dictators. Denk aan Erdogan, Poetin, Le Pen, Trump … De tweede installatie is Matratzenland, een typische transformatie van een matrassenhandel. Ik maakte een soortgelijke installatie in 2003, in de Kunsthalle in Münster. Toen was Matratzenland een discount, Mechelen krijgt een luxewinkel. Naast Transformatie-installaties maak ik ook Sorry-installaties. Die leunen aan bij de traditie van de Belgische surrealisten. Je moet ze begrijpen als hedendaagse archeologische Guillaume Bijl, Ein neuer Politieker, poster bij expo in Kunstverein Kassel, 1988
Jeff Koons en ikzelf hebben een soort vormrevolutie teweeggebracht. Dat ontgaat de jongere generaties wel eens, want nu is die vormentaal ingeburgerd. Het is wel een fijn gevoel om te beseffen dat ik mee aan de basis van die revolutie heb gestaan.’
Guillaume Bijl, Matratzenland, Transformatie-installatie, Kunsthalle am Haverkamp, Münster, 2003
Je grijpt ook wereldwijd in in de openbare ruimte. ‘Modificaties aanbrengen in de openbare ruimte vind ik inderdaad interessant. Verleden zomer heb ik beschilderde tuindecoratiebeelden tentoongesteld in het Antwerpse Stadspark. Er was een écht standbeeld voor een war dog – een legerhond die explosieven meedraagt – waarnaar de “gewone” straathonden opkeken. Voor de Biënnale van Busan creëerde ik een tijdscapsule die ik ensceneerde als een Koreaanse archeologische vondst. En in Münster heb ik een archeologische site geconstrueerd, waar ik de spits van een kerktoren heb ingegraven. Ze mogen die weer opgraven wanneer ze maar willen. Ik werk vaak in Duitsland en doceerde er ook. Maar ook in Oostenrijk, Italië, Frankrijk en Nederland werd mijn werk altijd al goed onthaald. De galeries, de musea en het publiek begrijpen en waarderen er mijn kunst. Ik ben in essentie een heel Europees beeldend kunstenaar.’
stillevens. Voor deze tentoonstelling maak ik er een over sporters, met een knipoog naar de verafgoding van sport en beweging. Ik toon een absurde tegenstelling, waarvoor ik me als kunstenaar al meteen verontschuldig bij het publiek. Er zal ook een pop verkleed als militair in de ruimte staan. Opnieuw een persiflage dus, maar wie weet ook een toekomstbeeld ...’ | Wieland De Hoon
Waarnaar mogen we uitkijken in Mechelen? ‘In CC Mechelen plaats ik twee geadapteerde reconstructies van installaties die allebei al eens in Duitsland te zien waren. De eerste werd getoond in de Kunstverein in Kas-
Daarnaast is er dit jaar nog werk van Bijl te zien in Berlijn, Eupen en Château-Gontier. Guillaume Bijl is ook geselecteerd voor Manifesta 11 in Zürich.
GUILLAUME BIJL 05.03-08.05.2016 De Garage (Cultuurcentrum Mechelen) Onder den Toren 12, Mechelen www.cultuurcentrummechelen.be
- 39-
De Galerieëngalerij
Leopoldplaats. Ze stelden voor dat ik mee zou verhuizen en dat we elk een verdieping zouden betrekken. Gezien onze vriendschap heb ik niet getwijfeld.’ De verandering van locatie staat bovendien symbool voor een koerswijziging van de galerie, die zich nu profileert als non-profitruimte.
‘Jarenlang heb ik een commerciële galerie gehad, maar al wat daarbij kwam kijken was niet aan mij besteed. Ik voelde tegenover de kunstenaars die ik vertegenwoordigde de verantwoordelijkheid om hen verder te brengen, maar ik was allesbehalve goed in netwerken. Het opbouwen van een tentoonstelling en het tonen
Van galerie naar art space Een interview met Marion De Cannière Eind september 2015 verhuisde Marion De Cannière haar galerie van het Antwerpse Zuid naar de Leopoldplaats midden in de stad. Ze nam er samen met collega’s Geukens & De Vil haar intrek in een statig herenhuis. De ruimtes op de tweede verdieping, die De Cannière inrichtte tot mariondecannière artspace, baden in het licht. ‘Dit is geen prototype meer van een galerie met een betonnen vloer. Het opzet is totaal veranderd’, benadrukt De Cannière.
Acht jaar geleden startte Marion De Cannière haar carrière als galeriste op het Antwerpse Noord, dat ze na drie jaar inruilde voor de Pourbusstraat, aan de andere kant van de stad. Daar leerde ze Yasmine Geukens en Marie-Paule De Vil kennen. Die ontmoeting groeide uit tot een vriendschap en leidde uiteindelijk ook tot een derde adreswijziging. Marion De Cannière: ‘Geukens
& De Vil en ik waren min of meer buren op de vorige locatie. Op een dag belden zij mij om te zeggen dat ze een pand hadden gevonden op de
- 40-
van kunstenaars vond ik formidabel. Maar wanneer ik me als galeriste moest profileren om hun werk te verkopen, slaagde ik daar niet in.’ Zodoende veranderde De Cannière het opzet van haar galerie en doopte ze die om tot mariondecannière artspace. Het concept van een non-profitruimte bestaat al langer bestaat in het alternatieve galeriecircuit. De Cannière wil op deze manier zowel beginnende als meer gevestigde kunstenaars een platform bieden waarop ze hun werk kunnen tonen. De
MARION DE CANNIÈRE: ‘IK VIND HET BELANGRIJK OM EEN KUNSTENAAR OOK EENS ZELF EEN EXPO TE LATEN ORGANISEREN’ focus ligt op experimenteren en exposeren, niet op verkopen. In de galerie is dan ook veel ruimte voor niet-consumeerbare kunst, zoals video en installatie. Tijdens het eerste jaar van dit nieuwe project wordt De Cannière bijgestaan door HELD, een curatorscollectief dat bestaat uit Wilfried Huet, Dirk Engelen, Stella Lohaus en Isabel Devriendt.
‘De samenwerkingen met andere curatoren hebben mij geholpen om de stap naar deze art space te zetten. Ik leer veel uit de manier waarop zij werken. Een curator selecteer ik vooral op basis van mijn buikgevoel, al weet je meestal wel wat iemand de voorbije jaren heeft gedaan en ken je zijn of haar kwaliteiten. De eerste vier tentoonstellingen hier worden gecureerd door HELD, daarna ga ik opnieuw zelf kunstenaars selecteren. Het is fijn om met curatoren samen te werken, maar na een tijdje begint het toch weer te kriebelen om zelf te organiseren en uit te kiezen. Al zal ik in de toekomst zeker nog nieuwe samenwerkingen aangaan. Ik vind het belangrijk om een kunstenaar ook eens zelf een expo te laten organiseren. Dat heb ik in mijn vorige galerie ook gedaan, en het waren altijd prettige ervaringen. Bovendien zijn er genoeg kunstenaars die dit op een heel integere manier doen, die niet zomaar hun vrienden uitkiezen, maar werk tentoonstellen dat zij echt goed vinden.’
Danny De Vos, Donald Judd’s Young Life was like a Flower in Bloom
Aangezien men in een dergelijk niet-commercieel project probeert terug te keren naar de es-
- 41-
sentie van het tentoonstellen, rijst de vraag of het verkopen van kunst in deze galerie volledig bijzaak is geworden?
‘Men weet dat het een art space is, maar elke kunstenaar wil natuurlijk verkopen. In de toekomst zal ik ook iets meer commerciële tentoonstellingen organiseren, waarbij enkele werken gekocht kunnen worden. Daar zal ik dan ook honderd procent achter staan. Mijn voornaamste doel is kunstenaars een kans geven. Ik denk dat je het tot op zekere hoogte idealisme kan noemen. Het meest bevredigende aan mijn werk is dat ik een kunstenaar ontdek van wie ik het werk fantastisch vind en met wie ik een prachtige tentoonstelling kan opbouwen. In de lente verwelkomen we bijvoorbeeld Peter Buggenhout en Didier Vermeiren, een tentoonstelling die ook gecureerd wordt door HELD. Daar kijk ik echt naar uit.’ |
Sarah Verheyen Vanaf 28.02.2016: Kader Attia, Oier Etxeberria, Minja Gu, João Mario Gusmão + Pedro Paiva, Willem Oorebeek Vanaf 01.05.2016: Peter Buggenhout, Didier Vermeiren MARIONDECANNIÈRE ARTSPACE Leopoldplaats 12, Antwerpen (tweede verdieping) www.mariondecanniere.com GEUKENS & DE VIL Leopoldplaats 12, Antwerpen (eerste verdieping) www.geukensdevil.com
Wat is jouw dagelijks ritueel?
Overal ter wereld koesteren mensen rituelen. Deze rituelen verschillen soms evenveel van elkaar als een sneeuwvlokje en de poolster. We kennen collectieve rituelen, zoals de ceremoniële opening van een sportevenement, een plechtige staatsaangelegenheid of een groots huwelijksfeest. Maar we hebben ook persoonlijke rituelen: handelingen die we helemaal alleen uitvoeren en vaak herhalen, telkens op exact dezelfde manier. Die geritualiseerde gewoontes dragen voor ons – bewust of onbewust – een bijzondere betekenis met zich mee. 100% EXPO vroeg enkele kunstenaars welke rituelen zij hebben en welke hun scheppingsvermogen kracht bijzetten.
MOKHALLAD RASEM THEATERMAKER ‘Toen ik klein was, was spelen mijn onschuldig dagelijks ritueel. Spelen met andere kinderen, met mijn broers en zus, heel spontaan. Toen ik wat ouder was, was mijn dagelijks ritueel het verhaaltje dat mijn vader of moeder vertelde voor het slapengaan. Later veranderde dat naar het zelf lezen van boeken. Toen de oorlog tussen Iran en Irak uitbrak, was het een dagelijks ritueel om bij bomalarm te schuilen in de bunker. Dit ritueel hield acht jaar aan. Naarmate ik ouder werd, ontwikkelde ik het ritueel van het ontsnappen aan de dagelijkse realiteit door mij in mijn fantasieën te storten. Op die manier vergat ik de macht die de dictator op ons uitoefende. Ook tijdens de Eerste Golfoorlog hield ik dit ritueel van angst en voorzichtigheid vol. Nadien ving ik mijn theaterstudies aan, waardoor mijn ritueel opnieuw veranderde. Mijn dagelijkse realiteit was anders nu ik ze in verband bracht met kunst.
- 42-
Ik las veel boeken over geschiedenis, filosofie en beeldende kunst. Toen de laatste oorlog – die tussen Irak en de VS – voorbij was, besefte ik dat onze realiteit verre van normaal was. Dat besef heeft mijn dagelijkse rituelen doorbroken. Op dat moment heb ik besloten om die realiteit te verlaten, en een andere realiteit te zoeken, waarin ik nieuwe dagelijkse rituelen zou kunnen opbouwen. Mijn nieuw dagelijks ritueel is het ophalen van herinneringen, het denken aan mijn familie. Ik herinner me de thee met kardemomsmaak die mijn moeder ‘s ochtends voor me maakte. Ik herinner me het brood dat werd gebakken in de kleioven. Ik herinner me de dadels die we plukten in de tuin. Mijn dagelijks ritueel als kunstenaar is het observeren van de realiteit. Het is verbeelding. Stilte. De planten water geven. Luisteren naar klassieke muziek. Nadenken over wat er in de wereld gaande is. Poëzie lezen. Tekenen. Thee met kardemom drinken.'
Pieter Paul Rubens, Zelfportret © Collectiebeleid Musea Stad Antwerpen
PIETER PAUL RUBENS KUNSTSCHILDER Het meest gedetailleerde verslag dat we van Rubens’ ‘levensstijl’ hebben, is dat van Roger de Piles (1635-1709). Deze Franse schrijver van kunsttheoretische boeken en kunstenaarsbiografieën baseerde zich op wat Rubens' neef hem had verteld. Over de dagelijkse rituelen van zijn favoriete schilder schreef de Piles: ‘Hij
stond alle dagen om vier uur 's morgens op en had de gewoonte zijn dag te beginnen met het bijwonen van de mis, tenzij de jicht waarvan hij veel last had hem dat belette; daarna zette hij zich aan het werk, met naast zich steevast een bezoldigde voorlezer die hardop voorlas uit een gekozen boek, gewoonlijk Plutarchus, Livius of Seneca. Omdat zijn werk hem zeer ter harte ging was zijn leefwijze daarop ingesteld, zonder zijn gezondheid te schaden; om die reden at hij weinig bij het middagmaal uit angst dat de vleesdampen zijn concentratie zouden verstoren en hij, teruggekeerd tot zijn werk, het vlees niet goed zou verteren. Hij werkte voort tot vijf uur in de middag en besteeg dan het paard om buiten de stad of op de vestingwallen van de frisse buitenlucht te genieten, of hij ondernam een andere bezigheid die zijn geest ontspande. Teruggekomen van zijn rit trof hij gewoonlijk enkele vrienden aan, die bleven dineren en hem het tafelen veraangenaamden. Hij behield altijd een sterke aversie tegen overmatig wijngebruik en luxe, evenals tegen het gokspel. Zijn grootste genoegens waren het rijden op een fraai Spaans paard, het lezen van een boek en het bekijken van zijn munten, agaten, kornalijnen en andere gegraveerde stenen, waarvan hij een mooie collectie bezat.’
MASHID MOHADJERIN FOTOGRAFE 'Het lijkt contradictorisch, maar mijn ritueel is verandering. Routine maakt me zenuwachtig. Verandering houdt je scherp, zodat je niet in automatismen vervalt. Mijn werk heeft verschillende dimensies. Als ik onderweg ben voor een fotoreportage, heb ik een ander ritme dan wanneer ik de nabewerking doe in de studio. Op reportage ben ik bijna altijd alleen. Ik vertrek ‘s morgens voor zonsopgang om het beste licht te hebben. Rond de middag ga ik op zoek naar nieuwe locaties of doe ik extra research. In de late namiddag en avond fotografeer ik opnieuw. Tijdens langere periodes in mijn studio beginnen er rituelen te ontstaan (lacht): eindelijk kan ik elke ochtend met een koffie naar de BBC Global News Podcast luisteren. Met de geboorte van mijn zoon Tigi is er veel
- 43-
meer structuur gekomen. We hebben een avondritueel waarbij we samen mediteren. Hij heeft zelfs een eigen mantra verzonnen die we gebruiken als hij het moeilijk heeft om in slaap te vallen.’
LEON VRANKEN BEELDEND KUNSTENAAR 'Ik woon op de vierde verdieping in een appartementsgebouw. Zodra ik wakker ben, trek ik mijn kamerjas aan en zet ik koffie. Dan ga ik op mijn balkon zitten. Het is klein en bevindt zich in een hoge, nauwe schacht. Ik word er omringd door vuilzakken en kijk uit op een blinde muur. Er is amper daglicht. Toch is het een magische plek. Op mijn balkon vind ik de focus om de rest van mijn dag vorm te geven: ik denk er na over mijn kunstprojecten, maar ook over kleine dagdagelijkse dingen. Als het regent of koud is, trek ik een extra jas aan. Zelfs als een taxi me om vijf uur komt halen om me naar de luchthaven te brengen, houd ik me aan mijn ritueel. Dan sta ik gewoon om vier uur op.’
BRAM CALCOEN ARCHEOLOGE EN CONSULENTE CULTUREEL ERFGOED ‘Gewapend met een heerlijke kop koffie wandel ik ‘s morgens naar de visvijver in mijn tuin. Ik word er mijmerend wakker terwijl ik de natuur rondom in me opneem. De goudvissen in de vijver zijn op een uitzondering na vernoemd naar Romeinse keizers: Nero, Tiberius, Marcus Aurelius … Mijn vader is peter van Socrates, de enige filosoof en Griek in de vijver. Mijn poes Otto wandelt altijd trouw met me mee. Ook hij heeft een ritueel. Hij is wat slordig en na het eten hangt zijn snoet altijd vol kattenvoer. Maar daar heeft hij een goede oplossing voor gevonden. Hij stopt zijn neus in de vijver en de Romeinse keizers en Socrates knabbelen hem weer helemaal schoon. Hoe meer ik nadenk over rituelen, hoe meer ik besef dat ik er veel heb. Op reis neem ik altijd mijn theepot mee. Iemand bracht hem ooit mee uit Kaboel en nu is hij een echte reiziger. En hoe blut ik ook ben, ik koop altijd thee van Fortnum & Mason of Mariage Frères. Als ik een project af heb, zet ik me in de woonkamer met een Lagavulin, een single malt, en een sigaartje. Ook het glas waaruit ik dan drink, koester ik. Het is meer dan honderd jaar oud.’
Erfgoeddag 2016 De eerste zondag na de paasvakantie wordt Vlaanderen elk jaar wakker in een collectieve erfgoedroes. Dit keer staat de Erfgoeddag helemaal in het teken van rituelen, in al hun mogelijke verschijningsvormen. Voor meer informatie en een volledig overzicht van de talrijke activiteiten op zondag 26 april 2016 kan je terecht op www.erfgoeddag.be.
- 44-
Agendatips voor de lente
Up
Christian Kieckens, Ontwerpschets Una Porta per Venezia Piazzale Roma, 1990 (coll.APA)
date
Ontvangstaula Crematorium Daelhof, Zemst, Christian Kieckens Architects ism DAE 20112015 © Reiner Lautwein
HET HUIS. DE MENTOR. HET ARCHIEF. CHRISTIAN KIECKENS – DESINGEL
Architect Christian Kieckens legde vanaf de jaren zeventig mee de basis voor de belangstelling die vandaag in het buitenland bestaat voor architectuur uit Vlaanderen en Brussel. Zijn carrière leest als een continue zoektocht naar de wisselwerking tussen woord en beeld, theorie en geschiedenis, verbeelding en gebruik. In deze overzichtstentoonstelling wordt duidelijk hoe architectuurgeschiedenis, ontwerponderzoek, docentschap en gebouwd oeuvre met elkaar kunnen versmelten. De complexiteit van het onderzoek blijkt daarbij in contrast te staan met de eenvoud van Kieckens’ architectuur, waarin elk onderdeel noodzakelijk is.
Tot 05.06.2016 Desguinlei 25, Antwerpen www.desingel.be
van de vele verschijningsvormen van abstracte kunst sinds de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Ze wil in de eerste plaats onderliggende relaties tussen de drie generaties kunstenaars blootleggen. Opvallend is bijvoorbeeld hun gemeenschappelijk vertrekpunt: ze abstraheren niet zozeer de dagelijkse werkelijkheid, maar gaan aan de slag met de tekens en abstracte elementen die overal om ons heen te vinden zijn. Naast eerder getoonde werken komen ook nieuwe schilderijen en abstracte interventies aan bod van de kunstenaars die vermeld staan op de achterflap van dit magazine.
06.03-30.04.2016 Vennen 23, Herentals www.artcenter.hugovoeten.org JAN VOSTERS – JAKOB SMITSMUSEUM
In de olieverfschilderijen van Jan Vosters vervagen letterlijk en figuurlijk de grenzen tussen het materiële en het spirituele. Gefascineerd door de natuur en de oerbronnen waaruit levensstromen ontspringen, gaat Vosters steeds op zoek naar een kosmische dimensie in de thema’s die hem bezighouden. Daarbij brengt hij aarde en lucht, leven en dood, heden en verleden samen in werken die zowel monumentale kracht als verstilling uitstralen. Vosters’ schilderijen tonen zo een glimp van de uitgestrektheid van de geest, die altijd al in de materie aanwezig bleek te zijn.
SHOW ME YOURS & I’LL SHOW YOU MINE – M HKA
Twee solotentoonstellingen en een gedeelde ruimte zorgen samen voor een ontmoeting tussen twee kunstenaars die wonen en werken in Antwerpen, en die beiden op het punt staan internationaal door te breken: Vaast Colson en Kati Heck. Colson speelt voortdurend met de onbegrensde vrijheid van de hedendaagse kunstenaar, stelt diens rol in de samenleving ter discussie en thematiseert zijn eigen verhouding tot het publiek. Voor Still some cream on the screen presenteert hij samen met onder anderen Lieven Segers, Nel Aerts en Dennis Tyfus een mix van diverse kunstvormen. Heck brengt in haar schilderijen, vaak op absurd-groteske wijze, figuren, voorwerpen en symbolen samen die een complex en bevreemdend verhaal vertellen. Holy Hauruck is een groots opgezette momentopname met retrospectief karakter.
Tot 29.05.2016 Leuvenstraat 32, Antwerpen www.muhka.be
19.03-01.05.2016 Sluis 155a, Mol www.jakobsmits.be
FORM FOLLOWS FUNCTION? – ART CENTER HUGO VOETEN
Jan Vosters
Voor het eerst worden drie generaties abstracte kunstenaars uit Vlaanderen en Wallonië samengebracht. Toch heeft deze groepstentoonstelling niet de ambitie een overzicht te bieden
- 46-
Vaast Colson, Dribble scribble series, 2015, Courtesy Vansteensel & De Caigny Gallery
WESLEY MEURIS / ROELAND TWEELINCKX / HERMAN VAN INGELGEM EN ANDEREN – CC ZWANEBERG
Op uitnodiging van Wesley Meuris gaan kunstenaars aan de slag met de exporuimte die hun ter beschikking wordt gesteld. Allemaal hebben ze een grote fascinatie voor architectuur en voor de manier waarop ruimte door een specifieke context wordt beïnvloed. Zowel fysiek als conceptueel onderzoeken ze in hun werk de relaties tussen ruimte en andere constructies, zoals tijd en taal. Ze bouwen bestaande ruimtelijke structuren na en vervormen ze, of gebruiken andere materialen, ze installeren alledaagse voorwerpen op onverwachte locaties en spelen met het planmatige van architecturale modellen … Ieder van hen creëert op zijn manier spanningen en stelt de manier in vraag waarop wij met ruimtelijke structuren omgaan.
26.03-17.04.2016 Cultuurplein 1, Heist-op-den-Berg www.zwaneberg.be AWARD WINNING DESIGNERS – DESIGNCENTER DE WINKELHAAK Originaliteit en vakmanschap leverden Antwerpse ontwerpers vorig jaar talrijke designprijzen op. ANTWERP. POWERED BY CREATIVES, het design-
Expo Mens en Machine, Storm op Komst
platform voor de provincie Antwerpen, brengt maar liefst 27 winnaars samen die hun opleiding in de regio kregen of er zijn gevestigd met hun bureau. Tijdens deze overzichtstentoonstelling tonen zij hun bekroonde objecten, die behoren tot de disciplines grafische vormgeving, productontwikkeling, servicedesign, juweelontwerp, interieurvormgeving, branding, gameontwikkeling en multimediadesign.
Tot 23.04.2016 Lange Winkelhaakstraat 26, Antwerpen www.awardwinningdesigners.be
VLIEGTIP
MENS EN MACHINE – DE WARANDE
Leonardo da Vinci was gefascineerd door techniek en maakte heel wat ontwerpen voor nieuwe apparaten en machines. Ook vandaag onderzoeken veel kunstenaars de complexe relatie tussen mens en machine. Omdat beide steeds dichter bij elkaar komen, rijst de vraag waar de grens ligt. En wie wat bestuurt. Of is het omgekeerd? Deze overwegingen vormen het uitgangspunt voor een interactieve tentoonstelling voor groot en klein. Je portret laten teken door een robot? Of een strandbeest voortblazen met een haardroger? Het kan allemaal tijdens deze expo die kadert in het STORMOPKOMST-festival 2016.
16.03-22.05.2016 Warandestraat 42, Turnhout www.dewarande.be
Award Winning Designers
- 47-
Woord verklaard Bodyart (de; g. mv.; < Eng. body art), kunstvorm waarbij de kunstenaar zijn gevoelens lichamelijk vormgeeft door houding, versiering, verwonding â&#x20AC;Ś Lichaam en kunst worden in het woord bodyart nauw met elkaar verbonden. Al mogen we deze samenstelling volgens het Groene Boekje ook nog altijd met een koppelteken schrijven. Voor de duidelijkheid. Alsof we met dat ene snijdende streepje kunnen dwarsliggen en tonen hoe gevoelig de eenwording van het fysieke en het artistieke soms ligt. Alsof we daarmee kunst op een afstand kunnen houden van het misschien wel pijnlijke verhaal
van een getekend lichaam. Lichaamskunst is echter zelden kwetsend bedoeld. In alle tijden en culturen hebben mensen op de meest uiteenlopende manieren lijf en leden bewerkt om te versieren, zich te beschermen, hun identiteit te onderstrepen of net te maskeren, te tonen dat ze bij een groep horen. Zo brachten de Papoeaâ&#x20AC;&#x2122;s portretten aan op schedels om met hun voorouders te communiceren, waren tatoeages eind negentiende eeuw zowel bij schippers als in adellijke kringen en vogue, behoort schmink vandaag tot de standaarduitrusting van een handtas ... De klemtoon ligt traditioneel op body. Het lichaam staat als medium centraal. Het is een week canvas om te beschilderen of met blinkend en rinkelend gerei te doorprikken, het is levende klei waarmee we een intieme boodschap kunnen boetseren. Vaak gebeurt dit met zo veel creativiteit en
kunstzinnigheid dat art haast ongemerkt in beeld komt en lichaamsversieringen als lichaamskunst kunnen worden bestempeld. Toch zijn er ook altijd minder algemeen aanvaarde manieren geweest om het menselijk gestel als beeldend materiaal in te zetten. Kerven en snijden, branden, breken en beitelen lijken op het eerste gezicht te extreem om esthetisch te prikkelen. In de jaren zestig waren het echter net zulke taboes die enkele kunstenaars aanboorden toen ze reageerden tegen de in hun ogen conservatieve samenleving. Met hun erg fysieke performances maakten ze van lichaamskunst een aparte kunstvorm. Het lichaam werd zo gebrandmerkt als onderdeel van de kunst, de klemtoon verschoof naar art. Waar lichaam en kunst samenkomen, kruipt kunst in elk geval onder de huid.
BODY ART Vanuit de vraag waarom mensen hun lichaam aanpassen, brengt de expo Body Art een overzicht van lichaamsversieringen door de eeuwen heen. Zowel tattoos, piercings en make-up als opzettelijk aangebrachte littekens, brandmerken en silhouetveranderingen komen aan bod. Naast objecten uit etnografische collecties is er ruimte voor persoonlijke verhalen, videofragmenten en werk van de hedendaagse Franse kunstenares ORLAN. Een pop-uptattooshop zorgt mee voor een blijvende indruk.
BODY ART 18.02-17.04.2016 MAS Hanzestedenplaats 1, Antwerpen www.mas.be
- 48-
Het televisieprogramma 100% CULTUUR brengt reportages en tips voor wie houdt van theater, expo en muziek zaterdag op TV PLUS en woensdag op ATV - 49-
SPEEL EN WIM 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Mechels kunstenaar die door het banale geïnspireerd wordt. Lichaamskunst of … M HKA's tentoonstelling over Belgische abstracte kunst. Antwerpse fotografe die gaat op zoek naar herinneringen. Expo die het werk van Cristóbal Balenciaga centraal zet. Naam van het Art Center dat drie generaties abstracte kunstenaars uit Vlaanderen en Wallonië tentoonstelt. Bij welk gratis platform kan u terecht voor een audiotour? Wat is het thema van Erfgoeddag 2016? Schilder die aarde en lucht, dood en leven, heden en verleden in zijn schilderijen samenbrengt. Jonge kunstenaar die zijn werk in de tuin van Monet wil tonen. Antwerpse kubiste welkom in Gent. Naam van het Designcenter met Award Winning Designers. Op welke Wilrijkse campus kan men kunst bekijken? Mail het woord dat we zoeken vóór 1 mei 2016 naar expo@100procentcultuur.be en maak kans op een exemplaar van het Middelheim Jubileumboek A Walk in the Park
Wedstrijd 100% EXPO – nummer 13 Oplossing: ??? Jean Aernaudts – Berchem, Gerda Rens – Zoersel, Els Meelker – Antwerpen, Wim Depoortere – Gent en Herman Veraghtert – Meerhout. Zij ontvangen een catalogus van Het œuvre van Felix De Boeck in tekeningen.
Vergeet niet je adres te vermelden.
- 50-
RIDDLE OF THE BURIAL GROUNDS
Beeld: Peter Galison & Robb Moss, Containment (video still), 2015
KUNSTHAL, ANTWERPEN Eikelstraat 25, 2600 Antwerpen
26.03.2016— 17.07.2016 OPENING 25.03.16 | 19:00
EXTRACITY.ORG
Extra City
© Sonia Goicoechea
Curated by Tessa Giblin