100% EXPO Nr 4

Page 1

PROVINCIE ANTWERPEN

100 % EXPO Koffieonderleggersdagboek Moet kunst schoonzijn?Geur van inkt Hausermania Provin c iebe st u u r An t wer p e n D r iema a ndeli j k s magazi n e D e pa r t em en t C u l t u u r se p t em ber - n ovemb e r 2 01 3

N째4


PROVINCIE ANTWERPEN

100 % EXPO is een kleurrijk cultuurmagazine dat je goesting geeft om op stap te gaan. Geen vaktijdschrift met geleerde woorden, maar een blad dat laat zien wat er gebeurt in de wereld van de beeldende kunsten. Elke drie maanden brengen we een gevarieerde selectie van expo’s uit de provincie Antwerpen en zoomen we in op bijzondere kunstwerken. Je krijgt een blik achter de schermen en maakt kennis met nieuwe locaties en getalenteerde mensen.

C O LO FO N V erant woord elijk e u itgever : Annik Klaes, Grote Markt 13, 2000 Antwerpen

100% EXPO thuis in je bus? Mail je naam & adres naar expo@100procentcultuur.be voor een gratis abonnement.

H oofdred act eur : Job Van Bortel E i nd red act eur: Isabelle De Cock g rafi sch Vorm gever : Anne Van De Genachte REDA C TIE: Thomas Abelshausen (Th.A.) Ivo Adriaenssens (I.A.), Peter Benoy (P.B.), Isabelle De Cock (I.D.C.), Frank Herman (F.H.), Ward Jacobs (W.J.), Annik Klaes (A.K.), Jorden Tiebout (J.T.) COVER : Appartement Jozef Peeters, met dank aan het KMSKA foto B reed beeld 4 : Folkert de Jong, Queen Mary, 2013 (model voor brons) Fotografie/Copyright Studio Folkert de Jong, Courtesy Galerie Andre Simoens Knokke, Galerie Fons Welters Amsterdam, Studio Folkert de Jong V erd wenen landschap pagina 7 : Koen Aelterman KUNSTWERK GEMAAKT pagina 4 1: Ester Vannuten ADVERTENTIES: Viviane Spiessens, 03 338 95 75, Viviane.Spiessens@prospekta.be a dres: Prospekta - centrum voor kunstcommunicatie Grote Markt 13 2000 Antwerpen 03 338 95 09 expo@100procentcultuur.be

De eetkamer in het appartement van Jozef Peeters


In dit n um mer 04 Breedbeeld Folkert de Jong in het Middelheimmuseum Jan Cox, Twee honden vechten om een lijk

06 Driemaal Privécollecties Kunstpareltjes in privébezit

07 Verdwenen landschap Koen Aelterman bezoekt Doel

11 Kanttekening

Peter Benoy over leven en werk van Prosper de Troyer

22

Focus

350 jaar Academie & 50 jaar Modeafdeling

12

26 Breedbeeld The Sotchi Project in het FoMu

28 Contour

De keuzes van een curator

Biënnale voor Bewegend Beeld

Christian Van Haesendonck stelt een expo samen voor galerie Marion De Cannière

29 Kunstwerk toegelicht Koffie met Jef Geys

30 Opinies Vier meningen over grafiek

36 Tips van een insider Adviseur Beeldende Kunst Bob Daems licht zijn keuzes toe

18

16

38 Woord verklaard Hausermania

39 Middle Gate Jan Hoet cureert een expo tussen kunst en

Achter de schermen

psychiatrie

Kijkdepot van het MAS

40 Over de grens Isabelle Geeroms

Expo’s in de buurlanden

41 Kunstwerk gemaakt Ester Vannuten: Secretly Siamese, Maid!

45 Vliegtips Expo’s voor kinderen tot 12 jaar

46 Terugblik Boerentoren

21 350/350

47 Speel en win

Antwerpse kunstwerken terug in de Academie

- 3-


Q u een Mary Het werk 'Queen Mary' (2013) van Folkert de Jong wordt ter gelegenheid van de Middelheimtentoonstelling in brons gegoten. Folkert de Jong (°1972, Nederland) werd de afgelopen jaren bekend door zijn virtuoze beeldhouwwerken, gemaakt van op zich waardeloze materialen zoals isolatieplaten, plastic bekertjes en schuim. Daarmee schept hij beelden die in topcollecties over de hele wereld voor de eeuwigheid geconserveerd worden. In 2006 nam hij als relatief onbekende naam deel aan de tentoonstelling 'Lang Leve Beeldhouwkunst!' in het Middelheimmuseum. Nu biedt het openluchtmuseum hem een soloproject aan, waarvoor hij een opstelling met nieuwe bronzen beelden creëert. 26.10.2013 – 06.04.2014 Folkert de Jong www.middelheimmuseum.be

- 4-


- 5-


13

Driemaal privécollecties

2

Sommige kunstcollecties bevinden zich op plaatsen waar je niet zomaar binnenwandelt. Toch is een telefoontje vaak genoeg om ze te kunnen bewonderen. Deze privécollecties in de provincie Antwerpen ontsluieren hun - vaak spectaculaire - geheimen graag …

Collectie Würth, Tomi Ungerer

Art Center Hugo Voeten In 2012 liet kunstverzamelaar Hugo Voeten een oude graanfabriek aan de oever van het Kempisch Kanaal in Herentals ombouwen tot een impressionante kunst- en tentoonstellingsruimte van 9 niveaus. De collectie bevat Belgische kunst (o.a. Spilliaert, Schmalzigaug, Wim Delvoye, Thierry De Cordier), West-Europese meesterwerken van rond de vorige eeuwwisseling (o.a. Rodin, Giacometti, Maillol) en actuele werken van internationale kunstenaars (o.a. Sophie Calle, Anish Kapoor, Ai Weiwei, Christo). Als bewonderaar van Bulgaarse kunst bracht Hugo Voeten er bovendien de grootste collectie Bulgaarse kunst buiten Bulgarije bijeen.

artcenter.hugovoeten.org

Kunstforum Würth Klussers kennen ongetwijfeld de naam Würth. Wat weinigen echter weten is dat het bedrijf sinds de jaren 1960 een kunstverzameling bezit die inmiddels zo’n 15.000 werken uit de twintigste en eenentwintigste eeuw bevat: een van de grootste kunstverzamelingen in Europa! Een deel hiervan wordt getoond in het Museum Würth in het Zuid-Duitse Künzelsau, waar zich het hoofdkantoor van de firma bevindt. Ook de andere Europese Würth-vestigingen hebben succesvolle kunstdependances. Het Turnhoutse Kunstforum Würth organiseert het hele jaar door tentoonstellingen. Momenteel kan je er het werk ontdekken van de Franse illustrator Tomi Ungerer.

18.01.2013-22.12.2013 Tomi Ungerer. Eklips www.wurth.be

- 6-

Kunst Privé Het nieuwe evenement Kunst Privé laat het grote publiek private kunstcollecties ontdekken bij collectioneurs, bedrijven en musea in Vlaanderen en Brussel. En dit volledig gratis. Op 25 bezoekpunten vind je unieke collecties, zoals die van Katoen Natie, de universiteiten van Antwerpen en Gent, bij kunstverzamelaars zoals Vanhaerents Art Collection en in musea zoals het MAS en Museum Dhondt-Dhaenens. Er zijn werken te zien van Andy Warhol, Panamarenko, Wim Delvoye, Sophie Calle en Ai Weiwei. | I.D.C.

13.10.2013 Kunst Privé http://kunstprive.be



- 8-


- 9-



Prosper en de -ismen

Mechelen pakt uit met een overzichtstentoonstelling van Prosper De Troyer. Futurist, vernieuwer, eigenzinnige zoeker, expressionist … De evolutie in zijn werk is markant. Net als de schaduwzijde die aan zijn oeuvre kleeft.

Benoy was van 1991 tot 2005 directeur van Theater Zuidpool. Hij schildert en schrijft over beeldende kunst en theater.

zijn schilderijen de illusie van beweging wekken. Stilaan verdween de figuratie, werden de lijnen strakker en kwamen ze ten dienste te staan van een constructivistische abstractie. Wanneer je die doeken bekijkt laat niets vermoeden dat De Troyer korte tijd later het stuur helemaal zou omgooien en een eigenzinnige expressionistische stijl zou ontwikkelen, anders dan die van bijvoorbeeld Permeke of De Smet. Daaruit resulteerde een aantal boeiende schilde-

Het futurisme deed in 1909 luidruchtig zijn intrede in de wereld van de kunsten. Het verheerlijkte de snelheid van het moderne leven en de dynamiek van de technologische innovaties, maar evengoed de vernietigende kracht ervan. Deze Italiaanse beweging kreeg spoedig navolgers, vooral in Rusland en Frankrijk waar dat oorlogszuchtige trekje meestal werd genegeerd. In mijn ogen eindigt de geloofwaardigheid van het Italiaanse futurisme als avant-garde begin jaren 1920, toen het zich trachtte Prosper De Troyer, Het signaal op te werpen als de officiële rijen, maar stilaan verloor dit werk kunst van het fascisme. De Mechelse schilder Prosper De zijn innoverende karakter en zocht Troyer (1880-1961) was naast Jules de avant-gardist van weleer steeds Schmalzigaug enkele jaren lang de meer de luwte van de kerktoren op. belangrijkste vertegenwoordiger van Wanneer België in 1940 in de greep het futurisme in België. Toen hij van het nazisme geraakte, begon een kort na de Eerste Wereldoorlog deel duister hoofdstuk in het leven van De ging uitmaken van de Antwerpse Troyer. Voor kunstenaars van wie het activistisch georiënteerde avant- werk conform was aan de nazistische gardegroep rond Van Ostaijen was eisen breidde de kunstmarkt zich hij bijna 40. Met heldere kleuren en aanzienlijk uit. De lijst van deelneeen dynamisch lijnenspel wilde hij in mers aan tentoonstellingen in Duits-

- 11-

land is indrukwekkend. Ondanks zijn vroegere Entartete periode nam De Troyer deel aan 18 tentoonstellingen in Duitse steden; zijn werk was wat stijl en thematiek betreft zo geëvolueerd dat het alle elementen had om in de smaak van de Propagandaabteilung te vallen. Zijn loyauteit aan de bezetter ging evenwel verder: hij nam organisatorische verantwoordelijkheden op en aarzelde niet het discours van de Nieuwe Orde over te nemen waar hij bijvoorbeeld ‘de geestelijke tyranie van het jodendom’ aanklaagde. Na de oorlog werd hij veroordeeld tot 18 maanden gevangenis met ontzetting uit zijn rechten. Dit hoofdstuk wordt meestal weggeschminkt in biografische schetsen en catalogi. Wat kan er kantelen in een leven om van een eigenzinnige kunstenaar met een open blik een schilder te maken die verdwaalde in de coulissen van Nacht und Nebel? Een relevante vraag waarop ik het antwoord schuldig blijf. | P.B.

06.07.2013 - 22.09.2013 Prosper De Troyer. Schilder in beweging http://stedelijkemusea.mechelen.be


De keuzes van een curator


Christian Van Haesendonck (°Leuven 1957, woont en werkt in Antwerpen) is kunstenaar, docent kunstgeschiedenis en gastcurator. Die bezigheden zijn voor hem onlosmakelijk met elkaar verbonden. In Galerie Marion De Cannière loopt vanaf 24 oktober 2013 een expositie waarin hij het werk van anderen cureert en eigen werk presenteert. Wat was de aanleiding voor deze expositie? Vooral de ontmoetingen met Marion speelden een belangrijke rol. Ik loop af en toe binnen in haar galerie. Daar zag ik telkens opnieuw dat ze kansen geeft aan boeiende jonge artiesten, zoals Johan Gelper of het kunstenaarsduo Cristian Bors & Marius Ritiu. Op een dag stelde ze me de vraag of ik als kunstenaar en gastcurator een expositie in goede banen zou willen leiden. Welke werken en kunstenaars heb je geselecteerd? De selectie is gevarieerd. Enerzijds presenteer ik werk van hedendaagse kunstenaars. Bij de voorbereiding legde ik me voor deze selectie 1 beperking op: ik toon enkel werken van kunstenaars die ik op een treffende manier heb ontmoet. Daar zitten prachtige en nooit eerder getoonde werken tussen die ik graag een platform wou bieden. Anderzijds toon ik een deel van de privécollectie van wijlen Henri Van de Heyning. Ik toon die werken als groep in een open raamwerk, van waaruit ze, over de grenzen van periodes en stijlen heen, vrij verbindingen kunnen aangaan of niet, kunnen dialogeren of niet, aan het dynamisch gebeuren van de tentoonstelling kunnen participeren of niet. De als traditioneel beschouwde kunstwerken worden dus niet vermeden maar wel ‘beschikbaar gemaakt’, zonder eenvoudigweg tussen de andere werken te worden tentoongesteld. Sommigen vertelden me dat het onmogelijk is om beeldwerelden van hedendaagse kunstenaars samen te brengen met de beeldtaal van oude coryfeeën die ooit de ‘officiële’ Academie vertegenwoordigden. Mij lijkt het net een meerwaarde. Wat spreekt je aan in het gastcuratorschap? Het samenbrengen van kunstwerken is een kunst op zich. Het is mijn intentie om de ruimte bij Marion zo in te richten dat uiteenlopende vormen van beeldende kunst en verschillende generaties elkaar niet doorkruisen, maar net versterken. Sébastien Biset is daarbij een inspiratiebron voor me geweest. Hij lanceerde het begrippenpaar 'afstand en co-presentie'. Een kunstwerk verandert door de relaties die het aangaat met de werken die errond staan. Bij Marion krijgen erg uiteenlopende

werken elk op zich voldoende ruimte – dat is de afstand – maar ze worden ook samen gepresenteerd. Het stukje 'onbepaaldheid' in elk werk zorgt ervoor dat particuliere inclinaties kunnen ontstaan tussen de werken onderling. De puzzel van die wisselwerking maakt het gastcuratorschap spannend. Hecht je veel belang aan toegankelijkheid van de kunstwerken die je presenteert? Elk kunstwerk vertelt een eigen verhaal. Sommige werken zijn moeilijker dan andere om bij een eerste lectuur te doorgronden. Daarom komt er een uitvoerig essay over de tentoonstelling, dat voor bezoekers beschikbaar zal zijn. Voor de vormgeving van de folder hebben we de jonge kunstenares en vormgeefster Renée Simons aangesproken.

Het samenbrengen van kunstwerken is een kunst op zich

Presenteer je ook eigen werk? Zelf maak ik getekende schilderingen en stopgezette tekeningen. Ze ontstaan als kanttekeningen op allerlei stukjes papier die me toevallig in handen komen. In een vorige tentoonstelling toonde ik werken op gerecupereerd papier met foutmeldingen uit een printer, een figuur op een postit, en een op de rand betekend vergadermapje om witte bladen in op te bergen. Die werken ontstaan als nevenactiviteit bij andere bezigheden, net zoals de meeste mensen tekenen bij het telefoneren. Vaak gaat het over minimale toevoegingen, randbemerkingen, schema's, rangschikkingen, stippellijnen, vergezichten, over de opengetrokken ruimte en het niet ingevulde. Randtekeningen hebben andere activiteiten nodig om te ontstaan en om weer te worden stopgezet. Gaandeweg ontwikkelde ik aandacht voor wat er zou kunnen verschijnen. >

- 13-


Wat zijn jouw keuzes? Ik presenteer werk van Julius Peeters, Ester Vannuter, Kasper Bosmans en uit de privécollectie van Henri Van de Heyning.

Mr. and Mrs Brown (1) Op het eerste gezicht deden de muurwerken van Ester Vannuten (°1981, Geel, woont en werkt in Lille) me denken aan stroomschema’s uit doelmatigheidsanalyses. Het lijkt tegelijkertijd een ernstig en kinderlijk spel, om stukken en delen van de wereld te ordenen, schematisch in beeld te brengen, of doelmatiger te doen draaien. Wanneer je Vannutens werk echter aandachtig bekijkt, ontwaar je routes op een terrein, waar een soort parcours wordt uitgestippeld. Pas na een tijd kom je erachter dat het uit een wereld van dromen en fascinaties afkomstig is. Die drang om overzicht te vinden in een droomwereld is in ieder van ons aanwezig. Hoe diep je ook graaft in deze muurwerken, je komt er nooit helemaal achter, waardoor je ze voor een deel zelf kunt invullen. Dat is ook zo bij de video-installatie waarvoor ze beelden van zichzelf gebruikt die ze met anderen deelt. Bij de mise-en-scène staan accessoires erg centraal. Verder speelt het oproepen en weer doorbreken van verwachtingen een belangrijke rol.

Jumping (2) Aan Kasper Bosmans (°1990, Lommel, woont en werkt in Gent en Antwerpen) vroeg ik om kleur te geven aan de tentoonstelling. Hij vertrouwde me toe dat hij net aan een reeks schilderijen werkte die hem geschikt leken. Zoals curator en criticus Hans Theys het ooit verwoordde: zijn werken lijken als gave vruchten te tuimelen uit een volgehouden bezigheid die er niet in de eerste plaats op gericht is kunst te maken, maar zichzelf te vermaken door te experimenteren met nieuwe vormen en bezigheden. De vermakelijkheden waar Theys op zinspeelt, betreffen allerlei vormen van tijdverdrijf op het platteland en in open lucht, zoals visserij, het houden van pluimvee en andere dieren. Dit zijn vreugden waarvan hij zich op een bedachtzame manier en met toewijding de visuele finesses eigen maakt. Van Bosmans hangt, in dialoog met de ruimte, een monumentaal schilderwerk dat oorspronkelijk geschilderd was voor de paardensport.

Poëtisch Object (3) Het oeuvre van Julius Peeters (°1957, Begijnendijk, woont en werkt in Brussel) trad in de jaren 1980 en 1990 sporadisch in de openbaarheid. Toch kreeg het nooit echt de belangstelling die het verdient. Peeters levert in zijn werk ironisch-melancholische commentaren. Tegelijkertijd formuleert hij een kritische visie op zijn eigen situatie als kunstenaar en de functie van zijn kunstwerken. Hij aanvaardde aan deze tentoonstelling deel te nemen met een historisch werk uit 1997, een poëtisch object. In zijn assemblage wordt de eigen kunst

naar de marge verdrongen als bijzaak bij andere objecten. Het bevat een klassement van een 700-tal tekeningen op bibliotheekfiches, die gedeeltelijk onzichtbaar blijven voor de toeschouwer. Het werk van Julius Peeters zet op geheel eigen wijze de lijn van Pense-bête en andere werken van Marcel Broodthaers verder.

Privécollectie (4) Een speciale inlassing in deze expositie is een selectie uit de privécollectie van Henri Van de Heyning (°Meerle 1894 - Antwerpen 1982). Van de Heyning was van 1927 tot 1959 bibliothecaris van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, van het toenmalig Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten, en van het Hoger Architectuurinstituut Henry Van de Velde. Ook na zijn pensioen bleef hij nauw betrokken bij de Academie. Over een periode van meer dan 40 jaar verzamelde hij als particulier werken van de leraren die destijds lesgaven. Zijn collectie toont de artistieke lijn van de Antwerpse Academie, volgens het wensbeeld van de generatie Isidoor Opsomer, Constant Permeke en Julien Creytens, en het door hen samengestelde onderwijzend corps. Voor Van de Heyning stond de Academie borg voor kwaliteit. Door zijn engagement als bibliothecaris, bemiddelaar en particulier verzamelaar, speelde hij binnen zijn mogelijkheden een bepaalde rol bij de ‘overlevering’ van de werken en de ‘overleving’ van een stijl en een periode. Uit de deelcollectie tekeningen en grafiek tonen we o.a. landschappen van Hendrik Frans Schaefels, Edgard Farasyn, Isidoor Opsomer, Eddy Van der Spiet, Renaat Braem, René De Coninck, Jaak Gorus, Cel Overberghe, René Malfait en Stanislas Van der Brempt. De collectie werd nooit eerder tentoongesteld. Wat hoop je bij de bezoeker van de expositie los te weken? Ik kan enkel hopen dat de intensiteit van de gekozen werken de toeschouwers evenzeer zal raken als mezelf. Dan ben ik een tevreden man. | Th.A. | Foto pagina 16: Jens Mollenvanger

24.10.2013-eind.11.2013 Galerie Marion De Cannière www.mariondecanniere.com

- 14-

1. Ester Vannuten, Mr. and Mrs Brown, 2012 2. Kasper Bosmans, Jumping, 2012 3. Julius Peeters, Is het waar dat gij van karton zijt?, 1997 4. Uit de privéverzameling van Henri Van de Heyning


1

2

3

- 154


KIJKDEPOT MAS Achter de schermen

- 16-


Een museumcollectie is vaak veel groter dan het kleine deel dat het publiek te zien krijgt. Het meeste blijft verborgen in een depot. De collectie van het Museum aan de Stroom telt maar liefst 470.000 objecten. Het spreekt voor zich dat niet al deze stukken tegelijkertijd tentoongesteld kunnen worden. Om bezoekers toch een blik te gunnen op de schatten die verborgen blijven, heeft het MAS een gratis toegankelijk kijkdepot. Voorportaal. Het kijkdepot neemt de hele eerste verdieping van de inmiddels iconische MAS-toren in beslag. Net als op de expositieverdiepingen betreedt de bezoeker het kijkdepot via een voorportaal of wake-upruimte,

Kunstmatig klimaat. Om objecten in zo gunstig mogelijke omstandigheden te bewaren is het licht in het depot gedempt. Het is er koel, rond de 18 graden, en de relatieve luchtvochtigheid wordt constant op 55% gehouden. Publiek toelaten in het depot was een experiment; mogelijk zou de aanwezigheid van vele bezoekers en de warmte en luchtvochtigheid die zij meebrengen de klimaatbeheersing nadelig beïnvloeden. Uit de constante metingen blijkt echter dat de aanwezigheid van bezoekers nauwelijks schommelingen veroorzaakt. Bezoekers klagen soms dat ze de objecten slecht kunnen zien in het halfduister, maar dat hoort nu eenmaal bij een depot.

zoals ze bij het MAS zeggen. In deze ruimte wordt het onderwerp van de verdieping geïntroduceerd, hier met foto’s van werken en van de 3 'moedermusea' die aan de basis stonden van het MAS: het Volkskundemuseum, het Nationaal Scheepvaartmuseum en een deel van het Vleeshuis. De boodschap is duidelijk: de collectie van het MAS is groot en divers.

Digitale inventaris. Elk object draagt een kaartje met barcode. Inmiddels is 80% van de collectie digitaal geïnventariseerd, waardoor ze makkelijk te raadplegen is voor curatoren en onderzoekers zonder dat objecten worden aangeraakt. Overigens zijn alleen de depotmedewerkers gemachtigd om objecten uit het depot te halen (en weer terug te zetten). Strenge regels zijn noodzakelijk om te voorkomen dat objecten zoekraken. Alle Antwerpse musea gebruiken sinds 2003 dezelfde inventarisatiemethode. Dankzij deze uniformiteit verliep het samenvoegen van 3 omvangrijke collecties in 1 museum relatief soepel.

Komen en gaan. Een depot is minder statisch dan je zou denken. Er komen nieuwe aanwinsten bij, objecten worden opgenomen in een expositie of keren terug, of ze worden meegenomen voor restauratie of onderzoek. Hier wordt een aantal objecten klaargemaakt voor bruikleen. Ze gaan op reis naar Duinkerken en Middelburg. >

- 17-


Achter slot en grendel. Kijken mag, maar aanraken is uit den boze. Een wand van gaas voorkomt dat bezoekers gaan kijken met hun vingers. Alle objecten bevinden zich net buiten het bereik van grijpgrage vingers. Het MAS was aanvankelijk bezorgd dat sommige bezoekers kauwgom en afval in de kasten zouden deponeren, maar die vrees bleek ongegrond.

Catalogusnummer 1. De collectie van het MAS telt zo'n 470.000 stukken, verdeeld over 3 depots. Het kijkdepot in het museum herbergt ongeveer 180.000 werken. De omvangrijke collectie begon met dit beeld van de godin Isis, de allereerste aanwinst uit 1864. Isis is direct bij binnenkomst te zien, naast werken die recentelijk na restauratie zijn teruggekeerd en nog even in de schijnwerpers worden gezet, voordat ze weer worden opgeborgen.

- 18-


Verzamelen en verzamelaars. Het kijkdepot is met nadruk geen extra tentoonstellingsruimte, maar het MAS heeft er toch 2 kleine expoplekken. Ze belichten het thema 'verzamelen en verzamelaars'. De eerste is een semi-permanente opstelling met excentrieke aanwinsten van verzamelaars die een grote bijdrage leverden aan de collectie van het MAS en zijn voorgangers. Maar verwacht geen museale opstelling. De objecten worden ook hier gepresenteerd op een 'depotmanier': niet individueel maar in groep, en met label. Verderop tref je tussen de vele rekken de wisselende mini-expositie. Tot eind september is hier de tentoonstelling Volksliekes te zien, van gastcurator en liedjesverzamelaar Axl Peleman. > - 19-


Ceci est une pipe. Een willekeurig geopende doos: uit de collectie van het Vleeshuis erfde het MAS toegepaste kunst, waaronder deze collectie pijpen. Overigens is dit nog de verhuisdoos. Die is perfect geschikt voor het bewaren, maar heeft als nadeel dat de voorwerpen compleet aan het zicht onttrokken zijn. Mogelijk krijgen de objecten in de toekomst nog een plek die visueel aantrekkelijker is.

State of the art. Veel werken hebben hun thuis in elektrisch verplaatsbare kasten op rails. Een geautomatiseerd systeem schokt minder dan handbediende kasten met een draaiwiel. Zo voorkom je dat objecten onverhoopt omvallen bij het openen. Deze kasten bevinden zich in het gedeelte van het depot dat niet voor publiek toegankelijk is. Je kunt het depot wel zien vanachter het raster, maar dan nog is er een beetje mazzel vereist dat er een interessante kast openstaat. Sommige kasten herbergen vooral anonieme dozen met papieren werken. | J.T.| Foto's Artur Eranosian

25.04.2013 – 30.09.2013 Volksliekes www.mas.be

- 20-


Wereldwijde inspiratie

350/350 laat Antwerpse kunstwerken uit alle hoeken van de wereld weer thuiskomen, zodat studenten eigentijdse interpretaties kunnen maken Wat zijn de raakvlakken tussen Artus II Quellinus en Gian Lorenzo Bernini? Wat heeft Hieronymus Janssens gemeen met Tosa Mitsuoki? De studenten Deeltijds Kunstonderwijs van de Academie zochten het voor je uit. Hun bevindingen presenteren ze in een onlinemuseum, een vensterproject én in de gangen van de Academie. David Teniers de Jonge - de man die aan het begin van de Meir zo statig staat te pronken - stichtte 350 jaar geleden de Academie van Antwerpen. Na Rome en Parijs is het daarmee de derde oudste academie in zijn soort. Het Deeltijds Kunstonderwijs viert deze verjaardag met een indrukwekkend project: 350/350, waarbij 350 werken van Antwerpse kunstenaars worden verenigd met 350 kunstwerken uit de rest van de wereld. Imaginair museum Bart'd Eyckermans, zelf grafisch kunstenaar, beeldhouwer en directeur van KASKA-DKO lanceerde het idee voor dit project met een eenvoudig verzoek: “zoek uit elk jaar van ons bestaan een Antwerps kunstwerk en zet daar een werk uit een andere uithoek van de wereld tegenover”. Eenvoudig? Neen. Onmogelijk? Toch niet. Docenten kunstgeschiedenis Christian Van Haesendonck en Frank Verlie gingen de uitdaging aan. Ze verzamelden elk 350 kunstwerken. Daarbij hielden ze vast aan hun datumfetisjisme: voor elk jaar een kunstwerk. En kunstwerk, dat mag je breed interpreteren: schilderijen, beelden, drukkersmerken, glasramen, zilverwerk - zelfs tot biechtstoelen toe. Alles werd in hun denkbeeldige collectie opgenomen. Zo stelden ze een indrukwekkend

imaginair museum samen. Twee musea, meer bepaald. Christian zocht 350 ‘Antwerpse’ werken en Frank nam de rest van de wereld voor zijn rekening. “Het is een droomcollectie. Als academie hebben we de opdracht, noch de middelen om ze echt bijeen te brengen, vandaar het imaginaire”, verklaart Christian. “En zelfs het uitbouwen van een digitaal webmuseum is niet vanzelfsprekend. De privatisering van beeldrechten vormt een serieus obstakel.” Als aanklacht tegen die tendens vind je in het webmuseum wel de titels van de werken terug, de afbeeldingen werden vervangen door grote kruisen. Creatieve kortsluiting Alle afdelingen, de vrije kunsten en de kunstambachten, werden uitgenodigd om deel te nemen. Studenten kregen uit elk van beide imaginaire musea een werk voorgelegd. De enige link tussen die twee was het jaartal. En dat toeval werkte. “Dit project bracht heel wat onverwachte werken samen. De artistieke ontmoeting, of de creatieve kortsluiting die tussen 2 werken plaatsvond, zorgde voor verrassende ideeën en prikkelende resultaten”, evalueert Christian. Studenten werden heel vrij gelaten bij hun interpretatie. Sommigen combineerden stijlelementen of gebruikten gelijkaardige materialen. Anderen zochten naar een thematische rode draad, om die 2 aangereikte stukken - die niet altijd verbonden waren - tot een samenhangend geheel te verweven. Bewonder mee Het resultaat is sinds januari te bewonderen in een digitaal museum, via een scherm achter het raam van de Academie in de Blindestraat en op tentoonstellingen in de gangen daar.

- 21-

Buiten werk van studenten ontdek je ook geëmigreerde kunstschatten, want veel van de werken uit Antwerpen, bevinden zich helemaal niet meer in de Scheldestad. Dit project laat die werken uit alle hoeken van de wereld thuiskomen. Voor wie er nog aan twijfelde: Antwerpen is een artistieke wereldstad. En, geheel op zijn Antwerps, heeft ze de ambitie om dat te blijven. Daar waken de studenten van het Deeltijds Kunstonderwijs ook de volgende 350 jaar over. | Th.A.

Op de website www.academieantwerpendko. org kan je de werken van de studenten ontdekken. Vanaf 2 september 2013 is er een vervolgopstelling in de wandelgangen van Blindestraat 35, 2000 Antwerpen. In mei 2014 opent een overzichtstentoonstelling met alle werken in de Lange Zaal van het hoofdgebouw van de Academie.


Tot loff, eere ende reputatie 350 jaar Academie - 50 jaar Modeafdeling

2013 De Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen wordt 350 jaar. Tegelijk viert de intussen wereldvermaarde modeafdeling haar vijftigste verjaardag. Waar is dat feestje? Zowat overal in de stad, maar 100% Expo concentreert zich uiteraard op de 2 grote tentoonstellingen die de jarigen ten voeten uit portretteren. Vanaf 8 september in het MAS en het MoMu. 1663 De Antwerpse Academie wordt opgericht “om des te meer de Schilderconste te voeden en t’ onderhouden tot loff, eere ende reputatie deser stadt”. Als je het zo leest, klinkt het alsof de sinjoren zich destijds enige luxe veroorloofden om hun spreekwoordelijke bescheidenheid in de verf te zetten. De feiten lagen anders. Na de dood van Rubens, in 1640, werd steeds duidelijker dat met de meester ook de inhoudelijke en esthetische inspirator verdwenen was en dat geen van de vele voortreffelijke maar weinig innoverende kunstschilders na hem die fakkel echt kon overnemen. Sterker zelfs: omstreeks 1663 waren de zwaargewichten van de Sint-Lucasgilde geen kunstschilders meer, maar kunsthandelaars. Geen wonder dat het gildegebonden onderwijssysteem van meester en leerling in het gedrang kwam. De oprichting van de Academie was dan ook een poging van de gilde om de dreigende bloedarmoede tegen te gaan - geen luxe maar een prangende noodzaak. Moeizame start Het initiatief, geleid door David Teniers de Jonge vond onderdak in enkele lokalen van de toenmalige Beurs, de voorloper van het huidige Beursgebouw. In die nieuwe Academie werd vooral de ‘Schilderskamer’ rijkelijk gestoffeerd met goudleer, portretten van de gildedekens en werken geschonken door kunstenaars, verzamelaars en de gilde zelf. Zo ontstond een waardevolle studie- en pronkcollectie, meteen de basis voor het latere Museum van de Academie - nu het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. De kunstwerken waren vooral bedoeld als voorbeelden voor de leerlingen, maar toen de inrichting klaar was en de opleiding in 1665 eindelijk kon starten, was er - in weerwil van de zeer ambitieuze plannen - alleen nog geld over

voor lessen ‘tekenen en boetseren naar levend model’. Dat geldgebrek zou de Academie nog lang parten spelen, deels door de economische toestand maar ook omdat de Sint-Lucasgilde haar middelen liever besteedde aan feestelijkheden. Gevolg: conflicten, verval en in 1740 de sluiting. Gelukkig bleef de reactie niet uit. Met steun van enkele rijke kunstliefhebbers heropenden 2 architecten en 4 kunstenaars de Academie. Hun succes (75 leerlingen) wekte echter vooral de afgunst van de gildedekens. In een nogal letterlijk te nemen ‘naijver’ probeerden ze de controle te herwinnen, maar uiteindelijk gaven ze in 1748 de Academie toch definitief uit handen, aan haar redders en aan de stad. Achteraf bekeken begon hiermee ook de zwanenzang van de gilde, die vervolgens bij keizerlijk decreet van 1773 elke reële macht verloor en in 1791 definitief werd ontbonden. Naar het klooster Maar het geesteskind van de gilde, de Academie, leefde voort, groeide en werd sterk. In 1765 richtte Willem Herreyns een afdeling Bouwkunde op. Dezelfde directeur loodste de Academie door de strubbelingen onder Frans bewind, en verkreeg door toedoen van Napoleon in 1810 de verhuizing naar het geconfisqueerde minderbroedersklooster in de Mutsaardstraat. Kunstschilder Herreyns speelde in die Franse periode ook een belangrijke rol in het behoud of de terugkeer van honderden in beslag genomen schilderijen. Een deel daarvan kon hij toevoegen aan de Academiecollectie, waarmee hij in de Mutsaardstraat een heus museum mocht inrichten. Nog steeds onder Herreyns werd de kunstschool in 1817 door Willem I gepromoveerd tot ‘Koninklijke’ Academie. Het aantal leerlingen steeg tot 300. Zijn opvolger Matthieu Van Bree verdubbelde dat nog eens … Beter dan Parijs Steeds nadrukkelijker begon de school uit te groeien tot een gevestigd instituut dat zijn oorspronkelijke roeping eindelijk waar kon maken. Dat gebeurde weliswaar op een zeer klassieke en volgens sommigen conservatieve manier. Maar je kunt het ook anders bekijken: tot op vandaag kan de vraag worden gesteld in hoeverre opleidingen moeten inspelen op trends, en of ze niet beter de > technische en inzichtelijke fundamenten leggen waarop hun afgestudeerden zelf vernieuwing kunnen bouwen. Het sprekende voorbeeld is nog altijd Vincent van Gogh die, in 1886, na 2 maanden gedesillusioneerd de Acade-

- 22-


deser stadt

- 23-


Anne-Mie Van Kerckhoven

mie verliet, maar 4 jaar later, in een brief aan zijn broer Theo, de Antwerpse opleiding toch best wist te waarderen: “De academie is daar beter en ze werken er harder dan in Parijs.” De zes en co Sindsdien werken ze nog harder. De studierichting ‘Beeldende kunsten’ houdt vandaag een waaier van disciplines in: beeldhouw-, in-situ- en schilderkunst, vrije grafiek en daarnaast functionele of toegepaste kunsten zoals mode, fotografie, juweelontwerp-edelsmeedkunst en grafisch ontwerp. De richting ‘Conservatie en Restauratie’ reikt praktijk en theorie aan voor onderzoek, behandeling en ontsluiting van cultureel erfgoed. Bovendien is er voor beide richtingen een lerarenopleiding. Je zou er bijna overheen lezen, maar onopvallend is in deze opsomming de ‘mode’ binnengeslopen, even onopvallend als ze 50 jaar geleden een plaatsje veroverde in het Academieaanbod. Alles begon als een bescheiden afdeling waar, onder leiding van Mary Prijot en alweer volgens de strenge regels van de traditie, modetekenen en naaitechnieken werden onderwezen. Maar stilaan weekten de visies zich los van het klassieke Parijse voorbeeld en in nauwelijks een kwarteeuw groeide de afdeling uit

- 24-

“De academie is daar beter en ze werken er harder dan in Parijs.” (Vincent van Gogh)


Is kunst een wetenschap? Moet kunst ‘schoon’ zijn? Kun je kunst leren? En, last but not least: Antwerpse kunst, bestaat zoiets? tot een van de invloedrijkste modeopleidingen ter wereld. Veel was hierbij te danken aan de ruimte voor creativiteit die de studenten kregen. Binnen de perken van de vereiste technische vaardigheid konden ze hun al dan niet rebelse gangen gaan. En de resultaten waren ernaar: Martin Margiela en de ‘Zes van Antwerpen’ werden de eerste generaties Academiestudenten die het internationaal maakten onder hun eigen naam. Met Linda Loppa als afdelingshoofd vanaf 1983 kreeg de professionaliteit en creativiteit van de afgestudeerden wereldwijde faam, wat meteen ook de uitstraling van de Antwerpse opleiding nog versterkte. Vandaag, onder leiding van Walter Van Beirendonck, is de 50-jarige modeafdeling dan ook een trekpleister voor talent uit de hele wereld. In de huidige studentenpopulatie treft men niet minder dan 47 nationaliteiten aan … Het gaat goed met de ‘reputatie dezer stadt’. MoMu Er is dus wel degelijk reden tot vieren. In het MoMu is Happy birthday dear Academie uiteraard helemaal gewijd aan 50 jaar modeafdeling. De tentoonstelling vertelt het verhaal dat hierboven veel te kort is samengevat. Uniek beeldmateriaal belicht tegelijk de eigenheid van deze afdeling. Als bezoeker krijg je zo een beeld van de modeopleiding ‘als artistiek cocon’, waarbinnen de studenten worden aangespoord om hun creativiteit tot het uiterste in te zetten en zo een eigen signatuur te ontwikkelen. En natuurlijk krijgen ook de vele internationale carrières de nodige aandacht in deze tentoonstelling. MAS Wie het modeverhaal in de ruimere context van de 350-jarige Academie wil plaatsen, moet zeker ook naar het MAS. De curatoren, Paul Huvenne, directeur van het Antwerpse Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, en Walter Van Beirendonck, bouwden daar een tentoonstelling op rond 4 fundamentele vragen: Is kunst een wetenschap? Moet kunst ‘schoon’ zijn? Kun je kunst leren? En, last but not least: Antwerpse kunst, bestaat zoiets? Het resultaat is een zinnenprikkelend overzicht van het

beste dat de Academie ooit te bieden had en nu nog heeft. Het verhaal begint nog voor het ontstaan van de academies, toen kunstenaars nog louter ambachtslui waren. Zo’n ambacht, dat leerde je in het atelier van een leermeester. Maar het zelfbewustzijn van de kunstenaars groeide en stilaan eisten zij een betere status op. Kunst is niet alleen kunde maar vooral kennis: van wiskunde of anatomie, perspectiefregels en proportieleer, maar ook van (kunst)geschiedenis, filosofie en andere bronnen van inzicht en interpretatie. Dat alles leer je niet van 1 meester in 1 atelier, dat leer je aan een academie … Vandaar. Rondwarend tussen de plaasteren afgietsels van sculpturen uit de oudheid, waant de bezoeker zich weer in de Academiezalen van de Beurs, waar met alle middelen werd aangetoond hoe bijzonder de Antwerpse kunst wel was. Diverse topstukken uit de Schilderskamer van toen zijn hier opnieuw samengebracht, ook de indrukwekkende plafondstukken van onder meer Jacob Jordaens. Verderop, tegen de ‘Golden Wall’, zie je het interessantste en meest representatieve van 350 jaar Academie: een massa schilderijen, maar ook sculpturen en video’s. De werken bevinden zich boven en naast elkaar, van de vloer tot helemaal aan het plafond. Vervolgens kom je oog in oog te staan met bekende oudleerlingen van de Academie. Op meer dan levensgrote videoschermen vertellen zij hoe ze denken over de vragen die de tentoonstelling aankaart. En om af te sluiten is er een echte tekenklas: hier tekenen de huidige Academiestudenten verschillende keren per week naar levend naaktmodel. Kortom, de tentoonstelling eindigt zoals de Academie begon. Succes verzekerd. | I.A. | Foto's Frederik Beyens

www.happybirthdaydearacademie.be

- 25-


Ku ren in S otsji Met hun reeks ‘Sotchi Project’ vielen de Nederlandse fotografen Rob Hornstra en Arnold van Bruggen al meermaals in de prijzen. Sinds 2009 maken ze beelden van de Zuid-Russische stad Sotsji waar in 2014 de Olympische Winterspelen worden gehouden. Het zijn realistische tegenhangers van de façade die de Russische autoriteiten rond het evenement optrekken. Op deze foto zien we Dima, die zijn gekwetste been laat verzorgen in de Matsetsa Spa, opgericht in 1902. Het water bevat waterstofsulfide, wat het geneesproces zou bespoedigen. 25.10.2013-09.03.2014 Rob Hornstra/Arnold Van Bruggen The Sochi Project – An Atlas of War and Tourism www.fomu.be

- 26-


- 27-


Leisure, Discipline and Punishment Contour, biënnale voor bewegend beeld Wie de voorbije zomers wel eens in Mechelen kwam, heeft het wellicht al in de gaten… De Dijlestad houdt van videokunst. In 2003 werd de verfrissende biënnale Contour voor de eerste keer gehouden. Tien jaar later is de formule ongewijzigd: om de 2 jaar zoomt de stad in op film, video, installaties en performances van internationaal niveau. Deense curator Telkens stelt een andere – alweer, internationale – curator het programma samen. Deze keer is dat de Deen Jacob Fabricius (°1970) die in eigen land directeur is van kunsthal Charlottenborg in Kopenhagen. Hij heeft een voorliefde voor praktijkgerichte projecten waarbij hij nauw met de makers kan samenwerken. Voor Contour selecteerde hij werk van meer dan 20 kunstenaars, gaande van grote namen als de Belgische Magnumfotograaf Carl De Keyzer tot jong talent uit Zuid-Amerika, Oost-Europa en Scandinavië. Ver weg van het museum Wat Contour zo bijzonder maakt is de laagdrempeligheid van het evenement. Installaties en performances hebben vaak een ‘moeilijke’ bijklank. Door de bijzondere locaties die Contour uitkiest – ver weg van musea en centra voor nieuwe kunst – wordt het plots ontspannend om hedendaagse beeldende kunst te ontdekken. En past kunst trouwens niet perfect in het leven van elke dag? Curator Fabricius vindt alvast van wel: “De tentoonstellingslocaties zijn niet levenloos en steriel, ze vervullen een functie binnen de dagdagelijkse realiteit. De locaties roepen bij iedereen andere associaties en woorden op: succes, leugens, mis-

daad, tijd, geloof, spel, schuldgevoel, scoren, God en macht…” Ook de titel die Fabricius koos voor deze editie heeft te maken met de locaties: “Leisure, Discipline and Punishment” of “Vrije tijd, discipline en straf ” verraadt voor de Mechelaar misschien wel al dat hij iets bijzonders zal aantreffen in het Hof van Busleyden, de gevangenis, de Onze-Lieve-Vrouwover-de-Dijlekerk én in het voetbalstadion van KV Mechelen. Contour zoomt er in op sociale functies en relaties in onze maatschappij. Greep uit het aanbod Wat mag je verwachten? De Belgische performancekunstenares Sarah Vanhee vormt een schreeuwkoor met de Mechelse gedetineerden. Ze treden op voor publiek. Pablo Pijnappel en Giles Bailey organiseren dan weer een workshop storytelling voor de gevangenen. In haar film over de Mechelse Ommegangstoet die maar eens in de 25 jaar uitgaat, volgt de Zweedse Petra Bauer het maakproces van de nieuwe Mechelse reuzenkinderen. Voetbalfans krijgen bij een bezoek aan hun eigen club een hele reeks andere voetbalstadions te zien dankzij de gigantische foto’s van de Oostenrijker Josef Dabernig. Het zijn maar enkele voorbeelden, want het blijft natuurlijk het leukst om alles zelf te ontdekken… | I. D.C.

24.08.2013 – 03.11.2013 Contour Mechelen www.contour2013.be

- 28-


ku nstwerk toegelicht Telkens Jef Geys een kopje koffie gaat drinken in een van zijn stamcafés noteert hij onderwerpen uit de krant van die dag op het onderleggertje van z’n koffie. Ze werden verzameld in een Koffieonderleggersdagboek. Ander werk van Geys kan je zien in Turnhout, waar ouder en nieuw werk vertellen over het verband tussen licht,kunst en architectuur. 15.09-2013 – 19.11.2013 Jef Geys. Licht en architectuur www.warande.be

- 29-


OpinieS

Vier meningen over g ra f ie k

Sofie Dederen, Roeland Tweelinckx, Marc Ruyters en Kris Fierens

We zijn te gast in het Masereel Centrum voor grafische kunsten in Kasterlee. Onze vaste causeurs Marc Ruyters, hoofdredacteur van H ART, en beeldend kunstenaar Kris Fierens maken zich op voor een gesprek over grafiek. De avond is zacht. Bovenaan het ronde hoofdgebouw van het centrum is een terras. We zitten er tussen de kruinen van de bomen. Na een dag stadsdrukte is het groen weldoend. In de weide vooraan rennen paarden lustig voorbij. Beeldend kunstenaar Roeland Tweelinckx debatteert mee.

Masereel Centrum

Sofie Dederen, directeur van het Masereel Centrum, is onze gastvrouw. Sofie: “Het Masereel Centrum is een huis voor grafische kunsten. We richten ons niet zozeer op het brede publiek. Dit is een plek voor creatie.” Kris: “Een reservaat voor kunstenaars.” Marc: “De abdij van Averbode voor grafici.” Kris: “Neen, voor kunstenaars. Grafiekers moet je hier vermijden.” (lacht) Sofie (streng): “Dat zeg jij Kris!” Marc: “Hoe lang werk jij hier al, Sofie?” Sofie: “Tweeëneenhalf jaar. Voordien was Ivan Durt coördinator. Hij is meesterdrukker en startte met het idee om de stoffige bijklank van grafiek weg te werken. Sinds 2006 worden hier ook niet-grafici toegelaten.” Marc: “Valt het Masereel Centrum onder het Erfgoeddecreet? Sofie: “Neen, onder het Kunstendecreet. Dat heeft als voordeel dat grafiek niet langer het aura van erfgoed heeft.”

Marc: “De wereld van de grafiek is complex. Elementen als ambacht en kunstenaarschap, techniek, authenticiteit en reproduceerbaarheid spelen alle een rol ”

Kleuren buiten de lijnen Sofie: “Om in het Masereel Centrum te kunnen werken moet je een dossier insturen met een projectvoorstel en omschrijven hoe je grafiek binnen je oeuvre gebruikt. Op basis daarvan selecteren wij. Alles wat buiten de lijntjes kleurt, krijgt voorrang. Er kunnen 10 mensen tegelijkertijd werken en het is interessant om een gevarieerde groep van grafische ontwerpers, grafiekers en kunstenaars te hebben omdat die mekaar kunnen beïnvloeden. Iemand die meer technisch aangelegd is, mag hier natuurlijk ook nog altijd aan de slag.”

- 30-


Kris: “Masereel Centrum, een reservaat voor kunstenaars” Atelier Masereel Centrum

Roeland: “Technisch kan je ook buiten de lijntjes kleuren.” Sofie: “De conceptuele mogelijkheden van grafiek binnen de hedendaagse beeldende kunst moeten beter onderzocht worden. Wat is de inzetbaarheid van het medium grafiek? We maken deel uit van een Europees project ‘password : printmaking’ met 6 landen. Dat is heel inspirerend. In Slovenië is de aanpak min of meer gelijklopend met de onze, maar in sommige landen koesteren ze nog meer de traditionele ideeën over grafiek.” Marc: “Houtsneden en zo? Mijn schoonvader verzamelde veel van die ouderwetse Vlaamse houtsneden. Er was ook een echte Masereel bij, maar ik vond die dingen afschuwelijk.” Sofie: “Er zijn kunstenaars zoals Caroline Coolen die met houtsneden interessant conceptueel werk maken.” Grafiek, nog te vaak geassocieerd met prentjes Wanneer je over grafiek spreekt, denkt iedereen wel ongeveer te weten waarover het gaat. Ondertussen is er een grote interesse van ‘niet-grafiekers’ in dit medium. Sofie: “Grafiek wordt nog steeds geassocieerd met de 4 hoofdtechnieken. Dit zijn zeefdruk, hoogdruk, diepdruk en vlakdruk. Denk aan een lithografie, een ets, een houtsnede … Maar daarmee zit je in eng vaarwater. Met grafische kunsten kan je meer dan een reproductie maken of een vierkantje met een technisch effectje op een wit blad zetten.” Roeland: “Op een bepaald moment hebben grafiekers zich in een heel klein hoekje gezet. Ze spitsten zich vooral toe op techniek. Dat is begrijpelijk als je weet dat 200 à 300 jaar geleden ons land op dit vlak toonaangevend was. Polen en Tsjechen kwamen hier de stiel leren. Zij

bewaarden de kennis die bij ons verloren ging. De generatie docenten waar ik nog les van had, gingen in Polen en Tsjechië die oude technieken terug oppikken en verloren zich daarin. Ik zeg niet dat ze geen goed werk maakten, maar de focus lag op techniek.” Marc: “Honderd jaar geleden kende Vlaanderen met Frans Masereel en Jozef Cantré ook een bloeiperiode. Hun werken waren van wereldniveau maar, met alle eerbied, ze hadden dat oud-Vlaamse aureool. Dat is er sinds het begin van de eenentwintigste eeuw helemaal uit. Grafiek is nu een heel spannende vorm van hedendaagse beeldende kunst.” Sofie: “Met de term grafische kunsten verbreed je grafiek naar digitale print en print in het algemeen.” Roeland: “Digitale technieken winnen steeds meer aan belang. In Slovenië maakte ik een print op een muur. Het beeld moest blenden met zijn omgeving. Ik werkte met digitale rasters tot het beeld perfect was. Dat tekenmatig doen en nadien op film zetten is quasi onmogelijk. Ook het mengen van technieken biedt veel mogelijkheden.” Perioden van bloei De grafische kunsten creëerden een eigen wereld en aura. Maar af en toe werd dit doorprikt door kunstenaars die het medium op een eigen koppige manier hanteerden. Sofie: “Het experiment binnen grafiek was vroeger eerder technisch of chemisch maar er zijn ook veel beeldende mogelijkheden.” Roeland: “Ik werk graag op papier maar maak ook grafisch werk op andere dragers. Toen ik daarmee startte stond iedereen op zijn achterste poten. Ik ben van de generatie waar je vooral leerde kijken of iets goed gedrukt is. Toen ik voor het eerst het werk van Baselitz zag, opende zich een nieuwe wereld. Zijn werk was vuil en vies met

- 31-


vingerafdrukken en vegen. Hij sneed 3 kleurenplaten, legde die over elkaar, zette daar een mooie tekening op en draaide dan de middelste plaat om zodat je een totaal andere tekening kreeg. Prachtig!” Sofie: “Frans Masereel profileerde zich in zijn tijd en geniet ook nu nog internationale bekendheid.” Marc: “Klopt, maar het werk werd verzameld door dezelfde mensen die ook de Vlaamse expressionisten verzamelden. Zij bepaalden mee in welk vakje het werk geplaatst werd. Masereel en Jozef De Bruycker, die ook in het interbellum werkte, zijn de uitzonderingen.” Kris: “Broodthaers was ook een straffe gast maar dan spreken we over de periode na de Tweede Wereldoorlog.” Sofie: “De jaren ‘60 en ‘70 waren voor grafiek absoluut geen slechte tijd. Het was ook de tijd van de pop art.” Marc: “Andy Warhol is daar een typisch voorbeeld van. Hij maakte van zeefdruk zijn handelsmerk. Zijn zeefdrukken zijn onwaarschijnlijk mooi.” Roeland: “Warhol plaatste zeefdruk in de kunstwereld. Door hem werd de vorm geaccepteerd. Net zoals fotografie pas vanaf de jaren ‘60 erkend werd als een vorm van hedendaagse kunst.” 1 of veel? Kris: “Er wordt te weinig 1 op 1 gedrukt zodat je een pièce unique hebt.” Sofie: “Grotere oplages maken, stamt nog van vroeger. Toen werden hier nog geboortekaartjes gedrukt. In het atelier hangt nog een bordje ‘maximum 50 oplages’. ” (lacht) Roeland: “In het Masereel Centrum wordt vooral gezeefdrukt. 20 jaar geleden was dat een industriële vorm van prenten maken. Nu worden industriële kaarten en affiches offset gedrukt.” Sofie: “Je moet als kunstenaar niet zomaar grote oplages drukken omdat de techniek dat toelaat. Als je binnen je concept beslist dat je een beeld 1000 maal afdrukt, dan is een grote oplage wel verantwoord.” Roeland: “Fotografen en beeldhouwers reproduceren toch ook. Je hebt beeldhouwers die 3 beelden afgieten en je hebt er die er 100 afgieten.” Marc: “Maar in hoeverre ben je dan geloofwaardig als kunstenaar? Wij geven met ons kunstmagazine H ART in het najaar werk van Gert Robyns en Tinka Pittoors uit. 20 exemplaren. Maar dan ook 20! Geen 24 en ook geen 100. En nog iets, sommige verzamelaars willen alleen maar nummer 1 en anderen willen absoluut nummer 10.” Kris: “Dat is bijgeloof.” Sofie: “Niet waar. Bij elke techniek en bij elke afdruk heb je een ander beeld.” Roeland: “Sommige beelden zijn pas echt goed gedrukt vanaf het tiende exemplaar.” Kris: “Als ik een werk 1 op 1 maak, moet ik er soms wel

20 drukken om die ene in de wereld te zetten. Maar de rest verdwijnt in de lade.” Marc: “Marcel Broodthaers gaf aan zijn echtgenote, Maria Gilissen de toestemming om zijn werk te kopiëren waardoor het haast onbeperkt kan gereproduceerd worden.” Sofie: “Het aura van een origineel kunstwerk tegenover een reproductie is bij grafiek inderdaad een probleem. Een origineel is het waardevolst en het duurst. Bij een grotere oplage wordt het werk goedkoper omdat het gedeeld wordt. Dat is een merkwaardig principe.” Marc: “Het biedt wel meer mensen de kans om kunst op hoog niveau te kopen aan betaalbare prijzen.”

Kris: “Dan kan je een werk van Walter Swennen kopen in den Aldi !”

Kris: “Dan kan je een werk van Walter Swennen kopen in den Aldi! Wist je dat dat echt gebeurde? Je kan daar op zich niet tegen zijn. Maar dan koop je een Swennen die industrieel gemaakt en dus niets waard is. Anderzijds is het goed dat het beeld heel veel mensen bereikt. Dat staat haaks op mijn verhaal van de 1 op 1.” Sofie: “ Je mag niet negeren dat grafiek een reproductiemiddel is.” Kris: “Ik heb het daar moeilijk mee. Als ik hier werk, dan wordt die pers mijn penseel. Je werkt onconventioneel met die machines.” Sofie: “Dat is nu net die verschuiving van de interpretatie van de druktechnieken. Vroeger werden met die persen boeken en kranten gedrukt. Nu wordt er kunst mee gemaakt.” Marc: “Meerdere afdrukken maken is toch nog iets anders dan industriële reproductie waarbij er van 1 beeld een identieke herhaling is. Ik ken mensen die hun huis volhangen met reproducties van Hopper. Een poster is voor hen grafisch werk.” Sofie: “Vroeger was aan dit centrum een vzw verbonden met een 1000-tal leden. Er was een hoge productie en alles werd opgekocht. De omgeving van Kasterlee, Turnhout en Geel hangt er vol van. Ik besefte dat toen niet maar ik ben opgegroeid in een huis dat vol hing met grafieken van het Masereel Centrum.”

- 32-

1 Tinka Pittoors, (geen titel) 2012 2 Roeland Tweelinckx, (geen titel) 2009 3 Emily Hui, Nearly touching 2012 4 Nico Dockx en Delacourt Kris, bastard remix vinyl 2007 5 Sato Fumika, Voyage Fori Hito 2010 6 Andy Wauman, Ideal (ruins) 2006 7 Tom Liekens, Wunderkamer 2012


1

2

3

Foto's pagina 19 1. Ester Vannuten, Mr. and Mrs Brown, 2012 2. Kasper Bosmans, Jumping, 2012 3. Julius Peeters, Is het waar dat gij van karton zijt?, 1997 4. Uit de privĂŠverzameling van Henri Van de Heyning

4

5

- 336

7


Marc: “De vrienden van het M HKA, van het SMAK en van het Middelheim bieden ook allemaal grafiek aan.” Roeland: “Daar zijn er veel digitaal van gedrukt. Zelfs de lithotekening van Marc Manders die in het SMAK hangt, is digitale druk. Maar het wordt wel op een dikker papier en op een proefpers in plaats van op de rotatiepers gedrukt.” Marc: “Kern van de zaak is hoe je als kijker en koper een werk aanvoelt. Hoeveel vervalsingen zijn er niet van de werken van Rops en Ensor? Als er een rode stempel op staat, zou het echt moeten zijn. Alsof een rode stempel ook niet vervalst kan worden! Er hangen miljoenen Ropsen en Ensors in Belgische woonkamers die bedoeld waren voor een oplage van maximaal 100. Het gaat erom dat je als individu de authenticiteit van een reproduceerbaar werk moet willen aanvaarden. Als ik een werk koop van Anne-Mie van Kerckhoven in een oplage van 10, dan is dat voor mij authentiek. Ze kunnen je toch wijsmaken wat ze willen.” Kris: “Zoals de mosselpotten van Marcel Broodthaers. Die mosselen zijn ineens vastgeplakt met polyester terwijl in die tijd dat materiaal nog niet eens bestond.”

Sofie: “Mensen

Hippe grafiek Sofie: “Steeds meer beeldende kunstenaars experimenteren met grafische technieken. Misschien heeft dat wel te maken met de meer algemene trend waarbij het ambachtelijke terug aan belang wint.” Roeland: “Ambacht is in deze context een gevaarlijk woord. Schoenmakers en leerlappers zijn ambachtslui.” Kris: “Graficus is het woord dat eruit moet. Grafiek is een volwaardig medium dat meer respect verdient.” Roeland: “Ik groeide op in een drukkerij. De geur van inkt is voor mij thuiskomen, waar ter wereld ik ook ben. De technieken die ik als klein ventje zag, komen nu allemaal terug als volwaardige kunstvormen.” Sofie: “Grafische kunsten horen nu ook tot bepaalde subculturen. Flyers worden opnieuw gezeefdrukt en mensen vinden Masereels werk opnieuw hip en trendy.” Roeland: “Zijn werk doet denken aan de sjablonen waarmee street artists vandaag werken.” Sofie: “Zo is misschien deels die omslag naar de hedendaagse beeldende kunst gemaakt.” Roeland: “De back to basics-cultuur die overal heerst, heeft daar ook mee te maken. Je kan bijvoorbeeld een lino

Roeland: “Ik groeide op in een drukkerij. De geur van inkt is voor mij thuiskomen, waar ter wereld ik ook ben” Samenwerken Marc: “Zeefdrukkers Roger Vandaele en Roger Van Akelijen zijn belangrijke figuren in deze provincie inzake drukgrafiek.” Kris: “Als je met je ontwerp naar de werkplaats van de Roger Vandaele gaat, ‘leest’ en interpreteert hij wat hij te zien krijgt. Afhankelijk van het beeld bepaalt hij het aantal drukgangen. Sommige zeefdrukkers filmen 20 à 30 lagen om een beeld te reproduceren. Vandaele drukte er voor mij al in 1 of 2 druklagen. Dat is dan zijn interpretatie van mijn aquarel. Als ik dat zelf gedaan zou hebben, dan zou het resultaat anders zijn. Je zou als kunstenaar dat werk zelf moeten doen of er nauwer bij betrokken zijn.” Sofie: “Grafiek is een fantastisch medium om samen te werken en collectieven te vormen. Soms werken kunstenaars hier samen op 1 steen of etsplaat.” Kris: “Dat moeten ze mij niet vragen!” Roeland: “Het kan verrijkend zijn.” Marc: “Er is een bekende samenwerking tussen Hugo Claus, Jan Decleir en Fred Bervoets die galerie De Zwarte Panter destijds organiseerde.” Kris: De gezeefdrukte tentoonstellingsaffiches van De Zwarte Panter zijn eveneens legendarisch. Dat waren meteen collector’s items.”

van 5 op 6 meter afdrukken met een lepel. En ’s avonds kan je daar je soep mee eten. Daarmee grijp ik terug naar wat ik daarnet al zei. Vroeger was techniek primerend en had je een goede pers nodig. Nu staat expressie centraal. Wereldwijd worden de grafiekafdelingen van academies opgedoekt. Misschien is het ook een tegenreactie van diegenen die er nog zijn.” Kris: “Ik begrijp je verhaal met die lepel, maar dat is niet het uitgangspunt om kunst te maken.“ Sofie: “Je mag niet vergeten dat we in een tijd van crisis leven. Als je als kunstenaar je verhaal kwijt wilt en je hebt niet de middelen, dan is werken met grafiek financieel toegankelijker.” Marc: “Wist je dat Bervoets altijd een paar koperen plaatjes en een pen op zak heeft. Als hij iets ziet dat hem boeit, begint hij ter plekke te etsen. Bijna als een fotograaf.” Kris: “De grote werken van Bervoets zijn vaak etsen die hij nadien extra inkleurt. Dat is fantastisch werk.” | A.K. | Foto's Jens Mollenvanger

- 34-


vinden Masereels werk opnieuw hip en trendy.�

Frans Masereel, L'aveugle, houtsnede, 1957, 45 x 32 cm

- 35-


Tips van een insider

Bob Daems, adviseur Beeldende Kunst voor de provincie Antwerpen, licht zijn favoriete expo’s van het moment toe.

Bob Daems volgde een opleiding als automonteur, grafisch vormgever en historicus. Sinds 2007 werkt hij voor het departement Cultuur van de provincie Antwerpen als adviseur beeldende kunst. Hij is onder meer verantwoordelijk voor de kunstcollectie van de provincie Antwerpen en hij coördineert de tentoonstellingen in de Antwerpse Koningin Fabiolazaal.

Jozef Peeters, prent uit map De Sikkel, linosnede, 1921 © Jacques Sonck

THUIS BIJ JOZEF PEETERS Jozef Peeters (1895-1960) was een van de eerste Belgische abstracte kunstenaars. Samen met zijn vrouw en hun 2 kinderen woonde hij in een hoekappartement op de De Gerlachekaai in Antwerpen. Hij ontwierp en beschilderde zijn eigen meubilair en gaf iedere kamer een eigen kleurcombinatie en sfeer. Aan de muren hangen nog originele kunstwerken van zijn hand. Samen met de stad Antwerpen en het Letterenhuis stelt het KMSKA de flat op de De Gerlachekaai opnieuw open voor het publiek, wat een uniek inzicht in de leefwereld van de kunstenaar biedt.

vanaf 12.09.2013 www.kmska.be ORBANISME Ontwerp nieuw provinciehuis Antwerpen, Xaveer De Geyter Architectenbureau © XDGA

TERUG IN DE TIJD Een gratis tentoonstelling is gewijd aan de huisvesting van het Antwerpse provinciebestuur, van het ontstaan van de provincies in 1815 tot het ontwerp voor het nieuw te bouwen provinciehuis. Je kan ze ontdekken in het Bernarduscentrum, de nieuwe (tijdelijke) locatie voor de provincieraadszittingen - en eigenlijk ook de oude. Want na een onderbreking van 33 jaar nemen de provincieraadsle-

den weer plaats in de prachtige historische raadszaal. Terwijl het huidige provinciehuis wordt gesloopt en het nieuwe wordt gebouwd, reizen de raadsleden dus terug in de tijd. Alleen al de prachtige zalen en vertrekken in dit historische gebouw zijn de moeite waard om eens te bekijken.

08.09.2013 – 03.11.2013 Een huis voor de provincie Bernarduscentrum, Geefsstraat, 2000 Antwerpen - 36-

Deze expo concentreert zich op ‘Orban Space’, het meest recente 'onderzoek door ontwerp' dat in 2006 door architect-kunstenaar Luc Deleu en zijn bureau T.o.P. office is opgestart. Toen Deleu in 1970 T.o.P. office oprichtte, koos hij een naam die ook als een oproep opgevat kan worden: ‘Turn On Planning!’ Vanuit een oprecht engagement met actuele vraagstukken als de duizelingwekkende groei van de wereldbevolking, de onevenwichtige voedselproductie, milieuvervuiling en de frictie tussen het individu en de maatschappij, heeft Luc Deleu een ‘eco-centrische’


vorm van urbanisme op wereldschaal ontwikkeld, die de naam Orbanisme draagt. Deze tentoonstelling is ontwikkeld rondom nieuwe, op de maat van de tentoonstellingsruimtes toegespitste producties die de openbare ruimte op de schaal van de wereld proberen te bevatten.

15.09.2013 – 17.11.2013 Orban Space: Luc Deleu – T.o.P. Office www.extracitykunsthal.org

René Guiette, De voorstad © Jacques Sonck

Jacob Jordaens, De vier evangelisten © RMN-Grand Palais/René-Gabriel Ojéda

JORDAENS IN PARIJS Als afsluiter een tentoonstelling die in Parijs te zien is, maar die wel Antwerpse roots heeft. De Antwerpse barokschilder Jacob Jordaens, of Jacques zoals hij zelf zijn naam schreef, beleeft meer dan 3 eeuwen na zijn carrière opnieuw een opmerkelijke internationale belangstelling. Jordaens en de Antieken zette vorig jaar in Brussel de opmars in gang. Daarna reisde de tentoonstelling door naar Kassel - een primeur voor Duitsland. En nu maakt Jordaens ook in Frankrijk zijn entree door de grote poort met een eerste grote oeuvretentoonstelling!

19.09.2013 – 19.01.2014 Jordaens 1593-1678. La gloire d’Anvers www.petitpalais.paris.fr

VERRASSENDE DUO’S

MARSHALL

Sinds een tijdje zijn 19de- en 20steeeuwse werken uit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen te zien in de Koningin Fabiolazaal. Met gevarieerde tijdelijke tentoonstellingen zorgt het KMSKA ervoor dat zijn collectie zichtbaar blijft, ook al is het eigen museumgebouw voor langere tijd gesloten. De vijfde expo in de reeks De Modernen laat kunstwerken uit het KMSKA in dialoog treden met zelden geziene kunstparels uit de collectie van de provincie Antwerpen. In sommige gevallen bestaan de duo’s uit werk van dezelfde auteur of werk met hetzelfde thema. In andere gevallen gaat het om een aspect dat de 2 kunstwerken gemeen hebben. De tentoonstelling bevat werk van onder meer Rik Wouters, Emile Claus, Jozef Peeters, Jan Cox, Fred Bervoets, Koen van den Broek en Anne-Mie van Kerckhoven.

Het M HKA brengt een panoramische tentoonstelling van Kerry James Marshall, een van de belangrijkste schilders van zijn generatie. Het oeuvre van Marshall focust op zwarte identiteit. Het is een weergave van zijn eigen ervaringen sinds zijn jeugd. Hij pakt ook de kunstgeschiedenis aan: het is zijn bedoeling om, in zijn eigen woorden, het ‘tekort in de beeldbank’ te vullen, door pertinente vragen te stellen over hoe het kunstsysteem zichzelf in stand houdt en de daarmee verbonden kwesties als macht en uitsluiting. Dit is de grootste tentoonstelling van Marshalls werk in Europa ooit.

21.09.2013 – 20.04.2014 De Modernen. Duo’s www.kmska.be

- 37-

04.10.2013 – 02.02.2014 Kerry James Marshall. Schilderijen en zo… www.muhka.be


WOOR D VERKL A A RD Hausermania - manie, waanzin, zucht: Hausergekte Het Westen kan obsessioneel uit de hoek komen wanneer het geconfronteerd wordt met ‘wilde’ of levenslang opgesloten kinderen. Dit neemt soms mythische vormen aan - was Rome niet gesticht door Romelus en Remus, 2 baby’s die na de moord op hun moeder als wezen in een mandje werden gedropt en in isolement gevoed én opgevoed werden door de wolvin Lupa Capitolina? Het kan erger: een kind als langdurig ontvoeringsslachtoffer. Het jarenlang opgesloten Oostenrijkse meisje Natascha Kampusch werd na haar ontsnapping wereldnieuws. Het fenomeen van een langdurig, onnatuurlijk isolement oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op wetenschappers en kunstenaars. De biografische film over de wetenschappelijke observaties en educatie van het negentiende-eeuwse Zuid-Franse wilde boskind Victor van Aveyron is een uiting van die fascinatie. François Truffaut grift omwille van zijn integere, niet-sensationele benadering L’Enfant sauvage in het geheugen van de kijker. Een nog tragischer held is Kaspar Hauser uit Duitsland. In 1828, het jaar van Victors dood, dook er in Neurenberg een 16-jarige uit het niets op. Kaspar Hauser kreeg nauwelijks woorden uit zijn mond, alleen de steeds herhaalde mantra’s: "ik wil zijn zoals mijn vader" en "ik wil een ruiter zijn, zoals mijn vader was”. Zijn hoogst eigenaardige gedrag trok de aandacht en inzet van juristen, pedagogen en theologen. Bleek dat hij jarenlang opgesloten zat, in een kelder van circa 2 op 1,5 meter. Hij werd met zijn ongekunstelde kleine gestalte een bezienswaardigheid, ondanks zijn epilepsie- en katalepsieaanvallen. De wijdverspreide geruchten dat hij een verstoten adellijk kind was leidde tot zijn dood. Vermoord volgens de ene, zelfmoord volgens anderen. Kaspar werd eeuwig beroemd en berucht maar nooit gelukkig ... Hauser werd een legende en inspireerde talloze schrijvers, van Paul Verlaine tot Peter Handke en Paul Auster. Filmmaker Werner Herzog waagde zich tevens aan de Hauser-tragedie Jeder für sich und Gott gegen alle. Zijn persoon en levensverhaal begonnen een eigen leven te leiden, ook in de kunsten. Hausermania blijft in de maak.| F.H.

14.09.2013 – 15.12.2013 HAUSER.expo. Een multimediaal epos www.letterenhuis.be

- 38-


Middle Gate

Jan Hoet cureert een expo tussen kunst en psychiatrie

toonstelling die de link legt tussen kunst en psychiatrie. De tentoonstelling concentreert zich op 3 grote categorieën: mythe, psychiatrie en kunst. Meer specifiek de wisselwerking en wederzijdse beïnvloeding tussen mythische of religieuze kunst, en outsider- en insiderkunst kunst. Het zijn niet de verschillen die centraal staan, maar wel de verbindingen. Middle Gate tracht een mentale ruimte te creëren waarbinnen inzichten kunnen ontstaan over wat kunst is. De stad Geel geeft bovendien een extra dimensie aan de tentoonstelling. Geel is immers een unieke plek wanneer het over psychiatrische zorgverlening gaat: patiënten van het Openbaar Psychiatrische Zorgcentrum worden er sinds oudsher in pleegfamilies opgenomen. Hierdoor worden de patiënten beschermd en gekoesterd, én behouden ze een zekere vrijheid. Volgens Hoet één van de belangrijkste aspecten in het leven: “Elk individu probeert een maximale vorm van vrijheid te bereiken. Vrijheid speculeert altijd op nieuwe mogelijkheden, op verruiming, op het verleggen van grenzen. Maar niet elk individu heeft de kans om de ultieme vrijheid na te streven. Wie met een ‘conditie’ moet leven, voelt zich in grote mate beroofd van zijn vrijheid.” Ook de dialoog tussen patiënten en niet-patiënten staat centraal, net zoals de kloof, de parallellen en het spanningsveld tussen kunst en outsiderkunst.

Jan Hoet © Bart Van der Moeren

Jan Hoet woonde tot zijn negende in het Kempsense Geel. Zijn vader was namelijk dokter Jozef Hoet, psychiater-neuroloog verbonden aan het openbaar psychiatrisch ziekenhuis. Zoon Hoet groeide op tussen de psychiatrische patiënten en tot op vandaag koestert hij die herinneringen: “Geel is de warmste stad in Vlaanderen”.

Deelnemende kunstenaars zijn onder anderen Michael E. Smith, Andreas Slominski, Thomas Schütte, Bruce Nauman, Jan Van Imschoot, Jan Fabre, Jacques Charlier en Jon Pylyptchuk. Bovendien presenteert Michaël Borremans nieuw werk, net als Vaast Colson die hiervoor samenwerkte met enkele bewoners van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis en kunsthuis Yellow Art. De tentoonstelling gaat door op vier locaties: de Halle, Gasthuismuseum Geel, Kunsthuis Yellow Art en de SintDimpnakerk.

De dokterswoning aan Pas 202 waar Hoet opgroeide herbergt vandaag Yellow Art, een kunsthuis voor mensen met een psychische stoornis. Na de fel opgemerkte tentoonstelling Y.E.L.L.O.W. in 2001, in samenwerking met het SMAK, zorgt curator Hoet in het najaar van 2013 voor de langverwachte opvolger met Middle Gate: een ten-

- 39-

29.09.2013-22.12.2013 Middle Gate www.dewerft.be


Over de grens

Ee n selectie van expo 's in o n z e b uu rla n d e n

Onze reizende reporter tipt je over enkele must sees in de buurlanden. Deze keer focust hij op 3 vernieuwers uit het interbellum: de Zwitsers Vallotton en Klee die respectievelijk in Parijs en Londen te bewonderen zijn, en de Oostenrijkse expressionist Kokoschka wiens werk in Rotterdam wordt tentoongesteld. Oskar Kokoschka, Time, Gentlemen Please, © Fondation Oskar Kokoschka

Moderne Profeet Parijs - Grand Palais De van oorsprong Zwitserse kunstschilder Félix Vallotton (1865-1925) behoorde tot de groep Les Nabis (De Profeten) maar bekleedde ook een unieke plaats binnen de Parijse kunstscene aan het begin van de twintigste eeuw. Zijn stijl was apart door de gedurfde kadrering die refereert aan de fotografie en door het platte perspectief, dat hij ontleende aan de Japanse prentkunst. Dit maakte zijn werk persoonlijk en resoluut modern. De retrospectieve toont geschilderde landschappen, naakten, portretten, stillevens en historische taferelen en besteedt ook aandacht aan zijn grafisch oeuvre.

02.10.2013 – 20.01.2014 Félix Vallotton: Le feu sous la glace www.musee-orsay.fr

Kokoschka’s Portretten

Klee in Londen

Rotterdam - Museum Boijmans Van Beuningen Museum Boijmans Van Beuningen toont ruim 140 schilderijen en werken op papier van de Oostenrijkse pionier Oskar Kokoschka (1886-1980) uit internationale musea en privécollecties. Bijzonder is dat de focus hier ligt op 1 aspect van zijn expressieve œuvre: er worden uitsluitend portretten getoond. Behalve kinderen, dieren en zichzelf portretteerde de kunstenaar vooral componisten en musici, waaronder Schönberg en Pablo Casals. En natuurlijk ontbreekt ook Alma Mahler niet, met wie Kokoschka een onstuimige relatie had.

Londen - Tate Modern Paul Klee (1879-1940) geldt als een van de grootste vernieuwers van de twintigste-eeuwse schilderkunst. Zijn werk wordt gekenmerkt door humor, een onwaarschijnlijk mooi kleurgebruik en een geraffineerd evenwicht tussen abstract en figuratief. De internationale verzameling tekeningen, aquarellen en schilderijen die Tate Modern samenbrengt uit publieke en private collecties overspant 30 jaar van Klees artistieke carrière. Making Visible toont werk uit de beginjaren in München, focust vervolgens op zijn productieve Bauhausperiode en eindigt met zijn laatste werken, die hij op de vlucht voor de nazi’s in Zwitserland maakte.| W.J.

21.09.2013 – 19.01.2014 Oskar Kokoschka – Mensen en Beesten www.boijmans.nl

16.10.2013 – 09.03.2014 Paul Klee: Making Visible www.tate.org.uk

- 40-


!Secretly Siam ese , m aid ! Ester VanN u ten





abcde fghijk lmnop q r s tu v vw x y z . V liegTI P S

Activiteiten voor kinderen in de provncie Antwerpen

Zondag Familiedag (3+)

Elke zondag legt het M HKA families extra in de watten. Een gastheer of gastvrouw staat klaar in het Salon om kinderen de tijd van hun leven te bezorgen. Een gids neemt de ouders mee op wandelgesprek, zodat het jonge volkje naar hartenlust kan tekenen, lezen en op ontdekking gaan in het museum.

elke zondagnamiddag www.muhka.be

Het Gulden Cabinet (5+)

Dat meervoudig burgemeester en weldoener Nicolaas Rockox een man van standing was in Antwerpen spreekt vanzelf. Het nieuwe doeboekje neemt kinderen mee door zijn woonhuis annex museum, het Rockoxhuis, en laat hen op verrassende wijze de boeiende kunstverzameling ontdekken.

dinsdag-zondag www.rockoxhuis.be

Muzzzé (5-12 jaar)

Beweging, abstractie, architecturaal… Het zijn niet meteen begrippen waarmee je bij je vijfjarige moet komen aanzetten. Gelukkig brengt museumspel Muzzzé zelfs de moeilijkste concepten uit de beeldhouwkunst op een speelse manier aan de man en vooral, aan het kind. Het spel is gratis en kan zowel in groep als individueel gespeeld worden.

dinsdag-zondag www.middelheimmuseum.be

Mechelse Maatjes wandeltocht (6+)

Zes Mechelse klassen schreven een hedendaagse versie van een historisch vriendschapsverhaal. De 6 verhalen zijn gebundeld in het wandelboek Mechelse Maatjes. Haal je exemplaar bij UiT in Mechelen in de Hallestraat

en ga op pad langs de leukste plekjes van de stad.

05.10.2013 - 20.10.2013 www.zwaneberg.be

www.uitinvlaanderen.be

Antwerpse vakantieateliers online

Bazart (6-12 jaar)

Kunstjeugdbeweging Bazart laat kinderen geen touwen sjorren maar kunstwerken maken. In plaats van een nachtelijke dropping gaan ze naar een museumnocturne… Van eind september tot mei kunnen kinderen voor hun wekelijkse portie kunst en cultuur terech in jeugdcentrum Kavka om te tekenen, spelen, schilderen en fantaseren.

september-mei, elke zaterdagnamiddag www.bazart.mooss.org

Ooze wieze watte? (8+)

In deze interactieve expo over kinderliedjes kom je klassiekers tegen die iedereen meteen kan meezingen. Maar wist je dat je in Witte zwanen, zwarte zwanen niet over Engeland, maar over engelland zingt – het hiernamaals? En dat het beroemde Hoedje van papier eigenlijk de spot dreef met de Nederlandse bezetter begin negentiende eeuw? Al zingend ontdek je nog veel meer, tot eind oktober op tournee in de Kempen.

01.08.2013 - 28.10.2013 www.taxandriamuseum.be

Typografie door tieners (9+)

Zonder het te beseffen, lezen we elke dag honderden woorden en miljoenen letters. Met 26 doe-opdrachten rond letters en typografie kan je op deze interactieve doe-tentoonstelling in Heist-op-den-Berg zelf aan de slag met vormen, onderdelen en gevoelens. Niet braafjes kijken of luisteren, maar wel zelf spelen, knutselen, bouwen … Spring binnen en rol weer buiten als een knotsgekke letterdeskundige.

- 45-

Voortaan vind je online een overzicht van de Antwerpse vakantieateliers. Tijdens de vakanties kan je kiezen uit tal van boeiende ateliers. Wat dacht je van beelden uit klei maken, draken etsen, een geheimschrift bedenken, een eigen portret schilderen of zelf foto’s ontwikkelen? Eerst doe je inspiratie op in het museum, daarna steek je zelf de handen uit de mouwen. Je zelfgemaakte kunstwerkjes mag je natuurlijk mee naar huis nemen.

www.vakantieateliers.be

Meer tips: www.UiTmetVlieg.be


TERUG B L I K Een toren voor Antwe rp e n

Ontwerp van Jos Smolderen uit oktober 1928 Š Architectuurarchief provincie Antwerpen

Het Architectuurarchief van de provincie Antwerpen bewaart een reeks unieke documenten over de bouw van de Antwerpse Boerentoren. Ze vertellen het verhaal van deze eerste Belgische wolkenkrabber en laten zien hoe de initiatiefnemers, het stadsbestuur en de Algemeene Bankvereeniging, op een tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar geteisterde plek een modern gebouw lieten optrekken dat tegelijkertijd het prestige en de economische macht van de eigenaar illustreerde en de welstand en de dynamiek van de Antwerpse metropool symboliseerde. Architect Jos Smolderen maakte in de loop van 1928 verschillende schetsen en tekeningen voor dit torengebouw in hartje Antwerpen. Zijn creaties zetten de ontwerpers definitief in de richting van het uiteindelijke ontwerp. Met het torengebouw wilden de initiatiefnemers en de

architecten Jan Vanhoenacker, Jos Smolderen en Emiel Van Averbeke de Meir als belangrijkste Antwerpse handelsstraat een eigentijds en visueel imposant sluitstuk geven. Het moest een moderne tegenhanger worden van de kathedraal en de kern vormen van een nieuwe, moderne stadswijk. Het project lokte echter veel kritiek uit. Dikwijls gingen hierbij de zorg voor het behoud van het historische stadsbeeld en partijpolitieke motieven hand in hand. Iedereen had een mening over het samengaan van modernisme en oude stadskernen. Einde 1928 kwam de definitieve bouwtoelating. De bouw zelf duurde amper 3 jaar. Antwerpen kreeg dan toch zijn nieuwe blikvanger en veroverde zijn plaats op de internationale architectuurscène. De 87,5 meter hoge skyscraper was jarenlang een van de hoogste wolkenkrabbers in Europa.

- 46-


Speel en win 1 2 3 4 5 6 7

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Antwerps instituut dat 350ste verjaardag viert Spookdorp aan de Schelde Centrum voor Grafische Kunst in Kasterlee Auteur van het Koffieonderleggersdagboek Mechelse Biënnale voor Bewegend Beeld Zwitsers lid van schilderscollectief Les Nabis Architect van de Boerentoren

100% expo geeft 5 exemplaren weg van Museumtoeren. In deze hippe gids geven jonge kunstliefhebbers een overzicht van de belangrijkste en meest verrassende musea in België en Nederland. Hun overzicht wordt aangevuld met interviews, reportages en achtergrondartikels. Wil je kans maken op een exemplaar? Stuur de oplossing van het kruiswoordraadsel en van de prijsvraag vóór 1 november 2013 naar expo@100procentcultuur.be De winnaars worden persoonlijk gecontacteerd. Succes!

Het appartement van Jozef Peeters Jozef Peeters woonde aan de De Gerlachekaai nummer 8 in Antwerpen. Toen hij in 1924 het appartement betrok had deze kaai nog een andere naam. Welke?

Wedstrijd 100% EXPO - nummer 3 Oplossing 1: roadtrip Oplossing 2: negende Museumnacht De winnaars van vorige wedstrijd zijn: Chris Lamoen uit Kontich, Hugo Van Tricht uit Schoten, Marina Couwels uit Antwerpen, Paul Hermans uit Westerlo en André Van Den Ede uit Londerzeel.

……………………………………………

- 47-


beleef samen met je familie voordelig een hele dag kunst in Vlaanderen en Brussel

een initiatief van Joke Schauvliege, Vlaams minister van Cultuur www.kunstendagvoorkinderen.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.