100% EXPO Nr 19

Page 1

PROVINCIE ANTWERPEN

100 % EXPO Ontmoetingen in het MAS Deacon in het Middelheim Ongeziene talenten Herbronnen in Achterbos Hemelbestormer Van Soom

N°19

D e p a r te m e nt C ul t u u r Driemaandelijks magazine juni - augustus 2017


PROVINCIE ANTWERPEN

100 % EXPO 4 The Still Point of the Turning World - FOMU

100 % EXPO thuis in de bus?

Mail je naam en adres naar expo@100procentcultuur.be voor een gratis abonnement op dit driemaandelijkse tijdschrift van de Provincie Antwerpen. Abonnees buiten BelgiĂŤ betalen portokosten. 36 Encounters - MAS C O LO F O N Hoofdredactie: Annik Klaes Eindredactie: Walden Art Stories Grafische vormgeving: Anne Van De Genachte Cover: Luk Van Soom, Jerom for ever Advertenties: Viviane Spiessens, 03 338 95 89 viviane.spiessens@prospekta.be Prospekta - centrum voor kunstcommunicatie Grote Markt 13, 2000 Antwerpen 03 338 95 09 - expo@100procentcultuur.be v.u.: Annik Klaes, Grote Markt 13, 2000 Antwerpen

6 Guy Van den Bulcke


04 06 10 16 18 21 22

Breedbeeld Tussen film en fotografie - FOMU De kunstenaar Guy Van den Bulcke Refabricatie en variatie Sara Weyns over Richard Deacon Masters Studenten in de picture Museumnacht 2017 Ongeziene talenten en rare vogels Kanttekening Suzy Embo Dialoog Kunstzaken

26 28 30 32 36 40 42

Breedbeeld Zomer in de Zwarte Panter Parels uit vaste collecties Wintertuin van het Ursulineninstituut 123 Axel Vervoordt Interview Luk Van Soom in de Warande Interview Ontmoetingen in het MAS De openbare ruimte Pepto Bismo Herbronnen in Achterbos Jakob Smits

32 Luk Van Soom - de Warande

10 Richard Deacon in Middelheim 45 46 47 50

45 Beeldentuin Hugo Voeten

Fotoverslag Beeldentuin Hugo Voeten Woord verklaard Wandelboulevard Update Agendatips voor de zomer Speel en win


David Claerbout, The Algiers’ Sections of a Happy Moment, 2008 - still image Courtesy of the artist and galleries Esther Schipper, Berlin, and Sean Kelly, New York


TUSSEN FILM EN FOTOGRAFIE Het fotografische beeld is doordrongen van stilte. Geen beweging, geen geluid, geen tijd. Maar wat gebeurt er als je er een van die elementen aan toevoegt? De tentoonstelling Between Film and Photography zoomt in op die zeldzame keer dat een fotograaf zich van het filmmedium bedient of, andersom, een videokunstenaar zich aan de fotografie waagt. Welke schoonheid is er te vinden op de scheidslijn tussen deze twee media? Centraal staat de verhouding van de fotografie tot het verschijnen van het alledaagse en tot het proces van die verschijning. De tentoonstelling brengt zowel video-installaties als fotografisch werk van onder meer David Claerbout. THE STILL POINT OF THE TURNING WORLD. BETWEEN FILM AND PHOTOGRAPHY Fotomuseum – FOMU 23.06-01.10.2017 Waalsekaai 47, Antwerpen www.fotomuseum.be

- 5-


GUY VAN DEN BULCKE

Een sublieme ervaring in Venetië Guy Van den Bulcke werd in 1931 geboren in Antwerpen, maar woont en werkt al decennia in Schoten. In de zomer van 2015 was deze kunstenaar met een zaal met schilderijen van zijn hand vertegenwoordigd op de 56ste Biënnale van Venetië. Meer dan 250 000 bezoekers hebben toen in het betoverende Palazzo Mora zijn werk kunnen bewonderen. Dit jaar is hij door de organisatoren, het European Cultural Centre, uitgenodigd om in het kader van de 57ste Biënnale van Venetië opnieuw een achttal doeken te tonen in dit palazzo. Bovendien is het oeuvre van Guy Van den Bulcke goed verspreid in de Verenigde Staten van Amerika. Hij is dus een echte ambassadeur van de provincie Antwerpen.

DE TIJD VASTLEGGEN Guy Van den Bulcke kan terugblikken op een lange carrière, die startte in de periode 1946-1954 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen en aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten, toen ook nog in Antwerpen

ERNEST VAN BUYNDER:

‘IN HEEL ZIJN SCHILDERSLOOPBAAN HEEFT GUY VAN DEN BULCKE NAAST DE MENS, DIE HIJ IN TALRIJKE SCHILDERIJEN AFBEELDDE, GEZOCHT NAAR HET SUBLIEME IN DE NATUUR’

- 6-


gevestigd. Tijdens zijn studieperiode aan de academie behaalde hij alle prijzen. Tevens werd hij laureaat van de belangrijke Prijs van Rome (1952) en van de Prijs La Jeune Peinture Belge (1954). Hij debuteerde als etser en figuratief schilder die alle onderwerpen behandelde. Vanaf het midden van de jaren vijftig tot het midden van de jaren zestig wordt zijn werk eerst abstraherend en vervolgens zelfs volledig abstract. Daarna zal Van den Bulcke een nieuwe, zeer persoonlijke figuratieve stijl ontwikkelen, die hij tot op de dag van vandaag verder blijft uitdiepen. Zijn realisme kenmerkt zich door aparte keuzes met betrekking tot beeld, compositie, kadrering, vorm en kleur. Schilderijen zijn voor hem middelen om fragmenten van de werkelijkheid niet alleen te representeren, maar ook te conserveren, in de tijd vast te leggen. Zijn kunstwerken stellen de toeschouwer in staat het jachtige leven even achter zich te laten en de stilte op sommige plaatsen in de wereld te ervaren.

- 7-


TOPLOCATIES

ERNEST VAN BUYNDER:

‘HET ZIJN KUNSTWERKEN DIE DE TOESCHOUWER IN STAAT STELLEN HET JACHTIGE LEVEN EVEN ACHTER ZICH TE LATEN EN DE STILTE OP SOMMIGE PLAATSEN IN DE WERELD TE ERVAREN’

- 8-

In zijn loopbaan heeft Guy Van den Bulcke individuele exposities gehad op toplocaties in binnen- en buitenland. Ik geef mijn hoogtepunten en beperk me tot de provincie Antwerpen: in de jaren vijftig het Comité voor Artistieke Werking (C.A.W.) te Antwerpen, een plek met een grote traditie die de moderniteit introduceerde in de Scheldestad; in de jaren zeventig het Romi Goldmuntz Center in Antwerpen, in die periode belangrijk als promotor van hedendaagse kunst; in de jaren tachtig de Buchmann Art Gallery te Kapellen, toen een echte promotiegalerie voor actuele kunst, en het Internationaal Cultureel Centrum (ICC) te Antwer-


pen, de topplaats voor hedendaagse kunst; en ten slotte, vanaf 2000, een aantal galeries en centra als Campo & Campo, Van Campen & Rochtus, Zeberg, alle te Antwerpen, maar ook Antverpia en The Early Birds Art Gallery, beide te Brasschaat.

SUBLIEME SENSATIES In heel zijn schildersloopbaan, maar vooral de voorbije vier decennia, heeft Guy Van den Bulcke naast de mens, die hij in talrijke schilderijen afbeeldde, gezocht naar het sublieme in de natuur. De achttiende-eeuwse Ierse filosoof en politicus Edmund Burke omschreef het ‘sublieme’ als een ervaring van intense emoties, die kunnen worden opgeroepen door ultieme schoonheid, maar ook door dreiging en gevaar. Guy Van den Bulcke onderneemt wereldwijd tochten in de natuur om het sublieme te ervaren. Hij bestudeert in zijn schilderijen intensief de elementen aarde, lucht en water. Mens, dier – vooral vogels (Van den Bulcke is amateur-ornitholoog) – en de natuurkrachten beheersen een groot deel van zijn œuvre. De landschappen van Guy Van den Bulcke zijn apart. Hij is een landschapschilder met een persoonlijke stijl, een kunstenaar die de natuur onderwerpt aan zijn eigen schilderkunstige wetten en regels. Een grotere waarheid zoeken dan diegene die op het eerste gezicht naar voren treedt, een ruimere en vrijere interpretatie geven van mens, dier en natuur, en daarbij niet alleen het oog, maar ook de verbeelding aan bod laten komen, dat is zijn credo. |

Ernest Van Buynder PERSONAL STRUCTURES – OPEN BORDERS 13.05-26.11.2017 Palazzo Mora 3659 Strada Nuova, Venetië www.europeanculturalcentre.eu

- 9-


Refabricatie en variatie Richard Deacon in het Middelheimmusem In de tentoonstelling Some Time van Richard Deacon staat Never Mind centraal. Dit imposante zeppelinvormige werk werd naar aanleiding van Antwerpen ‘93 opgenomen in de permanente collectie van het Middelheimmuseum. Algauw bleek dat het mooie, lichtbruine beukenhout de natuurelementen niet kon trotseren. Het werk werd voor deze tentoonstelling – in een ander materiaal – ‘gerefabriceerd’. Die zoektocht bepaalde meteen ook het centrale thema van de tentoonstelling: variaties.

Bio Sara Weyns (°1979, Turnhout) studeerde Cultuurtheorie en Kunstpraktijk in Maastricht. Nadien kwam ze naar Antwerpen, waar ze in 2005 aan de slag ging

Onder het bureau van Sara Weyns, directeur van het Middelheimmuseum, staan stevige wandelschoenen. ‘Hakken zijn hier niet aan mij besteed, vrees ik. Vooral tussen oktober en maart, wanneer het park drassig kan zijn, trek ik mijn wandelschoenen regelmatig aan.’ Weyns groeide op in de stad, maar brengt tegenwoordig heel wat tijd door in de natuurlijke setting van het Middelheimpark. ‘Voor ik hier begon te werken, was ik me niet bewust van seizoenen, van veranderend licht en schaduwen, of van boomsoorten en beesten. Nu begin ik stilaan vogels te herkennen. Als je de natuur echt observeert, dan zie je details en nuances. Het is een vorm van waarnemen die je moet leren.’

in het Middelheimmuseum. Sinds 2014 ook de groepstentoonstelling Pom’ po pon is ze directeur van dit museum en cu- po pon pon pom pon. reerde ze onder meer tentoonstellingen van Peter Rogiers en Andrea Zittel, als-

- 10-


Dat kijken naar de natuur kent veel gelijkenissen met het kijken naar kunst. Weyns: ‘Je kan puur op objectniveau naar iets kijken. Hoe is iets opgebouwd of gecomponeerd? Welke kleuren zitten erin? Wat is de textuur?’ Maar er zijn ook verschillen, gaat ze verder: ‘Wanneer ik naar kunst kijk, probeer ik ook het verhaal of de intentie van de kunstenaar te begrijpen. Dat heb je natuurlijk niet in de natuur.’

had, barstte al snel open. Een behandeling met epoxyhars bleek niet te baten en uiteindelijk is het werk in depot gegaan.’ Toch vindt Weyns dat niet meteen een mislukking. ‘Het is het voorrecht van de kunstenaar – en misschien zelfs zijn opdracht – om de veerkracht van de beeldhouwkunst te onderzoeken. En daar hoort ook de veerkracht van materialen bij. Als kunstenaars nog altijd uitsluitend in brons of in steen zouden werken, dan zou de beeldhouwkunst geen relevante discipline meer zijn. Net omdat kunstenaars met nieuwe materialen experimenteren, is vernieuwing mogelijk. In de jaren zeventig, op het moment dat Deacon aan zijn carrière begon, stond die zoektocht centraal.’

VEERKRACHT VAN DE BEELDHOUWKUNST

Sara Weyns © Artur Eranosian

In het Middelheim ontmoeten natuur en cultuur elkaar. De beelden in het park zijn overgeleverd aan de grillen van de seizoenen. Het werk Never Mind van Richard Deacon, dat naar aanleiding van Antwerpen ‘93 aan de permanente col-

Richard Deacon, Never Mind, 1993-2017, copyright and courtesy of the artist. Foto: Werner J. Hannappel

lectie van het museum werd toegevoegd, bleek niet bestand tegen de natuurelementen. Weyns: ‘Deacon had nochtans onderzoek gedaan. Hij baseerde zich voor zijn materiaalkeuze op houten kerken die boven de noordpoolcirkel decennialang standhouden en hij bestudeerde houten boten die al jaren de Noordzee bevaren. Hij geloofde dat er plooibaar hout was – nodig om de gewenste vorm te bereiken – dat hard genoeg was om het buiten te kunnen conserveren.’ Dat aftasten van de mogelijkheden zorgde ervoor dat de kunstenaar risico’s nam in zijn materiaalkeuze. Weyns: ‘Deacon heeft op het materiaal geduwd, en het materiaal heeft teruggeduwd. Het werk, dat een zeppelinachtige vorm

- 11-

Sara Weyns: ‘Deacon heeft op het materiaal geduwd, en het materiaal heeft teruggeduwd. Het werk, dat een zeppelinachtige vorm had, barstte al snel open.’



Sara Weyns: ‘Morning Assembly: dat lijken willekeurig gestapelde blokken. Maar als je er lang naar kijkt, dan zie je dat elk blok maar langs één zijde wordt gesneden door een ander blok. Het is een ingenieuze, ingewikkelde puzzel’ FABRICATOR ÉN REFABRICATOR ‘In de traditionele beeldhouwkunst heb je twee categorieën’, gaat Weyns verder. ‘Men spreekt over modelers – mensen die modelleren met klei – en carvers – mensen die hakken en dingen weghalen. Deacon is geen van beide. Hij omschrijft zichzelf als een fabricator. In het Engels verwijst die term naar het creatieproces: dingen construeren en bij elkaar brengen. Maar fabricator kan je ook vertalen als ‘iemand die dingen verzint, een fantast’. Die dubbele betekenis geeft goed weer waar Deacon mee bezig is. Hij maakt verbindingen tussen het conceptuele en het fysieke. Hij zoekt naar dingen die onmogelijk lijken: hij maakt bijvoorbeeld organische, vloeiende vormen met heel technische of architecturale constructies, waardoor je voelt dat de verbindingen zich op de grens van het mogelijke en het onmogelijke bevinden.’ Voor de tentoonstelling Some Time werd Never Mind samen met de kunstenaar opnieuw gemaakt. Weyns: ‘Dat traject was een interessante aanleiding om na te denken over refabricatie als strategisch conservatiemiddel. Het werpt cruciale vragen op. Hoezeer zijn betekenis en vorm van het werk met elkaar versmolten? Verandert de betekenis als het materiaal verandert? Waarom moet het zo geïnstalleerd worden? Waarom kan het niet binnen geplaatst worden? Mag het verkleuren of niet? Wanneer houdt het werk op het werk te zijn? Ik denk dat we voor de refabricatie van Never Mind een goed materiaal hebben gevonden. Het oorspronkelijke beukenhout was prachtig, omdat het zo licht was: het werk leek gewichtloos. Nu kiezen we voor inox. De zilverkleur daarvan bewerkstelligt met de weerkaatsing van het licht eenzelfde ongrijpbaarheid, terwijl het materiaal beter bestand is tegen de natuurelementen.’ Richard Deacon, Morning Assembly, 2008, copyright and courtesy of the artist. Foto: Werner J. Hannappel

13-


Richard Deacon, Infinity #13, 2001 (links) en Infinity #31, 2006 (rechts), copyright and courtesy of the artist. Foto: Werner J. Hannappel

TERUGKEER NAAR HETZELFDE PUNT

ZELF BETEKENIS MAKEN

Weyns werkte nauw samen met Deacon. ‘Ook voor hem was het een uitdagend proces. Het is voor een kunstenaar niet evident om aan de slag te gaan met een werk dat bijna 25 jaar oud is. Hij keerde terug naar zijn vertrekpunt, maar ging een andere weg op. Zo kom je tot een net iets andere betekenis.’ Dat telkens terugkeren naar hetzelfde punt werd het centrale thema van de tentoonstelling; variaties en subtiele betekenisverschuivingen vormen de ruggengraat van Some Time. Weyns: ‘Dat is ook hoe Deacon hoopt dat toeschouwers zijn werk benaderen: door de werken langs alle kanten te bekijken, of er terug naartoe te gaan, gaat hun betekenis variëren.’

Ook door er met anderen over in gesprek te gaan, kan de betekenis van een werk veranderen. Taal is daarbij cruciaal. Volgens Weyns maakt Deacon ons ervan bewust dat de betekenissen die wij delen, sociale constructies zijn: ‘Onze taal, onze begrippen en concepten zijn geen dingen die we gevonden hebben en waar we vervolgens gebruik van maken. Integendeel: betekenis is altijd in beweging. We activeren haar zelf, elke keer opnieuw, door met elkaar te praten.’ De dubbelzinnigheid die Richard Deacon in zijn titels legt, werkt dat in de hand. Weyns: ‘Some Time kan gaan over een ogenblik, maar het kan ook gaan over een langere periode, iets waar je nogal wat tijd voor nodig hebt. Die dubbelzinnigheid en onbepaaldheid zijn heel typisch voor het werk en het taalgebruik van Deacon: hij gebruikt heel vaak titels die je op verschillende manieren kan interpreteren.’

- 14-


Infinity-reeksen: Deacon bedenkt volgens een bepaald numeriek systeem een spelregel voor zichzelf en speelt vervolgens met die regel. Zo komt hij tot verschillende variaties.’ Andere werken stralen een verraderlijke eenvoud uit. Weyns wijst op het werk Morning Assembly: ‘Dat lijken willekeurig gestapelde blokken. Maar als je er lang naar kijkt, dan zie je dat elk blok maar langs één zijde wordt gesneden door een ander blok. Het is een ingenieuze, ingewikkelde puzzel. Dat werken met patronen en schema’s is een belangrijke drijfveer voor Deacon. Het is zijn spel met de systemen die we als mensen verzinnen om betekenis te geven aan onze omgeving. Het is volgens Weyns ook belangrijk om de werken samen te zien, en aandacht te hebben voor hun onderlinge samenhang: ‘Je kan de werken bekijken als letters uit een alfabet, als onderdelen van een reeks die je op verschillende manieren kan combineren, om tot verschillende betekenissen te komen. Gewoon kijken is de boodschap, en de tijd nemen om het werk te laten bezinken. En proberen te onthouden wat je gezien hebt en je afvragen waarom kleur wordt toegevoegd of kleur wordt weggenomen. En hoe iets verandert als je het twee meter groot maakt, of tweeënhalve centimeter.’ Door alle werken afzonderlijk te bekijken, hun eigenschappen in je op te nemen, en dan weer een stap achteruit te zetten om het geheel te overschouwen, ontvouwt de rijkdom van de wereld van de kunstenaar zich voor je. Dat is een beetje zoals een boswandeling. Wanneer je oog hebt voor de verschillende boomsoorten en in de bonte samenzang van vogels de soorten leert onderscheiden, wint het bos in zijn geheel aan kracht en schoonheid. | Thomas Abelshausen

Voor Weyns is het Middelheimmuseum de plek bij uitstek waar bezoekers samen betekenis kunnen maken: ‘Ik denk dat we veel te danken hebben aan het park. Dat mensen het titelbordje naast een werk lezen, zich verdiepen in de bezoekerstekst of in de catalogus, of door onze app scrollen, biedt veel aanknopingspunten. Maar het feit dat het park in de zomer uitnodigt om binnen te lopen en je neer te zetten, helpt enorm. Je kan observeren hoe anderen reageren op een werk, of hoe kinderen errond spelen. Dan ontstaan de gesprekken vanzelf.’

Sara Weyns: ‘Deacon bedenkt volgens een bepaald numeriek systeem een spelregel voor zichzelf en speelt vervolgens met die regel. Zo komt hij tot verschillende variaties. Dat zie je bijvoorbeeld in de Infinity-reeksen’

VARIATIES

RICHARD DEACON. SOME TIME Tot 24.09.2017 Middelheimmuseum Middelheimlaan 61, Antwerpen www.middelheimmuseum.be

Met 29 werken biedt Some Time meer dan genoeg gespreksstof. Weyns: ‘De materialen variëren – er is werk in keramiek, hout, metaal – en soms lijken de werken hernemingen van ander werk, maar bijvoorbeeld op een andere schaal, of vanuit een ander perspectief. Dat zie je bijvoorbeeld in de

- 15-


Capital-M 2016 © Stefan Vanthuyne

Studenten in de picture De nieuwe masters van Sint Lucas en de Koninklijke Academie Spank Moons begon in 1971 als vijftienjarige te studeren aan wat toen nog de kunsthumaniora van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen was. Sindsdien noemt hij de academie zijn tweede thuis. Na zesentwintig jaar verbonden te zijn geweest aan de afdeling fotografie, houdt de doctor en docent in

de beeldende kunsten zich tegenwoordig voornamelijk bezig met het organiseren van tentoonstellingen. Deze zomer staat hij mee in voor Masters2017. Meet the Artists and Designers of Tomorrow. Die tentoonstelling presenteert de afstudeerprojecten van de masters van Sint Lucas Antwerpen en de Koninklijke Academie: ‘Je

- 16-

neemt best een fles water mee, want we gaan drie gebouwen vullen met kunst!’ Dit is de tweede editie van deze eindejaarstentoonstelling, die vorig jaar plaatsvond onder de titel Capital-M. Hoe kwam dit project tot stand? Spank Moons: ‘Stad Antwerpen is initiatiefnemer van de duotentoonstel-


ling. Ik denk dat zij wil pronken met haar kwaliteitsinstellingen. Dat betekent ook dat er middelen zijn voor de organisatie. We konden dit jaar niet in de Parkloods terecht, maar de productieleidster had al gauw acht mogelijke locaties. Campus Paardenmarkt is van de Universiteit Antwerpen. Zij biedt ons de locatie gratis aan. In feite is het dus een samenwerking tussen drie instellingen.’ Waarom slaan Sint Lucas en de Koninklijke Academie de handen in elkaar? ‘Het is interessant om twee instituten die complementair zijn aan elkaar, samen te brengen. De academie staat voor ambacht en “atelierschap”, Sint Lucas staat meer voor experiment. Vorig jaar heeft een curator van het Middelheimmuseum de tentoonstelling gemaakt. Uit de evaluatie bleek toen dat er beter met interne mensen gewerkt wordt, in dit geval Kurt Vanbelleghem van Sint Lucas en ikzelf. Dat is logisch, want wij zijn vaak in de instellingen aanwezig.’ Hoe ervaar je die samenwerking met studenten? ‘In de tentoonstelling kunnen de studenten niet alles tonen. Ze moeten dus kewuzes maken. Dat betekent ook dat ze in gesprek moeten gaan. Het is voor ons een kwestie om de studenten te leren kennen. Dat vind ik het interessante aan het werk als curator. Je bouwt een andere relatie op dan in een lessituatie. Ik moet geen punten geven, waardoor een ander soort gesprekken ontstaat – over wat de studenten willen en hoe ze kunnen reageren op mijn vraag als curator. Ik sta ondertussen een paar jaar voor mijn pensioen en realiseer me dat ik die jonge mensen ga missen. Je krijgt veel terug van hen: inspiratie, stimulans. Zij houden het vuur brandende.’ Wat mogen bezoekers dit jaar verwachten? Is er een tendens

te ontdekken in de afstudeerprojecten? ‘Diversiteit. Iedere student heeft zijn eigen signatuur. Velen van hen willen overigens in situ werken in functie van de ruimtes. Er zal dus veel nieuw werk te zien zijn. In eerste instantie wilden we zelf thema’s zoeken in de afstudeerprojecten, zoals “vluchtelingen” of “natuur”, maar dat zou geforceerd zijn. Wat daardoor opvalt, is de grote verscheidenheid in vorm en aanpak.’ Hoe vertalen jullie die verscheidenheid naar de opstelling? ‘De opbouw gebeurt organisch op basis van de voorkeuren van de studenten. Zo willen de studenten van de grafische afdeling van de academie graag samen exposeren. Kurt en ik maken de oefening, maar we moeten vooral naar de studenten luisteren, diplomatisch zijn en een vorm van kwaliteitsbewaking toepassen. We moeten als curator ook de idealen van de instellingen overbrengen.’ Op de website van Sint Lucas staat dat de studenten met elkaar en met de toeschouwer in dialoog zullen gaan. Wordt die dialoog bewust tot stand gebracht? ‘Kunst brengt altijd een dialoog op gang, hoewel “dialoog” misschien niet het goede woord is. Laat ons hopen dat toeschouwers een connectie maken, met het werk, met elkaar. Je kan ook afgestoten worden door iets. Maar ook dat is mooi.’ Wat is de meerwaarde van een masterstudie binnen de kunsten? ‘Dat bepaal je als student zelf. Het diploma op zich is misschien wel minder waard dan de portfolio die ermee samenhangt. Die is zeker belangrijk. Hun potentie, de belofte, en het vele werk dat in de portfolio is gekropen, moeten de studenten

- 17-

verzilveren gedurende de rest van hun leven. Tijdens hun opleiding moeten ze proberen te excelleren, maar vooral ook hun authenticiteit ontdekken en die vervolgens vasthouden. Ik denk dat je pas aan het eind van je leven kan zeggen wat je er echt aan gehad hebt. Wat je pad ook is, je wordt een ander mens door een kunstopleiding. Je instelling verandert, je wordt kritischer. De opleiding scherpt je observatievermogen en activeert je gevoelswereld, zodat schoonheid, het mooie en het edele, zelfs in de vuilste kunst te herkennen is.’ Welke rol speelt deze tentoonstelling in dat traject? ‘Op 4 juli komt het werkveld kijken: curatoren, galeristen, modemensen etcetera. Het is voor de meeste masters de eerste professionele tentoonstelling. Ze moeten ervan doordrongen raken dat het erbij hoort om jezelf in de picture te zetten.’ |Lise

Lotte ten Voorde MASTERS2017. MEET THE ARTISTS AND DESIGNERS OF TOMORROW 28.06-09.07.2017 Universiteit Antwerpen Campus Paardenmarkt Rodestraat 12, Antwerpen www.antwerpmasters.be

SPANK MOONS: ‘HUN POTENTIE, DE BELOFTE, EN HET VELE WERK DAT IN DE PORTFOLIO IS GEKROPEN, MOETEN DE STUDENTEN VERZILVEREN GEDURENDE DE REST VAN HUN LEVEN’


n e rare n e t n vo e l a

Tijdens Museumnacht komt het rijke culturele erfgoed van de Antwerpse musea tot leven in de mysterieuze sfeer van een zomeravond. Het evenement biedt bezoekers de kans om een verrassende tocht te maken langs onder meer de barokke schilderijen in het Rubenshuis, de intrigerende foto’s in het Fotomuseum en de eeuwenoude boekencollectie in Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.

Met 1 polsbandje zijn alle deelnemende musea toegankelijk tussen 19 uur en 1 uur 's nachts. Pendelbussen brengen bezoekers van het ene naar het andere museum Of wat dacht je ervan om eens rustig te snuffelen tussen de drukwerken van het Museum Plantin-Moretus, dat vorig jaar opnieuw zijn deuren opende? Met slechts één polsbandje zijn alle deelnemende musea toegankelijk tussen 19 uur en 1 uur ’s nachts. Hoewel de meeste locaties in het stadscentrum zich op wandelafstand

- 18-

van elkaar bevinden, worden tijdens Museumnacht ook pendelbussen voorzien om bezoekers eenvoudig van het ene museum naar het andere te brengen. Iedereen kan daarbij zijn eigen parcours uitstippelen. Daarnaast is het mogelijk een rondleiding met gids te boeken voor een thematische fietstocht langs enkele van de deelnemende musea.

Theekop met onderschotel, China, ca. 1740. Collectie DIVA, legaat Pierre Lunden © Hugo Maertens

Op zaterdag 5 augustus blijven tal van Antwerpse musea uitzonderlijk na sluitingstijd open voor Museumnacht. Tijdens dit jaarlijkse zomerevenement kunnen bezoekers voor de prijs van één ticket tot na middernacht terecht in meer dan twintig musea. Daarnaast worden op verschillende locaties evenementen en rondleidingen georganiseerd, en er is een spetterend afsluitingsfeest.

ls

ezien g n O e

ge

t

Museumnacht 2017


TAL VAN ACTIVITEITEN EN BIJZONDERE STUKKEN Tijdens Museumnacht worden bovendien tal van activiteiten georganiseerd. Zo kunnen bezoekers dit jaar voor de tweede keer gaan kijken naar de gelegenheidsexpo Ongezien #2. In deze tentoonstelling wordt het werk van onbekende kunstenaars voorgesteld aan het publiek, van schilderkunst tot juweelontwerp. In samenwerking met theatergroep Fameus en JongDOEK wordt ook een ware ‘artistieke marathon’ gepland, een performance waarbij jonge creatievelingen zich vrijwillig laten opsluiten in een van de deelnemende musea en op 24 uur tijd een voorstelling in elkaar boksen. Traditiegetrouw zullen er eveneens workshops, poëtische voorstellingen, kinderateliers en concerten te beleven zijn. Het eindeloze aanbod maakt het makkelijk om een interessant avondvullend programma samen te stellen, maar des te moeilijker om te kiezen. Nieuw dit jaar is dat elk deelnemend museum een bijzonder stuk uit zijn verzameling in de kijker plaatst. In elke vaste collectie is wel een vreemde eend te ontdekken die op het eerste gezicht niet in de kunstvijver van het museum thuishoort. 100% EXPO vroeg drie Antwerpse musea alvast hun rara avis voor te stellen.

houders, waarvan vele vervaardigd zijn in Antwerpen. Deze collectie is afkomstig uit het Sterckshof in Deurne en werd in 1975 aan het museum geschonken door jonkheer en kunstverzamelaar Pierre Lunden. De verzameling bevat daarenboven enkele unieke en waardevolle stukken porselein. Een bijzonder voorbeeld is de verfijnde Chinese theekop met schotel uit de achttiende eeuw links. Het stuk kwam wellicht via de Vereenigde Oostindische Compagnie vanuit China naar West-Europa als chine de commande, gepersonaliseerd porselein naar een Europees ontwerp. Dit is af te leiden van de twee figuren die afgebeeld staan op het kopje: een Franse hoornblazer en trompettist in Ottomaanse klederdracht. In onze streken was porselein een populair overzees handelsproduct en onmisbaar als luxueus servies tijdens prestigieuze diners. In het vernieuwde museum zal meer aandacht besteed worden aan contextstukken, onder andere bijzonder tafelgerei dat geen zilver of diamant is. Dit delicate kopje werd pas gerestaureerd en is tijdens Museumnacht in al zijn grootse verfijndheid te bewonderen.

PORSELEIN VAN LUNDEN (DIVA) DIVA op de Suikerrui is al enige tijd de broedplaats voor een nieuw belevingscentrum dat in het voorjaar van 2018 de deuren zal openen. De collectie van het museum, momenteel te bezichtigen in het Umicore Zilverpaviljoen en het Diamantpaviljoen in de schaduw van het MAS, focust op diamant, juwelen en edelsmeedkunst, en hun betekenis voor de geschiedenis van Antwerpen. Daarnaast bezit het museum een unieke zilvercollectie. Die bestaat uit zo’n 1400 luxueuze zilveren voorwerpen, zoals tafelbestek en kerkelijke relikwie-

Erfgoedbibliotheek, Membra disjecta

- 19-

MEMBRA DISJECTA (ERFGOEDBIBLIOTHEEK HENDRIK CONSCIENCE) Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience is een gevestigde waarde voor de conservatie van eeuwenoude letterkundige werken, Vlaams cultureel erfgoed en Antwerpse geschiedenis. De bibliotheek is gelegen in het historische stadscentrum aan het plein dat eveneens de naam van de Vlaamse schrijver draagt. Ze bezit niet alleen een indrukwekkende collectie originele drukwerken van Antwerpse en Nederlandstalige auteurs, maar ook een uitgebreide verzameling historische kranten en tijdschriften, jeugden schoolboeken en oorlogspers. Of wat dacht je van zeventiende-eeuwse dieetboeken of de liturgische collectie van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal? Voor Museumnacht koos Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience een ander, maar eveneens bijzonder stuk uit, al spreken we in dit geval beter over stukjes. In de verzameling van het museum bevinden zich immers ook heel wat snippers van eeuwenoude handschriften. Deze snippers, met een Latijnse term aangeduid als membra disjecta (letterlijk: verspreide lichaamsdelen), worden vaak gevonden bij het restaureren van


Karolien Boucquaert op Ongezien talent 2016

oude boekbanden. Daarin werden ze gebruikt als verstevigingsmateriaal. Hoewel ze omwille van hun functie en beschadigingen op het eerste gezicht waardeloos lijken, zijn deze membra disjecta fascinerend onderzoeksmateriaal omdat ze soms de enige overblijfselen zijn van middeleeuwse teksten. Zo bewaart de universiteitsbibliotheek van Gent vier snippers van het middeleeuwse verhaal Karel ende Elegast, waarvan de oudst bekende volledige versie van latere datum is. Momenteel is de erfgoedbibliotheek bezig haar verzameling snippers in kaart te brengen en te digitaliseren. Bovendien tracht ze van een aantal fragmenten te achterhalen tot welke teksten ze behoren.

EEN GRIEKSE TRAGEDIE DOOR NICOLE VAN GOETHEM (LETTERENHUIS) Het Antwerpse Letterenhuis bewaart een indrukwekkende verzameling Vlaams literair erfgoed, met onder andere duizenden brieven, manuscripten, dagboeken en zelfs dodenmaskers. Het museum profileert zich terecht als de ‘geheime kamer van de Vlaamse literatuur’ en stelt permanent zijn mooiste archiefstukken van de negentiende- en twintigste-eeuwse Vlaamse literatuur tentoon. Dit jaar staat Museumnacht in het Letterenhuis volledig in het teken van vrouwen. Voor de gelegenheid haalt het museum een uniek audiovisueel werk van Nicole Van Goethem uit de kast. Deze Antwerpse cartooniste schreef en tekende in 1985 de korte animatiefilm Een Griekse tragedie en won hier twee jaar later de Academy

- 20-

Award voor Beste Korte Animatiefilm mee, tot op heden een unicum in de Belgische filmgeschiedenis. De film, die slechts een kleine zeven minuten duurt, speelt zich af in het oude Griekenland, waar drie zichtbaar vermoeide kariatiden al eeuwenlang een timpaan ondersteunen. Het Letterenhuis bewaart het uitgebreide archief van Van Goethem, dat onder meer bestaat uit storyboards, affiches, schetsen, brieven en foto’s. Tijdens Museumnacht zullen eveneens tekeningen van haar hand te zien zijn. | Sarah Verheyen

MUSEUMNACHT 2017 05.08.2017 Een overzicht van de activiteiten, de deelnemende musea en alle praktische informatie vind je op www.museumnacht.be.


AVANT-GARDE IN ZWART-WIT Kanttekening bij het werk van Suzy Embo

Peter Benoy was van 1991 tot 2005 directeur van Theater Zuidpool. Hij schildert en schrijft over beeldende kunst en theater.

In boeken over de naoorlogse avant-garde kom je haar naam geregeld tegen bij de fotocredits, maar verder is haar werk in de luwte gebleven. Ten onrechte. De tentoonstelling in het Fotomuseum (FOMU), dat sedert 1996 haar volledige archief bezit, is dan ook een soort eerherstel. Niets te vroeg, want Suzy Embo is 80 jaar geworden.

menteel werk deelnam aan Foto ‘59, georganiseerd door de Antwerpse kunstenaarsgroep G58, vermeldde de catalogus dat ze fotografeerde sinds haar zestiende en al tentoongesteld had in Oostende, Antwerpen, Brussel en Keulen. Ongetwijfeld heeft de ‘subjectieve fotografie’ van Otto Steinert haar in die beginperiode sterk beïnvloed. Hij zocht aanknoping bij vernieuwers uit het interbellum, zoals Man Ray en László Moholy-Nagy, en streefde naar een meer individualistische en subjectieve benadering van het medium, waarbij abstractie de toon zet.

Suzy Embo (pseudoniem van Suzy Seuntjens, Antwerpen, °1936) omschrijven als de fotografe van de Cobrabeweging – wat nog vaak gebeurt – is niet alleen onjuist, maar doet ook afbreuk aan de betekenis van haar werk. Wanneer Cobra in 1951 een punt zette achter een Suzy Embo, Jam session Pierre Alechinsky, La Bosse, 1969 © FOMU / Suzy Embo kort maar heftig bestaan, was Embo vijftien jaar. Geen rook zonder ARTISTE PHOTOGRAPHE/PHOTOGRAPHE vuur echter. Jaren later zou ze tekeD'ARTISTES nen voor talloze bekende portretten In de jaren zestig kreeg de evolutie van voormalige Cobrakunstenaars als van Suzy Embo een nieuwe impuls. Pierre Alechinsky, Karel Appel, Pol Ze begon portretten van kunstenaars Bury, Corneille, Christian Dotrete maken en toonde hen, in reekmont, Asger Jorn, Walasse Ting en sen, terwijl ze aan het werk waren, Reinhoud. Met laatstgenoemde huwzoals Alechinsky met zijn cyclus de ze in 1964. Les yeux ouverts. Naast fotografe die deel uitmaakte van de avant-garde Dat Embo een vroegbloeier was, (‘artiste photographe’) werd Embo nu lijdt geen twijfel. Wanneer ze naast ook fotografe van die avant-garde onder anderen Filip Tas en Frank (‘photographe d’artistes’). Ze verkende Philippi met intrigerend experi-

- 21-

alle hoeken van het artistieke veld, met oog voor nieuwe bewegingen en initiatieven. Zo werd haar naam verbonden aan onder meer EXPRMTL, het festival voor experimentele film te Knokke, aan de publicaties van de laatsurrealistische groep Le Daily-Bul en aan het experimentele theater van Frédéric Baal, Laboratoire Vicinal. Ze fotografeerde voor Maurice Béjarts Ballet van de XXste Eeuw en voor de controversiële voorstelling Masscheroen, die haar auteur, Hugo Claus, in de rechtbank deed belanden. Ook met de Amerikaanse beeldhouwster van Oekraïense origine Louise Nevelson heeft ze samengewerkt, om haar catalogi te documenteren. Wanneer ze in 1972 de kans kreeg haar objectief te richten op André Breton, de peetvader van het surrealisme, resulteerde dat in een uniek en iconisch portret dat zijn weg heeft gevonden naar talrijke publicaties. En er is veel meer: ik denk bijvoorbeeld aan de intense soberheid van de meer dan dertig foto’s van De Venetiaanse zonneblinden, of aan publicaties als Plu Kifekler (1969) en Album et noir (1973). Het werk van Suzy Embo is vooral een unieke getuigenis over de Belgische kunstwereld in het woelige tijdsgewricht van de jaren zestig en zeventig. | Peter Benoy

SUZY EMBO – ARTISTE PHOTOGRAPHE – PHOTOGRAPHE D'ARTISTE 23.06-01.10.2017 FOMU Waalsekaai 47, Antwerpen www.fomu.be


Elviera Velghe en Ingrid Stevens in gesprek met Thomas Abelshausen © Artur Eranosian

Kunstzaken Het culturele veld en het bedrijfsleven versterken elkaar Ingrid Stevens en Elviera Velghe leerden elkaar kennen in de aanloop naar Museumnacht 2015. Ingrid is zaakvoerder van Leo Stevens & Cie, puur en persoonlijk vermogensbeheer. Elviera is directeur van

het Fotomuseum. Het klikte meteen bij hun eerste ontmoeting. Ze hielden contact en bouwen samen aan een brug tussen het culturele veld en het bedrijfsleven.

- 22-

Ingrid is de galante gastvrouw voor ons gesprek in een prachtig ingericht burgerhuis op het Antwerpse Zuid. ‘We hielden met Leo Stevens & Cie jarenlang kantoor in de diamantwijk. Ik heb altijd veel affiniteit gehad met kunst, dus toen we een bijkomend pand zochten, keken we rond in de museumbuurt.’ Voor aanvang van het


interview wisselt Ingrid vriendschappelijkheden uit met Elviera en daarbij wordt hartelijk gelachen. De twee leerden elkaar in 2015 kennen toen Prospekta, het Antwerpse centrum voor kunstcommunicatie, ondernemers met een groot hart voor cultuur uitnodigde om een museum een duwtje in de rug te geven tijdens Museumnacht. ‘Ik koos voor het Fotomuseum’, vertelt Ingrid, ‘omdat ik het zo’n ongelofelijk dynamische plek vind. Ik vroeg me af: Waar kan ik een verschil maken? Toen heb ik duidelijk aangegeven: “Ik neem dit mandaat serieus. Gebruik mij. Wat kan ik doen?” Zo ben ik bij Elviera terechtgekomen.’ Toen een jaar later, in voorbereiding op Museumnacht 2016, een jury werd samengesteld om inzendingen van het grote publiek te beoordelen voor de gelegenheidstentoonstelling Ongezien talent, engageerde Ingrid zich opnieuw. Ingrid: ‘Ik dacht: Oei, ik ben daar toch niet voor opgeleid?’ Toch liet ze zich overtuigen. Elviera: ‘Je voelt snel of iemand kwaliteit aanvoelt. Ik kan zeggen dat Ingrid dat gevoel voor kunst heeft. Dat zie je ook aan de inrichting van dit kantoor.’

MOGELIJKHEDEN ZIEN Een van de cruciale eigenschappen van een goede ondernemer is het zien van mogelijkheden. Dat zintuig is bij Ingrid bovengemiddeld ontwikkeld: ‘De beelden die we met de jury selecteerden en die werden getoond tijdens Museumnacht, hingen daar maar één

Ingrid Stevens: ‘Ook in ons financieel magazine licht ik nu telkens het werk van een fotograaf toe’

avond. Doodzonde, nietwaar? Toeval wou dat we net op dat moment de uitbreiding van onze kantoren afrondden. De wandelgang tussen het oude, klassieke deel van het herenhuis en de moderne loft erachter richtte ik in als een kleine exporuimte. Ik had alleen nog geen werken om er te hangen. Tijdens Museumnacht vroeg ik de geselecteerde fotografen: “Wat zouden jullie ervan vinden als ik jullie werk in die ruimte presenteer?” Iedereen reageerde enthousiast. ‘De foto’s verhuisden naar ons kantoor en bleven er tot het einde van het jaar hangen. Ik maakte ook een kort artistiek cv van de verschillende fotografen. De bedoeling is nu om elke zes maanden andere jonge kunstenaars de kans te geven om te exposeren.’

JONGE FOTOGRAFEN ÉN EEN MUSEUM COACHEN Wanneer cliënten van het ene gebouw naar het andere wandelen, passeren ze de exporuimte. Velen spreken Ingrid aan op de foto’s. ‘Dat levert boeiende, menselijke gesprekken op’, vertelt ze. ‘En ook in ons financieel magazine licht ik nu telkens het werk van een fotograaf toe. Jonge mensen kansen geven, dat is echt mooi. Het is trouwens ook fantastisch voor die ruimte, hé. Ik zit nu bij wijze van spreken op de eerste rij en leer al die kunstenaars kennen. Zij bellen me af en toe met vragen als “Hoe zou ik dit aanpakken?” of “Hoe kan ik dat doen?” Ik moedig hen aan, bijvoorbeeld om visitekaartjes te laten maken, of geef hun zelfvertrouwen een duwtje in de rug wanneer ze worstelen met de prijszetting.’ Door vanuit haar ondernemersachtergrond mee te kijken over de schouders van jonge kunstenaars, reikt Ingrid hun inzichten aan die op weinig kunstscholen of academies te rapen vallen: ‘Je voelt dat je daar een groot verschil kan maken. Dat vind ik waardevol.’

SAMENWERKEN Elviera stipt de complementariteit van de samenwerking met Ingrid aan: ‘Dat

- 23-

Elviera Velghe: ‘Voor mij als kunsthistorica is het interessant om te horen hoe een ondernemer een museum zou leiden. Ingrid en ik houden contact, met af en toe een mailtje of een telefoontje. Dan wisselen we van gedachten’

soort advies kunnen wij als museum moeilijk geven. Wij coachen jonge fotografen op een andere manier, bijvoorbeeld via ons magazine .TIFF, waarin we elk jaar tien jonge fotografen een platform bieden. Met hen leggen we ook een heel traject af. Hoe presenteer je jezelf en je foto’s? Hoe vertel je over je werk? Hoe vind je je weg in de culturele wereld? Maar hen wegwijs maken in het zakelijke en financiële luik, dat is niet aan ons besteed. En laat ons eerlijk zijn: verkopen zit jonge kunstenaars vaak niet in de vingers.’ Elviera gebruikt Ingrid soms zelf als klankbord. Naast artistieke leiding heeft het museum ook op zakelijk vlak richting nodig. Elviera: ‘Voor mij als kunsthistorica is het interessant om te horen hoe een ondernemer een museum zou leiden. Ingrid en ik houden contact, met af en toe een mailtje of


Dimitri Desiron, South Route, laureaat Ongezien talent 2016

een telefoontje. Ik vind het belangrijk om je er als museum van bewust te zijn dat subsidies niet oneindig zijn en dat je ondernemend kan en moet nadenken. De lat komt steeds hoger te liggen. Niet alleen het team streeft naar meer kwaliteit, ook onze bezoekers zijn veeleisender geworden. Daar gaan we graag mee aan de slag. Een museumdirecteur moet daarom over de eigen muren kijken en zakelijke opportuniteiten zien. Ingrid kan me daarbij helpen.’

NAAR ELKAAR TOEGROEIEN Met welke vragen klopt Elviera zoal aan bij Ingrid? ‘Het Fotomuseum heeft een vriendenwerking van geëngageerde particulieren, mensen die ons met hun interesse of engagement voor fotografie ondersteunen. Daarnaast is het de bedoeling om bedrijfsvrienden te vinden. Dat is bijvoorbeeld een traject dat we samen aftasten.’ Ingrid: ‘Ik kan dat soort ideeën alleen maar toejuichen. Het culturele veld en de bedrijfswereld kunnen zo meer naar elkaar toegroeien. Dat kan op verschillende manieren tot uiting komen, gaande

van een avondje uit met medewerkers, klanten en partners of het creëren van verzamelingen tot het opzetten van een stichting, een mecenaat of partnerschap.’ Elviera bevestigt het potentieel van dergelijke samenwerkingen: ‘Zelf ben ik vooral bezig met het artistieke kader. Ingrid reikt niet alleen ideeën aan, maar kan ook ondersteunen met haar netwerk, en adviseren bij de aanpak.’ Ingrid: ‘Een ondernemer moet af en toe een stap terugzetten om met andere ogen naar een project of een uitdaging te kijken. Kunst vernieuwt en brengt je weer in contact met intrinsieke waarden. Dat is cruciaal, zeker in de wereld waarin we vandaag leven. Kunst laat toe om ratio en emoties, het reële en het denkbeeldige, prestatie en plezier te combineren. Het is een communicatiehefboom die toelaat om nieuwe horizonten te verkennen.’

HOGER DOEL? Wat ze samen willen veranderen? Elviera: ‘Een museum is meer dan een contemplatieve plek waar wordt

- 24-

Ingrid Stevens: ‘Geloof me: het gaat echt niet alleen over centen en procenten. Het gaat ook over wederzijds begrip en het creëren van een goede, gezonde verstandhouding’


Elviera Velghe: ‘Als het enkel om het geld te doen was, zou onze relatie snel verzuren’

Philip Gils, Zonder titel, laureaat Ongezien talent 2016 Ramy Moharam Fouad, Zonder titel, laureaat Ongezien talent 2016

Bastiaan Van Aarle, Zonder titel, laureaat Ongezien talent 2016

nagedacht over het verleden. Het is meer dan ooit een plaats waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Waar in onze samenleving kan je spontaan met iemand van twintig jaar jonger of ouder praten en een gezellige babbel hebben over iets inhoudelijks? Waar heb je die mogelijkheid tot verdieping nog?’ Dat het Fotomuseum die rol opneemt, bewees het de voorbije jaren met tentoonstellingen rond thema’s als de Panama Papers en de Arabische Lente. Elviera: ‘We hebben nog veel meer ideeën om in te spelen op maatschappelijke trends en de veranderende behoeftes van mensen, maar te weinig middelen om die allemaal uit te voeren. Ofwel doe je dan minder, ofwel zoek je andere manieren om je ideeën te realiseren.’ Daar sluit Ingrid zich volmondig bij aan: ‘We zijn allemaal mensen en voelen allemaal die behoefte om met anderen contact te maken. Ook in mijn vak. Geloof me: het gaat echt niet alleen over centen en procenten. Het gaat ook over wederzijds begrip en het creëren van een goede, gezonde verstandhouding. Als private bankers zijn we een compagnon de route die binnen een vertrouwensrelatie cliënten en hun familie begeleidt om hun belangen optimaal te verdedigen en hun doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren. Inlevingsvermogen is daarbij essentieel. In het Fotomuseum kijk je letterlijk door de lens van iemand anders naar de wereld: elke kunstenaar roept een eigen wereldbeeld op. Zo ervaar je de dingen op een andere manier.’ Elviera: ‘Als het enkel om het geld te doen was, zou onze relatie snel verzuren. Het is meer dan dat: het zijn interesses die samengaan, het is elkaar versterken met feedback, coaching en wederzijdse inspiratie.’ | Thomas Abelshausen

ONGEZIEN #2 Port of Creative Antwerp 05.08-27.08.2017 Entrepotkaai 1, Antwerpen www.museumnacht.be en www.cultuurmarkt.be

- 25-


Frank Maieu, De Wachtkamer Š Jort Van Leemputten


CHEZ LE DOCTEUR FREUD Zeven kunstenaars maken met zeven mini-expo’s de zomer in Galerie De Zwarte Panter. Frank Maieu is een van hen. In een weelderige, expressieve beeldtaal componeert hij zijn visie op het leven tot een gedetailleerd maatschappijkritisch verhaal. Dat overgiet hij steevast met ironie, zelfrelativering en seksuele connotaties. De zes andere kunstenaars die tentoonstellen, zijn: Frédéric Arditi (Bois gravés), Nibbrig (Bois, bronzes et céramiques), Jacques Lennep (Grijs = kleur), Raymond Minnen (Vreihijd – geleikhijd – broederleikhijd), Benoit Piret (Vox clamantis) en André Stas (La méthode quatre-quatre et autres dessins). 02.07-03.09.2017 (gesloten 03-06.07) Galerie De Zwarte Panter Hoogstraat 70-74, Antwerpen www.dezwartepanter.com


PARELS UIT VASTE COLLECTIES

Temptation pensionaat DE ART-NOUVEAUWINTERTUIN VAN HET URSULINENINSTITUUT Tegen het einde van de negentiende eeuw was overal in Europa een rijke, liberale burgerij ontstaan die haar materiële welstand te danken had aan de doorgedreven industrialisering en het groeiende kapitalisme. Deze nieuwe bourgeoisie etaleerde haar vooruitstrevendheid en decadente fijnzinnigheid maar al te graag, wat in haar biotoop bij uitstek – de moderne grootstad – leidde tot de ontwikkeling van een nieuwe stijl: de art nouveau. Toch is een van de grootste parels van deze internationale stijl in België niet te bewonderen in Brussel of Antwerpen, maar in een katholiek klooster in het landelijke OnzeLieve-Vrouw-Waver, in de buurt van Mechelen.

Rond 1900 was het klooster van de voor die tijd verrassend progressieve Ursulinen niet alleen een plek voor gebed en meditatie. Het stond ook bijzonder hoog aangeschreven als betalende kostschool voor de dochters van begoede burgers uit binnen- en buitenland. België genoot internationale faam als jonge, moderne industriestaat en scoorde ook met zijn onderwijsaanbod in progressief katholieke kringen. Maar liefst een kwart van de leerlingen van de normaalschool in Onze-Lieve-Vrouw-Waver kwam van buiten de landsgrenzen: uit Rusland, Afrika, de Verenigde Staten en zelfs Latijns-Amerika.

WELKOM IN HET PARADIJS Wanneer jonge meisjes in het pensionaat arriveerden, werden ze samen

Wintertuin © Guido Van den Bogaert

met hun ouders welkom geheten in een paradijselijke omgeving vol wuivende palmbomen en varens, ontluikende bloemen en sierlijk afgebeelde vogels. Een kleurrijk tongewelf in glas-in-lood overdekte de ontvangstruimte. Een meer luxueuze entree kon men zich niet voorstellen.

- 28-

De constructie in glas en ijzer was in 1900 heel trendy en sloot aan bij de sociale achtergrond van de kostschoolmeisjes. De kosmopolitische, katholieke burgerij stond immers helemaal open voor de art nouveau, die gebruikmaakte van de nieuwe materialen van de industriële revolutie die haar rijk had gemaakt. De


en zuidzijde van de ruimte stellen de ochtend en de avond voor, terwijl een spiegelend wateroppervlak met een onbeweeglijke reiger bezoekers laat wegdromen bij een gestileerde maagdelijke natuur.

VOORUITSTREVENDE URSULINEN Ook pedagogisch volgden de Ursulinen een zeer vooruitstrevend spoor, waarbij ze kunst beschouwden als een belangrijke component van het opvoedingsproject. Hiermee vonden ze aansluiting bij de internationale l’art à l’école-beweging, die vooropstelde dat kinderen moesten opgroeien in een kunstzinnige omgeving en van jongs af aan vertrouwd dienden te worden gemaakt met hedendaagse kunstuitingen. Ook de jongedames in Onze-Lieve-Vrouw-Waver moesten oog leren hebben voor esthetiek en hun goede smaak ontwikkelen. Op muzikaal vlak kregen de meisjes bijvoorbeeld een heuse pianogalerie ter beschikking.

moderne vormgeving van deze openbare ruimte staat in schril contrast met de neogotiek die je aantreft in de rest van het kloostercomplex. Deze negentiende-eeuwse retrostijl voor hoofdzakelijk kerken en kloosters verwijst op zijn beurt rechtstreeks naar de christelijke middeleeuwen.

De wintertuin van de Ursulnen is een paradijselijke temptation die je niet direct verwacht in een deftig katholiek klooster of een schoolomgeving. Met sensuele lijnen en prachtige kleuren wordt de symboliek van de opkomende en ondergaande zon virtuoos uitgebeeld in de glas-in-loodramen. De boogvelden aan de noord-

- 29-

Aantrekkelijke architectuur en een ruim aanbod aan kunst en cultuur zijn vandaag de dag minder vanzelfsprekend in een schoolse context. Moeten de ruimtes en het lessenpakket niet vooral rationeel en utilitair zijn? Wat er de voorbije decennia in Vlaanderen aan schoolgebouwen is bijgebouwd, valt niet altijd onder het begrip ‘goede smaak’. Vanuit die optiek beschouwd is een bezoek aan dit een frivole paradijs een zinnenstrelende ervaring. Nog interessanter is echter de kosmopolitische visie op kunst en cultuur die aan de basis ligt van deze art-nouveauwintertuin. Achter het esthetische credo schuilt een pedagogisch engagement voor kunst en cultuur dat vandaag verrassend nouveau is. | Guido Van den

Bogaert WINTERTUIN Tot 31.10.2017 elke zondag om 14.30 uur een gewone rondleiding van twee uur Ursulineninstituut Bosstraat 9, Onze-Lieve-Vrouw-Waver www.visitwintertuin.be


3x Axel Vervoordt Bestaat er dan toch een manier om het aantal uren in een dag te verdubbelen? Als je de realisaties van Axel Vervoordt op een rijtje zet, lijkt het wel zo. Niet alleen organiseert hij een expo met werk van Michel Mouffe en cureert hij voor de Biënnale van Venetië een tentoonstelling in het Palazzo Fortuny, ook de recente verbouwing van het M HKA nam hij voor zijn rekening.

HET NIEUWE M HKA De look-and-feel van het museum compleet herdefiniëren en afstemmen op een breed en gevarieerd publiek. Datzelfde museum positioneren als een plaats om kennis te maken met de Vlaamse beeldcultuur en topkunstenaars. Vlaanderen internationaal op de kaart zetten als historisch en hedendaags centrum voor beeldende kunst. Dat was de drievoudige missie waaraan Axel Vervoordt en de Japanse architect Tatsura Miki in 2015 begonnen. Sinds eind april is ze volbracht. In het museum werden verschillende zones gecreëerd, met elk een eigen focus en verhaal. De verwelkomende hal biedt plaats aan een interactieve videowall met informatie over het museum en aan een nieuwe leeszaal met publicaties die aansluiten bij de collectie. Deze leeszaal moet het hart en het brein van het M HKA worden. Verderop is de permanente basiscollectie met referentiewerken van onder meer Panamarenko, Luc Tuymans en Jimmie Durham vanaf nu gratis toegankelijk.

1

De zone voor tijdelijke tentoonstellingen behield haar flexibele karakter, maar de ruimtes kregen wel een duidelijke architecturale articulatie. Met deze realisatie bewijst Axel Vervoordt dat het niet nodig is om een gebouw tegen de vlakte te gooien en opnieuw van nul te beginnen. Ook door een bestaande setting op een hedendaagse manier te versterken, kan een bijzondere museale ervaring worden gecreëerd.

M HKA Leuvenstraat 3, Antwerpen www.muhka.be

MICHEL MOUFFE

Michel Mouffe is een schilder die versluiert. Hij bouwt zijn werk op met transparante lagen. Elk van die lagen voegt een betekenis toe aan het mysterie van het werk, om uiteindelijk samen met de andere lagen te versmelten tot een bijna immaterieel geheel, een vat vol mogelijkheden. In Mouffes werken gedraagt het oppervlak zich als een huid, de sluier over het menselijk lichaam. De huid

© M HKA

- 30-


3 Anish Kapoor, White Dark VIII 2000, JP Gabriel

omhult en beschermt, en is tegelijkertijd een kwetsbare poort naar de buitenwereld. Ze geeft vorm aan onze identiteit, kan littekens of boodschappen bevatten. De meest fragiele vorm van communicatie verloopt via de huid. Ook de werken van Mouffe zijn fragiel. Hun betekenis ligt niet in wat onmiddellijk wordt getoond, maar eerder in wat onder het canvas, met al zijn littekens en uitstulpingen, verborgen ligt.

Michel Mouffe Tot 14.07.2017 Axel Vervoordt Gallery Stokerijstraat 19, Wijnegem www.axel-vervoordt.com

Michel Mouffe, La Montagne de l'Ange

INTUITION IN VENETIË Op de tentoonstelling die hij samen met Daniela Ferretti voor de 57ste Biënnale van Venetië cureert, wil Axel Vervoordt vragen oproepen over de bron van creativiteit. Dat doet hij onder de noemer Intuition. In het unieke kader van het Palazzo Fortuny gaan belangrijke hedendaagse kunstenaars een dialoog aan met klassieke en moderne werken. Naast intuïtie staan ideeën over dromen, telepathie en paranormale fantasie centraal, over meditatie en inspiratie ook. De bedoeling? Onderzoeken hoe intuïtie in alle delen van de wereld en in alle culturen vorm geeft aan kunst, en hoe ze de kunstenaar helpt om een onmiddellijke

- 31-

link te creëren tussen twee werelden, tussen het concrete en het mystieke. De fascinatie die groepen en bewegingen als Gutai, Cobra en Zero in deze context voor tijd en ruimte hadden, wordt geïllustreerd door werken van Shiraga, Alechinsky, Uecker en Fontana. De intuïtieve ervaring die het creatieve proces aandrijft, wordt dan weer benadrukt door werken van onder anderen Kandinsky, Klee en Klimt.|Myriam Augustijnen

INTUITION Tot 26.11.2017 Palazzo Fortuny Campo S. Beneto 3780, Venetië www.fortuny.visitmuve.it


LUK

m r o t s e b l r e e t m e e n e H olk w

VA

OM O S N

I

WA E D N

R

ANDE

, r e


Hoe leg je de ziel bloot van een kunstenaar gefascineerd door hemelvaarten en verschijningen, maar ook door de kosmos en de klassieke oudheid? Luk Van Soom is bezig met grote thema’s. Griekse, Romeinse en andere goden worden gretig uitgedaagd, hun zijn of niet-zijn onderzocht. In gedachten hoor je de bazuinen schallen tijdens de barokke expo Achter de wereld.

matozoïde. ‘Ik maak multiples in verschillende versies. Ik 3D-printte er zelfs in polyurethaan en liet er ook frezen uit een vol blok aluminium. Nieuwe technieken fascineren me mateloos.’ Er is ook een vier meter grote versie van Pallas op komst, met een cockpit in plexiglas: ‘Als een Airstreamcaravan.’ Van Sooms ogen twinkelen. ‘Panamarenko’ flitst door ons hoofd, maar dit werk is organischer. Al is de humor soms vergelijkbaar.

Een kunstenaar wiens werkplaats ‘Wolkenatelier’ heet, verdenk je niet van een vlakke wereldvisie. Luk Van Soom (°1956) overschouwt graag: wetenschap, religie en mythologie. Bovenal is hij een technisch onderlegd maker. Zijn huis en ateliers bouwde hij eigenhandig, vertelt de grijzende Kempenaar terwijl hij ons meetroont naar de opslagplaats met de honderden mallen die zijn beelden telkens opnieuw tot leven doen komen – de harde schijf van een lange beeldhouwerscarrière. Ook de tuin met zijn groene buxushagen vol vloeiende lijnen en ronde vormen legde de kunstenaar zelf aan. Sculpturen zoals een gouden krul op een boomstam – Evolutie achter Jupiter (1993) – en een monumentale bronzen golf – Frozen Wave (2012) – verlenen de plek een bevreemdend aura. Onwillekeurig kijk je of er geen faun panfluit zit te spelen aan de oevers van de Kleine Mark, die de tuin in tweeën deelt. ‘Ik zou meubelmaker worden, maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en dus trok ik naar de academie’, vertelt Van Soom. Zijn metier heeft zijn wortels in de vakschool, zijn artistieke vlucht vertrekt van het ambachtelijke. Boetseren. Wat volgt zijn bronzen sculpturen, gegoten in vuurvaste mallen, met een onmiskenbare stilistische handtekening.

Luk Van Soom is nooit zwaar op de hand. Jerom Forever (2012) heet een van zijn beeldjes: een gespierde mannenfiguur die de wolken uiteenduwt. Oh Superman (2010), Jezus in supermanpose, schopte het zelfs tot bij een verbouwereerde paus Franciscus. Antropomorf of niet: larger than life moeten zijn sculpturen wel zijn. Die grootsheid en de relatie met grote thema’s tussen hemel en aarde worden mooi voorgesteld in de pas verschenen monografie Into View, waarin verschillende bewonderaars aan het woord komen – ook niet-kunstkenners als alzheimerexperte Christine Van Broeckhoven en astronaut Frank De Winne. ‘Luk Van Soom speelt in op mijn nieuwsgierigheid door wezens te creëren die afkomstig zijn uit een wereld die doet denken aan de onze, maar toch nét even anders is’, zegt De Winne. Zo is het maar net.

Luk Van Soom, Oh Superman

JEZUS IN SUPERMANPOSE Vier decennia beeldhouwen worden in de Warande onder de aandacht gebracht. In die jaren is Van Soom nooit helemaal uit beeld geweest; zijn dwingend aanwezige oeuvre is te zien op tientallen pleinen en in parken in België en Nederland. Op de tentoonstelling is er plaats voor sleutelwerken als Een kosmisch verlangen (2005), een vijf meter grote gewichtheffer, en de voornoemde Frozen Wave. Die gespierde interpretatie van De grote golf van Kanazawa van de Japanse kunstenaar Hokusai uit 1832 komt gevaarlijk aanrollen voor Van Sooms eigen Wolkenatelier. Ook de zilveren sterren Orde in het Universum (2005) zijn in Turnhout te zien. Net als een variant op Pallas (1985), naar het befaamde Citroënmodel. Dit werk stond ooit in het Middelheimmuseum en meerde later aan in Oostende, in de schaduw van de Mercator.

MEESTER-WERK Luk Van Soom is ook leermeester, een meester in de oorspronkelijke zin. Beeldhouwen doceerde hij eerst aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, daarna aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en tegenwoordig in Breda. Met jongens van de technische vakschool bouwde hij zijn Wolkenatelier, een kettingboogvormige poort die verwijst naar de Spaanse architect Gaudi. Het atelier staat open voor studenten die met grote mallen willen leren werken. Mallen op de schaal die Luk Van Soom gebruikt, maak je niet aan de kunstacademie. Silicone, kunststoffen en brons zijn duur. ‘Er zijn er al veel gepasseerd hier’, glimlacht Van Soom. ‘Niko Van Stichel bijvoorbeeld, nu directeur van de academie van Sint-Niklaas, maar ook opkomende talenten als Edith Ronse en Elleke Frijters.’ Het zijn stuk voor stuk kunstenaars die wilden blijven leren en ook zichtbaar door Van Soom beïnvloed zijn.

OH SUPERMAN, JEZUS IN SUPERMANPOSE, SCHOPTE HET ZELFS TOT BIJ EEN VERBOUWEREERDE PAUS FRANCISCUS

Uit vroegere creaties als Pallas haalt Luk Van Soom inspiratie voor nieuw werk. Mini-uitvoeringen houden het midden tussen een alien, een bathyscaaf en een sper-

- 33-



LUK VAN SOOM: 'DE TOESCHOUWER IS GETUIGE VAN EEN GEBOORTE DIE WORDT AANGEKONDIGD, MAAR NOOIT PLAATSVINDT.' In recent werk, de sarcofaagreeks, maakt Van Soom zijn werkproces zichtbaar. In De betovering van Sint-Sebastiaan (2015) houdt hij bewust achter wat het eindproduct zou moeten worden. De toeschouwer is getuige van een geboorte die wordt aangekondigd, maar nooit plaatsvindt. De klei waarmee Van Soom boetseert en waarover hij een gipsen mal aanbrengt, wordt verwijderd. De mal en het houten skelet dat hem ondersteunt, blijven achter, waarna de holle binnenkant van de mal wordt beschilderd met goudverf. Het negatief beeld interpreteren je hersenen als een positief: optisch bedrog dat ook de toeschouwer binnenstebuiten keert. Luk Van Soom, Arm van Adam

Luk Van Soom

Luk Van Soom, De betovering van Sint-Sebastiaan

Tot de inspiratiebronnen van Van Soom behoort ook het Romeinse beeld van de Laocoöngroep. Verder is hij een bewonderaar van Michelangelo. In Turnhout toont hij De arm van Adam, een gipsen model van Door de zich aarzelend sluitende wolken (2007), een beeld dat gebaseerd is op De schepping van Adam, het bekendste fragment uit Michelangelo’s fresco op het plafond van de Sixtijnse Kapel. Fors, krachtig, ten hemel reikend – en in de interpretatie van Luk Van Soom mét de juiste anatomische proporties: ‘Die bovenarm moest tien centimeter langer.’ | Wieland De Hoon

Luk Van Soom, Pallas

- 35-

LUK VAN SOOM. ACHTER DE WERELD 11.06-20.08.2017 de Warande Warandestraat 42, Turnhout www.warande.be www.lukvansoom.com


Niet zonder risico Ontmoetingen in het MAS

Pé Vermeersch en Paul Vandenbroeck © Guido Van den Bogaert

De tentoonstelling Encounters/Ontmoetingen heeft iets onvoorspelbaars en ondefinieerbaars. Het is geen klassieke kunsthistorische tentoonstelling gewijd aan een specifieke kunstenaar of periode uit de kunstgeschiedenis. Noch is ze geografisch afgebakend of chronologisch opgebouwd. Integendeel. De expositie toont kunstwerken en anonieme artefacten uit de meeste uiteenlopende disciplines, tijdvakken en culturen. Curator Paul Vandenbroeck en choreografe Pé Vermeersch, die samen het concept van deze tentoonstelling uitwerkten, dagen het publiek uit om van de geijkte paden af te wijken.

OP EIGEN RISICO De tentoonstelling bestaat uit verschillende clusters van drie of vier werken. Het is aan de toeschouwer om verbanden te leggen, maar vooral om met heel zijn lichaam en al zijn zintuigen de zorgvuldig uitgekozen kunstwerken te ervaren. Intuïtie en beleving spelen hierin een centrale rol. Die ‘ontmoeting’ met de kunstwerken houdt een zeker risico in. Encounters/Ontmoetingen is een esthetisch avontuur dat de bezoeker uit de comfortzone van het verstandelijk begrijpen haalt. Om die reden zijn er ook geen verklarende zaalteksten of gegidste bezoeken: voorkennis of culturele bagage is niet vereist. ‘Als alles alleen maar draait rond begrijpen, moet je geen kunst maken’, zegt kunsthistoricus Paul Vandenbroeck,

- 36-


Mas, Encounters © Yourt

UNIVERSELE VORMENTAAL

die sinds 1980 verbonden is aan het KMSKA en in de loop van zijn carrière heel diverse projecten cureerde. Sinds 2003 is hij ook deeltijds hoofddocent aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de KU Leuven. De door de wol geverfde onderzoeker maakt met dit project een heel persoonlijke synthese. Hoewel de tentoongestelde werken op het eerste gezicht niets met elkaar te maken lijken te hebben, hebben ze wel degelijk iets gemeen. Vandenbroeck: ‘Ik heb mij jaren beziggehouden met alleen maar kijken naar kunst van alle continenten en alle culturen. Daaruit leerde ik dat er gedeelde esthetische energieën zijn. Wat de tentoongestelde werken gemeen hebben, is de spanning van het ervaringsgeladene: orde of chaos of rust, of een andere energie. Op basis van dergelijke analogiën heb ik de clusters samengesteld.’

Met choreografe Pé Vermeersch deelt Vandenbroeck de artistieke leiding van Radicale Harten, centrum voor verschillende kunsten, antropologie en therapie. Ze houden zich al jaren bezig met vragen over artistieke bezieling en de oorsprong van een universele vormentaal. Vandenbroeck: ‘Een moslim of een hindoe zal weinig voeling hebben met de christelijke iconografie en vice versa. Als iets je echt raakt, komt dat niet door een gedeelde achtergrond, een thema, de daaraan gekoppelde emotie of een concept. Een kunstwerk raakt je op grond van wat je tegemoet komt vanuit de vorm.’ Voor Vandenbroeck en Vermeersch wortelt artistieke bezieling in het lichaam. Ook hier tasten de onderzoe-

- 37-


Paul Vandenbroeck: ‘Ik heb mij jaren beziggehouden met alleen maar kijken naar kunst van alle continenten en alle culturen. Daaruit leerde ik dat er gedeelde esthetische energieën zijn’

ker en de choreografe grenzen af. Vandenbroeck: ‘De bemiddeling tussen kunstwerk en toeschouwer gebeurt via het lichaam. Een van de inzichten waartoe ik ben gekomen – en langs een totaal andere weg ook Pé – is dat elk esthetisch gebaar, elke esthetische keuze ontstaat vanuit het lichaam.’

DANSMARATHON Tijdens de hele duur van de tentoonstelling zal er regelmatig worden gedanst in de tentoonstellingsruimte. De dansers begeven zich tussen de toeschouwers, zonder de barrière van een podium. Ook tussen hun bewegingen in de ruimte en de kunstwerken is er geen grens. De choreografie van Vermeersch wil echter geen letterlijke uitbeelding zijn van de clusters of een verhaal erbij. Ze wil de tentoonstelling in de eerste plaats ‘adem’ geven en de gevoelswerelden en spanningsvelden van de tentoongestelde kunstwerken blootleggen. Elke dag wordt er drie uur gedanst door een internationaal gezelschap van vijf dansers. Omdat de performances steeds anders zijn, zorgt elk bezoek voor een andere ervaring.

SENSIBILITEIT Aangezien het esthetische en het lichamelijke voor Vermeersch onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, staat in haar choreografie de sensibiliteit van het lichaam centraal. Over die grote emotionele gevoeligheid van het menselijk lichaam leerde ze veel tijdens haar dansopleiding in Japan. Vermeersch: ‘In het Westen staat men nog altijd zeer onwennig tegenover deze sensibiliteit, die je intuïtie zou kunnen noemen en waarmee overigens ook een hoge mate van luciditeit gepaard gaat. Dat lijkt contradictorisch, maar het gaat om een aanvoelen als een helder weten.’ De voorbereidingen voor de creatie en de training waren gericht op het ontwikkelen van deze sensibiliteit. Door

bewuste beleving worden de zintuigen gescherpt. Vermeersch: ‘Tijdens onze eerste afspraak zijn we geblinddoekt in de natuur gaan wandelen. We zijn ook naar de kust geweest om zeelucht in te ademen en hebben ons aan een vuur gewarmd. We wilden vertrekken van een lichaam dat voeling heeft met de natuur en van de ademhaling. Prepare your body and then come to form. Veel culturen hebben een eigen stijl. Ik wil met deze choreografie stijlen cultuuroverschrijdende dans maken.’

- 38-


EEN TRANSCULTURELE TENTOONSTELLING ‘Encounters at risk’, zoals de creatie oorspronkelijk heette, werd in december 2004 door Vandenbroeck en Vermeersch geconcipieerd. Het is de verdienste van het MAS en het KMSKA om het creatieve duo nu de ruimte te geven voor deze transculturele tentoonstelling. | Guido Van

Pé Vermeersch: ‘Prepare your body and then come to form’

den Bogaert

Pé Vermeersch: ‘Er is een sensibele relatie tussen de dansende lichamen en de clusters met kunstwerken. Om de kwaliteit van een werk in kant uit te drukken, moeten we bijvoorbeeld nadenken over tijd en ruimte. Kantwerken is heel fijn werk en vergt veel tijd. Dus wil ik bepaalde bewegingen heel langzaam uitgevoerd zien’ ENCOUNTERS/ONTMOETINGEN Tot 20.08.2017 MAS Hanzestedenplaats 1, Antwerpen www.mas.be

- 39-


De openbare ruimte Overal is kunst te vinden. In musea en galeries, maar ook op rotondes en pleinen, in parken, op daken en in gevels van gebouwen ... Veel van die kunstwerken zijn om een specifieke reden in de openbare ruimte geplaatst en meer dan eens gaat er een boeiend verhaal achter schuil. Sommige daarvan kennen we nog allemaal, andere worden al jaren niet meer doorverteld.
 Achteloos lopen we voorbij deze stille maar zo vertrouwde getuigen. 100% EXPO trekt de straat op en vertelt het vergeten verhaal van een van hen.

Van ufo naar vliegenier DAN GRAHAM EN PANAMARENKO OP HET SINT-JANSPLEIN


Panamarenko is geboren en getogen in de Seefhoek, op een steenworp van het Sint-Jansplein. Jarenlang was zijn ouderlijk huis in de Biekorfstraat, nu beheerd door het M HKA, zijn woning en atelier. Hij creëerde er het overgrote deel van zijn wereldwijd bekende oeuvre. Wanneer in de jaren negentig de plannen voor de heraanleg van het Sint-Jansplein worden uitgetekend en het budget ruimte laat voor een ‘plastische interventie’, lijkt Panamarenko dan ook de perfecte kandidaat. Maar uiteindelijk wordt besloten om de internationale kaart te trekken.

DAN GRAHAM AAN ZET

Panamarenko, Pepto Bismo © commons.wikimedia.org

De opdracht wordt uitbesteed aan de vermaarde Amerikaanse kunstenaar Dan Graham, die werkt rond politieke, sociale en psychologische ideeën over waarnemingspatronen. Voor het Sint-Jansplein ontwerpt hij Funhouse for the Children, een paviljoen dat bestaat uit een gebogen glaswand en een gymnastiekvloer. Het kan dienen als voetbalkooi, primitief theater en spiegelpaleis. In de notulen van de collegezitting van donderdag 26 juni 1997 wordt opgenomen dat het kunstwerk moet ‘gekaderd […] worden in een totaalconcept in overleg met kunstenaar Dan Graham en de betrokken buurt en hiervoor [zijn] maximaal twee maanden […] voorzien.’ Alle goede wil, de keuze voor stevige materialen en het doorwrochte concept ten spijt, raakt het paviljoen binnen de kortste keren beschadigd. Terwijl de restauratiewerken nog aan de gang zijn, amper zes weken later, wordt het werk dusdanig beschadigd dat het instort. Eerst wordt nog gesproken van een constructiefout of een ongeluk met de trekhaak van een marktkramer, maar uit gesprekken met omwonenden blijkt dat het om vandalisme gaat. ‘Blijkbaar hebben we te weinig rekening gehouden met

de “hardheid” van het plein’, zegt schepen van Cultuur Eric Antonis in De Morgen van 2 mei 2002. Cel Crabeels, beeldend kunstenaar en destijds woonachtig in de wijk, maakte in 2004 een documentaire over de plaatsing en vernieling van Grahams kunstwerk. Hij maakte zijn videowerk als casestudy over de vraag of en hoe je hedendaagse kunst in een stad kan integreren. Grahams spiegelpaleis was als een ufolanding: wereldvreemd in een volksbuurt waarvan de geschiedenis en het heden zijn verweven met migratie.

THUISMATCH VOOR PANAMARENKO Na heel wat getouwtrek over de bestemming van de overblijfselen van Grahams werk is de volgende vraag wat er voor in de plaats moet komen. ‘Ik blijf bij mijn standpunt dat deze wijk een duur kunstwerk verdient’, benadrukt provinciaal afgevaardigde Frank Geudens op 5 april 2002 in Gazet van Antwerpen. Het hele verhaal met Graham zou uiteindelijk ruim 260 000 euro kosten.

een skelet van stokken dat hij met behulp van allerlei vulsels levensecht maakte, monteerde hij schoenen, een jeansbroek en een vestje van Chanel dat hij in Madrid had gekocht. Daarna hardde hij de constructie uit met epoxyverf. Van dit werk, dat in Denemarken staat, werden zes bronzen afgietsels gemaakt. Een daarvan heeft Panamarenko aan de stad geschonken.’ Duur wordt het dit keer dus niet; de stad hoeft enkel de sokkel te betalen. Het is bovendien het eerste beeld van de bekende Antwerpenaar dat in zijn thuisstad in de openbare ruimte wordt geplaatst. Het wordt ingehuldigd op 22 mei 2003. ‘Aanvankelijk had de stad bedacht dat er een smeedijzeren hekje rond de sokkel moest komen tegen vandalisme, maar men was bang dat dat tot sluikstorten zou leiden en dus zag men ervan af.’ Sindsdien heeft Willemse maar een keer een propeller moeten vervangen. ‘Het is het juiste beeld op de juiste plek.’

EIND GOED, AL GOED Nu komen Panamarenko en zijn galeriehouder Ronny Van de Velde aan zet. Ze bieden een bronzen versie van Pepto Bismo aan, een figuur in brons met op de rug een aluminium frame waarop zes echte vliegtuigmotoren zijn bevestigd. Of hij landt of vertrekt, is niet duidelijk, maar het staat vast dat de marmeren zuil op het Sint-Jansplein zijn thuishonk is. Het beeld is een prachtige samenvatting van Panamarenko’s gevoel voor poëzie, zijn dromen en zijn fascinatie voor techniek: de propellers hebben elk een hefvermogen van twintig kilo en draaien in tegengestelde richting, zodat Pepto Bismo echt zou kunnen opstijgen. ‘Het originele beeld was een pop met Panamarenko’s eigen kleren aan’, vertelt Hans Willemse, die verbonden is aan het M HKA en verantwoordelijk voor het Panamarenkohuis. ‘Op

- 41-

‘Kunst een plek geven in de openbare ruimte is heel moeilijk’, zegt Crabeels. ‘Je kan niet iets neerplanten zonder eerst de buurt uitgebreid te consulteren. Het is niet raar dat er zo heftig wordt gereageerd op een sculptuur die niet lijkt op iets bekends en die geen functie heeft. Het is typisch dat de glazen huisjes die toegang geven tot de parking er nog staan, terwijl ze uit dezelfde materialen zijn opgetrokken als het werk van Graham. Misschien moeten we het idee van “kunst voor de eeuwigheid” herzien. Al had Funhouse for the Children van mij wel iets langer mogen blijven’, lacht hij. Sinds 2007 staat Grahams werk in het Middelheimmuseum als Belgian Fun. Ook de documentaire van Crabeels is in de collectie van het museum opgenomen. | Lise Lotte ten Voorde


Herbronnen in Achterbos JAKOB SMITS (1855-1928)

Jakob Smits, De vlakte, collectie Jakob Smitsmuseum, in langdurige bruikleen

Smits’ boodschap was voedsel voor de ziel voor een schare jonge kunstenaars - 42-


Jakob Smits, De vijver in het park te Brussel, 1925, collectie Groninger Museum. Foto: John Stoel

Als reactie op de snel voortdenderende trein van de vooruitgang ontstonden in de negentiende eeuw op meerdere plaatsen in Europa kunstenaarskolonies. Doorgaans waren het afgelegen plekken waar schrijvers en schilders – ver weg van de wild om zich heen grijpende verstedelijking en industrialisering – kwamen om te ‘onthaasten’. Bekende

uit binnen- en buitenland - 43-

voorbeelden zijn het Franse Barbizon, het Duitse Worpswede en het Belgische Sint-MartensLatem.

In het Antwerpse trok het jonge artistieke geweld rond de eeuwwende met de trein naar Kalmthout om er idyllische heidezichten te borstelen. Of ze zochten in Achterbos het voorbeeld op van Jakob Smits, de tot Belg genaturaliseerde Nederlander


pressionisme en meer symbolistische schilderijen over de idyllische, serene etsen en grote olieverfcomposities uit het begin van de twintigste eeuw tot de naoorlogse doeken met hun dikke, gekorrelde verflaag, hun vereenvoudigde lijnvoering en hun schilderkunstige lofzang op het licht. Verder kan je onder meer het decor van Smits’ schilderijen verkennen tijdens een wandeling door het schilderachtige Mol-Achterbos. Met de erfgoedapp op je smartphone (te downloaden via www.erfgoedapp.be) ontdek je bovendien tal van boeiende weetjes over Smits, de Molse school en Achterbos. En in Mol-Centrum kan je in de etalages van een twintigtal winkels op zoek gaan naar Smits en andere kunstenaars. Uit alle correct ingevulde formulieren van deze zoektocht wordt een winnaar getrokken die wordt beloond met een mooie prijs. | Walden

EXPO TOT 16.07.2017 Jakob Smitsmuseum Sluis 155a, Mol

Jakob Smits, Malvina, 1892, collectie Jakob Smitsmuseum

die bijzonder in de smaak viel op de salons van de Antwerpse vereniging Kunst van Heden. In de omgeving van Mol bracht Smits de geestesadel van het harde boerenleven tot uitdrukking. In zijn tekeningen en schilderijen documenteerde hij een zogenaamd eenvoudige bestaansvorm die bedreigd werd door de overal oprukkende modernisering. Smits’ boodschap was voedsel voor de ziel voor een schare jonge kunstenaars uit binnen- en buitenland. Dat bleek in 1907 op de door Smits begeesterde Internationale Kunsttentoonstelling te Mol. Door hem was Achterbos uitgegroeid tot een trekpleister voor Belgische, Nederlandse, Duitse

en zelfs Amerikaanse misfits die op Kempische bodem kwamen speuren naar een schoonheid die ze elders in de moderne wereld niet langer meenden te vinden.

VEERTIG KEER SMITS Naar aanleiding van het veertigjarig bestaan van het Jakob Smitsmuseum vinden in Mol tal van activiteiten plaats die de eens als voorzichtige opstandeling gevierde kunstenaar opnieuw in de kijker plaatsen. Het museum verzamelde voor de gelegenheid topwerken uit de collecties van privépersonen en musea in binnen- en buitenland. Samen bieden zij een intimistisch overzicht van Smits’ oeuvre: van de vroege werken in de lijn van het Haagse im-

- 44-

WANDEL HET SCHILDERSPAD MET DE ERFGOEDAPP Tot 16.07.2017 Parochiecentrum Ten Aerenkorf Achterbos 76, Mol ZOEKTOCHT: JAKOB SMITS ZOMERT IN 'T CENTRUM Tot 31.08.2017 Dienst toerisme Markt 1a, Mol www.jakobsmits.be


BEELDENTUIN HUGO VOETEN Kunst dient niet om opgeborgen te worden achter gesloten deuren. Ze moet toegankelijk zijn, zichtbaar voor iedereen. Dat was het motto van verzamelaar Hugo Voeten, die begin mei overleed. In zijn private beeldentuin in Geel bracht hij ruim 200 werken van 35 kunstenaars samen in openlucht. Verschillende van hen werden gecreĂŤerd op maat van de locatie en gaan in dialoog met het landschap. In het vijftien hectare grote domein, elke dag (behalve zondag) toegankelijk voor gereserveerde groepsbezoeken, gaat bijzondere aandacht naar de omstreden Duitse beeldhouwer Arno Breker. Van hem zijn meer dan twintig werken te bewonderen. Zowat twaalf kilometer verderop biedt een oude graanfabriek aan het Kempisch Kanaal onderdak aan een ander deel van de imposante kunstcollectie van 1880 tot heden die Hugo Voeten voor het publiek openstelde. ART CENTER HUGO VOETEN Vennen 23, Herentals BEELDENTUIN HUGO VOETEN Hazenhout 17-19, Geel www.artcenter.hugovoeten.org

Foto boven: Wim Delvoye Dump truck, 2006, cortenstaal Foto's midden: Velichko Minekov, Omhelzing, 1976, marmer / Pavel Koitchev, Vrouw, 1977/2001, brons Foto onder: Krum Damianov, Corrida, 2004, koper, brons, email


Woord verklaard wandelboulevard (de), neologisme, samenstelling waarvan het eerste lid betekent: 1 oorspronkelijk tot wandelweg herschapen bolwerk; 2 lange, brede, gewoonlijk met rijen bomen beplante straat

Binnen de onneembare vesting van de tijd ademt de stad de jaren in en uit. Zij bouwt, zij breekt af, herbouwt om andermaal te slopen, te herrijzen, haar tentakels te spreiden – op het ritme van voortschrijdend inzicht graaft en stapelt zij zichzelf een bestaan; zij is een bouwput waarin de geschiedenis steen voor steen wordt opgehoogd. En tussen de Antwerpse littekens en stille getuigen van eeuwen slingeren zich van generatie op generatie de verhalen, als straten met de klinkende namen van figuren wier faam gedoemd is te worden vergeten.

aaneenschakeling van leien te zijn, met geprangd tussen de Handels- en de Nijverheidslei de Kunstlei. Die benaming voor de huidige Frankrijklei suggereerde dat ooit, midden in het nieuwe, nabijgelegen Stadspark, een museum was voorzien. Maar voor een kunsttempel bleek in dit burgerlijk oord van welvoeglijk vertier uiteindelijk geen plaats. Hier, waar de ‘lunet van Herentals’ aanvankelijk een driehoekige uitstulping van de vesting vormde, primeerde het promeneren.

- 46-

Rond 1900 een lei om op de dag des heren als zelfbewuste burger opgekleed te paraderen, ontvangt Nicaise De Keyser tegenwoordig dagelijks een parade van pendelaars, passanten en kooplustigen in wel vaker versleten jeans. Het aards paradijs ligt niet langer buiten het bereik van de stad, maar achter de vitrines van de Meir. Halverwege hun intrede wandelen de drommen voorbij een boulevard van Antwerpse verhalen, het bolwerk van mijn generaties jeugdherinneringen, de bouwput voor nieuwe Leien. En voor nieuwe histories voor nieuwe kinderen. | Ewald

Peters STADSFOTOGRAAF Vijftien zeer verschillende fotografen presenteren het werk dat ze de afgelopen jaren maakten voor Stadsfotograaf Antwerpen , een project dat in 2011 werd opgestart door Roger Smulewicz van Gallery Fifty One. In een stad die zowel op demografisch als op stedenbouwkundig gebied razendsnel evolueert, vatten deze fotografen niet alleen hun haat-liefdeverhouding met de stad in emotionele beelden, maar ook haar geschiedenis van morgen. MAS-Wandelboulevard Hanzestedenplaats 1, Antwerpen www.mas.be

René Guiette, Zonder titel, 1967, Maurice Verbaet Art Center

Zij, de geschiedenissen van Moretus, De Keyser en Brialmont, zijn de fundamenten van mijn vroegste herinneringen, verzameld aan de hand van een plichtsbewuste peetoom. In de voetsporen en © Jasper Léonard de vertellingen van zijn eigen jeugd. Zowat zestig jaar eerder was het de grootvader die aan zijn De proeftuin voor het Stadspark kinderen zowel de grootsheid als de was vanaf 1845 de Promenade de kleinste hoekjes en kantjes van de Longchamps, een wandelweg op het familiale haven toonde, zoals ook glacis van de vesting die de edele hij ze op zijn beurt als kleuter had dames en heren kreetjes van verontdekt. In zondagse kleren. Toen rukking ontlokte omdat hij uitzicht het doek van het fin de siècle nog bood op konijnen, soortgenoten en moest vallen. het ongerepte natuurschoon van het buitengebied. Zijn verhaal begon op de dorpel van een neoclassicistisch herenhuis, op de Wanneer de weg aan de buitenzijdes resten van de vesting die sinds Alva van de Herentalse lunet wordt uitde stad in veiligheid en bedwang had gebreid tot een mondaine dreef met gehouden – ‘den Boulevard’ in de vier rijen iepen en tamme kastanjes, volksmond van sinjoren. Wat in de en vervolgens met burgerhuizen aftaal van Napoleon dus niet toevallig gezoomd, krijgen de schone kunsten verwijst naar het Middelnederlandse alsnog een eervolle vermelding. Van ‘bolwerc’ of verschansing, heette ook Eyck mag zich straatnaam noemen, voor de Groote Oorlog officieel een net als De Keyser, al moet deze por-

tret- en historieschilder snel schuiven voor Quinten Matsijs. Sindsdien verbindt hij de oude binnenstad met de sporen waarop de moderne tijd Antwerpen binnenstoomde.


UP

DATE AGENDATIPS VOOR DE ZOMER


ZWARTE POËZIE – EMILE VERHAERENMUSEUM Emile Verhaeren was eind negentiende, begin twintigste eeuw het typevoorbeeld van de kosmopolitische schrijver die niet ongevoelig bleef voor moderne sensaties. Hiermee onderscheidde hij zich van de meeste andere artistieke vertegenwoordigers van de Belgische culturele elite. Verhaeren staat dus bekend als de dichter van de grootstad, maar heeft ook tedere liefdesgedichten geschreven en bundels met zwarte, getormenteerde poëzie die de sfeer van het fin de siècle ademen. Deze

René Guiette, De Clowns, 1939

RENÉ GUIETTE – MAURICE VERBAET ART CENTER (WAW BUILDING) Na een vroege expressionistische fase werkt de Antwerpse kunstschilder René Guiette (1893-1976) begin jaren 1930 met kubistische elementen in de stijl van Picasso. Zijn contacten met onder meer Jean Dubuffet en Jackson Pollock echoën in het steeds grotere belang van de materie in zijn schilderijen. Gaandeweg zullen de onderwerpen van Guiette opschuiven naar de grens van het figuratieve. Ze worden opgehoogd of gegraveerd in de dikte van de massa, die is samengesteld uit diverse materialen, zoals zand, gips en vodden. Deze retrospectieve toont een boeiende selectie werken uit het oeuvre van de kunstenaar. Ze besteedt bovendien aandacht aan zijn broer, essayist, vertaler en dichter Robert Guiette, die in Parijs in contact kwam met onder meer Fernand Léger en Blaise Cendrars, en die een bevoorrechte getuige was van René’s artistieke ontwikkeling.

Tot 29.10.2017 Mechelsesteenweg 64A, Antwerpen www.verbaet.com

Odilon Redon, Mes doigts, 1888

- 48-


tentoonstelling richt de aandacht op die laatste aan de hand van de originele uitgaven en de bijbehorende prenten van de Franse symbolist Odilon Redon. Speciaal voor de tentoonstelling hebben enkele hedendaagse kunstenaaars werken gecreëerd die aansluiten bij deze zwarte poëzie.

18.06-26.11.2017 Emile Verhaerenstraat 71, Sint-Amands www.emileverhaeren.be

VAN ADERLATING TOT DIALYSE – ZNA STUIVENBERG (MUSEUM VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE GEZONDHEIDSZORG) In 2017 is het precies vijftig jaar geleden dat in het Stuivenbergziekenhuis de eerste hemodialyse plaatsvond. Hierbij wordt een kunstnier gebruikt om afvalstoffen en vocht uit het lichaam van een nierpatiënt te verwijderen. Sindsdien zijn talloze mensen met deze behandeling geholpen. Aan de uitvinding van de kunstnier (en de latere niertransplantatie) gingen eeuwen van wetenschappelijk onderzoek vooraf: naar de functie van de nieren, de nierafwijkingen die aan basis liggen van ziekteverschijnselen en zelfs overlijden, en naar mogelijke behandelingen. Met als ondertitel Nierziekten door de eeuwen heen vertelt deze tentoonstelling de geschiedenis van de behandeling van nierziekten. Welke technieken gebruikte men vroeger om bloed te zuiveren? Wanneer werden nierdialysetoestellen in gebruik genomen? Wanneer vond de eerste niertransplantatie plaats? Dit alles kom je te weten via tal van documenten en historische voorwerpen.

Tot 20.12.2017 Lange Beeldekensstraat 267, Antwerpen www.museumgeneeskunde.be

Breeze 2017 @ Victoriano Moreno

BREEZE 2017. RÓZA EL-HASSAN – RED STAR LINE MUSEUM (LOODS)

FREDERIK VAN SIMAEY EN MANOR GRUNEWALD – DE GARAGE

Met Breeze 2017 nodigt de Hongaars-Syrische kunstenares Róza El-Hassan de toeschouwer uit om na te denken over het actuele vluchtelingenprobleem. De installatie is een reflectie van haar eigen zoektocht naar antwoorden op praktische en existentiële vragen over onderweg zijn, thuiskomen en ergens thuishoren. De ‘dome’ die El-Hassan bouwde, met tekeningen en sculpturen eromheen, staat symbool voor een school in Syrië. De koepel wordt voorgesteld als een echte schuilplaats, met een kosmische dimensie: een zon te midden van planeten. Breeze 2017 is ook het startschot van Veldwerkers, een project waarvoor het Red Star Line Museum actief op zoek gaat naar verhalen van mensen die recent gemigreerd zijn naar Antwerpen. Zo wil het museum zijn collectie over landverhuizers uitbreiden met hedendaagse levensverhalen en nieuw migratie-erfgoed.

Voor NOTHINGCOMPARESTOYOU zoeken kunstenaars Frederik Van Simaey en Manor Grunewald bewust de samenwerking op. Van Simaey recycleert en transformeert alledaagse, ogenschijnlijk waardeloze voorwerpen en materialen tot kunstwerken. Op een verbeeldingsvolle en soms geestige manier verandert hij met een minimale ingreep hun betekenis, waardoor een spanning ontstaat tussen concept, verwachting en werkelijkheid. Grunewald maakt schilderijen, studies en sinds kort ook objecten. Ook hij werkt doorgaans met gevonden beeldmateriaal, waarbij hij elementen op een geheel eigen manier filtert en verwerkt tot hybride, bevreemdende beelden. De ambigue verhouding tussen idee en experiment, orde en chaos, creatie en destructie daagt de toeschouwer, net als in Van Simaeys werk, uit: om stil te staan en te proberen de afstand met zijn verbeelding te overbruggen.

Tot 17.09.2017 Montevideostraat 3, Antwerpen www.redstarline.be

24.06-27.08.2017 Onder den Toren 12, Mechelen www.cultuurcentrummechelen.be

- 49-


SPEEL EN WIN 1 2 3 4 5 6 7 8

1 2 3 4 5 6 7 8

Zij portretteerde Pierre Alechinsky, Karel Appel en Reinhoud Door hem groeide Achterbos uit tot een trekpleister voor Belgische, Nederlandse, Duitse en zelfs Amerikaanse misfits Tentoonstelling in het Emile Verhaerenmuseum Ontmoetingen in het MAS Antwerps museumgebeuren op 5 augustus Directeur met stevige wandelschoenen onder het bureau Kunstenaar met eigen wolkenatelier Naam van overleden privéverzamelaar uit Herentals

Wedstrijd 100% EXPO – nummer 18 Oplossing: la gestuelle Winnaars: Magda Dielen - Merksem, Jan Goethals - Turnhout, Camilla Steen - Kontich, Chris Van de Rostyne Assenede, Pierre Van Boeckel - Hove

Mail het woord dat we zoeken vóór 15 augustus 2017 naar expo@100procentcultuur.be en maak kans op 5 x 2 duotickets voor de expo Schitterend Verlangen in het MAS.

Zij ontvangen een duoticket voor Museumnacht op 5 augustus 2017.

Vergeet niet je adres te vermelden.

- 50-


Bezoek gratis de Antwerpse musea tijdens de Cultuurmarkt van Vlaanderen


HEROPENING OPENING OP 08. 09.17

.

www extracity org

.

Eikelstraat 25–31 / 2600 Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.