Geloof
‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’ Marcus 9: 24
2
Geloof 3
Ik geloof in God zoals een blinde gelooft in de zon, niet omdat hij ze ziet, maar omdat hij ze voelt. Phil Bosmans
4
Geloof Geloof: wat is dat? ‘Ik geloof dat het gaat regenen’ – zeker weten doe je het niet, het lijkt waarschijnlijk. ‘Ik geloof in God’ – dan heeft geloof een religieuze betekenis. Als het om ‘geloven’ gaat is dat woord voor sommige mensen synoniem aan vertrouwen. Voor anderen is geloven bijna een zeker weten. Voor weer anderen gaat het woord juist gepaard met twijfel. Geloof: het is niet enkel een ’gemoedstoestand’: het overkomt je en je blijft lekker zitten waar je zit. Geloof doet ook een appèl op je wil en je verstand. En het vraagt om daden. U heeft een boekje ‘vol van geloof’ in handen met citaten uit de Bijbel, uitspraken van ‘mensen van naam’ en gedicht- en liedteksten van bekende schrijvers. Het sluit aan bij het eerste woord van de trits ‘geloof hoop liefde’ waarmee de Protestantse Kerk zich presenteert. Een boekje voor eigen inspiratie, om cadeau te doen, of om erbij te pakken als u niet meer weet wat u geloven moet. Er is al een boekje met teksten over ‘hoop’ en een boekje met teksten over ‘liefde’ verschijnt in 2011. Samen vormen ze een serie van drie.
Er zijn van het geloof geen bewijzen, wel getuigen. 5
6
Geloof Geloof krijgen we van God altijd slechts zo veel als we voor de dag van vandaag nodig hebben. Het geloof is het dagelijks brood dat God ons geeft.
7
Vraag Je kent me van vroeger, je weet mijn inslag, je weefde mijn aard. En nu kom ik bij je, al ben ik gerafeld, je blijft mijn maker. Straks val ik stil, aan het eind van mijn dagen val ik uit elkaar. Ik ben het maar, toch wil ik je vragen, bewaar me. Houd mij bij je, hoe of wat dat zien we wel later. Ik vertrouw je, maker van mij, maak mij heel. Jaap Zijlstra
8
9
Hij zal jou vangen 10
De springer en de vanger Henri Nouwen over een groepje vrienden die als trapeze-artiesten bij het circus werken: Op een dag zat ik met Rodleigh, de leider van de groep, in zijn caravan te praten. Hij zei: “Als ik spring, moet ik absoluut vertrouwen op degene die mij moet vangen. Jij denkt misschien, net als de meeste toeschouwers, dat ik de grote ster ben van de trapeze. Maar de echte ster is Joe, die me vangt. Hij moet me op het exacte moment uit de lucht plukken als ik mijn verre sprong naar hem maak.” ”Hoe lukt dat?” vroeg ik. “Wel” zei Rodleigh “het geheim is dat ik het vangen geheel aan Joe overlaat en zelf niets doe. Als ik na mijn salto’s op Joe afkom, moet ik gewoon mijn armen en handen uitstrekken en wachten tot hij me vangt en me veilig thuisbrengt.” “Dus jij doet niets!” zei ik verbaasd. “Niets” herhaalde Rodleigh. Toen Rodleigh dit met zoveel overtuiging zei, flitsten de woorden van Jezus door mijn hoofd: “Vader in uw handen beveel ik mijn geest.” Sterven is vertrouwen in de vanger. Zorgen voor de stervende is zeggen “Wees niet bang, je bent een geliefd kind van God. Hij zal er zijn wanneer jij je verre sprong maakt. Probeer Hem niet te vangen, Hij zal jou vangen. Strek alleen je armen en handen uit en vertrouw, vertrouw, vertrouw.”
11
Het geloof is een oase in het hart, die nooit bereikt zal worden door de karavaan van het denken. Kahlil Gibran
12
Geloof is er niet om de wereld te verklaren, maar om het er in uit te houden. Prof.dr. A. van Egmond
13
14
Als ik maar
Als ik maar bereikbaar blijf, aanraakbaar voor het hevigste, het liefste het tederste. Mens tot het uiterste, tot het innigste ontroerbaar. Als ik mij maar niet terugtrek, niet verlies in onaandoenlijkheid. Niet meer te bewegen, mens onbewogen, verkilde, versteende ik. Als ik mij maar laat vinden. Hans Bouma en Otto Dicke
bereikbaar blijf
15