Jg.14/4 Milieu & Natuur

Page 1

Jaargang 14, nr. 4 - 2012

› Buiten

spelen, een kinderrecht

› Kijken

naar de toekomst

› Feesten

met MOS


Woord vooraf Voor mij is deze editie heel bijzonder. Sinds kort ben ik als gedeputeerde bevoegd voor de thema’s milieu en natuur. Een winternummer vormt een ideaal moment voor een terugblik. En ik kan alleen maar vaststellen dat de provincie Limburg al jaren een voortrekker is op het vlak van natuuren milieubeleid. Er waren baanbrekende biodiversiteitprojecten als ‘Gemeenten Adopteren Limburgse Soorten (GALS)’ en ‘Soorten en Landschappen, dragers voor Biodiversiteit (SOLABIO)’. Ook op milieuvlak zet onze provincie bakens uit. ‘Limburg gaat klimaatneutraal’ heeft buiten een degelijke wetenschappelijke onderbouw ook een stevige organisatiestructuur gekregen met klimaatparlement, Cleantech do-tanks, het coöperatief Limburgs Klimaatfonds en 44 klimaatgemeenten. De provincie Limburg zette ook op de Limburgse Bosgroepen in waardoor zij uitgroeiden tot de belangrijkste bosbeheerorganisatie in Limburg. Tijd om op onze lauweren te rusten hebben we echter niet. Er staan grote uitdagingen voor de deur: klimaatadaptatie, het opstarten en uitvoeren van projecten in het kader van ‘Limburg gaat klimaatneutraal’, onze gemeenten nog meer op maat ondersteunen, Limburgers dichter bij de natuur brengen enzovoort. Met de verhuis van het Provinciaal Natuurcentrum naar Craenevenne wordt alvast gezorgd voor een stevige verankering van de provinciale initiatieven rond onderzoek naar biodiversiteit, natuur- en milieueducatie, documentatie en netwerkontwikkeling. Al die uitdagingen vragen om frisse ideeën, veerkracht, doordachte beslissingen en actie. Samen met de ploeg van provinciale natuur- en milieumedewerkers zet ik graag mijn schouders onder dit verhaal. Een ding is zeker: Limburg kan er alleen maar sterker door worden. En Mi&Na houdt jullie van al onze plannen op de hoogte. Ludwig Vandenhove, gedeputeerde van Leefmilieu

2 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

Limburg.be: een nieuwe site voor de (Lim)burger Limburg.be werd volledig vernieuwd. Ook het deel Milieu & Natuur onderging een heuse facelift en kreeg een nieuwe naam: ‘Klimaat & Milieu’. Alles wat de provincie doet op het vlak van milieu, natuur, klimaat, enz. vind je er terug. Om de Limburger nog meer te betrekken bij het provinciaal beleid, werden interactieve elementen ingebouwd en is er ingezet op sociale media. Zo vind je er o.a. de Facebook- en Twitterpagina’s van de klimaatcampagnes op terug. Eén kalender presenteert alle provinciale evenementen, initiatieven, infoavonden, lezingen … De selectie gebeurt met een simpele muisklik. Kiezen op datum? Of toch liever op thema? Geen probleem, alles kan. Maar er is meer. Als intermediair bestuur wil de provincie Limburg haar dienstverlening naar belangrijke partners als gemeenten en scholen verbeteren. Dat zal gebeuren door de uitbouw van de zogenaamde ‘extranetten’. Op die manier wordt interactief informatie op maat aangeboden. Begin 2013 hoor je hier zeker meer over. Benieuwd naar de nieuwe website en natuurnieuws? Surf dan naar www.limburg.be of www.limburg.be/klimaatenmilieu. Met een ‘abonnement’ op ‘Nieuws op maat’ blijf jij op de hoogte van de thema’s die jij belangrijk vindt. Ook aan de smartphones is gedacht: gebruik daarvoor de link m.limburg.be.


DOSSIER - Buiten spelen: een kinderrecht! Klimmen in bomen, sjouwen met takken en verstoppertje spelen achter struiken: kinderen moeten kunnen ravotten en zich verbonden voelen met de natuur. Vroeger was dat de gewoonste zaak van de wereld. Vandaag zijn ‘buitenspelers’ een uitzondering. Er zijn de verleidingen van de beeldschermen, het grotere onveiligheidsgevoel, maar zeker ook het verdwijnen van het groen in de buurt. Het contact dat kinderen met de natuur hebben beperkt zich vaak tot reizen, jaarlijkse bosklassen, natuurfilms of natuursites op internet. Toch is buiten spelen van cruciaal belang voor de ontwikkeling van een kind. Het is niet alleen de gezonde buitenlucht, maar er is ook het rechtstreekse contact met de natuur dat van kinderen later milieubewuste volwassenen maakt. ‘Buiten spelen’ zou deel moeten uitmaken van de rechten van het kind. Daarom heeft het Limburgse provinciebestuur mee zijn schouders gezet onder een innovatief idee. Een speciaal ontwikkelde website, www.groenspeelweefsel.be, biedt gemeenten tools aan om hun ‘groen speelweefsel’ beter te beheren en toegankelijker te maken voor spelende kinderen en jongeren. Nog in dit dossier kan je de geschiedenis van 15 jaar Limburgse Bosgroepen lezen. Het verband met spelen mag dan niet voor de hand liggen, het is er wel degelijk. Dankzij de Bosgroepen werden veel private bossen opengesteld voor spelende kinderen.

© J. Geusens

© J. Geusens

© J. Geusens

© J. Geusens

Ontdek het groen speelweefsel Limburgse gemeenten beschikken vaak over meer speelmogelijkheden dan ze denken. De kunst is dat potentieel opnieuw te ontdekken. De website www.groenspeelweefsel.be reikt de gemeentebesturen een eenvoudige methode aan om het aanwezige groen speelweefsel te inventariseren, te verbeteren en tot ver buiten de gemeentegrenzen bekend te maken. www.groenspeelweefsel.be is een initiatief van de provincie Limburg, Steunpunt Jeugd, het Agentschap voor Natuur en Bos, BOS+ (de vroegere Vereniging voor Bos in Vlaanderen) en Kind en Samenleving. De website biedt gemeenten een opstap om op een doordachte en concrete manier werk te maken van een samenhan-

gend geheel van groene plekken en verbindingen die voor kinderen belangrijk zijn. Groen speelweefsel is bij uitstek een ‘sectoroverschrijdende materie’. Het project wordt financieel ondersteund door de Vlaamse overheid en de provincie Limburg. Ook Steunpunt Jeugd draagt financieel een steentje bij.

© RLH

Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 3


Speelweefselkaart

speelweefsel in de omliggende gemeenten getoond wordt.

Het hart van de website is een interactieve speelweefselkaart (ISK) die samen met RouteYou werd ontwikkeld en die toelaat het bestaande speelweefsel eenvoudig en snel in kaart te brengen. De bijhorende quickscan helpt het terrein onder te brengen in een van de 18 types en varianten, zoals speelbos, speelnatuur, speelweide of sportveldje. Naast speelplekken kunnen ook routes ingegeven worden om de locaties te bereiken: de veiligste of mooiste weg van een treinstation naar een kampplaats of via trage wegen. De betrokken gemeentelijke diensten krijgen op die manier in één oogopslag ‘hun’ speelweefsel in beeld. Het overzicht vormt een goede basis voor het uitwerken van een actieplan en geeft inzichten voor de opmaak van een bosbeheerplan. Verder is het handig dat ook het Meer info:

Meerwaarde De grote meerwaarde van het systeem is dat iedereen de ISK online kan raadplegen. De Chiroleider die volgende zomer op kamp gaat in Hechtel-Eksel, kan nu al van achter zijn laptop de trip voorbereiden. De site biedt ook nog een catalogus van vrij te gebruiken fotomateriaal, ‘een ideetjeskoffer’ met tips rond participatie en inspraak van kinderen en jongeren en een originele inkleding van speelruimte. Er is ook een ‘afwegingskader’ ontwikkeld met aandachtspunten en richtvragen die helpen om een potentiële speelruimte te analyseren. Tot slot zijn er talrijke linken naar andere relevante sites.

• Hilde Vanderlinden, hilde.vanderlinden@limburg.be, 011 23 72 77, Provinciale Jeugddienst, Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt • Johan Geusens, johan.geusens@limburg.be, 011 26 54 63, Provinciaal Natuurcentrum, Het Groene Huis, Domein Bokrijk, 3600 Genk

Nieuw speelbos in domein Nieuwenhoven Het provinciaal domein Nieuwenhoven in Sint-Truiden beschikt over een nieuw speelbos waar kinderen hun fantasie de vrije loop kunnen laten. Opvallende takkenconstructies wachten op jonge avonturiers! Het Provinciaal Natuurcentrum (PNC) heeft in Nieuwenhoven doelbewust een speelbos gerealiseerd. Naast zachte recreatie moet er op het domein immers plaats zijn voor educatie. Een laagdrempelig speelbos met speelse toegang is een uitgelezen educatief instrument. Het nieuwe speelbos, tussen de parking en het bezoekerscentrum, vormt een perfecte aanvulling op het bestaande aanbod aan natuur- en milieueducatieve schoolprojecten op het domein. De zone was in het bosbeheerplan aangeduid als speelbos maar onvoldoende bekend bij het publiek. Het speelbos is nu toegankelijker gemaakt. Kinderen en jongeren kunnen er naar hartenlust spelen zonder op de paden te moeten blijven. Heuse land art

© Provincie Limburg

4 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

uit kastanjehout, afkomstig van het domein zelf, nodigt uit tot klimmen en ravotten. Zijn het kronen, spinnen of boomwezens? Laat je verbeelding de vrije loop! Het speelbos is ook didactisch. Het toont hoe je de natuur kan gebruiken om leuke dingen te maken. De uitvoering is een mooi voorbeeld van samenwerking. Europa, Toerisme Vlaanderen en Limburg Sterk Merk brachten de nodige middelen samen. De inrichting gebeurde dan weer op initiatief van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, samen met de provincie Limburg en het Agentschap voor Natuur en Bos. Plant en Houtgoed stond in voor het ontwerp en De Wroeter voerde uit. Meer info: Christel Bouchet christel.bouchet@limburg.be 011 23 73 64 Dienst Water en Domeinen Provincie Limburg, Universiteitslaan 1 3500 Hasselt

© RLH


AFFICHE_A1.pdf

11/26/12

11:05:41 AM

Uitgetest en goed bevonden

STAREN NAAR DE WOLKEN

Hechtel-Eksel, Bilzen, Genk en Riemst brachten het bestaande speelweefsel in kaart en werkten een ‘gewenst’ speelweefsel uit. Dit gebeurde in overleg met verschillende gemeentelijke diensten. Het proces leverde een lange actielijst en eerste realisaties op. Mi&Na polste bij de vier jeugddiensten naar hun ervaringen.

KIKKER

RS

PE

RTJ

ES

PE

LEN

TT EN BO UW EN

Bilzen: Zonder twijfel: de vergroening van het speelterrein Kleine Spouwen. Verder is de samenwerking tussen de gemeentelijke diensten een belangrijke realisatie. Niet iedereen stond open voor het idee ‘groen speelweefsel’. Er moesten verschillende pistes bewandeld worden alvorens iedereen op dezelfde golflengte zat en er een concreet plan kwam. Genk: Het meest opmerkelijke resultaat is de meer beleidsmatige aanpak. Het project maakte een koppeling tussen speelweefsel en ruimtelijke en mobiliteitsaspecten. In een grote stad betekent dat steeds een evenwichtsoefening. Je moet de nieuwe samenwerking vormgeven, afspraken maken … Hechtel-Eksel: Tot nu toe is de belangrijkste meerwaarde de samenwerking met de collega’s van milieu en ruimtelijke ordening. Binnenkort zullen ook de eerste resultaten zichtbaar zijn. Riemst: Voor de realisatie van de prachtige speelweide in Val-Meer deden we een beroep op de vereniging Natuur- en Landschapsbeheer Limburg. Over die samenwerking zijn we enorm tevreden.

VE

P TO

HU

Mi&Na: Wat is tot nu toe het meest opmerkelijke resultaat?

TELLEN

ZON VAN DE ETEN GENI

Mi&Na: Waarom stapten jullie in dit pilootproject?

EN IN

D E BO

SSEN

KEN N TAK EURE SL

GE

NW

OR

ME

N

ZO

EK

EN

CROSS

RE v.u. Bert Boelen, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt • vorm: Emma Thyssen

Bilzen: Het creëren van speelruimte is voor Bilzen een prioriteit. Het project bood een unieke kans om een deskundige analyse uit te voeren die de basis vormt van een toekomstvisie. Genk: Het inrichten van publieke ruimten met voldoende speeluitdagingen en speelmogelijkheden is in Genk altijd al een belangrijk beleidsitem geweest. Dit project bood de kans om aan een visie te werken. Het stimuleerde ook om andere belangrijke diensten - zoals ruimtelijke planning - erbij te betrekken. Hechtel-Eksel: Dankzij het project hebben we de talrijke speelzones in bos en groen en ook de meer traditionele buurtspeeltuintjes in de wijken in kaart gebracht. Dat gaf meteen de aanzet voor een vernieuwde aanpak. Daarnaast paste het initiatief perfect in het hele Boslandverhaal. Riemst: De vraag naar speelgroen speelde al heel lang. Maar het bleef bij voorstellen. Het pilootproject betekende een aanzet om concreet aan de slag te gaan en zorgde voor de nodige informatie om in de toekomst beter om te gaan met de nog beschikbare groene ruimte.

KOPJES

CREEËR GROENE SPEELKANSEN IN JE GEMEENTE OF ONTDEK DE GROENE SPEELPLEKKEN IN JE BUURT, OP KAMP, ... voor gemeenten

aan ouders, jeugdwerk, jongeren...

Mi&Na: En wat brengt de toekomst? Bilzen: We willen stelselmatig - zeg maar jaarlijks - 1 speelterrein aan pakken. Zo is het speelterrein Martenslinde opgenomen in de planning voor 2013. Bij de aanleg van nieuwe speelterreinen, wordt zeker rekening gehouden met het groen speelweefsel. Hechtel-Eksel: Ons actieplan, dat opgesteld werd tijdens het project, schuift vijf focusgebieden, allemaal buurtspeeltuintjes, naar voor. Die gaan we in samenwerking met het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK) onder handen nemen. In een latere fase komen hopelijk de overige pleintjes aan de beurt. Riemst: Er wordt gestreefd naar een speelplek per dorpskern, 13 in totaal. Daarna focussen we ons op groene speelverbindingen.

Mi&Na: Hebben jullie tips voor opstartende gemeenten? Genk: Het is belangrijk om het thema op het juiste moment op de juiste beleidsagenda te zetten. Hechtel-Eksel: Als je iemand wil overtuigen, gebruik dan beeldmateriaal. Riemst: Vraag advies aan gespecialiseerde verenigingen als Kind & Samenleving. Hierdoor worden ervaring, visie en verfrissende groene ideeën in het proces gebracht. Meer info: www.steunpuntjeugd.be (thema ‘ruimte’) www.groenspeelweefsel.be

Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 5


19 000 ha versnipperd bos wordt duurzaam beheerd De vijf Limburgse Bosgroepen beheren vandaag samen maar liefst 19 000 ha bos. Wat 15 jaar geleden begon als een bescheiden pilootproject is uitgegroeid tot de belangrijkste bosbeheerorganisatie van onze provincie. Bosgroepen zijn ook een bewijs dat overheid en privé-eigenaars perfect ‘duurzaam’ kunnen samenwerken. De Bosgroepen werden destijds opgericht om de vele kleine privéboseigenaars te stimuleren aan duurzaam bosbeheer te doen. Intussen zijn ook de openbare besturen zoals de gemeenten lid. Bescheiden gestart, zijn de Limburgse Bosgroepen onder de ‘vleugels’ van het provinciebestuur uitgegroeid tot een heuse organisatie.

gemeenschappelijke acties en initiatieven, zoals het inzetten van arbeidersploegen en de organisatie van houtverkoop.

Pilootproject De provincie Limburg koos ervoor om de Limburgse Bosgroepen vanaf het eerste uur te steunen. Dit gebeurde via overeenkomsten met de toenmalige Afdeling Bos & Groen (nu het Agentschap voor Natuur en Bos). Een eerste pilootproject ‘Bosgroep West-Limburg’ startte in 1998, gevolgd door ‘Bosgroep Zuid-Limburg’ (2003), ‘Bosgroep Hoge Kempen’ (2003) en ‘Bosgroep Limburgse Duinen’ (2004). De ‘Bosgroep Noordoost-Limburg’ heeft een ander verhaal: deze werd in 1999 opgestart als privé-initiatief. Pas in 2003 kwam er een overeenkomst waardoor ook de provincie betrokken partij werd. Met deze vijf Bosgroepen was Limburg de eerste Vlaamse provincie die een gebiedsdekkend netwerk van Bosgroepen had. Ondertussen zijn er over heel Vlaanderen 19 Bosgroepen actief.

Samen sterk Op dit moment tellen de Limburgse Bosgroepen 3 192 leden: dat zijn 2 216 bosbeheerders en 976 sympathisanten. Deze groep beheert samen ruim 19 000 ha bos. Bosgroepen zorgen ervoor dat ook versnipperde bossen duurzaam beheerd worden. Dat gebeurt door overleg, de inrichting van terreinen, stimulering en ondersteuning. Het takenpakket is zeer breed. Het gaat van informeren over duurzaam bosbeheer en de bepalingen rond rechten en plichten, het wegwijs maken in het aanbod van de beschikbare subsidies tot het bieden van hulp bij het invullen van kapmachtigingen of het opstellen van beheerplannen. Eigenaars kunnen bij de Bosgroepen terecht voor professioneel en neutraal advies, maar elke eigenaar of beheerder blijft baas in eigen bos. Dat is de meteen de grote sterkte! De vijf Limburgse Bosgroepen werken nauw samen en organiseren tweemaal per jaar een overkoepelend overleg (het Limburgs Overlegplatform). Hier worden afspraken gemaakt rond

© B. Bufkens

6 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

© L. Hendrick


Nieuwe focus Wanneer kleintjes groot worden, is het tijd voor een herstructurering. Daarom werd in 2007 de Coöperatieve van de Limburgse Bosgroepen cvba (CoLimBo) opgericht die alle commerciële activiteiten bundelt, nl. de planning en opvolging van de arbeidersploegen en de beheerwerken, de gezamenlijke houtverkoop en het vormingsprogramma. Verder kwam er met de aanwerving van een administratieve coördinator en een adjunct-coördinator extra professionele ondersteuning. Sinds kort wordt ook gefocust op het vermarkten van ‘energiehout’ voor energieproducenten. Energiehout is hout dat ongeschikt is voor industriële doeleinden of geen dienst kan doen als brandhout. Een mooi voorbeeld daarvan zijn houtsnippers, gemaakt van bijvoorbeeld kroonhout of hout uit bosranden. Deze activiteit gebeurt via het ‘loket voor energiehout uit de Limburgse privébossen’ dat Europese steun (PDPO) krijgt.

Vrijwillige bosconsulenten Elke Bosgroep telt een coördinator en een administratieve kracht, samen met de medewerkers van de Coöperatieve van de Limburgse Bosgroepen is het Limburgse bosgroepenteam 14 ‘man of vrouw’ sterk. Daarnaast heeft elke vzw ook een Raad van Bestuur. In Limburg volgen een 50-tal gemotiveerde bestuurders het Bosgroepenverhaal. Sinds kort zijn op het terrein ook 40 bosconsulenten actief. Deze opgeleide vrijwilligers zorgen voor extra terreinondersteuning. Ze staan in voor het eerste contact op het veld, helpen Bosgroepleden met raad en daad, volgen exploitaties op … Wie advies wil van de Bosgroepen kan met andere woorden rekenen op ‘advies op maat van een deskundige buur van om de hoek’. Op deze manier bereiken de Bosgroepen steeds meer eigenaars. Wil je weten onder welke Bosgroep jij valt, neem dan een kijkje op: www.limburg.be/bosgroepen.

Toekomst Ondanks dit succesverhaal is de toekomst van de Bosgroepen vandaag op heel wat vlakken onzeker. Tot de belangrijkste aandachtspunten behoren de uitvoering van de interne staatshervorming, de wijzigingen van de subsidies gekoppeld aan het Bosdecreet, de implementatie van de regelgeving rond instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) en de fluctuaties van de houtmarkt. De Limburgse Bosgroepen nemen evenwel geen afwachtende houding aan. In 2011 werd met bestuurders, coördinatoren, medewerkers, relevante privébedrijven en enkele vertegenwoordigers van de houtsector nagedacht over de toekomst. De resultaten van deze overlegmomenten zijn verwerkt in een visie met concrete doelstellingen en acties. Deze worden teruggekoppeld met de leden op de algemene vergaderingen die plaatsvinden tijdens de

© B. Bufkens

(jaarlijkse) contactdag op 23 maart 2013. Enkele actiepunten zijn al bekend. De Limburgse Bosgroepen willen meewerken aan de uitdagingen van de toekomst - klimaat, CO2 en IHD’s - waarbij ingezet wordt op houtverkoop, bosuitbreiding en biodiversiteit. Meer info: CoLimBo, Vera Reymen, 011 23 83 63 Loket voor energiehout, Lore Bellings, 011 23 83 14 Bosgroepen algemeen, Evi Ghijsens, 011 23 73 28 Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 7


Provincie bindt strijd aan met invasieve exotische planten Met het ondertekenen van de ‘Gedragscode rond invasieve exotische planten in België’ bindt de provincie Limburg mee de strijd aan tegen uitheemse flora die de eigen biodiversiteit bedreigt. Hoewel deze invasieve planten slechts een klein percentage van alle siergewassen vertegenwoordigen, hebben ze een enorme impact op de verschraling van de biodiversiteit. Hun bestrijding kost ook nog eens miljoenen euro’s. De gedragscode heeft betrekking op uitheemse planten of exoten die de mens vrijwillig of toevallig buiten hun verspreidingsgebied introduceerde. Deze planten kunnen een regelrecht probleem vormen wanneer ze zich in de natuur vestigen en de concurrentie aangaan met soorten van bij ons. Ze veroorzaken een invasie vandaar ook de naam ‘invasief’ - en bedreigen de inheemse soorten. De meeste invasieve planten zijn sierplanten, ingevoerd en geteeld voor de tuinbouw. Een sprekend voorbeeld is de Canadese guldenroede, een plant die vermeld staat als ‘zwartelijstsoort’ op www.alterias.be/nl. De decoratieve soort is omwille van de nectarrijke en late bloesems een prima gastheer voor insecten. Door zijn ongebreidelde toename maakt hij de inheemse soorten echter het leven bijzonder zuur.

Cruciaal Bij de bestrijding van invasieve exotische planten is het van cruciaal belang nieuwe introducties in tuinen, vijvers enzovoort te vermijden. Enkel op die manier worden verdere invasies in de natuur voorkomen. Om dit te realiseren werd binnen het AlterIAS’-project - IAS staat voor ‘Invasive Alien Species’ - een gedragscode uitgewerkt. Wie - zoals de provincie Limburg - deze gedragscode onderschrijft, verbindt zich er toe richtlijnen op te volgen die onder meer de aanplant van invasieve exotische planten stopzet. Dit is geen loos engagement! De provincie vermijdt bijvoorbeeld de aanplant van invasieve soorten in haar provinciale domeinen en stimuleert de aanplant van streekeigen groen op landbouwbedrijven. Verder werken verschillende provinciale diensten actief rond bestrijding van Japanse duizendknoop en reuzenbalsemien (zie ook artikel ‘Bestrijding van invasieve soorten in Noord-Limburg, een praktijkvoorbeeld’).

actoren zoals gemeenten te informeren over invasieve exotische planten, niet-invasieve alternatieve planten te promoten en deel te nemen aan een detectiesysteem. De gemeenten Hechtel-Eksel, Heers, Nieuwerkerken, Overpelt en Wellen hebben de code al ondertekend. Maar elke tuinliefhebber kan zijn steentje bijdragen. Op de site www.alterias.be/nl vind je lijsten van invasieve soorten terug. Een ander handig werkdocument is de AlterIASbrochure ‘Alternatieven voor invasieven’. Deze toegankelijke publicatie duidt de problematiek en staat uitgebreid stil bij alternatieve inheemse planten. Wie in zijn tuin een inheems alternatief wil voor de hierboven beschreven Canadese guldenroede kan zo kiezen voor de koningskaars of heelblaadjes. ‘Alternatieven voor invasieven’ geeft eveneens tips over ‘meer natuur’ in de tuin, verantwoord beheer van groenafval en welke kruiden, struiken en bomen je best gebruikt. Meer info: www.alterias.be/nl

Alternatieven Wie de gedragscode ondertekent, engageert zich verder om de lijst van invasieve exotische planten in België te kennen, andere

© Watering De Dommelvallei, reuzenbalsemien

8 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

© S. Vanderhoeven, Canadese guldenroede


Bestrijding van invasieve soorten in Noord-Limburg, een praktijkvoorbeeld Het Leaderproject ‘Samenwerken rond bestrijding van invasieve exoten’ wil op twee jaar tijd enkele invasieve soorten onder controle krijgen in grote delen van Noord-Limburg. Invasieve soorten verdringen onze inheemse planten en kunnen lokaal voor problemen zorgen. Zo groeien waterlopen dicht door de woekerende grote waternavel en krijg je brandwonden bij aanraking van reuzenberenklauw. Leaderprojecten zijn door Europa gesubsidieerde projecten voor plattelandsontwikkeling. Dit project rond bestrijding van invasieve exoten zet een brede samenwerking op poten tussen het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK), het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM), het Limburgs Steunpunt voor Rurale Ontwikkeling (LiSRO) en Watering De Dommelvallei. De gemeenten Peer, Hechtel-Eksel, Neerpelt, Bocholt, MeeuwenGruitrode en Hamont-Achel hebben hun medewerking toegezegd. Samen zal geprobeerd worden bepaalde invasieve soorten gebiedsdekkend aan te pakken. De focus ligt op reuzenbalsemien en Amerikaanse vogelkers.

reerd. Daarom moet de exoot eerst onder controle gekregen worden. In de zes deelnemende gemeenten worden in eerste instantie de gemeentelijke houtkanten aangepakt. Maar Amerikaanse vogelkers op dergelijke schaal uitroeien, is onrealistisch. Daarom is het eerste doel de soort ‘onder controle te krijgen’. Dit is een aanpak die aansluit bij de visie van het Agentschap voor Natuur en Bos. Daarbij worden verschillende behandelingsmethoden gehanteerd, zoals sproei-, stobben-, hak- of ringbehandeling. Nieuw is dat men zaadbomen staande laat sterven zonder ze onmiddellijk te verwijderen. Op deze manier zorgen de bomen nog voor schaduw en onderdrukken het kiemen van de zaden in de strooisellaag.

Bestrijding van reuzenbalsemien Langs de waterlopen in Hechtel-Eksel en Peer zorgt reuzenbalsemien voor flink wat problemen. Deze eenjarige plant groeit explosief op oevers van waterlopen en vormt een dicht scherm waardoor andere planten verdwijnen. Bij vorst sterft de plant met wortels en blijven de oevers kaal achter. Regen en wind krijgen vrij spel waardoor de grond wegspoelt. Watering De Dommelvallei wil reuzenbalsemien dan ook bestrijden. Het consequent en intensief maaien blijkt goede resultaten op te leveren. Maar het probleem is niet zo eenduidig: reuzenbalsemien is voor honingbijen namelijk een erg belangrijke plant. Imkers zijn dan ook bezorgd over de bestrijdingsplannen. Samen met de sector wordt gezocht naar alternatieven in de omgeving.

Meer info: Joep Fourneau, joep.fourneau@rllk.be, 011 78 52 59 Regionaal Landschap Lage Kempen vzw Grote Baan 176, 3530 Houthalen-Helchteren

Een andere aanpak van Amerikaanse vogelkers Het Regionaal Landschap Lage Kempen en diverse partners, waaronder de provincie Limburg, starten initiatieven om houtsnippers uit houtkanten te oogsten voor warmteproductie. Kappen van houtkanten met Amerikaanse vogelkers zorgt echter voor ongewenste effecten. Door het plotse licht op de bodem na de oogst, kunnen de talloze zaden van de Amerikaanse vogelkers ontkiemen en worden andere soorten op korte tijd volledig weggeconcur-

© RLLK, Amerikaanse vogelkers

© Watering De Dommelvallei

Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 9


Inspiratie voor klimaatgemeenten De meeste Limburgse gemeenten beschikken over een goedgekeurd klimaatplan. Voor de concrete uitvoering ervan moeten ze niet telkens het warm water uitvinden. De 150 actievoorstellen van het Cleantechplatform.be en voorbeeldprojecten van ervaren organisaties bieden voldoende inspiratie. Alle Limburgse gemeenten ondertekenden op 30 november 2011 een dubbel milieu-engagement: een met de provincie Limburg in het kader van ’Limburg gaat klimaatneutraal’ én een met Europa in het kader van de Covenant of Majors. Het Europese Burgemeestersconvenant geeft de gemeenten één jaar de tijd om een klimaatnulmeting en klimaatplan op te stellen en goed te keuren. De meeste gemeenten hebben ondertussen een dergelijk klimaatplan.

150 voorstellen Om het klimaatbeleid in concrete acties te vertalen, werd onder impuls van het Limburgs provinciebestuur het Cleantechplatform.be opgericht. Dit Cleantechplatform.be verenigt deskundigen uit beroepsfederaties, bedrijfsmensen, overheid- en kennisinstellingen en andere verenigingen. Ze vinden elkaar rond een gemeenschappelijk streven om de klimaatimpact van diverse economische sectoren terug te dringen. Om gerichte acties uit te werken, werden rond verschillende thema’s do-tanks samengesteld. Elke do-tank vertrok vanuit de wetenschappelijke bevindingen van de Limburgse klimaatstudie. Uiteindelijk werden meer dan 150 actievoorstellen geformuleerd die de gemeentelijke klimaatactieplannen hebben geïnspireerd. © Gemeente Tessenderlo

Concrete projecten De processen rond ‘Limburg gaat klimaatneutraal’ en het Burgemeestersconvenant evolueren naar de uitvoeringsfase. Om de gemeenten te stimuleren en te steunen bij de uitvoering van de opgemaakte klimaatplannen werd een eerste projectoproep gelanceerd. Hierbij kunnen ze rekenen op de steun van BBL, Dubolimburg, Infrax en de provincie Limburg. Mi&Na presenteert alvast enkele projecten waarrond volgende jaren concreet zal gewerkt worden.

• Collectieve wijk- en straatrenovatie Er wordt samen met de gemeenten gezocht naar een straat of wijk die gerenoveerd zal worden volgens de ‘Bijna Energieneutraal-norm’ (BEN-norm). Een Europese richtlijn bepaalt dat vanaf 2021 alle nieuwe gebouwen ‘bijna-energieneutraal’ moeten zijn. Een woning mag nog nauwelijks energie verbruiken. Wat nog nodig is voor verwarming en elektriciteit moet uit hernieuwbare bronnen komen, zoals warmtepompen, zonnepanelen en windenergie. De gemeenten kunnen zich laten inspireren door verschillende bestaande projecten waar relevante ervaring werd opgedaan, zoals het project De Lindeman in Heusden-Zolder rond dakrenovatie bij eigenaars en huurders, de samenwerking tussen dakwerkers en elektriciens voor PV-panelen (Bouwinnovatie), Isolatieteams, samenaankopen van ACW en zo meer. De wijken of straten worden geselecteerd op basis van verschillende criteria zoals opbouw, de interesse van de bewoners en zo meer. De ervaringen van dit proefproject vormen een opstap naar een campagne rond BEN-renovatie.

• Collectieve zonneprojecten Dit project richt zich op burgercoöperaties voor de realisatie van collectieve installaties voor hernieuwbare energie. Bij collectieve zonneprojecten wordt het geld van aandeelhouders uit de lokale gemeenschap gebruikt voor het plaatsen van zonnepanelen op openbare gebouwen zoals scholen en sociale organisaties. Ook hier kan vertrokken worden vanuit verschillende projecten met bruikbare ervaring zoals de coöperatie Bronsgroen cvba.

• Nieuwe gemeentegebouwen worden BEN Vanaf 2019 moet de overheid ‘BEN’ bouwen. Dit project wil enkele gemeenten begeleiden om koploper te worden en een voorbeeldfunctie op te nemen. Opnieuw wordt vertrokken vanuit projecten met relevante expertise zoals projectadvies DuboLimburg, Infraxadvies en gerealiseerde passieve openbare gebouwen.

10 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012


Verwarmen in appartementsgebouwen Bouwunie en DuboLimburg starten, met de steun van de provincie Limburg, een nieuw project rond verwarming in appartementsgebouwen. Het opzet past volledig in de campagne ‘Warm Limburg’. Het doel is om bewoners van appartementen, syndici en installateurs te informeren over de noodzaak van een aangepaste schouw bij de installatie van condenserende ketels in appartementsgebouwen. Bij het project hoort een folder die je vindt in alle gemeentehuizen. Op 28 februari 2013 vindt ook een infoavond plaats in het Centrum Duurzaam Bouwen (Heusden-Zolder) die de problematiek aankaart en concrete oplossingen aanbiedt. Meer info vind je op de campagnewebsite www.warmlimburg.be. © Dubolimburg

Aanpak Per project wordt met de deelnemende gemeenten en relevante partners een werkgroep opgericht. Zij bepalen de uitwerking van het project. Eén werkgroep kan voor verschillende methodieken of technieken kiezen. Dit zorgt voor de nodige diverse leerervaringen. Alle resultaten en lessen worden gebundeld als richtlijnen voor toekomstige projecten. Zij zullen andere gemeenten prikkelen. De gemeenten voeren de projecten zelf uit en kunnen daarbij rekenen op de begeleiding van de provincie en haar partners of - indien nodig - externe begeleiders of experten. Meer info: Nele Vandenreyt, nele.vandenreyt@limburg.be 011 23 83 53, Dienst Milieu en Natuur Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

Ook de provincie zong voor het klimaat

© Provincie Limburg

Op 22 en 23 september werd in meer dan 180 Belgische steden en gemeenten gezongen voor het klimaat of ‘Sing for the Climate’: de bekende oproep van milieuactivist Nic Balthazar. Ook het personeel van de provincie Limburg liet zijn stem horen. Een honderdtal personeelsleden verzamelden tijdens de middagpauze en zongen enthousiast het klimaatlied ‘Do it now’. Het resultaat kan je bekijken op https://vimeo.com/50141630. Voor meer info: www.singfortheclimate.com Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 11


De Limburgse kringwinkels kijken naar de toekomst Welke rol kunnen de Limburgse kringloopcentra spelen binnen de veranderende wereld van afval en materialen? En welke inbreng kunnen ze leveren om de ambitie ‘Limburg gaat klimaatneutraal’ mee waar te maken. Over die vragen bogen de kringloopcentra zich samen met enkele belangrijke stakeholders en onder begeleiding van het VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek). Tijdens deze denkoefening kwamen drie belangrijke thema’s aan bod: de huidige werking, de toekomstvisie en de hierop geënte toekomstige werking.

Huidige werking De reflectie over de huidige werking leidde alvast tot enkele frappante vaststellingen. Zo blijkt elke Limburger wel een gebruiker te zijn van een tweedehandsproduct zoals een fiets of grasmaaier. Kringloopcentra kunnen ook inspelen op nieuwe trends als ‘doehet-zelven’ en het creëren van nieuwe gebruiksgoederen uit afvalmaterialen, het zogenaamde ‘trash design’. Echte kansen vormen onder meer de tewerkstelling van kansengroepen, een omschakeling van subsidiëring naar een vergoeding voor de geleverde diensten, waaronder het hergebruik en het vermijden van afval, en de mogelijkheden van de sector om op korte termijn in te spelen op innovatieve uitdagingen, zoals ‘Cradle to Cradle’ waarbij grondstoffen worden hergebruikt. Tegelijkertijd werden ook enkele bedreigingen vastgesteld. Zo zijn kringloopcentra nog te zeer afhankelijk van politieke besluiten en het gevoerde beleid. Ook is de continuïteit van de huidige samenwerkingsverbanden niet gegarandeerd. Verder zal rekening moeten gehouden worden met toenemende activiteiten van bedrijven en particulieren in het vermarkten van afgedankte gebruiksgoederen tot grondstof.

Toekomstvisie Het nadenken over hun toekomst leverde de kringloopcentra 13 principes op waarop ze hun verdere werking willen stoelen. We pikken er drie belangrijke uit. 1. ‘Positieve milieu-impact’ is en blijft ook in de toekomst voor de kringloopcentra een belangrijk principe. Zowel voor het afval- als klimaatbeleid is hergebruik belangrijk. 2. Verder moeten kringloopcentra een lokale inbedding hebben, verspreid over de provincie. Iedereen moet terecht kunnen in een centrum in zijn buurt. 3. Ten slotte moet er gestreefd worden naar nieuwe samenwerkingsverbanden. De afvalmarkt is volop in beweging en evolueert meer en meer naar een materialenmarkt. In het huidige systeem werken reguliere spelers op de afvalmarkt en de kringloopcentra vaak langs elkaar en bij momenten zelfs ‘tegen elkaar’. Het opzetten van goede samenwerkingsmodellen biedt mogelijkheden en ruimte voor alle partijen.

Van visie naar praktijk Een toekomstvisie formuleren is één zaak; ze realiseren is vaak een ander paar mouwen. Uit de denkoefening blijkt een vrij grote eensgezindheid tussen de kringloopcentra en de stakeholders rond de uitgangspunten en de aangehaalde kernprincipes. Een aantal pistes werden alvast verder uitgewerkt. Op die manier kwamen twee globale concepten tot stand: de ‘material matchmaker’ en de ‘service matchmaker’. 12 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

We lichten beide kort toe: • De ‘material matchmaker’ staat voor een model waarbij de inzameling van herbruikbare goederen en materialen gekoppeld wordt aan concrete vragen en wensen van de gebruikers of verbruikers. De kringloopwinkels kunnen een sleutelrol of scharnierfunctie vervullen om de juiste materialen te ‘matchen’ aan een concrete vraag. • De ‘service matchmaker’ richt zich dan weer meer op een globale dienstverlening. Zo kunnen de kringloopwinkels en andere sociale economiebedrijven hun krachten bundelen en op diverse terreinen verschillende dienstverlenende activiteiten organiseren ten gunste van de lokale gemeenschap. Mogelijke diensten zijn: inzamel- en verkoopactiviteiten, verhuis- en uitleendiensten, globale inzameldiensten, kinderopvang of groendiensten.

Keuzes Definitieve keuzes werden er in dit stadium van het onderzoek nog niet gemaakt. De uitdaging bestaat er nu in om dit verder vorm te geven en gerichte gezamenlijke keuzes te maken. Deze oefening vindt plaats in het voorjaar van 2013. Meer info: Nele Vandenreyt, nele.vandenreyt@limburg.be 011 23 83 53, Dienst Milieu en Natuur Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt © Kringwinkel Okazi


Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg geactualiseerd Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL), dat de krijtlijnen weergeeft van de ruimtelijke ontwikkeling in onze provincie, werd recent geactualiseerd. Dat was nodig om in te spelen op nieuwe maatschappelijke uitdagingen. Ook de actualisatie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV, 2010) noopte tot een bijsturing. Deze update van het RSPL (2003) zorgt tegelijk voor meer duidelijkheid en een vlotte omzetting van het beleid naar de praktijk. Het gaat evenwel enkel om aanvullingen of correcties. De visie, de krachtlijnen en de ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur voor Limburg blijven overeind. Het RSPL blijft ook de toetssteen voor gemeentelijke ruimtelijke processen. Een overzicht van de belangrijkste aanpassingen.

Rond economie ontstond eveneens een nieuwe dynamiek. Voor het eerst was er behoefte aan bijkomende ruimte voor bedrijvigheid en moest gezocht worden naar locaties voor regionale en lokale bedrijventerreinen. Daarbij wordt 939 ha tot 2012 vooropgesteld (projecten die al lopen inbegrepen). Voor de mogelijke ontwikkeling van grootschalige detailhandel werden dan weer twee economische knooppunten geselecteerd: Lummen en Houthalen-Helchteren.

Op het vlak van ‘Natuur en Landschap’ Toen de provincie in 2003 haar structuurplan uitwerkte, was Vlaanderen volop bezig met de voorbereiding van de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON). Van de provincies werd niettemin verwacht dat ze natuurverbindingen zouden aangeven tussen de natuurrijke kernzones. Het bestuur koos ervoor om 80 zoekzones voor natuurverbindingen - elk met een eigen nummer vast te leggen. Ondertussen is een deel van de VEN-afbakening achter de rug en moest de tekst over de natuurverbindingen aangepast worden. Om die reden zijn natuurverbinding 13 (As, Genk, tussen Klaverblad en Horensberg), 25 (Genk, Diepenbeek, tussen Bokrijk en vijvers/Maten), 76 (As, Opglabbeek, vallei van de Bosbeek) en 77 (Tongeren, Jekervallei ten zuiden van Tongeren) geschrapt of ingekort. Maar ook andere ontwikkelingen vereisten een bijsturing. Zo wordt natuurverbinding 11 (Houthalen-Helchteren, tussen ‘Achter de Witte Bergen’ en Sonnisheide, ten noordoosten van Helchteren) geschrapt op het moment dat het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de N74 (of Noord-Zuidverbinding) van kracht wordt. Natuurverbinding 21 (Bilzen, Lanaken, Riemst, tussen Hoge Kempen en Sint-Pietersberg) is verlegd naar het grensoverschrijdend Zouwdal om het transnationaal bedrijventerrein Albertknoop te kunnen realiseren en een koppeling te maken met de Zuid-Willemsvaart en de Maasvallei.

Daarnaast is de ruimtelijke visie op het openbaar vervoer afgestemd op het Spartacus-project van De Lijn. De actualisatie spreekt zich ook uit over enkele concrete secundaire wegen zoals de N78 en een mogelijke noordelijke ontsluiting van het bedrijventerrein Europark in Houthalen-Helchteren.

Op het vlak van ‘Toerisme en Sport’ Limburg is een toeristische provincie bij uitstek. Er wordt dan ook op verschillende pistes ingezet. Op basis van een campingonderzoek werden 14 bijkomende knooppunten geselecteerd. Daarnaast is er een sterke ruimtevraag vanuit sportieve hoek. De belangrijkste uitdaging is het vinden van geschikte terreinen voor lawaaisporten en golf. Voor golfterreinen zal een beleidskader worden uitgewerkt. De actualisatie van het RSPL werd goedgekeurd door de Vlaamse minister voor Ruimtelijke Ordening en trad in werking op 20 september 2012. De oorspronkelijke tekst en de aanpassingen werden verwerkt tot een geheel. Deze ‘gecoördineerde versie’ kan je nalezen op www.limburg.be (onder Ruimtelijke Orde). Meer info: Secretariaat Ruimtelijke Planning en Beleid 011 23 83 45, 011 23 83 46 Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt © E. Daniels

Wat betreft het landschappelijk beleid werden het onderzoek en de mogelijkheid tot het opstellen van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de inpassing van windmolenparken opgenomen.

Op het vlak van ‘Wonen, Economie, Verkeer’ Op het vlak van wonen en economie stelde Vlaanderen zijn cijfers voor de planperiode 2007-2012 bij. Voor Limburg betekent dat concreet 20 857 bijkomende woningen, te verdelen over de provincie. Een doorkijk naar 2017 geeft daarenboven een behoefte van 17 587 extra wooneenheden aan. Daarnaast zijn de vergrijzing (die in Limburg veel sterker zal doorwegen dan in de andere provincies), de opvang van de buitenlandse woningdruk en betaalbaar wonen belangrijke aandachtspunten. Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 13


MOS (Milieuzorg Op School) feest! De Limburgse scholen die afgelopen schooljaar hun eerste of tweede MOS-logo verdienden, werden door de provincie Limburg beloond met een MOS-feest! Nieuw dit schooljaar was de extra aandacht voor netwerking, duurzame catering en … feesten! Basis- en secundaire scholen die een schooljaar lang werken rond thema’s als water, mobiliteit, afval, natuur of energie kunnen een MOS-logo verdienen. Dit MOSlogo is hét keurmerk voor groene scholen in Vlaanderen! Ondertussen stapten bijna 93 % van de Limburgse basisscholen en 88 % van de Limburgse secundaire scholen in het MOS-project. Afgelopen schooljaar werden 27 basisscholen en 9 secundaire scholen erkend met een MOS-logo. 8 Limburgse scholen (4 basisscholen en 4 secundaire scholen) verdienden de Groene Vlag: een internationale erkenning voor milieubewuste scholen.

Een week later - op 26 oktober - was het de beurt aan de secundaire scholen. Voor deze jongeren werd in het jeugdcentrum ‘Rondpunt 26’ (Genk) een heus MOS-festival georganiseerd. Een greep uit de lineup: ecopercussie, ecograffiti en ecodriving. De Dyno2-fietsopstelling zorgde voor een CO2-neutraal festival: de muziek bleef draaien als er maar hard genoeg getrapt werd. VIP van de dag was stand-up come-

dian Lies Lefever. Samen met Lies zong het hele gezelschap het klimaatlied ‘Do it now’. Naast het MOS-logo kregen de laureaten ook nog een bon van de Wereldwinkel. Hiermee kan de school een eigen MOSfeestje organiseren en alle leerlingen belonen voor de MOS-inzet. De lekkere afsluiter bestond ditmaal uit biologische frietjes en een vegetarische snack van de Natuurfrituur. Een echt festival waardig!

De basisscholen ontvingen hun logo op 19 oktober uit handen van gedeputeerde van Leefmilieu en Onderwijs, Frank Smeets. Tijdens een wervelend MOS-feest in Casino Modern (Genk) beleefden de MOS-leerlingen de MOS-thema’s op een speelse manier. Zo was er de kerMOS: een circuit van vijf megaspelen met knipoog naar de traditionele Vlaamse kermissen. Aan de babbelbox vertelden de delegaties hoe zij hun MOS-logo verdienden. Deze filmpjes kunnen andere scholen inspireren. Na een dolkomische, op maat gemaakte voorstelling van ‘Koning Arthur van de Ridderorde van MOS’ werd het feest afgesloten met een duurzame receptie met wereldsapjes, biobroodjes en door de scholen zelf gemaakte ecobelegjes. Op 19 oktober kregen ook de 3 winnaars van ‘Actie Diamant 2012’ (een laagdrempelig initiatief rond afvalpreventie) hun prijs: een aankoopbon van de Kringwinkel t.w.v. € 50. © E. Daniels - foto’s pag. 14 en 15

De MOS-boom Wil je tonen hoe op jouw school milieuzorg groeit en bloeit, dan kan je gebruik maken van de ‘MOS-boom’! De MOS-boom is een idee van het Limburgse MOS-team maar wordt in heel Vlaanderen en Brussel gebruikt. Deze ‘boom’, uit FSC-gelabeld hout, bestaat uit vijf stevige wortels en evenveel takken die je zelf in elkaar zet. De wortels staan voor de basis van de MOS-werking: visie & planning, leerlingenbetrokkenheid, draagvlak, communicatie en verankering. Hier toon je de initiatieven waarmee jouw school de vijf criteria invult: bijvoor14 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

beeld een MOS-werkgroep of MOS-mascotte. Elke tak staat dan weer voor een inhoudelijk MOS-thema: natuur op school, mobiliteit, afvalpreventie, energie en water. Aan een tak hang je foto’s van acties op schoolniveau, klasactiviteiten of schooluitstappen. Interesse? Contacteer dan je MOS-begeleider of bekijk alvast de handleiding op http://www.lne.be/doelgroepen/onderwijs/mos/ onderwijsniveau/basis/downloads.


Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 15


MOS in de Limburgse steden en gemeenten Het educatieve milieuzorgproject ‘MOS’ groeit gestaag in de meeste Limburgse scholen. Voor hun MOSwerking kunnen scholen rekenen op een divers ondersteuningsaanbod van heel wat Limburgse steden en gemeenten. MOS-Limburg bracht dit aanbod in kaart. • Ontleenbaar materiaal Eén van de meest populaire vormen van steun is het uitlenen van educatief materiaal. Het gaat daarbij om compost- en sorteerkoffers, een mobiel verkeerspark, een minicontainerpark … De gemeente As zet een stapje verder door educatieve pakketten voor te stellen in de scholen. De gemeente Halen leent op zijn beurt dan weer gereedschap uit van de technische dienst en stelt schoolbussen ter beschikking.

• MOS-schakels Omdat milieuzorg niet stopt aan de poort, stimuleert het MOSproject scholen om buiten de muren op ontdekking te gaan. Steden en gemeenten kunnen de uitstapmogelijkheden in hun regio in kaart brengen. Dat kan gaan om bezoeken aan het gemeentelijk containerpark, een educatief natuurreservaat of een bedrijf. Soms worden zelfs MOS-schakels georganiseerd zoals zwerfvuilacties, volkstuintjes, een milieu- en natuurleerpad of een eigen gemeentelijk NME-centrum. Bepaalde gemeenten voorzien ook gidsen voor de scholen.

• Technische ondersteuning In bepaalde regio’s is technische ondersteuning mogelijk voor de aanleg van een schooltuin of het afvalstraatje. In de gemeenten Kortessem en Overpelt bestaat de mogelijkheid om een beroep te doen op gemeentelijke compostmeesters. De stad Genk informeert scholen over energieverliezen aan de hand van thermografische luchtfoto’s. Selectieve afvalophaling is eveneens een aandachtspunt. Zo helpt de stad Peer om de afvalstraatjes - dat zijn mini-containerparkjes - in scholen leeg te maken.

• Financiële ondersteuning Financiële ondersteuning betekent eveneens een duwtje in de rug. In de gemeente Alken is er een subsidiereglement voor scholen die een MOS-milieubeleidsovereenkomst hebben ondertekend en over een MOS-werkgroep beschikken. De gemeenten Beringen, Halen en Neerpelt hebben een budget voorzien waar de scholen aanspraak op kunnen maken. Vele gemeenten kopen daarnaast materialen aan zoals brooddozen, drinkbussen, drinkwaterfonteintjes, compostvaten, enz. De afvalintercommunale Limburg.net voorziet alle scholen van papierkratten en PMD-containers.

• Andere steun Soms worden samen met de scholen campagnes georganiseerd. Zo richtte de gemeente Zutendaal een gezamenlijke scholenwandeling in tijdens de ‘Walk for Water 2012’. In de stad Bree kreeg een heel actieve MOS-school het peterschap over een bos. De school engageert zich om dit bos mee te beschermen en te beheren en erover te communiceren aan leerlingen en ouders. De stad van haar kant zorgt voor de coördinatie van de geplande werkzaamheden en voor het nodige materiaal. 16 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012

Meer info: MOS Limburg . Karel Coenen, karel.coenen@limburg.be 011 26 54 91, basisonderwijs . Philippe Plessers, philippe.plessers@limburg.be 011 26 54 66, basisonderwijs . Hilde Boiten, hilde.boiten@limburg.be 011 26 54 67, secundair onderwijs Provinciaal Natuurcentrum, Het Groene Huis Domein Bokrijk, 3600 Genk, www.pnc.be/mos

© R. Ketelslagers


Leermiddelen in de kijker Set inspiratiecollages vergroening De dienst NME van de Vlaamse overheid stelt 30 fotocollages (A3-formaat) ter beschikking van de Vlaamse provincies. De collages zijn gerealiseerd door Springzaad, de Nederlandse vereniging voor speelnatuur. Het zijn voorbeelden die inspireren maar tegelijk ook stof tot nadenken en discussie leveren rond vergroening. Gratis ontleenbaar voor scholen via de provinciale MOS-begeleiders.

Speel-tuinen Deze speelse gespreksmethode over het belang van natuurbeleving voor het kind werd ontwikkeld door de dienst NME van de Vlaamse overheid. (Groot)ouders brengen een gesprek op gang over het belang van natuurbeleving. Andere groepen kunnen ‘Speel-tuinen’ eveneens gebruiken.

Groen speelplezier Creatieve en praktische werkvormen in een natuurspeeltuin Maike Nelissen, uitgave van NUSO Speelruimte Nederland i.s.m. Stichting Oase/Springzaad, 2012 Een boekje vol speelse activiteiten voor op je eigen speelterrein. Ontwikkeld voor iedereen die graag met kinderen buiten speelt en ze zo voeling wil laten krijgen met de natuur. De activiteiten zijn eenvoudig en vrijwel op alle locaties uit te voeren. Doelgroep: kinderen tussen 7 en 12 jaar. Gratis ontleenbaar voor scholen via de provinciale MOS-begeleiders.

www.lne.be/themas/natuur-en-milieueducatie/nmerond/ natuurbeleving/voor-verenigingen.

Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 17


Documentatiecentrum Het Groene Huis Recente aanwinsten Crossbill Compact - Kempen en Maasland / Zeist: KNNV, 2012 - 128 p. De Crossbill Compactgids beschrijft de beste routes met uitgebreide achtergrondinformatie voor het ontdekken van bijzondere planten en dieren in het Regionaal Park Kempen en Maasland. Met haar uitgestrekte heidevelden, grootse bossen, moerassen, wilde riviernatuur en oorspronkelijk boerenland biedt deze streek zowat de meest diverse natuur van heel Vlaanderen.

Geologische wandelroute Bokrijk / Roland Dreesen, Michiel Dusar Genk: Provinciaal Natuurcentrum Het Groene Huis, 2012 - 76 p. Deze gids neemt je mee in het openluchtmuseum van Bokrijk langs de gebouwen afkomstig uit verschillende streken in Vlaanderen. Met de ogen van een geoloog kijk je naar de natuursteen in deze gebouwen en oude gebruiksvoorwerpen uit natuursteen. De publicatie vertelt het verhaal over de herkomst en het ontstaan van deze natuurstenen.

De Abeek - Levensader van beide Limburgen / Paul Capals, Jo Corstjens, René Neyens, Jaak Paredis, Henri Peeters - Genk: Regionaal Landschap Kempen en Maasland, 2012 - 246 p. De Abeek ontspringt op het Kempens Plateau en vloeit in noordoostelijke richting naar de Maas, waar zij op drie verschillende plaatsen uitmondt. Voor het eerst krijgt de lezer een volledig beeld van de relatie tussen mens en natuur in het verleden, het heden en de toekomst. Eveneens verdiepten de auteurs zich in de rijke flora en fauna die van de Abeek een van de waardevolste beken in de lage landen maakt. Deze grensoverschrijdende natuur- en cultuurhistorische studie is een absolute aanrader.

De Dommel - Stroom door tijd, natuur en landschap / Ronald Buskens, Jan van der Straaten, Arno Braam, Mireille Oonk, Wiel Poelmans, Peter Voorn - Wijk en Aalburg: Pictures Publishers, 2011 296 p. In het boek wordt De Dommel vanaf de oorsprong, hoog op het Kempens Plateau, tot de wateringen gevolgd. De diverse auteurs beschrijven per gebied het landschap, de natuur en de invloed van de mens. De uitgave is een initiatief van de Ecologische Kring Midden-Brabant.

Hagen met knoteiken in historischecologisch perspectief - Een voorbeeldstudie in Lummen (Limburgse Kempen, België) / Joël Burny - Roermond: Stichting Natuurpublicaties Limburg, 2012 72 p. Dit boek geeft een treffend beeld van het hagenlandschap in de Kempen en elders in Vlaanderen en op de zandgronden van de Nederlandse provincies Brabant en Limburg.

Hoge Kempen, hoge baten De baten van het Nationaal Park Hoge Kempen in kaart gebracht / Tom Bade, Aafke van Erk, Saskia Houben, Gerben Smid - Arnhem: Kenniscentrum Triple E, 2011 - 112 p. Triple E maakt in dit boek een kostenbatenanalyse van het Nationaal Park Hoge Kempen. Met zijn bijzondere afwisseling van droge en natte natuur en hoge biodiversiteit trekt dit park jaarlijks vele bezoekers. Dit brengt geld op, niet alleen via het toerisme, de horeca en de detailhandel, maar ook de huizenmarkt wordt hierdoor positief beïnvloed.

Meer info: Documentatiecentrum (enkel via afspraak), pnc@limburg.be, www.documentatiecentrum.be Provinciaal Natuurcentrum, Het Groene Huis, Domein Bokrijk, 3600 Genk

18 | Milieu & Natuur 14/4 - 2012


LIKONA-nieuws Nieuwe portaalsite voor dassenwerkgroep De Dassenwerkgroep heeft een nieuwe portaalsite, www.biodiversiteitlimburg.be/DassenDatabank die het mogelijk maakt waarnemingen en verkeersslachtoffers te melden. Elke binnengekomen melding is gekoppeld aan een alarmsysteem waardoor de medewerkers van de Dassenwerkgroep de dieren snel kunnen inzamelen.

Mycologische studiedag Elk jaar verzamelen de Vlaamse liefhebbers van paddenstoelen om hun inventarisatieresultaten en speciale vondsten toe te lichten. Deze studiedag vindt plaats op zaterdag 16 maart 2013 van 9.3016 u. in de UHasselt, Agoralaan, Gebouw D, 3590 Diepenbeek. Deelname is gratis. Meer info: www.likona.be

LIMBURGSE KOEPEL VOOR NATUURSTUDIE

Opleiding: hout en winterkenmerken van bomen LIKONA organiseert samen met de Limburgse Bosgroepen een opleiding ‘herkennen van hout en winterkenmerken van bomen’ voor vrijwilligers die in bossen paddenstoelen en mossen inventariseren. De winter is ideaal om bomen en struiken te herkennen. Knoppen, schors en het wintersilhouet geven de nodige informatie. De opleiding staat ook stil bij het herkennen van hout. Medewerkers van Inverde staan in voor de begeleiding. De cursus gaat zowel binnen als buiten door op donderdag 21 februari 2013 en zaterdag 23 februari 2013, telkens een ganse dag. Vooraf inschrijven is noodzakelijk via www.likona.be. Opgelet: het aantal plaatsen is beperkt. Bij inschrijving worden de locatie en het uur meegedeeld. Meer info: www.likona.be

© L. Crevecoeur

Leven op hout ’Leven op hout’ is een gezamenlijke excursie van de verschillende LIKONA-werkgroepen in de Mombeekvallei (Alken). De excursie laat toe om planten, mossen en houtzwammen te ontdekken en te leren kennen. Afspraak: 9 april 2013, kerk van Alken om 9 u. Laarzen aanbevolen. Meer info: www.likona.be © P. Vanhees

LIKONA-contactdag De LIKONA-contactdag vindt plaats op zaterdag 19 januari 2013 in de UHasselt, Agoralaan, Gebouw D, 3590 Diepenbeek. Inschrijven kan tot en met 12 januari 2013 via www.likona.be Programma 08.45 u. 09.15 u. 09.30 u. 10.30 u.

Ontvangst Verwelkoming door voorzitter LIKONA Plenaire zitting met korte mededelingen Samenkomsten van de werkgroepen

12.00 u. Middagpauze en mogelijkheid tot bezoeken van informatie- en boekenstands 13.30 u. Voordrachten 1. Hoe doet de bever het in Limburg – Kristijn Swinnen 2. Wat weten we over onze veenmossen – Koen Vandekerkhove 3. Krijgt natuur nog kansen in Haspengouw – Robin Guelinckx 4. Verslagen van de werkgroepen – Luc Crèvecoeur 5. De beekprik, het mysterie doorprikt? – Thierry Gaethofs 6. Wat leert ons de nieuwe Vlaamse dagvlinderatlas – Dirk Maes 16.30 u. Afsluiting door gedeputeerde van Leefmilieu 16.45 u. Receptie

Milieu & Natuur 14/4 - 2012 | 19


Agenda januari

maart

6

3

DE WATERSNIP, op zoek naar de schaapskudde; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, natuurpunt.beringen@telenet.be, www.dewatersnip.be

18 DE WATERSNIP, thema-avond: het unieke beekdallandschap; samenkomst: 19 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, natuurpunt.beringen@telenet.be, www. dewatersnip.be 19 LIKONA, contactdag; vanaf 8.45 u.; UHasselt, Agoralaan, gebouw D, Diepenbeek. Info: 011 26 54 50, www.likona.be 20 DE WATERSNIP, natuurspeurdertjes stappen het nieuwe jaar in; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Voor kinderen van 5 tot 7 jaar, deelname € 1,50 per kind. Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be 22 DE WATERSNIP, speuren naar hongerige wintergasten; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be 27 NIEUWENHOVEN, wandeling ‘megalieten met gaatjes’; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81, Erwin Vandermeeren februari 3

DE WATERSNIP, vogels in de winter; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be

10 NIEUWENHOVEN, Valentijnswandeling; samenkomst: 18 u.; bezoekerscentrum, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Vooraf inschrijven, max. 25 personen. Info: 011 68 79 81, 011 68 90 38, Erwin Vandermeeren 13 DE WATERSNIP, mijnterril van Heusden-Zolder; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be 17 DE WATERSNIP, natuurspeurdertjes: frisse neuzentocht; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Voor kinderen van 5 tot 7 jaar, deelname € 1,50 per kind. Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be

DE WATERSNIP, de natuur in verwachting; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www. dewatersnip.be

10 NIEUWENHOVEN, langs Casselaer en Kortenbos; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81, Erwin Vandermeeren. 14 DE WATERSNIP, ontluikende natuur; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be 16 MYCOLOGISCHE Studiedag; vanaf 9.30; UHasselt, Agoralaan, gebouw D, Diepenbeek. Info: 011 26 54 50, driesen-tilkin@pandora.be, www.likona.be 17 BOSMUSEUM GERHAGEN, mossenwandeling; samenkomst: 14 u.; bosmuseum, Zavelberg 10, Tessenderlo. Info: 011 42 31 35, Marc Meert 17 NIEUWENHOVEN, zoeken naar de voorbode van de lente; samenkomst: 8 u.; bezoekerscentrum, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Breng verrekijker mee. Info: 0478 27 30 65, peter.bellen@telenet.be. 17 DE WATERSNIP, natuurspeurdertjes: lentekriebels; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Voor kinderen van 5 tot 7 jaar, deelname € 1,50 per kind. Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be 31 DE WATERSNIP, seizoensopening op zijn paasbest; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.dewatersnip.be april 7

7

8

NIEUWENHOVEN, naar het Mugghenboschken; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Vooraf inschrijven. Info: 011 68 79 81, Erwin Vandermeeren.

Hoe houden we het vol om de aarde leeg te schransen? De voorstelling wil de aanwezigen bewust maken van duurzaamheid en afvalpreventie. Wannes en Bart proberen met tips kinderen en jongeren te motiveren om er iets aan te doen. Interesse? Mail naar wannesverteltheater@gmail.com of bel 011 66 75 55.

Opendeurdag PHL-Bio Zaterdag 23 februari 2013 van 10.00-14.00 u. houdt het departement Bio van de Provinciale Hogeschool Limburg (Campus Diepenbeek) haar jaarlijkse opendeurdag. De driejarige professionele bacheloropleiding in de Agro- en Biotechnologie is een praktische opleiding die jongeren voorbereidt op de wereld van de biotechniek. Meer info: bio@phl.be, www.phl.be.

Colofon Uitgave van: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden; Renata Camps, provinciegriffier.

Tekst: Stijn Janssen – Bonsai Publicatiebureau Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens, nadine.moens@limburg.be Redactieraad: Patrick Boucneau, Nadine Moens, Niki Saenen, Jan Stevens, Johan Van den Broek, Katrien Wittemans

DE WATERSNIP, nieuw leven in de vallei; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www. dewatersnip.be

Coverfoto: Marcel Bex

BOSMUSEUM GERHAGEN, stiltewandeling; samenkomst: 14 u.; bosmuseum, Zavelberg 10, Tessenderlo. Info: 011 42 31 51, Marc Meert

Vormgeving: designpartner.be

LIKONA, gezamenlijke excursie mossen en planten; vertrek om 9 u.; kerk, Alken-Centrum. Info: 011 26 54 50, www.likona.be

Postbus: Provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en Natuur Katrien Wittemans Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Tel. 011 23 83 48, katrien.wittemans@limburg.be www.limburg.be

9

23 LIKONA, opleiding ‘Herkennen hout en winterkenmerken van bomen’; plaats en uur worden meegedeeld bij inschrijving. Info: 011 26 54 50, www.likona.be

11 DE WATERSNIP, natuurstudie en beheer; samenkomst: 14 u.; bezoekerscentrum, Grauwe Steenstraat 7/2, Beringen (Koersel). Info: 011 45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.be, www.watersnip.be

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT

Wannes’ Verteltheater en PerscussieBart slaan de handen in elkaar. Ze herwerkten de voorstelling voor het middelbaar onderwijs ‘#pupilzzz’ naar een versie voor het lager onderwijs ‘#kidzzz’ (4e, 5e en 6e leerjaar).

Hoofdredactie: Johan Van den Broek

21 LIKONA, opleiding ‘Herkennen hout en winterkenmerken van bomen’; plaats en uur worden meegedeeld bij inschrijving. Info: 011 26 54 50, www.likona.be

24 BOSMUSEUM GERHAGEN, cultuurhistorische en geologische wandeling; samenkomst: 14 u.; bosmuseum, Zavelberg 10, Tessenderlo. Info: 011 42 31 51, Marc Meert

Hoehou.www.tfol

Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

Drukwerk: Drukkerij Paesen – Opglabbeek

Oplage: 10 500 exemplaren Deze publicatie werd gedrukt op Kringloop Cyclus Offset 120 g. D/1999/5857/17



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.