Jg.16/4 Milieu & Natuurtuur

Page 1

Jaargang 16, nr. 4 - 2014

› Nieuw

natuurdecreet in een notendop › Reacties op Nederlands schaliegasplan › Tips voor herfstuitjes


Woord vooraf Beste lezers De zomervakantie ligt achter ons. Velen onder jullie zullen ongetwijfeld van die tijd gebruik gemaakt hebben om onze Limburgse natuur en de vele facetten daarvan verder te ontdekken. Elk seizoen biedt telkens opnieuw nieuwe verrassingen. Dit geldt ook voor de herfst. Komt er al dan niet een black-out in de elektriciteitsvoorziening? Er moet alles aan gedaan worden om dat te vermijden, maar opbod en paniek, zoals via sommige media gebeurt, zijn niet aan de orde. Een eventuele black-out is een probleem, maar de wereld gaat niet vergaan. Of zijn we echt zo weinig weerbaar geworden in onze Westerse luxemaatschappij? Sensibilisering en preventie, waar we als provincie Limburg al sterk aan werken, moeten opgedreven worden. Energiespecialisten zijn het erover eens dat het lokale niveau in de toekomst een belangrijke rol moet spelen bij de energievoorziening. Wereldautoriteit Jeremy Rifkin is dit vorig jaar nog komen vertellen in Limburg. Als we nu niet kiezen voor een consequent en duurzaam beleid qua energievoorziening zullen we het nooit (meer) doen. Geef mij maar de (eventuele) overlast van enkele windmolens in plaats van onveilige en onzekere kerncentrales.

Kleine duurzame projecten In het voorjaar 2014 kregen verenigingen, bedrijven en Limburgse gemeenten voor de vierde keer op rij de kans om subsidies aan te vragen voor een initiatief dat bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van de provincie Limburg. De deputatie koos uiteindelijk voor drie projecten.

© Milieuraad Leopoldsburg

• De ontwikkeling van een mobiele tentoonstelling door CleanTechPunt om een draagvlak te ontwikkelen voor CleanTech in scholen en op beurzen. Cleantech, voluit Clean technology, is een verzamelnaam voor vormen van technologie die bijdragen aan een schoner milieu en/of zorgen voor energiebesparing. • ‘Duurzaam Mobiel Leopoldsburg’, een initiatief van de milieuraad van Leopoldsburg samen met verschillende verenigingen. De bewaakte fietsenstalling moet het gebruik van de fiets stimuleren. • Stebo gaat energiescans uitvoeren in alle jeugdlokalen van Riemst. Dit project van de gemeente Riemst wil jeugdbewegingen informeren en sensibiliseren rond duurzaam energieverbruik en de bijhorende financiële voordelen. Riemst voorziet ook de opmaak van een energiedraaiboek waardoor het project een inspiratie kan zijn voor andere gemeenten.

Heb je ook een idee?

De huidige situatie mag ons niet aanzetten tot kortetermijnbeslissingen, zoals bijvoorbeeld ‘capituleren’ voor mijn- of schaliegaswinning (zie pagina 10).

Het reglement betreffende de subsidiëring van kleine duurzame projecten wil realisaties op het terrein of op het vlak van communicatie (of een combinatie van beide) stimuleren. Zo lang de acties maar bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van Limburg. Een idee rond noord-zuidrelaties komt ook in aanmerking wanneer er een duidelijke milieucomponent in zit. Verenigingen, bedrijven en Limburgse gemeenten kunnen projecten indienen.

Verder vind je in deze editie van ‘Milieu & Natuur’ weer heel wat praktische informatie over het milieu- en natuurgebeuren in Limburg.

Wil je weten of jouw ‘klein duurzaam opzet’ in aanmerking komt? Bekijk dan zeker de achtergrondinformatie en het aanvraagformulier op www.limburg.be/subsidies.

Veel leesgenot! Ludwig Vandenhove gedeputeerde voor leefmilieu, natuur en duurzaam beleid

2 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014


Dossier natuur Dit dossier van het herfstnummer van Mi&Na behandelt de veranderingen binnen het ‘natuurdecreet’ en ‘bosdecreet’. Deze vormen een belangrijke en welkome stap in de vereenvoudiging van onze complexe natuurwetgeving. Het nieuwe natuurdecreet zorgt er ook voor dat in Vlaanderen effectief werk kan gemaakt worden van de bescherming van de habitats, dieren en planten van Europees belang. Als groene provincie speelt Limburg hier een belangrijke rol. Zo ligt er ‘een samenwerkingsovereenkomst Natura 2000’ ter ondertekening voor tussen de provincie Limburg en het Agentschap voor Natuur en Bos. Ook ‘in het veld’ is de provincie Limburg in de weer. De participatie in de ontwikkeling van een nieuwe landschapsvisie voor het Drielandenpark is daar een mooi voorbeeld van. Het Drielandenpark ligt op een belangrijk kruispunt van cultuurhistorische én ecologische verbindingen uit het Natura 2000-netwerk. En op het vlak van natuurstudie is het in Limburg nooit stil. De nieuwste uitdaging is een indrukwekkende publicatie waaraan een grote groep Limburgse vogelliefhebbers al jaren werkt en nog jaren werk zal hebben. Het standaardwerk wil alle beschikbare informatie over de in het wild levende vogels in onze provincie bundelen. Kennis die de Europees beschermde natuur zeker ten goede zal komen.

© Freddy Janssens

© RLH

© Freddy Janssens

© Marcel Bex

Naar een geïntegreerd natuurdecreet De wetgeving rond natuur is altijd complex geweest. Vandaar de terechte vraag naar meer duidelijkheid en eenvoud. Op 25 april 2014 werd alvast een decreet goedgekeurd dat het natuurdecreet en bosdecreet drastisch wijzigt. Aan het natuurdecreet wordt heel wat toegevoegd; in het bosdecreet een en ander afgeschaft. Dit zogenaamde ‘wijzigingsdecreet’ is de voorbode van een ‘geïntegreerd natuurdecreet’.

Het ‘wijzigingsdecreet’ zet belangrijke stappen Met dit ‘wijzigingsdecreet’ worden al belangrijke stappen gezet. Zo wordt het begrip ‘geïntegreerd beheer’ geïntroduceerd, hervormt het decreet de beheerplanning en wordt een Europees instandhoudingsbeleid mogelijk. Ook voor de regionale landschappen en bosgroepen geeft het wijzigingsdecreet de aanzet tot verandering. Beide worden nu erkend, gesubsidieerd en opgevolgd door de provincies. In dit nummer van Mi&Na geven we alvast enkele belangrijke aandachtspunten mee.

© Marcel Bex

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 3


Een Europees instandhoudingsbeleid Het ‘wijzigingsdecreet’ maakt de uitvoering van de ‘instandhoudingsdoelstellingen’ (IHD’s) mogelijk. IHD’s zijn oppervlaktes, grootte van populaties en kwaliteitsdoelen die moeten gerealiseerd worden voor behoud van de meest kwetsbare habitats, dieren en planten in Europa. IHD’s komen voort uit de Europese natuurbescherming waarin de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn samen de hoofdrol spelen. De bijlagen van deze twee richtlijnen vermelden specifieke habitats en soorten die moeten beschermd worden.

oefening wordt op dit moment gemaakt voor stikstof met de Programmatische Aanpak Stikstof of PAS. Voor de landbouwsector is dit een belangrijk dossier omdat het invloed zal hebben op het al dan niet verlenen van vergunningen voor activiteiten die voor stikstofuitstoot zorgen.

Een geïntegreerd beheer

Voor het uitvoeren van de richtlijnen bakende Vlaanderen – net als de andere lidstaten – ‘speciale beschermingszones (SBZ’s)’ af, met name de vogel- en habitatrichtlijngebieden. Meer dan 12% van de oppervlakte van Vlaanderen behoort tot het Natura 2000-netwerk. In totaal telt Vlaanderen 47 habitattypes en 109 dieren en planten van Europees belang. Om deze naar een ‘gunstige staat van instandhouding’ te brengen, werden IHD’s of ‘natuurdoelen’ gesteld die tot stand kwamen na grondig wetenschappelijk onderzoek en een uitgebreid maatschappelijk overleg. Zo’n overleg is in het dichtbevolkte en dichtbebouwde Vlaanderen nu eenmaal broodnodig. Het bijkomende voordeel is dat iedereen nu weet ‘waar het in Vlaanderen met de natuurbescherming naartoe moet’.

Het decreet presenteert ook een nieuw kader voor de beheerplannen binnen en buiten de speciale beschermingszones. Alle bestaande regels verdwijnen en het geïntegreerde beheer doet z’n intrede. Onder een geïntegreerd beheer wordt een beheer verstaan dat leidt tot het samengaan van de ecologische, economische en sociale functies van het terrein. De ecologische functie – of het belang van het terrein op het vlak van natuurbehoud en milieubescherming – primeert hier. Met de economische functie wordt onder meer de duurzame productie van goederen en diensten bedoeld. Denk bijvoorbeeld aan houtproductie of visvangst. De sociale functie heeft betrekking op de beleving, de educatie, het wetenschappelijk onderzoek, het belang binnen de algemene landschapszorg en het onroerende erfgoed en last but not least de toegankelijkheid. Beperkingen van de toegang worden voornamelijk geregeld via een zogenaamde toegankelijkheidsregeling.

Aan de slag

Eén plan, vele partners

Nu de neuzen in de richting van deze natuurdoelen staan, kan men aan de slag gaan. Ook op dit vlak staat het ‘wijzigingsdecreet’ voor verandering en een duidelijke aanpak. Zo wordt er een Vlaams Natura 2000-programma voorzien, naast managementplannen voor speciale beschermingszones en zones daarbuiten. Ook soortenbeschermingsprogramma’s en monitoring zijn in het decreet opgenomen. Voor de uitvoering van de doelen is er per niveau ‘een plan’ ter beschikking. Voor de Vlaamse doelen is dat ‘het Natura 2000-Programma’, voor de doelen per habitat- en vogelrichtlijngebied is dat ‘het Managementplan Natura 2000’ en voor de doelen per deelgebied is dat ‘het natuurbeheerplan’.

De vele beheerplannen (bosbeheerplan, natuurbeheerplan, harmonisch park- en groenbeheerplan, …) zijn teruggebracht tot één plan: het natuurbeheerplan. Dit plan is een verbintenis of ‘contract’ – voor 24 jaar – tussen twee partijen. Aan de ene kant is er de beheerder die het plan uitvoert en aan de andere kant is er de Vlaamse overheid die de uitvoering controleert en, indien er voldoende inspanningen voor de ecologische doelen worden geleverd, steunt door middel van subsidies.

Sterkste schouders Een belangrijk principe bij de uitvoering van de instandhoudingsdoelstellingen is dat ‘de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen’. Concreet betekent dit dat het Agentschap voor Natuur en Bos en de terreinbeherende verenigingen zoveel mogelijk van ‘de Europese natuurdoelen’ in hun gebieden moeten verwezenlijken. Die centrale rol is in het decreet vastgelegd. Of de natuur zich in de goede richting ontwikkelt, hangt natuurlijk niet alleen af van het beheer en de bijhorende plannen. In Vlaanderen is de milieudruk bijzonder hoog. Vandaar dat er in het kader van het Natura 2000-programma ook aandacht is voor de milieudruk. Ook hier wordt gekozen voor een programmatorische aanpak. De eerste

© Marcel Bex

4 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014

Het voornemen is dat iedereen die zich engageert voor het natuurbeheer, onder dezelfde voorwaarden toegang krijgt tot subsidies of andere instrumenten. Naargelang de ambities in het beheerplan hoger liggen, worden de inspanningen forser beloond. De doelstellingen van de natuurbeheerplannen kunnen beperkt zijn of juist heel ver gaan. Het nieuwe decreet onderscheidt vier ecologische ambities: • Type 1 – het behouden van de aanwezige natuurkwaliteit. • Type 2 – het bereiken van een hogere natuurkwaliteit. • Type 3 – het bereiken van de hoogste natuurkwaliteit. • Type 4 – de erkende natuurreservaten. Vanaf type 2 kunnen er subsidies voorzien worden voor de opmaak van de plannen, het beheer en de inrichting. Wanneer het de


© Freddy Janssens

ambitie is om de terreinen te erkennen als reservaat, zijn ook aankoop- en verwervingssubsidies mogelijk. Iedere beheerder kiest er zelf voor om al of niet een plan op te maken en welk ambitieniveau dat heeft. Een beheerder die kiest voor type drie of vier moet wel over voldoende oppervlakte beschikken. Bron en meer info: -A dvies Minaraad en SALV over het voorontwerp van decreet tot wijziging van regelgeving inzake natuur en bos - Het nieuwe natuurdecreet in een notendop, Natuurpunt - www.natuurenbos.be

We onthouden: • de weg is gebaand om de Europese instandhoudingsdoelstellingen te realiseren • de integratie van het natuur- en bosbeleid • één beheerplan in plaats van verschillende beheerplannen • meer actoren worden betrokken bij het natuurbeheer • meer focus op wat er gebeurt in plaats van op wie iets doet • één financieringssysteem in plaats van verschillende subsidiesystemen • de subsidiekanalen worden voor iedereen opengesteld • regionale landschappen en bosgroepen worden provinciale bevoegdheid

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 5


Vogelliefhebbers werken aan standaardwerk Een grote groep Limburgse vogelliefhebbers en specialisten werkt sinds vorig jaar naarstig aan een publicatie die hét standaardwerk moet worden over de in het wild levende vogels in de provincie Limburg. De medewerkers willen zich niet vastprikken op een exacte publicatiedatum, maar hebben zich vijf jaar gegeven om de klus te klaren. Het boek kreeg een voorlopige werktitel mee: de Avifauna van Limburg. Mi&Na ging praten met Carlo van Seggelen, een van de bezielers van dit project. Deze doorwinterde vogelringer tekende in 2009 al mee voor een andere publicatie: Vogels ringen in Limburg. Carlo, wat is de ambitie achter zo’n omvangrijk project? Carlo van Seggelen: We spreken hier van een echt standaardwerk. De publicatie moet eerst en vooral alle bekende informatie over in het wild levende vogels in de provincie Limburg bundelen. Verder wil het een referentie worden om te gebruiken bij planologische, ecologische en landschappelijke vraagstukken. Het is met andere woorden een vraagbaak voor politici, beleidsmakers, adviesbureaus, enzovoort. We hopen met dit boek ook het toekomstige natuur- en vogelonderzoek in Limburg en Vlaanderen te stimuleren, en als het even kan nieuwe geïnteresseerden te werven.

afgelopen 150 jaar hebben doorgemaakt, mede onder invloed van de landschappelijke veranderingen die hebben plaatsgevonden. Het moet ook duidelijk worden voor welke soorten de provincie Limburg een grote rol speelt.

In het verleden zijn er toch al enkele Limburgse vogelatlassen verschenen. Wat is de meerwaarde van dit boek? Carlo van Seggelen: Die andere publicaties gaan enkel over broedvogels. In de ‘Avifauna’ zullen uiteindelijk om en bij de 400 vogelsoorten aandacht krijgen. Schrijf voor mijn part: ‘alle soorten die niet in een kooitje zitten’. De body van het werk zullen de soortbeschrijvingen zijn met aandacht voor verspreiding, aantallen, trends, en zo meer. Je gaat een antwoord krijgen op vragen over de status van veel vogelsoorten in Limburg en over de gebieden die belangrijk zijn voor de diverse soorten. Ook beschrijven we de ontwikkeling die de soorten de

Zo te horen is dit geen eenmansproject? Carlo van Seggelen: Zeker niet! Er werkt een netwerk van vrijwilligers aan mee van wie velen actief zijn binnen de Vogelwerkgroep van de Limburgse Koepel voor Natuurstudie. Omdat het zo’n groots project is, wordt heel het proces in goede banen geleid door een kerngroep, een stuurgroep en subwerkgroepen. Op dit moment zijn er al subwerkgroepen bezig rond broedvogels, ringgegevens, watervogeltellingen, fenologie, trektellingen en dialecten. Er zullen zeker nog meer werkgroepen opgericht worden. De verzamelde gegevens worden correct wetenschappelijk verwerkt en uitgeschreven in teksten. Voor

© Henk Heijligers

al die taken moeten we de juiste man of vrouw op de juiste plaats hebben. Je sprak over het bundelen van ‘alle bekende informatie’. Dat lijkt een megaklus! Carlo van Seggelen: We beschikken over een schat aan informatie met betrekking tot de broedvogels, trekvogels en wintervogels. De laatste decennia gebeurt de verzameling van gegevens al deels op een gestandaardiseerde, digitale manier via gerichte tellingen en onderzoeken. De twee broedvogelatlassen van Limburg en de data, verzameld door de trektellers en watervogeltellers, zijn daar mooie voorbeelden van. Maar er is ook fragmentarische informatie beschikbaar vanaf het begin van de 20ste eeuw. Hoe verzamel je die oude gegevens? Carlo van Seggelen: Door hard te zoeken, diep te graven en veel te vragen. Het kan zelfs gaan om losse dagboekjes die al heel lang op zolder liggen en die waardevolle

© Marcel Bex

Carlo van Seggelen: “Het is hard zoeken, diep graven en veel vragen.”

6 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014


waarnemingen bevatten. Nu hebben liefhebbers met wat tijd een verrekijker, telescoop of smartphone. Men trekt eropuit en geeft gegevens in. Dat was vroeger anders! Het waren vooral groepen advocaten, doctors en andere notabelen die data verzamelden. Weet je hoe ze vroeger een onbekende vogel determineerden? Ze schoten het dier baf uit de lucht en brachten het dan op naam. Buiten particulieren kunnen ook officiële instituten over een berg vrijwel onbekende gegevens beschikken. Je bent zelf intensief met ringwerk en het verzamelen van ringgegevens bezig. Carlo van Seggelen: Dat klopt! De zoektocht naar historische ringgegevens is een waardevolle zoektocht. Er werd voor WOII niet zo veel naar vogels gekeken. De beschikbare info is met andere woorden schaars. Ringgegevens vormen daarom een welkome aanvulling op de schaarse kennis. Het Belgische en Limburgse vogelringwerk dateert van 1926. Vanaf het begin verzamelt het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) de ringgegevens. In het begin ging het over enkele duizenden vogels die jaarlijks een ring kregen en die keurig met kroontjespennen werden beschreven in grote boeken. Tegenwoordig worden in België jaarlijks ca. 700 000 vogels geringd waarvan 70 000 tot 80 000 exemplaren in Limburg. De verwerking gebeurt nog steeds binnen het KBIN maar verloopt ondertussen volledig automatisch. Dankzij de medewerking van het KBIN krijgen we nu de kans om de historische ringgegevens boven water te halen. We zijn al ettelijke uren zoet geweest om oude notulen te fotograferen voor latere verwerking. Wat kan je uit ringgegevens afleiden? Carlo van Seggelen: Ringgegevens zorgen voor kennis die je via een ander soort onderzoek niet verkrijgt. Vogelringers richten zich namelijk deels op het vangen van soorten die ’s nachts trekken. Je krijgt een antwoord op vragen als: hoeveel kleine

karekieten trekken er door Limburg, wanneer passeert de zwartkop in het najaar, trekken oude en jonge vogels samen of juist niet. Je komt ook iets te weten over de geografische verspreiding van soorten. Een ringer in Zuid-Limburg vangt namelijk andere soorten dan een ringer op de zandgronden in Noord-Limburg. Ook de opmars en verspreiding van soorten als de boomklever, de glanskop en de bonte vliegenvanger kan samen met andere gegevens in kaart worden gebracht. Het leuke en interessante aan ringwerk is dat je vogels individueel herkent. Zo’n ringetje geeft veel informatie: ouderdom, plaats, en zo meer. Jij kan een dier ringen dat elders wordt gevangen, en omgekeerd. Dat levert informatie op over de plaats waar zo’n vogel heen is gevlogen. Wanneer we hier vogels vangen die elders geringd zijn of wanneer vogels die in Limburg geringd zijn elders worden gevangen, noemen we dat terugmeldingen. In de loop van de jaren zijn er in Limburg zo’n 20 000 tot 25 000 terugmeldingen verzameld. Dat levert zeer fraaie beelden op van waar de soorten komen en waar ze via Limburg heen gaan. Heb je een treffend voorbeeld van zo’n terugmelding? Carlo van Seggelen: Wat denk je van een boerenzwaluw die in Kinrooi werd gevangen en in Botswana z’n ring kreeg? Dat betekent dat een vogel van ongeveer 15 gram iets minder dan 9 000 km heeft gevlogen. Doe dat maar eens na! Het andere uiterste is de huismus. De huismus blijft, zoals de naam verraadt, dicht bij huis. Zijn leven speelt zich af rond de dakgoot. Als je een Hasseltse huismus in Diepenbeek terugvindt, mag je spreken van een heus record. Jullie ringen ook vogels in nesten? Carlo van Seggelen: Ja, het ringen van jonge vogels in nesten is een ander aspect van het ringwerk. Daarmee krijg je bijvoorbeeld informatie over het broedsucces of de

invloed van klimaatverandering. Als je recente en historische gegevens samenbrengt, kom je meer te weten over de timing van de broedsels. Ik neem het voorbeeld van de koolmees. Voor 1960 werden nesten van koolmezen eind mei-juni geringd. Tegenwoordig is dat eind aprilbegin mei. Ringen is met andere woorden ‘meten’? Carlo van Seggelen: Ja, ringen is zonder twijfel ‘meten’. Je moet blijven ringen, zeker met de huidige evoluties. Dat neemt niet weg dat het ringwerk nog voor verbetering vatbaar is. Ringgegevens zijn doorgaans te weinig systematisch van aard. Als je het hele jaar door genoeg vangt, verminderen de onvolkomenheden weliswaar opmerkelijk. Maar het blijft een aandachtspunt! Het zou mooi zijn mochten de ringers meer gericht te werk gaan. Dat kan door de focus te richten op bepaalde soorten of met een meer thematische aanpak. Ik denk bijvoorbeeld aan een meerjarig gestandaardiseerd monitoringsonderzoek naar broedsucces of overleving van vogels. Maar het kan ook over simpele aanpassingen gaan. De ringers kunnen bijhouden hoe lang ze vangen (de vanguren), met welke netlengte ze vangen en welk geluid wordt gebruikt. Nog veel succes met het project en bedankt voor dit gesprek.

Voor ‘de Avifauna’ zoeken we oude gegevens rond vogels. Dit kunnen notaboekjes zijn, maar ook oude tijdschriften. Daarbuiten is er nog veel ingeefwerk. Heb je tijd en een beetje vogelkennis, werk dan zeker mee. Meer info: PNC, Craenevenne 86, 3600 Genk tel. 011 26 54 62, luc.crevecoeur@limburg.be

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 7


Visie en aanpak voor een groen grensoverschrijdend Drielandenpark Deskundigen van drie universiteiten uit Aken, Brussel en Wageningen ontwikkelden een landschapsvisie voor het Drielandenpark, die de kwaliteiten van dit ‘groene hart van de Euregio Maas-Rijn’ moet veiligstellen en verhogen. Dit project werd gesponsord door het Europese Instituut ESPON (European Spatial Planning Observation Network). Het Drielandenpark ligt rondom de steden Hasselt, Genk, SittardGeleen, Heerlen, Aken, Eupen, Verviers, Luik en Maastricht. Op een oppervlakte van 50 bij 50 kilometer ligt een landschappelijke en cultuurhistorische rijkdom.

Samenwerken over de grenzen heen Sinds 2001 werken tien partners uit België, Duitsland en Nederland – waaronder de provincie Limburg, het Agentschap voor Natuur en Bos en het Agentschap voor Onroerend Erfgoed – samen om de open ruimte in het Drielandenpark te behouden en te versterken. De richtlijnen voor een duurzame toekomst voor dit gebied werden al in 2003 uitgetekend in het zogenaamde ‘Ontwikkelingsperspectief Drielandenpark’. Op basis daarvan werden talrijke projecten opgestart waaronder ‘Aquadra’ rond waterbeheer, ‘Habitat Euregio’ rond nieuwe kansen voor mens en natuur en de uitgave van grensoverschrijdende wandelkaarten.

Drie uniefs Wat nog ontbrak, was een landschappelijke synthese en beleidsvisie op Euregionale schaal. Die visie en grensoverschrijdende aanpak zijn van groot belang want het Drielandenpark ligt op een belangrijk kruispunt van cultuurhistorische én ecologische verbindingen uit het Natura 2000-netwerk. Landschapsdeskundigen van drie universiteiten (Aken-RWTH, Brussel-ULB en Wageningen-WUR) kregen daarom in 2012 en 2013 de opdracht om een landschapsvisie te ontwikkelen. Het onderzoek volgde twee sporen. Het Drielandenpark werd tegen de Europese context en beleid gehouden en vergeleken met gelijkaardige grensoverschrijdende regio’s in Europa. Verder zochten de onderzoekers naar kernkwaliteiten.

Vijf kernkwaliteiten vormen de kapstok Er werden vijf kernkwaliteiten gedefinieerd: een gevarieerd landschap, een overvloed aan water, een gevarieerd groen karakter, een nederzettingspatroon met meerdere centra en het talrijk aanwezige patrimonium. De landschapsvisie benadrukt zowel de ‘eenheid’ als de ‘verscheidenheid’ van het Drielandenpark. Ze bestaat verder uit 13 ruimtelijke principes die gebaseerd zijn op het behoud en de

© provincie Limburg

8 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014

ontwikkeling van de kernkwaliteiten, de bestaande structuren en de toekomstige gewenste landschapsontwikkelingen.

Privépartners Omdat de uitvoering van de 13 principes hoofdzakelijk plaatsvindt op privé-eigendommen moeten er meer partners betrokken worden. Er wordt dan ook voorgesteld om een ‘Drielandenpark landschapspartnerschap’ op te richten. Om de 13 principes te linken met het Europese beleid zijn ook vier thematische strategieën ontwikkeld rond: 1. het beschermen en versterken van de biodiversiteit, ecosysteemdiensten en kernkwaliteiten; 2. het benutten van cultureel erfgoed en het toegankelijk maken van landschappen; 3. de introductie van gewassen die bruikbaar zijn voor het opwekken van bio-energie en die passen in het landschap; 4. de ondersteuning van landbouwers en andere landeigenaars en hen aanzetten om te werken rond kwaliteitsvolle producten (voedsel) én landschappen.

De toekomst De landschapsvisie is natuurlijk maar een begin. Nu komt het eropaan beleidskeuzes te maken, acties uit te voeren, … Het is aan de partners binnen de Projectgroep om hier werk van te maken en de beleidsvoerders binnen de Stuurgroep om de nodige beslissingen te nemen. De studie vind je op www.espon.eu Meer info: www.3landenpark.eu Leo Bracke, tel. 011 23 83 50, leo.bracke@limburg.be Dienst Ruimtelijke Ordening - Planning en Beleid Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt


Het nieuwe MOS mag gezien worden! MOS kiest voor een nieuwe missie: samen met scholen zoeken naar duurzame keuzes voor onze planeet. In het nieuwe MOS is er geen sprake meer van logo’s. De motivatie van de school telt en niet de externe erkenning of beloning! Dit past perfect in het plaatje van ‘duurzame keuzes maken’. Na meer dan 10 jaar is het duidelijk dat in MOS-scholen samen met leerlingen, ouders en schoolomgeving bewust duurzame keuzes gemaakt worden. MOS is een succes! Meer dan 90% van de Limburgse basis- en secundaire scholen zetten actief in op milieuzorg. Bovendien maken meer dan 30 Limburgse scholen deel uit van het internationale netwerk van Eco-Schools.

MOS is een merk Alle scholen kunnen zich nu profileren als MOS-school. Al meer dan 100 Vlaamse scholen zetten zich al op de Groene Kaart van MOS (zie www.mosvlaanderen.be) en behoren tot de groeiende gemeenschap van duurzame, straffe scholen in Vlaanderen & Brussel. Scholen kunnen hun naam verbinden aan het MOS-project door ‘het MOS-icoon’ en ‘het MOS-schoollogo’ te gebruiken in hun MOS-communicatie. Het icoon verhoogt de zichtbaarheid van de school en toont het engagement om mee te bouwen aan een duurzame wereld. Wanneer een school zich als MOS-school op de Groene Kaart registreert, kan ze ook ‘een schoolpoortlogo’ verkrijgen. Als een school dit uithangt, toont ze aan alle bezoekers dat ze ‘het verkennen van duurzaam denken en handelen integreert in de lessen en schoolacties’. Het nieuwe MOS voorziet verder een aanbod om de MOSrealisaties binnen de schoolmuren meer in de schijnwerpers te zetten. Tot slot kunnen scholen die genoeg expertise opgebouwd hebben, het internationale label van Eco-Schools aanvragen én de bijhorende Groene Vlag.

MOS biedt expertise Naast begeleiding op maat stelt MOS ook expertise ter beschikking. MOS-scholen puilen uit van goede ideeën en praktijken. Het nieuwe MOS wil de uitwisseling van die ideeën en praktijken verbeteren: via digitale weg (o.a. via actiefiches en het Limburgse MOS-inspiratieboek) en netwerking (o.a. via nascholingen en netwerkmomenten).

Nieuwsgierig? De nieuwe MOS-ondersteuning wordt voorgesteld tijdens een Limburgs netwerkmoment op 5 november 2014 in het Provinciaal Natuurcentrum.

Actie Diamant 2014 Schoolgerief is na een schooljaar meestal niet versleten. Actie Diamant – diamanten gaan oneindig lang mee – moedigt het hergebruik van schoolgerief aan. Zo wordt afval voorkomen en de aanmaak van nieuw schoolgerief vermeden. Op het einde van het schooljaar 2013-2014 kleefden leerlingen drie diamantstickers op gerief dat ze opnieuw zullen gebruiken. In september turfde elke klas het aantal stuks schoolmateriaal dat de zomervakantie had ‘overleefd’. Dit jaar namen 400 Limburgse klassen deel. Dat staat voor 7231 leerlingen. Zo worden ongeveer 21 700 stuks schoolgerief gered van de vuilnisbak.

© Robin Reynders

Leermiddelen in de kijker • De reeks ‘Ik ken al 25 …’ omvat boekjes over vogels, bloemen, paddenstoelen en bessen, bomen, … • ‘Help de natuur en het milieu’ heeft aandacht voor natuurbescherming, afval opruimen, hergebruik en recycling, energie besparen en water besparen. Beide reeksen zijn bedoeld voor kleuter- en eerstegraad lager onderwijs. Je kan ze gratis ontlenen via je MOSbegeleider.

Meer info: www.mosvlaanderen.be en www.pnc.be/mos, MOS-team, PNC, Craenevenne 86, 3600 Genk • Karel Coenen, tel. 011 26 54 91, karel.coenen@limburg.be, basisonderwijs • Philippe Plessers, tel. 011 26 54 66, philippe.plessers@limburg.be, basisonderwijs • Hilde Boiten, tel. 011 26 54 67, hilde.boiten@limburg.be, secundair onderwijs

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 9


Nederland onderzoekt de mogelijke winning van schaliegas Nederland wil onderzoeken of en onder welke voorwaarden het veilig schaliegas kan winnen op zijn grondgebied. Omdat de potentiële schaliegaslagen zich in het ruime grensgebied bevinden, zijn ook zeven Limburgse grensgemeenten en de provincie Limburg bevraagd. Voor 9 juli jl. konden zij reageren op het Nederlandse onderzoeksvoorstel. Mi&Na grijpt dit aan om in te gaan op de problematiek van schaliegas. Het Nederlandse Ministerie van Economische zaken legde eind mei via een zogenaamde ‘conceptnotitie voor een plan-MER schaliegas’ een voorstel op tafel waarin wordt beschreven welke aspecten van schaliegaswinning men nader wil onderzoeken en hoe gedetailleerd dit moet. Dit document zou in een latere fase de basis vormen voor een Milieueffectenrapport (plan-MER) en een eventuele vertaling naar een ‘Ruimtelijke Structuurvisie voor schaliegaswinning in Nederland’.

Na het aanboren van de schalielaag worden grote hoeveelheden water, korrels (zand, glas, keramiek, …) en chemicaliën onder hoge druk geïnjecteerd. Daardoor barst het gesteente. De korrels houden de barstjes open. Het gas dat zich direct in de buurt van de scheurtjes bevindt, kan nu vrijkomen mits het (vervuilde) water wordt weggepompt. Na zuivering kan het gas als gebruiksklaar aardgas worden verdeeld.

Meerdere kanten Stevige discussies De vraag die tussen 29 mei en 9 juli aan de provincie en gemeenten werd voorgelegd, luidde: is de conceptnotitie correct en volledig in zijn beschrijving van de aspecten die moeten onderzocht worden? Hoewel het om een vrij technische vraag ging, waren de mogelijke politiek-maatschappelijke gevolgen dadelijk voor iedereen zichtbaar. Dit leidde binnen het Limburgse provinciebestuur dan ook tot stevige discussies die verder gingen dan een louter technisch debat. Het ging over toekomstvisies, maatschappelijke keuzes en waarden, de mogelijke invloed van de Nederlandse plannen op de omliggende regio’s en op de voorlopig nog ontoereikende Europese regelgeving.

Wat is schaliegas? Schaliegas is in de loop van miljoenen jaren gevormd doordat bezinksel van zeeplankton werd samengedrukt onder verschillende aardlagen. Door de hoge druk en temperatuur brak het plankton af en werden versteende klei (schalie) en aardgas gevormd. In tegenstelling tot ‘conventioneel’ aardgas dat zich in gigantische bellen tussen de aardlagen bevindt, zit schaliegas gebonden aan deeltjes schalie of als kleine belletjes opgelost in het water in de schalielaag. Het zit daar m.a.w. gevangen. Om het gas vrij te maken, moet het gesteente worden gekraakt of gefrackt. In Nederland en Vlaanderen zit de schalielaag – met een dikte van zo’n 10 tot 40 meter – meer dan drie kilometer diep. Deze laag bevat ook niet altijd (even veel) schaliegas.

Patagonië © Diego di Risio/Milieudefensie

10 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014

Nu de ‘conventionele’ aardgasreservoirs uitgeput geraken, verschuift de aandacht naar de diepere of minder toegankelijke lagen. In de Verenigde Staten leidde de winning van schaliegas de afgelopen jaren tot een echte herindustrialiseringsgolf en een (tijdelijk) concurrentievoordeel. Maar de winning van schaliegas heeft ook keerzijden. Zo blijven de vele boorputten zeer nadrukkelijk aanwezig in het landschap en is het raden naar de effecten van de chemicaliën in de bodem. Er is ook ongerustheid over de mogelijkheid dat bij het boren en het fracken kleine aardbevingen worden veroorzaakt. Er kunnen ook aanzienlijke hoeveelheden aardgas en andere nevenproducten ‘lekken’. Aardgas of methaan is een zeer sterk broeikasgas. Deze lekken hebben dus een grote impact op de opwarming van de aarde en vormen een veiligheidsrisico. Daarenboven blijft schaliegas een fossiele energiebron en bestaat het risico dat er minder geïnvesteerd gaat worden in hernieuwbare energie.

Grensoverschrijdende gevolgen De schalielagen waar in Nederland interesse voor bestaat, liggen grotendeels in de grensregio met België en Duitsland. Mochten de plannen doorgaan, zou dat over de grenzen heen gevolgen kunnen hebben. In Limburg zijn Hamont-Achel, Lommel, Kinrooi, Maaseik, Maasmechelen, Dilsen-Stokkem en Voeren, en uiteraard ook de provincie, mogelijk betrokken partij. De provincie besloot daarom om externe en interne expertise te bundelen tot een modeladvies dat ook aan de betrokken gemeenten werd bezorgd.


Ludwig Vandenhove, gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur “Ik ben hevig gekant tegen schaliegaswinning. Ik verwijs naar de talrijke negatieve, technische milieuaspecten. Bovendien staat heel het gebeuren haaks op het duurzame klimaatneutraalbeleid dat de Limburgse gemeenten en de provincie al jaren voeren. Alle positieve inspanningen zouden als sneeuw voor de zon verdwijnen. Acties in Nederland © Pierre Crom/Milieudefensie

Het provinciale advies De reactie van het provinciebestuur werd uiteindelijk op 26 juni 2014 goedgekeurd en aan de Nederlandse overheid overgemaakt. Het advies omvatte een waslijst aan onderzoeksvragen en aanbevelingen met als belangrijkste aandachtspunten:

Wanneer Limburgse gemeenten mogelijk gevat worden door de Nederlandse schaliegasplannen vind ik het onze plicht om hen praktisch en inhoudelijk te ondersteunen. Uiteraard reageren deze gemeenten autonoom maar ideaal zou zijn dat de provincie en de zeven betrokken burgemeesters een front vormen tegen de plannen van de Nederlandse regering.”

Burgemeester Lydia Peeters van Dilsen-Stokkem • het duidelijker omschrijven van de voorwaarden waaronder schaliegaswinning volledig zou worden uitgesloten (de zogenaamde nulvariant); • de impact van het fracken op de vele breuklijnen in de Limburgse ondergrond, op mijnverzakkingsgebieden en op de mogelijke toepassing van diepe geothermie, een duurzame manier van energiewinning die gebruik maakt van de aanwezige warmte in aangrenzende aardlagen; • mogelijke trillingshinder voor Seveso-bedrijven, voor trillingsgevoelige gebouwen en bedrijfsapparatuur; • een mogelijke verdroging van Natura 2000-gebieden en landbouwgebieden door het onttrekken van oppervlakte- of grondwater; • het in beeld brengen van het effect en de afbreekbaarheid van de gebruikte chemicaliën en de verwerking van het (mogelijk radioactief) vervuilde proceswater; • het probleem van mogelijke gaslekken tijdens het boren; • de toetsing van het maatschappelijke draagvlak en een verregaande analyse van de maatschappelijke kosten/baten. • de opmaak van de energiebalans van schaliegaswinning (hoeveel energie kost het om 1 eenheid energie in de vorm van schaliegas boven te halen?). Meer info: David Michiels, tel. 011 23 83 32 david.michiels@limburg.be Dienst Milieu en Natuur, Provincie Limburg Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

“Schaliegas is de dag van vandaag een veelbesproken item. Het is belangrijk voor ons om een volledig beeld te krijgen en zo het dossier te kunnen evalueren op de inhoud. We volgen het geheel dan ook met de nodige aandacht en bezorgdheid op.”

Burgemeester Huub Broers van Voeren “Schaliegas winnen, het zegt zo weinig en toch kan het onze omgeving bijzonder zwaar aantasten. Niet alleen zullen de vele ‘boortorens’ visueel hinderlijk zijn, maar vooral wat er in de ondergrond gebeurt, is letterlijk verstorend. Het systeem van ondergrondse injecties en boringen kan zich over grote afstand manifesteren in aardtrillingen, verschuivingen van aardlagen en verstoring van het waterpeil. Het zullen onze gemeenten zijn die dit voelen. Daarom steunt Voeren het verzet van gedeputeerde Vandenhove en sloot de gemeente zich aan bij de dossierbegeleiding door de provincie. Wij moeten deze ontginning samen voorkomen omdat we een zorgplicht hebben voor de omgeving waarin wij leven. En geloof me, ik ben geen groene jongen, maar ik heb wel de verdomde plicht om te zorgen voor wie bij ons leeft, woont en werkt.”

Sara Van Dyck, Bond Beter Leefmilieu “Een keuze voor schaliegas houdt niet alleen zeer veel risico’s in voor mens en milieu, het stelt de keuze voor energiebesparing en ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen verder uit. BBL diende dan ook een zeer kritische reactie in op de plannen van de Nederlandse overheid en hoopt dat Nederland afziet van haar plannen om verder op zoek te gaan naar schaliegas. Bovendien vraagt BBL dat de nieuwe Vlaamse regering vasthoudt aan het eerder afgekondigde moratorium op schaliegas. BBL ondersteunt het advies dat de provincie Limburg indiende bij de Nederlandse overheid. Daarmee bevestigt ze dat schaliegaswinning niet kan samengaan met de ambitie ‘Limburg gaat klimaatneutraal’. Aanvullend zouden ook de plannen voor steenkoolgasontginning in Limburg dan ook best definitief opgeborgen worden.”

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 11


Nieuws uit Limburg Mi&Na verzamelt groot en klein natuur- en milieunieuws. Hoog tijd dus om uit de luie zetel te kruipen, aan de slag te gaan of gewoon eens te gaan kijken!

Met kapotte spullen naar een Repair Café In een Repair Café kan je fietsen, elektrische apparaten of andere spullen waaraan iets hapert, gratis laten herstellen. Samen met elektriciens, fietsenmakers, … ga je aan de slag. Het nodige gereedschap en materialen staan ter beschikking. Een Repair Café vermindert de afvalberg en toont dat repareren leuk en makkelijk kan zijn. Heb je geen haperend toestel? Loop dan gezellig langs, drink een kop koffie of thee of steek een handje toe. Het Repair Café is immers ook een sociaal gebeuren: je leert buurtbewoners kennen of anders kennen. Repair Café is een Nederlands initiatief, bedacht door Stichting Repair Café Nederland. Netwerk Bewust Verbruiken ondersteunt samen met talrijke partners en met de steun van de Vlaamse overheid lokale groepen die een Repair Café willen starten. Ook de provincie Limburg wil opstartende Repair Cafés een duw in de rug geven. Hiervoor werd o.a. een samenwerking afgesloten met de Limburgse kringwinkels. Meer info en kalender : www.repaircafe.be/nl/

Vraag een ‘klimaatwandeling’ aan! In het kader van de ambitie ‘Limburg gaat Klimaatneutraal’ organiseerde het Provinciaal Natuurcentrum dit voorjaar samen met Natuurpunt Educatie een cursus ‘Gidsen voor het klimaat’. Het resultaat is een groep van zo’n 20 gediplomeerde gidsen die een sterk klimaatverhaal kunnen brengen voor jong en oud.

Zin om ook eens op stap te gaan met een klimaatgids? Dat kan. Voor scholen (3de graad lager onderwijs, alle graden van het secundair): je kan terecht in het Provinciaal Natuurcentrum voor een begeleide klimaatwandeling in de Genkse natuur. De gids neemt de klas op sleeptouw met een tablet. Kostprijs: 25 euro per groep. Voor particulieren: je kan terecht in je eigen gemeente. De provincie stelt de klimaatgidsen ter beschikking van alle Limburgse gemeenten en er kan gewandeld worden in om het even welk Limburgs gebied. Meer info: Provinciaal Natuurcentrum, tel. 011 26 54 53 pnc@limburg.be, Craenevenne 86, 3600 Genk

Nieuw decreet duurzaam gebruik van pesticiden Vanaf 1 januari 2015 geldt het nieuwe decreet ‘Duurzaam gebruik van pesticiden’ waardoor openbare diensten geen pesticiden meer mogen gebruiken. Dit verbod geldt ook voor scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven en zorginstellingen. Enkele uitzonderingen zijn toegestaan, maar dan moet de gemeente expliciet een afwijking aanvragen. De reden voor dit verbod is simpel. Pesticiden dringen de bodem in, tasten het grondwater aan of spoelen met het regenwater de riolen en waterlopen in. Dit is schadelijk voor mensen, dieren en planten. De lokale overheden zijn al jaren bezig met het terug-

© Elisabeth Verwaest © Elisabeth Verwaest

© Joke Flour

12 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014


schroeven van het gebruik. Maar het nieuwe decreet legt het pesticidengebruik volledig aan banden en betekent dus een grote uitdaging. Een pesticidenvrij beheer is tijdrovend en daardoor duurder. Bovendien moet geïnvesteerd worden in gespecialiseerde machines. Geen evidentie in tijden van crisis. Daarom zorgt de provincie Limburg voor de nodige ondersteuning via opleidingen, begeleiding bij afwijkingsaanvragen en advies bij aanbestedingen. En de burger? Die geeft mee uitvoering aan het decreet! Zo moet het onderhoud van het voetpad voor de huizen, dat in de meeste gevallen door de bewoners gebeurt, vanaf 1 januari 2015 zonder pesticiden gebeuren! Daarnaast zal de burger moeten wennen aan een nieuw straatbeeld. Het ganse gemeentelijke patrimonium kan er niet meer spic en span bij liggen. Af en toe zal er wat onkruid staan. Maar dat is zeker geen ramp. Meer info: www.zonderisgezonder.be

Provincie Limburg stelt 36 ‘parkrangers’ tewerk Om de status ‘meest groene provincie van Vlaanderen’ te behouden, moet Limburg investeren in het onderhoud en het versterken van de landschappelijke kwaliteit. Dat onderhoud en versterken is de ‘kerntaak’ van de parkrangers: 6 ploegen van telkens 5 doelgroeparbeiders en 1 ploegbaas (= 36 groenjobs) uit de sociale economie. Ze worden ingezet in alle 44 gemeenten van Limburg. De aansturing en coördinatie van de parkrangers gebeurt door de 3 regionale landschappen. Parkrangers zorgen voor het nazicht en onderhoud van wandel- en ruiterpaden en de bijhorende infrastructuur, het opruimen van sluikstorten en zwerfvuil, de aanplant of het onderhoud van (fruit)bomen en struiken in houtkanten en holle wegen, de aanleg of het herstel van poelen ...

In de periode 2009-2012 werd het project ‘Parkrangers’ als piloot­ project uitgevoerd met de financiële steun van Limburgs Sterk Merk (LSM). Sinds begin 2014 is er een vervolg. Voor 5 jaar is er 5 miljoen euro voorzien, waarvan 1,5 miljoen euro wordt vrijgemaakt in het kader van het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK). De provincie Limburg voorziet de overige 3,5 miljoen euro.

Bos- en Houtbeurs op 19 oktober 2014 De Limburgse Bosgroepen organiseren o.a. met de steun van de provincie Limburg een bos- en houtbeurs op het militair domein in Wiemesmeer (Zutendaal). Zit je met vragen als ‘waarom zaagt men hout in Limburgse bossen’ en ‘waar wordt dat voor gebruikt’, kom dan zeker langs. Er zijn demonstraties van trekpaarden en machines met veel pk. Infostanden vertellen over bosbeheer en houtgebruik. Wilgen vlechten, houten constructies maken, een mobiele boomzaag … Je krijgt het allemaal te zien. Verder staan ook een beurs met nieuwe en tweedehandse machines en werktuigen en een houtverkoop op het programma. Het Boscafé en een ‘bos’aardig kinderprogramma zorgen voor de nodige ontspanning. Heb je tweedehands bosbouwmaterialen die je wil verkopen? Contacteer: Patrick Meesters, 0475 46 04 42, patrick.meesters@limburg.be. Meer info: www.limburg.be/bosgroepen afspraak: 19/10/2014, 10.00-17.00 u., inkom gratis militair domein Wiemesmeer, Leutsestraat, Zutendaal

© RLH © provincie Limburg

© RLLK

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 13


Recente aanwinsten Olifantenmarketing: hoe het olifantje Kai-Mook een love brand werd / Anja Stas - Leuven: LannooCampus, 2010 - 184 p. Hoe wint een olifantje op een slurflengte na de verkiezing tot product van het jaar? Waarom lieten twee miljoen mensen – van wie velen nog nooit in de zoo waren geweest – hun slaap om de geboorte van het dikhuidje te volgen op het internet? Anja Stas vertelt over haar vernieuwende marketingstrategie die een onderneming en maatschappij kon mobiliseren voor het lot van de bedreigde Indische olifant. Belgisch marmer / Marleen De Ceukelaire, Frans Doperé, Roland Dreesen, Michiel Dusar, Eric Groessens - Gent: Academia Press, 2014 - 292 p. ‘Belgisch marmer’ is een toegankelijke handleiding, met veel foto’s, waarmee je marmer kan herkennen. Het boek staat stil bij wat marmer juist is, de geschiedenis van het gebruik en de geologische vormingsgeschiedenis. Ook de verschillende soorten Belgisch marmer komen aan bod. Daarbij is gekozen voor een indeling volgens kleur. De water- en oppervlaktewantsen van België / Eric Stoffelen, Hans Henderickx, Thierry Vercauteren, Koen Lock, Rop Bosmans - Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, 2013 - 256 p. Water- en oppervlaktewantsen vind je in bijna elke waterplas en de wantsen worden ook gebruikt om de kwaliteit van de oppervlaktewateren te controleren. Toch is het een vrij onbekende diergroep. ‘De water- en oppervlaktewantsen van België’ is de eerste volledige publicatie over water- en oppervlaktewantsen in België. 64 soorten worden voorgesteld met beschrijving, informatie over biotoopkeuze, levenscyclus en verspreidingskaarten. Het boek bevat verder handige determinatiesleutels, de nieuwste Rode Lijst en een uitgebreid literatuuroverzicht.

14 | Milieu & Natuur 16/4 - 2014

Veldgids Exoten / Rob Leewis, Leni Duistermaat, Arjan Gittenberger, Tom van der Have, Menno Soes, Johan van Valkenburg - Zeist: KNNV, 2013 - 192 p. ‘Exoten’ beschrijft ruim 150 exoten (planten en dieren) die een duidelijke plaats hebben veroverd op het land of in het water in Nederland. Kenmerken, herkomst, hoe ze in Nederland geraakt zijn en effecten worden behandeld.

Dier & spoor / Lars-Henrik Olsen - Zeist: KNNV, 2012 - 274 p. Diersporen vertellen een verhaal, of het nu over keutels, prenten, plukjes haar of afgeknaagde takjes gaat. ‘Dier & spoor’ helpt je die verhalen ontrafelen. Alle vormen van dierensporen in de Europese natuur komen aan bod.

Loofbomen in Nederland en Vlaanderen / Leo Goudzwaard - Zeist: KNNV, 2013 432 p. ‘Loofbomen in Nederland en Vlaanderen’ is bedoeld voor bomenliefhebbers en professionele gebruikers. Het boek bevat praktijkinformatie en achtergrondgegevens over historie, naamgeving en biodiversiteit. 268 verschillende boomsoorten en hybriden en 400 verschillende variëteiten worden beschreven. Hierbij is aandacht voor herkenning, gebruik, ziektegevoeligheid en mooie voorbeelden.

Deze en vele andere werken kan je ontlenen via het Provinciaal Natuurcentrum, Craenevenne 86, 3600 Genk Het documentatiecentrum is elke werkdag open: 9.00-12.00 u. en 13.30-17.00 u. Contact: tel. 011 26 54 95 / 011 26 54 54 documentatiecentrum@limburg.be


LIKONA-nieuws De wondere wereld van paddenstoelen

Jaarvergadering Limburgse Vogelwerkgroep

Het najaar is paddenstoelentijd. Het ideale moment om meer te weten te komen over soorten paddenstoelen. De LIKONA-paddenstoelenwerkgroep ‘Mycolim’ organiseert daarom verschillende activiteiten. Zo kan je jouw gevonden paddenstoelen voorleggen aan specialisten tijdens twee determinatieavonden die georganiseerd worden in het Provinciaal Natuurcentrum. Ook als je geen paddenstoelen hebt, leer je bij over de boleet, gordijn© Benny Vanderhoydonck zwam of fopzwam. Afspraak: 1/10 en 15/10 van 19.30 tot 22.00 u., PNC, Craenevenne 86, 3600 Genk.

Eenmaal per jaar houdt de Limburgse Vogelwerkgroep een vergadering. Heb je interesse om actief mee te werken, dan ben je hierop zeker welkom. Tijdens de bijeenkomst worden de resultaten van de projecten van 2014 besproken en afspraken gemaakt voor 2015. Afspraak: 29/11, PNC, Craenevenne 86, 3600 Genk. Meer info: Jan Gabriëls, jgabriels@telenet.be.

LIKONA-Jaarboek 2013 Het jaarboek 2013 beslaat een grote variatie aan onderwerpen en is een must voor elke natuurliefhebber. De hoofdartikels hebben betrekking op Het Heuvelsven in Dilsen, de Bechsteins vleermuis, weidevogels in Limburg, nachtvlinders in het Pijnven, de vroedmeesterpad in Voeren en de Kempense heidelibel. Daarnaast biedt het jaarboek een literatuuroverzicht en de verslagen van de LIKONA-werkgroepen. Het boek kost 10 euro en je bestelt het via PNC, C­ raenevenne 86, 3600 Genk, pnc@limburg.be, tel. 011 26 54 50.

De verspreiding van de Europese hamsters Heb je zin in de buitenlucht én in paddenstoelen. Dan zijn er interessante wandelingen die je zeker niet mag missen. Zowel voor beginnelingen als mensen met wat meer kennis. Afspraak: • 12/10 – bezoek Nieuwenhoven, 9.30 u., parking Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, St.-Truiden.; • 26/10 – bezoek terril, 9.30 u., Pastorijstraat, Houthalen (ter hoogte van Heraeus).

Al meer dan 15 jaren zoeken LIKONA-vrijwilligers jaarlijks naar hamsters. De typische burchten vind je in graanakkers die geoogst maar nog niet geploegd zijn. Voor 2010 waren er hamstermeldingen in Riemst, Lanaken, Heers en Bilzen. Nu beperken de meldingen zich enkel nog tot Tongeren. Ook in de rest van Vlaanderen worden geen recente meldingen meer genoteerd. Het is dus belangrijk om de Europees beschermde hamster in Limburg goed op te volgen en waar mogelijk maatregelen te nemen.

Natuursteen voor dummies

In juli en augustus wandelden de vrijwilligers op 4 maandagavonden ongeveer 120 kilometer bij mekaar. Daarbij werden in Tongeren stoppelvelden intensief doorzocht. Net zoals vorig jaar werden 15 hamsterburchten gevonden. Het werkelijk aantal hamsterburchten ligt zeker hoger omdat er in het gebied heel wat graanakkers beheerd worden in functie van de hamster en akkervogels. In de lente van 2015 wordt samen met de studenten van de PXL Hogeschool nog verder onderzoek gedaan binnen het hamstergebied.

In Limburg zijn vele historische monumenten in natuursteen opgetrokken. Omdat deze oude gebouwen vaak nog de enige getuigen zijn van verdwenen of vergeten natuurlijke bouwmaterialen, zijn het dankbare onderzoeksobjecten voor geologen. Meer kennis over natuurstenen betekent meer kennis over erfgoedbeheer. Om zoveel mogelijk mensen warm te maken voor natuurstenen organiseert de LIKONA-Werkgroep Geologie op 11 oktober een eenmalige cursus over natuursteen in het Gallo-Romeins Museum van Tongeren. De locatie is bewust gekozen. Voor de prehistorische mens was natuursteen namelijk een belangrijke grondstof, terwijl de Romeinen ze gebruikten voor de bouw en de versiering van huizen en tempels. Roland Dreesen vertelt dit boeiende verhaal. Afspraak: 11/10, 9.30 u., Gallo-Romeins Museum, Kielenstraat 15, 3700 Tongeren. Inschrijven verplicht: likona@limburg.be of tel. 011 26 54 62. Deelname: 5 euro, ter plaatse betalen.

© Luc Crevecoeur

Doe de ‘bladmineerdertest’ Je zal in de bladeren van planten en bomen al wel de vreemde vraatgangen opgemerkt hebben. Deze zijn afkomstig van kevers, vliegen of kleine vlinders. Vaak zijn ze via kennis van planten en observatie op naam te brengen. De website www.bladmineerders.be biedt je al een eerste kennismaking. Maar je kunt je kennis ook testen tijdens een inventarisatiewandeling van de LIKONA-Werkgroep Ongewervelden. Afspraak: 25/10, 10.00 u., parking PNC, Craenevenne 86, Genk.

Hou alvast 17 januari 2015 vrij. Op die dag vindt immers de jaarlijkse LIKONA-contactdag plaats. Begin december staat het programma op www.likona.be.

Milieu & Natuur 16/4 - 2014 | 15


Agenda Oktober 7 Infoavond - Tips & tricks voor duurzame nieuwbouw; samenkomst: 19.30 u.; Kleine zaal, De Bammerd, Paardskerkhofstraat 20, Heers. Info: 011 48 01 26, patricia.knaepen@heers.be

19 Paddenstoelenwandeling; samenkomst: 14 u.; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg, Tessenderlo. Neem vooraf telefonisch contact. Info: 011 42 31 51 19 Paddenstoelenwandeling; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Info: 011 80 26 77

7 Infoavond - Energiezuinig ventileren; samenkomst: 19.30 u.; Trouwzaal, Huis van de Stad, Hertog Janplein 1, Lommel. Info: 0800 999 10, milieudienst@lommel.be

21 Infoavond - Isoleren van bestaande muren; samenkomst: 19.30 u.; Cultureel Centrum, Aan de Engelse Hof 10, Lanaken. Info: 089 73 07 76, bart.hoelbeek@lanaken.be

7 Infoavond - Dakisolatie voor doe-het-zelvers; samenkomst: 19.30 u.; Ambiorixzaal, AC Praetorium, Maastrichterstraat 10, Tongeren. Info: 012 80 01 52, nathalie.noens@stadtongeren.be

25 Wandeling - LIKONA Werkgroep Ongewervelden - Bladmineerders; samenkomst: 10 u.; PNC, Craenevenne 86, Genk. Info: www.likona.be

7 Infoavond - Energiezuinig verlichten; samenkomst: 19.30 u.; Michielshof, Michielsplein 3, Achel. Info: 011 44 50 40, cdreezen@hamont-achel.be 8 Infoavond - Isoleren van bestaande muren; samenkomst: 19.30 u.; Vergaderzaal TD, Michellaan 1, Leopoldsburg. Info: 011 34 92 55, Fabian.Spreeuwers@leopoldsburg.be 9 Infoavond - Tips & tricks voor duurzame nieuwbouw; samenkomst: 19.30 u.; Raadzaal, Gemeentehuis, Don Boscostraat 5, Hechtel-Eksel. Info: 011 73 01 46, kirsten.kuijpers@hechtel-eksel.be 9 Infoavond - Energiezuinig verwarmen met houtpellets; samenkomst: 19.30 u.; Raadzaal, Stadhuis, Stad 40, Hamont-Achel. Info: 011 44 50 40, cdreezen@hamont-achel.be 10 Activiteit - Braakballen pluizen; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 0477 47 69 63 11 Infoavond - InfraxBouwTeams Verbouwing; samenkomst: 9 u.; Lokaal M2, Ontmoetingscentrum De Schans, Rode Kruisplein 10, Hechtel-Eksel. Info: 016 23 26 49, info@dialoog.be 11 Vorming - LIKONA Geologische Werkgroep - Natuursteen voor dummies; samenkomst: 9.30 u.; Gallo-Romeins Museum, Kielenstraat 15, Tongeren. Deelname: € 5,00. Inschrijven verplicht: likona@limburg.be, 011 26 54 62 11 Inventarisatie - LIKONA Vissenwerkgroep - De Zonderikbeek. Plaats en uur worden meegedeeld bij inschrijving. Info: thierry.gaethofs@limburg.be

26 Wandeling - LIKONA Mycolim - Paddenstoelen op de terril; samenkomst: 9.30 u.; Pastorijstraat, Houthalen (ter hoogte van Heraeus). Info: www.likona.be 26 Natuurwandeling; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 23, katleen.bollen@natuurpunt.be 29 Kinderwandeling; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 23, katleen.bollen@natuurpunt.be 30 Wandeling - Mijnterril Heusden-Zolder; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be November 2 Wandeling - Keltische bomen; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be 11 Wandeling - Door bos en heide: 14 u.; Bezoekerscentrum de Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be 14 Activiteit - Braakballen pluizen; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 0477 47 69 63 15 Infoavond - InfraxBouwTeams Nieuwbouw; samenkomst: 9 u.; GCOC Oosterhof, Dr. Vanderhoeydonckstraat 56, Lummen. Deelname: € 40,00 per persoon. Info: 016 23 26 49, info@dialoog.be

12 Wandeling - LIKONA Mycolim - Paddenstoelen; samenkomst: 9.30 u.; Parking Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: www.likona.be

16 Kinderwandeling (5-7 j); samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum de Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Deelname: € 1,50 per kind. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be

12 Paddenstoelenwandeling; samenkomst: 14 u.; Bezoekers­centrum, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Deelname: € 2,00, leden gratis. Info: 011 53 02 50, info@limburgs-landschap.be

16 Zintuigenwandeling; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Deelname: € 2, leden gratis. Info: 011 53 02 50, info@limburgs-landschap.be

15 Determinatieavond - LIKONA Mycolim - Paddenstoelen; samenkomst: 19.30 u.; LIVEC, Craenevenne 86, Genk. Info: www.likona.be

16 Herfstwandeling; samenkomst: 14 u.; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg, Tessenderlo. Neem vooraf telefonisch contact. Info: 011 42 31 51

15 Vorming - LIKONA Werkgroep Ongewervelden – Nieuwe inventarisatiemethode voor natte gebieden/vijvers; samenkomst: 19 u.; Lieteberg, Stalkerweg, Zutendaal. Info: www.likona.be

20 Infoavond - Hoogrendementsbeglazing; samenkomst: 19.30 u.; Ontmoetingscentrum Elen, Mortelveldstraat 1, Dilsen-Stokkem. Info: 089 79 09 14, milieu@dilsen-stokkem.be

15 Wandeling - Paddenstoelen voor kinderen; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Deelname: € 2,00, leden gratis. Info: 011 53 02 50, info@limburgs-landschap.be 18 Infoavond - InfraxBouwTeams Verbouwing; samenkomst: 9 u.; Lokaal M2, Ontmoetingscentrum De Schans, Rode Kruisplein 10, Hechtel-Eksel. Info: 016 23 26 49, info@dialoog.be 19 Kinderwandeling (5-7 j); samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Deelname: € 1,50 per kind. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT

December 7 Winterwandeling; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be 10 Winterwandeling; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be 12 Activiteit - Braakballen pluizen; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 0477 47 69 63 17 Winterwandeling; samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 50, info@limburgs-landschap.be 21 Kerstkinderwandeling (5-7 j); samenkomst: 14 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Deelname: € 1,50 per kind. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be 28 Winterwandeling; samenkomst: 14 u.; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg, Tessenderlo. Neem vooraf telefonisch contact. Info: 011 42 31 51 28 Natuurwandeling; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 23, katleen.bollen@natuurpunt.be De Week van het Bos vindt dit jaar plaats van12 tot 19 oktober 2014 en staat in het teken van De Groote Oorlog. Het Agentschap voor Natuur en Bos organiseert het evenement samen met BOS+ en Natuurpunt. Info: www.weekvanhetbos.be

Colofon Uitgave van: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden; Renata Camps, provinciegriffier. Hoofdredactie: Johan Van den Broek Tekst: Stijn Janssen – Bonsai Publicatiebureau Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens, nadine.moens@limburg.be Redactieraad: Patrick Boucneau, Ingrid Erlingen, Hanne Keunen, Nadine Moens, Daphne Tubée en Johan Van den Broek Coverfoto: Johan Lambrix - www.jwain.be Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Vormgeving: designpartner.be Drukwerk: Drukkerij Paesen – Opglabbeek

22 Infoavond - InfraxBouwTeams Nieuwbouw; samenkomst: 9 u.; GCOC Oosterhof, Dr. Vanderhoeydonckstraat 56, Lummen. Deelname: € 40 per persoon. Info: 016 23 26 49, info@dialoog.be

Postbus: provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en Natuur Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Tel. 011 23 83 38, minaplanning@limburg.be www.limburg.be

30 Natuurwandeling; samenkomst: 14 u.; Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 23, katleen.bollen@natuurpunt.be

Oplage: 10 500 exemplaren. Deze publicatie werd gedrukt op Kringloop Cyclus Offset 115 g. D/1999/5857/17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.