Jg. 17/1 Milieu & Natuur

Page 1

Jaargang 17, nr. 1 - 2015

› Limburg

wild van bijen › Groot en klein nieuws


Woord vooraf Beste lezer Dit nummer van Milieu en Natuur staat grotendeels in het teken van onze provinciale actie ‘Wild van bijen’. Er worden heel wat initiatieven in Limburg rond wilde bijen georganiseerd door natuurverenigingen, scholen, gemeenten, Regionale Landschappen, etc. Met ‘Wild van bijen’ willen we al deze activiteiten wat meer coördineren en stroomlijnen en actief ondersteunen. Het warm water moet niet altijd opnieuw uitgevonden worden. Organisaties en verenigingen kunnen zo leren van elkaar (‘goede voorbeelden’). Bovendien willen we rond dit thema weer zo laagdrempelig mogelijk werken. Vanuit de provincie Limburg zetten we onze inspanningen verder om alle betrokken instanties en personen rond het natuurbeleid ook in het algemeen maximaal te laten samenwerken. We hebben in Limburg zoveel natuur die we nog beter moeten ‘verkopen’ buiten de provinciegrenzen. We plannen onder andere een moment, waarbij alle verantwoordelijken en professionelen mekaar (beter) leren kennen en van elkaar te weten komen waar ze mee bezig zijn. Ook komt er een denkdag, waarbij we ons gaan focussen op onze zwakke en sterke punten om zo de kwaliteit van iedereen die in Limburg met de natuur bezig is, te verbeteren. Dit moet toelaten onze vele vrijwilligers in de sector nog beter te ondersteunen. We hopen dat de Vlaamse regering de belofte nakomt dat de provincies grondgebonden aangelegenheden mogen blijven uitoefenen. Voor ons hoort daar tevens de verdere financiering van de Bosgroepen en Regionale Landschappen bij. Samen met de Limburgse gemeenten spelen zij een belangrijke rol in het natuurgebeuren en in alles wat beweegt rond natuur dicht(er) bij de burger te brengen. Veel leesgenot en plezier in de Limburgse natuur.

Ludwig Vandenhove gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur

2 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015

Campagne ‘Limburg wild van bijen’ Mi&Na besteedt in dit lentenummer ruim aandacht aan ‘Limburg wild van bijen’, de nieuwe campagne die de provincie begin februari lanceerde. Deze campagne wil de meerwaarde en de problematiek van wilde bijen in de kijker zetten. Diverse acties Zowel honingbijen als wilde bijen gaan de laatste jaren in snel tempo achteruit. Nochtans behoren de wilde bijen tot de belangrijkste bestuivers van wilde planten en van heel wat land- en tuinbouwgewassen. Even belangrijk als het informeren over het cruciale belang van de wilde bijen voor onze aarde, gaat ‘Limburg wild van bijen’ acties op touw zetten ter bescherming van deze waardevolle bestuivers. Dit gebeurt met aangepaste methoden voor diverse doelgroepen. Weinig gepalaver maar veel beweging op het terrein! In 2015 zet de provincie Limburg alvast in op: • De vorming van Limburgse bijenkenners • De vorming van leerkrachten basis- en secundair onderwijs • De vorming van de professionele sector • Het informeren van de Limburger • Een aanbod van activiteiten (mei, juni) door verenigingen, centra, … in gans Limburg • Een starterskit voor het basis- en secundair onderwijs • Een wetenschappelijk antwoord op de vraag ‘Wat doe je best waar/wanneer voor wilde bijen?’ • Concrete terreinacties • Goede voorbeelden en richtlijnen voor een bijenvriendelijk bermbeheer Voor meer info kan je terecht op www.limburg.be/wildvanbijen


Campagne ‘Limburg wild van bijen’ wil een verschil maken op het terrein. De campagne ‘Limburg wild van bijen’ startte dit jaar met eigen acties om de bedreigde wildebijenpopulatie in de provincie Limburg beter te beschermen. Tijd voor een eerste evaluatie met de stuwende kracht achter het provinciaal project: Ludwig Vandenhove, gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur. Ludwig Vandenhove was 18 jaar lang burgemeester van Sint-Truiden en werd in de fruitstreek onvermijdelijk geconfronteerd met de problematiek rond bijen en fruitproductie. Honingbijen werden als belangrijke bestuivers ingezet op de plantages. “In die periode had voor mij het bijenverhaal vooral een economisch aspect”, zegt Vandenhove. “Ondertussen heb ik als gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur ook kennisgemaakt met de wilde bijen en de ecologische problematiek eraan verbonden. Het gaat duidelijk niet goed met onze wilde bijen. De oorzaken zijn velerlei: wilde bloemen verdwijnen, er zijn te weinig nestplaatsen, bestrijdingsmiddelen eisen een hoge tol. En dan is er nog de impact van een veranderend klimaat. Nochtans heeft Limburg alle troeven om een grote diversiteit aan wilde bijen te herbergen. We hebben de heide, het warme microklimaat van de vroegere mijnterrils, de vele holle wegen en de boomgaarden in Haspengouw. Het zijn stuk voor stuk biotopen waar de wilde bijen zich thuis zouden moeten voelen.”

Ludwig Vandenhove: “Mijn droomscenario is dat elke Limburgse gemeente haar eigen bijenplan heeft.”

© provincie Limburg, R. Reynders

In Limburg wordt nochtans al enige tijd flink ingezet op de wilde bij.

‘Limburg wild van bijen’ heeft aandacht voor eenvoudige en betaalbare acties.

Ludwig Vandenhove: Jazeker. Talrijke instanties en verenigingen zijn op het terrein erg actief met het voeren van concrete acties om de wilde bijen en honingbij in onze provincie te beschermen. Ik denk daarbij onder meer aan de regionale landschappen, de natuurverenigingen, de gespecialiseerde centra en gemeenten. Sommige gemeenten of steden hebben – of werken zelf aan – een heus bijenplan. Ik droom er trouwens van dat elke gemeente haar bijenplan zou hebben. Ook de provincie is al jaren sterk begaan met het lot van de wilde bij en de honingbij. We stimuleren de acties vooral via verschillende subsidiereglementen. Dergelijke financiële ondersteuning leverde zeker al mooie resultaten op. Zo werden er educatieve pakketten ontwikkeld voor het onderwijs en kwamen er grote en kleine insectenhotels. Centra als De Lieteberg die inzetten op wilde bijen, kregen een stevige duw in de rug. Verder werd ook geïnvesteerd in de aanleg van bijenvriendelijke schooltuinen, akker(randen), bedrijventerreinen, enzovoort. Die projectsteun aan onze partners blijft mogelijk maar in 2015 start de provincie ook met eigen, gerichte acties rond wilde bijen.

Ludwig Vandenhove: Ik vind het belangrijk dat je iets kan bereiken zonder dat het veel geld moet kosten. Ik geef twee voorbeelden. Via een nascholing leren we leerkrachten hoe ze zelf een bijenhotel kunnen bouwen. Niks kant-en-klaar kopen, wel de handen uit de mouwen steken! Een ander voorbeeld is het bermbeheer door de gemeenten. Ik ben ervan overtuigd dat aan een bermbeheer dat ‘wilde bijen’ kansen geeft, geen duur kostenplaatje hangt. Door de krachten te bundelen kan al heel wat bereikt worden. Ik heb al van tal van gemeenten vragen gekregen om samen te werken rond het wegbermbeheer. Waarom niet een gezamenlijk bestek opmaken waarin je een clausule ten voordele van bijen – en insecten in het algemeen – opneemt? Ik hoop ook dat het provinciale project rond de ‘modelactieplannen’, dat net opgestart is (zie ook interview met Maarten Jacobs, p.8), zeer concrete en betaalbare acties oplevert. Dit project moet via wetenschappelijk onderzoek richtlijnen opleveren voor terreinacties. Ik wil komen tot een grote verscheidenheid aan acties waaruit de gemeenten dan zelf elk een actie kunnen kiezen.

Die provinciale acties worden gevoerd met een eigen herkenbaar campagnebeeld.

‘Limburg wild van bijen’ heeft ook aandacht voor vorming.

Ludwig Vandenhove: In het geval van het bijenproject opteerden we voor een eenvoudig campagnebeeld dat tegelijk ook origineel was. Maar wat nog veel belangrijker was: het moest een beeld zijn dat jong en oud aansprak. Ik vind het belangrijk dat je het grote publiek overtuigt van je beleid zonder dat opgestoken vingertje. Dat doe je met laagdrempelige acties vlak bij de deur. Voor de burger het goed en wel beseft, is hij dan zelf bezig met zich te engageren. De campagne is gespreid in de tijd en focust op veel doelgroepen, ook op groepen of burgers die in eerste instantie niet geïnteresseerd zijn. Wij willen samen met onze campagnepartners zoveel mogelijk Limburgers mobiliseren en enthousiasmeren.

Ludwig Vandenhove: Inderdaad, we zetten sterk in op vorming van onder meer leerkrachten, professionals en natuurliefhebbers. Die vorming zorgt voor een aparte dynamiek, niet alleen bij de deelnemers. Het opzet is dat de deelnemers aan de vormingssessies met hun nieuwe kennis ook aan de slag gaan op het terrein. Wanneer je natuurliefhebbers rond bepaalde thema’s vormt, opent dat nieuwe perspectieven. Deze groep mensen met knowhow kan je flexibel inzetten. Zo hebben we een tijd geleden klimaatgidsen opgeleid die het thema klimaat op een originele manier aan de man brengen tijdens een wandeling.

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 3


Hebt u zelf een favoriete bijenactie? Ludwig Vandenhove: Dat is zonder twijfel de starterskit voor het basis- en secundair onderwijs. Deze kit bevat een bijenhotel dat speciaal ontworpen is voor het onderwijs. De starterskit past perfect binnen de werking van de school en sluit aan bij de leerplannen. Tegelijkertijd wordt er gezorgd voor een dynamiek die tot buiten de schoolmuren reikt. De kinderen vertellen aan hun ouders en grootouders wat er op school gebeurt rond bijen. Die geraken door het enthousiasme van de kinderen op hun beurt geïnteresseerd. Dat vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid vind ik erg belangrijk.

Krijgt de wilde bij ook in uw tuin een plaatsje? Ludwig Vandenhove: Ik ben als beleidsmaker met zoveel zaken bezig die ik in mijn eigen tuin zou kunnen toepassen. Dat zijn niet alleen de bijen maar ook het gebruik van inheemse, streekeigen planten, geen bestrijdingsmiddelen gebruiken enzovoort. Aan goede wil ontbreekt het me niet. Zo heb ik onlangs nog een boek gekocht rond minituintjes met het vaste voornemen er zelf iets rond te doen. Maar eerlijk: bij die goede intentie is het voorlopig gebleven. En als ik helemaal eerlijk ben: ik ben ongelofelijk onhandig. Bovendien is de tuin het domein van mijn vrouw.

Geen nood: we nodigen u of uw vrouw alvast uit op onze nascholing ‘Bouw je eigen bijenhotel’, een eerste stap naar meer bijen in uw tuin. Bedankt alvast voor dit gesprek.

© Vilda, R. Verlinde - bij in beeld: vosje

4 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015

Gratis ‘starterskit wilde bijen’ voor Limburgse scholen Deze starterskit bevat een educatief bijenhotel om wilde bijen letterlijk en figuurlijk dichterbij te brengen. Zonder gevaar want solitaire bijen zullen zelden steken, zijn nauwelijks giftig en de meeste soorten kunnen zelfs niet steken. Met de bijgevoegde educatieve bundel kan je aansluitend op de onderzoekende belevingen rond het bijenhotel ook in de klas aan de slag. En omdat je wilde bijen het meest kan helpen door je speelplaats bijvriendelijker te maken, bevat de starterskit een zadenpakket voor een bijen­bloemenweide. Wil je wilde bijen dichter bij je leerlingen brengen en ondertussen hun onderzoeksgeest prikkelen? Vraag dan je gratis starterskit aan op www.limburg.be/wildvanbijen.


© RLLK

Limburg is een bezige bij In Limburg werden de laatste jaren al tal van acties ondernomen – en dat door de meest verscheidene verenigingen en instanties – om de bedreigde wilde bijen en honingbijen beter te beschermen. Al deze acties oplijsten, zou ons te ver brengen. Mi&Na beschrijft daarom enkele acties. Hou alvast in mei en juni wat data vrij. Dan plannen verschillende organisaties immers grote en kleine evenementen rond (honing)bijen. Meer informatie vind je hierover op: www.limburg.be/wildvanbijen.

Biodiversiteitsakkers in de Lage Kempen Kleine en grote dieren zijn voortdurend op zoek naar voedsel en schuilplaatsen. Jammer voor hen zijn die steeds moeilijker te vinden. Daarom besloot het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK) speciale zaadmengsels samen te stellen voor biodiversiteitsakkers. Dankzij de steun van de provincie Limburg zijn de voorbije 3 jaren aanzienlijke oppervlakten ingezaaid. Akkers vol leven

Groeiend areaal

Biodiversiteitsakkers of fauna-akkers zijn akkers die men inzaait met een mengsel van akkeronkruiden, akkerbloemen en oude landbouwgewassen. De gewassen worden niet geoogst voor de opbrengst. Het doel bestaat erin voedsel- en schuilmogelijkheden te creëren voor dieren. Bijen, hommels en vlinders vinden op deze akkers hun nectar; kleine zoogdieren houden er zich schuil en tal van vogelsoorten voeden zich met de zaden en de insecten. Ook in de winter blijven de gewassen staan. Door de akkers niet te dicht in te zaaien krijgen ook natuurlijke akkerkruiden de kans om te kiemen.

In het startjaar 2012 zaaiden wildbeheereenheden, landbouwers, gemeenten, imkers, scholen en natuurverenigingen samen 17 ha bloemrijke akkers in. In 2013 was dat al 36 ha en in 2014 zelfs 45 ha. Na een groepsaankoop van zaadmengsels dit voorjaar zal in 2015 60 ha ingezaaid worden.

Speciaal zaadmengsel RLLK stelde een zaadmengsel samen dat aangepast is aan de gronden van de Lage Kempen en dat typisch Kempense gewassen bevat. Het mengsel bestaat uit 30% graangewassen, 15% knolgewassen (voor zoogdieren in de winter) en 52% kruidachtige planten (met stuifmeel of nectar voor de bijen). De soorten bloeien één voor één en zorgen zomer en herfst voor kleur.

Info: • Wil je zelf een biodiversiteitsakkertje aanleggen? Gebruik dan de handleiding ‘Hoe leg je een biodiversiteitsakker aan’ die je gratis kan downloaden via www.RLLK.be/zelf-doen. • Heb je nog vragen? Contacteer dan Ilse Plessers, RLLK, Grote Baan 176, 3530 Houthalen-Helchteren, ilse.plessers@RLLK.be, tel. 011 78 52 59

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 5


Bloemrijke akkerranden in Haspengouw Bloeiende akkerranden, ingezaaid met bloemen en kruiden, zijn niet alleen een streling voor het oog, maar minstens zo belangrijk voor heel wat dieren. Uit een onderzoek blijkt dat een bloemenrand de biodiversiteit in een boomgaard verhoogt en meer wilde bijen aantrekt. Bestuivers

En wat met bestuivers?

Vooral bestuivers zoals bijen hebben het vandaag vaak moeilijk in de landbouwgebieden waar vooral monoculturen overheersen, terwijl bijen hier net van essentieel belang zijn. Daarom zette Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLH) – in samenwerking met landbouwers en natuurverenigingen – een project op poten waarbij akkerranden langs fruitboomgaarden met meerjarige kruiden werden ingezaaid.

Het bureau Nature-Id keek op haar beurt naar bestuiving door bijen. En wat bleek? De ingezaaide randen trokken heel wat solitaire bijen aan die bijdragen tot de bestuiving van peren. Bijen die parasiteren op andere bijen (de gastheer) kwamen weinig voor. Wat erop wijst dat er in de omgeving van de akkers weinig nesten van wilde bijen voorkomen of dat de populaties van de gastheersoorten klein of weinig stabiel zijn. Maar er is positief nieuws. In 2014 lijken de wilde bijen en hun parasieten het al beter te doen dan in 2013. Kortom: een bloemenrand helpt om de biodiversiteit in een boomgaard te verhogen en meer nuttige dieren zoals wilde bijen aan te trekken.

Onderzoek geeft hoop Twee jaar (2013-2014) lang werd het positieve effect van deze nectar- en stuifmeelranden onderzocht. Uit de resultaten van het landbouwkundige onderzoek, uitgevoerd door PCFruit, blijkt dat bloemrijke akkerranden in de fruitteelt voor minder overlast van de schadelijke perenbladvlo zorgen. Er waren niet beduidend meer nuttige insecten aanwezig. Maar de onderzoekers stelden wel een vroege aanwezigheid van nuttige dieren vast: spinnen, gevolgd door roofwantsen en gaasvliegen.

Info: Mieke Vanlangenaeker, RLH, Daaleindestraat 2, 3720 Kortessem, mieke.vanlangenaeker@rlh.be, tel. 011 26 50 80

Genk heeft een hart voor bijen De stad Genk beschikt over een heus bijenplan. Dat omvangrijke plan kwam tot stand na een vruchtbare uitwisseling en verzameling van ideeën door imkers, natuurverenigingen, geëngageerde burgers en stadsdiensten. Ze zaten meteen op één lijn! Dat bijen het moeilijk hebben, is ondertussen geweten. Voor Genk zijn de bijen niet alleen belangrijk, ze zijn ook een hefboom om aandacht te vragen voor biodiversiteit. Goed voorbeeld De stad geeft zelf het goede voorbeeld door het openbare domein in te zaaien met bloemenmengsels en bijenvriendelijke vaste planten en bomen zoals lindes aan te planten. Bloembollen zijn niet alleen belangrijk voor bijen, ze kleuren de stad ook in het vroege voorjaar. Buiten meer groen in het straatbeeld, hebben ze in Genk ook bijenkasten in het centrum van de stad staan.

Genkenaars gestoken De Genkenaars worden sterk betrokken bij het bijenplan. Zo kwamen er in het Heempark een bijentuin en een bijenhotel die de bezoekers moeten inspireren. In een aantal wijken werken inwoners mee door bloemen te zaaien of bloembollen te planten. Zo is in de wijk Zwartberg een heus bijencollectief ontstaan, een wijkproject rond bijen en honing. Op verschillende plaatsen worden zelfs hele pleintjes heringericht met aandacht voor bijen. Een belangrijke rol speelt het B-team, een groep van burgers, imkers en natuurvrienden die zich op verschillende manieren inzetten voor bijen. Niet in het minst vormen zij een belangrijke rol in het overbrengen van de boodschap dat we de bijen moeten helpen.

Communicatie en educatie Genk zet ook sterk in op communicatie. Burgers worden geïnformeerd via folders, website, voordrachten en informatieborden. Omdat bijen herkenbaar en aaibaar zijn, kan je ze ook origineel en eenvoudig promoten door bijvoorbeeld honing te gebruiken in

6 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015

de horeca. Zo zetten in mei 2015 verschillende horecazaken hun gerechten met honing speciaal in de kijker. Het verhaal van de bij is ook ideaal om educatieve materialen en projecten te ontwikkelen voor scholen en andere groepen die in de vrijetijdssector bezig zijn met bijen.

Info: Rik Brys, Milieu- en Natuurcentrum Heempark, Hoogzij 7, 3600 Genk, heempark@genk.be tel. 089 65 46 15 © R. Brys


Opvallende insectenhotels in Bree Op drie centrale plaatsen in Bree moeten grote insectenhotels de omwonenden en scholen inspireren om zelf aan de slag te gaan. De hotels zijn het resultaat van een samenwerking tussen het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM), de stad Bree, drie basisscholen – De Kei (Beek), Don Bosco (Gerdingen), De Wissel (Opitter) –, de provincie en MOS. Samen sterk De zware kaders van de insectenhotels werden vooraf vervaardigd met recyclagehout. De invulling ervan gebeurde door de klassen van de drie scholen met de hulp van een vrijwilliger. Elke klas kreeg een vak van het hotel ter beschikking. De leerlingen hebben bamboestokjes geknipt, gaten geboord in houtblokken, enzovoort. Iedere school heeft nu zijn eigen hotel.

Adoptie Voor de verschillende partners is er een adoptiecertificaat voorzien. Bovendien kreeg ieder kind een eigen ‘bij’zonder certificaat. Eenmaal de hotels klaar waren, gingen de kinderen regelmatig op inspectie en noteerden ze welke gasten er in het hotel wonen en hoeveel gaatjes er al dichtgemetseld zijn. Aan de hand van zoekkaarten en lessen worden ze opgeleid tot echte kenners.

Info: Els Peusens, RLKM, Winterslagstraat 87, 3600 Genk, info@rlkm.be, tel. 089 65 56 65

© RLKM

Gezoem in Nieuwenhoven In het provinciaal domein Nieuwenhoven kan je in de bijenhal komen luisteren naar het vrolijke gezoem. Voor een echte ‘honingbij-ervaring’ kan je al jaren terecht bij Hubert Swinnen, de 78-jarige imker. Maar ook voor andere insecten is op het domein plaats voorzien. Bijenhal De bijenhal van het provinciaal domein staat in een boomgaard aan de rand van het bos. Elke derde zaterdag – van mei tot en met september – is de bijenhal van 14 tot 18 uur geopend en vertelt vrijwilliger Hubert over het houden van honingbijen.

Insectenhotel krijgt meer logés Achter het bezoekerscentrum staat een insectenhotel dat onderaan ook een logement voor egels en muizen voorziet. De Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM) gaat dit hotel ‘oppimpen’ en klaarmaken voor nieuwe gasten. In de picknickweide in de omgeving van de speeltuin ontdek je ‘wandelende takken’ in de vorm van boomstammen. De stammen beelden een wandelend gezin uit en zijn voorzien van gaatjes waarin solitaire bijen kunnen nestelen.

Info: © provincie Limburg, E. Vandermeeren

Christel Bouchet, Dienst Water en Domeinen, Provincie Limburg Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, christel.bouchet@limburg.be, 011 23 73 64

Ontdek bijen in alle maten en soorten tijdens de ‘Maand van de Bij’

Wil je meer te weten te komen over bijen, dan kan je deze lente op tal van plaatsen terecht. Heel wat Limburgse gemeenten en organisaties zetten de komende maanden bijen en andere insecten in de kijker. Je kan op stap met een bijenspecialist, bijenhotelletjes bouwen, een beurs bezoeken, een info-avond bijwonen, en nog veel meer. Nieuwsgierig geworden? Bekijk dan de ‘Maand van de Bij’-kalender op www.limburg.be/wildvanbijen. Heb je graag een exemplaar op papier? Dit programma kan je bestellen via pnc@limburg.be of tel. 011 26 54 50. Met de laatste nieuwtjes op de facebookpagina van het Provinciaal Natuurcentrum blijf je ook voortdurend op de hoogte!

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 7


Wetenschappelijk bijenonderzoek moet leiden tot concrete en betaalbare acties. “Wil je iets doen voor de bedreigde wilde bijen dan moet je daarvoor niet noodzakelijk gekke constructies bouwen of grote bedragen neertellen voor een speciale inrichting”, zo beweert althans bijenkenner Maarten Jacobs. Het zit hem dikwijls in kleine dingen en aanpassingen zoals een dode boom laten staan, een oude, zuid georiënteerde muur ongemoeid laten of bermen van fietspaden anders maaien. Gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur, Ludwig Vandenhove, zal dit in tijden van besparingen graag horen. “Gebruik het beschikbare budget zo goed mogelijk en houd de maatregelen jaren vol”, aldus nog een goede raad van Maarten Jacobs, werknemer van het studiebureau Nature-Id. Maarten werkt sinds kort in opdracht van de provincie aan een wetenschappelijk onderzoek over wilde bijen. Dat onderzoek wil vooral erg praktijkgericht zijn. Wat doe je best, waar en wanneer, voor wilde bijen? Aan het einde van de rit wil Maarten aan de Limburgse gemeenten concrete terreinacties voorleggen waarmee ze effectief aan de slag kunnen gaan. Mi&Na ging bij hem op werkbezoek.

Maarten, weet je hoeveel soorten wilde bijen er voorkomen in België? Maarten: Er zijn bij benadering 380 verschillende soorten bijen waargenomen in ons land, wat echter niet wil zeggen dat ze vandaag nog aanwezig zijn. Een van de problemen om dat te kunnen vaststellen, is dat de gegevens in ons land slecht raadpleegbaar zijn. Er is geen recente update voor handen van het aantal soorten. Op die manier kan je bij een vangst van een wilde bij moeilijk controleren of het al dan niet over een nieuwe soort gaat. In Nederland weten ze dat wel, daar werd zelfs een heuse bijenatlas en een Rode Lijst uitgewerkt. In Nederland werden 376 soorten wilde bijen geregistreerd. Voor België verwacht ik zelfs meer dan die 376 soorten. De reden daarvoor is dat ons land zuidelijker ligt en met Wallonië een regio heeft met andere ecotopen met o.a. meer reliëf en warmteminnende (thermofiele) biotopen.

Speelt Limburg als meest natuurrijke Vlaamse provincie een belangrijke rol voor wilde bijen? Maarten: Limburg is zonder twijfel op het vlak van natuur de meeste diverse regio in Vlaanderen. Voor de wilde bijen zijn de Kempen – met zijn zandgrond en heideterreinen – en de Maasvallei – met zijn voedselrijkere en kalkrijke bodem – belangrijke biotopen. Deze regio’s staan nog garant voor een grote bloemenrijkdom. Hier verwacht ik tussen 230 en 250 soorten aan te treffen. Ook Haspengouw moet erg interessant geweest zijn maar spijtig genoeg is de natuur er nu sterk versnipperd en teruggedrongen in hoekjes en kantjes. We zijn al jaren bijensoorten aan het inventariseren en hopen tegen het einde van dit jaar alle gegevens al eens bijeen te brengen.

8 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015

© K. Wijns

Bijenkenner Maarten Jacobs: “Er kan veel gebeuren met kleine ingrepen”. Het belang van de honingbij stelt niemand in vraag. Maar waarom zijn wilde bijen zo belangrijk? Maarten: Wilde bijen zijn sleutelsoorten. Dat betekent dat ze belangrijk zijn voor de bestuiving van veel (wilde) planten. Sommige bijen zijn ook specifiek gebonden aan bepaalde soorten of plantenfamilies. Als die plant of de wilde bij wegvalt, komt ook de andere partij in de problemen. Bijen zijn ook goede indicatoren voor de veranderingen in het landschap. Als ergens de biodiversiteit wordt aangetast, merk je dat onmiddellijk aan de soortensamenstelling. En uiteraard hebben wilde bijen zelf – als ‘groep’ – hun intrinsieke waarde voor de biodiversiteit.

Meer en meer mensen blijken vandaag geïnteresseerd te zijn in wilde bijen? Maarten: De honingbij is natuurlijk het best bekend. Die soort is geëvolueerd naar sociale volken met een doorgedreven taakverdeling en een ingenieuze communicatie. Die volken overleven in hun totaliteit de winter. Dit heeft voordelen, maar ook nadelen als er zich parasieten zoals de Varoa-mijt in nestelen. Wilde bijen komen ook steeds vaker onder de aandacht Dat zal allicht te maken hebben met de aandacht die imkersverenigingen, natuurverenigingen en gemeenten en provincies besteden aan deze groep. In Vlaanderen werd ook de bijenwerkgroep Aculea opgericht die de Vlaamse bijenkenners verenigt en o.a. tot doel heeft wilde bijen beter onder de aandacht te brengen. Vele mensen beseffen niet hoe divers wilde bijen zijn in vormen, kleuren en gedrag. Zandbijen, wespbijen, bloedbijen, zijdebijen en hommels zijn voorbeelden van bijenfamilies!

Werken wilde bijen, net als honingbijen, ook samen? Maarten: Hommels werken ook samen, maar bij hen overleeft alleen de koningin de winter. Elk jaar opnieuw wordt een nest


gemaakt. De meeste wilde bijen zijn evenwel solitair. Elk vrouwtje staat in voor haar eigen nest. Dat wil niet zeggen dat die nesten niet kunnen worden gegroepeerd zodat je toch een kolonie krijgt. De kolonies van de grijze zandbij zijn daarvan een mooie illustratie. Wilde bijen hebben nectar nodig voor hun energievoorziening en zoeken stuifmeel om het broed te voeden. Afhankelijk van de soort nestelen wilde bijen zowel ondergronds als bovengronds zoals bijvoorbeeld in een bijenhotel.

Vervult de wilde bij net als de honingbij een economische rol? Maarten: Uiteraard, omdat wilde bijen planten bestuiven en dus ook allerlei landbouwgewassen. Sinds de drastische achteruitgang van de honingbijen wordt meer onderzoek gedaan naar de oorzaken hiervan. Tegelijk wordt gekeken naar de toestand van onze wilde bijen en hun nut als bestuivers van landbouwgewassen. Dat levert interessante informatie op. Zo blijkt dat wilde bijen een veel belangrijkere rol spelen in de bestuiving van landbouwgewassen dan eerst werd aangenomen. De rosse metselbij bijvoorbeeld bestuift fruitbloesems 200 maal efficiënter dan de honingbij. De rosse metselbij is een algemene soort die haar nesten maakt in holtes en oude kevergangen of plantenstengels. Ga die plaatsen vandaag maar eens zoeken in onze netjes opgeruimde plantages.

Met welke problemen hebben de wilde bijen te kampen? Maarten: Eén van de grootste problemen is de verarming van het aanbod aan bloemen. Bloemen verdwijnen niet alleen in de landbouwgebieden waar vandaag vooral monoculturen overheersen; ze verdwijnen evengoed uit bermen of uit onze tuinen. Kijk maar eens naar al die gemillimeterde gazons waaruit elk ongewenst bloempje verwijderd wordt. Een grote verscheidenheid aan bloemen is belangrijk voor het overleven van wilde bijen. Wilde bijen leven maar enkele weken. Hun vliegperiode verschilt van soort tot soort. Zo heeft een bij die in april vliegt niets aan bloemen in augustus.

Binnen de wilde bijen heb je blijkbaar “echte specialisten”? Maarten: Ja, je hebt soorten die zich gespecialiseerd hebben in één plantensoort. De knautiabij bijvoorbeeld bezoekt enkel knautia of beemdkroon. Als die plant verdwijnt of op een verkeerd moment gemaaid wordt, dan mag je ook de knautiabij vergeten. Maar je kan ook problemen verwachten voor de soorten die meerdere bloemen bezoeken. Wanneer zij het maar met één plantensoort moeten doen, levert dit onvoldoende en minder gevarieerd voedsel op. Het gevolg is minder sterke nakomelingen.

© M. Bex

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 9


Nefast is ook het verdwijnen aan een recordtempo van de microhabitats en de kleine structuren – zoals dode bomen, reliëf, steilwandjes, oneffenheden – uit het landschap. De plaatsen waar wilde bijen hun voedsel vinden en hun nesten maken, mogen niet te ver uit elkaar liggen. Voor de wilde bij mag de gemiddelde afstand tussen het nest en de voedselbron niet meer dan 250 meter bedragen. Wilde bijen zijn dus absoluut geen reizigers of afstandsvliegers. Grote akkers zijn voor de meeste soorten al een onoverbrugbare barrière. Bijen kunnen hun leefgebied moeilijk uitbreiden. De realiteit is dat wanneer een populatie wilde bijen verdwijnt, het lang kan duren vooraleer de plek opnieuw gekoloniseerd geraakt.

Het veelvuldig gebruik van bestrijdingsmiddelen verergert de situatie voor de wilde bij allicht nog? Maarten: Pesticiden vormen zeker een probleem, maar ik meen dat de problemen voor de wilde bijen vooral worden veroorzaakt door het verdwijnen van leefgebieden en het gebruik van kunstmest. Hierdoor verdwijnt de variatie aan bloeiende planten en wordt een gebied vaak een ‘eenheidsworst’. Vroeger gebruikte men bijvoorbeeld dikwijls klavers om stikstof in de bodem te krijgen. Nu gebeurt dat met kunstmest. Laten die klavers nu juist belangrijke voedselplanten zijn voor bijen … De achteruitgang van vele hommelsoorten is aan deze wijziging in het landbouwsysteem toe te schrijven.

Wat kan er gedaan worden om de wilde bij te beschermen? Maarten: Je moet je wat betreft de bescherming van wilde bijen

© M. Jacobs - bij in beeld: grijze zandbij

10 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015

zeker niet alleen focussen op natuurgebieden. Ook voor de soorten in het landbouwgebied, in de tuinen, de parken of vergeten hoeken … kan heel wat gerealiseerd worden. En daarvoor heb je eigenlijk niet veel nodig. Dode bomen, oude muren, rieten daken, oude houten weidepalen, schrale bloemrijke plekjes kunnen allemaal interessant zijn wanneer er ook voldoende zon aan kan. Laat een dode boom of een oude muur staan. Maai bermen langs o.a. fietspaden op een minder drastische manier. Creëer in het landbouwgebied faunastroken. Deze stroken grond worden zo beheerd dat akkervogels er voldoende eten en nestplaatsen vinden en dat insecten er kunnen gedijen. Het is zeker niet nodig om het beheer van een gebied volledig bij te sturen in functie van bijen. Je hoort me dan ook niet pleiten voor “bijenreservaten”.

Ondertussen beweegt er al heel wat op het terrein in Limburg. Maarten: Jazeker, en dat is een positieve evolutie. Maar ik heb wel een aantal bedenkingen. Zo merk ik dat sommige initiatieven maar beperkt in tijd zijn en dreigen stil te vallen als het geld op is. Vaak zijn de initiatieven ook nog te weinig op elkaar afgestemd. Er werd al sterk ingezet op de aanleg van faunastroken, wat ongetwijfeld een positief effect heeft op de biodiversiteit. De kosten en subsidies voor deze stroken zijn echter niet gering en daarom moet alles op tijd geëvalueerd en bijgestuurd worden, zodat landbouwers niet afhaken en de biodiversiteit optimaal kan profiteren. Ook de in te zaaien bloemenmengsels vragen een weloverwogen samenstelling. Op dat vlak geeft Duitsland het goede


voorbeeld. Daar mogen vanaf 2020 akkerranden alleen nog maar worden ingezaaid met soorten die in de streek worden gewonnen.

Maarten, je werkt samen met een collega aan het provinciaal project rond de opmaak van modelactieplannen. Wat mogen we daarvan verwachten? Maarten: We willen allereerst een zicht krijgen op de toestand van de wilde bijenpopulaties in Limburg. Of met andere woorden: ‘welke bijen zitten waar in Limburg’. Die gegevens willen we dan later verwerken in een databank en hopelijk zelfs in een Limburgse bijenatlas. Verder gaan we voor vijf regio’s, met name Kempen, Maasvallei, zandleemstreek, leemstreek en Voeren, op zoek naar de aanwezigheid van typisch Limburgse soorten. Dat worden dan de wilde bijen waar Limburg een bijzondere verantwoordelijkheid voor draagt.

Dat vraagt een breed maatschappelijk draagvlak? Maarten: Juist. We gaan veel werk steken in de communicatie met het grote publiek. Dat zal gebeuren met het ontwerpen van herkenbare beelden en teksten die kunnen gebruikt worden om te sensibiliseren. Wat die beelden betreft, is het belangrijk dat ze een snaar beroeren bij mensen. Als je iets voor wilde bijen doet, zet er dan geen draad of verbodsplaatjes rond. Nee, het is juist het opzet dat mensen op het terrein kunnen gaan kijken en er toe aangezet worden zelf iets te doen. Tot slot werken we aan ‘toolboxen’ die, eenvoudig gezegd, een beschrijving geven van welke soorten in welke biotopen – een heideveld, oude bomen, oude muren, enzovoort – voorkomen. Die

informatie wordt dan aangevuld met ‘to do’s’. Hoe kunnen we een biotoop versterken in functie van de wilde bijen? Of hoe kunnen we een bestaande biotoop blijven beschermen? Uiteindelijk moet er per gemeente één actie worden uitgekozen en uitgewerkt. We zijn realistisch en weten dat we ons moeten beperken tot een aantal acties. Voor mij is het belangrijk dat de modelactieplannen niet in de schuif belanden maar voor de volgende jaren een bron van inspiratie zijn.

Tot slot: wat kan de burger doen voor wilde bijen? Maarten: Veel. En nogmaals: het moet niet altijd veel geld en moeite kosten. Voor Mi&Na is een tekening uitgewerkt waarin heel wat tips worden verwerkt. Als je plaats hebt in je tuin, plant dan een wilg of een fruitboom. Ook kleinfruit als aalbes, een kruidentuin of een zandhoekje zijn prima biotopen voor wilde bijen. Laat dood hout staan of liggen. Zelf ben ik bij me thuis nog een stapje verder gegaan. In mijn voortuintje ligt nu een zandduintje van geel, schraal zand. Ideaal als nestlocatie voor vele in de bodem nestelende wilde bijen. Als toemaatje heb ik in de achtertuin een dikke stam van een eik gezet die nu staande sterft. Het is een echt natuurkunstwerk dat heel wat insecten aantrekt. Kunst voor wilde bijen! Dat is weer een ander project! Hartelijk dank voor dit gesprek.

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 11


Groot en klein nieuws uit Limburg Elk nummer van Milieu & Natuur zoomt in op enkele leuke Limburgse initiatieven. Goed om weten. Of nog beter: wat houd je tegen om eens te gaan kijken of te participeren?

Nieuwenhoven krijgt vernieuwde visvijver De visvijver van het provinciaal domein Nieuwenhoven in Sint-Truiden wordt dit voorjaar grondig aangepakt. Geen eenvoudige opgave want er moet een enorme hoeveelheid slib uit de vijver gehaald worden. Tegen 1 april moet de klus geklaard zijn. Mits de waterkwaliteit van de Kelsbeek voldoet, is de waterstand dan opnieuw op peil en is er nieuwe vis uitgezet. 1 april 2015 begint het nieuwe visseizoen. Het streefdoel is de vijver en omgeving dan klaar te hebben. Maar de weergoden steken met regen en sneeuwvlokken stokken in de wielen. Door de extreem natte winter zal het wel nog even duren vooraleer de oevers van de vijver en directe omgeving in een fris grasgroen kleedje staan. Bij een bezoek draag je dus best laarzen. Om het toekomstige hengelplezier te verzekeren, is gekozen voor een inheemse mix van rietvoorn, gewone voorn, kroeskarper, zeelt, brasem, snoek en baars. Voor een visverlof kan je terecht in het bezoekerscentrum van Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg, Sint-Truiden, tel. 011 68 79 81. Meer info: C hristel Bouchet, Dienst Water en Domeinen Provincie Limburg, Universiteitslaan 1 3500 Hasselt, christel.bouchet@limburg.be 011 23 73 64

© Vandormael

Nieuwe Poort Gerhagen opent op 31 mei Op 31 mei is het familiefeest in het domein Gerhagen in Tessenderlo. Je kan er tijdens De Merodehappening van 13 tot 18 uur onder meer struinen langs een streekproductenmarkt, kijken naar straattheater en deelnemen aan de hapjes- en natuurwandelingen. Veel nieuwigheden Tijdens deze editie van de Merodehappening opent ook de ‘Poort Gerhagen’, een van de zeven poorten tot De Merode, officieel haar deuren. Het Bosmuseum werd vernieuwd en kreeg een mooi bezoekersonthaal en een aangepaste infobalie. Ook de omgeving van het Bosmuseum – de parking en het ontmoetingsplein – ondergingen een opknapbeurt. Voor de kinderen werden nieuwe speeltoestellen geplaatst op de zandvlakte. Voor wie de stilte beter wil beleven, is er een fluisterpad aangelegd. Joggers kunnen terecht op een trimparcours en een loopomloop. Ook het rolwagenpad werd uitgebreid. Kortom: te veel om op te sommen. Kom gewoon eens kijken! Meer info: www.demerodeonline.be

© M. Bex

12 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015


© provincie limburg, L. Coenegrachts

Limburgs ‘Windplan’ krijgt een update De laatste 10 jaar is het aantal grootschalige windturbines in de provincie Limburg toegenomen van 8 op 2 locaties (2004) naar 36 op 14 locaties (begin 2014). Wil Limburg klimaatneutraal worden, dan moeten er nog meer windmolens bijkomen. Daarom kreeg het Windplan 2012 een update en wordt de zoekzone voor windmolens uitgebreid tot 1100 ha. Windplan Bijkomende windturbines kunnen uiteraard niet zomaar overal gerealiseerd worden. De toename mag niet ten koste gaan van het landschap, de natuurwaarden en de leefkwaliteit. Daarom liet de dienst Ruimtelijke Planning en Beleid van de provincie Limburg in 2012 een eerste Windplan opstellen dat gebieden aanduidde die in aanmerking kwamen voor de inplanting van windmolenparken. Vijf onderzoeksgebieden werden onderzocht.

Update Maar sinds 2012 veranderde al heel wat en een update drong zich op. Het geactualiseerde ‘Windplan Limburg 2014’ omschrijft hoe de provincie Limburg de inplanting van grootschalige windturbines ruimtelijk en over heel het grondgebied ziet. Door met verschillende positieve en beperkende factoren rekening te houden werd een totale zoekzone van 1100 ha bepaald voor het plaatsen van

grootschalige windturbines. Dat betekent in concreto dat er nog ruimte is voor zo’n 200 windturbines. De afbakening van zoekzones betekent evenwel niet dat daarbuiten geen grootschalige windturbines mogelijk zijn. Elke vergunningsaanvraag wordt immers individueel getoetst. Het nieuwe plan kan ook niet gebruikt worden als detailstudie of om vergunningen te verlenen of te weigeren. Het Windplan Limburg bestaat uit een toelichtingsnota en een kaart. De gegevens zijn raadpleegbaar via www.limburg.be.

Meer info: Kristien Lefeber, Sigrid Janssen Provincie Limburg Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt roplangroep@limburg.be tel. 011 23 83 05

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 13


‘Limburg renoveert en iedereen doet mee’ Vorig jaar startten de provincie en haar partners Dubolimburg, Stebo én een brede groep uit de bouwsector de campagne ‘Limburg renoveert en iedereen doet mee’. Het doel is: samen met de Limburgse gemeenten woningen grondiger en sneller renoveren. Als eerste pilootproject worden dit jaar gezinswoningen in de wijk Offelken in Tongeren ‘in groep’ gerenoveerd. Het hele opzet kadert binnen ‘Limburg gaat klimaatneutraal’. De verwarming van gebouwen zorgt voor een groot deel van de totale CO2-uitstoot in Limburg. Om deze uitstoot te reduceren, moeten ook bestaande woningen veel minder energie verbruiken. Dat kan door betere isolatie, energiebesparend glas en zuinige groene verwarmingsinstallaties.

Primeur voor wijk Offelken De wijk Offelken in Tongeren werd als eerste van vijf pilootprojecten geselecteerd voor de campagne ‘Limburg renoveert en iedereen doet mee’. De stad Tongeren, de provincie Limburg en Stebo zullen de huiseigenaars ondersteunen, vanaf de oproep tot de effectieve renovatie. Met dit project krijgen de inwoners van Offelken de kans om energie en geld te besparen door hun woning te verbeteren. Door de woningen te clusteren en ze collectief te renoveren, genieten ze van voordelige prijzen voor de ontwerpers, aannemers en materialen. De deelnemers krijgen bovendien gratis begeleiding.

Maatwerk Dit project draait om maatwerk voor elk individueel gezin. Er wordt gestreefd naar zoveel mogelijk samenwerking met lokale bedrijven, wat de lokale economie en werkgelegenheid stimuleert. De bewoners van de wijk Offelken zijn ondertussen goed geïnformeerd In de volgende maanden zullen huisbezoeken plaatsvinden waarbij een onafhankelijke energieadviseur gericht advies geeft. Ben je Limburger en heb je ook interesse? Vraag dan het gratis advies aan van ‘de Huisdokter’ van Dubolimburg over een duurzame, energiezuinige en comfortabele woning. Reserveer via www.eerstehulpbijduurzaambouwen.be.

DUBOLIMBURG IS VERHUISD NAAR GREENVILLE Dubolimburg verhuisde eind 2014 naar ‘GreenVille’ in Houthalen, dé site voor schone technologie in Limburg. Een perfecte ‘move’ want Dubolimburg gaat nauwer samenwerken met het Centrum Duurzaam Bouwen en GreenVille om duurzaam bouwen nog beter te verankeren in Limburg. Met GreenVille als partner worden jonge, startende ondernemingen en ondernemingen met bewezen competenties in deze dynamiek betrokken.

Advies op maat Dubolimburg bezorgt elke Limburger een advies op maat. Contact: Dubolimburg, Centrum Zuid 1111 (GreenVille), Houthalen-Helchteren, tel. 011 39 75 75 www.eerstehulpbijduurzaambouwen.be, www.dubolimburg.be

© M. Bex

14 | Milieu & Natuur 17/1 - 2015


Groen schoolfeest in de Stippe Stap

Elektriciteit besparen

Basisschool Stippe Stap uit Genk organiseerde voor de eerste maal een uniek schoolfeest: MOSPOP, met een groene verhaallijn. Ook voor de catering werd er ‘groen’ gedacht.

Wil je minder elektriciteit verbruiken en je energiefactuur afslanken zonder aan comfort in te boeten? Doe dan mee met ‘De Stroomlijners’: de nieuwste campagne van de provincie Limburg en de Limburgse gemeenten.

Schoolboom De hoofdrol op het feest was weggelegd voor een schoolboom. Tijdens de podiumshow kreeg deze boom bladeren met daarop de groene wensen van de kinderen. De optredens van de kinderen stonden in het teken van die wensen. Een muzikaal orkest – de vuilniswagenband – wil de afvalberg verkleinen en waspoederflessen mochten even gitaren zijn. Klassen stonden stil bij energie en trokken de stekker uit. Er was bekommernis voor het kostbare water en het uitsterven van de dieren. Maar ook de vervuiling op grote schaal stond in de kijker, net als klimaatveranderingen op de Noord- en Zuidpool. Liedjes als ‘Save the world’ en ‘Happy’ klonken. En tot slot, in een flashmob gepresenteerd: Top of the World.

KerMOS Aanvullend was er de ludieke Vlaamse KerMOS waarop de kinderen konden genieten van gloednieuwe MOS-spelletjes en al spelend leren zorgdragen voor het milieu. Workshops als een eigen bloempotje versieren en tuinkers zaaien maakten het feest af. Als iedereen de groene wensen van Stippe Stap helpt uitkomen, komt het zeker in orde met het milieu in de wereld! Meer info: Marleen Clerix, Basisschool Stippe Stap Halmstraat 12, 3600 Genk

100 tips De website www.destroomlijners.be biedt meer dan honderd tips aan om slim om te gaan met je huishoudelijke toestellen. Van wassen op lagere temperatuur tot energiezuinige frigo’s, van was drogen op het rek tot het voorkomen van ‘sluipverbruik’. Met handige tools op de website kan je ook je winst berekenen.

Infosessies en stroomtrainers Weet je niet goed waar te beginnen? Dan kan je naar een van de gemeentelijke infosessies komen. Of het advies inwinnen van de ‘stroomtrainers’: de energiedeskundigen die je aan huis helpen besparen. Een gratis huisbezoek kan nog gereserveerd worden voor 15 april. Het inschrijven voor een infosessie en het reserveren van een stroomtrainer kan je via www.destroomlijners.be. Aan ‘De Stroomlijners’ participeren heel wat partners: Ecolife, Bond Beter Leefmilieu, Vormingplus Limburg, Dubolimburg, Dialoog en Infrax. Minder elektriciteit verbruiken, betekent ook minder CO2-uitstoot en dus weer een stap voorwaarts in het realiseren van de Limburgse klimaatambitie.

© basisschool Stippe Stap

Milieu & Natuur 17/1 - 2015 | 15


Agenda April 12 Wandeling - Beltain; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum domein Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81. Stevige wandelschoenen en aangepaste kledij. 12 Wandeling - Parkwandeling Hengelhoef; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. 14 Wandeling - Natuurstudie en -beheer; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 15 Activiteit - Matinée Bricoler; samenkomst: 14.00 u.; NEC ’t Vloot, Demerstraat 60, Lummen. Info: bc.tvloot@natuurpunt.be, 013 55 63 81. Deelname: € 6,00 per deelnemer, vooraf inschrijven. 15 Kinderactiviteit - Tuinieren voor kinderen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. Deelname: € 5,00 per gezin. 19 Wandeling - Bijen- en bloemenwandeling; samenkomst: 9.00 u.; Bezoekerscentrum De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Info: 011 80 26 77. 19 Kinderactiviteit (5 tot 7 jaar) - Natuurspeurdertjes: kikkers en andere waterdiertjes; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. Deelname: € 1,50 per kind.

Mei 1 Evenement - Mergeldag; samenkomst: 13.00 u.; Natuur.huis, Kleinveldstraat 54, Gelinden-Sint-Truiden. Info: 011 69 16 22. 3 Wandeling - Op zoek naar kikkers, padden en salamanders; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91.

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT

10 Wandeling - Sjiek volk in Nieuwenhoven; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum domein Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81. Stevige wandelschoenen en aangepaste kledij.

21 Kinderactiviteit (5 tot 7 jaar) - Natuurspeurdertjes: ogen, oren en neusjes open; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. Deelname: € 1,50 per kind.

14 Wandeling - Genieten van de Zwarte Beek; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91.

24 Wandeling - De beekvallei op haar mooist; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91.

17 Wandeling - Vogels en bloemen; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg, Tessenderlo. Info: 0477 61 47 09. Vooraf telefonisch contact, goed schoeisel. 17 Wandeling - Klimaatwandeling met Oxfam-brunch; samenkomst: 9.30 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. Inschrijven. Deelname: € 12,00 (niet leden), € 10,00 (leden). 17 Kinderactiviteit (5 tot 7 jaar) - Natuurspeudertjes: diertjes groot en klein; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. Deelname: € 1,50 per kind. 31 Wandeling - Dag van het Park; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91.

Juni 7 Evenement - VELT- ecotuindag met kruidenwandeling; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. Gratis deelname 14 Wandeling - ‘Litha’ landschapswandeling; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum domein Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81. Stevige wandelschoenen en aangepaste kledij. 21 Wandeling - Vroege vogelwandeling; samenkomst: 6.00 u.; Bezoekerscentrum De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Info: 011 80 26 77.

‘LIMBURG WILD VAN BIJEN’

Doe mee aan een van de vele acties binnen de ‘Maand van de Bij’. Bekijk de kalender op www.limburg.be/ wildvanbijen. Of bestel je programma op papier via pnc@limburg.be en 011 26 54 50. Met de laatste nieuwtjes op de facebookpagina van het Provinciaal Natuurcentrum blijf je voortdurend op de hoogte!

Colofon Uitgave van: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden; Renata Camps, provinciegriffier. Hoofdredactie: Johan Van den Broek Tekst: Stijn Janssen Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens, nadine.moens@limburg.be Dank aan: Greet Gommers Redactieraad: Patrick Boucneau, Hanne Keunen, Jan Mampaey, Nadine Moens, Daphne Tubée en Johan Van den Broek Coverfoto: Marcel Bex Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Vormgeving: designpartner.be Drukwerk: Drukkerij Paesen – Opglabbeek Postbus: provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en Natuur Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Tel. 011 23 83 38, minaplanning@limburg.be www.limburg.be Oplage: 10 500 exemplaren. Deze publicatie werd gedrukt op Kringloop Cyclus Offset 115 g. D/1999/5857/17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.