Jaargang 17, nr. 2 - 2015
› Meer
kruiden in de Limburgse straten › Geen pesticiden op openbaar domein
Woord vooraf Beste lezer Sedert 1 januari 2015 mogen openbare diensten, in de brede betekenis van het woord, geen pesticiden meer gebruiken. Een goede zaak voor de biodiversiteit, het leefmilieu, de duurzaamheid, maar ook voor de gezondheid. Als we rond pesticiden op dit moment een overzicht maken van de Limburgse gemeenten zijn er goede en minder goede leerlingen. Ook voor de Limburger zijn er uitdagingen. De burger zal zich moeten leren aanpassen aan het gegeven dat openbare groene ruimten niet meer zo goed onderhouden zullen zijn als de eigen tuin. Ik predik dit al jaren, maar ik hoop dat deze verbodswetgeving eindelijk een echte kentering brengt. Openbare ruimten, die er een beetje verwilderd – in feite natuurlijk – bijliggen, kunnen een bijkomend element zijn in heel de sensibilisering van de bevolking rond de biodiversiteit, het leefmilieu en de gezondheid. Uiteraard zullen we het goed moeten trachten uit te leggen met bijvoorbeeld bordjes en andere middelen. De provincie Limburg zet via de vzw Centrum Duurzaam Groen een campagne op om gemeenten preventief en sensibiliserend te ondersteunen rond deze problematiek van de pesticiden. Een verdere stap is dat we de Limburger zover krijgen, uiteraard met respect voor de individuele vrijheid, om haar/zijn tuin milieuvriendelijk aan te leggen en te onderhouden. Geen pesticiden meer gebruiken, betekent meer personeelsinzet. En dat is nu precies iets waar gemeenten, gezien de toestand van de gemeentefinanciën, voor terug schrikken. Voor mij is dit een vrij fundamenteel gegeven: we kunnen niet met slogans en vrijblijvend blijven spreken over duurzaamheid, leefmilieu, openbare gezondheid, etc. en ondertussen altijd maar het argument van de overheidsfinanciën blijven gebruiken. Wat zijn we met gezonde overheidsfinanciën als de wereld om zeep is? Deze problematiek van de pesticiden zou net een aantal mensen aan de slag kunnen krijgen, die het nu moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Waar wachten we op? Veel leesgenot. Ludwig Vandenhove gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur
2 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
Verbod op gebruik van pesticiden door openbare diensten Sinds 1 januari 2015 mogen ‘openbare diensten’ geen pesticiden meer gebruiken. Dat verbod geldt niet enkel voor openbare besturen. Ook scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven en zorginstellingen vallen onder de verstrengde regels. Voor verhardingen aan winkels en bedrijven gelden er eveneens strenge beperkingen. Het verbod wil ervoor zorgen dat de meest kwetsbaren – kinderen, zieken en ouderen – niet in contact komen met pesticiden. Het verbod op gebruik van pesticiden heeft uiteraard zo zijn consequenties voor de dagelijkse werking van openbare groendiensten. Ook de burger moet kwalijke gewoonten afleren. Deze uitgave van Mi&Na wil de praktische gevolgen van het verbod concreet maken. Zo hadden we een verhelderend gesprek met Jelle Van den Berghe van het Centrum Duurzaam Groen vzw, ‘eerstelijnshulp’ en ‘aanspreekloket’ voor de Limburgse openbare besturen, openbare diensten en bedrijven wat betreft het gebruik en de reductie van pesticiden. Verder komt de pesticidenvrije aanpak van exoten door de Regionale Landschappen aan bod. Voor de dagdagelijkse praktijk gingen we op bezoek in Beringen en Leut. ‘Tuindokter’ Barbara Creemers geeft interessante en lekkere tips voor moestuinieren mét onkruid. En natuurlijk vergeten we het provinciale verhaal niet.
Wat zijn pesticiden? Pesticiden worden gebruikt om een bepaalde overlast van planten, insecten, knaagdieren, schimmels of andere organismen te bestrijden. De stoffen kunnen zeer specifiek gericht zijn tegen één welbepaald probleem. Andere hebben dan weer een uitgebreidere werking op bijvoorbeeld alle planten. Ze worden hoofdzakelijk in de landbouw gebruikt maar ook openbare besturen, bedrijven en privépersonen maken regelmatig gebruik van pesticiden.
Eerste hulp bij onkruid “Pakweg een eeuw geleden barstten onze dorpskernen van de margrieten, paardenbloemen, madeliefjes en korenbloemen”, zegt Jelle Van den Berghe van het Centrum Duurzaam Groen vzw. “Vandaag beschrijft men veel van die soorten als ‘onkruid’. De nieuwe wetgeving vraagt om een mentaliteitsverandering bij de burger.” In opdracht van de provincie Limburg is Jelle ‘aanspreekloket’ voor de Limburgse openbare besturen, openbare diensten en indien nodig ook bedrijven wat betreft het gebruik en de reductie van pesticiden. Mi&Na had een verhelderend gesprek met deze gedreven ‘eerstelijnshulp’. Jelle, kan je eerst verduidelijken wat biociden en pesticiden zijn? Jelle: De termen ‘pesticiden, gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ worden vaak door elkaar gebruikt en dat kan inderdaad tot verwarring leiden. Maar in feite dekken ze allemaal dezelfde lading. In de land- en tuinbouw spreekt men eerder van gewasbeschermingsmiddelen, terwijl openbare besturen en private domeinen sneller de term biociden gebruiken. Eigenlijk omvat ‘pesticiden’ de gewasbeschermingsmiddelen en de biociden. Maar middelen als bleekwater en azijn vallen ook onder de noemer van de pesticiden als ze worden ingezet om bepaalde organismen te bestrijden. De Vlaamse wetgeving heeft het gebruik van pesticiden verstrengd. Wat is er juist veranderd? Jelle: Het gebruik van pesticiden door openbare diensten wordt in Vlaanderen geregeld door het ‘pesticidenreductiedecreet’. Die wetgeving dateert al van 2001 en had tot doel het gebruik van pesticiden in de openbare ruimte geleidelijk te doen afnemen. Het decreet bepaalde dat vanaf 1 januari 2015 openbare diensten geen pesticiden meer mochten gebruiken. Sinds begin dit jaar moeten dus alle openbare domeinen volkomen pesticidenvrij beheerd worden. Dat verbod geldt voor het beheren van dorpspleinen, gemeentelijke parken, begraafplaatsen, bermen, trottoirs, vluchtheuvels, sportterreinen en bossen. Maar even ingrijpend is ook het verbod op het gebruik van pesticiden tussen de straatkant en de rooilijn. Meestal gaat het hier om een 3 meter brede zone die in landelijke woonomgevingen vaak met kiezel of andere verharding is aangelegd door de eigenaar van het aanpalende huis. Ook hier mag dus niet meer gesproeid worden. Dat laatste maakt dat het verbod niet alleen een zaak is van de lokale overheden als gemeenten en provincie, maar ook van privépersonen en instellingen? Jelle: Jawel. Een tweede belangrijke doelgroep van het pesticidenreductiedecreet zijn de scholen, zorginstellingen en andere openbare instellingen waarvan kinderen, zieken en ouderen gebruikmaken. Dit zijn openbare diensten, of juister gezegd ‘diensten uitgevoerd door een rechtspersoon in het kader van een taak van algemeen belang’. Zo is – om maar één voorbeeld te geven – ook voor een privaat uitgebaat verzorgingstehuis het gebruik van pesticiden strikt verboden. De lijst waar het totaalverbod geldt, is lang maar ziekenhuizen, crèches, scholen, universiteiten, verzorgingsinstellingen, psychiatrische centra en OCMW’s zijn de meest in het oog springende.
© K. Odeur, Centrum Duurzaam Groen
Jelle Van den Berghe: “Het verbod op pesticiden vraagt om een mentaliteitsverandering bij de burger.” Verandert er ook iets voor bijvoorbeeld het onderhoud van een parking van een supermarkt? Jelle: Ja. Op dergelijke – ik noem ze semiopenbare – terreinen moet eveneens gestreefd worden naar een aanzienlijke pesticidenreductie via ‘het verbod op een totaalbehandeling van de oppervlakte’. Concreet betekent dit dat men alleen nog plekken waar onkruid een probleem is, mag aanpakken met pesticiden. En alleen als er geen afdoend alternatief voorhanden is! Bovendien moet er bij de aanleg van nieuwe verhardingen nagedacht worden over het latere beheer. Het opzet is om elke nieuwe verharding zonder pesticiden te onderhouden.
Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 3
Elke burger of arbeider die pesticiden ‘spuit’ in de openbare ruimte overtreedt met andere woorden de wet? Jelle: In het algemeen kan je stellen van wel. Al voorziet de wetgeving enkele afwijkingen. Zo kwam de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) met BLOSO overeen dat op bepaalde types sportvelden nog één enkele behandeling met welbepaalde producten mogelijk blijft. Ik denk aan het bestrijden van varkensgras op voetbalvelden en het bestrijden van algen op atletiekpistes. Daarnaast is er ook nog een uitzondering voor het bestrijden van bepaalde planten die een gevaar vormen voor het milieu of de volksgezondheid. Zo is bij de bestrijding van de reuzenberenklauw het gebruik van herbiciden wel nog toegelaten. Ook een aantal invasieve exotische planten mag nog chemisch worden bestreden. Voor gemeenten geldt nog een overgangsperiode van 3 jaar voor bepaalde plaatsen waarvoor de VMM een afwijking goedkeurde. Het gaat onder andere over begraafplaatsen of kiezelparkings. Voorwaarde is wel dat deze plaatsen binnen de 3 jaar moeten zijn omgevormd zodat ze pesticidenvrij kunnen worden beheerd. Maar voor alle plaatsen waar kinderen, zieken of ouderen komen, is geen afwijking toegelaten. Wat moet ik doen als ik mijn buurman of een groenwerker van de gemeente toch zie ‘sproeien’ op openbaar domein? Jelle: Spreek die persoon dan vriendelijk aan en vraag om meer uitleg. Vaak kent men de regels niet. Als iemand echter bewust de wet overtreedt, kan je klacht neerleggen bij de milieudienst van de gemeente. Vind je daar geen gehoor of begaat de gemeente zelf de overtreding, dan kan je klacht neerleggen bij de Vlaamse Milieumaatschappij. Tuincentra en leveranciers van pesticiden dragen ook een belangrijke verantwoordelijkheid. Zo zag ik onlangs een buur onbe-
© J. Van den Berghe, Centrum Duurzaam Groen
schermd zijn kiezelvoetpad behandelen. De verkoper van zijn tuincentrum had hem gegarandeerd dat het product veilig was en niet onder de nieuwe wetgeving viel. Wat bleek? Er zat glyfosaat in. Verboden dus! Eigenlijk zijn alle producten, zelfs de zogenaamde ecologische herbiciden, verboden in de openbare ruimte. Daarop zijn geen uitzonderingen! Waarom is het verbod op pesticiden zo belangrijk? Jelle: Pesticiden zijn bedoeld om organismen te doden. Het gebruik ervan heeft dus schadelijke gevolgen voor het milieu. Pesticiden of hun reststoffen kunnen zich ook verspreiden in de bodem, het oppervlaktewater en het grondwater. Dit heeft verreikende gevolgen! Vooral waterorganismen, zoals vissen en amfibieën, zijn erg gevoelig omdat ze zuurstof en water opnemen via hun huid. Langs die weg komen de pesticiden in het lichaam
© J. Van den Berghe, Centrum Duurzaam Groen
4 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
Een levende beek: ook jouw verantwoordelijkheid! Door het vermijden van pesticiden en andere activiteiten nabij waterlopen of waterafvoeren (o.a. straatkolken) wordt ook de waterkwaliteit beschermd en verbeterd. Onthoud dat: • binnen een zone van minstens 1 m langs een waterloop of gracht geen pesticiden mogen gebruikt worden; • binnen een zone tot 6 m langs een waterloop of gracht geen pesticiden mogen gebruikt worden met uitzondering van de land- en tuinbouw; • bepaalde pesticiden niet mogen gebruikt worden in de nabijheid van water; • klokputjes of straatkolken niet bedoeld zijn om pesticidenoverschotten of ander chemisch afvalwater in te laten verdwijnen. Meer info: Dienst Water en Domeinen, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, water@limburg, 011 23 73 16
terecht. Ook allerlei insecten, zoals bijen en vlinders, lijden onder het gebruik van pesticiden. Maar ook het risico voor de mens is groot. Verschillende studies tonen aan dat heel wat pesticiden in meer of mindere mate schadelijk zijn voor de mens. Zo heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) glyfosaat onlangs op de lijst gezet van ‘producten die waarschijnlijk kankerverwekkend zijn’. Dit wil zeggen dat er sterke aanwijzingen zijn dat het product kan worden gelinkt aan bepaalde kankers, maar er is nog verder onderzoek nodig om dit met zekerheid vast te stellen. Om te voorkomen dat je rechtstreeks of onrechtstreeks in contact komt met deze stoffen is het terugdringen van het gebruik van pesticiden broodnodig. Is de impact van de huis-tuin-en-keukengebruiker niet verwaarloosbaar? Jelle: Als je die vergelijkt met de totale milieu-impact die pesticiden hebben, is het antwoord ja. Maar alle kleine beetjes zorgen toch ook voor een impact. Bovendien krijgt elk gezin ermee te maken. Denk maar aan kinderen die in tuinen of pleinen spelen, de hond die uitgelaten wordt of de kat die vrij rondloopt. Zijn zout en javel dan een goed huis-en-tuinalternatief? Jelle: Zout, azijn en bleekwater worden vaak gebruikt als ‘duurzaam’ alternatief voor de klassieke pesticiden. Sommigen durven zelfs mazout gebruiken! Ik raad het gebruik ervan ten stelligste af. Al deze producten doden niet selectief. Ook de nuttige regenwormen, bodembacteriën, pissebedden, … gaan eraan. Bestaan er dan geen duurzame oplossingen? Jelle: Die zijn er zeker. Eerst en vooral geldt het motto: ‘Beter voorkomen dan genezen!’ Onkruid heeft drie elementen nodig om te groeien: een bodem of substraat, water en licht. Neem een van die elementen weg en het onkruid maakt geen kans. Bij gesloten verhardingen is de gouden raad: verwijder ophopingen van vuil tussen de voegen of barsten in de verharding. Dit kan door regelmatig te borstelen met een stijve borstel. Voor diepere voegen bestaan zelfs speciale voegborstels. Kiezel, dolomiet en andere halfopen verhardingen zijn ook met worteldoek moeilijk te beheren zonder pesticiden. Zones met kiezel die weinig belopen of bereden worden, moeten bijna wekelijks worden omgewoeld of geharkt om ze onkruidvrij te houden. Op dergelijke plaatsen is een grindgazon of een open verharding, zoals grasdallen, meer doeltreffend.
Voor niet verharde stukken geldt eigenlijk maar één regel: vermijd blote grond! Door te werken met bodembedekkers en een gelaagde beplanting in perken, borders en bermen bespaar je heel wat werk. Ook een bloemenrijk grasland of bloemenweide is een mooi en onderhoudsvriendelijk alternatief. Wie dan nog hinder heeft van onkruid, kan gas- of elektrische branders inzetten. Deze zijn enkel geschikt voor relatief kleine oppervlaktes en de behandeling moet regelmatig herhaald worden. Let ook op want anders gaat je haag, afsluiting of zelfs het gazon mee in vlammen op. Hoe zal ‘een gemeente zonder pesticiden’ er uitzien? Jelle: Brandschone dorpspleinen en voetpaden kunnen in de toekomst alleen nog wanneer de gemeente er veel tijd en geld insteekt. En laat dat nu voor lokale besturen juist een probleem zijn. Er moeten dus keuzes gemaakt worden. Ik raad de gemeenten aan om de plaatsen aan te duiden die echt onkruidvrij moeten zijn. Elders kan men gerust wat meer onkruid gedogen en er zelfs voor kiezen om verhardingen op te breken en om te zetten naar eenvoudiger te beheren grasland of bloemenbermen. En wat met de ‘hyperpropere’ burger die klaagt over onkruid in zijn ‘gemeente zonder pesticiden’? Jelle: Aan mensen die klagen over paardenbloemen en andere kruiden vraag ik wel eens of ze soms naar Frankrijk reizen. ZuidFrankrijk is net geliefd vanwege het weer en de bloemenrijkdom. Mensen schrikken als ik hun vertel dat ook Vlaanderen ooit zo bloemenrijk is geweest. Pakweg een eeuw geleden barstten ons platteland en onze dorpskernen van de margrieten, paardenbloemen, madeliefjes, korenbloemen, enzovoort. Vandaag beschrijft men veel van die soorten als ‘onkruid’. De nieuwe wetgeving vraagt om een mentaliteitsverandering bij de burger. Kruiden in het straatbeeld moeten aanvaardbaar worden. Ook politici hebben een belangrijke rol te vervullen. Ze moeten – en mogen – niet toegeven aan klagende burgers als het over onkruid gaat. Onze gezondheid, maar ook de bijen en vlinders zullen ons er erg dankbaar voor zijn! Meer info: - Centrum Duurzaam Groen, info@centrumduurzaamgroen.be www.centrumduurzaamgroen.be - Meer informatie over pesticidenreductie www.zonderisgezonder.be
Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 5
De praktijk in Limburg
Š P. Everaerts, Stad Beringen
6 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
Beringen bouwt het gebruik van pesticiden al jaren af Begin jaren 90 startte Beringen met de afbouw van het pesticidengebruik. In 2006 was 90 procent van het Beringse groenareaal pesticidenvrij. De stad maakt in 2015 dan ook vlot de omschakeling naar een pesticidenvrij groenbeheer. Beringen besteedt het beheer van het groenonderhoud grotendeels uit. In de lastenboeken werd het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen tussen beplantingen verboden. Kruidgroei kan enkel via hakken of wieden verwijderd worden. Hierdoor werd in 2006 al 90% van het groenareaal zonder chemische middelen beheerd. Daarna werd ook de stap gezet om verhardingen pesticidenvrij te beheren.
Juiste materialen Alternatief beheren kent echter zijn prijs. Om deze te drukken en de werklast binnen de perken te houden, zijn de inrichting en omvorming van de publieke ruimte belangrijk. Nieuwe projecten worden gewikt en gewogen op hun duurzaamheid en later beheer. Het gebruik van de juiste materialen en aanplantingen zijn hierbij essentieel. Zo hebben grootschalige verhardingsmaterialen een geringere voegoppervlakte en dus minder kruidgroei. Er worden vooral bodembedekkende plantensoorten gebruikt en het bestaande groen geïntegreerd in het geheel. Dit is o.a. van toepassing bij de ontwikkeling van de ‘avonturenberg’ op de mijnterril en de inrichting van het ‘kolenspoor’ als landschapspark. Om het straatbeeld te verfraaien, heeft Beringen de arbeidsintensieve eenjarige zomerbloeiers grotendeels vervangen door vaste plantenborders die onkruidgroei minder kansen geven.
Omvorming Verder liet Beringen groenzones die veel onderhoud vergden systematisch omvormen. In 2008 werd het eerste grootschalige project gestart in de wijken van de Kantonnale Bouwmaatschappij. Deze wijken waren ruim voorzien van groene pleinen en padenstructuren. Om verschillende redenen geraakte een aantal voetpaden overwoekerd door kruidgroei. Bij de omvorming werden de niet gebruikte voetpaden gewoon opgenomen in het groen. De natuurlijk ontstane voetgangerszones – ‘olifantenpaden’ – werden bestendigd met betonnen tegels. De versleten beplanting werd vervangen door onderhoudsvriendelijk groen of door bijenvrien-
© P. Everaerts, Stad Beringen
© P. Everaerts, Stad Beringen
delijke borders. In 2012 behaalde de stad Beringen met het omvormingsproject van de wijk Steenveld de eerste prijs bij de actie ‘Groene Lente ‘, ingericht door de VVOG (Vereniging Voor Openbaar Groen) in de categorie ‘Zonder is gezonder’.
Begraafplaatsen Het beheer van begraafplaatsen is voor de meeste openbare besturen een apart geval. Vroeger werden in Beringen de hoofdpaden in dolomiet aangelegd en de ruimtes tussen de graven afgewerkt met siergrind. Deze losse verhardingsmaterialen zijn sterk onderhevig aan kruidgroei. Bij de helft van de acht begraafplaatsen werden de dolomietpaden vervangen door betonklinkers in combinatie met grasdallen. De kunststofgrasdallen zorgen voor een natuurlijke infiltratie van het regenwater, met als extra pluspunt dat er minder water naar de riolering afvloeit. Tevens zorgt de verharding voor meer wandelcomfort voor de bezoekers. Geleidelijk worden ook de verhardingen in de crematiezones vervangen door betonnen megategels. Door ruimtegebrek moesten oude grafvelden ontgraven worden. De ontstane ruimte wordt voorlopig ingezaaid met een veldbloemenmengsel, aangevuld met een onderhoudsvriendelijke beplanting.
Voetpadennetwerk Binnen het voetpadennetwerk zorgt wortelopdruk van bomen voor beschadiging van de verharding. Vorig jaar werd een dergelijk voetpad aangepakt met een voor België vrij nieuw product: ‘Green Road Stabilizer’. Het materiaal lijkt op dolomiet of gravel maar geeft onkruid geen kansen. Het product heeft een snelle waterafvoer en zorgt er tegelijk voor dat boomwortels dieper op zoek gaan naar water waardoor de wortelopdruk van de verharding verkleint. Meer info: Patrick Everaerts, Stad Beringen Mijnschoolstraat 88, 3580 Beringen patrick.everaerts@beringen.be
© P. Everaerts, Stad Beringen
© P. Everaerts, Stad Beringen
Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 7
Omvormen van begraafplaatsen: de tijd dringt! Voor begraafplaatsen kunnen openbare besturen nog een uitzondering aanvragen voor gebruik van pesticiden. De voorwaarde is wel dat de begraafplaats binnen de 3 jaar omgevormd moet zijn zodat het gebruik van pesticiden overbodig wordt. De eerste begraafplaats die in Limburg werd omgevormd, is de historische begraafplaats van Leut. Al in 2008 gaf de gemeente Maasmechelen de opdracht aan het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM) om de begraafplaats in de deelgemeente Leut te restaureren en om te vormen naar een duurzame begraafplaats. Dat gebeurde in het kader van het project ‘Levend Leut’.
De Winning De terreinwerken werden uitgevoerd door maatwerkbedrijf De Winning. Eerst werd de rode sierkiezel verwijderd en een laag van 15 cm grond aangevoerd. De nieuwe grond werd ingezaaid met een mengsel van traag groeiende grassen. Dit grasland biedt een visuele meerwaarde en kan zonder bestrijdingsmiddelen worden onderhouden. Op de begraafplaats werd een infobord geplaatst met uitleg over de omvorming van de begraafplaats.
‘Begraafplaatsen nieuwe stijl’ Sinds de omvorming van de begraafplaats van Leut heeft De Winning zich verdiept in het omvormen en ecologisch beheren van begraafplaatsen. Er wordt voortdurend gezocht naar de beste alternatieven. Openbare besturen grijpen al te vaak naar onkruidbranders, maar deze zijn niet ideaal om begraafplaatsen te onderhouden. Ze zijn arbeidsintensief, milieubelastend en er bestaat kans op brandgevaar (oude bladeren, droogbloemen en kransen, …). Daarnaast worden bepaalde onkruiden warmteresistent.
Grindgazon Er worden ook nieuwe technieken toegepast om de kostprijs van de omvorming te drukken. Een mooi voorbeeld daarvan is het wijzigen van een oppervlakte met siergrind naar grindgazon. De siergrind wordt ondergewerkt wat een stabiele ondergrond oplevert waarop een goed uitgekozen mengsel van traag groeiende grassen en microklavers ingezaaid wordt. De microklavers zorgen ervoor dat het gazon groener blijft tijdens droogte. Een grindgazon heeft verschillende voordelen. Je creëert groene, rustgevende vlakken. De begraafplaats is altijd toegankelijk door de harde grindonderlaag, zelfs tijdens de natte wintermaanden. Ook het onderhoud is eenvoudig. Pesticiden of onkruidbranders zijn overbodig.
Streekeigen groen Tot slot is het belangrijk om hier en daar streekeigen groen aan te brengen op begraafplaatsen. Groene elementen zoals bomen, heesters, vaste planten en bodembedekkers, of een ingezaaid bloemenmengsel maken begraafplaatsen aangenamer voor de bezoekers. Meer info: Kristof Odeur, De Winning, Troisdorflaan 19, 3600 Genk, kristof.odeur@dewinning.be, 0495 27 68 75 www.dewinning.be
© RLLK
8 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
© RLKM
© RLKM
Invasieve soorten: genezen maar ook voorkomen De aanpak van invasieve soorten zoals Amerikaanse vogelkers beperkt zich niet tot bestrijding met pesticiden. ‘Voorkomen is beter dan genezen’ is de filosofie van de Regionale Landschappen rond exotenbestrijding. Bij landschapsprojecten wordt het de invasieve, woekerende soorten moeilijk gemaakt, terwijl streekeigen planten – ‘planten van hier’ – net alle ruimte krijgen. Ook regelmatig, gericht onderhoud is van essentieel belang om problemen met invasieve soorten te vermijden. Een eerste, essentiële stap om de opmars van invasieve soorten te stoppen, is een doordachte inrichting van het landschap. Alleen wanneer het niet anders kan, is bestrijding aan de orde. Een mooi voorbeeld daarvan is de aanpak van Amerikaanse vogelkers. In bossen en houtkanten waar deze exoot nog niet overvloedig voorkomt, kan zijn opmars worden tegengehouden door het aanplanten van boom- en struiksoorten die het goed doen in de schaduw, zoals hazelaar, hulst, haagbeuk, winterlinde of beuk. Op deze manier wordt Amerikaanse vogelkers weggeconcurreerd. Een andere preventieve maatregel is de aanplant van een bosrand met lage, inheemse struiken. Deze vormt niet enkel een paradijs voor heel wat diersoorten, maar helpt bovendien de invasie van woekeraars tegen te houden.
Correct beheer Slim inrichten is dus belangrijk. Iedereen kan daar een steentje toe bijdragen door geen invasieve planten aan te planten. De website ‘www.alterias.be’ geeft een overzicht van deze planten en mogelijke alternatieven. Maar daar stopt het niet. Een regelmatig en correct beheer is minstens even belangrijk. Ook daarop zetten de Regionale Landschappen volop in. Met hulp van het landschapsteam wordt bij achterstallig onderhoud advies gegeven over correcte snoei en omgaan met groenafval. Groenafval in de natuur moet te allen prijzen vermeden worden. Snoeisel is namelijk een van de voornaamste manieren waarop invasieve soorten zich verspreiden.
Plant van hier Een andere belangrijke maatregel in de aanpak van invasieve soorten is de aanplant van streekeigen soorten. De Limburgse Regionale Landschappen zijn mede-initiatiefnemers van het project ‘Plant van hier’ (www.plantvanhier.be). Dit is een makkelijk herkenbaar kwaliteitslabel dat kopers de zekerheid biedt dat ze
© RLLK
planten aanschaffen die van oudsher hier voorkomen. Er wordt daarbij streng toegekeken op de oogst, het opkweken en de handel van deze planten. ‘Planten van hier’ zijn nakomelingen van soorten die zich hier al van na de ijstijden hebben gevestigd. Het zijn planten die al generaties lang in een bepaalde streek groeien en dus niet een variant zijn die elders in Europa opgekweekt wordt. Dat onderscheid is van essentieel belang. Planten van hier vormen de ruggengraat van onze voedselketen; ze zijn samen met onze dieren geëvolueerd. Dit zien we bijvoorbeeld sterk bij de sleedoorn. De sleedoornpage, een vlindersoort, is afhankelijk van deze plant voor zijn voedsel. De Italiaanse variant, die hier vaak verkocht wordt, bloeit wat vroeger en voor de vlinder op een verkeerd ogenblik. ‘Plant van hier’-soorten bieden nog voordelen: ze zijn aangepast aan het klimaat en de milieuomstandigheden en dus sterk en minder vatbaar voor allerlei ziekten en plagen. Die aanpassing kan heel lokaal zijn. Zo gedijt de berk prima op Kempense zandgronden, terwijl de veldesdoorn graag in rijke Haspengouwse grond wortelt.
Meer info Particulieren, organisaties en overheden kunnen voor vragen, cursussen en publicaties rond het inrichten en beheren van landschappen en het efficiënt bestrijden van exoten terecht bij de medewerkers van de Regionale Landschappen. Voor sommige ingrepen voorziet de gemeente of de Vlaamse overheid een subsidie. • Regionaal Landschap Haspengouw & Voeren, Daaleindestraat 2, 3720 Kortessem, tel. 011 31 38 98, www.rlh.be • Regionaal Landschap Lage Kempen, Grote Baan 176, 3530 Houthalen, tel. 011 78 52 59, www.rllk.be • Regionaal Landschap Kempen en Maasland, Winterslag straat 87, 3600 Genk, tel. 089 65 56 65, www.rlkm.be
© M. Bex
© RLKM
Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 9
Ook de provincie gaat voor ‘Zonder is gezonder!’ ‘Geen pesticiden meer’ vraagt om een verandering van de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte. Om dit mogelijk te maken, zet de provincie Limburg – samen met het Centrum Duurzaam Groen – in op de steun aan de gemeenten en een duidelijke communicatie met de Limburgers. Vanzelfsprekend geeft de provincie ook het goede voorbeeld in ‘de eigen tuin’. Een provinciale informatie- en sensibiliseringscampagne Er werd een provinciale campagne uitgewerkt – aanvullend op de Vlaamse campagne – die in 2015 loopt en verschillende actiepunten omvat. • Voor scholen, zorginstellingen, kinderopvang, … worden infomomenten georganiseerd rond wetgeving en praktijk. Het doelpubliek zijn de directies, onderhoudsmensen en preventieadviseurs van de diensten en instellingen. • Een handleiding moet de ambtenaren tips en richtlijnen aanreiken om de gemeentepolitici, andere diensten en burgers mee te krijgen in het verhaal. • Met wagenstickers op de dienstvoertuigen van de groenploegen en infopanelen zal het pesticidenvrij beheer van de gemeenten in het straatbeeld zichtbaar worden.
raamcontract voor het onderhoud van (half)verhardingen, waaraan alle Limburgse gemeenten konden deelnemen. De opdracht startte in maart 2015 en 16 gemeenten doen mee. Het gaat om een ‘beeldbestek’ waarbij de aannemer verantwoordelijk is voor de vooropgestelde ‘beeldkwaliteit’. Een beeldbestek beschrijft hoe de verhardingen er moeten uitzien op het vlak van onkruid en met welke middelen het onderhoud kan gebeuren.
Tuin provinciehuis, meer dan 10 jaar pesticidenvrij
De provincie heeft bij Infrax aangedrongen op de opmaak van een
De tuin rond het provinciehuis wordt sinds 2004 onderhouden zonder bestrijdingsmiddelen. Verhardingen worden gebrand en geveegd. Onkruid wordt gewied en gehakt. De tuin kreeg in 2004 ook een ecologische facelift. Na 10 jaar ecologisch beheren en goede communicatie hierrond aanvaarden werknemers en bezoekers dat een ecologisch beheerde tuin een meer natuurlijk karakter heeft. Dat betekent niet dat er in 2015 geen uitdagingen meer zijn. Zo moet gewaakt worden over voldoende financiële middelen voor groenonderhoud. Een oppervlakte chemisch behandelen kost in uurloon minder dan manueel hakken, wieden, borstelen en branden. Rond het provinciehuis vormen ook de grote oppervlaktes bestratingen in klein klinkerformaat en met veel voegen een grote uitdaging. Doordat de bestrating niet of onvoldoende regelmatig betreden wordt, vraagt ze een extra inspanning. Een ander aandachtspunt is het ongewenste onkruid in sommige van de 25 jaar oude beplantingsvakken. Extra wied- en hakbeurten houden deze soorten binnen de perken. Indien nodig wordt de ‘oude’ beplanting vervangen door nieuwe, onderhoudsvriendelijke soorten.
Meer info over de tuin rond het provinciehuis: Christel Bouchet, Dienst Water en Domeinen Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt christel.bouchet@limburg.be, 011 23 73 64
Meer info over de provinciale campagne: Ilse Van Aelst, Dienst Milieu en Natuur, Provincie Limburg Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt ilse.vanaelst@limburg.be, tel. 011 23 83 69
Platform Openbaar Groen Het ‘Platform Openbaar Groen’ brengt drie keer per jaar gemeentepersoneel uit groen-, technische en milieudiensten samen voor informatie-uitwisseling en discussie rond relevante groenthema’s. 2014 stond volledig in het teken van het omvormingsbeheer met aandacht voor het pesticidenvrije beheer van verhardingen en begraafplaatsen en het gebruik van aangepaste beplantingen. In 2015 komen de sportterreinen aan bod, want ook daar geldt een verbod op het gebruik van pesticiden.
Raamcontract voor het onderhoud van (half)verhardingen
© R. Reynders, Provincie Limburg
© Provincie Limburg
© Provincie Limburg
© Provincie Limburg
10 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
Paardenbloem: ‘A weed or a wish’ “Het is maar hoe je naar de dingen kijkt,” lacht Barbara Creemers. “Als mijn kinderen een paardenbloem zien, roepen ze ‘een wensbloem’ maar mijn man zucht: ‘weer vuiligheid’.” Mi&Na ging op de koffie bij Barbara Creemers, lesgeefster voor onder meer Velt (Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) en ‘Tuindokter’ bij TV-Limburg. Tijdens de gezellige babbel en een bezoek aan haar tuin in As kregen we heel wat praktische tips over het onderhoud van een (moes)tuin zonder chemische middelen te gebruiken. Meteen kriebelden de vingers om zelf aan de slag te gaan met een frisse blik op onkruid – excuseer, ongewenst kruid – en zin in groenten uit eigen tuin. Het kan anders Voor het gezin Aendekerk-Creemers begint deze lente al het twaalfde moestuinseizoen. Bij de aankoop van hun woning erfden ze een leuke tuin, inclusief het bijhorende werkmateriaal. Opvallend: nergens viel een kan gif te bespeuren. Waarschijnlijk is dit plekje in As al lang een ecologische tuin. Barbara mijdt bestrijdingsmiddelen als de pest. Zij is er trouwens letterlijk allergisch voor. Barbara: “Voor mij gaan het kweken van eigen groenten en vergif echt niet samen. Ik kan niet begrijpen dat je zoveel moeite doet voor verse groenten in de tuin en die dan opkweekt met allerlei chemische middelen. Tja, het moet allemaal snel gaan en de mensen hebben geen tijd. Ga dan toch gewoon naar de winkel, zou ik zeggen! Het kan nochtans anders. Voor mij zijn onkruid en beestjes in de tuin een evidentie. Maar dan heb je wel een plan nodig dat beschrijft ‘wát je wáár en wanneer plant’. Wisselteelt is bijvoorbeeld ideaal tegen ‘de verkeerde beestjes in de grond’. Voor de ‘beestjes rondom’ trek je best natuurlijke vijanden aan. Zo bestrijd je bladluizen met lieveheersbeestjes. En is het echt een ramp als de beestjes iets opeten? Als je enige tijd bezig bent met ecologisch tuinieren, leer je ook experimenteren. Sinds vorig jaar wordt hier Oost-Indische kers gebruikt als ‘vangplant’. Oost-Indische kers biedt tal van voordelen. De sierplant is eetbaar, ziet er leuk uit en vormt een prima groenbemester. En als kers op de taart zijn ook de rupsen er verlekkerd op. Als we zien dat de rupsen de plant beginnen op te eten, trekken we ze uit en gooien we ze bij de kippen.”
de bodem niet bedekt, doet de natuur dat voor je met planten die je waarschijnlijk niet zo mooi vindt. De preventieve acties tegen onkruid – zelf noem ik het liever ongewenst kruid – in de moestuin en siertuin lijken op elkaar. In de moestuin vormt onkruid een probleem omdat het plaats inneemt en voedingsstoffen gebruikt. Je moet de bodem dus bedekken. Dat houdt in dat je werkt met mulch, een laag organisch materiaal zoals gazonmaaisel, hooi, stro, houtsnippers enzovoort. Onkruid dat toch uitkomt, verwijder je door het uit te trekken of door te schoffelen en te branden. Als het opduikt waar het geen probleem is… heb je eigenlijk geen probleem!”
‘Tuindokter’ Barbara Creemers: “Een verwilderde tuin is goed voor de portemonnee en de biodiversiteit.”
Verbod op pesticiden Sinds 1 januari 2015 geldt voor alle openbare diensten een verbod op pesticiden. Ze mogen enkel nog gebruikt worden onder specifieke voorwaarden en na het doorlopen van procedures. Aan de andere kant zie je steeds meer strakke perken, piekfijn onderhouden grasmatten en verhardingen opduiken in de privétuinen. Als je die wil onderhouden, heb je tuintijd nodig. Tijd die er in deze maatschappij blijkbaar niet meer is. Barbara: “Ja, en dat leidt soms tot problemen. Zo spuiten burgers wegbermen van gemeenten. Het is duidelijk dat niet iedereen klaar is voor een verwilderde tuin. Men vindt het niet mooi. Nochtans is het goed voor de portemonnee en de biodiversiteit. Je ziet de verandering bij de aanpak van de gemeente. Er wordt meer gebrand om onkruid te verwijderen. Maar ook de burger kan iets doen. Waarom maak je in de tuin niet wat plaats voor bloemen? Hier hebben we soms ook discussies, hoor. Waar zijn we mee bezig? Helpt het allemaal? Noem me naïef, maar ik denk dat we al een eind opschieten als iedereen zijn steentje bijdraagt.”
Minder ‘proper’ De Limburger zal ook moet aanvaarden dat het straatbeeld er wat minder proper uit zal zien. Dat er wat meer onkruid zal opduiken in de perken en tussen de verhardingen … Barbara: “Wel, als je
© N. Moens, Provincie Limburg
Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 11
© Provincie Limburg
Onkruidboek Het Onkruidboek van Velt en Het Davidsfonds telt 192 pagina’s en is verkrijgbaar bij Velt of de gewone boekwinkel. Info over een tuin zonder pesticiden? • Velt, Uitbreidingstraat 392c, 2600 Berchem, info@velt.be, 03 281 74 75, www.velt.nu • www.zonderisgezonder.be, Vlaamse Milieumaatschappij
Lekker onkruid
© B. Creemers
Onkruid kan je ook gebruiken om lekkere dingen mee te maken. Iedereen kent ondertussen wel de brandnetelsoep of pannenkoeken met boerenwormkruid. Het is natuurlijk niet aan te raden die planten en kruiden te oogsten in bermen gelegen langs een drukke weg. De kruiden uit de tuin daarentegen kunnen een prima onderdeel vormen van het menu. Barbara: “Velt-collega en natuurvoedingskok Sigrid Dewaele meent dat onkruid voedingswaarde op het juiste moment in het jaar heeft. In de winter eet je veel bewaard voedsel of kool. Als de lente begint, heeft je lichaam dan ook vitamineshots nodig. En die vind je in onkruid omdat er nog geen verse groenten zijn in de tuin. Velt lanceerde samen met het Davidsfonds een interessant onkruidboek dat je visie op onkruid zeker zal verruimen. Het leert onkruid te herkennen, te benutten en ervan te genieten. Ook worden er bestrijdingstips gegeven. Veel voorkomend onkruid en woekerende tuinen moestuinplanten worden beschreven met extra aandacht voor ‘hardnekkige gevallen’ als brandnetel, zevenblad en heermoes. Ik geef een voorbeeld uit mijn eigen tuin. We hebben jaren brandnetels gebruikt. Om de twee weken werd 5 cm vanaf het topje geknipt en verwerkt in soep, pesto, kaas en thee. Intussen hebben we al een pak minder brandnetels dan een paar jaar geleden!”
Al doende leren Bij Velt kan je terecht met je vragen rond tuinieren zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest, zowel in de siertuin als in de moestuin. De basisgedachte is: werk niet tegen maar samen met de natuur. Dit betekent een bewuste keuze voor planten die geschikt zijn voor de bodem en het klimaat in jouw tuin. Barbara heeft ondertussen al heel wat ervaring met het moestuinieren. Barbara: “We zijn met een moestuin begonnen omdat er een was. Maar er staan hier ook oude fruitbomen, appels en peren. Onze eerste moestuinexperimenten waren vrij simpel met plantjes van pompoenen en courgettes. Intussen zaaien we bijna al onze plantjes zelf en experimenteren we met eigen zaden. Maar daar moet je als beginner niet mee starten. Dat schrikt af. Koop je planten of zaad gewoon, liefst biologisch. Na enige tijd kan je dan verdergaan en bijvoorbeeld zaad oogsten. Al doende leert men. En ook door erover na te denken hoe het vroeger liep. Wij hebben ons pas later aangesloten bij Velt. Mijn ouders hadden geen moestuin, maar de opa aan vaders kant was een tuinder die vrijwel zeker alles zonder bestrijdingsmiddelen deed. Dat overslaan van een generatie zie je ook bij de Velt-medewerkers. Er zijn actieve 65-plussers en 20- tot 30’ers. De groep tussenin is minder actief.”
Tuindokter Sinds kort is Barbara ook de tuindokter bij TV-Limburg en geeft ze ecologische antwoorden op vragen van kijkers. Komen onkruiden ook tijdens dat programma aan bod? Barbara: “Jazeker. Zo is er een 12 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
item over de manier waarop je blaadjes van paardenbloem en brandnetel samen met peper, zout, sjalotjes en geitenkaas verwerkt tot een heerlijk onkruidenkaasje. Verder krijg je uitleg over de zogenaamde ‘kartonmethode’ die toelaat zonder veel moeite een verruigd stuk grond of gazon om te toveren tot een teeltzone. Je dekt de plek af met karton, eventueel aangevuld met een laag compost, stro of grasmaaisel. Na 4 weken tot 3 maanden is de begroeiing weg en kan je planten. Je maakt gewoon plantgaatjes voor je planten. We geven ook leuke tips voor mensen met een zeer kleine tuin. Zo kan je aardappelen in manden of zakken planten. En wil je verse kruiden? Koop de planten dan in een tuincentrum. Een potje uit de supermarkt verplanten mislukt vaak omdat de planten onderhevig zijn geweest aan temperatuurverschillen. Alleen bieslook – zelfs uit de supermarkt – is supergemakkelijk te houden. Scheur de plant in drieën en je hebt genoeg voor een seizoen. Denk er wel aan dat heel wat keukenkruiden een mediterrane oorsprong hebben. Hou daar rekening mee als je een plantplaats kiest: genoeg warmte, niet te veel vocht en zeker geen tocht.”
Een nieuwe, grensoverschrijdende natuurverbinding in het Zouwdal Het strategische, grensoverschrijdende project ‘ALBERTKNOOP’ wordt opgezet om in het grensgebied tussen Maastricht en Lanaken een multimodaal ontsloten regionaal bedrijventerrein tot stand te brengen. Multimodaal betekent dat het terrein door verschillende vormen van transport ontsloten wordt (hier door kanaal-, wegenen spoorweginfrastructuur). Het bedrijventerrein moet op een duurzame wijze ingepast worden in zijn omgeving. De uitbouw van een natuurverbinding en groene buffer krijgen daarbij prioritaire aandacht. Aan de ‘Albertknoop’ werken de provincies Belgisch en Nederlands Limburg samen, in nauw overleg met de gemeenten Lanaken en Maastricht en de nv De Scheepvaart. Diverse deelprojecten worden momenteel voorbereid. Zo staat er een grensoverschrijdend hemelwaterplan op de agenda, wordt er gewerkt aan een vergunning voor de verdere leemontginning, wil men een recreatief ‘grens’fietspad ontwikkelen en een natuurlijke bufferzone realiseren voor de woonwijken Malberg en Oud-Caberg in Maastricht en het latere industriegebied. Het project kadert binnen het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA) dat in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is aangeduid als een belangrijk gebied voor de verdere ruimtelijk-economische ontwikkeling van Vlaanderen.
Natuurverbinding verleggen Omdat de oostelijke talud ter hoogte van de Albertknoop afgegraven wordt, onderzocht het Provinciaal Natuurcentrum het voorstel om de natuurverbinding langsheen het kanaal te verleggen naar het Zouwdal. Het oostelijk deel van de provinciale natuurverbinding NV 21 – de verbinding tussen Hoge Kempen en Sint-Pietersberg – langsheen het Albertkanaal wordt verlegd richting Maas. Hierdoor zal het gebied ook functioneren als een ecologische verbinding met de Maasvallei. In de ‘kop van het Zouwdal’, op het grondgebied van de gemeente Lanaken, is deze ecologische bufferzone 120 m breed. En daarnaast, op het grondgebied van de gemeente Maastricht, ligt nog een open ruimte van 180 m breed die deels een agrarisch gebruik heeft en ook een ecologische randzone krijgt.
Concreet inrichtingsplan De bevindingen van het PNC zijn ondertussen concreet vertaald in een ‘inrichtingsontwerp’ voor de Zouwdalcorridor. Dit gebied is onder meer belangrijk voor tal van dagvlinders, vleermuizen, reptielen, amfibieën en zoogdieren. De toekomstige bosranden, struwelen, hagen en graslanden worden specifiek op de doelsoorten afgestemd. Het openruimtelandschap tussen de woonwijk Malberg (Maastricht), het toekomstige industriegebied en de nieuwe groenbuffer moet ook de landschapsbeleving ten goede komen. Bovendien wordt het bedrijventerrein aangelegd op het niveau van het Albertkanaal, waardoor het in de kop van het Zouwdal tot ca. 10 m lager ligt dan de groenbuffer. De inrichting – onder meer door de aanleg van een aarden wal – zorgt tevens voor een betere landschappelijke inkleding van de steenfabriek Wienerberger ten opzichte van de woonwijken in Malberg. De groene buffer loopt voort op het grondgebied van de gemeente Maastricht, met inbegrip van de aanleg van een recreatief ‘grens’fietspad, dat aansluit bij het reeds bestaande fietspad richting Smeermaas. Van de realisatie van dit groenproject en de gehele gebiedswerking zou geen sprake zijn indien er geen prima samenwerking zou bestaan tussen de besturen over de grens heen.
Meer info: Guy Vloebergh, Grensmanager ALBERTKNOOP, ruimtelijk planner OMGEVING cvba Uitbreidingstraat 390, 2600 Berchem, info@omgeving.be © Heusschen * Copier
Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 13
Studenten nemen deel aan workshop toekomstdenken Wat als … Limburg klimaatneutraal zou zijn in 2050? Hoe ziet onze provincie er dan uit? Geen eenvoudige vraag. Via twee workshops met Limburgse studenten rond ‘ruimer toekomstdenken’ werd de proef op de som genomen. Nadenken over de toekomst dwingt ons de vertrouwde dingen in vraag te stellen. Als we de antwoorden op die vragen kunnen laten samenkomen in gemeenschappelijke streefbeelden, kunnen ze een leidraad vormen en ons brengen tot betere keuzes.
© D. Michiels
Toekomstbeelden Samen nadenken over de toekomst kan ook over moeilijke thema’s maatschappelijke discussie losweken en zo bijdragen tot gedragen en veelzijdige oplossingen. Deze toekomstbeelden zullen in de loop van de tijd ongetwijfeld worden bijgesteld. Hebben zulke beelden dan wel zin? Denk even aan de prenten die in de jaren 50 en 60 werden gemaakt over het leven in het ‘magische’ jaar 2000. Soms staan ze bijna lachwekkend ver van de realiteit af en soms komen ze aardig in de buurt. Ze hebben in elk geval wel de verwachtingen en het gedrag mee gestuurd. In de jaren 50-60 overheerste het positief technologisch welvaartsdenken. ‘Limburg gaat klimaatneutraal’ gaat voor een duurzaam welvaartsdenken.
Proef op de som Tijdens twee workshops van telkens een halve dag waagden studenten zich aan ruimer toekomstdenken. Deelnemers aan de eerste workshop waren studenten van het eerste en tweede jaar van de opleidingen agro- en biotechnologie, bouw, elektromechanica en elektronica-ICT van de PXL Hasselt. Aan de tweede workshop namen jongeren deel van de tweede graad middelbaar onderwijs van het Sint-Augustinusinstituut in Bree, een actieve MOS-school die onlangs de felbegeerde Groene Vlag van Eco-schools behaalde. Eerst kregen de leerlingen een humoristisch filmpje te zien dat vertelt hoe de mens met de aarde omgaat. Daarna volgde een reflectie over de persoonlijke klimaatimpact van de leerlingen. Tot slot gingen kleine groepjes aan de slag rond één van de hoofdthema’s: wonen, producten maken, verplaatsen en eten.
Nieuwe inzichten Er werd nagedacht over vragen als: ‘Hoe en waar wonen we? Hoe gaan we van A naar B? Wat doen we zoal op een dag en welke voorwerpen, systemen en structuren helpen ons daarbij?’ Dat systeemdenken betekende een uitdaging voor de jongeren, nl. het leggen van de linken tussen de diverse thema’s. Het bracht de deelnemers naar eigen zeggen nieuwe inzichten bij. We noteren enkele reacties. “Ik vond het leerrijk. We mochten ook creatief zijn en dat maakte het fijner om naar te luisteren.” “Ik zie nu pas echt in dat we snel iets moeten gaan veranderen. Zeker onze ecologische voetafdruk, want die is veel te groot.” “Het is een workshop waar je echt iets aan hebt. Het helpt iedereen om stil te staan bij het klimaat.” Echt plezant werd het toen de ideeën tastbaar werden gemaakt. Onder meer door in groep een krantenpagina uit de toekomst 14 | Milieu & Natuur 17/2 - 2015
samen te stellen met knipsels, tekst en tekeningen. Of door een heus knutselwerkje af te leveren van een voorwerp, machine of gebouw uit die duurzame toekomst. Conclusie: visualiseren prikkelt de zintuigen en verdiept het debat.
Chaos Uit deze ogenschijnlijke chaos – ‘groepsdynamiek’ heet dat dan – kwamen voorspelbare maar ook uitdagende, soms zelfs controversiële ideeën. Zo formuleerde een groepje leerlingen het concept van geprojecteerde kleding: volgens hen dé manier om een eind te maken aan de schadelijke gevolgen van de kledingindustrie voor mens en milieu. Of wat te denken over deze oplossing die de overbevolking en energievoorziening aanpakt: iedereen die een bepaalde leeftijd bereikt, krijgt een enkeltje richting een andere planeet en doet na overlijden dienst als energiebron. Een idee dat je alleen maar krijgt als je jong bent, maar dat net daardoor een sterke motor voor verdere discussie is. Aan het einde van de sessie volgde dan de presentatie van het resultaat aan de voltallige groep, in minder dan een halve minuut.
Resultaten Wat leverden deze workshops nu op? De jongeren zelf vonden het een zinvolle oefening die hen extra deed stilstaan bij de klimaatproblematiek en die hen prikkelde om er positief en creatief mee om te gaan. Verder maakte Pantopicon, het begeleidende bureau, van alle ideeën een mooie, toegankelijke en ongecensureerde overzichtsprent. Die vind je op www.limburgklimaatneutraal.be Stof genoeg voor discussie. Wij horen jullie reacties graag! Meer info: David Michiels, david.michiels@limburg.be tel. 011 23 83 32, Dienst Milieu en Natuur Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt
Hamsters opsporen Er zijn nog hamsters in Limburg! Dit voorjaar liet een exemplaar zich zelfs op de camera vastleggen! Om de populatie goed op te volgen, wordt elk jaar in de omgeving van Tongeren naar hamsterburchten gezocht. Daarbij lopen de vrijwilligers systematisch de pas geoogste graanvelden af. Het speuren naar hamsters kan pas na de oogst beginnen. Voorlopig is de eerste uitstap voorzien voor maandag 27 juli om 19 uur aan de kerk van Widooie. Verder zijn er nog inventarisaties gepland op 3,10 en 17 augustus, telkens op een maandagavond. Interesse? Geef je op via likona@limburg.be en we geven de juiste inventarisatiedata door.
DATE SAVE THE
LIMNETCONTACTDAG
26 NOVEMBER 2015 | 12 – 18 UUR UHasselt, Campus Diepenbeek De ideale dag om je met collega’s uit de beide Limburgen te verdiepen in natuur- en milieueducatie.
LIKONA-jaarboek 2014 Het LIKONA-jaarboek 2014 verschijnt deze zomer en brengt een grote verscheidenheid aan artikels over de Limburgse natuur. Je kan een papieren versie bestellen aan 10 euro of de digitale versie gratis lezen (www. likona.be). De inhoud van het Jaarboek 2014 ziet er als volgt uit: • Natuurinrichting in Bergerven • Grind ontleed: samenstelling en herkomst van de stenen in het Maasgrind • Korstmossen op azalea’s, zomereiken en magnolia’s in het arboretum van Bokrijk (Genk) • Is de maretak wel degelijk een kalkplant? • De toestand van de zeggekorfslak in de Molenbeemd (Riemst) • De vermiljoenkever (Cucujus cinnaberinus) in België; een habitatsoort nieuw voor België • De ringslang in Belgisch Limburg, een nieuwe soort of oude bekende? • Vleermuizen in Bokrijk • Vleermuizen in Limburgse stallen opgespoord
Het volledige programma is beschikbaar vanaf half september via www.limburg.be/limnet. Hou alvast de datum vrij!
Daarnaast bevat het jaarboek een literatuuroverzicht en de verslagen van de werkgroepen. _Adv-contactdag.indd 1 Ook oudere LIKONA-jaarboeken zijn nog in voorraad. Interessant voor wie zijn/haar reeks wil vervolledigen.
2/06/15 09:18
Meer info: LIKONA, Provinciaal Natuurcentrum, Craenevenne 86, 3600 Genk, tel. 011 26 54 62, likona@limburg.be
Studenten onderzoeken de Limburgse natuur Tijdens het schooljaar 2014-2015 maakten verschillende studenten hun bachelorproef in het Provinciaal Natuurcentrum. Een overzicht: • Kunnen we een gebied eikenprocessierupsarm inrichten? - Renske Hoevers, UHasselt • Zeggekorfslak en nauwe korfslak in Riemst - Saskia Snelting, UHasselt • Beheerovereenkomsten en hamsters - Maikel Strauwen, PXL • 60 jaar vogels ringen in Genk - Ruben Vandenbussche, PXL • Biodiversiteit op groendaken en de chemische samenstelling van het regenwater - Winfried Vertommen, UC Leuven Meer info: LIKONA, Provinciaal Natuurcentrum, Craenevenne 86, 3600 Genk, tel. 011 26 54 62, likona@limburg.be Milieu & Natuur 17/2 - 2015 | 15
Agenda JULI 12 Wandeling – Wilde kruiden; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 12 Wandeling – Verhaaltjes en weetjes over de natuur; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 0477 61 47 09. 15 Kinderactiviteit (8 tot 12 jaar) – Op bezZzoek bij Bea; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. 18 Wandeling – Op zoek naar de nachtzwaluw; samenkomst: 21.30 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 19 Wandeling – Bos en beekvallei; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 19 Wandeling – Vlinders; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Info: 011 80 26 77. 26 Wandeling – Terril van Heusden-Zolder; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 29 Kinderactiviteit – Boeboekstocht & knutselen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 20. AUGUSTUS 2 Activiteit – Fladderende vlinderzondag; samenkomst: 14.00 u.; NEC ’t Vloot, Demerstraat 60, Lummen. Info: tine.meekers@natuurpunt.be, 013 55 63 81. 2 Kinderactiviteit (7 tot 12 jaar) – Vlinder mee; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. Deelname 5 euro per kind. 2 Wandeling – Vlinder mee weekend; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011/45.01.91. 9 Wandeling – Zomer aan de Zwarte Beek; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011/45.01.91 9 Activiteit – Honing slingeren en bijenexpo; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. 16 Wandeling – Heide; samenkomst: 9.00 u.; Bezoekerscentrum De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Info: 011 80 26 77. 16 Wandeling – Bos ontdekken; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 19 Kinderactiviteit (3 tot 7 jaar) – Kabouters; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. Inschrijven vóór 17/8. Deelname: leden gratis, niet-leden € 2.
provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT
22 Wandeling – Luisteren naar vleermuizen; samenkomst: 20.00 u.; Bezoekerscentrum domein Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81. Vooraf inschrijven. 23 Wandeling - Terril van Heusden-Zolder; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 26 Kinderactiviteit – Boeboekstocht & knutselen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 20. 29 Kinderactiviteit (7 tot 12 jaar) – Dieren van de nacht; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. Deelname 5 euro per kind. 30 Wandeling – Heide; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 30 Wandeling – Heide; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 0477 61 47 09. 30 Wandeling – Heide; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. Deelname: leden gratis, niet-leden € 2.
OKTOBER 4 Wandeling – Het Schulens Meer van vroeger tot nu; samenkomst: 14.00 u.; NEC ’t Vloot, Demerstraat 60, Lummen. Info: tine.meekers@natuurpunt.be, 013 55 63 81. 4 Wandeling – Paddenstoelen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011/45.01.91. 11 Wandeling – Paddenstoelen; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 0477 61 47 09. 11 Wandeling – Paddenstoelen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. Deelname: leden gratis, niet-leden 2 €. 11 Evenement – Optiekdag; samenkomst: vanaf 10.00 u.; Bezoekerscentrum Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt. Info: 011 24 60 20. 13 Infoavond – Slank je energiefactuur af; samenkomst: 19.30 u.; Trouwzaal Huis Van De Stad, Hertog Janplein 1, Lommel. Info: www.destroomlijners.be
SEPTEMBER 6 Wandeling – Koerselse bossen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. 13 Wandeling – Paddenstoelen; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 0477 61 47 09. 13 Wandeling – Vlinders; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: info@limburgs-landschap.be, 011 53 02 50. 16 Infoavond – Groepsaankopen; samenkomst: 19.30 u.; Gebouw Infrax, Trichterheideweg 8, Hasselt. Info: www.destroomlijners.be 20 Wandeling – Vogeltrek; samenkomst: 9.00 u.; Bezoekerscentrum, De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Info: 011 80 26 77. 20 Gezinsactiviteit – Bosspel; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum domein Nieuwenhoven, Hasseltsesteenweg z/n, Sint-Truiden. Info: 011 68 79 81. Aangepaste kledij. 20 Kinderactiviteit (5 tot 7 jaar) – Natuurspeurdertjes: over kabouters en paddenstoelen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011 45 01 91. Deelname: 1,50 € per kind. 28 Infoavond - Slank je energiefactuur af; samenkomst: 19.30 u.; Ontmoetingscentrum Elen, Mortelveldstraat 1, Dilsen-Stokkem. Info: www.destroomlijners.be 29 Wandeling – Paddenstoelen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: zwartebeek@natuurpunt.be, 011/45.01.91.
Colofon Uitgave van: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden; Renata Camps, provinciegriffier. Hoofdredactie: Johan Van den Broek Tekst: Stijn Janssen Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens, nadine.moens@limburg.be Dank aan: Greet Gommers Redactieraad: Patrick Boucneau, Jan Mampaey, Nadine Moens, Sonja Scheurs, Daphne Tubée en Johan Van den Broek Coverfoto: N. Moens Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Vormgeving: designpartner.be Drukwerk: Drukkerij Paesen – Opglabbeek Postbus: provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en Natuur Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Tel. 011 23 83 38, minaplanning@limburg.be www.limburg.be Oplage: 10 500 exemplaren. Deze publicatie werd gedrukt op Kringloop Cyclus Offset 115 g. D/1999/5857/17