Jg. 18/4 Milieu & Natuur

Page 1

Jaargang 18, nr. 4 - 2016

› Het

klimaat is een zaak van iedereen › Er moet een tandje bijgestoken worden


Woord vooraf Beste lezer De klimaatproblematiek is geen maatschappelijk en/of politiek probleem zoals een ander, ook al wordt dit door de burger zo aangevoeld. Is dat nu nog niet opgelost of hebben we nu nog niet voldoende inspanningen geleverd, zijn vaak terugkerende vragen. Het blijft een permanent gegeven, waar we als samenleving rekening zullen moeten mee blijven houden in en over alle beleidsdomeinen heen. Als provincie Limburg zetten we hier dan ook sterk op in.

Dit winternummer van Milieu en Natuur staat volledig in het teken van het klimaat. We gaan in op de nood om onze uitstoot verder te verminderen, maar ook op de reeds voelbare veranderingen die het klimaat ondergaat en hoe we ons daarop moeten voorbereiden.

Enkele weken terug was er nog de Klimaattrefdag en in september was er de eerste Limburgse Klimaattop. Bovendien hebben alle democratische fracties in de provincieraad, naar aanleiding van de begroting 2017, zich positief uitgelaten over het provinciaal gevoerde klimaatbeleid. Dat doet goed en staat in schril contrast met de verklaringen van de nieuw verkozen Amerikaanse president Donald Trump over dit probleem.

Voor dat laatste voelen we weerman Frank Deboosere aan de tand. Wij vroegen hem als professioneel voorspeller om ons inzicht te geven in de verwachte veranderingen van de weerpatronen in onze regio. Andere weerpatronen vragen om aangepast beleid op uiteenlopende vlakken en bestuursniveaus. Gouverneur Herman Reynders, lid van de Vlaamse Denktank Klimaatadaptatie, schetst ons zijn visie op problemen en oplossingen. Beide deskundigen zijn het alvast roerend eens: het is hoog tijd voor véél méér actie.

Inmiddels beschikken we over een heel arsenaal cijfers en instrumenten, waardoor de Limburgse gemeenten hun inspanningen kunnen evalueren en monitoren. En dat is belangrijk: gemeenten zijn het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat en bijgevolg die burger het meest kan beïnvloeden. Volgend jaar zetten we onze inspanningen verder. Tijdens de tweede Klimaattop zullen we het hebben over mogelijkheden om ons maximaal aan te passen aan de gevolgen van de klimaatopwarming, de zogeheten klimaatadaptatie. Deze fase van adaptatie aan het nieuwe klimaat zijn we ingegaan toen duidelijk werd dat het terugdringen van de uitstoot (klimaatmitigatie) klimaatverandering niet (volledig) zou tegenhouden. Hoe erg zal het worden? Zijn de beelden van de televisiereeks ‘Als de dijken breken’ die momenteel op Eén loopt al dan niet realistisch? Ik wens u een gezond, groen, milieuvriendelijk en gelukkig 2017!

Ludwig Vandenhove gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur

2

Milieu & Natuur 18/4 - 2016

Een extra aanzet daartoe werd gegeven op de Limburgse Klimaattop die dit najaar plaatsvond. Eén ding is duidelijk: Limburg zal een stevig tandje moeten bijsteken als het zijn doelstelling wil behalen om tegen 2020 minstens 30% minder CO2 uit te stoten en tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Gelukkig beweegt er heel wat op het terrein. Verschillende Limburgse gemeenten hebben de voorbije jaren sterke klimaatprojecten uitgewerkt. Sommige daarvan mogen terecht een voorbeeld worden genoemd. En omdat goede voorbeelden zoveel mogelijk navolging moeten krijgen, vond de provincie het een goed idee om de meest waardevolle projecten te bundelen in een inspiratiegids voor gemeenten. Die inspiratie moet overigens niet beperkt blijven tot de gemeentebesturen. Scholen, verenigingen en individuele burgers kunnen ook heel wat hebben aan de voorbeeldprojecten om zelf aan de slag te gaan. Dankzij het uitgebreide educatieve aanbod van het Provinciaal Natuurcentrum is er zowel voor scholieren als volwassenen ruime gelegenheid om de nodige kennis én ervaring op te doen rond de vele aspecten van klimaatverandering en - verbetering. Meer info over de inspiratiegids en alle andere initiatieven i.k.v. het Limburgse klimaatbeleid vind je op www.limburgklimaatneutraal.be


Het klimaat is een zaak van iedereen Frank Deboosere heeft als weerman een duidelijke kijk op de klimaatproblematiek: “Ik ben bezorgd, maar blijf positief. Ik heb een absoluut vertrouwen in wetenschap en techniek. We gaan allemaal en overal in de wereld een serieuze inspanning moeten leveren voor het klimaat de volgende decennia. De zwarte piet doorschuiven is geen optie meer.” Mi&Na: Laten we eerst het verschil tussen het weer en het klimaat uitklaren. Frank Deboosere: Het weer is een momentopname. Het kan zonnig zijn, hard waaien, verschrikkelijk regenen of onweren. Als je de informatie van dertig jaar momentopnames verzamelt, dan krijg je een hele boel cijfertjes die een betrouwbare gemiddelde situatie opleveren, en dat is het klimaat. Het klimaat is met andere woorden het gemiddelde van dertig jaar waarnemingen. En dan kan je gaan vergelijken. Is het klimaat van 1980-2010 bijvoorbeeld veranderd ten opzichte van dat van 1950-1980? Sinds 1833 hebben we een meetreeks en kunnen we veranderingen detecteren. Belangrijk is het aspect tijd. Je kan na een wat koudere dag, week, maand of zelfs jaar niet zomaar zeggen: “Voilà, de opwarming is voorbij.’’ Mi&Na: Wie volgt in ons land het weer en het klimaat op? Frank Deboosere: Het KMI (Koninklijk Meteorologisch Instituut van België) heeft honderden stations die de neerslag meten en een dertigtal stations die de temperatuur opvolgen. Sommige daarvan werken al meer dan honderd jaar. Het Instituut zorgt op regelmatige basis ook voor rapporten, bijvoorbeeld klimaatrapporten. Het laatste klimaatrapport dateert van 2015 en was een update van de uitgave van 2008. Het klimaatrapport beschrijft welke parameters zijn veranderd en formuleert verwachtingen. Mi&Na: Voorspellingen doen is geen evidente zaak. Frank Deboosere: Inderdaad! Weer, modellen en statistiek gaan dan ook hand in hand. Om te vermijden dat je op een te korte termijn conclusies trekt, moet je veralgemenen in tijd én ruimte. Het zal de volgende decennia al moeilijk genoeg zijn om de verschillen in de klimaatverandering te duiden tussen pakweg West-, Noord- en ZuidEuropa. Als je me vraagt of het binnen vijf minuten gaat regenen in Bocholt, kan ik ja of nee antwoorden. Als je me vraagt of het © N. Moens

Milieu & Natuur 18/4 - 2016

3


© M. Bex

daar volgende week gaat regenen, kan ik antwoorden dat de kans er inzit dat het misschien gaat regenen ergens in Noord-Limburg. Vraag je me of het over vijf jaar in Bocholt gaat regenen, wordt mijn antwoord: gemiddeld gesproken ziet het er naar uit dat er in Vlaanderen de volgende decennia meer regen gaat vallen in de wintermaanden. Het antwoord wordt dus waziger. Mi&Na: Welke veranderingen kunnen we in onze streken verwachten? Frank Deboosere: Het meest duidelijke is de stijging van de temperatuur. Je kunt er niet onderuit, het is de afgelopen decennia warmer geworden. Op wereldvlak hebben we betrouwbare metingen sinds 1880. Sindsdien is de gemiddelde wereldtemperatuur met ongeveer een graad gestegen. Opvallend zijn de verschillen per breedtegraad. De temperatuurstijging voltrekt zich sneller aan de polen en minder snel aan de evenaar. Voor de poolgebieden gaat het over een stijging van 4 tot 5 graden Celcius en zelfs meer. Het meten van de temperatuur wordt trouwens steeds nauwkeuriger. Buiten de meetstations op aarde, heb je nu ook een netwerk van satellieten die alles zeer consequent observeren. De foutenmarges worden almaar kleiner. Wat de neerslag betreft, is het beeld iets ingewikkelder. In België constateren we nu al dat het in de winter gemiddeld een beetje meer regent dan vroeger. En we verwachten nog nattere winters. De zomers zullen daarentegen droger worden, maar als het regent, zullen de buien intenser zijn. Je kan natuurlijk niet bij de eerste beste plensbui zeggen dat die een gevolg is van de klimaatverandering. Vroeger waren de buien soms ook best pittig. De frequentie waarmee dergelijke zware buien optreden is van belang en dat onderzoeken vergt tijd.

4

Milieu & Natuur 18/4 - 2016

Mi&Na: Mogen we meer wind verwachten? Frank Deboosere: Nee, de verwachting is dat de gemiddelde windsnelheid tegen 2100 niet veel zal toenemen. De afgelopen jaren – en dat is een beetje vreemd – nam de gemiddelde windsnelheid zelfs af. Dat zou onder meer te maken hebben met het frequenter optreden van hoge drukgebieden. Misschien zullen stormen en orkanen op mondiaal niveau frequenter gaan voorkomen en misschien zullen ze heviger zijn, maar daar is het laatste woord zeker nog niet over gezegd. Je hoort me dus duidelijk “misschien” zeggen. De berichtgeving zorgt hier voor een vertekend beeld. Orkaan Katrina met ruim 3000 doden kennen we allemaal. Maar wie heeft er gehoord van cycloon Nargis? Die maakte in 2008 liefst 84 000 slachtoffers. Orkaan Matthew kreeg deze herfst heel wat media-aandacht, wat niet kan gezegd worden van de stormen ter hoogte van de Filipijnen of Pakistan. Voorlopig verwachten we bij ons niet meer stormen dan vroeger. De toename van hevig onweer en hagel behoort wel tot de mogelijkheden en dat heeft te maken met de aanwezigheid van meer water in de dampkring. Ook op dat vlak is het echter opletten! Er zijn immers nog veel onzekerheden. Mi&Na: De stijging van de zeespiegel is wel een feit. Frank Deboosere: Ja, de zeespiegel stijgt. Per jaar komt er gemiddeld ongeveer 1 tot 2 mm bij. Tegen 2050 verwachten we voor onze streken een stijging van ongeveer 40 cm, tegen 2100 is dat 80 cm ten opzichte van de situatie in 1950. Let wel, het meten van wijzigingen in de zeespiegel vanop aarde is geen sinecure. Er spelen immers vele factoren mee. De Belgische bodem is bijvoorbeeld nog aan het opveren van de laatste ijstijd. Maar met het huidige netwerk aan satellieten kan de zeespiegelstijging goed bestudeerd worden. Wij, de lage landen langs de zee, gaan die stijging de baas kunnen. We vechten al eeuwen tegen de zee. In 1953 hebben we ons nog een keertje laten verrassen door heel zwaar stormweer in combinatie met


“Ik wil een positieve boodschap meegeven en dat kan alleen als ik zelf het goede voorbeeld geef” springtij, wat in Nederland bijna 2000 slachtoffers eiste. De ramp zorgde er wel voor dat er geïnvesteerd werd in de kustverdediging en dat stormvloedkeringen werden gebouwd. Het oneerlijke van de zaak is dat veel ontwikkelingslanden sneller de rekening gaan gepresenteerd krijgen. Mi&Na: Vroeger veranderde het klimaat ook. Wat is het verschil met de huidige toestand? Frank Deboosere: Er zijn periodes geweest dat de aarde één poolkap had of geen. Breugel schilderde veel winterlandschappen, het gevolg van de kleine ijstijd. In de Middeleeuwen kon men wijn verbouwen in onze streken, het gevolg van een klimaatoptimum. Het klimaat verandert met andere woorden voortdurend en dat is niet ongewoon. Maar deze klimaatwijziging, waar de mens verantwoordelijk voor is, gaat enorm snel. Dat beangstigt de wetenschappers. Het gaat zo snel dat de natuur en de mens zich niet zullen kunnen aanpassen. Gooien we nu het roer compleet om door voluit voor een duurzame toekomst te gaan, dan nog zal de temperatuur een hele tijd stijgen door het zogenaamde na-ijleffect. Maar het spreekt vanzelf dat we in een veelvoud gaan beloond worden als we ons gedrag sneller aanpassen. Omgekeerd, als we ons slecht blijven gedragen, gaan de volgende generaties veel meer moeten betalen. En je mag dat betalen letterlijk nemen. Mi&Na: Wat klimaat betreft wordt vaak gerefereerd naar het IPCC. Waar staat die organisatie voor? Frank Deboosere: Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is de belangrijkste organisatie inzake de opvolging van de klimaatverandering en de inschatting van de mogelijke impact. Het IPCC is in 1988 binnen de Verenigde Naties opgericht. Het zijn allemaal experten met in de eerste plaats een weerkundige achtergrond, maar er zitten bijvoorbeeld ook economen bij. Je hebt wetenschappers met een zeer uitgesproken mening. Je hebt er die veel voorzichtiger zijn. Het IPCC probeert alle meningen te bundelen en een grootste gemene deler te vinden om te omschrijven welke richting het uitgaat. Daarbij wordt aangegeven welke punten ‘zeker tot heel zeker zijn’ en welke punten ‘onzeker’. Men voert er voortdurend discussie met de bedoeling om tot een consensus te komen. Er wordt ook ruimte gelaten voor onverwachte evoluties en nieuwe inzichten. Permanent bijsturen is een must. Het IPCC is intussen al aan het vijfde rapport toe en er worden voortdurend bijeenkomsten georganiseerd. Mi&Na: Bent u op dat niveau ook actief? Frank Deboosere: Nee, dat is niet het niveau van weermannetjes als Frank Deboosere. De landen vaardigen topspecialisten af. Bovendien stelt het IPCC niet alleen dingen vast, de organisatie kijkt ook naar de toekomst, naar de economische implicaties. En dan komt de politiek

om de hoek kijken. Er is wel een link tussen het IPCC en het KMI. Een aantal KMI-medewerkers is afgevaardigd binnen het IPCC en het KMI vertaalt de IPCC-conclusies naar de context van de lage landen aan de zee. Mi&Na: Wat moet er volgens u veranderen? Frank Deboosere: Het zal geen gemakkelijke oefening worden. Alles is gemondialiseerd en we willen en gebruiken gewoon teveel. Snijbloemen worden met gekoelde vliegtuigen uit Kenia aangevoerd om te verkopen op moederdag. Waar komen onze kleren vandaan? Hoe zijn ze gemaakt? Nu is iedereen tevreden omdat het klimaatverdrag van Parijs eindelijk in werking treedt, maar je mag serieuze tegenstand verwachten wanneer alles vertaald wordt naar de praktijk. Het is zo gemakkelijk om de zwarte piet door te schuiven als er beslissingen moeten genomen worden. Ik wil echter geen doemdenker zijn. We moeten naar een duurzame toekomst die ruimte biedt voor ecologisch verantwoorde groei. Mi&Na: En ondanks alles blijft u positief? Frank Deboosere: Absoluut! Ik ben bezorgd, dat wel, maar ik blijf optimistisch en heb een absoluut vertrouwen in wetenschap en techniek. Ik wil ook een positieve boodschap meegeven en dat kan alleen als ik zelf het goede voorbeeld geef. Als je het anders aanpakt, verandert je leven niet fundamenteel hoor en je bent minstens zo happy. Keren voor eigen deur, dat is mijn motto. Als iedereen dat doet, wordt de hele straat proper. Maar we hebben nog een hele weg af te leggen. De acties in Limburg alleen zullen niet volstaan. Heel de wereld zal de volgende decennia de handen uit de mouwen moeten steken. Mi&Na: Hoe draagt u uw steentje bij? Frank Deboosere: Tja, wat het aantal kinderen betreft, ben ik niet goed bezig; ik heb namelijk vier kinderen. Laat de aangroei van de bevolking nu een van de grote problemen voor de toekomst zijn. Met hoeveel miljard gaan we op deze planeet rondlopen? Dit heeft allemaal invloed op de klimaatscenario’s. Religies spelen in deze materie een grote rol. Anticonceptie ligt bijzonder gevoelig. Zelfs het IPCC durft er zich niet al te veel over uitspreken. Toch kunnen we die hete aardappel niet doorschuiven. Het moet ter sprake komen. Wat ik wel doe? Ik eet minder vlees en ga meestal op vakantie in eigen land. Op mijn site www.frankdeboosere.be vind je heel veel info over ons veranderende klimaat. Ik ben een verwoed fietser en fiets naar het werk, 26 kilometer enkel. Fitnessen na de uren is niet nodig. Ik vind het leuk, mijn hoofd is vrij, ik word veel minder ziek en ben beter gezind. Al dat fietsen betekent ook een besparing. Op jaarbasis mag je tellen op duizenden euro’s. Dit jaar heb ik al 11 500 km in de benen. Ik dacht de nieuwe Tom Boonen te worden, maar dat valt toch tegen.

Frank Deboosere is duidelijk in de weer voor het klimaat. Jij ook? Schrijf je in op de provinciale klimaatnieuwsbrief via www.klimaatnieuws.be en ontvang elke week tips in je mailbox!

Milieu & Natuur 18/4 - 2016

5


Š N. Moens

Onze kleinkinderen mogen ons niet kunnen verwijten dat we niks deden Limburg is een provincie met ambitie. Als eerste provincie formuleerde ze de ambitie om een volledig klimaatneutrale regio te worden. Tegen 2020 moet de broeikasgasproductie met minstens 30 % naar beneden. Tegen 2050 wil het provinciebestuur helemaal klimaatneutraal zijn. Intussen wordt het steeds duidelijker dat de aarde opwarmt en het klimaat verandert. Dat gaat ook in onze provincie gevolgen hebben. Hoe kan het provinciebestuur hierop inspelen? Met deze vraag trok Mi&Na naar gouverneur Herman Reynders, lid van de Vlaamse Denktank Klimaatadaptatie. Blijkt dat onze gouverneur en VRT-weerman Frank Deboosere (zie interview pagina 3, red) eenzelfde boodschap hebben: we moeten allemaal, overal in de wereld aan de slag. Herman Reynders voelt zich de laatste maanden nog meer betrokken: “Ik ben net grootvader geworden en ik zou het erg vinden dat mijn kleinkind me over 20 jaar verwijt dat we niks gedaan hebben.�

6

Milieu & Natuur 18/4 - 2016


“We moeten allemaal, overal in de wereld aan de slag” Mi&Na: Tot nu toe focust het provinciale beleid op het beperken van de uitstoot van broeikasgassen.

Mi&Na: Kan een provincie eigenlijk een rol van betekenis spelen in het klimaatgebeuren?

Herman Reynders: De ambitie is duidelijk: we willen een klimaatneutrale provincie worden. Dat betekent zoeken naar oplossingen die ervoor zorgen dat er een evenwicht ontstaat tussen uitstoot en opname van broeikasgassen. We moeten blijven inzetten op het beperken van die uitstoot. Dat bleek ook uit de Klimaattop die in september plaatsvond in het provinciehuis (de hoogtepunten lees je op pagina 10, red.). Tijdens deze topontmoeting werden de laatste evoluties voorgesteld en nieuwe opportuniteiten en bruikbare voorbeelden besproken die de Limburgse klimaatambitie extra kracht kunnen bijzetten. Daar werd ook duidelijk dat we veel meer gaan moeten doen dan we tot nu toe gedaan hebben.

Herman Reynders: Onze provincie telt zo’n 860 000 inwoners. Als je dat vergelijkt met een wereldbevolking van zo’n zeven miljard, betekenen we niet veel. Maar als elke provincie er op dezelfde manier mee omgaat, kunnen we het verschil maken. En het project ‘Limburg gaat klimaatneutraal’ wil een verschil maken. Op klimaatvlak, maar het was ook de bedoeling om een koploper te zijn, om onze provincie op de wereldkaart zetten, om onze economie een boost geven. Hoe? Stel je voor dat onze bedrijven als eerste bedrijven in de wereld de stap zetten naar klimaatneutrale productieprocessen, wat een vooruitgang en uitstraling zou dat niet betekenen? Achter ‘Limburg klimaatneutraal’ zit dus evenzeer een soort van marketingplan.

Daarnaast moeten we ons ook wapenen tegen de nakende gevolgen van de klimaatopwarming. Kijk naar het akkoord van Parijs. Dat akkoord streeft ernaar om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C ten opzichte van de pre-industriële periode, net om die gevolgen te beperken tot een toestand die wij, maar vooral de huidige natuurlijke systemen nog zouden aankunnen. Die natuurlijke systemen zijn ook voor ons levensnoodzakelijk. Denk maar aan drinkwater- en voedselvoorziening. Dan spreken we van een klimaatadaptatiebeleid: ons aanpassen aan de klimaatopwarming en het genereren van klimaatweerbaarheid.

Mi&Na: U zetelt zelf in de Denktank Klimaatadaptatie Vlaanderen.

Kijk bijvoorbeeld naar de fruitteelt: hoe gaat die evolueren wanneer het warmer wordt? Wat als er meer zware onweders passeren? Ik wil geen doemscenario’s gaan beschrijven, maar ik heb deze zomer enkele getroffen plekken bezocht en de ravage is gigantisch. De provincie is al langer dan vandaag met klimaatadaptatie bezig. Denk aan het realiseren van meer natuurlijke waterlopen met specifieke overstromingsgebieden, aan maatregelen die erosie van landbouwgrond tegengaan, aan het onderwerpen van nieuwe bouwprojecten aan een watertoets. We namen ook deel aan het project Ccaspar en het project F:ACTS!. CcASPAR was een onderzoek rond klimaatverandering en veranderingen in ruimtelijke structuren in Vlaanderen, gefinancierd door het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. Forms for: Adapting to Climate Change through Territorial Strategies! (F:ACTS!) was een Europees uitwisselingsproject met als belangrijk werkpunt kwetsbare gebieden weerbaarder maken voor klimaatverandering. Het Limburgse gebied De Wijers was trouwens een van de pilootregio’s in dat uitwisselingsproject. Maar goed, we hebben nog veel werk voor de boeg en specialisten zullen ons moeten vertellen hoe we het moeten aanpakken. Het wordt een uitdaging op vele vlakken. Stel je eens een scenario voor van een stedelijke context met veel mensen, veel verhardingen en weinig groen. Als de temperatuur daar stijgt dan gaat dat een invloed hebben op de gezondheid van de mensen die daar wonen. Hoe ga je daar ingrijpen?’

Herman Reynders: Inderdaad. Ik ben gevraagd omwille van de voortrekkersrol van Limburg op het vlak van klimaatneutraal beleid. Ik probeer de verbinding te zijn tussen de denktank en onze diensten. De denktank is in 2015 opgericht in het kader van het Vlaams Adaptatieplan en wordt gecoördineerd door de UGent. Je mag het zien als een onafhankelijk netwerk van experten uit overheden, bedrijven, middenveldorganisaties en kennisinstellingen met als doel een breed gedragen antwoord te formuleren op hoe we verstandig kunnen omgaan met de klimaatverandering. We bekijken en behandelen cases, adviseren het beleid. De denktank komt drie tot vier keer per jaar samen. Wat mij na meer dan een jaar werking treft, is de impact die de opwarming van de aarde gaat hebben. Op vele domeinen. Iedereen denkt bij opwarming direct aan orkanen aan de overkant van de Atlantische Oceaan of zware droogte in het zuiden. De huidige vluchtelingenstroom uit Afrika en het Midden-Oosten wordt veroorzaakt door oorlogen, maar ook door de droogte. We gaan ook hier te maken krijgen met de gevolgen van de klimaatverandering en ik ben ervan overtuigd dat heel veel mensen dat niet beseffen. Dat frappeert mij. Ik heb het over de invloed op de landbouw, op de levenskwaliteit in de stedelijke centra, maar ook meer ziekteverzuim omwille van het aangetaste milieu enzovoort. We gaan moeten nadenken over meer groendaken, waterpartijen om warmte te absorberen en door verdamping te zorgen voor verkoeling, betere infiltratie van water, verluchtings- of ventilatiecorridors tussen gebouwen, enzovoort. We gaan ook bewuste keuzes moeten maken. Tien hectare bos aanplanten is belangrijk voor de natuur en de opname van CO2. Maar in het kader van klimaatadaptatie is het ook belangrijk meer bomen in stedelijke centra te voorzien. Serge de Gheldere formuleerde het zeer sprekend tijdens de Klimaattop deze herfst: ‘een boom in een stedelijk centrum redt een mensenleven’.

Milieu & Natuur 18/4 - 2016

7


Mi&Na: Sommige Vlaamse grotere steden trekken al duidelijk de kaart van klimaatadaptatie. Herman Reynders: Hasselt ondertekende als eerste Vlaamse stad Mayors Adapt, een Europees initiatief dat steden ondersteunt om voorbereid te zijn op de gevolgen van de klimaatverandering. Antwerpen en Gent hebben studies laten maken. Zo heeft het VITO een studie uitgevoerd rond het hitte-eilandeffect of urban heat island effect (UHI) in het Gentse. Vlaanderen gooit zich eveneens in de strijd. Vanuit enkele Limburgse gemeenten kregen we al de vraag voor provinciale steun rond klimaatadaptatie. Hoe moet je die steun geven? Ik vind de aanpak die we hanteren in het kader van de beperking van uitstoot van broeikasgassen prima. We inspireren en begeleiden een aantal processen. Dat moet ook mogelijk zijn voor klimaatadaptatie. Sommige grotere steden en gemeenten gaan minder begeleiding nodig hebben, andere misschien wat meer. Het Burgemeestersconvenant blijft een interessant instrument. De 44 Limburgse gemeenten ondertekenden dit en gingen zo het engagement aan om meer dan 20% CO2 te besparen tegen 2020. De provincie is convenant-coördinator. Eind vorig jaar kreeg het Burgemeestersconvenant een uitbreiding en werd ook het thema klimaatadaptatie opgenomen in het engagement. Dat heeft ook gevolgen voor de rol van de provincie ten aanzien van de gemeenten. Je hoort me nu niet zeggen dat we alles moeten focussen op klimaatadaptatie. Maar niets doen is geen optie. Daarvoor zijn goede afspraken nodig met andere beleidsniveaus en een engagement van iedereen. Mi&Na: Aan wie denkt u dan? Bedrijven en het middenveld? Herman Reynders: We zullen zeker en vast met sectoren en verenigingen aan tafel moeten gaan zitten. Maar als ik zeg iedereen, bedoel ik echt iedereen die hier woont, werkt of op bezoek komt. De grote uitdaging is de mensen de ernst van de situatie en de nood aan actie te doen inzien. Niet alleen bij ons maar in heel de wereld. Iedereen weet dat er problemen zijn, iedereen kijkt naar elkaar om de eerste stap te zetten. Wat geldt voor de mensen in het algemeen, geldt ook voor mij. Ik geef grif toe dat ik op vlak van het klimaat geen rolmodel ben. Maar de experten zeggen dat het 2 voor 12 is. We hebben geen alibi om niets te doen. Ik ben net grootvader geworden. Dat verandert je kijk op de wereld. Ik zou het erg vinden dat mijn kleinkind me over 20 jaar verwijt dat we niks gedaan hebben. Het zal geen gemakkelijke oefening worden. Alle grote spelers moeten meedoen en het mag geen lokaal gefragmenteerd gebeuren blijven. Als men in China blijft centrales bouwen die tonnen CO2 blijven uitstoten dan zitten we met een probleem. Hier wordt hard gevochten voor enkele ha bos. En in Brazilië blijkt op één jaar bijna 6000 vierkante kilometer bos verdwenen te zijn. Zoals ik al zei, het zal geen eenvoudige oefening worden; maar waar een wil is, is een weg.

Heb jij zelf een goed klimaatidee? Laat het ons weten via www.limburgklimaatneutraal.be!

© Toerisme Limburg – K. Wintmolders

8

Milieu & Natuur 18/4 - 2016


Samen sterk Sinds 2008 zijn er al diverse initiatieven genomen in kader van Limburg gaat Klimaatneutraal. In dit nummer staan we stil bij enkele gemeentelijke projecten en de Limburgse Klimaattop.

Š R. Reynders

Milieu & Natuur 18/4 - 2016

9


Hoe klimaatneutraal De meest recente klimaatcijfers voor Limburg, het nieuwe beleidsinstrument ‘Dynamische EnergieAtlas’, het ondersteunende aanbod van Infrax en LRM, een getuigenis van klimaatambassadeur Serge de Gheldere. Dat waren de hoogtepunten van de Klimaattop die de provincie Limburg in september organiseerde voor Limburgse sleutelorganisaties. Zijn we goed bezig? De klimaatcijfers geven objectief weer of we de goede richting uitgaan of niet. De Limburgse huishoudens (-12%), industrie (-11%) en landbouw (-1%) hebben hun CO2-uitstoot tussen 2008 en 2014 doen dalen. Dit gebeurde vooral door het energieverbruik te verminderen, door te investeren in zonnepanelen en door van stookolie- naar aardgasinstallaties om te schakelen. Sommige sectoren deden het helemaal niet goed. Zo nam de CO2-uitstoot in de dienstensector met 4% toe en zorgde het steeds drukker wordende wegverkeer voor nog eens 4% extra CO2-emissies. Daardoor blijft de totale daling van CO2uitstoot die tot 2014 gerealiseerd is, beperkt tot 6%. Dat is nog een flink eind verwijderd de doelstelling om tegen 2020 zo’n 30% minder uitstoot te realiseren. “Een bescheiden daling van 6% is niet per se echt slecht te noemen,” meent onderzoekster Erika Meynaerts van VITO/EnergyVille. “Limburg heeft tussen 2008 en 2014 immers een netto economische groei van meer dan 2% doorgemaakt en het aantal huishoudens steeg met 7%. Beide factoren leiden doorgaans tot meer uitstoot. Dat dat niet gebeurd is, is een hoopvol teken. Denk ook nog aan de winter van 2013, die uitzonderlijk koud was, waardoor de uitstoot voor verwarming van gebouwen gevoelig hoger lag. Deze cijfers tonen dat we even afgeweken zijn van de uitgestippelde weg naar klimaatneutraliteit. Maar met extra inspanningen moeten we terug op het juiste pad geraken.” Dynamische EnergieAtlas (DEA) maakt effectiever beleid mogelijk Voor die extra inspanningen vormt de Dynamische EnergieAtlas (DEA), die VITO op vraag van de provincie ontwikkelde, een zeer handig instrument. De DEA laat toe om redelijk gedetailleerd drie elementen ruimtelijk in kaart te brengen: de huidige vraag naar energie, de huidige productie van energie (fossiel en hernieuwbaar) én het toekomstig potentieel voor alle bestaande bronnen van hernieuwbare energie. Dit levert heldere en gedetailleerde kaarten op die het mogelijk maken om op gemeentelijk en provinciaal niveau een effectiever beleid te voeren rond hernieuwbare energie. Een belangrijke conclusie is dat een duurzame invulling van de Limburgse energievraag enkel kan wanneer alle sectoren nog veel sterker inzetten op energiebesparing.

Klimaatambassadeur Serge de Gheldere © R. Reynders

10 Milieu & Natuur 18/4 - 2016


is Limburg anno 2016? Klootzakken of helden? Serge de Gheldere is CEO van Futureproofed en klimaatambassadeur van de voormalige vice-president van de VS, Al Gore. Hij toonde met concrete voorbeelden uit binnen- en buitenland aan dat we die klimaatdoelstellingen kunnen halen als we er ons allemaal samen op toeleggen. “Wij moeten nu kiezen of onze generatie de geschiedenis ingaat als klootzakken of als helden,” zei hij en toonde het publiek zeer confronterende cijfers en beelden die de omvang en de snelheid van de klimaatverandering illustreerden. Maar hij gaf ook aan dat doorgedreven klimaatacties ons als individu, overheid en regio heel wat voordelen kunnen opleveren: meer en betere jobs, een mooiere en gezondere leefomgeving, meer wooncomfort, een veerkrachtigere economie, sterkere sociale netwerken, gezondere voeding … Enkele concrete strategieën passeerden de revue. Een drastische energiebesparing kan bijvoorbeeld de lokale economie activeren. Maar er zijn ook andere voorbeelden. Denk aan een gesloten kringloopeconomie, waarin herstelbare producten gemaakt worden en aan upcycling gedaan wordt. Of nieuwe zakenmodellen, waarbij je prestaties van een product koopt eerder dan het product zelf of gezamenlijk reststromen gaat beheren. Cijfers uit regio’s die volop kiezen voor een duurzame koers tonen dat die regio’s het economisch verrassend goed doen en dat de bewoners er zich goed voelen. De klimaatambassadeur benadrukte ook het belang van investeren in natuur. Niet alleen om CO2 op te nemen, maar ook om te zorgen voor verkoeling, regulering van bodemvochtigheid en behoud van biodiversiteit.

Wist je dat? • Limburg is kampioen in het plaatsen van zonnepanelen! Bijna 13% van de gezinnen heeft zonnepanelen op het dak. In West-Vlaanderen is dat 9% en in de andere Vlaamse provincies 7%. • Het spoorverkeer realiseerde tussen 2008 en 2014 een daling van de uitstoot met 37%. Dit is vooral te danken aan de vervanging van de vervuilende diesellocomotieven door elektrisch aangedreven treinstellen en de bijmenging van biobrandstof bij de resterende stellen. • Jaarlijks beslissen meer dan 5000 Limburgse gezinnen om hun dak te isoleren. • Sinds 2005 is het energieverbruik voor verwarming in Limburg met 17% gedaald dankzij betere isolatie en zuinigere installaties. • meer informatie op www.limburgklimaatneutraal.be en www.klimaatnieuws.be

Niets doen is geen optie De Klimaattop was een tussentijdse evaluatie van de inspanningen van vele actoren. Het is duidelijk dat we samen een tandje moeten bij steken. Voor de provincie betekent dit o.m. nog beter de Limburgse gemeenten ondersteunen. Het gemeentelijke bestuursniveau blijft immers het overheidsniveau met een directe verbinding met de burgers. De provincie bezorgt de gemeenten cijfermateriaal en instrumenten, lanceert pilootprojecten, organiseert vorming en begeleiding. In sommige sectoren (vb. beheer van waterlopen) bestaat zelfs de mogelijkheid om taken naar de provincie over te hevelen als een bovenlokale aanpak wenselijk is. Maar via subsidies, projecten of evenementen moeten ook acties die een meerwaarde bieden voor bedrijven, verenigingen en burgers gestimuleerd worden. Een quote tijdens de receptie na de klimaattop vat wat er moet gebeuren prima samen: “We moeten niet kijken naar wie de eerste stap zet. We moeten hem zelf zetten en de anderen in ons enthousiasme meetrekken. Niets doen is geen optie meer.”

Milieu & Natuur 18/4 - 2016 11


Gemeenten

aan het werk

voor een

klimaatneutrale provincie In 2011 ondertekenden alle Limburgse gemeenten het burgemeestersconvenant. Ze engageerden zich om werk te maken van een lokaal klimaatbeleid. Intussen hebben heel wat gemeenten concrete acties ondernomen. De Dienst Milieu en Natuur werkte een brochure uit met goede voorbeelden, om andere gemeenten te inspireren en te vermijden dat iedereen het warm water opnieuw uitvindt. Enkele voorbeelden.

Jeugdverenigingen in Peer, Bree en Riemst in de bres voor duurzaamheid Je ziet het wel vaker: jeugdverenigingen die gehuisvest zijn in verouderde lokalen met torenhoge energiekosten. Peer, Bree en Riemst trekken, samen met de jeugdraden, projecten die hier iets aan moeten doen.

© K. Van de Sande

12 Milieu & Natuur 18/4 - 2016

In Peer streden jeugdverenigingen voor de titel van ‘Duurzaamheidskampioen’. De kampioenen ontvingen een mini-recyclagepark in duurzaam hout. In de tweede fase konden ze een energiescreening van hun gebouw laten uitvoeren, op basis waarvan ze zelf energievriendelijke voorstellen formuleerden. De jeugdraad en de stad zorgden voor het nodige startkapitaal, waardoor verenigingen al verschillende aanpassingen konden doorvoeren: ze isoleerden het dak van de lokalen, brachten duurzame lampen aan en kochten samen koelkasten. Vijf jeugdverenigingen van centrum Peer gaan nu ook gezamenlijk een nieuw gebouw zetten en zonnepanelen plaatsen.

In Bree lieten tien verenigingen in totaal zeven lokalen scannen op energieverbruik. Per locatie leverde dit een uitgebreid verslag en advies op. De gemeente voorziet nu jaarlijks subsidies voor energiebesparende maatregelen. En dat werkt blijkbaar, want de eerste aanvragen voor een toelage voor verwarming en een nieuwe sanitaire blok zijn binnen. Ook in Riemst liet de gemeente met de steun van de provincie (in het kader van kleine duurzame projecten) jeugdlokalen doorlichten. Met deze energiescans wil de gemeente jeugdbewegingen sensibiliseren rond energieverbruik en aantonen dat zuinig omspringen met energie ook financiële voordelen oplevert. Opvallend was dat jeugdbewegingen die zelf instaan voor het beheer van hun gebouw veel bewuster omgaan met verbruik en besparingen.


station weer bespreekbaar te maken. Het duurde echter nog tot april 2014 voor de eerste personentreinen stopten in Hamont: in het begin enkele piekuurtreinen van en naar Antwerpen en een studententrein naar Leuven op zondagavond. Intussen rijdt er elk uur een trein naar Antwerpen en terug. De NMBS legde een nieuwe, ruime parking aan en zorgde voor een overdekte en verlichte fietsenstalling. De stad zorgde voor vergroening. Zo staat Hamont weer helemaal op de spoorwegenkaart.

Restorestjes mee naar huis in Overpelt

© K. Van de Sande

De eerste fietsstraat ligt in Genk

Heropening van het treinstation in Hamont-Achel

De Reinpadstraat in Genk is altijd een belangrijke fietsroute van en naar de scholen geweest. Door net die straat het statuut van fietsstraat te geven, wil de stad Genk het comfort van de fietsers verhogen. Een opvallend rode markering van het wegdek in combinatie met verkeersborden maken duidelijk dat het een fietsstraat is. De fietsers mogen de helft van de rijbaan innemen. Duidelijke markeringen verdelen de rijbaan in twee richtingen.

Het station van Hamont dateert van 1879. Het was de laatste Belgische stopplaats op de internationale route AntwerpenMönchengladbach. In de jaren 50 werd zowel de verbinding naar Duitsland als het personenvervoer stopgezet. Alleen goederentreinen denderden nog voorbij. De lokale autoriteiten zagen in de heropening van het station echter een oplossing voor de stijgende verkeersdrukte en gaven daarom de moed niet op. In 2008 zegden NMBS en INFRABEL toe de opening van het

Een gemiddelde Vlaming verspilt jaarlijks tussen de 15 en 23 kg voedsel, allemaal samen goed voor zo’n 475 miljoen euro in de vuilnisbak. Het gaat voornamelijk over brood, banket, groenten en fruit, maar ook bereide restjes. De gemeente Overpelt neemt daarom met ‘Red de restjes’ deel aan het KringloopWeekend van Vlaco. Met nuttige tips leer je voedselresten voorkomen, bewaren en verwerken. De ‘Restorestjes’ is een ander initiatief dat samen met diverse eetgelegenheden loopt. Dat ‘Restorestje’ is een speciale overschotdoos: zo belanden overschotten niet meer in de vuilnisbak en kan de restaurantbezoeker de dag erna nog eens genieten van het heerlijke eten. De doos is vervaardigd uit suikerriet, ze is composteerbaar en geschikt voor de (microgolf)oven en de diepvriezer.

De Reinpadstraat blijft toegankelijk voor wie er woont of op bezoek komt, maar is geen doorgangsroute naar het centrum. De auto’s zijn ondergeschikt aan de fietser: ze mogen niet sneller dan 30 km per uur rijden en de fietsers inhalen is verboden. Informatieborden vatten de belangrijkste regels samen. Veel partners werkten samen aan de straat: Politie MidLim, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, De Lijn, Agentschap Wegen en Verkeer, provincie Limburg en Departement Ruimtelijke Ordening. De fietsstraat is nu zo’n anderhalf jaar in gebruik en de reacties zijn positief. Fietsers rijden zelfs een ommetje om via de fietsstraat te rijden. © K. Van de Sande

© K. Van de Sande

Milieu & Natuur 18/4 - 2016 13


De gratis brochure met voorbeeldprojecten kan aangevraagd worden via mina@limburg.be. Wil je nog meer te weten komen? Lees via www.limburg.be/lokaleklimaatprojecten over nog meer projecten. © K. Van de Sande

Renovatieprojecten in Tongeren en Genk Met ‘Limburg renoveert’ gaat de provincie Limburg voor een grootschalige renovatie van woningen. Een belangrijke piste hierbij is de renovatie van verschillende woningen uit één wijk. In Tongeren en Genk zijn, in samenwerking met Stebo, intussen al mooie initiatieven afgerond! Zo’n collectieve renovatie staat voor een totaalpakket: ondersteuning en begeleiding van de wooneigenaars van begin tot einde. Door woningen te clusteren en ze samen te renoveren, worden prijzen van ontwerpers, aannemers en materialen aantrekkelijker. Het project streeft naar zoveel mogelijk samenwerking met lokale bedrijven. Hoe sterker de sociale cohesie (met enkele sterke figuren in de wijk bijvoorbeeld) en hoe beperkter het aantal types woningen, hoe groter het succes.

als eerste wijk om te renoveren, omdat er 265 particuliere woningen van een vergelijkbaar type staan en de wijk een sterke wijkwerking kent. 59 bewoners namen deel aan het renovatieproject: 51 woningen kregen muurisolatie en 25 dakrenovatie en -isolatie. Op zeven plaatsen werd het buitenschrijnwerk en glas vervangen, vijf woningen kregen dan weer een nieuwe verwarmingsketel.

Auto’s delen in Neerpelt en Bilzen De gemiddelde auto staat het grootste deel van zijn levensduur stil. Waarom zou je die wagen dan niet laten gebruiken door verschillende mensen? Autodelen gebeurt soms als buurtinitiatief, maar je hebt ook organisaties die het autodelen coördineren, al dan niet met eigen auto’s. De gemeenten Neerpelt en Bilzen startten met een autodeelproject met inzet van

een wagen van de gemeente zelf. Zij werken daarvoor samen met het Vlaams Netwerk Autodelen, autodelen.net. Voor een gemeente is een auto delen een winoperatie: het bespaart kosten, het bevordert duurzame mobiliteit en er verdwijnen auto’s uit het straatbeeld zodat er meer ruimte is voor andere functies. Bovendien kunnen ze de auto’s sneller afschrijven en zo sneller nieuwere en dus technologisch geavanceerdere auto’s inzetten. Autodelers gebruiken bovendien meer het openbaar vervoer, of ze verplaatsen zich met de fiets of te voet. De gemeente Neerpelt kocht een wagen aan die inwoners 24/24 en 7/7 kunnen lenen. Ook het personeel van de gemeente en het OCMW kunnen het voertuig lenen via het reservatiesysteem. In Bilzen gaat het over een auto van de gemeente die enkel op werkdagen na 17 uur en in het weekend kan geleend worden.

Tongeren koos voor de wijk Offelken, die bestaat uit 62 sociale woningen uit 1972 en één particulier gebouwde woning. Het is een sociaal sterke wijk met een wijkcomité en een petanquebaan in het groene hart van de wijk. Tien bewoners lieten gemiddeld 1,6 energiemaatregelen uitvoeren, waarbij muuren dakisolatie de populairste maatregelen waren. De stad Genk was niet aan haar proefstuk toe. Met ‘Genk isoleert’ had zij immers al expertise opgebouwd. Dit dakisolatieproject zorgde tot nu toe al voor 362 geïsoleerde daken of zoldervloeren. ‘Limburg renoveert’ verbreedt de focus. Genk koos voor Kolderbos © K. Van de Sande

14 Milieu & Natuur 18/4 - 2016


Burgers aan het

klimaatroer Soms nemen burgers zelf het voortouw in klimaatprojecten. Lees hier meer over twee voorbeelden waarbij burgers samen met hun gemeente het verschil maken.

Š Provincie Limburg

Milieu & Natuur 18/4 - 2016 15


Trage wegen in Heusden-Zolder De dorpsraad in Heusden debatteerde in 2011 over een mogelijke omleidingsweg door groengebied. De discussie kreeg een verrassende wending, want het werd het kantelpunt en de start van een prachtig project met stille wegen voor de hele gemeente. Paul Coolen, trekker van het project, was aanwezig op het debat van de dorpsraad: “Mij stoorde de typische, autogerichte aanpak van de omleidingsweg en dat terwijl de gemeente Heusden-Zolder volgens het STOP-principe werkt: eerst Stappen, dan Trappen, dan Openbaar vervoer en dan pas Privé-vervoer. En dus keken we verder dan de geplande omleidingsweg voor privé-vervoer naar een oude tramroute die soms als voetpad of fietsroute werd gebruikt. Waarom zouden we natuur opofferen voor een weg, als er een fantastisch alternatief vlakbij ligt? Prompt namen we contact op met de vzw Trage Wegen, die ons professioneel begeleidde.”

Stille wegen Trage wegen zijn oude buurtwegen en feitelijke paden waarop geen autoverkeer is toegestaan. De dorpsraad van Heusden veranderde de focus van de omleidingsweg naar de oude tramroute, zette haar schouders onder het idee, zorgde voor een privé-sponsoring en de trein was vertrokken. Meer nog dan trage wegen, werden ‘Stille Wegen’ een begrip in Heusden-Zolder.

Breed burgerforum Het bleef niet bij de dorpsraad van Heusden. Ook de andere zes dorpsraden werden betrokken. Zo ontstond een breed burgerforum geflankeerd door een professionele partner. Uit verkeersstudies bleek dat het autoverkeer op de hoofdas in Heusden vooral lokaal verkeer was. Onder het motto ‘Leefbaar van H tot Z’ schrapte de gemeente twee omleidingswegen, waardoor bijna vijf kilometer nieuwe wegen vermeden werd en zo’n tien hectare groenzone gered werd.

Map-it-methodiek Paul is verheugd: “Het bleef niet bij dit project. De nieuwe samenwerkingsverbanden zorgden voor een volledige inventarisatie van meer dan 200 km trage wegen. Aan de hand van de map-itmethodiek (www.map-it.be) digitaliseerden we per gehucht de wegen en legden we prioriteiten vast. De gemeente voorzag 50 000 euro per jaar en het publiek kreeg de nodige uitleg. Nu staan we voor de uitvoering! Maar ik ben nu al een tevreden man. Dit sterk en creatief burgerinitiatief zorgde in samenwerking met de vzw Trage Wegen en ons gemeentebestuur voor nieuwe mobiliteitskansen volgens het STOP-principe en een prachtige bijdrage aan de natuur en open ruimte in Heusden-Zolder.” Meer informatie krijg je bij Paul Coolen, Heuvelstraat 82, 3550 Heusden-Zolder, 011 57 23 43 of 0477 35 36 14

© P. Coolen

16 Milieu & Natuur 18/4 - 2016


© Ecopower

Alkenaren nemen energie in eigen handen De gemeente Alken wil twee windmolens op haar grondgebied laten plaatsen. De inwoners van Alken kunnen mede-eigenaar worden van deze windmolens. Dat eigenaarschap zorgt voor winst op meerdere vlakken en het is een mooi voorbeeld van directe participatie. Het gemeentebestuur van Alken ging voor de ontwikkeling van de twee windturbines in Alken via een openbare aanbesteding in zee met de burgercoöperaties Bronsgroen en Ecopower, beide al jaren actief in Limburg. Het was voor het gemeentebestuur immers een voorwaarde dat burgers rechtstreeks moeten kunnen participeren. Alkenaren kunnen op dit moment één of meerdere aandelen kopen van Bronsgroen of Ecopower en op die manier mee participeren in het project. Momenteel bereiden Bronsgroen en Ecopower het vergunningsdossier voor. ”We verwachten dat we de vergunningen in het voorjaar van 2017 kunnen aanvragen,” zegt Dries Vleugels, projectverantwoordelijke bij Bronsgroen. “Het is echter nog niet duidelijk wanneer de windmolens precies geplaatst zullen worden. Wellicht wordt het 2018.”

Win-win Over de win-win-situatie van dit project laat Dries geen twijfel bestaan. “Dit initiatief betekent drie keer winst voor de Alkenaren. Ten eerste heb je het financiële rendement. Bewoners die mee participeren, weten waar hun spaarcenten naartoe gaan én wat ermee gebeurt. Zij zullen een mooi rendement ontvangen, hoger dan dat van een spaarboekje.

Ecopower en Bronsgroen gaan bovendien in nauw overleg met het gemeentebestuur nagaan hoe het gemeentelijk gebouwenpatrimoniun energiezuinig gemaakt kan worden. Prioritair zijn de gebouwen met een hoge energiefactuur. Hierdoor bespaart de gemeente op haar energiefactuur, wordt het comfort voor de gebruikers verhoogd en daalt de uitstoot van CO2 en andere verbrandingsgassen. Dat is goed voor de klimaatbalans van Alken en de gezondheid van de inwoners. Tot slot worden de inwoners ook baas over eigen energie. Alkenaren die participeren in de coöperatie, zullen niet alleen groene stroom van hun eigen windmolens kunnen afnemen, maar ook de kans krijgen om mee te beslissen en mee te werken in de coöperatie. Zo kunnen er bijvoorbeeld gemeenschappelijke werkgroepen van Bronsgroen en Ecopower opgericht worden waaraan lokale aandeelhouders kunnen deelnemen. Er leven zelfs al verschillende ideeën zoals molenfeesten, groepsaankopen en projecten om energiearmoede aan te pakken.” Heb je interesse in deze vorm van burgerparticipatie? Meld je dan aan bij Bronsgroen via alken@bronsgroen.be. Op die manier word je als eerste op de hoogte gehouden. Meer info: Dries Vleugels, Boerenkrijgplaats 12, 3570 Alken

Milieu & Natuur 18/4 - 2016 17


Educatief

aanbod Het Provinciaal Natuurcentrum zet mee de schouders onder ‘Limburg gaat Klimaatneutraal’ met een educatief aanbod voor scholen en volwassenen.

© M. Dalemans

18 Milieu & Natuur 18/4 - 2016


Al wandelend leren over klimaatverandering en wat we er aan

kunnen doen

Educatieve wandelingen voor kinderen van de lagere school, jongeren van het secundair onderwijs en volwassenen staan stil bij de verandering van ons klimaat en wat we er kunnen aan doen. Erik Bamps, Miet Dreezen en Josée Knoops zijn drie klimaatgidsen die deze wandelingen begeleiden.

Maar ook de mens als verstorende factor van het klimaat maken we zo visueel mogelijk. Hiervoor geven we elk kind een pingpongballetje dat ze in de bijhorende buis moeten gooien om aan te geven hoe ze naar school komen: te voet, met de fiets, auto, bus of trein? Op school gaan ze dan uitrekenen hoeveel impact elk transportmiddel heeft op het klimaat. Tot slot plakken ze een rood of blauw mannetje op een wereldkaart. Hiermee mogen ze zelf zeggen of ze iets aan het klimaat willen doen. Een blauw mannetje op de wereldbol plakken, is een engagement: wat kan en wil ik op school en thuis doen voor het klimaat?”

Op stap voor het klimaat Erik Bamps werkte mee aan de wandeling Op stap voor het klimaat, waarbij leerlingen van de derde graad van het lager onderwijs en jongeren van de eerste graad van het secundair onderwijs op pad gaan. “De wandelingen vinden altijd plaats rondom het Provinciaal Natuurcentrum”, legt hij uit. “Daar wandelen we doorheen bossen en weilanden en stoppen we zes keer. Tijdens die haltes ondervinden de kinderen aan de hand van proefjes of spelletjes wat die klimaatverandering concreet inhoudt. Zo leren zij bijvoorbeeld dat de koekoek letterlijk en figuurlijk in nesten zit. De koekoek overwintert namelijk in het zuiden en past zich daardoor minder goed aan de verandering van het klimaat in onze streken aan. Vogels die hier blijven gedurende de winter, merken dat het vroeger lente wordt en beginnen daarom ook vroeger te broeden. Op het moment dat de koekoek terug komt uit het zuiden, zijn de eieren van de vogels die hier blijven, al uitgebroed. De koekoek is gewoon om zijn eieren in nesten van andere vogels te leggen, maar vangt bij deze plannen tegenwoordig bot. De kinderen leren dit tijdens de wandeling aan de hand van een spelletje. Een ander probleem leggen we uit aan de hand van een associatiespel. In elke groep zit wel een kind dat last heeft van berkenpollen. Met bloempotjes met daarop bladeren, bomen, pollen en katjes, leggen we uit dat door de temperatuurstijging op aarde onder andere de berken langer en meer pollen produceren. Hierdoor hebben meer mensen er ook vaker last van. Ook het belang van de biodiversiteit en de voedselketen wordt visueel voorgesteld met bekertjes. Een havik eet koolmezen, de koolmezen eten rupsen. Als je uit die keten één diersoort wegneemt, stort de hele keten in elkaar. Om het effect van broeikasgassen uit te leggen, doen we een experiment met een spiegel, aluminiumfolie en een thermometer. © B. Creemers

Milieu & Natuur 18/4 - 2016 19


Climate Clash Climate Clash is de naam voor de wandeling voor jongeren van de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Klimaatgids Josée Knoops begeleidt deze wandeling graag. “Bij de Climate Clash gaan we ervan uit dat de leerlingen in de klas al rond de klimaatproblematiek gewerkt hebben. Hiervoor staat een voorbereidend dossier op de website van het PNC. De Climate Clash is een competitie tussen twee, maximaal vier groepen. Als twee klassen tegelijkertijd de Climate Clash doen, wandelen ze in de tegenovergestelde richting door het bos rond het Provinciaal Natuurcentrum. In een eerste gezamenlijk moment leren ze het verschil tussen weer en klimaat en de invloed van broeikasgassen hierop. Daarna gaan kleine groepjes zelfstandig op pad met een kaart. Om de invloed van mobiliteit op het klimaat te berekenen, worden ze uitgedaagd om een route naar een concert in Amsterdam uit te stippelen, die zo weinig mogelijk CO2 uitstoot. Hiervoor moeten ze tabellen lezen, berekeningen maken en gegevens vergelijken. Bij de tussenstop ‘veeteelt’ moeten ze een seizoensgebonden menu opstellen, want eten uit een korte keten beperkt de voedselkilometers. Ze leren hier ook waar de voeding van de dieren vandaan komt en dat het voor het klimaat veel beter is als ze een aantal dagen per week geen vlees meer eten. Telkens

© PNC

20 Milieu & Natuur 18/4 - 2016

krijgen ze vragen om de competitie tussen de groepjes onderling op peil te houden. Bij een goed antwoord krijgen ze een puzzelstuk van een kubus. Het groepje dat als snelste de kubus klaar heeft, wint de wedstrijd. We werken ook met herkansingsvragen die telkens gelinkt zijn aan de biodiversiteit in Limburg en in het bijzonder het project van de adoptie van soorten door gemeenten. Wat kunnen ze winnen? Op het einde van de wandeling berekent elk groepje hun gemiddelde ecologische voetafdruk en wordt hen gevraagd om een project uit te werken aan de hand van een mindmap. Dat project moet een concreet antwoord zijn op de vraag: wat kunnen wij doen tegen de klimaatopwarming? Het project van het winnende groepje zal in de klas verder uitgewerkt worden. Ik raad de deelnemende scholen wel altijd aan om ook de overige projecten te bewaren, want die kunnen nog heel nuttig zijn!”

© B. Creemers


© PNC

© B. Creemers

Klimaatwandelingen Om ook de volwassenen te bereiken, werden de Klimaatwandelingen in het leven geroepen. “Sinds dit jaar kunnen verenigingen deze wandeling gratis aanvragen bij het PNC,” legt Miet Dreezen uit. “Zo’n klimaatwandeling is geen klassieke vorming, maar wel een wandeling waarbij de deelnemers erg veel opsteken. Net zoals bij de wandelingen voor scholen staan we stil bij het verschil tussen weer en klimaat en het effect van broeikasgassen. We vertellen over CO2 , CFKgassen en methaan. Methaan komt veel minder aan bod in de media en dat is eigenlijk vreemd, want één liter methaan is even schadelijk als 25 liter CO2. Maar door methaan te vernoemen, moet je kritisch naar je eigen eetpatroon gaan kijken. Vooral runderen produceren veel methaan, zowel tijdens het herkauwen als via hun mest. Hoeveel vlees eet een gemiddelde Belg? Hoeveel liters water zijn hiervoor nodig? Hoeveel voedselkilometers zitten er in één kilo vlees? Enzovoort. De conclusie is dat onze planeet dit niet kan volhouden. Er zijn gelukkig alternatieven! Denk maar aan de voedselteams, die biologische voeding en beperkte voedselkilometers combineren. Deze stop is ideaal om de deelnemers te laten proeven van iets lekkers van dichtbij, bijvoorbeeld een boekweitkoek, of duurzaam geproduceerd eten van verder af, bijvoorbeeld een stukje Fair Trade chocolade.” “Je kan tijdens een wandeling veel laten zien,” benadrukt Miet. “Een bos is de uitgelezen plaats om het belang van bomen voor de opname van warmte in de atmosfeer uit te leggen. Eén eik heeft immers de koelwerking van tien airco’s. En onze Limburgse naaldbossen kunnen bij warm weer fijn stof capteren.” Een klimaatwandeling staat ook stil bij duurzaam consumeren en de positieve impact ervan. “Als je de overstap wil maken naar

een ecologische manier van leven, is het belangrijk dat je je bij elke aankoop afvraagt: heb ik dit wel nodig? Is het antwoord ja, bekijk dan het traject van grondstof tot winkelkar. Dat geldt voor onderhoudsproducten, cosmetica, kleding, voedsel. Als je bewust gaat consumeren, doe je dat al snel ook veel duurzamer.” Miet is overtuigd van de impact van een klimaatwandeling: “Deelnemers staan bij momenten met hun mond open van verbazing te luisteren en leren veel bij. Naar mijn gevoel gaat ongeveer de helft nadenken over zijn of haar eigen rol in de klimaatverandering en dat is de voorwaarde om ook effectief iets te gaan doen. Ik kan me niet baseren op metingen, maar ik denk wel dat het de goede kant op beweegt.”

• Op stap voor het klimaat: 3e graad lager onderwijs en 1e graad secundair onderwijs, van april tot oktober, PNC, 25 euro per groep • Climate Clash, 2e en 3e graad secundair onderwijs, van april tot oktober, PNC, 25 euro per groep • Klimaatwandelingen, volwassenen in groep, heel het jaar, locatie te kiezen door de groep, in 2016 en 2017 gratis Alle wandelingen kan je aanvragen via tel. 011 26 54 50 en e-mail pnc@limburg.be. PNC, Craenevenne 86, 3600 Genk

Milieu & Natuur 18/4 - 2016 21


Op school werken aan het klimaat

© M. Dalemans

Geraak je met de leerlingen niet tot bij het Provinciaal Natuurcentrum? Dan komen de klimaatprojecten van het PNC of MOS gewoon naar de leerlingen. De Klimaatbende, het Klimaatcasino of een klimaatproject voor MOS-scholen beogen concrete vooruitgang in de schoolpraktijk. De Klimaatbende in jouw gemeente – basisonderwijs

Klimaatcasino – secundair onderwijs

Met de Klimaatbende werken verschillende basisscholen uit één gemeente gedurende minstens twee schooljaren samen naar één klimaatdoel: 5% minder CO2 uitstoten. De achterliggende gedachte is het ‘samen sterk’-principe. Het gemeentebestuur activeert en ondersteunt, MOS coacht. Tijdens het eerste jaar van het traject zorgt MOS voor gratis vormingen over klimaatverandering en duurzame energie voor de leerkrachtenteams. In het tweede jaar trekken de klassen van het vijfde leerjaar het project: zij gaan dan aan de slag met de energiekoffer van MOS. Leerlingen onderzoeken hoe ze kunnen besparen op verwarming, verlichting, sluipverbruik en ventilatie. Dit kan met kleine aanpassingen, maar ook door er gewoon beter op te letten. Na het tweede jaar kunnen scholen er uiteraard voor kiezen om nog verder te werken rond mobiliteit, voeding, afvalpreventie, waterverbruik of papierverbruik.

Het Klimaatcasino is een interactieve tentoonstelling over energie en klimaat, met thema’s als broeikaseffect, anders omgaan met energie, alternatieve energiebronnen, consuminderen … Het project richt zich op Limburgse secundaire scholen als ondersteuning van hun milieuzorgwerking. Het klimaatcasino werd onlangs geactualiseerd en uitgebreid met nieuwe gegevens. Het sluit aan bij de vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs en kan deel uitmaken van de MOS-werking. Scholen kunnen de tentoonstelling maximaal twee weken ontlenen. Ze wordt gratis geleverd, geplaatst en opgehaald. Er is een lerarenhandleiding voorzien.

Meer informatie: • basisonderwijs: Karel Coenen (011 26 54 91 / karel.coenen@limburg.be) en Philippe Plessers (011 26 54 66 / philippe.plessers@limburg.be) • secundair onderwijs: Hilde Boiten (011 26 54 67 / hilde.boiten@limburg.be) • reservatie van het Klimaatcasino: Guido Bunkens, (011 26 54 54 / guido.bunkens@limburg.be) PNC, Craenevenne 86, 3600 Genk

22 Milieu & Natuur 18/4 - 2016

Klimaatsubsidies – basis- en secundair onderwijs De klimaatsubsidies geven MOS-scholen met een leuk klimaatproject, maar onvoldoende middelen, een financieel duwtje in de rug. Scholen kunnen de subsidies bijvoorbeeld aanvragen voor de aankoop van meetapparatuur of educatief materiaal, de organisatie van een feestelijke klimaatdag met workshops of theater, de productie van een wervend klimaatfilmpje of voor technische ingrepen om de school energiezuiniger te maken (max. 2 000 euro voor werken aan infrastructuur). Projecten die creatief zijn, de klimaatzorg op school verbeteren en geïntegreerd zijn in de MOSwerking hebben een streepje voor. MOS-begeleiders helpen scholen die dat wensen bij de aanvraag. De klimaatsubsidie dekt maximaal 75% van de kosten. Aanvragen moeten uiterlijk 1 mei 2017 ingediend worden.


zen op januari

goralaan,

ZATERDAG 21 JANUARI 2017

26ste

LIKONA CONTACTDAG

cht.

oodje betaal je

86, 3600 Genk k Thoelen,

Het volledige programma is beschikbaar via www.likona.be. Milieu & Natuur 18/4 - 2016 23


Activiteitenkalender Januari 8

8

8

8

15

27

29

29

29

Wandeling – Wintergasten aan het Schulensmeer; samenkomst: 09.00 uur; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: schulensmeer@natuurpunt.be; www.schulensmeer.be Deelname: leden € 1,00, niet-leden € 2,00. Verrekijker aanbevolen. Wandeling – Wintervogels spotten op de akkers; samenkomst: 10.00 uur; Bezoekerscentrum Natuurhuis Haspengouw, Kleinveldstraat 54, Gelinden (Sint-Truiden). Info: 011 69 16 22, diederik.deleersnyder@kuleuven.be Activiteit – Uilenballen pluizen; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: schulensmeer@natuurpunt.be; www.schulensmeer.be Wandeling – Gezondheid; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be Activiteit (kinderen van 5 tot 7 jaar) – Natuurspeurdertjes: op ontdekking in het winterbos; samenkomst 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be. Deelname: € 2,00. Wandeling – Op zoek naar wintervogels; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Activiteit – Het Grote Vogelweekend; samenkomst 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Wandeling – Bomenwandeling Voeren; samenkomst 14.00 uur; Bezoekerscentrum Toerisme Voerstreek vzw, Pley 13, ’s Gravenvoeren. Info: www.provinciaalnatuurcentrum.be/limburgboomt Activiteit – Knap RecyKleren; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be. Deelname: € 2,00, leden gratis.

5

11

12

15

17

19

19

22

26

Wandeling – Verhalen uit het Bos; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Wandeling – Mythische uilen en hun leefwereld; samenkomst: 19.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@Limburgs-landschap.be. Deelname: € 2,00, leden gratis. Stevige schoenen of laarzen en zaklamp meebrengen. Wandeling – Geologie en geschiedenis; samenkomst: 14.00 uur; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg 10, Tessenderlo. Info: 013 67 38 44, bosmuseum@gerhagen.be Wandeling – Gezondheidswandeling 10 km; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Activiteit – Workshop ‘kruidig schoonmaken’; samenkomst: 19.30 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be. Inschrijven noodzakelijk. Vorming – Basiskennis bomen – winterkenmerken; samenkomst: 09.00 uur; Kerk Ellikom, Weg naar Ellikom 143, Meeuwen-Gruitrode. Info: www.provinciaalnatuurcentrum.be/limburgboomt Activiteit (kinderen van 5 tot 7 jaar) – Natuurspeurdertjes: lentecapriolen; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be. Deelname: € 2,00. Wandeling – Water; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be Activiteit – Opendeurdag in bezoekerscentrum; samenkomst: 13.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be

Februari

April

5

2

5

5

5

12

14

19

19

26

26

Wandeling – Wilde zwanen; samenkomst: 09.00 uur; Bezoekerscentrum Demerstraat 60, Lummen. Info: schulensmeer@natuurpunt.be; www.schulensmeer.be Deelname: leden € 1,00, niet-leden: € 2,00. Verrekijker aanbevolen. Activiteit – Braakballen pluizen; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Natuurhuis Haspengouw, Kleinveldstraat 54, Gelinden (Sint-Truiden). Info: 011 69 16 22, diederik.deleersnyder@kuleuven.be Wandeling – Wintervogels in de Vallei van de Zwarte Beek; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Wandeling – Mossen; samenkomst: 14.00 uur; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg 10, Tessenderlo. Info: 0477 61 47 09, Marcmeert10@telenet.be Wandeling – Het Regenboogpad; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be Wandeling – Uitwaaien op de terril van Heusden-Zolder; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Activiteit (kinderen van 5 tot 7 jaar) – Natuurspeurdertjes: warme mutsen; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be. Deelname: € 2,00. Wandeling – Bomen Hobos (Bosland); samenkomst: 14.00 uur; Hopper Jeugdverblijf De Winner, Winnerstraat 40, Overpelt. Info: www.provinciaalnatuurcentrum.be/limburgboomt Activiteit (vanaf 9 jaar) – Portemonnees maken met brikken; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be. Deelname: € 5,00. Activiteit – Vogelkastjes bouwen en vogels ringen; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be. Deelname: leden € 5,00, niet-leden € 6,00 per nestkastje.

Maart 1

5

2

17

23

23

Wandeling – Zintuigentocht; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: www.schulensmeer.be. Deelname: leden € 1,00, niet-leden € 2,00. Wandeling – Vallei van de Zwarte Beek; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91, zwartebeek@natuurpunt.be Wandeling – Stiltewandeling; samenkomst: 14.00 uur; Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg 10, Tessenderlo. Info: 013 67 38 44, bosmuseum@gerhagen.be Wandeling – Lekkere lentewandeling; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be. Deelname: leden € 3,00, niet-leden € 5,00. Wandeling – Bomen Kasteeldomein Nieuwenhoven; samenkomst: 14.00 uur; Kasteel Nieuwenhoven (binnenplein), Engelbampt 57, Sint-Truiden. Info: www.provinciaalnatuurcentrum.be/limburgboomt

Colofon: Uitgave: de deputatie van de provincieraad van Limburg: Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Frank Smeets, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Erik Gerits, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden; Renata Camps, provinciegriffier Hoofdredactie: Johan Van den Broek Tekst: Barbara Creemers Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens Met dank aan: David Michiels, Greet Gommers Redactieraad: Patrick Boucneau, Jan Mampaey, Nadine Moens, Sonja Scheurs, Daphne Tubée en Johan Van den Broek Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Vormgeving en drukwerk: print-id, Overpelt

Activiteit – Moord in de Poel; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen-Helchteren. Info: 011 53 02 51, info@limburgs-landschap.be. Deelname: € 2,00, leden gratis. Activiteit (voor kinderen) – Luistervinken; samenkomst: 14.00 uur; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: www.schulensmeer.be. Deelname: leden € 1,00; niet-leden € 2,00.

provincie Limburg, Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT

Postbus: provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en Natuur, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, 011 23 83 38, minaplanning@limburg.be, www.limburg.be Oplage: 10 500 exemplaren Papier: Kringloop Cyclus Offset 115 g D/1999/5857/17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.