nr. 1 - 't Limburgs Bosbelang - zomer 2003

Page 1

driemaandelijks tijdschrift juli-augustus-september 2003 afgiftekantoor: hasselt 1 - 3de afdeling

België-Belgique P.B. HASSELT 1 12/1675

’t Limburgs

Bosbelang informatieblad voor álle boseigenaars

[ N°1 | 2003 | zomer ] jaargang 1

In dit nummer Woord vooraf Bosgroep West-Limburg Bosgroep Noordoost-Limburg Bosgroep Zuid-Limburg De omstreden positie van cultuurpopulieren onder de loep genomen Brandhoutzoekertjes Waarvoor kan je terecht bij de Bosgroep? Activiteitenkalender Nuttige adressen

3de Directie - Sectie Milieu en Natuur, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt - V.U.: Patrick Boucneau


Woord vooraf

Bosgroep West-Limburg

Beste boseigenaars, de natuur is met veel enthousiasme aan een nieuw groeiseizoen begonnen. Dit is overal merkbaar, je moet maar eens in je bos rond-

De arbeidersploeg in actie in West-Limburg

kijken! Ook de Bosgroepen staan niet stil. Met de oprichting van de Bosgroep ZuidLimburg is de derde bosgroep in Limburg een feit. De Bosgroep West-Limburg is sinds half mei van start gegaan in een nieuw boscomplex in Kwaadmechelen. Ook de Bosgroep Noordoost-Limburg staat op het punt om haar activiteiten te beginnen in een nieuw boscomplex in Peer. Voor de Bosgroep Zuid-Limburg wordt volop gewerkt aan goede fundamenten voor de werking. Er moet een stuurgroep worden samengesteld en alle potentiële boscomplexen van het werkingsgebied worden in kaart gebracht. De uitbreiding van de werking en de dynamiek van de Limburgse Bosgroepen heeft nog gevolgen. Ons tijdschrift is nu een blad

Zoals aangekondigd in ’t Bosbelang 15 van West-Limburg is de arbeidersploeg van start gegaan. Alle particuliere boseigenaars in Tessenderlo, Ham, Leopoldsburg, Lummen, Beringen en Heusden-Zolder kunnen voor het uitvoeren van onrendabele boswerkzaamheden op hen beroep doen. Onder onrendabele boswerkzaamheden wordt verstaan: het bestrijden van Amerikaanse vogelkers, het uitvoeren van onrendabele dunningen, vrijstellen en zuivering, vormsnoei en het aanplanten in bosranden. Een eerste perceel dat onder handen werd genomen lag in het boscomplex Gerheserheide in Leopoldsburg. In dit bestand van Grove dennen van ongeveer 20 jaar oud werd er een vrijstelling gedaan. De boswachter van het gebied was tevreden met het resultaat zodat we kunnen spreken van een goede start! Op enkele percelen in Beringen werd ook een aanvang gemaakt met het bestrijden van de Amerikaanse vogelkers. Ook hier zagen we alleen maar tevreden eigenaars. Het is enkel door de Amerikaanse vogelkers op de versnipperde percelen aan te pakken dat we op termijn resultaat zullen boeken. Pas als iedereen meewerkt door op zijn eigen stukje bos de vogelkers te lijf te gaan, kan de verspreiding van het zaad worden gestopt. Maar er is nog veel werk! In Heusden-Zolder nam de arbeidersploeg een vliegende start door een eerste dunning in een fijnsparrenbestand en een berkenbosje door te voeren.

voor heel de provincie en alle Limburgse boseigenaars krijgen hetzelfde informatieblad. Het bevat zoals gewoonlijk informatie over zeer uiteenlopende onderwerpen die met bos te maken hebben. Daarnaast krijgt elke Bosgroep de gelegenheid om artikels te schrijven in verband met haar huidige activiteiten. Achteraan vind je per Bosgroep een overzicht van de geplande activiteiten en nuttige adressen van je regio. Tot slot wil ik de cursussen die in de zomer zullen worden georganiseerd extra in de verf zetten. Op 12 juli kan je in Lozen (Bocholt) terecht om kennis te maken met de bosbouw in het algemeen of om je algemene bosbouwkennis bij te schaven. Een dunning uitvoeren in het bos is een van de belangrijkste beheermaatregelen in de bossen in Limburg. De Bosgroep wil je op 19 juli in Meeuwen-Gruitrode de ‘kunst’ van het dunnen laten zien en je ook vertrouwd maken met de verschillende manieren van dunnen. De cursussen bestaan niet enkel uit een theoretisch gedeelte maar er wordt ook echt in het bos gegaan om je ook met de bosbouwpraktijk te laten kennis maken. De deelname is gratis voor boseigenaars. Inschrijven voor deze cursussen kan eenvoudig via een telefoontje naar de Bosgroepen. Veel leesplezier en alvast een fijne en zonnige vakantieperiode! Frank Smeets, Gedeputeerde

2

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p w e st ]


Infovergadering boscomplex Kwaadmechelen Op 17 mei vond in het sportcentrum van Oostham een infovergadering plaats voor alle boseigenaars van Kwaadmechelen. Het doel was in het kort uit te leggen wat en wie de Bosgroep is en wat ze juist doet. Elk jaar tracht de Bosgroep gebiedsgericht te werk te gaan door in een bepaald gebied een boscomplex af te bakenen. De mensen krijgen dan de kans om kennis te maken met de Bosgroep en om, indien ze dat zelf wensen, mee te stappen in het beheerplan van dat boscomplex. Zo’n beheerplan wordt opgesteld voor 20 jaar en omvat alle toekomstige beheerwerken en kapregelingen zodat je je gedurende heel die tijd geen zorgen meer hoeft te maken over kapmachtigingen en andere administratieve beslommeringen. Elke eigenaar die mee in zo’n beheerplan stapt, behoudt uiteraard de zeggenschap over zijn bos. Door allemaal samen te werken kunnen de beheerwerken efficiënter en goedkoper gebeuren. Bovendien kunnen op de openbare houtverkoop in het najaar grotere loten hout worden aangeboden zodat de kans op betere prijzen reëel is. Voor de infovergadering over de oprichting van het boscomplex Kwaadmechelen waren heel wat geïnteresseerden opgedaagd. De vergadering werd gevolgd door een korte wandeling in de omgeving. De 29 boseigenaars kregen zo al onmiddellijk uitleg over de beheertoestand van hun bos.

Cursus kettingzaag Op 15 en 22 maart organiseerde de Bosgroep West-Limburg een cursus Kettingzaag voor Beginners. Zes gelukkige boseigenaars mochten onder begeleiding de geheimen van de kettingzaak doorgronden. De eerste cursusdag vond plaats in zaal Oosterhof in Lummen. De deelnemers kregen uitleg over de theoretische aspecten van de kettingzaag zoals het gebruik en het onderhoud, de veiligheid, de milieu- en gezondheidsaspecten en een laatste deel over de verschillende veltechnieken en het gebruik van hulpmiddelen. Bijna alle deelnemers hadden zelf al eens een kettingzaag ter hand genomen en wisten toch al iets over het gebruik ervan. De tweede cursusdag stond volledig in het teken van de praktijk. Er werd afgesproken aan het Beukenhof en vandaar trokken we naar een perceel gelegen op de Willekensberg. Na een korte toelichting van de lesgever over het slijpen van de kettingzaag velde hij zelf een boom als voorbeeld. Daarna mochten de deelnemers zelf hun kennis aan de praktijk toetsen. De vaktermen valkerf, spinsnede en velsnede hebben voor de deelnemers geen geheimen meer! Gezien jullie enthousiasme en interesse (we hebben jammer genoeg kandidaat-deelnemers moeten weigeren) zal deze cursus zeker nog eens opnieuw worden georganiseerd.

3

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p w e st ]


Activiteit

De vzw Bosgroep West-Limburg

Cursus standplaatsleer: de bodem onder mijn bos Met behulp van bestands- en vegetatieopnames zal er worden getracht de standplaats te karakteriseren en de groeiverwachtingen voor bepaalde boomsoorten te definiëren. Met een aantal eenvoudige technieken zullen bodemkarakteristieken worden bepaald. Plaats en afspraak: Bosmuseum Tessenderlo 23 augustus 2003 van 09.00 – 16.30 uur Prijs: gratis

Inleiding Bosgroep West-Limburg werd onlangs omgevormd tot een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Tijdens de oprichtingsvergadering van 4 december 2002 werden de wettelijk voorziene statuten besproken en opgenomen in de oprichtingsakte. De Raad van Beheer kwam vervolgens een eerste keer samen op 25 februari 2003. Wat de Raad van Beheer precies is en doet wordt verder in dit artikel uitgelegd. Op 27 februari 2003 was er een werkgroepvergadering waarop de boseigenaars de kans hadden om eventueel bepaalde artikels van de statuten te wijzigen.

Waarom een vzw worden? De Bosgroepen in Limburg worden in een eerste fase opgericht als proefproject. Het Vlaamse gewest en de provincie Limburg werken samen aan deze projecten. In deze proefperiode is het de bedoeling om de bosgroepwerking uit te bouwen, boseigenaars op te zoeken en contacten met de gemeenten te leggen. Wanneer de Bosgroep een goede basiswerking heeft, kan ze als onafhankelijke vereniging van boseigenaars een voorlopige erkenning vragen aan het Vlaamse gewest waardoor ze in aanmerking komt voor subsidies, afhankelijk van het aantal leden, de beheerde bosoppervlakte en dies meer. Het Vlaamse gewest stelt echter als tweede voorwaarde dat de Bosgroep een vereniging is met rechtspersoonlijkheid. Een vzw is zo’n rechtspersoonlijkheid.

Wie kan er lid worden van de Bosgroep? Zowel boseigenaars (openbaar én privé) die een bos beheren in het werkingsgebied van de Bosgroep (Tessenderlo, Ham, Leopoldsburg, Lummen, Beringen en Heusden-Zolder) als niet-boseigenaren kunnen lid worden van de vzw. De vzw bestaat uit 3 soorten leden: effectieve, sympathiserende en ereleden. Een effectief lid is bosbeheerder van één of meerdere bossen gelegen in het werkingsgebied van de vereniging. Een sympathiserend lid is een persoon die de vereniging genegen is maar die geen bosbeheerder is van één of meerdere bossen gelegen in het werkingsgebied van de vereniging. Erelid worden degenen die ontslag genomen hebben als effectief lid en aan de Raad van Beheer het statuur van erelid aangevraagd hebben. Het lidmaatschap is vrijblijvend, (voorlopig) gratis en houdt geen verplichtingen in. Je kunt ook altijd uit de Bosgroep stappen. Het verzoek tot lidmaatschap wordt, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in het Huishoudelijk Reglement, gericht aan de Raad van Beheer die hierover zal beslissen.

4

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p w e st ]


Meer interesse?

Wie bestuurt de Bosgroep? Er zijn twee beheersorganen in de Bosgroep: de Raad van Beheer en de Algemene Vergadering. Algemene Vergadering De Bosgroep wordt gedragen door haar leden. Minstens 1 keer per jaar wordt een algemene ledenvergadering georganiseerd. Op die vergadering wordt een aantal belangrijke zaken voor de vereniging besproken en gestemd. De Algemene Vergadering oordeelt over de resultaten van de Bosgroep. Ze kan de statuten wijzigen en beheerders benoemen of afzetten Iedereen die effectief of sympathiserend lid is van de Bosgroep zal via dit tijdschriftje worden uitgenodigd op de Algemene Vergadering. Raad van Beheer Uit de Algemene Vergadering wordt een Raad van Beheer gekozen. Elk effectief lid kan zich hiervoor kandidaat stellen. De Raad van Beheer (RvB) heeft als functie de vereniging te leiden en bestaat uit minimum 3 en maximum 9 effectieve leden. Er dient op toegezien dat het aantal privé-boseigenaars in de raad op geen enkel ogenblik lager is dan het aantal openbare eigenaars. De leden van de Raad van Beheer worden gekozen uit de effectieve leden door de Algemene Vergadering voor een periode van maximum 3 jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar. De beheerders zijn ten allen tijde afzetbaar door de Algemene Vergadering. De taak van de Raad van Beheer is vooral het zorg dragen voor de dagelijkse activiteiten en de werking van de Bosgroep. De samenstelling van de Raad van Beheer ziet er voorlopig als uit volgt: • Frank Smeets, Gedeputeerde, voorzitter • Tony Hellings, privé-boseigenaar, secretaris • Jef Coenen, privé-boseigenaar • Joannes Vaes, privé-boseigenaar • Jan Vanhoudt, privé-boseigenaar Dit betekent dat de Raad voorlopig bestaat uit 1 openbare boseigenaar en 4 privéboseigenaars. Verder zullen in deze Raad van Beheer nog een vertegenwoordiger van het Vlaamse gewest, een vertegenwoordiger van de 6 gemeenten en nog enkele privéboseigenaars zetelen. De privé-boseigenaars zullen bijgevolg steeds in de meerderheid zijn, hetgeen ook de bedoeling is omdat de Bosgroep voor en door eigenaars is en wordt gedragen. Verder kan de Raad van Beheer externen uitnodigen om de vergadering bij te wonen. Deze hebben evenwel geen stemrecht. De Raad van Beheer komt zo vaak samen als nodig is. In de praktijk komt dit neer op 1 maal om de 3 à 4 maanden. De Raad van Beheer kwam een eerste keer samen op 25 februari 2003. Op deze vergadering werd een beslissing genomen omtrent de arbeidersploeg. Ook werd het Huishoudelijk Reglement voorlopig goedgekeurd en werden de toetredingsformulieren om lid te worden goedgekeurd.

5

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p w e st ]

Liggen de West-Limburgse bossen je nauw aan het hart en wil je je engageren in een dynamische vereniging? Neem dan contact op met de Bosgroep op het telefoonnummer 011 28 83 29.


Bosgroep Noordoost-Limburg

Informatievergadering boscomplex Erperheide in Peer Op 25 mei 2003 organiseerde de Bosgroep Noordoost-Limburg een informatiemoment voor alle boseigenaars uit het boscomplex Erperheide in Peer. Op deze infovergadering werd dieper ingegaan op de diensten die de Bosgroep kan aanbieden aan de eigenaars. De bedoeling is om een gezamenlijk bosbeheerplan op te stellen waarin de beheermaatregelen van de verschillende eigenaars op elkaar afgestemd kunnen worden zodat het bosbeheer efficiënter en goedkoper kan gebeuren. Aansluitend op de vergadering trokken de boseigenaars samen met de coördinator het bos in voor een praktijkgerichte wandeling.

Cursussen georganiseerd in Noordoost-Limburg Om de Limburgse boseigenaars goed te informeren, organiseert de Bosgroep cursussen op maat van de boseigenaars. Deze zomer zijn er 2 cursussen gepland. Ze worden gratis aangeboden aan alle boseigenaars. Cursus Algemene bosbouwpraktijk De term algemene bosbouwpraktijk is een breed begrip. In deze cursus maakt u kennis met de basisprincipes van het bosbeheer in het algemeen. Volgende vragen zullen zeker aan bod komen: • welke processen spelen zich af in het bos? • hoe kunnen wij het bos op een goede manier beheren? • wat wordt bedoeld met natuurgetrouwe bosbouw? • hoe ziet onze inheemse flora eruit? • welke bossen zijn typisch in Limburg? • ….

6

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p n o o r d o o st ]


De cursus duurt één dag. In de voormiddag wordt de theorie besproken, in de namiddag wordt ze in het bos getoetst aan de praktijk. Plaats en afspraak zaterdag 12 juli 2003 lokaaltje Bos & Groen in Lozerheide, Lozen-Bocholt (langs de baan van Lozen naar Kaulille).

Cursus Aanduiden van dunningen Tijdens deze cursus maakt u kennis met de elementaire begrippen in verband met het gebruik van kubeertabellen, hoogtemetingen en het werken met opbrengsttabellen. Ook de toekomstboommethode, de bepaling van het dunningstijdstip en de praktische uitvoering van de dunningen komen aan bod. In de namiddag volgt een praktijkoefening in een bosperceel waarin de cursisten zelf toekomstbomen aanduiden, een dunning aantekenen en de resultaten verwerken. Deze cursus duurt één dag. Plaats en afspraak Zaterdag 19 juli 2003 van 10.00 u tot 16.00 u. Het theoretische voormiddaggedeelte: lokaaltje van Bos & Groen (Ophovenstraat 231, MeeuwenGruitrode). De praktijkoefening zal worden gegeven op een bosperceel in de omgeving. Inschrijven voor deze cursussen kan via de Bosgroep met een simpel telefoontje. U krijgt dan de gedetailleerde informatie.

7

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p n o o r d o o st ]


Bosgroep Zuid-Limburg

Op 1 maart 2003 ging de Bosgroep Zuid-Limburg officieel van start. Deze Bosgroep is actief in de 9 000 hectaren bos van de volgende 18 Limburgse gemeenten: Alken, Bilzen, Borgloon, Diepenbeek, Gingelom, Halen, Hasselt, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Hoeselt, Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren, Voeren en Wellen.

Activiteiten tot nu toe De voorbije maanden heeft de coördinator heel wat tijd en energie geïnvesteerd in terreinbezoeken in het werkingsgebied. Dit gebeurde bij voorkeur in gezelschap van de lokale boswacht(st)er, die steeds zeer vriendelijk zijn/haar medewerking toezegde en een stukje van zijn/haar gebieds –en bosbouwkundige kennis deelde. Ook een bioloog, die grote delen van het werkingsgebied kent als zijn broekzak, wees de coördinator op de potenties van specifieke gebieden en de onzekere toekomst van zeer kleine, doch zeer bedreigde restanten van unieke bostypes, niet zelden met internationale waarde. Daarnaast werd er niet alleen dankbaar geluisterd naar de ervaringen van de “oudste” Vlaamse Bosgroepen, maar ging men ook actief mee het terrein op, samen met de collega’s. Zo werd een solide basis gevormd, die onontbeerlijk is om zelf van start te kunnen gaan. Voorts werd er nog informatie opgezocht rond specifieke karakteristieken van het werkingsgebied. De (zeker in vergelijking met de rest van Limburg) opvallende aanwezigheid van cultuurpopulieren in het werkingsgebied is er één van. Over de populierenteelt vind je trouwens in deze uitgave een artikel, waarin de bijzonderste conclusies uit diverse actuele onderzoeken even op een rijtje worden gezet. Aangezien Bosgroepen een neutrale positie innemen tussen overheden, eigenaars en bosgebruikers, was het leggen van contacten met de betrokken gemeenten ook een absolute prioriteit. Ze worden uitgenodigd om te zetelen in de stuurgroep, waarvan de samenstelling en het belang hieronder beschreven staan. Er vond eveneens een ontmoeting plaats met het Regionaal Landschap Haspengouw. Bij de latere werking in boscomplexen is het immers de bedoeling deze zoveel mogelijk te integreren in bestaande initiatieven. Tot slot heeft het nieuws van de oprichting van deze Bosgroep toch al wat privéboseigenaars bereikt (deze zomer wordt er in verschillende gemeentelijk infobladen een kort artikel gewijd aan onze oprichting en werking) en individuele vragen omtrent bos beginnen hun weg te vinden naar de Bosgroep Zuid-Limburg. Uit de eerste contacten en reacties blijkt alvast de noodzaak aan een neutraal overlegforum zoals de Bosgroep kan bieden!

8

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]


Belang van de stuurgroep De stuurgroep begeleidt de dagelijkse werking van de Bosgroep en volgt de resultaten van haar activiteiten mee op. Daarom zal de Bosgroep Zuid-Limburg pas ten volle van start kunnen gaan vanaf de officiële samenstelling van haar stuurgroep. De stuurgroep vergadert ten minste één keer in de zes maanden. In regel is een stuurgroep als volgt samengesteld: • de voorzitter is de verantwoordelijke Bestendig Afgevaardigde (of zijn afgevaardigde); • het afdelingshoofd van de Afdeling Bos & Groen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (of zijn afgevaardigde); • het diensthoofd van de buitendienst Limburg van de Afdeling Bos & Groen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of zijn afgevaardigde; • de houtvester van de houtvesterij van Hasselt (of zijn afgevaardigde); • de ambtenaar privé-bos bevoegd voor Limburg (of haar afgevaardigde); • het hoofd van de buitendienst van de afdeling Natuur (of zijn afgevaardigde); • 2 afgevaardigden van de 3e Directie Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur van Limburg; • 3 vertegenwoordigers van de gemeentebesturen uit het projectgebied; • 4 vertegenwoordigers van de privé-boseigenaars; • 1 vertegenwoordiger van een lokale privé-natuurvereniging. Uit de samenstelling blijkt het belang van uw stem in de werking van de Bosgroep. De Bosgroep is en blijft immers in de eerste plaats een vereniging van en voor privé-boseigenaars. De eerste stuurgroepvergadering zal plaats vinden op 15 oktober tussen 14 en 16 uur in het provinciehuis in Hasselt.

9

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1

[ bosgroep zuid ]


De positie van cultuurpopulieren (1) onder de loep genomen

De cultuurpopulier is een omstreden boomsoort. Vaak wordt geopperd dat ze een geringe natuurwaarde hebben en dat ze verdroging en de verspreiding van Grote brandnetel veroorzaken. Bovendien doen allerlei ziektes bij populieren de ronde en worden voor populierenhout slechte prijzen gegeven. Nader onderzoek leert ons echter dat dit veelal misverstanden en foute ideeën zijn die halsstarrig de ronde blijven doen. Een productiegerichte bosbouw met populieren blijkt namelijk niet noodzakelijk gepaard te gaan met een geringe natuurwaarde. Bovendien is het belang van populieren in de Vlaamse bosbouw niet te onderschatten: uit de Vlaamse boskartering en bosinventaris van 2001 blijkt immers dat in de provincie Limburg 10,4 % of plusminus 2 700 hectaren van de totale bosoppervlakte uit populierenbossen bestaat. Hiervan is meer dan 85 % in privé bezit! Daarom vonden de Bosgroepen het zeker de moeite waard om enkele recente wetenschappelijke onderzoeksresultaten over de populier voor u op een rijtje te zetten.

Veel gehoorde kritiek De kritiek op de populierenteelt is voor een deel gegrond. In het verleden werden populieren immers ook in ecologisch waardevolle bossen en graslanden aangeplant. Vooral in de natte, fragiele en economisch onrendabele broekbossen is dit problematisch. Bovendien blijken de beheersingrepen, die samen gaan met een economisch rendabele populierenteelt, vaak desastreus voor de aanwezige natuurwaarden. De typische monotone structuur van populierenbossen, met rigide plantafstanden, gelijkjarige bestanden en een beperkt aantal klonen (waarvan alle individuen genetisch identiek zijn), draagt zeker niet bij tot een hoge biodiversiteit. Daarenboven kunnen de aanleg van drainagegrachten in combinatie met kaalslagsystemen, de zeer korte kapcycli (15 tot 20 jaar voor de meest recente klonen) en de exploitatieschade het bestaande ecosysteem grondig verstoren. Veel populierenbossen hebben bovendien een weinig waardevolle kruidenvegetatie. Vaak domineren Grote brandnetel, Kleefkruid of bramen en zijn echte bosplanten relatief zeldzaam. Onderzoek bewijst echter dat het fout is klakkeloos aan te nemen dat de aanwezigheid van populieren zélf hiervan de oorzaak zou zijn. Het stopzetten van drainage en exploitatie kan reeds volstaan om binnen een populierenbos een volwaardig bosecosysteem te laten ontwikkelen of herstellen. De kritiek op de populier is grosso modo terug te brengen tot drie argumenten: • dominantie van Grote brandnetel in populierenbossen, • verdroging, • frequente verstoringen en lage biodiversiteit. We behandelen hieronder ieder van die kritieken en trachten ze te relativeren aan de hand van recente onderzoeksresultaten.

Dominantie van Grote brandnetel Vaak wordt beweerd dat populieren steeds vergezeld worden door Grote brandnetel. Dit verklaart men met de bewering dat afgevallen populierenbladeren een aanrijking van de bodem met stikstof en fosfor veroorzaakt. Uit recente studies blijkt echter dat de stikstof- en fosforinbreng per jaar onder populier vergelijkbaar is met die onder onze inheemse Gewone es. Bovendien bestaan er uitzonderingen op die regel van hun gezamenlijk voorkomen. In de leem- en zandleemstreek komen frequent populierenbossen voor waarin zich reeds decennia lang, over verschillende kapcycli heen, een rijke voorjaarsflora kan handhaven. Ook in Zuid-Limburg zijn hier prachtige voorbeelden van te vinden. Omgekeerd zijn er ook recente aanplantingen met inheemse soorten (zoals Gewone es en Boskers) waarin Grote brandnetel even dominant aanwezig is als in naburige populierenbossen.

10

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]


Het roestprobleem

Daaruit blijkt dat andere factoren dan de aanwezigheid van populier verantwoordelijk zijn voor de massale groei van Grote brandnetel. Grote brandnetel is immers ook een typische fosforindicator, op voorwaarde dat er voldoende licht aanwezig is. Fosfor is in Vlaanderen vaak overvloedig aanwezig ten gevolge van vroegere (over)bemesting. Populieren worden vaak op voormalige landbouwgebied geplant of tussen huidige landbouwpercelen. Op andere plaatsen heeft men getracht om waterzieke gronden te valoriseren door een intensieve drainage met een aanplanting van populieren. Die ontwatering kan in veengebieden echter leiden tot mineralisatie, waardoor er een verhoogde aanwezigheid optreedt van elementen als fosfor en stikstof, ideale voedingsstoffen voor ruigteplanten (2) zoals de Grote brandnetel. Brandneteldominantie kan bij een nieuwe bebossing worden voorkomen door het fosforgehalte van de bodem voor de bebossing verlagen. Bijvoorbeeld door enkele jaren te maaien (en het maaisel af te voeren) of door een gewas (bv. maïs) te telen zonder bemesting. De vegetatie of de maïs zuigen dan als het ware de overtollige fosfor uit de grond.

Verdroging Vaak wordt verondersteld dat de populier zélf aanleiding geeft tot verdroging, daar men er van uit gaat dat deze boomsoort meer water verdampt dan andere. (Inter)nationaal onderzoek toont echter aan dat het watergebruik en transpiratie door populieren niet groter is dan bij andere boomsoorten, en zelfs van een zelfde omvang is als die van natte graslanden. Toch wordt op bepaalde plaatsen een verdroging vastgesteld. Wellicht is vooral de alom aanwezige waterwinning (voor drinkwater, landbouw, industrie,…) de belangrijkste oorzaak. Het is ook zo dat intensieve populierenteelt vaak samen gaat met vrij drastische drainages. Want populieren staan eigenlijk optimaal op bodems waar hier

11

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]

Het roestprobleem bij populieren is zeker voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor het uitstellen van nieuwe aanplantingen en de omschakeling naar andere boomsoorten. Sinds 1992 heeft bladroest de hoog productieve klonen (NB: alle individuen van 1 kloon zijn genetisch identiek) in sterke mate aangetast. Niet uitzonderlijk stierven geïnfecteerde populieren via een secundaire infectie met schorsbrand af. De desastreuze gevolgen van de plaag zijn rechtstreeks het gevolg van een te monoklonale populierenteelt. Hierop ging men zoeken naar nieuwe klonen, die toen nog een totale resistentie vertoonden. Helaas was die resistentie snel doorbroken. Toch zijn de ziekteproblemen in de populierenteelt niet nieuw. Ook in het begin van de jaren ’80 waren zware roestaantastingen de oorzaak van het afsterven van tientallen ha ‘Robusta’. Nog langer geleden, in de jaren ’50, bestonden er zware problemen door aantastingen met de bladvlekkenziekte, gevolgd door schorsbrand. De populierenteelt heeft beide crisissen echter overleefd.


Populierverwerkende industrie in Vlaanderen

Populierenaanplantingen hebben in de eerste plaats een economische functie en staan in voor 15 % van onze nationale houtproductie. Uiteraard is de Vlaamse houtproductie onbelangrijk in de Europese context. Op Belgisch niveau wordt immers 90 % van het hout, dat hier verwerkt wordt, ingevoerd! Toch blijft de Vlaamse houtproductie belangrijk, zowel met het oog op de goed ontwikkelde verwerkingsindustrie in Vlaanderen, als in het kader van de CO2 problematiek. Populierenhout heeft voor zijn lage dichtheid toch relatief hoge sterktewaarden. Vanuit dit standpunt is het de enige loofhoutsoort in Vlaanderen én Europa die op dat vlak een alternatief biedt voor de naaldhoutsoorten. Andere pluspunten zijn de lichte kleur en de gemakkelijke verwerkbaarheid. Populier geeft geen smaak, kleur of geur af, wat deze houtsoort uitermate geschikt maakt voor de verpakking van voedingswaren. Populierenhout wordt als grondstof verwerkt in zeer diverse takken. Alles samen wordt er bijna 560 000 m3 ruw materiaal per jaar verwerkt. Op dit ogenblik is de papierindustrie met 43 % van het beschikbare hout de grootste verwerker. Deze industrietak gebruikt - net als de plaatsector - ook een groot deel resthout uit de fineer- en zaaghoutsector. Bij gebruik van populier voor de papierproductie blijkt de milieukost lager te zijn dan bij gebruik van naaldhout (meer dan 20 % minder energieverbruik, minder chemische producten,…). Op de tweede plaats komt de verwerking binnen de zaaghoutindustrie met een belangrijke productie van laadborden. De fineersector ten slotte schilt de populier met het oog op multiplexproductie. Fineer wordt ook gebruikt voor de opstaande boorden van fruitkistjes of de vervaardiging van ander verpakkingsmateriaal. Het belang van de markt van deze populierenproducten blijkt uit een exportcijfer van 38 %. Bij de Vlaamse populierverwerkende

van nature een elzen-vogelkersbos thuis hoort. Op nattere plaatsen, waar het grondwater permanent hoog staat, kan de populier alleen goed groeien mits een intensieve drainage. Zonder drainage ontstaan hier spontaan broekbossen. De laatste decennia is vaak geprobeerd deze “waterzieke” gronden te valoriseren door ze te draineren en er populieren aan te planten. Het draineren gebeurde dus vooraleer de populier er stond! Bovendien blijken populierenbestanden op dergelijke percelen gevoeliger te zijn voor windval en roest. Ook de exploitatie verloopt er meestal zeer problematisch, met grote onvermijdbare bodembeschadigingen tot gevolg.

Verstoring en lage biodiversiteit In populierenbossen treden veel frequenter verstoringen op dan in andere bossen, maar dat heeft te maken met de specifieke kenmerken van de populierenteelt. Vermits de populier zeer snel groeit, zijn de kapcycli veel korter dan voor andere boomsoorten. De nieuwste populierenklonen zijn kaprijp na 15 tot 20 jaar, daar waar Gewone es een gangbare bedrijfstijd van 80 jaar kent. Daarnaast worden populieren in een veel ruimer verband aangeplant dan andere boomsoorten. Dat geeft, samen met de korte kapcycli en de kaalslag bij exploitatie, aanleiding tot een sterke ontwikkeling van lichtminnende soorten. Wanneer de bodem dan ook nog rijk is aan fosfor, zal Grote brandnetel zeker van de partij zijn! Om de lage biodiversiteit ten gevolge van de monotone structuur van populierenbossen te verhogen bestaan verschillende eenvoudige opties. Het planten van meerdere klonen of zelfs populaties, een mozaïekstructuur met verschillende leeftijden, een goed ontwikkelde onderetage van inheems loofhout, een aandeel oude populieren,… kunnen hier zeker in belangrijke mate een oplossing bieden. De exploitatiewijze tenslotte, met gebruikmaking van zware machines, verschilt niet wezenlijk van een doorsnee beheerd, multifunctioneel bos. Maar op de natte, vaak zware of kleiige bodems waarop populieren zich meestal bevinden, zal een dergelijke exploitatiewijze echter véél meer schade aanrichten aan de vegetatie en bodem dan op drogere, zanderigere standplaatsen.

12

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]


Ecologisch gunstige eigenschappen Eigenlijk hebben populieren in ecologisch opzicht een aantal gunstige eigenschappen, al is dit vaak te weinig bekend! Populieren zijn uitermate geschikt voor een eerste bebossing op een terrein waar voorheen geen bos groeide. Ze groeien snel, waardoor reeds enkele jaren na de aanplanting een gemilderd bosklimaat tot stand komt. Dit is voor bosgebonden organismen zeer belangrijk. Ook het effect van populieren op de bodem is zeer interessant. De specifieke chemische samenstelling van populierenbladeren zorgt voor een goed strooisel dat snel afbreekt tot een actieve humus met neutrale pH (d.i. de zuurtegraad van de bodem). Dit humustype lokt dan weer veel regenwormen en andere bodemorganismen. Dankzij deze chemische eigenschappen gaan populieren bodemverzuring tegen, in tegenstelling tot inheemse soorten als eik, beuk en Zwarte els. Bovendien creëren ze een gunstig kiembed voor bosplanten. Een bijkomend voordeel van de grote voedselbehoefte en efficiënte nutriëntenopname door de wortels van de populier is het tegengaan van nitraatuitspoeling naar grond- en oppervlaktewater. Deze eigenschappen worden in de Verenigde Staten steeds meer gebruikt om afvalwater te zuiveren of om bufferstroken aan te leggen tussen intensieve landbouwpercelen en waterlopen. Het water dat van oude populierenstammen afvloeit blijkt rijk aan voedingsstoffen te zijn. Daarom zijn het geliefde groeiplaatsen voor epifytische mossen en korstmossen (epifytisch wil zeggen dat ze op andere planten groeien zonder voedingsstoffen van die plant zelf te onttrekken). Ook paddestoelen blijken goed te gedijen op populieren. Heel wat mycorrhizasoorten (3) zijn uitsluitend gebonden aan de populier en aan bepaalde wilgensoorten. Sommige soorten zoals de Populierridderzwam, de Populiermelkzwam

13

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]

industrie stijgt de ongerustheid echter over de toekomstige bevoorrading. Uit de beschikbare gegevens blijkt immers dat jongere populierenbestanden (d.w.z. met een lagere omtrek) duidelijk ondervertegenwoordigd zijn. Momenteel moet al 230 000 m3 populierenhout uit het buitenland worden aangevoerd.


Het belang van de historische context

In Vlaanderen komt de Zwarte populier (Populus nigra) vanouds voor in valleigebieden, als natuurlijk onderdeel van het Schietwilgenbos en het Iepen-Essenbos. Ook de Trilpopulier of Esp (Populus tremula) is hier inheems, als pionierboomsoort op zandige, frisse standplaatsen. De Romeinen introduceerden vervolgens de Witte abelen in onze bossen. Of die, via een (natuurlijke?) kruising met de Trilpopulier, verantwoordelijk zijn voor de Grauwe abeel (Populus canescens), is nog niet duidelijk. Vanaf 1770 werden bij ons voor het eerst cultuurpopulieren geïntroduceerd. Het ging toen om de zogenaamde Canadapopulier (Populus x canadensis), een verzamelnaam voor een aantal kruisingen tussen de Zwarte populier en Amerikaanse soorten. In de 19de en begin 20ste eeuw werden ze in bosverband vaak aangewend als bijmenging in beekbegeleidende bossen. Het is echter vooral na de Tweede Wereldoorlog dat ze op grote schaal in valleigebieden worden aangeplant, meestal op voormalige (niet langer rendabele) landbouwgronden, maar ook in vele beekbegeleidende bossen.

en de Harde populierboleet zijn zelfs bijna uitsluitend gebonden aan populier. Vaak wordt verondersteld dat de cultuurpopulieren door hun exotische afkomst een stuk armer aan insectensoorten zijn dan de inheemse soorten. Recente gegevens bewijzen echter het tegendeel. Uit onderzoek blijkt dat een 200-tal insectensoorten graag op populieren vertoeven. Dit aantal is vergelijkbaar met dat bij inheemse boomsoorten als els en hazelaar. 88 insectensoorten blijken zelfs enkel op populieren voor te komen! Dat zijn er meer dan voor es en els… De reden van deze onverwachte soortenrijkdom is dat de meeste insectensoorten gespecialiseerd zijn op genusniveau en niet op soortniveau. Zodoende is er geen verschil qua insectenrijkdom tussen de inheemse populieren en de exotische cultuurpopulieren. Dankzij de frequente aanwezigheid van dode of uitscheurende takken creëren populieren ook vaak holtes met nestmogelijkheden voor allerlei vogelsoorten.

Pleidooi voor een onderetage van inheems loofhout Populieren zijn lichtboomsoorten met een ijle kroon, die bovendien in ruim verband geplant worden (minstens 10x10 meter), wat gunstig is voor zowel lichtminnende kruiden als voor een onderetage. Dit alles maakt van de populier in specifieke situaties een zeer geschikte boomsoort voor ecologisch verantwoorde bosuitbreiding, zoals onder andere bewezen wordt in de Nederlandse Flevopolders. Dankzij de goede humus en lichtcondities onder populieren vestigen inheemse loofbomen zich meestal spontaan tussen de populieren. In ongeveer 60 % van alle Vlaamse populierenbossen komt zo’n onderetage voor, maar het belang ervan wordt nog onvoldoende erkend. Vooral vlier, hazelaar, zomereik, es en meidoorn komen vaak spontaan onder populieren voor. Waar dit niet gebeurt wegens een te geringe aanwezigheid van zaadbronnen, bv. in geïsoleerde bossen, kan het wenselijk zijn zelf een

14

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]


onderetage van inheemse bomen en struiken te planten. Deze struiklaag gaat een schaduwtolerante bosflora in stand houden, omdat ze de explosieve groei van bramen en brandnetels in bedwang houdt. Daarnaast bevordert ze de natuurlijke stamreiniging van de populieren zelf, waardoor hun verkoopwaarde stijgt. Bij de exploitatie van de populieren moet erover worden gewaakt dat deze etage maximaal blijft gespaard.

Conclusie Wij hopen dat we met deze uiteenzetting hebben aangetoond dat de slechte reputatie van de populier niet zozeer met de boomsoort, dan wel met de voorgeschiedenis en de bedrijfskenmerken van de populierenteelt te maken heeft. In het verleden werden populieren vaak geplant in ecologisch zeer waardevolle gebieden, die bovendien naar productie niet optimaal zijn. Vanuit verschillende optieken (bosbouwkundig en qua natuurbehoud) is het wenselijk om in deze percelen de populierenteelt te verlaten. Anderzijds blijft er wél een toekomst weggelegd voor populier op geschikte, ecologisch minder waardevolle standplaatsen en bij de bebossing van intensieve landbouwgronden. De populier beschikt immers over de ideale eigenschappen voor deze vormen van bosuitbreiding. Door rekening te houden met enkele eenvoudige richtlijnen kan er een belangrijke toename van de natuurwaarde van populierenaanplantingen gerealiseerd worden. Zo worden ze ook maatschappelijk beter aanvaardbaar, zonder dat dit ten koste moet gaan van de houtopbrengst.

Met dank aan: Naar een ecologisch verantwoord beheer van populierenbossen – Arne Verstraeten, Kris Vandekerkhove en Luc De Keersmaker (2003). Naar een toekomst voor populier in Vlaanderen?! Het belang van populier in Vlaanderen - Jos Van Slycken (Werkdocument van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, 2002). Populieren, brandnetels en natuurbehoud: de omstreden positie van cultuurpopulieren onder de loep genomen - Arne Verstraeten, Kris Vandekerkhove en Luc De Keersmaker (2003).

(1) In deze tekst wordt voor de leesbaarheid de term “populier” gebruikt, waarmee steeds “cultuurpopulier” bedoeld wordt, tenzij expliciet anders vermeld. “Cultuurpopulier” staat hier voor alle cultivars, daar waar “Canadapopulier” slechts slaat op een beperkte verzameling van euramerikaanse cultivars Populus x euramericana en Populus x interamericana. (2) Ruigtekruiden zijn planten die graag en snel groeien op stikstofrijke bodems. (3) Mycorrhiza betekent letterlijk “schimmelwortel”. Het zijn hogere schimmels (paddestoelen e.d.) die in symbiose leven met de wortels van loofbomen. Een deel van de paddestoel omgeeft de fijne haarwortels van de boom en beschermt deze tegen uitdroging, zware metalen en wortelparasieten. De rest van de paddestoel vormt een fijn vertakt netwerk van zwamdraden tussen de boomwortels uit en verbetert zo de wortelstabiliteit.

15

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]

Populierenbossen zijn dus gemiddeld erg jong, wat gedeeltelijk kan verklaren waarom de flora van populierenbossen minder goed is ontwikkeld. De meeste bosplanten hebben immers een zeer beperkt verspreidingsvermogen. Bosanemonen koloniseren bijvoorbeeld nieuwe bossen met een snelheid van maximaal 80 cm per jaar. Bovendien liggen veel populierenbossen geïsoleerd in landbouwgebied. Hierdoor is de isolatiegraad van populierenbossen gemiddeld hoger dan van andere bossen. Dit zorgt voor een bijkomende hindernis voor de kolonisatie met echte bosplanten, die veelal verspreid worden over beperkte afstanden, in tegenstelling tot ruigtekruiden (2), die vaak via de wind grote afstanden kunnen overbruggen. Daarnaast heeft de jonge leeftijd van populierenbossen ook belangrijke bodemkundige implicaties. Zo blijkt uit studies dat de hoeveelheid fosfor in de bodem afneemt met het aantal jaren dat het bos bestaat. Permanent beboste locaties hebben daarom zeer lage fosforconcentraties in de bodem. De hoge fosforconcentraties in recente bebossingen zijn het gevolg van de zware bemesting die de voormalige landbouwgronden hebben ontvangen: fosfor is in tegenstelling tot stikstof weinig mobiel en accumuleert in de bodem bij overbemesting. Dit verklaart eveneens zeker ten dele de dominantie van de Grote brandnetel, de fosforindicator bij uitstek! De sterke dominantie van brandnetel vormt echter, net zo min als de fosforaanrijkingen, géén onoverkomelijk obstakel voor de kolonisatie van echte bosplanten, hoewel ze het proces wel vertragen.


Juni

Geef mij het zilverwaaien van abelen de blonde lust van berk en iep het trotse groen van eiken van beuk de bronzen vlam van prins populier het handgeklap geef mij van spar en den de stoere donkere dammen en altijd hun ruisen als de zee. Geef mij lover als een wolkendek als een hemel schier en stammen rechtgerijd die tot leven riepen t goudgroene woud van kathedralen geef mij zomerbomen die in het landschap staan de kruinen hemelhoog geheven de voeten vademdiep verankerd in de schoot van warme aarde.

Emmy Swerts 16

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1 [ b o s g r o e p z u i d ]


Waarvoor kan je terecht bij de Bosgroep?

Er heerst nogal wat onduidelijkheid over wie je kan contacteren voor een inlichting, een advies of met een (dringende) vraag. Je kan de Bosgroep contacteren voor: • gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten); • informatie over hoe een duurzaam bosbeheer eruit ziet, wat je wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar, en wat de mogelijke subsidies zijn waar je aanspraak op kan maken; • hulp bij het invullen van kapaanvragen of het opstellen van beheerplannen; • kaartmateriaal; • adressen van houtexploitanten en boomkwekerijen; • het coördineren van samenwerking tussen verschillende boseigenaars.

✂ Invulstrook voor een brandhoutzoekertje

O

Ik zoek

O

Ik verkoop

O

Niet gekapt

NAAM/VOORNAAM : STRAAT/NUMMER : POSTCODE/PLAATS : TELEFOON :

O Aantal stères of

Gekapt m3

(indien gekend)

Plaats waar het brandhout gelegen is Prijs (indien gekend)

17

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1


Activiteitenkalender

Bosgroep West-Limburg

Bosgroep Zuid-Limburg

Cursus standplaatsleer: de bodem onder mijn bos Datum:23 augustus 2003 van 09.00 – 16.30 uur Plaats: Bosmuseum Tessenderlo Prijs: gratis

Zoals jullie wellicht weten, wordt de dagelijkse werking van een Bosgroep begeleid door de stuurgroep. De stuurgroep van de Bosgroep Zuid-Limburg moet nog officieel worden samengesteld. Dit zal gebeuren tijdens de eerste stuurgroepvergadering. Daarom zullen boseigenaars uit dit werkingsgebied nog even geduld moeten uitoefenen vooraleer ze hun bos(bouw)kennis kunnen vergroten via onze cursussen.

Bosgroep NoordoostLimburg Cursus Algemene bosbouwpraktijk Datum: 12 juli 2003 van 09.00 – 16.00 uur Plaats: Lozerheide Prijs: gratis Cursus Aanduiden van dunningen Datum: 19 juli 2003 van 10.00 – 16.00 uur Theorie: voormiddaggedeelte in het lokaaltje van Bos & Groen (Ophovenstraat 231, MeeuwenGruitrode) Praktijk: namiddag in een bosperceel in de omgeving Prijs: gratis

✂ Als u brandhout wil verkopen of kopen, vul dan de keerzijde van dit strookje in en stuur het naar de Bosgroepen 3de directie Universiteitslaan 1 3500 Hasselt

Deze gegevens worden verzameld bij de Bosgroep. U wordt dan op de hoogte gehouden.

18

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1


Colofon

Nuttige adressen

’t Limburgs Bosbelang [1|2003|zomer]

BOSGROEPEN Coördinator West-Limburg: ir. Benjamine Bufkens Tel. 011 23 83 29 GSM 0479 40 08 48 Bosgroepwest@limburg.be Coördinator NoordoostLimburg: ir. An Pierson Tel. 011 23 83 24 GSM 0473 88 53 95 Bosgroepnoordoost@limburg.be Coördinator Zuid-Limburg: ir. Karolien Van Diest Tel. 011 23 83 25 GSM 0473 88 53 94 Bosgroepzuid@limburg.be Secretariaat: An Olaerts Tel. 011 23 73 28 Fax 011 23 83 10 p/a Provincie Limburg sectie 3.3.2. Universiteitslaan 1 3500 Hasselt Bos & Groen, Inspectie Hasselt Woudmeester a.i. ir. E. Van Boghout Ambtenaar privé-bos: ir. Griet Beckers Taxandria Center 3e verd. Gouverneur Roppesingel 25 3500 Hasselt Tel. 011 26 44 80 Fax 011 16 44 79 HOUTVESTERIJ BREE Houtvester ir. Gui Winters Ter Rivierenwal 9A 3960 Bree Tel. 089 46 21 31 Fax 089 48 17 24 Boswachterij Gruitrode Neerglabbeek Louise Mertens Tel. 011 54 28 54 Gsm 0479 67 95 10 Boswachterij Hamont-AchelNeerpelt-Bocholt Theo Winters Tel. 011 64 33 06 GSM 0479 67 95 15

Boswachterij Kinrooi (+ deel Bree O – NW) Michel Smeets Tel. 089 46 37 83 GSM 0479 67 95 14

Boswachterij NieuwerkerkenSint-Truiden-Gingelom Eliane Verboven Tel. 011 32 53 59 GSM 0473 96 80 01

Boswachterij Maaseik Neeroeteren Karel Flipkens Tel. 089 86 55 39 GSM 0479 67 95 08

Boswachterij TongerenRiemst-Herstappe Tomas Bogataj Tel. 089 77 10 80 GSM 0473 96 80 03

Boswachterij Meeuwen (+ deel Bree - ZW) Guido Olaerts Tel. 011 79 22 26 GSM 0479 67 95 12

Boswachterij Voeren Alex Zeevaert Tel. 04 381 02 92 GSM 0476 52 13 56

De Bosgroep West-Limburg, Bosgroep Noordoost-Limburg en Bosgroep Zuid-Limburg zijn een samenwerking van de Afdeling Bos en Groen van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de provincie Limburg.

De bestendige deputatie Hilde Houben-Betrand, gouverneur-

Boswachterij Peer Trudo Scheelen Tel. 011 63 18 06 GSM 0479 67 95 13

Boswachterij ZutendaalHoeselt-Heers-Borgloon Wim Van Roey Tel. 02 757 01 19 GSM 0479 67 95 29

voorzitter, Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Jean-Paul Lavigne, Sonja Claes, Guy Vrijs, Frank Smeets gedeputeerden en Marc Martens, provinciegriffier

Provincie Limburg, Sectie 3.3.2., Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt. voorzitter

HOUTVESTERIJ HASSELT Houtvester ir. G. Mees Taxandria Center 3e verd. Gouverneur Roppesingel 25 3500 Hasselt Tel. 011 26 44 73 Fax 011 16 44 79 Boswachterij Bilzen Urbain Merken Tel. 089 41 11 12 GSM 0473 96 80 04 Boswachterij HasseltDiepenbeek Stephan Swinnen Tel. 011 25 14 68 GSM 0478 30 68 84 Boswachterij KortessemWellen-Alken Guido Vervaet Tel. 011 32 25 28 GSM 0478 44 64 66 Boswachterij LummenHalen-Herk de Stad Geert Coninx Tel. 013 53 18 28 GSM 0479 67 95 27

19

HOUTVESTERIJ HECHTEL Houtvester ir. E. Van Boghout Peerderbaan 31 3940 Hechtel-Eksel Tel. 011 73 41 50 Fax 011 73 54 84

gedeputeerde Frank Smeets Redactie

Rita Bogaerts, Benjamine Bufkens, An Olaerts, An Pierson, Karolien Van Diest, Johan Van den Broek, Frank Vranken coverfoto

Boswachterij Beringen Fons Put Tel. 011 53 32 17 GSM 0479 67 94 93

Eddy Daniels fotografie binnenwerk

Benjamine Bufkens, An Pierson, Karolien Van Diest, Sus Willems oplage

Boswachterij Heusden-Zolder Maria Bosmans Tel. 011 60 11 77 GSM 0473 96 62 20 Boswachterij Leopoldsburg (+ deel Ham) Dany Ruysen Tel. 011 34 66 37 GSM 0479 67 94 92

3 500 exemplaren vormgeving en lay-out

Dion Boodts, Chantal Janssens Informatie en Onthaal, Grafische Producties, Provincie Limburg druk

Drukkerij Paesen - Opglabbeek

Deze publicatie werd gedrukt op hout- en chloorvrij kringlooppa-

Boswachterij Tessenderlo (+ deel Ham) Rudy Van Uytsel Tel. 013 66 30 55 GSM 0479 67 94 91

| ’ t L i m b u r g s B o s b e l a n g [ 1 | 2 0 0 3 | zo m e r ] ja a r g a n g 1

pier, zonder optische witmakers.

Verantwoordelijke uitgever:

Patrick Boucneau Universiteitslaan 1 3500 Hasselt



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.