nr. 2 - 't Limburgs Bosbelang - lente 2003

Page 1

driemaandelijks tijdschrift april-mei-juni 2003 Afgiftekantoor: Hasselt 1 - 3de afdeling

België-Belgique P.B. HASSELT 1 12/1675

’tBosbelang [ 2|2003|lente ] i n f o r m at i e b l a d v o o r á l l e b o s e i g e n a a r s

In dit nummer Woord vooraf De gegroepeerde houtverkoop 2002-2003 Boompje groot? Kappen van een bos De toekomstboommethode Organogram Brandhoutzoekertjes Waarvoor kan u terecht bij de Bosgroep? Activiteitenkalender Nuttige adressen

Noordoost-Limburg 3de Directie - Sectie Milieu en Natuur, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt - V.U.: Johan Van den Broek


De gegroepeerde houtverkoop op stam van de Bosgroep

Woord vooraf Beste boseigenaar, je hebt het lentenummer van het ’t Bosbelang voor alle boseigenaars in Noordoost-Limburg in handen. De lente begint te kriebelen en het bos komt stilaan terug tot leven.

Het uitvoeren van dunningen neemt in het bosbeheer een belangrijke plaats in, maar is niet altijd rendabel. Een dunning in een bestand van een halve hectare, levert bijvoorbeeld amper 25 m3 hout op. De geringe omvang maakt dat maar weinig exploitanten zijn geïnteresseerd. Vaak worden de opbrengsten enkel als brandhout verkocht. Schaalvergroting drong zich op en daarom nam de Bosgroep het initiatief om een gegroepeerde houtverkoop te organiseren waaraan de eigenaars vrij kunnen deelnemen. Door samen hout te koop aan te bieden, kan men grotere - en dus interessantere - houtloten vormen die tegen een betere prijs kunnen worden aangeboden.

Ook de Bosgroep zit niet stil. An Pierson, onze coördinator, heeft zich ondertussen al een aantal maanden goed kunnen inwerken in de Bosgroep en ze is bezig met een prioriteitenlijst van de boscomplexen die zullen worden aangepakt door de Bosgroep. In dit Bosbelang vind je onder andere een uitgebreid verslag van de houtverkoop van de Bosgroep die plaatsvond op 14 februari 2003 en waar gunstige prijzen bedongen werden. In dit nummer vind

De Bosgroep groepeert de gegevens en stelt een houtcataloog op die naar een groot aantal bedrijven wordt gestuurd zodat de concurrentie optimaal kan spelen. Sommige exploitanten zijn immers slechts geïnteresseerd in een speciaal soort hout en zullen daar dan een betere prijs voor geven. Een ander belangrijk voordeel van de gezamenlijke verkoop is dat er tussen de eigenaar en de exploitant een standaard verkoopsovereenkomst wordt afgesloten die misverstanden tussen eigenaar en exploitant kan voorkomen en afspraken bevat voor het geval er tijdens het dunnen schade aangericht wordt door de exploitant. Zonder verkoopsovereenkomst staan de eigenaars bij effectieve schade immers vaak nergens. Op de houtverkoop wijst de Bosgroep de loten voorlopig toe aan de hoogste bieder. Na overleg met de eigenaars worden ze definitief toegewezen en worden de facturatiegegevens opgestuurd naar de koper. Ten slotte voert de Bosgroep controle uit op de exploitatie om de bovengenoemde mistoestanden te voorkomen. Voor de activiteiten van de Bosgroep worden geen kosten aangerekend.

je ook een interessant artikel over de toekomstboommethode. Met deze methode kan je het bos eens

Wil je meer informatie over toekomstige houtverkopen, dan kan je altijd contact opnemen met de Bosgroep.

op een andere manier bekijken. Ontbossing is niet iets dat wij als Bosgroep willen stimuleren, maar soms is het echter onvermijdelijk en in dat geval moet er worden gecompenseerd. Een korte toelichting hierover vind je ook terug in dit Bosbelang. Bovendien is voor een particulier de wetgeving rond het kappen van bomen soms zeer onduidelijk. Er is een veelheid aan regels en voorschriften, maar wat mag je nog doen? Waar heb je welke vergunning voor nodig? We hebben getracht dit voor jullie op een rij te zetten. Ik wens jullie veel leesplezier. Frank Smeets, Voorzitter van de stuurgroep van de Bosgroep Noordoost-Limburg

2

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


De gegroepeerde houtverkoop van de Bosgroep op 14 februari 2003 Op 14 februari 2003 vond in het provinciehuis in Hasselt de gegroepeerde houtverkoop van de Bosgroep plaats. Er werden 8 loten hout van 8 boseigenaars aangeboden. Die werden opgenomen in een houtcatalogus die werd verstuurd naar 110 bosexploitanten. Zij konden schriftelijk hun bod uitbrengen. 4 loten werden definitief en 3 loten voorlopig toegewezen. 1 lot werd ingehouden. In de onderstaande tabel vind je een overzicht van het aangeboden hout. Lot 1 2 3 4 5 6 7

8

Gemeente Dunning in grove den Dunning in grove den Eindkap van grove den Dunning in grove den Dunning in naaldhout Dunning in naaldhout 7.1. eindkap grove den 7.1. kavel 1 7.2. kavel 2 7.3. kavel 3 8.1. populier

aantal bomen

totaal aantal m3

Neerpelt Neerpelt Peer Peer Bree – Kinrooi Bree – Kinrooi Houthalen-Helchteren

1552 69 541 215 82 2103 3253

446,6 21,6 189,5 39,9 40,37 833 2634

Hamont-Achel

544

437

8.2. fijnspar 8.3. grove den 8.4. Weymouth den 8.5. lork 8.6. inlandse eik 8.7. inlandse eik 8.8. Amerikaanse eik Totaal

8432

3

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1

4786,97

prijs per m3 12,4 EUR 12,4 EUR 13,0 EUR 6 EUR 0 EUR 4,5 EUR 10,3 EUR

22,4 EUR voor 73 populieren (145 m3)


Boompje groot?

In je tuin staat een prachtige boom, maar hij is niet meer van de jongste en wanneer het hard waait moet je uitkijken of je wordt getroffen door een dode tak. Of je vindt die berk of linde wel mooi uitzien, maar je kinderen hebben enorm last van de pollen of bloesems. Dit maar om te zeggen dat je zelfs als boom- of bosliefhebber af en toe van je hart een steen moet maken en een of meerdere bomen moet vellen. Jammer maar helaas, en ook niet zo simpel als op het eerste zicht lijkt! Je zou denken: ik zoek iemand met degelijk materiaal en wat ervaring in het vellen van bomen en klaar is kees. Maar dat is zonder de waard, in casu de wetgever, gerekend. Ook hier geldt de gouden stelregel ‘Bezin eer je begint’ want ook het vellen van een enkele boom is onderhevig aan reglementering en wetgeving en voor je het weet heb je een bouwovertreding aan je broek. Vragen als ‘Is het wel een échte boom?’ ‘Welk soort boom is het?’ ‘Waar staat hij?’ ‘Is het een alleenstaande boom of maakt hij deel uit van een bos?’ spelen wel degelijk een belangrijke rol en moeten op voorhand goed zijn ingeschat. Als je mag vellen of ontbossen, zijn er nog tal van regelgevingen en verplichtingen zoals herbebossen, compenseren en dies meer. In dit artikel gaan we in op de meeste van die vragen, regelgevingen en verplichtingen. Zou je na het lezen nog met vragen van theoretische of praktische aard zitten, aarzel dan niet en contacteer de Bosgroep. Zij zal je met plezier verder helpen.

Mag je zomaar een boom vellen? Juridisch gezien is het kappen van een boom niet altijd even simpel. De eerste vraag die moet worden beantwoord is of het wel degelijk om een boom dan wel om een grote struik gaat. De omschrijving van wat een boom is, en vooral wat het onderscheid is met een struik, is niet eenvoudig. Gebruik als vuistregel dat bomen hoger zijn - of kunnen worden - dan twee meter en veelal een rechte stam hebben. Bovendien heb je meestal een stam en zijn er pas vertakkingen vanaf ‘een zekere’ hoogte. In de praktijk is het onderscheid vooral belangrijk voor de afstand van de beplanting ten opzichte van een perceelsgrens en voor een mogelijke verjaring. Meestal is het echter duidelijk of het om een boom gaat of niet.

Wat is een bos? Een andere belangrijke vraag is: ‘Waar staat de boom?’ Staat hij in een bos of staat hij alleen? Als de boom overduidelijk in een bos staat, heb je een kapmachtiging nodig om hem te vellen. De Bosgroep kan je helpen bij het invullen van het aanvraagformulier. De aanvraag dient opgestuurd te worden naar AMINAL, Bos & Groen, het deel van de administratie dat verantwoordelijk is voor het bosbeleid en –beheer, het vroegere Waters & Bossen.

4

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


En dat brengt ons bij de volgende vraag: Wat is een bos? Het ene bos is duidelijk het andere niet, maar wanneer spreekt men nu van een bos? Dat is een moeilijke vraag, met talrijke antwoorden en vele juridische interpretaties. Onthoud vooral dat de specialisten al heel snel spreken van een bos en dat een bos niet moet aangeplant zijn. Dat is een belangrijk element. Ook een ‘verwilderde’ bouwplaats waar je gedurende een tiental jaren berken spontaan hebt laten opschieten, wordt een bos genoemd. Die bouwplaats is dus onderhevig aan de wetgeving zodat je ook dààr voor het kappen van een boom een kapvergunning nodig hebt.

Beheerplan Als je het kappen wil spreiden in de tijd en ieder jaar één of meerdere bomen wil vellen, moet je normaal gezien iedere jaar opnieuw een kapmachtiging aanvragen. Maar je kan het ook veel eenvoudiger aanpakken door het opstellen van een beheerplan voor je bos. Dit is een plan voor een periode van 20 jaar waarin je alle beheermaatregelen opsomt die je in die periode wil uitvoeren in het bos. Het geeft je enerzijds een goed overzicht van de planning van de werkzaamheden en vervangt tegelijkertijd alle kapmachtigingen die je zonder beheerplan zou moeten aanvragen. Voor het opstellen van een beheerplan kan je altijd bij de Bosgroep terecht.

Bouwvergunning Als je boom zeker niét in een bos staat, kunnen er een hele reeks andere regels van toepassing zijn. Je begint best met bij het gemeentebestuur na te gaan of er een stedenbouwkundige vergunning (“bouwvergunning”) nodig is. Indien dat zo is, zijn de andere regelgevingen meestal niet meer van toepassing. Een stedenbouwkundige vergunning voor een boom? Dat is toch te gek? Neen blijkbaar. Basisregel is dat je een stedenbouwkundige vergunning nodig hebt voor het vellen van een hoogstammige boom, een boom die op 1 m hoogte een stamomtrek (geen diameter) heeft van 1 meter.

5

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1

Uitzondering wordt toegestaan als je aan de volgende vier voorwaarden voldoet: De boom: • maakt geen deel uit van een bos, • is gelegen - in woon- of industriegebied, - op een huiskavel van een vergunde woning of bedrijfsgebouw, maar niet op de grens met het openbare domein, - binnen een straal van maximaal 15m van de vergunde woning of het vergunde bedrijfsgebouw. Als aan al deze voorwaarden is voldaan heb je geen stedenbouwkundige vergunning nodig. Indien je geen stedenbouwkundige vergunning nodig hebt, ben je er nog niet. Je dient dan goed na te gaan of er een gemeentelijk politiereglement of een provinciale regeling bestaat op het vellen van bomen of een kapverordening. Als je hierover zekerheid wil, contacteer je best de gemeentelijke technische dienst. Maar ga er maar van uit dat je meestal een stedenbouwkundige vergunning nodig hebt. En dat je er best een aanvraagt want als men nadien vaststelt dat je zonder de vereiste vergunning een boom hebt geveld, krijg je een bouwovertreding aan je broek. Bouwovertredingen worden streng bestraft en verjaren niet. Als je meer informatie wil, contacteer dan de Bosgroep. Zij helpt u graag verder.


Mogelijkheid 1: kappen en herbebossen

Kappen van een bos

Indien je als eigenaar je bos wil kappen en je bent van plan om opnieuw te planten, dan moet je daar een kapmachtiging voor aanvragen bij Bos & Groen. Met andere woorden: het bos zal blijven bestaan, enkel de kaprijpe bomen zullen worden vervangen door jonge aanplant. We spreken hier niet van ontbossing.

Het antwoord op de vraag ‘Mag ik dat bos kappen?’ is altijd ‘Nee’. Het mogen kappen van een bos is een uitzondering, geen regel. Maar er zijn uitzonderingen die grosso modo op te delen zijn in twee groepen: ofwel kap je alle bomen van het bos en plant je nadien een nieuw bos ofwel heb je zeer gegronde redenen voor de ontbossing. Het ontbossen is onderworpen aan strikte regelgeving en dient steeds gecompenseerd te worden. In dit artikel behandelen we de vraag wat ontbossen precies is en welke weg je moet volgen. In een volgend hoofdstuk hebben we het over compenseren.

Mogelijkheid 2: het perceel wordt ontbost en krijgt een andere functie Wat is ontbossen eigenlijk? De definitie bevat twee elementen: je laat het bos geheel of gedeeltelijk verdwijnen én je geeft aan de grond een andere bestemming. Het feit of het bos werd aangeplant of niet en of het in een woongebied of een natuurgebied ligt speelt totaal geen rol. Het is en blijft “ontbossen”. Wanneer mag je ontbossen en wat heb je nodig? Je mag ontbossen als je een stedenbouwkundige vergunning (“bouwvergunning”) hebt. Behalve indien je meer dan 3 ha wil ontbossen want dan moet je naast je stedenbouwkundige vergunning ook een MER (milieu-effectrapport) laten opstellen. Voor het opmaken van een MER moet je een aparte procedure doorlopen. Het eindresultaat, het MER, moet je voegen bij je aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. De stedenbouwkundige aanvraag kan je in drie situaties verkrijgen: 1. Het gaat om werken van algemeen belang, b.v. de aanleg van een weg. 2. Je wil ontbossen in een woongebied of een industriegebied in ruime zin, of in een gelijkgesteld gebied. 3. Op uitvoerbare delen van een verkaveling. De meest voorkomende situatie is die van een bos op een perceel dat in het gewestplan als woongebied werd ingekleurd. Uiteraard moet je in die situatie kunnen ontbossen om een woning te bouwen. Je vraagt dan best je vergunning om te ontbossen samen aan met je vergunningsaanvraag voor het bouwen van een woning. Buiten deze 3 situaties geldt altijd het ontbossingsverbod. We zouden echter niet in België leven als er op dat verbod ook geen uitzonderingen zijn. Het verbod op ontbossing blijkt een relatief verbod te zijn en je kan dus bij de afdeling Bos & Groen een verzoek indienen tot ontheffing van het ontbossingsverbod. Daartoe stuur je een aangetekende brief. De uiteindelijke beslissing wordt genomen door de minister.

6

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


Waar dien ik een vergunningsaanvraag in?

Compenseren Als je ontbost, moet je compenseren. Je mag dit doen op 3 manieren: in natura (door andere percelen te bebossen), financieel of een combinatie van de twee. Het principe van compensatie is vrij eenvoudig. De toepassing ervan blijkt echter heel wat moeilijker te zijn. Immers, het stuk dat je wil ontbossen is jouw eigendom of je hebt het beheer ervan in handen. Maar waar ga je elders een perceel vinden dat nog niet bebost is en dat je mag bebossen? En als je dat al mag van de eigenaar, hoe zit het dan met de overheid? Inderdaad, ook het bebossen is weer aan een vergunning onderworpen. Je kan dus in de situatie belanden dat je wil en mag ontbossen, dat je moét en wil bebossen, dat je daar grond voor hebt (én geld!), maar dat je dat op die plek dan weer niet mag … Het principe van de compensatie is vrij eenvoudig: het op peil houden van wat er is. Er is een bos, het bos verdwijnt, dus moet elders een nieuw bos komen. Maar, wat was de kwaliteit van het bos dat verdwenen is en hoe zit het met het nieuwe? Omdat het ene bos het andere niet is, hebben de bosbouwers een aantal afspraken vastgelegd voor het bepalen van de kwaliteit van een bos. Die is afhankelijk van het aantal bomen, de oppervlakte, de boomsoorten, de ouderdom, de gezondheid van het bos, de aard van het bos, de geschiktheid voor de bodem, de inpassing in de omgeving, … Op die manier bepalen ze de kwaliteit. Je kan bijvoorbeeld 1 ha Zoniënwoud moeilijk compenseren met 1 ha jonge dennen op een Limburgse heide.

Wie moet al dan niet compenseren? Wel compenseren: Er zijn drie situaties waarin je moet compenseren. Ten eerste, als je een stedenbouwkundige vergunning nodig hebt voor de ontbossing. Ten tweede, als je in het verleden ontbost hebt zonder vergunning en je moet of wil regulariseren. Op dat ogenblik ga je via regularisatie een bouwmisdrijf rechtzetten, heb je een stedenbouwkundige vergunning nodig en zit je terug in de eerste situatie. Ten derde, als je een verkavelingsvergunning aanvraagt voor een terrein dat noodzakelijkerwijze ontbost zal moeten worden. Op die manier wordt voorkomen dat later de kopers van een perceel bouwgrond in een verkaveling, individueel moeten compenseren.

7

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1

Net zoals voor alle andere stedenbouwkundige vergunningen dien je als particulier je aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen. Het gemeentebestuur vraagt advies aan het Vlaamse gewest, AMINAL Bos & Groen (vroeger Waters en Bossen genoemd). De administratie is geacht binnen de 30 dagen een advies te verstrekken. Is er binnen die termijn geen advies dan wordt het advies geacht gunstig te zijn! Opgelet: een gunstig advies wil niet zeggen dat je automatisch een vergunning op zak hebt. Het al of niet toekennen van een vergunning hangt volledig af van het college van burgemeester en schepenen dat echter meestal het advies van Bos & Groen volgt.

Wat als je een weigering krijgt? Niet getreurd, er is een herkansing mogelijk. Net zoals voor elke andere stedenbouwkundige vergunning kan je beroep aantekenen bij het provinciebestuur en meerbepaald bij de bestendige deputatie.


Niet compenseren (ontheffing van de verplichting tot compensatie): Heel uitzonderlijk is compensatie niét vereist. 1. Bij woningbouw, maar enkel indien het perceel kleiner is dan 12 are én er minder dan 5 are bos verdwijnt. Opgelet: het bos dat overblijft na de kapping voor het bouwen, moet bos blijven, dit wil zeggen dat het bos moet blijven voldoen aan de bosfuncties. 2. Als er een spontane verbossing is. Spontane verbossing betekent dat je in je luie zetel ligt en de natuur haar werk laat doen: vandaag een berk, morgen tien en overmorgen een verwilderd terrein waar je niet meer doorheen kan. Er zijn wel twee voorwaarden: de spontane bebossing moet van na 1990 zijn en het bos mag maximaal 22 jaar oud zijn. 3. Als je te ontbossen bos gelegen is op een perceel in een vergunde verkaveling, waarvan de aanvraag dateert van na 21 maart 2001, én wanneer er een attest van compensatie beschikbaar is, dan moet je niet compenseren.

Wanneer moet je compenseren? Op je hoede zijn is soms aangewezen. Doorheen de jaren is de overheid, door schade en schande geleerd, veel voorzichtiger en alerter geworden. Dus, als je zegt dat je gaat compenseren, dan dien je effectief actie te ondernemen. Je concreet voorstel moet met andere woorden worden gevoegd bij je aanvraag om stedenbouwkundige vergunning. Bij Bos & Groen kan je formulieren aanvragen. Die vul je in en voeg je bij je vergunningsaanvraag. Het college van burgemeester en schepenen stuurt dit formulier dan mee bij de aanvraag om advies. Een goed gesprek vooraf met de boswachter kan veel verhelpen. Hij/zij moet in twijfelgevallen immers oordelen over het al of niet bos zijn van de beplanting, over de aanvraag tot ontbossing en over het voorstel tot compensatie. Een eerlijke vriend kan veel waard zijn!

Hoe moet je compenseren? Ook dit is schijnbaar eenvoudig. Ofwel plant je elders een bos, ofwel betaal je. Vooral omwille van die tweede oplossing, noemen velen de verplichting tot compensatie een verdoken vorm van belasting. Temeer omdat het herbebossen in de praktijk ontieglijk moeilijk blijkt te zijn want je moet weer nieuwe vergunningen aanvragen die je niet overal krijgt. Bovendien worden er dan weer voorwaarden opgelegd betreffende het aantal bomen, de soort(en), de afmetingen, wanneer je de werken mag uitvoeren en zo meer. De tweede mogelijkheid is dat je betaalt. De som is afhankelijk van de kwaliteit van het bos dat je laat verdwijnen en varieert van 2 tot 4 euro per vierkante meter. Een derde mogelijkheid is dat je beide oplossingen combineert. Heb je nog vragen rond de ontbossings- en compensatieregeling? Neem gerust contact op met de Bosgroep.

8

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


De toekomstboommethode: kijk eens anders naar je bos!

Voor privé-boseigenaars is het vaak moeilijk in te schatten wat een dunning met hun bos gaat doen. Temeer omdat vlak na de dunning alle aandacht uitgaat naar de ‘slachting’ die werd aangericht en naar de lege plekken. Toch is een dunning soms levensnoodzakelijk voor een bos en is het belangrijker te kijken naar de bomen die zijn blijven staan. Zij betekenen de toekomst van het bos en krijgen door de dunning meer licht en ruimte. Met de toekomstboommethode kan je zelf voor een stuk het uitzicht, het ‘gewicht’, de esthetica van je bos bepalen. Met andere woorden, je hebt je toekomstige bos zelf voor een stuk in de hand, gesteld dat je doordacht te werk gaat. De toekomstboommethode is daarbij een handig instrument.

Dunnen, een investering met opbrengst Als bomen in een bos opgroeien zonder tussenkomst van de mens, leveren ze onder elkaar een strijd op leven en dood in de lucht en in de bodem. In de lucht gaan ze hun takken uitspreiden om zoveel mogelijk bladeren (loof) te vormen en zodoende voldoende licht en lucht op te vangen voor de groei. Onder de grond zoeken de wortels zich een weg naar voedingsstoffen en naar water. In deze concurrentiestrijd worden sommige bomen onderdrukt. Zij vinden onvoldoende licht en water en sterven af. De mens kan zich echter ook gaan mengen in deze concurrentiestrijd. Hij kan beslissen welke bomen blijven staan en hoeveel plaats zij krijgen om te groeien. Hij kan het bos “dunnen” met als belangrijkste doel de concurrentie tussen de bomen in een bos te regelen. Door het uitvoeren van een dunning krijgen de bomen die blijven staan meer plaats en meer licht om te groeien. Ze zullen een grotere kroon ontwikkelen, hun stam zal dikker worden en ze worden stabieler en evenwichtiger van vorm. De groeikracht van het bos wordt geconcentreerd in een (beperkt) aantal bomen. Het is de eigenaar die door een gerichte dunning de hoeveelheid licht en water kan verdelen over vele dunne of enkele dikke bomen. Hij kan kiezen welke bomen hij oud en dik wil laten worden en welk bos hij in de toekomst wenst Meestal baseert men zich bij deze keuze vaak op de volgende criteria: • rechte, weinig vertakte stam (of evenwichtige bouw) • gezonde boom (geen ziektes of gebreken als vergaffeling…) (vergaffeling: lijkt op een gaffel, (dit is een stok die uitloopt in 2 armen). Een vergaffelde boom heeft geen doorlopende stam (spil) maar vertakt snel in 2 (of meer) zware zijtakken.

• goede, regelmatige groeikracht. De bomen met deze kwaliteiten geeft men, door het regelmatig uitvoeren van de dunning, zoveel mogelijk kansen om dik te worden.

Wat is de toekomstboommethode? Kort kan de toekomstboommethode als volgt worden beschreven: op een bepaald moment kunnen in het bos een aantal bomen worden uitgekozen die duidelijk gemerkt worden als toekomstbomen. Per ha kunnen 50 tot 120 bomen worden aangeduid. Alle toekomstige bosbehandelingen zullen in functie staan van deze toekomstbomen. De methode kan in vrijwel elk bostype worden toegepast. Zowel jonge gelijkjarige bestanden als oudere gemengde bestanden komen in aanmerking. Een toekomstboom kan als volgt worden omschreven: ‘het is een boom die in het bosbestand moet blijven omdat hij bijdraagt tot het gestelde doel’. Belangrijk is dus te weten waar een boseigenaar met zijn bos naartoe wilt. Iedere boseigenaar kijkt op een andere manier naar zijn bos en kan beslissen om op bepaalde ogenblikken gerichte maatregelen te nemen om het bos volgens zijn visie verder te laten ontwikkelen.

9

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


De toekomstboommethode praktisch

Hoe ga je nu best te werk als je als boseigenaar de toekomstbomen in je bos wil gaan aanduiden? Stap 1: Maak voor jezelf een toekomstbeeld van het bos. Bekijk de huidige toestand en maak een soort prioriteitenlijstje met boomsoorten die je zeker wil houden of krijgen in je bos. Hierbij kan je de antwoorden op de volgende vragen als leidraad gebruiken:. • Hoe zou ik graag hebben dat mijn bos eruit ziet na 20 of 30 jaar? • Welke boomsoorten wil ik in het bos? • Welke kwaliteiten moeten deze boomsoorten hebben (bv. eiken als bomen in de bovenetage, te gebruiken als zaaghout)? Stap 2: Uitgaande van dit toekomstbeeld kies je de bomen die je gaat aanduiden als toekomstboom. Zo kan je bijvoorbeeld een onderdrukte eik met een slechte stamvorm verkiezen boven een gezonde rechte den die er als concurrent naast staat. Je kan de toekomstbomen aanduiden met een verfstip op borsthoogte of met een touwtje, zodat je je keuze nog kunt herzien. Met de Bosgroep gebruiken we een blauwe stip. Je vraagt je misschien af hoeveel bomen je moet aanduiden. Hier bestaat geen wet voor. Je kan als boseigenaar perfect kiezen om er 200 per hectare aan te duiden in je bos. Er bestaat wel een soort ‘richtwaarde’ voor het aantal toekomstbomen per hectare. Het aantal is afhankelijk van de ruimte die de volwassen bomen nodig zullen hebben voor een goede kroonontwikkeling. Voor loofbomen komt die neer op een maximum van 60 à 80 bomen per hectare. Voor naaldbomen is dit tussen de 80 en 100 bomen per hectare.

Voorbeeld 1: een boseigenaar met een bos dat vooral bestaat uit grove den kan als ideaalbeeld voor zijn bos een eikenberkenbos hebben. Hij zal de beheermaatregelen dan ook aanpassen aan het gewenste bostype. Bij de dunningen zal hij de aanwezige eiken meer ruimte geven en open plekken creëren waar de berken zich spontaan vestigen. Voorbeeld 2: een boseigenaar met een bos dat vooral bestaat uit grove den wil de grove dennen in zijn bos zeker behouden. Hij gaat dan bij het dunnen de mooiste grove dennen bevoordelen en deze zeker aanduiden als toekomstbomen.

Duidelijk toekomstbeeld Opgelet: toekomstbomen zijn niet altijd de bomen met de meest rechte of de dikste stammen. Als het de bedoeling is om het aandeel loofhout op te krikken in het bos via natuurlijke verjonging, kan een onderdrukte, takkige zomereik ook als toekomstboom worden aangeduid. Deze eik kan zorgen voor een nieuwe generatie jonge eikjes. Ook kunnen bomen om esthetische of ecologische (dode bomen met spechtengaten) redenen worden aangeduid. Als je toekomstbomen wil aanduiden moet je kijken naar de huidige toestand van het bos. Welke boomsoorten zijn reeds aanwezig? Welke kwaliteit hebben ze? Welke bomen groeien goed en welke minder goed? Het is ook belangrijk om te weten in hoeverre de aanwezige boomsoorten overeenkomen met de samenstelling van het natuurlijk bostype op de standplaats. Hieruit kan de boseigenaar afleiden wat de potenties van de groeiplaats zijn en welke realistische verwachtingen hij kan koesteren omtrent zijn bos. De toekomstverwachtingen worden echter niet alleen bepaald door de kwaliteiten van de groeiplaats. Het is ook belangrijk te kijken naar de middelen die de boseigenaar wenst in te zetten: • Gaat hij investeren in het opsnoeien van bomen? • Gaat hij onrendabele dunningen laten uitvoeren? Een toekomstbeeld is zinvol op lange termijn maar het kan altijd worden bijgestuurd indien zich bepaalde onvoorziene omstandigheden zoals bijvoorbeeld windval of een ziekte in de bomen voordoen.

Stap 3: Na het aanduiden van de toekomstbomen ga je de dunning uitvoeren. Je hoéft niet in een keer alle niet-aangeduide bomen te verwijderen. Je kan starten met het verwijderen van de onmiddellijke concurrenten van je toekomstbomen. De rest kan je eventueel bekijken als je de volgende keer gaat dunnen in je bos.

10

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


Hoog- en laagdunning

De toekomstboommethode als hulpmiddel voor de bosbeheerder Bij de toekomstboommethode worden vooraf een aantal te bevoordelen bomen aangeduid, die bij de opeenvolgende dunningen steeds weer worden vrijgesteld. In gemengde bestanden is het vaak moeilijk om keuzes te maken in de dominante bomen. Hier is de toekomstboommethode een belangrijk hulpmiddel. Je selecteert eerst de bomen die je zeker wenst te behouden en dan loop je nogmaals door het bos en duid je de concurrenten van je toekomstbomen aan. Je stuurt zo de bosontwikkeling in de richting die jij hebt vooropgesteld. Je kan ook inspelen op gewijzigde situaties zoals een plotselinge storm waarbij een aantal bomen zijn gesneuveld. Een boseigenaar heeft dikwijls het gevoel dat het bos werd geplunderd als er een hoogdunning werd uitgevoerd in zijn bos. Als de toekomstbomen zijn aangeduid wordt het voor hem gemakkelijker om te zien welke bomen zijn blijven staan en kan hij ook beter begrijpen waarom zelfs bepaalde dikke en gezonde bomen werden weggenomen. Vergelijk deze methode met het opruimen van je kleerkast. Hoe begin je eraan? Je selecteert eerst de kleren die je zeker wil behouden. Dit zijn de kleren die je zeker nog gaat dragen, kleren die je niet kan missen. Dan ga je bekijken welke kleren je eventueel aan spullenhulp kan schenken. Je bekijkt welke kleren je zeker niet meer gaat dragen en die je kan missen. Dit wil niet zeggen dat je alle ‘oude’ kleren tijdens deze opruimbeurt moet elimineren. Er zijn kleren die je misschien wel kan weggooien maar die je kan gebruiken om bepaalde klusjes (zoals een muur verven…) op te knappen.

Er kunnen verschillende dunningsmethodes worden onderscheiden: een laagdunning en een hoogdunning. Bij een laagdunning worden de overheerste en onderdrukte bomen verwijderd. Dit zijn sowieso de ‘verliezers’ die nog maar weinig groeien of zelfs al dood zijn. De dominante bomen in de bovenetage blijven onaangeroerd. Je hoeft hierbij geen belangrijke keuzes te maken, je zorgt voor een ‘schoonmaak’ in het bos. Door deze ingreep wordt de aanwas van het bos niet geconcentreerd in de economisch interessante bomen maar spreid je de aanwas over veel bomen met een geringe kwaliteit. We spreken dan van een lage waardeaanwas van het bos (lage prijs per m3). Als je nu ook de dominante bomen in de bovenetage zou aanpakken en de concurrentie tussen deze exemplaren gaat regelen, ga je een hoge waardeaanwas realiseren doordat de kwalitatief goede bomen nog meer licht en ruimte gaan krijgen om te groeien. We spreken dan van een hoogdunning.

De toekomstboommethode als hulpmiddel voor de aanduider en uitvoerder van de dunning Indien een boseigenaar zelf de dunning niet aanduidt, kan de Bosgroep West-Limburg een privé-bedrijf zoeken dat die taak overneemt voor een prijs van 75 EUR/ha. Hierbij wordt een overeenkomst afgesloten tussen de bosbeheerder en het privé-bedrijf dat de dunning zal aanduiden. De aanduider krijgt duidelijke instructies waarbij optimaal rekening wordt gehouden met de wensen van de boseigenaar. Indien in het bestand de toekomstbomen werden aangeduid is het voor de aanduider van de dunning gemakkelijk om te zien welke bomen hij zeker dient te behouden en welke bomen (als concurrent van een toekomstboom) mogen worden geschalmd. Ook voor het aanduiden van de uitsleeppistes voor de exploitant die het hout kapt, zijn de toekomstbomen een hulpmiddel. Door de uitrijwegen aan te duiden in functie van de toekomstbomen worden ze optimaal gespaard van beschadigingen.

Meer weten? Het Educatief Bosbouwcentrum in Groenendaal richt voor bosbeheerders een cursus ‘toekomstboommethode’ in. Meer informatie hierover vindt u bij het EBG op www.ebg.be of op het nummer 02 657 93 64.

het onderscheid tussen een hoog- en een laagdunning

11

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


Waar situeert zich de Bosgroep in het hele overheidsorgaan?

Organogram Vlaamse Regering

Minister van Leefmilieu De Bosgroep Noordoost-Limburg is een samenwerkingsovereenkomst tussen de afdeling Bos en Groen van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de provincie Limburg. De Bosgroep is gevestigd in het provinciehuis in Hasselt en wordt gesteund door de provincie Limburg en het Vlaamse gewest. Ook de gemeentebesturen van het projectgebied en de afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap zijn in dit project betrokkenen natuurlijk ook de privé-boseigenaars.

*

MINA-fonds

*

Adviesorganen MINA-raad VHRV - Vlaamse Hoge Raad voor de Riviervisserij VHJ - Vlaamse Hoge Jachtraad VHRN - Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud VHB - Vlaamse Hoge Bosraad

De Bosgroep Noordoost-Limburg heeft als taak bosbeheerders gratis en onafhankelijk advies te geven over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten). Ook kan de coördinator van de Bosgroep hulp bieden bij het aanduiden van dunningen, het invullen van kapaanvragen, het opstellen van beheerplannen, het zoeken van kaartmateriaal en adressen van exploitanten en bosboomkwekerijen,… De Bosgroep neemt echter geen beslissingen omtrent de goedkeuring van het voorstel van kapmachtiging of van het voorstel van beheerplan. Deze beslissingen worden genomen door de afdeling Bos en Groen na advies van de boswachter.

*

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap LIN - Departement Leefmilieu en Infrastructuur AMINAL (Afdeling Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer) • • • • • • • • •

Hieronder vind je een organogram van de Vlaamse Regering. ‘Bosgroep Noordoost-Limburg’ ga je hierin niet terug vinden, wel de Afdeling Bos en Groen van de Vlaamse gemeenschap als onderdeel van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur.

*

Directoraat-generaal Algemeen Milieu- en Natuurbeleid Milieu-inspectie Milieuvergunningen Water Natuur Land Bos en Groen Europa en Milieu

VOI’s - Vlaamse Overheidsinstellingen OVAM - Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij VLM - Vlaamse Landmaatschappij VMM - Vlaamse Milieumaatschappij VMW - Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

*

VMH - Vlaamse Milieu Holding VLAR nv AQUAFIN nv INDAVER nv

*

Wetenschappelijke instellingen Instituut voor Natuurbehoud Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer

12

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


Waarvoor kan u terecht bij de Bosgroep?

Waarvoor kan u terecht bij de Bosgroep? • •

• • • •

gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten; informatie over hoe een duurzaam bosbeheer eruit ziet, wat uw wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar, en wat de mogelijke subsidies zijn waar u aanspraak op kunt maken; hulp bij het invullen van kapaanvragen of het opstellen van beheerplannen; kaartmateriaal; adressen van houtexploitanten en boomkwekerijen; het coördineren van samenwerking tussen verschillende boseigenaars.

✂ Invulstrook voor een brandhoutzoekertje

O

Ik zoek

O

Ik verkoop

O

Niet gekapt

NAAM/VOORNAAM : STRAAT/NUMMER : POSTCODE/PLAATS : TELEFOON :

O Aantal stères of

Gekapt m3

(indien gekend)

Plaats waar het brandhout gelegen is Prijs (indien gekend)

13

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


Activiteitenkalender

Cursus Algemene bosbouwpraktijk De term algemene bosbouwpraktijk is een breed begrip. In deze cursus maakt u kennis met de basisprincipes van het bosbeheer in het algemeen. Volgende vragen zullen zeker aan bod komen: • welke processen spelen zich af in het bos? • hoe kunnen wij het bos op een goede manier beheren? • wat wordt bedoeld met natuurgetrouwe bosbouw? • hoe ziet onze inheemse flora eruit? • welke bossen zijn typisch in Limburg? ….

De cursus duurt één dag. In de voormiddag wordt een theoretisch gedeelte uiteengezet dat in de namiddag wordt toegelicht in het bos. Datum: zaterdag 12 juli 2003 Plaats: Lozerheide Uur: van 9 u. tot 16 u. Prijs: gratis Samenkomst aan het lokaaltje van Bos & Groen, dit lokaaltje ligt langs de baan van Lozen naar Kaulille. 3

Cursus Aanduiden van dunningen Deze cursus duurt één dag. Tijdens de theoretische uiteenzetting in de voormiddag maakt u kennis met de elementaire begrippen in verband met het gebruik van kubeertabellen, hoogtemetingen en het werken met opbrengsttabellen. De toekomstboommethode en bepaling van het dunningstijdstip en praktische uitvoering van de dunningen komen ook aan bod. In de namiddag volgt een praktijkoefening in een bosperceel waarin de cursisten zelf toekomstbomen aanduiden, een dunning aantekenen en de resultaten verwerken.

Datum: zaterdag 19 juli 2003 Plaats: Theorie: voormiddaggedeelte in het lokaaltje van Bos & Groen (Ophovenstraat 231, Meeuwen-Gruitrode) Praktijk: namiddag in een bosperceel in de omgeving. Uur: van 10.00 u. tot 16.00 u. Prijs: gratis

Inschrijven voor deze cursussen kan via de Bosgroep met een simpel telefoontje. U krijgt dan de gedetailleerde informatie.

✂ Als u brandhout wil verkopen of kopen, vul dan de keerzijde van dit strookje in en stuur het naar de Bosgroep Noordoost-Limburg 3de directie Universiteitslaan 1 3500 Hasselt

De gegevens zullen verzameld worden bij de Bosgroep. U wordt dan op de hoogte gehouden.

14

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1


Colofon

Nuttige adressen

Bosgroep Noordoost-Limburg ir. An Pierson (coördinator) An Olaerts (medewerker) p/a Provincie Limburg sectie 3.3.2 Universiteitslaan 1 3500 Hasselt tel. 011 23 83 25 e-mail: bosgroepnoordoost@limburg.be Bos & Groen, inspectie Hasselt Woudmeester a.i. ir. Eric Van Boghout Ambtenaar privé-bos: ir. Dries Gorissen Taxandria Center 3de verd. Gouverneur Roppesingel 25 3500 Hasselt tel. 011 26 44 80 fax 011 26 44 79 Houtvesterij Hechtel Houtvester ir. Eric Van Boghout Peerderbaan 31 3940 Hechtel-Eksel tel. 011 73 41 50 fax 011 73 54 84 Houtvesterij Bree Houtvester ir. Gui Winters Ter Rivierenwal 9A 3960 Bree tel. 089 46 21 31 fax 089 48 17 24

’tBosbelang [2|2003|lente]

Boswachterij Peer Trudo Scheelen Kloosterveld 2 3990 Peer tel. 011 63 18 06 GSM 0479 67 95 13

De Bosgroep Noordoost-Limburg is een samenwerking van de Afdeling Bos & Groen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Limburg. De bestendige deputatie Hilde

Boswachterij Meeuwen (+ gedeelte Bree) Guido Olaerts Kruisstraat 19 3670 Meeuwen-Gruitrode tel. 011 79 22 26 GSM 0479 67 95 12

Houben-Bertrand, gouverneurvoorzitter, Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Jean-Paul Lavigne, Sonja Claes, Guy Vrijs, Frank Smeets gedeputeerden en Marc Martens, provinciegriffier Bosgroep Noordoost-Limburg

Boswachterij Maaseik Karel Flipkens Ophovenstraat 112 3680 Maaseik tel. 089 86 55 39 GSM 0479 67 95 08

p/a Provincie Limburg, Sectie 3.3.2, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, 011 23 83 24 voorzitter

gedeputeerde Frank Smeets coördinator

Boswachterij Gruitrode Louise Mertens Kon. Elisabethlaan 8 3920 Lommel tel. 011 54 28 54 GSM 0479 67 95 10

An Pierson Redactie

Rita Bogaerts, Benny Mathys, An Olaerts, An Pierson, Benjamine Bufkens, Johan Van den Broek, Frank Vranken, Dirk Hermans coverfoto

Boswachterij Kinrooi Michel Smeets Weerterweg 4 3950 Bocholt tel. 089 46 37 83 GSM 0479 67 95 14

Provinciaal Natuurcentrum fotografie binnenwerk

Educatief Bosbouwcentrum Groenendaal, An Pierson, Jan Mampaey, Sus Willems oplage

2 100 exemplaren vormgeving en lay-out

Dion Boodts, Chantal Janssens Informatie en Onthaal, Grafische Producties, Provincie Limburg

Boswachterij Hamont-AchelNeerpelt-Bocholt Theo Winters Rodenrijt 42 3930 Hamont-Achel tel. 011 64 33 06 GSM 0479 67 95 15

druk

Drukkerij Vaes - Overpelt Deze publicatie werd gedrukt op hout- en chloorvrij kringlooppapier, zonder optische witmakers.

Verantwoordelijke uitgever:

Johan Van den Broek Universiteitslaan 1 3500 Hasselt

15

| ’ t B o s b e l a n g [ 2 | 2 0 0 3 | l e n t e ] ja a r g a n g 1



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.