nr. 22 - 't LImburgs Bosbelang - herfst 2008

Page 1

afgiftekantoor: hasselt 1 - 3de afdeling - p3a9010

BelgiÍ–Belgique

driemaandelijks tijdschrift | oktober-november-december 2008

p.b. hasselt 1 12/675

22 | herfst

+

in dit nummer o.a.

+

Zelf Amerikaanse vogelkers bestrijden Populieren, van economische naar ecologische soort


voorwoord

lekkers uit het bos

Het verkleuren van de bladeren begon dit jaar wel heel erg vroeg. Met dit nummer in handen mag u er zeker van zijn: de herfst komt er aan! Tijdens de Week van het Bos staan de bossen weer extra in de kijker. De relatie tussen het bos en het klimaat is dit jaar het centrale thema. Als voorproevertje geven we u op blz. X hierover al een stevige inleiding. Drie maal raden welke boomsoort voor de eikelmuis cruciaal is ... Maak kennis met dit leuke diertje op blz. x . Omdat bomen belangrijk zijn voor de natuur, het milieu en onze gezondheid, geven we u op blz. x heel wat tips om uw bomen en uw bos gezond te houden. En dat vanaf stap één … het planten. Een ander aandachtspunt is de ruimte die u een boom moet geven in het bos. Op blz. x vindt u de nodige informatie: met een oud bosbouwmiddeltje, de “grondvlakmethode”, kan u uw boom de ruimte geven die hij nodig heeft.

Gele kornoelje Cornus mas

Veel leesplezier! Frank Smeets gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur

(Foto: ...)

Het najaar heeft heel wat in petto. De gele kornoelje bijvoorbeeld, die zich tooit in prachtig geel (de blaadjes) en rood (de vruchtjes). Heb je zo’n struik in je bos staan, dan is het niet alleen volop genieten van de felgekleurde herfst. De sappige vruchtjes van de gele kornoelje zijn namelijk eetbaar; je kan er siroop, confituur of vruchtensap van maken. Ruimte voor de struik! De gele kornoelje is een duurzame, weinig ziektegevoelige heester die wordt gekenmerkt door erg hard hout en een opvallende, uitbundige bloei. Gele kornoelje is een trage groeier; wil je deze struik dus groeikansen geven in je bos, dan moet je hem de ruimte laten. Zorg er vooral voor dat je gele kornoelje niet in de verdrukking komt van sneller groeiende struiken. Van februari tot april kleuren kleine bloemen de struik goudgeel: een schouwspel op zich. Na de bloei openen de bladknopjes zich en verschijnen frisgroene blaadjes. Enkele jaren na het planten, verschijnen vanaf september sappige vruchtjes aan de struik. De gele kornoelje komt ook als haag voor, vooral in Haspengouw - zij het dan zonder vruchtjes.

eten, zijn ze nogal wrang van smaak. Kornoeljebessen zijn wel gezond, want erg rijk aan vitamine C. Ben je van plan de bessen van je struik te oogsten? Vergewis je er dan eerst van dat de struik een gele kornoelje is. Geen rode (cornus sanguinea), want die draagt licht giftige bessen, ook duivelsbessen genoemd. Let ook op voor de blaadjes van de gele kornoelje: bij het plukken kunnen die lelijk prikken op je huid.

Vitamine C-bom De bessen van de gele kornoelje zijn vurig rood en ongeveer 2 cm lang. Om rauw te

Recept voor siroop of jam - Pluk de rode, eivormige, rijpe bessen begin september. - Was de bessen en kook ze even in een beetje water. - Pers de bessen uit door een neteldoek. - Voeg bij 1 liter sap een halve kg fijne witte suiker. - Laat even opkoken. - Doe de siroop in glazen bokaaltjes tot aan de rand vol. Draai het metalen schroefdeksel erop en zet de potten omgekeerd weg. Je kan deze siroop langer dan een jaar bewaren, zolang je het potje niet opent. Tip Doe een vingerdik kornoeljesiroop in je wijnglas en giet er droge witte wijn over. De siroop blijft onderaan in het glas; de smaak van je drankje verandert terwijl je drinkt. Een verrassend effect, al is niet iedereen weg van de aparte smaak. Heb je liever kornoeljejam, doe dan geleisuiker bij het aftreksel. Op de verpakking staat hoe je de jam moet klaarmaken. Kornoeljejam is heerlijk bij paté, gestoofde peertjes, wildgerechten of pudding.

2 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst


week van het bos

De Limburgse bossen en het klimaat (Foto: ...)

De zomer van 2006 duurde voort tot in november, dat jaar leek de winter wel herfst, de lente van 2007 was warmer dan de zomer van datzelfde jaar … Is de wijziging van ons klimaat een feit? En wat zijn de gevolgen voor het Limburgse bos: spreken we straks over Portugese kurkeiken als we het hebben over het bronsgroen eikenhout? Het effect van de klimaatswijziging op het bos is één ding. Omgekeerd zijn de bossen ook een belangrijke bondgenoot om de klimaatswijziging te trotseren.

Hasselt aan zee? De aarde warmt op, daarover is de wetenschap het volmondig eens. Hoeveel precies, en op welke plaatsen meer of minder, daarover is er minder eensgezindheid. Maar het staat vast dat een atmosfeer die gemiddeld opwarmt verstrekkende gevolgen heeft. Verschillende wetenschappelijke scenario’s doen de ronde, maar de grote lijnen zijn gelijk. Als de atmosfeer opwarmt, dan stijgt langzaam maar zeker - ook de temperatuur van het zeewater. Dat zou op zijn beurt effect kunnen hebben op zeestromingen, neerslag en het ontstaan van stormen. En … als de atmosfeer opwarmt, warmt ook het land op. Daardoor zullen gletsjers en (Zuid)poolijs verder smelten. Dat zorgt niet alleen voor een enorm probleem in Azië, waar miljarden mensen afhankelijk zijn van rivieren die ontstaan door smeltijs van gletsjers in de Himalaya. Ook in Europa zullen de gevolgen groot zijn. Sinds 1850 is de gletsjeroppervlakte van de Alpen gehalveerd. Al het smeltwater vloeit naar de zee: het is niet ondenkbaar dat daardoor de zeespiegel stijgt. Dat we binnen enkele honderden jaren over Hasselt aan zee spreken, lijkt echter weinig

waarschijnlijk. Tussen de effecten van een versterkt broeikaseffect doen zich namelijk onderling heel wat terugkoppelingseffecten voor. Valt bijvoorbeeld de Golfstroom stil, dan zal het hier niet alleen kouder worden, maar ook droger. De temperatuur van het zeewater zal dan immers dalen, en kouder water verdampt minder snel. Armere bossen, het spijtige gevolg Welke gevolgen hebben al deze effecten nu voor het bos? Alle ecosystemen zijn uiterst gevoelig voor klimaatsveranderingen; voor het bos is dat niet anders. Elk ecosysteem wordt gekenmerkt door optimale omstandigheden, met een optimale temperatuur en neerslag. Uiteraard zijn ook bodem en reliëf belangrijk. Wanneer één van die parameters wijzigt, zal het ecosysteem zich proberen aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Die wijzigingen kunnen voor sommige soorten zeer snel optreden. Zo merken we bijvoorbeeld dat zuiderse insecten nu al vaker in onze streken voorkomen. Voor bosplanten - die traag groeien en zich traag verspreiden kunnen diezelfde wijzigingen gelijk staan met … verdwijnen. De biodiversiteit van het

bos zal door de opwarming van de aarde dus alleen maar achteruitgaan. Honderd jaar is immers veel te kort voor bomen en bosplanten om enkele honderden kilometers naar het noorden te verhuizen. Ook onrechtstreekse effecten zijn belangrijk. Door de opwarming bestaat op veel plaatsen een verhoogde kans op droogte. Op zich is dat al niet positief voor het bos, maar die droogte kan nog een ander gevolg hebben, namelijk een toename van het aantal bosbranden. Iedere bosbrand brengt op zijn beurt opnieuw grote hoeveelheden CO2 in de atmosfeer. Sommige wetenschappers beweren dat nu al de helft van alle CO2 die de mens in de atmosfeer brengt, veroorzaakt wordt door bosbranden. Wanneer de verdroging verder oprukt, kan deze bijdrage nog verhogen. Het bos, een weldaad voor het klimaat Een bos dat groeit, neemt CO2 op. Die CO2 wordt voor 75 % vastgelegd in de bovengrondse en voor 25 % in de ondergrondse delen. Per jaar kan een groeiend bos 11 tot 55 ton CO2 vastleggen per hectare tot een leeftijd van 150 jaar. België heeft een CO2-uit-

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 3


Nog niet thuis in het klimaatjargon? Broeikaseffect Het broeikaseffect is een natuurlijk proces waarbij gassen in de atmosfeer de zonnewarmte opnemen en weer uitzenden naar de atmosfeer. Zonder dit fenomeen zou de temperatuur op aarde nooit boven nul uitkomen. De atmosfeer is gedurende de ontstaansgeschiedenis van de aarde regelmatig van samenstelling gewijzigd. Door die wijzigingen waren er ook grote veranderingen in het broeikaseffect, met klimaatschommelingen doorheen de geschiedenis als gevolg. De uitstoot van broeikasgassen Onder menselijke invloed is de laatste 250 jaar de concentratie CO2 in de atmosfeer met 30 % gestegen. De verbranding van fossiele brandstoffen (aardgas, aardolie, steenkool …) en de massale ontbossingen zijn daar verantwoordelijk voor. Ter vergelijking: de concentratie CO2 is de laatste 100 000 jaar tot 1750 ongeveer constant gebleven. De klimaatswijziging die we nu meemaken, is dus wel degelijk een belangrijke verstoring van het natuurlijke evenwicht in de atmosfeer. Naast CO2 komen nog andere broeikasgassen in grote hoeveelheden in de atmosfeer terecht onder invloed van de mens, zoals methaan. De Golfstroom De Golfstroom is een zeestroming die warm water van de Golf van Mexico naar de Noordzee brengt en voor het gematigde zeeklimaat in West-Europa zorgt. Door het smelten van de Noordpool kan die stroming vertragen of zelfs stilvallen, waardoor we een meer continentaal klimaat kunnen krijgen met koude winters en warme zomers.

4 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst

stoot van 14,3 ton/inwoner. De 810 000 Limburgers zijn verantwoordelijk voor 11,6 miljoen ton CO2. Er is dus minstens 211 000 ha supersnel groeiend bos nodig om die uitstoot te compenseren. Limburg is 242 214 ha groot en heeft ongeveer 50 000 ha bos. Waarschijnlijk wordt de CO2 die de Limburgers uitstoten maar voor 5 à 10 % gecompenseerd door de Limburgse bossen. Per hectare wordt in een volgroeid bos ongeveer 1 100 ton CO2 vastgelegd. Als men bos rooit (en niet heraanplant), gaat het vermogen om CO2 vast te leggen verloren. Bovendien komt de CO2 die vastligt in de bodem door allerlei rottingsprocessen vrij. Ontbossing heeft dus een dubbel negatief effect. De strijd tegen ontbossing is bijgevolg van groot belang om weerwerk te geven aan de klimaatsverandering. De Limburgse CO2-bossen Sinds 1998 zijn in Limburg zeven CO2-bossen aangeplant - in totaal 35 ha - in het kader van een samenwerking tussen Limburg.net (vroeger de afvalintercommunale Regionale Milieuzorg) en de Vereniging voor Bos in Vlaanderen (VBV). Met die bossen wil men de jaarlijkse CO2-uitstoot van de afvalverbranding in Limburg compenseren. Voor de aanleg van deze bossen werkten Limburg.net en de VBV telkens samen met lokale scholen, natuurverenigingen of buurtcomités. Er waren financiële middelen voor bosuitbreiding. Maar zoals talrijke particulieren met een wens om een perceel te bebossen, botsten ze in de meeste gevallen op tegenstand door andere regelgevingen. Het succes van dit project was om die reden erg bescheiden.

Goed bosbeheer: een slimme investering Niet onbelangrijk: in een beheerd bos wordt meer CO2 vastgelegd dan in een niet beheerd bos. Veel onbeheerde Limburgse bossen groeien maar weinig. Oude bomen moeten eerst afsterven vooraleer andere exemplaren dikker kunnen worden. Die afstervende bomen geven CO2 vrij. Als we hout oogsten, dan krijgen de overblijvende bomen extra groeiruimte. Wanneer dat hout verwerkt wordt in papier, spaanderplaat, OSB-platen, paletten, balken of meubelhout, dan komt die vastgelegde CO2 niet opnieuw in de atmosfeer. Weer een goede reden dus om je bos regelmatig te dunnen. Hout is een hernieuwbare grondstof met enorm veel toepassingen die met minder extra energie kan verwerkt worden dan veel alternatieven zoals beton, PVC, aluminium … Misschien zal hout in de toekomst daarvoor meer gewaardeerd worden. Als gevolg daarvan zou de houtprijs op de wereldmarkt wel eens kunnen stijgen: een tendens die recent al werd ingezet. Door bossen aan te planten en te beheren, doen we een goede zaak: ons land moet dan immers minder dure CO2emissierechten aankopen in het buitenland (dit laatste omdat ons land meer CO2-emissies werd uitgestoten dan werden verleend). Een gemiddeld bos van 1 ha, dat goed beheerd wordt, levert jaarlijks zo’n 7 m³ houtoogst op: dat is goed voor 2 ton CO2. Een goed bosbeheer is dus zonder meer een investering in een duurzame toekomst.


Klimaatswijziging: wat kan ik als bosbeheerder doen? Om je bos te wapenen tegen de klimaatswijziging kan je nu al bepaalde maatregelen nemen. • Als je bomen aanplant, kies dan voor soorten die goed zijn aangepast aan de bodem. • Ga nauwgezet te werk bij het aanplanten. Kies goed plantsoen en bescherm de wortels tijdens het planten extra goed. • Kies op drogere plekken voor soorten die minder water nodig hebben. • Blijf voldoende dunnen om stabiele (toekomst)bomen te krijgen die weerstand bieden bij stormweer. • Plant sterke, diepwortelende bomen aan de bosrand in de dominante windrichting.

Brandhout is beter Het gebruik van brandhout is CO2-neutraal. Dat wil zeggen dat door het verbranden van het hout dezelfde hoeveelheid CO2 in de atmosfeer terechtkomt als door het bos enkele jaren voordien vastgelegd. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt extra CO2 in de lucht. Die hoeveelheid CO2 werd ook ooit vastgelegd. Maar dat was een proces van miljoen jaren onder compleet andere omstandigheden van klimaat en atmosfeer. Je kan dus beter met brandhout je huis verwarmen: zo verbruik je minder stookolie of aardgas en dat is beter voor de CO2-balans in de atmosfeer. Zorg er wel voor dat je een efficiënte verbranding hebt: in oudere haarden en houtkachels gaat vaak veel energie verloren.

Figuur : bossen in de koolstofcyclus

CO2 in de lucht ten tijde van de dinosaurussen en vroeger

Lichtblauw Donkerblauw Zwart Bruin Groen Oranje

Oceanen

lucht water aardolie/aardgas houtproducten bos menselijke adtiviteiten

Fotosynthese en andere biologische processen

Korte CO2-cyclus

Verbranden Verbranding van fossiele brandstoffen

CO2 opgeslagen in bossen

CO2 in de lucht in 2008 Fotosynthese

Ver bra nde n

Houtoogst

CO2 in fossiele brandstoffen

van

af v alh out

CO2 opgeslagen in houtproducten

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 5


Dertigste Week van het Bos focust op klimaat Bosliefhebbers kennen de traditie: ieder jaar in oktober organiseert het Agentschap voor Natuur en Bos, samen met de Vereniging voor Bos in Vlaanderen en tal van lokale partners, de Week van het Bos. Gedurende een hele week gonst het in de Vlaamse bossen van de leuke, ontspannende en leerrijke activiteiten. Het thema voor deze dertigste editie is brandend actueel: het klimaat.

De Week van het Bos is de perfecte aanleiding om het belang van bossen voor de aarde bij jong en oud bekend te maken. De Week van het Bos wordt zoals steeds een feestelijke bosweek, maar ditmaal met een stevige klimaatpoot. Wat zijn de gevolgen van de klimaatswijziging voor onze bossen en voor de planten en dieren die er leven? Welke invloed hebben bossen op de klimaatverandering? Koolstofopslag in het bos, ontbos-

sing in de tropen, duurzaam geproduceerd hout, hout als klimaatvriendelijke grond- en brandstof: al deze thema’s komen aan bod. De daad bij het woord Maar: klimaat is niet enkel een zorg voor het beleid. Het is zonneklaar dat dit thema iedereen aanbelangt. Of nog: we kunnen allemaal ons steentje bijdragen. Het dagelijkse verkeer op de weg is verantwoordelijk

voor een groot deel van de CO2-emissies. Dit jaar lanceren de organisatoren van de Week van het Bos daarom een warme oproep naar iedere bosbezoeker. Voeg de daad bij het woord en wees vriendelijk voor het klimaat. Spring op de fiets, neem trein, tram of bus of strek je benen en kom op adem in de frisse lucht. Limburg doet mee Op het grootste bosevenement van Vlaanderen mag de provincie Limburg natuurlijk niet ontbreken. De Week van het Bos in Limburg is ook dit jaar weer erg gevarieerd opgevat: er zijn workshops, thematische wandelingen, een paddenstoelentocht en een gedichtenwandeling, belevingstochten voor kinderen … Voor een volledig overzicht of activiteiten in je buurt, surf je best naar www.weekvanhetbos.be. Week van het Bos in heel Vlaanderen van 5 tot 12 oktober. Wie nieuws en weetjes over de campagne graag rechtstreeks in de bus krijgt, abonneert zich gratis op de digitale nieuwsbrief. Mail naar weekvanhetbos@vbv.be of schrijf je in via de website.

Domeinbos Pijnven (Hechtel-Eksel) Programma: 13.30 u.: Officiële start Week van het Bos 14.30 u.: Televisiemaker Jos Van Hemelrijck (Canvas, 'Over Leven') vertelt over de Belgische Zuidpoolexpeditie 15.30 u.: Geleide wandelingen met boswachters 14.30 u., 15.45 u. en 17.00 u.: Poppenkastvoorstellingen voor de kleinsten Doorlopend tot 18.00 u.: Ecodriving-simulator (leren zuinig rijden), gekke fietsen parcours, reuzenspelen, goochelacts, prijzenrad voor alle kinderen en alle fietsers, knutselatelier voor kinderen, bos-bar, infostanden van ANB, VBV, Centrum Duurzaam Bouwen, … Datum: zondag 12 oktober 2008 Afspraak: aan het Bosmuseum langs de Kiefhoekstraat.

6 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst


boomverzorging

Het grondvlak Het grondvlak van een bos zegt iets over de dichtheid van de boomstammen. Het vertelt veel over hoe dicht het hout staat en is een handig maatgetal om snel wat ruw rekenwerk te verrichten. In een bos met een laag grondvlak kan je ver kijken tussen de bomen (als het tenminste niet vol struiken staat), in een bos met een erg hoog grondvlak kijk je al snel tegen een muur van boomstammen aan. Maar waarvoor kan je het grondvlak in de praktijk gebruiken?

Wat is het grondvlak? De definitie van grondvlak is vrij eenvoudig: het is de som van de stamdoorsneden op 1,5 m hoogte (borsthoogte) van alle bomen die op een hectare staan. Grondvlak wordt uitgedrukt in vierkante meter per hectare (m2/ha). Het grondvlak wordt gerelateerd aan een meting op borsthoogte omdat die gebruikelijk is in het bos (handig werken, geen invloed van wortelaanlopen). Het grondvlak is dus een som van cirkeldoorsneden. De overgang van diameter (D) naar grondvlak (G) is de klassieke formule van de oppervlakte van een cirkel: G = pi/4 x D x D Het getal pi is ongeveer gelijk aan 3,14 of 22/7. De som van de grondvlakken van alle individuele bomen geeft het grondvlak van het bosbestand. Hoe bepaal je het grondvlak? Je kan het grondvlak bepalen door de dikte van alle bomen te meten, cirkeldoorsneden te berekenen en met de oppervlakte van het perceel rechtstreeks het grondvlak te berekenen. Deze methode is accuraat, maar omslachtig. Iets minder nauwkeurig, maar handiger is het dan om de bomen in een

proefvlakje te meten (cirkel van 5 of 10 are) en dit door te trekken naar een volledige hectare. De methode wordt nauwkeuriger naarmate je meer proefvlakken opmeet, maar dat is natuurlijk meer werk. Het bepalen van het grondvlak is veruit het handigst met de methode van Bitterlich. Het achterliggende wiskundige principe van de Winkelzahlprobe van Bitterlich is vrij ingewikkeld, maar de korte samenvatting is eenvoudig (Figuur x).

lengte. Als je hier langs kijkt, beschouw je het bos door een zekere kijkhoek. Nu, bomen die breder lijken dan het gleufje tellen mee voor 1 m/ha, bomen die volledig binnen de gleuf lijken te vallen tellen niet mee. Je moet dan maar van op een toevallig gekozen plek met je meettoestel een volledige cirkel beschrijven en alle bomen tellen die breder lijken dan de gleuf in het plaatje. Het aantal bomen dat je zo telt, geeft ineens het grondvlak in m2/ha. De afstand tot de boom doet er niet toe. Een dikke boom ver weg kan min of meer even veel kans maken om meegeteld te worden als een dunne dichtbij. Herhaal deze meetmethode enkele keren per hectare en je hebt in een mum van tijd een vrij betrouwbare schatting van het bestandsgrondvlak zonder individuele diameters te meten. Wat kan je doen met het grondvlak? Je zou het kunnen gebruiken om de dichtheid van je bos te vergelijken met dan van iemand anders, of met productietabellen. Het gemiddelde (dichte) Vlaamse bos heeft algauw een grondvlak van 20-30 m2/ha, erg dichte bestanden van Corsicaanse den lopen zelfs op tot 50-60 m2/ha. Heb je liever een ijler bos met goed ontwikkelde individuele bomen en een struiklaag, dan moet je het grondvlak lager houden dan deze waarden. Dit kan bijvoorbeeld door het uitvoeren van een dunning. Wetende dat een bos ongeveer 0.5 à 2 m2/ha/jaar grondvlakbijgroei heeft, kan je dit getal eventueel gebruiken bij het bepalen van de dunningssterkte. Een andere toepassing van het grondvlak is om heel snel het staande houtvolume te bepalen, met behulp van de hoogte van de dominante bomen en een correctiefactor voor het verloop van de bomen (vormgetal F). Het volume is dan grondvlak x hoogte x vormgetal en dat laatste getal zit meestal iets onder de 50 %. Je kan nauwkeuriger waarden voor het vormgetal per boomsoort vinden in gespecialiseerde publicaties. Maar als je tevreden bent met een foutenmarge van 10 à 20 %, ben je al een heel eind op weg. Een voorbeeld: ik tel met m’n grondvlakplaatje op drie verschillende plaatsen in het bos 19, 22 en 20 bomen, dus heb een grondvlak van ongeveer 20 m2/ha. De hoogte schat ik op 23 meter. De vermenigvuldiging is 460, de helft is 230, afgerond naar beneden besluit ik dat er ongeveer 200 m2/ha hout staat in het bos. Er bestaan methodes om dit veel nauwkeuriger te bepalen, maar niet op 10 minuten tijd. En bosbeheer is zoveel meer dan wat houtvolumes alleen, toch?! Meer info: op www.inverde.be vind je onder ‘Kennisdatabank’ een toelichting in beeld van deze methode.

Voor de grondvlakmeting bestaan meettoestellen die je ook gemakkelijk zelf kan maken Deze bijdrage is een bewerking van het artikel door een plaatje met een gleuf van 1 cm breed ‘Het grondvlak’ van Robbie Goris, verschenen te bevestigen aan een touwtje van 50 cm in Bosrevue 20 (jaargang 2007).

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 7


soort in de kijker

De eikelmuis: een guitige Zorro in Zuid-Limburg

De eikelmuis komt in heel Zuid-Limburg voor. De gemeente Kortessem ontfermde zich over dit guitige diertje in het kader van het project ‘Gemeenten adopteren Limburgse soorten’. De eikelmuis leeft in boomgaarden, hagen, houtkanten en bos(randen). Deze landschapselementen vinden we nog wel in Limburg. Toch duiden allerlei signalen erop dat de eikelmuis het de laatste tijd lastig heeft. Vaak volstaan eenvoudige ingrepen om hier verandering in te brengen.

8 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst


De eikelmuis, een slaapmuis Met zijn zwarte oogmasker heeft de eikelmuis z’n bijnaam ‘Zorro’ niet gestolen. Het diertje is een stuk groter dan een echte muis. Kenmerkend is ook zijn dichtbehaarde staart die eindigt in een zwartwit pluizige penseel. De eikelmuis behoort, net zoals de in Voeren geadopteerde hazelmuis, tot de familie van de slaapmuizen. Tijdens het winterhalfjaar houden deze diertjes een winterslaap. Ze verschuilen zich dan in een holte: een oude zolder, een schuurtje of zelfs een oude tafellade. Hun nestje maken ze liefst in een holle boom, een takkenhoop of speciaal voor hen opgehangen nestkasten. Dol op insecten en fruit Eikelmuizen zijn alleseters. Dierlijk voedsel vormt de grootste brok van hun dieet: huisjesslakken, wormen, spinnen, insecten en andere ongewervelden zijn dagelijkse kost. Als ze de kans krijgen, eten eikelmuizen ook jonge vogels, eieren, amfibieën en reptielen. De naam ‘fruitratjes’ danken ze aan hun voorliefde voor fruit. Elke fruitsoort is goed, maar gevarieerde boomgaarden met zowel vroeg als laat fruit en schuilmogelijkheden in aangrenzend bos of houtkant zijn top of the bill. [cursief] Fruitratjes zijn nogal kieskeurige eters; ze knagen vooral aan het zoetste fruit dat aan de hoogste takken groeit. Uiteraard kunnen ze ook in de natuur hun zoete verslaving botvieren. Vruchten van bosbes, braam, zoete kers, sleedoorn, kornoelje, meidoorn, hondsroos en allerlei andere bosvruchten staan op hun menu. Waar de eikelmuis graag toeft De gedroomde leefomgeving van de eikelmuis is een oude hoogstamboomgaard met verschillende fruitsoorten die vruchten geven in de herfst. Rond de boomgaard staat liefst ook een struis uitgegroeide haag die vruchten draagt en onderdak geeft aan insecten, slakken en ander dierlijk voedsel. In het ideale geval leidt deze haag naar een bos met een goed ontwikkelde mantel- en zoomvegetatie waar de eikelmuis graag zijn kostje bij elkaar scharrelt. Met in de buurt ook nog ergens een oud schuurtje of een takkenhoop kan het niet meer stuk. De eikelmuis vindt dan vast een plekje om zijn winterslaap te doen en een nestje te bouwen. Dit ideaalbeeld strookt jammer genoeg steeds minder met de realiteit. Waar boomgaarden, erven en tuinen er vroeger vaak ‘gezellig rommelig’ bij lagen, worden deze plaatsen tegenwoordig vaak keurig onderhouden. Hagen worden strak geschoren, wilde plekjes worden gemaaid en rommelhoekjes of oude schuurtjes bestaan niet meer. Eikelmuisjes vinden in deze nette omgeving geen schuil- of nestelgelegenheid meer. Geschoren hagen geven bijna geen vruchten en er leven veel minder insecten en slakken. Ook plotse bosovergangen zonder mantel- en zoomvegetatie zijn voor de eikelmuis een stuk minder attractief. Je doet er dus goed aan om vruchtdragende hagen of houtkanten aan te planten. En laat in een stukje bos, boomgaard of tuin de opruimwoede achterwege: dat is een weldaad voor de natuur. Project ‘5-gemeentenpunt’ In het gebied rond Wimmertingen zijn nog heel wat kansen voor de eikelmuis, maar ook voor soorten zoals de kamsalamander en de steenuil. Hier wordt dit najaar het project ‘5-gemeentenpunt’ gelanceerd. In dit project werken vijf lokale natuurverenigingen, de vijf gemeenten, de Vlaamse Landmaatschappij, Natuurpunt en het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren samen aan landschapsherstel. De bedoeling is om inwoners en landbouwers te stimuleren om op de juiste plaatsen houtkanten, hagen, poelen en hoogstamboomgaarden aan te leggen en hen daarin te ondersteunen. Dankzij de financiële steun van de verschillende partners kost het de eigenaar bovendien maar een fractie van de werkelijke prijs. Inwoner van Wimmertingen en geïnteresseerd? [vet] Neem dan contact op met het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Vorststraat 2, 3500 Hasselt, tel. 011 31 38 98, info@rlh.be

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 9


beheer van bomen

Een boom gelukkig maken Straat-, park- en dreefbomen in Vlaanderen maken moeilijke tijden door. Er wordt heel wat groen aangeplant, dat wel. Maar slechts weinig bomen in openbare groenvoorzieningen worden volwassen, laat staan dat ze hun natuurlijke leeftijdsgrens bereiken. Bomen die vandaag de grond in gaan, worden gemiddeld geen dertig jaar oud, zo tonen onderzoek in het buitenland en waarnemingen in Vlaanderen aan. In die tijdsspanne staan ze er bovendien een groot deel van de tijd armzalig bij en vragen ze flink wat onderhoud. Willen we ooit nog imposante dreven en monumentale parkbomen laten opgroeien, dan is een fikse ommezwaai nodig. Gebrek aan kennis over het onderhoud van bomen en aan respect, zowel bij de beleidsmakers als bij de weggebruikers, is een belangrijk pijnpunt. Om het tij te doen keren, bracht de Vlaamse overheid een praktische gids uit, boordevol tips voor terreinbeheerders. Ook voor bos- en tuineigenaars bevat dit Vademecum Bomen nuttige informatie. Wij fietsten er doorheen.

Hoe plant je een boom? De juiste boom op de juiste plaats De keuze van de locatie en de boomsoort die daarbij past, is een belangrijke eerste stap. Denk hierbij niet aan de situatie nu, maar wel aan hoe het er moet uitzien wanneer de bomen volgroeid zijn. De meeste bekende boomsoorten worden meer dan 20 m hoog en hebben een kroondiameter van een goede 10 m en liefst het dubbele. Bovendien zijn niet alle soorten even goed opgewassen tegen luchtvervuiling, bodemverdichting of zuurstoftekort. Wanneer bomen niet de nodige ruimte of vrijheid krijgen om hun natuurlijk karakter te ontwikkelen, takelen

10 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst

ze snel af; onderhoudskosten en veiligheidsrisico’s zijn dan je deel. Volg dus het advies van een deskundige of raadpleeg een goede bomengids. Soms is het ecologische of het landschappelijke karakter minder belangrijk, bijvoorbeeld in tuinen en dichtbevolkte woonzones. In zo’n gevallen kies je beter voor uitheemse, standplaatsgeschikte bomen in plaats van vast te houden aan een inheemse soortenlijst. Dreven verjongen: ga niet over één nacht ijs Voor een mooi aaneengesloten rij grote bomen (meer dan 12 m hoog) plant je de

bomen best op 8 tot 15 m van elkaar. Dichter bijeen heeft geen zin en bezorgt je later handenvol onderhoud. Soms tref je in bomenrijen jonge exemplaren aan tussen oude bomen. Door het tekort aan licht kunnen deze aankomende bomen nooit volwassen worden, en dat is een spijtige zaak. Het gat tussen de kronen van de oudere bomen zal waarschijnlijk al lang dicht gegroeid zijn tegen de tijd dat de jonge boom boven komt. Je vervangt daarom beter geen bomen in een dreef. Een beter idee is de dreef volledig te vernieuwen wanneer ze van haar pluimen laat. Wanneer je een dreef best vervangt, daar doet het vademecum geen uitspraak


Snoeitips Enkele vuistregels wanneer je aan het snoeien gaat: • Snoei maximaal tot de helft van de hoogte van de boom, bij volwassen bomen maximaal tot een derde. • Neem per snoeibeurt maximaal 20 % van het kroonvolume weg, dus maximaal één zijtak op vijf. • Regelmatig (om de 2 à 3 jaar) een beetje (maximaal 20 %) snoeien, levert betere resultaten. Het is ook efficiënter, aangezien je nooit dikke takken moet wegnemen. • Snoei nooit gelijk met de stam, maar langs de takkrans (zie figuur).

over. Sommigen menen dat een dreef aan vervanging toe is wanneer 60 % van de dreefbomen aangetast is. Maar dat percentage kan ook hoger liggen. Je kan er ook voor kiezen om enkele getuigenbomen te behouden. Het vervangen van dreven gebeurt best planmatig over een groter gebied: zo houd je steeds dreven van verschillende leeftijdsgroepen en blijft de aanblik ongeschonden. Een goed beheerplan is onmisbaar. Een steuntje in de rug Dat aanplantingen mislukken, blijkt vaak te wijten aan het te diep planten van de bomen. De wortelhals moet nog net boven de grond zitten. Bij planten met kluit mag alleen een zeer dun laagje aarde de kluit bedekken. Palen doen soms meer kwaad dan goed. Gebruik bij voorkeur palen tot op kniehoogte. De paal dient namelijk om de wortel vast te houden, niet de stam. Na twee tot drie groeiseizoenen moet je de paal wegnemen. De boom moet aan zijn voet voldoende stevig hout kunnen opbouwen. Door een steun van buitenaf wordt het evenwicht verstoord. Je plaatst de paal in de overheersende windrichting, zodat de boom hier van weg waait. Je bindt het uiteinde van de paal aan de boom vast. Een jaarlijkse controle is geen overdreven luxe: het is immers absoluut te vermij-

den dat de boom ingroeit in het gebruikte bindlint of in de wildbescherming. Kruiden onder jonge bomen wegmaaien is nuttig, maar kan bij onvoorzichtig werk de stamvoeten beschadigen. Boomwortels, een vergeten onderdeel?! Een levensbelangrijk deel van de boom groeit onder de grond: dat wordt nog al te vaak vergeten. De wortels zijn misschien wel het allerbelangrijkste onderdeel van een boom, want ze nemen water, zuurstof en voedsel op en verankeren de boom. Het wortelstelsel reikt gemiddeld twee tot drie keer verder dan de kroonomtrek van de boom. Een boom heeft dus een veel groter wortelstelsel dan de kluit die zichtbaar wordt als de boom omwaait. Onze voorstelling van de structuur van de wortels is maar al te vaak verkeerd. Het zijn geen dikke zware takken die recht naar beneden lopen, maar eerder een netwerk van talrijke fijne wortels die dicht tegen de oppervlakte liggen. Enkele wortels kunnen soms diep onder de grond lopen, maar het klassieke verhaal van de cruciale ‘penwortel’ bij grote bomen is overdreven. De penwortel wordt vaak al in de kwekerij doorgesneden en komt nooit meer terug, zoals je kan zien bij gelijk welke omgewaaide boom. Concreet zit 80 % van de wortels in de eerste

• Wanneer de diameter van de takken die je moet snoeien in cm dikker is dan de hoogte van de boom in m, dan ben je te laat. Bij grote bomen snoei je beter geen takken die dikker zijn dan je pols. • De zomer is het beste tijdstip om te snoeien. De boom is dan minder gevoelig voor ziekten en vormt minder waterlot. De vroege lente en de herfst zijn het minst geschikt. Vormsnoeien zoals knotten en kandelaren doe je best in de winter: dan zijn er meer scheuten uit slapende knoppen. • Snoeien doe je niet met een kettingzaag: dat zorgt voor lelijke wonden. Als het nodig is om met een kettingzaag te werken, dan ben je meestal ook te laat (de polsdikte is overschreden). Kandelaren en knotten is enkel aangewezen als je daar van bij de aanplant voor hebt gekozen. Deze behandeling moet al van op jonge leeftijd van start gaan. Door een oudere boom plots te gaan kandelaren vanwege licht- of ruimtegebrek, geef je hem meestal de doodsteek. Het is bovendien een intensief en duur karwei: eens begonnen, kan je niet meer stoppen. Wanneer je het verkeerd aanpakt, kan het bovendien gevaarlijk worden. De boom kan inrotten door de grote snoeiwonden. Soorten als boskers, berk en populier zijn hier gevoelig voor. Waterlot: wanneer bestaande knoppen op de stam uitlopen. Dit is meestal een reactie op te sterke snoei. Dan probeert de boom met het waterlot zijn bladoppervlakte te herstellen. Kandelaren: is een snoeivorm waarbij alle gesteltakken periodiek geknot worden. Het takkengestel lijkt op een meerarmige kandelaar. Het vormen van een gekandelaarde boom begint bij de jonge boom.

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 11


30 centimeter van de bodem en 99 % in de eerste meter. Verstoring van de bovenlaag van de grond - door afgraven, ophogen, het leggen van leidingen … - heeft dus nefaste gevolgen voor de boom. De duizenden kleine worteltjes die zuurstof, water en voeding opnemen, bevinden zich exact op die diepte waar alles wat de boom nodig heeft in evenwicht is. Een ophoging van amper enkele centimeters heeft al een grote impact op de boom. Wortels hebben ruimte en zuurstof nodig De staat van de bodem bepaalt in belangrijke mate of een boom het goed doet. Wanneer het doorwortelbare bodemvolume te klein is, of het zuurstofgehalte te laag, krijgt je gegarandeerd problemen. Voor een middelgrote boom heb je al snel zo’n 100 tot 200 m³ doorwortelbare en goed beluchte bodem nodig. Aangezien de wortels in de eerste meter diepte zitten, betekent dit minstens 10 op 10 m vrije ruimte rond de stam. Lukt dit niet, dan moet je kunstmatig beluchten, draineren en bewateren: een dure en weinig duurzame aangelegenheid. In de praktijk krijgen nog maar weinig stadsbomen voldoende ruimte. In veel gevallen worden enkele stoeptegels weggehaald en de boom erin gepoot. Ruimtegebrek is één van de voornaamste oorzaken van het mislukken van groenbeplantingen.

Voorkom bodemverdichting Een verdichte bodem heeft vaak een verstoorde water- en luchthuishouding en een slechte doorwortelbaarheid. Bodemverdichting voorkomen is dus de boodschap - ook tijdens werken. Baken een beschermingszone af om het wortelgestel zo goed mogelijk te beschermen tegen beschadiging. Deze zone moet minstens zo groot zijn als de projectie van de kroon met een marge van 1,5 tot 2 m. Bij de start van de werken baken je de beschermingszone af met werkhekkens. Een veel voorkomend euvel is namelijk bodemverdichting door sluipverkeer op kleine wegen: de auto’s kunnen elkaar niet kruisen en rijden vlakbij de stammen in het zand. Beuk is hier bijvoorbeeld erg gevoelig voor.

- dat kan soms 20 tot 30 jaar duren -, is het grootste snoeiwerk achter de rug. Je hoeft dan – als alles goed gaat – niet meer te snoeien. Behalve misschien een enkele onderhoudssnoei om gevaarlijke, dode of zieke takken weg te halen. Bij de begeleidingssnoei haal je de onderste takken stelselmatig weg. En je verwijdert probleemtakken op tijd: dubbele toppen en takken die door wrijving andere takken of de stam beschadigen. Boven de takvrije stam, in de definitieve kroon, hoef je dubbele toppen en andere probleemtakken niet meer weg te halen. Als bomen een verkeerde standplaats en/of niet voldoende ruimte hebben om te groeien, dan bereiken ze niet de hoogte die nodig is voor een voldoende takvrije stam. Acht meter takvrij betekent immers dat de boom minstens 16 m hoog is, vermits de kroon nooit minder dan de helft van een boom mag uitmaken. Dikwijls wordt dan toch gesnoeid tot de takvrije stam bereikt is en er dus bijna geen kroon over blijft. De bomen waren al niet vitaal en zullen door deze ingreep helemaal verkommeren. Daarbij komt nog dat een boom die niet in de hoogte gaat, meestal zware zijtakken en dubbele toppen vormt, en er dus grote snoeiwonden en een kromme boom ontstaan.

Snoei alleen wanneer het moet Wanneer je een boom snoeit, breng je altijd verwondingen toe, waarlangs allerlei ziekten de boom kunnen binnendringen. Als je levende takken wegneemt, verliest de boom bovendien groeikracht. Snoei dus alleen als het echt noodzakelijk is. Bij een normaal onderhoud voer je gedurende de eerste jaren een ‘begeleidingssnoei’ uit. Dat doe je tot de boom een voldoende takvrije stam heeft waaronder het wegverkeer kan passeren. Voor straatbomen is dit 7 à 8 meter, voor bomen langs fiets- en voetpaden Ontzag voor de boom 5 à 6 meter. Zodra de takvrije stam bereikt is Nu je eenmaal weet wat er allemaal kan mislopen met een boom, ben je misschien verwonderd dat er nog bomen zijn die onze behandelingen overleven. Ontzag voor de kracht van een boom is dus echt wel op z’n plaats. Veel bomen kunnen blijkbaar heel wat verdragen. Toch zijn er grenzen aan wat een boom aankan. Het gebeurt maar al te vaak dat bomen letterlijk aftakelen door een lang volgehouden verkeerde behandeling. Ook verdwijnen heel wat jonge en gezonde bomen door onze drang naar voortdurende vernieuwing en verandering. De zwakte van een boom is misschien wel dat wat hij gedurende eeuwen heeft opgebouwd met één gebaar van de mens van de kaart kan geveegd worden … Alle info over het ‘Technisch vademecum bomen’: www.harmonischparkengroenbeheer.be Je kan het vademecum hier ook downloaden of zelf aankopen. Dit kan bij Veerle Decock van het ANB (veerle.decock@lne.vlaanderen.be), door storting van ¤ 60 op het rekeningnummer091-2206053-11, met vermelding van TVBomen.

Deze bijdrage is een bewerking van het artikel ‘Bomen Beter Beheren’ van Jan Goris van de Bosgroep Houtland, verschenen in ’t Boomblad, lente 2008. Foto’s en tekeningen komen uit het Vademecum Bomen van het Agentschap voor Natuur en Bos.

12 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst


Bij deze treurwilg zijn zonder enige reden alle basistakken afgezaagd. Nochtans is er de nodige groeiruimte en waren er geen gebreken. De kans is nu groot dat de boom gaat rotten en binnen enkele jaren letterlijk in elkaar stuikt. Met knotten of kandelaren, waarvoor dergelijke ingrepen al te vaak doorgaan, heeft dit weinig of niets te maken.

Bijna alle wortels van een boom bevinden zich in de bovenste 30 cm aarde, in een straal die tot drie keer groter is dan de straal van de kroon. Elke activiteit in deze zone (materiaal opslaan, berijden met voertuigen, vuur maken, afgraven, ophogen, zout, olie of cement lozen …) veroorzaakt ernstige schade aan de boom.

Een middelgrote boom heeft al gauw 100 tot 200 m³ doorwortelbare en goed beluchte bodem nodig. Dit betekent bijvoorbeeld een plantvak van 10 m bij 10 m. Te weinig ondergrondse groeiruimte is één van de belangrijkste redenen voor het mislukken van beplantingen in woongebieden. Een te klein plantvak in een verdichte bodemomgeving trekt bovendien zowel bovengronds als ondergronds water aan, waardoor de bomen verdrinken.

Een goede snoeier concentreert zich eerst op probleemtakken zoals dubbele toppen en beschadigde takken. Pas dan komt het opsnoeien van de onderste takken aan de beurt. Bij elke snoeibeurt neem je niet meer dan 20 % van de kroon weg. Vervolgens laat je de boom twee tot drie groeiseizoenen herstellen, dan pas is het tijd voor een volgende snoei. Door regelmatig te snoeien vermijd je dikke takken te moeten wegnemen. De hoeveelheid werk en de schade aan de boom blijven daardoor beperkt.

Een boom mag niet te strak vasthangen aan zijn paal. Om wrijfschade te voorkomen, maak je de band hoog genoeg aan de paal vast en bevestig je tussen de boom en de paal een speciaal hiervoor ontworpen plaatje, de zogenaamde aanschuifmof. Om de boom zelf voldoende stabiliteit te laten ontwikkelen, moet je de paal na twee tot drie groeiseizoenen verwijderen. ‘Ingroeien’ moet je in elk geval zien te vermijden.

Als we onze bomen genoeg ruimte geven, ze voldoende met rust laten en … als we genoeg geduld hebben, dan groeien ze uit tot kolossale eeuwenoude monumenten waaraan verschillende generaties plezier beleven.

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 13


onze leden aan het woord

Op excursie met de Bosgroepen De afgelopen zomer organiseerden de Limburgse Bosgroepen twee excursies: in juni een gegidst bosbezoek in Marche-en Famenne en in juli een dubbeluitstap naar het Afrikamuseum en het Zoniënwoud. Wij sprokkelden enkele reacties bij de deelnemers. Duurzaam bosbeheer: de rode draad Een excursie naar de buren is verrijkend, daarover is iedereen het eens. Ook al is de situatie ter plekke vaak erg verschillend van de condities op Limburgse bodem, en is de opgestoken informatie niet altijd rechtstreeks toe te passen in het eigen bos, toch vinden de leden het erg boeiend om sprekende voorbeelden van goed bosbeheer te zien. “Duurzaam bosbeheer is de rode draad: die principes vind je terug in België, Polen, Schotland tot zelfs in Afrika. Ze nog eens bevestigd zien in de praktijk, werkt versterkend.” En: “Algemene wetenswaardigheden en tips over dunningen en kappingen zijn altijd mooi meegenomen. Van wat je bijleert, neem je altijd wel iets mee in je eigen bosbeheer.” De drijfveer: kennis opsteken en die thuis toepassen Kennis meepikken die direct bruikbaar is in het eigen bos, is voor bepaalde leden zelfs dé drijfveer om mee te gaan op excursie. Dat beide uitstappen oude bosgebieden als bestemming hadden, was voor veel leden een pluspunt. “Met eigen ogen zien hoe het er bij

14 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst

ons, zij het dan op veel kleinere schaal, binnen enkele decennia kan uitzien, is een echte opsteker.” Nog een reden die wordt opgegeven om mee op uitstap te gaan, is het uitwisselen van ervaringen met andere leden. “Zo vaak zien we mekaar niet en bij een bospicknick komen de tongen vanzelf los.” Deskundige gidsen Dat op de Ardennen-uitstap de opkomst wat minder was, vond een deelnemer niet eens een nadeel: zo kon hij meer gerichte vragen stellen aan de begeleider en de gids, en was er meer tijd voor een pittig discours. Zowel in Marche-en-Famenne als in het Afrikamuseum én het Zoniënwoud werd de aanpak van de gidsen bijzonder gesmaakt. Een excursie valt of staat met de deskundigheid en het spreektalent van de gids, zo vindt men, maar daarover viel dus allerminst te klagen. “Het is bijzonder inspirerend om een bevlogen bosbeheerder te horen praten over zijn stiel. Een oeroud beukenbos als het Zoniënwoud vormt het ideale kader om al die interessante verhalen te aanhoren.”

Excursie ‘Hou ’t vast’ in Tervuren en Zoniën: een verslag Op 30 juli kregen boseigenaars uit Limburg een rondleiding in de tentoonstelling ‘Hou ’t vast’ in het Afrikamuseum in Tervuren. Onder leiding van een enthousiaste gids werden ze ondergedompeld in het tropische bos van Centraal-Afrika. Van regenwoud tot savanne, over Afrikaanse Mahonie, ebbenhout en Wengé, van illegale houtkap tot FSC: het kwam allemaal aanbod. Eén van de boseigenaars had nog in de rubberplantages in Kongo gewerkt en gaf het verhaal van de gids een persoonlijke toets. Verderop werd stilgestaan bij de toepassingen van tropisch hout. Zowel het gebruik in Afrika (tamtam’s, maskers, beelden …) als in Europa (meubels, treinsporen, binnenhuisinrichting …) kwamen aan bod. Die kennis en details zijn afkomstig uit de grootste ‘houtbibliotheek’ (xylarium) van de wereld, die verbonden is met het Afrikamuseum. Na een Afrikaans middagmaal en dito biertje werden ze in het Zoniënwoud verwacht. Boswachter Dirk Raes wijdde hen in de geschiedenis en het beheer van het ‘ Stadbos van Brussel’ in. Uiteraard ging hij uitgebreid in op de oude beukenbestanden, die wel goed groeien maar niet verjongen op de harde leembodem. Met de inventarisatie van dood hout, het aanplanten van bosranden en het beheer van open plekken werd de link naar het FSC-label gelegd. De jonge aanplantingen van inlandse eik met verplegende soorten als linde, esdoorn en boskers zullen in de toekomst voor meer variatie zorgen in dit bos. Na nog een bezoek aan het arboretum verlieten de deelnemers de ‘reus op lemen voeten’ van de Vlaamse bossen.


Plant een boom … en doe mee aan ‘The Million Tree Campaign’.

Deze campagne kadert in ‘The Billion Tree Campaign’, die gestart werd door het Milieuprogramma van de Verenigde Naties. De oorspronkelijke doelstelling was het aanplanten van één miljard bomen. Ondertussen werden al meer dan twee miljard bomen geplant en is een nieuw doel vooropgesteld: zeven miljard bomen tegen eind 2009! Vlaanderen mag hier niet in ontbreken! Met onze lage bebossingsindex (10,8 %), kunnen wij zeker wat extra bossen en bomen gebruiken. In Vlaanderen wordt de campagne getrokken door de Vereniging voor Bos in Vlaanderen (VBV). Met de financiële steun van en samenwerking met de Vlaamse overheid, wil de VBV in Vlaanderen één miljoen bomen aanplanten en registreren. In 4 jaar tijd willen de Vlaamse initiatiefnemers 1 miljoen bomen planten. Dit komt ongeveer overeen met een bos van 500 ha. De VBV wil zich opstellen als tussenpersoon om gronden en financiële middelen samen te brengen. Met deze middelen zullen, zowel in Vlaanderen als in het Zuiden, gronden bebost worden. Registreer via de teller op de website www.vbv.be de bomen die je zal aanplanten. Zo help je het virtuele boompje groeien, maar draag je vooral bij aan een mooier en gezonder Vlaanderen! Meer info: www.vbv.be

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 15


nieuws van de bosgroepen Bosgroep Hoge Kempen Een nieuwe start Allereerst is een woordje van dank op zijn plaats. Voor alle eigenaars die er begrip voor konden opbrengen dat de Bosgroep Hoge Kempen naar een lagere versnelling schakelde tijdens de afwezigheid van de coördinator. In het vorige nummer kon je al lezen hoe Eddy Cryns en Sus Willems, samen met de rest van het personeel van de Limburgse Bosgroepen, voor de opvolging zorgden. Ook voor deze mensen een welgemeende dank! Beleidsplan De eerste taak van coördinator Lise Hendrick na haar terugkeer was te zorgen voor een beleidsplan voor de periode 2009 - 2014. Tegen 1 oktober 2008 moet dit plan worden ingediend om de subsidies van het Vlaamse Gewest voor die periode te verzekeren. De Raad van Bestuur van de Bosgroep heeft de krijtlijnen van dit plan uitgezet. Op 23 september keurde de Algemene Vergadering dit beleidsplan goed. Ook de resultaten van de enquête van de Algemene Vergadering van 16 februari zijn hierin verwerkt. De aantallen zijn te klein om gefundeerde conclusies te trekken, maar bepaalde strekkingen zijn duidelijk: • Het is niet omdat we subsidies krijgen dat we geen beroep kunnen doen op vrijwilligers. • Van de coördinator wordt actieve ondersteuning verwacht, zowel wat betreft het papierwerk als het beheer. • De aanwezige leden waren erg tevreden over de vormingsactiviteiten en ’t Limburgs Bosbelang. • De ecologische en de economische functie van het bos worden als belangrijk beschouwd, de recreatieve minder. • Geen half werk leveren: waar we mee bezig zijn, moeten we goed doen. Ook al vraagt dat meer dan één terreinbezoek per eigenaar. Terreinbezoeken Naast de administratieve kant van de zaak blijft het terreinwerk een belangrijke peiler van de Bosgroep. Voor de goedgekeurde beheerplannen van Dilsen-Stokkem en Maasmechelen is er nood aan opvolging van de geplande beheerwerken. Voor een aantal eigenaars kunnen we subsidies aanvragen voor de ecologische en de recreatieve functie. Verder moet het beheerplan van Kattevennen-Noord nog worden aangevuld. Binnen enkele maanden hopen we goedkeuring te krijgen van de uitgebreide beheerplannen van As en Zutendaal, zodat we ook daar ver-

16 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst

der aan de slag kunnen. Als we op al deze vlakken vooruitgang boeken, kunnen we bovendien starten met de voorbereidingen van een uitgebreid bosbeheerplan in Lanaken. En dan zijn er natuurlijk nog de spontane adviesvragen van de boseigenaars in ons gebied. De Bosgroep Hoge Kempen is nog op zoek naar mensen die actief willen meewerken. Ben jij geïnteresseerd in bosbeheer, heb je nog wat vrije tijd en zin om een handje toe te steken? Neem dan contact op!

Bosgroep Limburgse Duinen Opstart boscomplex Sonnis Op 21 juni 2008 organiseerden we een informatievergadering in Helchteren voor alle boseigenaars van het boscomplex Sonnis. We zetten de werking van de Bosgroep uiteen aan de ongeveer 25 aanwezigen. De boseigenaars werden uitgenodigd om deel te nemen aan een beperkt bosbeheerplan. We trokken ook het bos in om de mogelijkheden van bosbeheer in de praktijk toe te lichten. De aanwezigen waren best enthousiast en in de vakantiemaanden zijn al tal van terreinbezoeken in Helchteren afgelegd. Mensen die nog willen deelnemen aan het bosbeheerplan kunnen nog altijd de Bosgroep contacteren.

Noordoost-Limburg Coördinator weer op post Na haar bevallingsverlof is coördinator An Pierson terug op post. Zij zal tot eind 2008 vier vijfde werken, ’s vrijdags is zij niet op kantoor. De Bosgroep Noordoost-Limburg is ondertussen niet stilgevallen. Zo werden verschillende exploitaties uitgevoerd en afgerond, en heeft ook de arbeidersploeg doorgewerkt. Ze hebben enkele nieuwe werkopdrachten uitgevoerd en nabehandelingen van de Amerikaanse vogelkers tot een goed einde gebracht.

Bosgroep West-Limburg Terug van weggeweest: onze coördinator Coördinator Benjamine Bufkens was vier maanden in bevallingsverlof, maar zet zich nu weer voltijds in voor de boseigenaars in West-Limburg. Dankzij de goede opvolging door de collega’s en Sus Willems heeft de Bosgroep, zij het op een lager pitje, zijn werking kunnen voortzetten. De arbeidersploeg heeft nieuwe opdrachten en nabehandelingen van Amerikaanse vogelkers werden uitgevoerd. Ook met de exploitaties van de verkochte loten van de openbare houtverkoop van februari zijn we deze zomer gestart.


In het najaar worden de exploitaties verder Neem dan zeker contact op met de Bosopgevolgd. De coördinator zal hoofdzakelijk groep. terreinbezoeken afleggen in het kader van het uitgebreid beheerplan van Beringen. Na de infovergaderingen vorig najaar gebeurden er al een aantal in december 2007 en tijdens het voorjaar van 2008. Dit najaar start een studieBeleidsplan bureau met de opmaak van het beheerplan en De voorbije maanden zet de Bosgroep de terreinbezoeken voort. gaven we heel wat aanGeïnteresseerd om de werking van de Bosdacht aan het opstellen groep West-Limburg mee op te volgen (bijvan een beleidsplan voor voorbeeld exploitaties of het brandhoutcirde periode 2009 - 2014. cuit)? Wil je de coördinator helpen door als Tegen 1 oktober 2008 aanspreekpunt op te treden voor een bosmoet dit plan worden complex (Gerheserheide, Kwaadmechelen, ingediend om de werkingsmiddelen van het Genenbos …)?

Bosgroep Zuid-Limburg

Vlaamse Gewest te verzekeren voor die periode. De Raad van Bestuur van de Bosgroep heeft de krijtlijnen van dit plan uitgezet. Ook de resultaten van de enquête van de Algemene Vergadering van 16 februari zijn hierin verwerkt. De aantallen zijn te klein om gefundeerde conclusies te trekken, maar bepaalde tendensen komen wel duidelijk naar voor. • Onze leden vinden dat kwaliteit in de werking primeert boven kwantiteit. Dus beter minder nieuwe leden en een volledige service bieden. • Anders dan in de rest van Limburg is het in ons werkingsgebied weinig zinvol om te werken met boscomplexen (d.w.z. min of meer aaneen gesloten bosgebieden). Er wordt meer gerealiseerd door in te gaan op individuele vragen. • Van de Bosgroep worden naast de administratieve ondersteuning ook professioneel advies en ondersteuning bij de realisatie van beheerwerken verwacht. • De leden vinden de Bosgroep erg nuttig om signalen uit het (privé)bos door te geven aan het beleidsniveau in Brussel. Op 15 september werd het beleidsplan aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring voorgesteld in Hasselt. De leden kregen vooraf eerst een boeiende toelichting van Dieter Cuypers van Groenhart vzw. Hij vertelde over de rol van bossen in de klimaatproblematiek. Iedereen beaamde het nut om hierover objectieve informatie te krijgen. Dit najaar... • spenderen we weer heel wat tijd aan de voorbereiding van herbebossingen en eerste bebossingen bij onze leden. Vorig plantseizoen startte onze Bosgroep met de begeleiding en organisatie. Eén locatie uitgezonderd, waar grauwe abeel maar zwak aansloeg en dit jaar bijgeplant moet worden, ontwikkelde het gros van de beplantingen zich de afgelopen maanden erg goed. Deze ervaringen leidden tot het opstellen van een volmacht en een overeenkomst, die vanaf het plantseizoen 2008-2009 in heel Limburg van nut kunnen zijn. • verwachten we de eerste hoofdstukken van het gezamenlijk uitgebreid bosbeheerplan Sint-Truiden, Nieuwerkerken en Gingelom. • zal de arbeidersploeg nog zeker vijftien onrendabele bosbeheerwerken bij onze leden uitvoeren. • verkopen we minstens op een vijftal locaties brandhout voor onze leden, en bereiden we onderhandse en openbare verkopen voor.

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 17


activiteitenkalender Cursussen met Inverde De Limburgse Bosgroepen organiseren samen met Inverde cursussen en excursies voor boseigenaars en bosliefhebbers. Deze cursussen zijn dé ideale gelegenheid om je theoretische of praktische kennis over bossen en bosbeheer bij te schaven! Meer informatie over de werking van Inverde en hun complete cursusaanbod vind je op www.inverde.be of via tel. 02 657 93 64. We sommen hieronder de cursussen op die je in 2008 nog in Limburg kunt volgen, gerangschikt volgens datum. De leden betalen ¤ 10 p.p. en de niet-leden ¤ 15 p.p. De cursussen kettingzaag 1, 2 en 3 (2-daagse cursussen) kosten ¤ 30 p.p. (¤ 45 voor nietleden). Wil je zeker zijn van een plaatsje, schrijf dan zo vlug mogelijk in via ons secretariaat (tel. 011 23 83 15 of 011 23 73 28). Dunningen Programma: dunnen is het sturen van de bestandsontwikkeling door een selectieve kapping. Waarom dit nuttig kan zijn, op welke manieren dunnen mogelijk is en welke gevolgen het heeft voor het bos en zijn structuur: dat zijn de onderwerpen van deze cursus. Tijdens de terreinexcursie oefenen we het aanduiden van dunningen in. Als ‘demomateriaal’ is er onder andere een overlangs doorgezaagde toekomstboom van 25 m.

18 | ‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst

Datum: zaterdag 4 oktober 2008 Organisatie: Bosgroep Noordoost-Limburg Kettingzaag - module 2 Programma: Dag 1: theorie over het vellen van bomen. Demonstratievelling door de instructeur, gevolgd door veloefeningen door de cursisten. Dag 2: veloefeningen door de cursisten met het gebruik van hulpmiddelen. Datum: dinsdag 7 en woensdag 8 oktober 2008 Organisatie: Bosgroep West-Limburg Bosexploitatie Programma: we starten met een overzicht van de meest gebruikte exploitatiemethoden zoals paarden, uitsleeptractoren en harvesters. De voor- en nadelen van de verschillende technieken passeren de revue, en ook de impact op het bos komt aan bod. De deelnemers leren ook exploitaties voorbereiden (schalmen, ruimingspistes, exploitatieplan en communicatie) en maken samen een oefening op het terrein. Datum: woensdag 29 oktober 2008 Organisatie: Bosgroep Hoge Kempen Gereedschapsonderhoud Programma: het onderwerp van deze cursus zijn de steel en het snij- en zaaggereedschap zelf. Een overzicht van de verschillende

eigenschappen van houten stelen wordt gevolgd door de theorie over het scherp maken van het snij- en zaagblad. Na demonstraties over het vervangen van stelen en het scherpen van het gereedschap volgt een grondige inoefening. Datum: vrijdag 7 november 2008 Organisatie: Bosgroep Hoge Kempen Brandhoutinitiatie Programma: op deze dag kom je meer te weten over veilig en handig werken in het bos (met de kettingzaag). Verder ligt de nadruk op eigenschappen voor de soortherkenning en de bestrijding van agressieve exoten, met specifieke aandacht voor glyfosaatgebruik. We trekken daarna het bos in om de praktische kant van de zaak te bekijken. Datum: donderdag 27 november 2008 Organisatie: Limburgse Duinen Kettingzaag - module 3 Programma: Dag 1: theorie over de impact van het werken met hout onder spanning. Hoe verwerkt men deze stammen, zaagoefeningen aan de spanningsbank. Dag 2: oefeningen bij bomen die onder spanning staan. Datum: donderdag 27 en vrijdag 28 november 2008 Organisatie: Bosgroep Zuid-Limburg


Nieuw boek: ‘Terug naar het lindewoud’ Onze bossen zijn eenvormig en weinig gevarieerd; ondergroei is vaak nauwelijks aanwezig. De Nederlandse uitgave ‘Terug naar het lindewoud’ laat zien hoe dat met weinig moeite te verbeteren is: door het aanplanten van inheemse boom¬soorten met een snel afbreekbare strooisel¬laag. De auteurs, vijf specialisten in bosecologie, bosbeheer en cultuurlandschappen, nemen het prehistorisch lindewoud als referentie. Dit prachtige boek is een inspiratiebron voor iedereen die bossen een warm hart toedraagt. ‘Terug naar het lindewoud - strooiselkwaliteit als basis voor ecologisch bosbeheer’ kost ¤ 29,95 en is op aanvraag te verkrijgen bij KNNV Uitgeverij, tel. 00 31 30 69 29 024, ohrmann@knnvuitgeverij.nl.

Informatienamiddag 'Bos en Klimaat' - dinsdag 30 september In het kader van het thema 'Bos en Klimaat' organiseren de Vereniging voor Bos in Vlaanderen en het Agentschap voor Natuur en Bos op dinsdag 30 september 2008 een informatienamiddag. Dan spreken befaamde wetenschappers en beleidsmedewerkers over de impact van de klimaatveranderingen op het bos als ecosysteem, en omgekeerd, de invloed van bossen op de klimaatverandering. Deze informatienamiddag richt zich tot boseigenaars en -beheerders, milieu- en duurzaamheidambtenaren, bosbouwkundigen, wetenschappers, studenten, NGO's …: kortom iedereen met een passie voor bomen en bos! Meer info en inschrijvingen: www.weekvanhetbos.be of tel. 09 264 90 56

Symposium over bosbouw versus houtverwerking Op donderdag 27 november organiseert het Instituut voor Natuur– en Bosonderzoek (INBO) in samenwerking met het Laboratorium voor houttechnologie van de Universiteit Gent een symposium over de interacties tussen bosbouw en de houtverwerkende industrie in Vlaanderen. Het symposium brengt een compilatie van meer dan vijftien jaar

houtkwaliteitsonderzoek. De voorbije jaren hebben de partners onder meer onderzoek verricht naar de invloed van standplaats, klimaat en beheer op de houtkwaliteit. Wanneer? donderdag 27 november van 9.30 tot 16.30 u. Waar? Cultuur– en congrescentrum Het Pand van de Universiteit Gent Prijs: ¤ 25, inclusief referatenmap en middagmaal Meer info: lieven.deboever@UGent.be, tel. 09 264 61 18

Colofon ’t Limburgs Bosbelang 22|herfst uitgave De deputatie van de provincieraad van Limburg, Steve Stevaert, gouverneurvoorzitter, Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Hilde Claes, Erika Thijs, gedeputeerden en Renata Camps, provinciegriffier.

hoofdredactie Johan Van den Broek

29 november: Brandhout, van bos tot stoof

coördinatie

Brandhout zit in de lift en steeds meer mensen zagen zelf hun hout in het bos. Heel wat van dit zaag- en snoeiwerk gebeurt door particulieren: onderhoud van knotbomen, houtkanten, hagen, hakhoutbosjes, bomenrijen en het uitvoeren van kleinschalige bosexploitaties. Vaak kan dit werk nog verbeterd worden. Deze demonstratiedag over kleinschalige houtoogst speelt daarop in. Hoe werk je goed, hoe werk je veilig, natuur- en milieuvriendelijk, welke machines zijn er op de markt: op al deze vragen krijg je een antwoord. Demonstraties, informatiestands en een marktplaats waar je materiaal kan aankopen, maken deze demodag compleet. Om 16 u. is er ter afsluiting een demonstratie van een openbare houtverkoop. ‘Brandhout, van bos tot stoof’ is een organisatie van het Agentschap voor Natuur en Bos, Inverde vzw, de bosgroepen Houtland en IJzer & Leie, de Regionale Landschappen Houtland, IJzer & Polder en West-Vlaamse Heuvels, de provincie West-Vlaanderen, Proclam en de Stad Torhout. [vet] Meer info: www.natuurenbos.be

Rita Bogaerts – rbogaerts@limburg.be

Karolien Van Diest – kvandiest@limburg.be

eindredactie redactiesecretariaat Annemie Hannosset – ahannosset@limburg.be

redactieraad Benny Mathijs, Rita Bogaerts, Annemie Hannosset, Johan Van den Broek, Karolien Van Diest

redactie Annemie Hannosset, Benjamine Bufkens, Joep Fourneau (RLLK), An Pierson, Jan Mampaey, Karolien Van Diest en Els Windmolders

foto cover Annemie Hannosset

cartoon Dirk Vercampt

tekstbewerking Katelijne Norga – info@pantarein.be

vormgeving & lay-out Dion Boodts, Chantal Janssens – Grafische Producties, Informatie & Onthaal, Provincie Limburg druk Drukkerij Vaes – Overpelt

postbus Limburgse Bosgroepen p/a provincie Limburg, 3de Directie Afdeling Milieu en Natuur Universiteitslaan 1, B–3500 Hasselt Tel. 011 23 83 20 bosgroepen@limburg.be www.bosgroepen.be

oplage 2 400 exemplaren

verantwoordelijke uitgever Johan Van den Broek Universiteitslaan 1, B–3500 Hasselt Deze publicatie werd gedrukt op hout- en chloorvrij kringlooppapier, zonder optische witmakers.

‘t Limburgs Bosbelang | 22 | herfst | 19


22 | herfst | in dit nummer

nuttige adressen Bosgroepen P.a. provincie Limburg Universiteitslaan 1 3500 Hasselt www.bosgroepen.be fax 011 23 83 10 Bosgroep Hoge Kempen vzw ondernemingsnummer 874 667 014 Coördinator: ir. Lise Hendrick tel. 011 23 83 23 gsm 0475 46 04 42 bosgroephogekempen@ limburg.be Secretariaat Ine Houbrechts tel. 011 23 83 15 Bosgroep Limburgse Duinen ondernemingsnummer 882 247 464 Coördinator: ir. Jan Mampaey tel. 011 23 83 19 gsm 0478 78 07 21

driemaandelijks tijdschrift | okt.-nov.-dec. 2008

bosgroeplimburgse duinen@limburg.be Secretariaat Ine Houbrechts tel. 011 23 83 15 - 011 23 73 82 Bosgroep Noordoost-Limburg vzw ondernemingsnummer 459 481 087 Coördinator: ir. An Pierson tel. 011 23 83 24 gsm 0473 88 53 95 bosgroepnoordoost@ limburg.be Secretariaat Patricia Rouffa tel. 011 23 83 30 Bosgroep West-Limburg vzw ondernemingsnummer 479 742 895 Coördinator: ir. Benjamine Bufkens tel. 011 23 83 29 gsm 0479 40 08 48 bosgroepwest@limburg.be Secretariaat An Olaerts tel. 011 23 73 28 Bosgroep Zuid-Limburg vzw ondernemingsnummer 874 670 378 Coördinator: ir. Karolien Van Diest tel. 011 23 83 25 gsm 0473 88 53 94 bosgroepzuid@limburg.be

voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2

Secretariaat Annemie Hannosset tel. 011 23 83 20

lekkers uit het bos Gele Kornoelje - Cornus mas. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 week van het bos De Limburgse bossen en het klimaat. . . . . . . . . . . . . . . 3 Dertigste Week van het Bos focust op klimaat . . . . . . 3

Agentschap Natuur en Bos, afdeling Limburg Woudmeester: ir. G. Mees Medewerker privébos: An Aarts Vlaams Huis Koningin Astridlaan 50/5 3500 Hasselt tel. 011 74 25 00 fax 011 74 25 39

boomverzorging Het grondvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 soort in de kijker De eikelmuis: een guitige Zorro in Zuid-Limburg . . . . 8 beheer van bomen Een boom gelukkig maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 onze leden aan het woord Op excursie met de Bosgroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 nieuws van de bosgroepen Bosgroep Hoge Kempen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bosgroep Limburgse Duinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bosgroep Noordoost-Limburg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bosgroep West-Limburg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bosgroep Zuid-Limburg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Noodnummer voor de provinciale afdeling Limburg: 7 dagen op 7 bereikbaar tel. 011 74 24 50

activiteitenkalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

De provincie is opgedeeld in 5 beheerregio’s: Noordwest-Limburg: Dries Gorissen Noordoost-Limburg: Gui Winters Oost-Limburg: voorlopig geen regiobeheerder Zuid-Limburg: Ghislain Mees West- en Midden-Limburg: Tom Hoebrechts

nuttige adressen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

Websites Boseigenaars en bosliefhebbers vinden nuttige informatie op de websites van de volgende instanties: Agentschap Natuur en Bos: www.natuurenbos.be Vereniging voor Bos in Vlaanderen vzw: www.vbv.be Landelijk Vlaanderen vzw: www.landelijkvlaanderen.be Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: www.inbo.be Inverde vzw: www.inverde.be Unie Vlaamse Bosbouw vzw: www.uvb.be

HamontAchel

Lommel

Waarvoor kan je terecht bij de Bosgroep? Een bos bezitten en beheren, daar komt heel wat bij kijken. Voor vragen of informatie kan je evenwel altijd te rade bij de Bosgroep. We sommen hier even op waarmee de bosgroepmedewerkers je van dienst kunnen zijn: • gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten) • informatie over hoe een duurzaam bosbeheer eruit ziet, wat je wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar

• • •

en wat de mogelijke subsidies zijn waarop je aanspraak kan maken hulp bij het invullen van kapaanvragen of het opstellen van beheerplannen kaartmateriaal adressen van houtexploitanten en boomkwekerijen coördinatie van de samenwerking tussen verschillende boseigenaars.

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B–3500 HASSELT limburg.be

N e d e r l a nd

Neerpelt Overpelt Bocholt

A n t we r p e n

K i n ro o i

B re e

HechtelEksel

Peer

Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenG r u i t ro d e

Beringen Te s s e n d e r l o HouthalenH e l c h t e re n

Opglabbeek DilsenStokkem

HeusdenZolder

As Zonhoven

Lummen

Genk Herk-De-Stad Halen

Maasmechelen

Hasselt Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken A l k e n

Bilzen Ko r t e s s e m

We l l e n

Brabant

Hoeselt S i n t -T r u i d e n Borgloon

Riemst

To n g e re n

Heers

Vo e re n

Gingelom Herstappe

Luik


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.