nr. 23 - 't Limburgs Bosbelang - winter 2009

Page 1

afgiftekantoor: hasselt 1 - 3de afdeling - p3a9010

BelgiÍ–Belgique

driemaandelijks tijdschrift | januari-februari-maart 2009

p.b. hasselt 1 12/675

23 | winter

+

in dit nummer o.a.

De rode eekhoorn Magische Mare Wilde lijsterbes

+


voorwoord In dit winternummer vragen we graag nog eens uw aandacht voor enkele typische dier- en plantensoorten uit het bos. Misschien hebt u wel het voorrecht dat in uw bos de rode eekhoorn huist … of de wilde lijsterbes? Al zal het wellicht eerder deze kleine boom of struik zijn dan het razendsnelle acrobaatje met zijn fiere staart die uw pad kruisen! De derde soort, die we voor u in petto hebben, valt vooral in de winter op. Hoewel deze verbonden is aan kalkrijke gronden, vindt u hem rond deze periode ook in vele huiskamers … We hebben het over de maretak! Het is een prachtig zicht de maretakken in deze periode als kerstballen in een boom te zien hangen. Wedden dat u versteld zal staan van de heilzame krachten van deze plant? Tijdens een bosbezoek bij één van onze bestuurders konden we kennismaken met de resultaten van duurzaam en efficiënt bosbeheer. Op het laatste Vlaams bestuurdersoverleg waren minister van Leefmilieu Hilde Crevits en kabinetsmedewerker Jan Verheeke te gast. De verdere professionalisering van de bosgroepen was een van de aandachtspunten tijdens het overleg. Lezers die graag zelf de kettingzaag hanteren, kunnen hun hart ophalen in de bijdrage over het hakhout. Bij deze bosbeheervorm wordt cyclisch brandhout of paalhout geoogst. Hoewel de laatste decennia wat vergeten, is hakhout vandaag weer brandend actueel! Tot slot wil ik u, namens de voltallige ploeg van de Limburgse Bosgroepen, een voorspoedig 2009 in een goede gezondheid en met vele mooie (bos)momenten toewensen. Gezellige feestdagen en alvast veel leesplezier! Frank Smeets gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur

soort in de kijker

De Rode eekhoorn Foto: Wikipedia - Estormiz

Vrolijke spring-in-het-bos Van de 190 eekhoornsoorten leven er slechts twee in Europa: de rode en de grijze eekhoorn. Oorspronkelijk kwam enkel de rode eekhoorn bij ons voor. Sinds de grijze eekhoorn, die groter en sterker is, in 1889 in Engeland werd uitgezet, begon hij echter een ware veroveringstocht. Daarbij verliest zijn rode neef steeds meer terrein. Bij ons is de rode eekhoorn, Scurius Vulgaris, gelukkig nog de meest voorkomende van de twee. Graag stellen we dit schattige bosdiertje aan jou voor.

In een ver verleden … De fascinatie van de mens voor de razendsnelle acrobaatjes met de fiere staart bestaat al langer dan vandaag. Romeinse vrouwen droegen vaak een exemplaar bij zich als gezelschapsdiertje. De Indo-Germaanse cultuur ging nog een stap verder en verklaarde de eekhoorn heilig. Een interesse die het knaagdier zelf ongetwijfeld minder aangenaam vond, was die voor zijn vacht. Deze is een tijdlang erg in trek geweest. Dit had ware eekhoornbontindustrieën tot gevolg, vooral in Rusland en Siberië.

staart. Volwassen rode eekhoorns in ‘zithouding’ draperen deze met een tweemaal gebogen wrong op hun rug. Tegenover die schoonheid staat functionaliteit: bij het springen doet de staart dienst als balansregelaar, stuurmechanisme en parachute. Als het in de winter erg koud is, kruipen eekhoorns dicht bij elkaar en slaan hun staarten om elkaar heen. Ze houden geen echte winterslaap. Een ander kenmerk van de rode eekhoorn is zijn witte buikje. Let ook eens op de oren van deze bosbewoner. Volwassen exemplaren dragen namelijk haarkwastjes aan de oorpunten. Minder opvallend zijn de tastharen aan hand- en voetwortels, staartwortel, flanken en snuit. Hiermee schat de eekhoorn alle mogelijke doorgangen en afstanden in als hij van de ene tak naar de andere snelt. Zijn rode vacht is een warme thuis voor vlooien, maar daar ondervindt hij, gelukkig, maar weinig last van. Het is een levendig diertje dat, net als de boom- en steenmarter, tot op late leeftijd erg speels blijft.

Waar vind je de rode eekhoorn? De rode eekhoorn komt in heel Europa en een groot deel van Rusland voor. In de bergen kan hij tot op 2 200 meter hoogte overleven. Hij brengt vrijwel zijn hele leven tussen de bladeren door en zakt enkel naar de begane grond af om te drinken en noten te planten. Van dichtbij bekeken Zijn nest bouwt hij zo’n vijf tot vijftien meter Het meest karakteristieke van de rode eek- hoog. Hij maakt het van twijgen, bladeren, hoorn is ongetwijfeld zijn mooie, zachte veren, wol en mos. Net zoals onze huizen

2 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter


Foto: Wikipedia - Giorgiomonteforti

ondervoortanden een gaatje in slijpt. Als heeft het nest een dak, een (lemen) vloertje dat groot genoeg is, zet hij die ondertanen een afsluitbare ingang aan de zijkant. Het den als een wig in de noot en breekt ze kan een doorsnede van wel 50 centimeter open. Dit lukt hem omdat zijn beide hebben. Kraaiennesten zijn, mits wat veronderkaakhelften los van elkaar bewebouwingen, erg in trek. Eekhoorns houden er gen, waardoor hij ze kan spreiden. gewoonlijk een paar nesten op na als vruchten slaapplaatsen. Zo’n slaapplaats is het eer- • Wil hij de noot als voorraad bewaren, dan verstopt hij die meestal in een holle boom ste wat een eekhoornjong ziet, als het na een of verlaten vogelnest. Voorraadjes aanlegdraagtijd van 38 dagen op de wereld komt. gen is zijn lust en zijn leven! • Gaat hij voor de derde mogelijkheid, dan Voedsel graaft hij met zijn voorpootjes een kuiltje Het dagmenu van de rode eekhoorn is erg in de grond. Hij legt de noot erin, duwt gevarieerd. Hij eet knoppen, bloesems, deze met zijn neus wat dieper en vult het vruchten, zaden, zachte boomschors, padkuiltje met losse aarde. Een deel van de denstoelen, plantaardige sappen en denneverstopte noten kan hij later, in geval van nappels. Maar weinigen weten dat dit schatnood, opgraven. De eekhoorn vergeet de tige diertje ook vlees lust. Slakken, mierenmeeste ‘potelingen’, waardoor deze de poppen, insecten(larven), eieren en zelfs kans krijgen uit te groeien tot bomen en jonge vogels staan ook op zijn menu. Bovenstruiken. Hij is zich wellicht niet bewust dien zijn eekhoorns dol op noten, met de van de belangrijke rol die hij speelt in de hazelnoot als hun grote favoriet. verjonging van het bos. In tegenstelling tot andere knaagdieren, kan de eekhoorn niet zonder water. Om te drinken, daalt hij met tegenzin uit zijn boom af. Onderzoek toonde aan dat deze laatste hanIn de winter eet hij zelfs liever sneeuw dan delswijze zelfs in de genen van de dieren verankerd is. Jonge eekhoorns hebben al vroeg naar beneden te komen voor water. in hun leven belangstelling voor noten of vruchten die op noten lijken. In een onderDe noot: het hoogste goed Als een eekhoorn een noot vindt, heeft hij zoeksruimte zonder aarde, waar graven drie mogelijkheden. Hij kan de noot opeten, onmogelijk was, verstopten ze hun noot in een donker hoekje. Opvallend was dat de opbergen voor later of ‘poten’. jonge eekhoorns daarbij dezelfde handelin• In het eerste geval houdt hij de noot met gen, in dezelfde volgorde, uitvoerden als de zijn voorpootjes en bovenste voortanden volwassen exemplaren bij het begraven van in een houdgreep, terwijl hij er met zijn hun buit. Ze probeerden een kuiltje te graven,

duwden met hun neusje op de noot en veegden er ten slotte denkbeeldige aarde overheen. Bedreigde diersoort? Zoals elk levend wezen heeft ook de rode eekhoorn vijanden. Denk maar aan de havik of de boommarter. Als een marter hem achternazit, klimt het knaagdiertje razendsnel naar de top van een boom of snelt naar de dunne twijgjes. Van daar springt hij op de grond. De veel zwaardere marter doet hem dat niet na uit vrees om zijn pootjes te breken. Spijtig genoeg komt de rode eekhoorn steeds minder voor en dit geldt voor zijn hele verspreidingsgebied. Naast zijn natuurlijke vijanden, is ook de oprukkende grijze eekhoorn mee verantwoordelijk voor deze achteruitgang. Ook wij gaan niet vrijuit. Door onze activiteiten blijven er steeds minder geschikte leefgebieden met voldoende voedselproducerende bomen en struiken over voor deze vrolijke diertjes.

Deze bijdrage is een bewerking van ‘Kijk eens naar het eekhoorntje’ van Wil Huygen, verschenen in de ‘Bosgazet’ van juli 2006 en in ‘De Vlaamse Jager’

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 3


tip van een boseigenaar

Limburgse bosgroepbestuurders op bezoek in domein Berkenbroek Op 6 augustus 2008 nodigde Jan Spaas, bestuurder van de Bosgroep NoordoostLimburg, andere Limburgse bosgroepbestuurders uit op zijn domein Berkenbroek. Doel: haalbaar en efficiënt bosbeheer demonstreren. Resultaten van bepaalde beheermethoden, zoals de toekomstboommethode, werden van dichtbij bekeken. Een aantal tips ...

Bespaar op onnodige beheerwerken, zeker bij een herbebossing In het bosbeheer vergen herbebossingen de grootste investeringen. Tracht zoveel mogelijk met natuurlijke verjonging te werken

indien er voldoende kwaliteitsvolle zaaddragers zijn. Vermijd in elk geval dure en – meestal - onnodige terreinvoorbereidende werken zoals het frezen van stronken. Produceer kwaliteitshout via de toekomstboommethode Jan Spaas: “Ik kies op domein Berkenbroek resoluut voor de toekomstboommethode (zie kader), behalve voor Canadapopulier. Zo kan ik met beperkte kosten, via geconcentreerde snoei en gerichte ingrepen, kwaliteitshout produceren. Dit hout moet de winst realiseren.”

De toekomstboommethode In de Vlaamse bosbouw kom je vaak het begrip ‘toekomstbomen’ tegen. Maar wat bedoelt men daar juist mee? Toekomstbomen zijn de bomen die voor de bosbeheerder het belangrijkst zijn. Ze zullen de oudste bomen vormen. Ze worden normaliter gekozen bij de eerste dunning. Hun aantal kan variëren naargelang de boomsoort. Jan kiest meestal 50 tot 80 toekomstbomen per ha. In naaldhoutbossen op arme bodems kan dat oplopen tot 100 stuks per ha. Indien nodig, moeten ze opgesnoeid en tijdig vrijgesteld worden. Het juiste tijdstip varieert naargelang de boomsoort en de standplaats. Essentieel is dat de toekomstbomen hun kroon sterk kunnen ontwikkelen. Een grote kroon betekent veel blaadjes en dus een regelmatige diktegroei. Als deze toekomstbomen een takvrije onderstam hebben, krijg je bomen van goede tot topkwaliteit in je bos. Jan streeft naar 7 tot 10 m takvrije onderstam. (nvdr. Recent onderzoek wijst uit dat 6 tot 8 m het meest kostenefficiënt is.) Het is deze kwaliteit, die de winst voor de eigenaar moet realiseren. Alleen toekomstbomen verdienen gemaakte onkosten terug bij de uiteindelijke verkoop. Alle overige bomen produceren nog steeds een grote hoeveelheid hout van lage kwaliteit. De beheerder verkoopt dat aan de gangbare prijzen. Belangrijk is dat hierbij geen kosten gemaakt worden.

Op bezoek in het bos bij Jan Spaas. (foto: Jan Mampaey)

Vermijd kaalkappen, behalve eventueel voor Canadapopulier. Kies voor dunnings- en verjongingskappen Zo bekom je gemakkelijker voldoende natuurlijke verjonging om je bestand volledig te herbebossen. Tijdens de excursie werden verschillende voorbeelden van omvorming bekeken. Omvorming via kaalkap gebeurt in Berkenbroek enkel nog bij de Canadapopulier en de zieke fijnspar. In ‘mislukte’ populierenbestanden met hakhout kapt Jan liefst enkel de bomen met financiële waarde. De overige (zieke en dode) populieren laat hij staan als dood hout. Het bosklimaat garandeert een betere houtkwaliteit in de onderetage. Jan selecteert in het opgeschoten hakhout en spontane zaailingen. Zo vormt hij geleidelijk en met minimale onkosten een gemengd, inheems loofbos. Het gezelschap bezocht ook een voorbeeld van omvorming via groepenkap in naaldhout. De laatste 30 jaar werden een aantal lorken en gemengde Douglas-fijnspar bestanden met dunningsachterstand sterk uitgedund. Noodweer veroorzaakte heel wat stormschade. De open plekken werden destijds opgevuld met fijnspar en Jan heeft nu inheems loofhout als eik en beuk geïntroduceerd ter bevordering van stabiliteit en biodiversiteit. Beperk wildschade: denk preventief Wildschade is een groot probleem voor jonge bomen in Berkenbroek. Met groot plantgoed kan je die schade echter beperken. De hoofdboomsoort op het domein is zomereik van 1,5 m hoog, van aanbevolen autochtone herkomst (kostenplaatje pag. 5). Merk op dat dit groter (en duurder) is dan het gemiddeld bosplantgoed, dat meestal tussen de 80 en 100 cm hoog is. Groepsgewijs wordt de zomereik tot 25 % gemengd met es of els, ook van 1,5 m hoog. “In een bepaald bestand maakten we de fout van zomereiken van 1 m hoog te planten. Het werd volledig afgevreten door de reeën. Gevolg: extra kosten voor vrijstelling én inboeten met groter plantgoed. Zo’n fout kost niet alleen extra; het stelt je bestand makkelijk vijf jaar achter.” De kwaliteit van het plantmateriaal is belangrijk voor de hele bosgeneratie Natuurlijke verjonging is vooral bruikbaar als het moedermateriaal kwalitatief voldoet. Jan had slechte ervaringen met verjonging vanuit minderwaardige moederbomen: “Zeker voor het introduceren van eik raad ik

4 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter


kwalitatief uitgangsmateriaal aan. De subsidie bij natuurlijke verjonging zou enkel toegekend mogen worden als het uitgangsmateriaal aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Een goed gevormde eik is ecologisch even waardevol als een misvormde boom.”

aan rendabel en efficiënt bosbeheer doen. Dankzij zijn jarenlange ervaring en internationale contacten selecteerde Jan Spaas de hierboven beschreven inzichten, die ongetwijfeld bosbeheerders in vergelijkbare omstandigheden kunnen inspireren.

Besluit Met de juiste accenten en besparingen kan je

Het kostenplaatje voor herbebossing via beplanting Beplanting Met zomereik als hoofdboomsoort en es of els als nevensoort: zaailingen van 1,25 m en hoger 2 000 x ¤ 0,60 = ¤ 1 200/ha plantkosten 2 000 x ¤ 0,60 = ¤ 1 200/ha plantgaten woelen 2 000 x ¤ 0,25 = ¤ 500/ha totaal ¤ 2 900/ha * Terreinvoorbereiding kostprijs klepelen (indien onvermijdelijk is): ¤ 550/ha Totale herbebossingkosten: ¤ 2 900 + ¤ 550 = ¤ 3 450/ha * (inclusief inboeten of bijplanten in het volgend plantseizoen wanneer meer dan 20 % afsterft) Subsidie herbebossing zomereik: onderetage:

¤ 3 200 /ha ¤ 500/ha ¤ 3 700/ha

Het is eigenlijk best om een tiental jaren de aanplant met rust te laten. Voor bepaalde onkruiden (wilde hop, bosrank, …) kan vrijstellen nodig zijn, maar meestal is dit niet nodig. Vrijstellen kan door de arbeidersploeg gebeuren tegen een tarief van ¤ 160/ha. Voor bepaalde lichtboomsoorten (boskers, es, …) kan een zuivering na 5 tot 7 jaar wenselijk zijn. Indien je toch graag wat doet voor je jong bos, is vormsnoei met een eenvoudige handsnoeischaar aan te bevelen. Dit doe je enkel bij potentiële toekomstbomen! • na 10 – 12 jaar: inspectiegangen vrijmaken en indien noodzakelijk vormsnoei doen, beperkt tot de toekomstbomen. • na 15 – 20 jaar: een ruim aantal toekomstbomen aanduiden, zo nodig opsnoeien (tweede vormsnoei) en de concurrenten van de kruin beginnen wegzagen. • na 20 – 25 jaar: indien nodig verder opsnoeien en de kruinen van de toekomstbomen verder vrijstellen. Dunningen gebeuren steeds in functie van de toekomstbomen en op maat van de ontwikkeling van het bestand.

(bron Jan Spaas, 2008)

Minister Hilde Crevits te gast op zevende bestuurdersoverleg Op 20 september organiseerde het Vlaams bestuurdersoverleg haar zevende bijeenkomst in St.-Andries (Brugge). Speciale gast was Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur. Ondanks haar drukke agenda maakte zij die zaterdag tijd om ‘efkens’ van Brussel naar Brugge te reizen. Wat sommigen misschien nog niet weten, is dat Hilde Crevits in een niet zo ver verleden een actief lid was van de Bosgroep Houtland vzw. Een

mooi bewijs van haar betrokkenheid bij de Vlaamse bossen … Omdat minister Crevits niet het hele programma kon bijwonen, werden enkel de belangrijkste punten tijdens haar aanwezigheid behandeld: de subsidies en de visie op de toekomst van de Bosgroepen. Tijdens het overleg bleek dat de minister positief staat tegenover een indexering van de basissubsidie van ¤ 100 000 per jaar. Ze zal bovendien nagaan wat er moet gebeuren

om een tijdige uitbetaling of gedeeltelijke voorafbetaling van de basissubsidie te garanderen. Haar visie op de toekomst van de Bosgroepen bewijst dat minister Crevits streeft naar een professionele aanpak. Daarin staan onder andere klachtenbeheer, bescherming van zeldzame soorten, houtverkoop en Europese verplichtingen zoals instandhoudingsdoelstellingen centraal. De minister toonde haar engagement voor de Bosgroepen en dat werd door alle bestuurders, zelfs de meest kritische, erg gewaardeerd. Alle aanwezigen denken met plezier terug aan het werkbezoek, de ontspannen sfeer en het gevoel voor humor van Hilde Crevits. In naam van iedereen die begaan is met de Vlaamse bossen willen ze haar, en haar kabinetsmedewerker Jan Verheeke, bedanken voor hun tijd en belangstelling.

Foto: Sus Willems

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 5


Bosbeheer nele hakhout- en middelhoutbeheer. De invloed van het kappen op de bloei van deze soorten is vaak spectaculair. Soorten als de kale jonker, het boskruiskruid en het gewoon vingerhoedskruid maken de schaduwfase van het hak- en middelhout ongezien mee. Hun vruchten en zaden wachten in de bodem de volgende lichtfase af. Dan gaan ze massaal kiemen en op korte tijd groeien, bloeien, zaad zetten en weer afsterven. Dankzij de extra gelaagdheid is het middelhout ecologisch meestal interessanter dan het hooghout. Hakhoutbeheer komt bovendien niet alleen veel planten en kruiden ten goede, maar ook dieren. Een hakhoutbos waarin jaarlijks een oppervlakte gekapt wordt, kan je vergelijken met een natuurlijk bos waarin de verschillende ontwikkelingsfasen naast elkaar voorkomen. Dat zorgt voor een grote afwisseling, gaande van zeer lichtrijke plekken tot donkere, gesloten bestanden. Voor heel wat vogels Foto: Karolien Van Diest en ongewervelden, zoals vlinders, is deze afwisseling essentieel om te overleven. Het is Gedurende duizenden jaren bood het hakhout een veelvoud aan producten. Het was de spijtig dat ze in veel Vlaamse bossen die belangrijkste bron van energie en werd gebruikt voor klein geriefhout en in de leerafwisseling niet meer vinden.

Hakhoutbeheer afgezaagd?

looierij. Naarmate de tijden veranderden, werden voor alle toepassingen talrijke alternatieven aantrekkelijker. Het hakhout werd minder populair, met een dieptepunt in de 20ste eeuw. Recent groeit de interesse in deze beheervorm en de daaruit voortkomende producten weer. Een reden te meer om de historische en ecologische waarde van het hakhoutbeheer toe te lichten. De correcte toepassing zorgt immers voor het leven, herleven en overleven van heel wat dieren en planten.

Een definitie Wie aan hakhoutbeheer doet, kapt de bomen of struiken van zijn bos regelmatig volledig tot dicht tegen de grond. De stronken, ook stoven genoemd, krijgen de kans om weer uit te schieten. Hakhoutbeheer gebeurt meestal om de acht tot vijftien jaar. Een goede indicator is de gemiddelde diameter van het hakhout. Wanneer die in de buurt komt van de gewenste diameter, wordt het tijd om een kapvergunning aan te vragen.

Ecologische waarde Sommigen ervaren het omhakken van bomen misschien enkel als het vernietigen van leven, maar niets is minder waar! Een goed uitgevoerd hakhout- of middelhoutbeheer leidt vaak tot het ontstaan van waardevolle levensgemeenschappen. Zo denken wetenschappers bijvoorbeeld dat het massale optreden van onder andere de bosanemoon, het speenkruid, de wilde hyacint en de sleutelbloem het gevolg is van het traditio-

Vitaal essenhakhout.

Mooi, recent afgezet hakhout.

6 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter

Knotbomen: hakhout in de hoogte Voorbeelden van bomen met een historische waarde zijn de oude knotbomen, die hier en daar in vergeten hoekjes de modernisering van de 20ste eeuw overleefd hebben. Bij een knotboom zaag je in het voorjaar alle takken af, net zoals bij hakhout. Het verschil zit in de hoogte waarop dit gebeurt. Bij hakhout doe je het meestal erg dicht tegen de grond. Bij knotbomen komt er vaak een ladder aan te pas. Er was een tijd dat Vlaanderen met knoteiken, knotessen en nog veel andere soorten knotbomen bezaaid was. Vandaag is de knotwilg de meest bekende soort. Wie ook graag andere knotbomen en –struiken wil bewonderen, trekt best eens naar het Land van Herve. Daar zie je nog oeroude knothaagbeuFoto’s: Robbie Goris


ken, knotesdoorns, knotlindes, knotveldesdoorns en zelfs knotbeuken. Net omdat hakhoutbeheer bomen toelaat om erg oud te worden, werden de grensbomen traditioneel zo beheerd (of bleven ze het langst bewaard). Ook op ecologisch vlak zijn deze bomen ontzettend interessant; ze bieden vaak heel wat nestgelegenheid. Op plaatsen waar voldoende oude knotbomen staan, is het dus niet nodig om nestkasten te plaatsen! Jammer genoeg ging in één generatie heel wat kennis over hakhoutbeheer verloren. Maar er is ook goed nieuws! De regionale landschappen zetten de laatste jaren knoteiken in de kijker. Wil jij meewerken aan de terugkeer van de knotbomen? Weet dan dat ze in een bos niet echt thuishoren. Aan een bosrand of in een houtkant daarentegen, krijgen ze genoeg licht voor een lang en gezond leven. Verjongingskuur voor bomen Als een boom omgehakt wordt, betekent dat niet per se dat die boom afsterft. Dankzij een effectief hakhoutbeheer kunnen bomen zelfs veel ouder worden dan wanneer ze op één stam uitgroeien. Bij hakhout gaan de delen van de boom die achterblijven (meestal een vrij lage stronk en de wortels), doorgroeien en … ouder worden. De delen die gewoonlijk het meest lijden en soms ook uitscheuren, worden vervangen vóór ze afsterven en eventueel tot in de wortel doorrotten. De oudste bomen bij ons kennen vaak een verleden als hakhout- of knotboom. Dat is dan ook de reden waarom ze die respectabele leeftijd bereikt hebben. Het is begrijpelijk dat natuurliefhebbers niet graag zo’n prachtige, grote, oude boom afgezaagd zien worden. Nochtans wijst de ervaring uit dat bijvoorbeeld verwaarloosd essenhakhout, dat minstens 50 jaar niet meer afgezaagd werd, nog heel vitaal uitschiet nadat het gekapt wordt. Voor een duurzaam beheer kan het dus aangewezen zijn om hakhout of knotbomen, waar haalbaar en met de nodige deskundigheid, opnieuw af te zagen.

Opvolger project ‘GALS’ heet ‘SOLABIO’ Bescherming biodiversiteit gaat door Sinds het winternummer van 2007-2008 kon je kennismaken met enkele bedreigde, typisch Limburgse dier- en plantensoorten met een link met onze bossen. Elke gemeente in Limburg adopteerde een voor haar grondgebied typische soort. Dat gebeurde tijdens de fel opgemerkte campagne ‘Gemeenten adopteren Limburgse soorten’ (GALS). Met SOLABIO gaat het provinciebestuur nog een stap verder.

Biodiversiteit kent geen grenzen Europa wil tegen 2010 het verlies aan biodiversiteit stoppen. Ook Limburg zal haar steentje bijdragen tot het behoud en de bescherming ervan. Na het soortenproject steunen we SOLABIO (SOorten en LAndschappen, dragers voor BIOdiversiteit). Dat project wil in Limburg en de hele grens-

streek met Nederland de biodiversiteit doen toenemen en de waardevolle landschappen herstellen. Hiervoor engageren zich de volgende jaren 27 partners uit vijf Vlaamse en drie Nederlandse provincies. Limburg speelt andermaal een voortrekkersrol!

Alle hens aan dek SOLABIO ijvert voor een integrale aanpak. Die bundelt de krachten van zoveel mogelijk actoren uit alle sectoren: van natuurverenigingen en landbouwers tot verkeersdeskundigen en industriëlen. Wil jij als boseigenaar je steentje bijdragen? Het project is interessant als je je bosranden natuurlijker wilt beheren. Ook eigenaars met bos in beekdalen kunnen er baat bij hebben. Door hun veelzijdigheid aan leefgebieden herbergen deze bossen immers heel wat typische, vaak zeldzame soorten. Meer weten? Contacteer dan uw Bosgroepcoördinator.

Foto’s: Jacob Maartens: wekkertje, Freddy Janssens: klaverblauwtje, François Vanbauwel: grauweklauwier, Benny Odeur: kamsalamander, Marcel Bex: jeneverbes

Bouwen aan de toekomst Hoewel hakhout en middelhout waarschijnlijk nooit meer hun plaats in het Vlaamse boslandschap zullen heroveren, moeten we ze ook niet meteen afschrijven. De loonkosten zijn niet gedaald, maar met de huidige energieprijzen kan brandhout, als waardevolle en hernieuwbare grondstof, wel eens heel interessant worden. En dan hebben we het nog niet over de verhoogde natuurwaarde. Veel boseigenaars vinden, mede onder impuls van de Bosgroepen, opnieuw de weg naar hun bos en steken daar de handen uit de mouwen. Hoe de toekomst van het hakhoutbeheer verder evolueert, is dus nog even afwachten. Met dank aan Bosgroep Groene Corridor

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 7


plant in de kijker

Magische Mare Foto: Annemie Hannosset

In de zomer zie je hem zelden of nooit, in de winter des te meer. De maretak, ook wel vogellijm of mistel genoemd, verschuilt zich in de zomer tussen de bladeren van zijn gastheer. In de winter springt hij in het oog, mede dankzij zijn witte bessen. In Haspengouw en Voeren, hoog in een Canadapopulier of verscholen tussen de knoestige takken van een oude appelboom, bloeit de Viscum album van februari tot maart. Weinig planten spreken zo tot de verbeelding als deze geheimzinnige bol. Doorheen de geschiedenis wordt hij geprezen om zijn heilzame krachten.

Maretak als genezer Volgens onze voorouders was mistel, naast een geluksbrenger, een plant met genezende krachten. Dankzij oude Germaanse tradities gebruiken wij de maretak nog steeds als uitvlucht om kussen uit te delen! De druïden oogstten deze voor hen heilige plant met een gouden sikkel in eiken. Voor hen was de maretak de genezer van alle kwalen. Geïnspireerd door de vorm van zijn blad, beschouwden de Grieken en de Romeinen hem zelfs als de sleutel tot de onderwereld. De gaffelvormige vertakking van de plant stond symbool voor de geboorte: één uit twee. De verhalen over de genezende kracht van de mistel hebben, zoals meestal, een grond van waarheid. De plant wordt momenteel bestudeerd als toekomstig geneesmiddel in de kankerbestrijding. Wist je dat ‘mare’ een ander woord is voor ‘heks’? Sommigen van onze voorouders geloofden dat op de plaatsen waar de mare-

8 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter

tak groeide, een luchtgeest, bosgeest of heks had zitten rusten … Fabels en feiten Naast de talrijke mythische verhalen, bestaan er vandaag nog een paar hardnekkige misverstanden over deze winterbloeier. Zo zouden vogels de maretak verspreiden door de kleverige zaden van vogellijm, die aan hun bek blijven plakken, aan takken af te vegen. Niets is minder waar! Daarnaast is de uit het Engels afgeleide naam mistletoe gebaseerd op het misverstand dat de maretak ontstaat uit de uitwerpselen van vogels (in plaats van uit zaad). Hoog tijd dus om die fabels door feiten te vervangen! De maretak is een epifyt of halfparasiet: hij wortelt in de tak van een boom en onttrekt zo water en mineralen aan zijn gastheer. Dankzij zijn winterharde, geelgroene bladeren kan hij zelf aan fotosynthese doen. Zo maakt hij zijn eigen suikers. Het is een vertakte, altijd

groene plant met dikke, elliptische blaadjes die leerachtig aandoen en paarsgewijs staan. Ze verwelken nooit en worden na anderhalf tot vier jaar groen afgeworpen. Het bladgroen speelt een rol in de fotosynthese van de maretak. Het zit niet alleen in de blaadjes, maar ook in de stengels en de wortel. De witte, kleverige besjes zijn populair bij vogels, maar giftig voor de mens. De maretak is een typische kalkindicator. Als je deze plant tegenkomt, bevind je je in een kalkrijke omgeving, hetzij door de aanwezigheid van kalk in de bodem, hetzij door de aanwezigheid van kalkrijk water. De maretak voelt zich in Limburg vooral thuis in Haspengouw en Voeren, waar je hem meestal in de takken van een Canadapopulier of hoogstamappelboom terugvindt. Maretak groeit ook op laagstamfruitbomen, maar daar wordt hij, net zoals vroeger in de hoogstamboomgaard, zonder pardon verwijderd. Je treft vogellijm of maretak zelden op andere boom- of struiksoorten aan dan appelaar of populier. Gebeurt het toch, dan heeft hij een éénstijlige meidoorn, robinia, schietwilg, haagbeuk, Noorse esdoorn of linde als gastheer uitgekozen. Aan de Kluis van Vrijhern en middenin de vijver van het kasteelpark van Overrepen pronkt de maretak in een treurwilg. Wie hem in zijn volle


Foto’s: Karolien Van Diest

glorie wil bewonderen, moet zeker eens een winterwandeling maken in Voeren, in het Belle-Vuebos in Kortessem of in het Hasselbos, het Grootbos of het Wijngaardbos in Hoeselt. De grote lijster Vogels zijn vooral tuk op de witte bessen van de maretak. In het algemeen zijn vruchtetende vogels enkel uit op het vruchtvlees. Zaad is een onverteerbare ballast, die energie kost bij het vliegen en de maag onnodig opvult. Daarom verlaten kleine zaden het lichaam al snel met de uitwerpselen. Grote zaden, zoals die van de maretak, worden meestal uitgebraakt, vooral door lijsterachtigen. Zij hebben een krop waarin ze het vruchtvlees, vooraleer het in de maag verdwijnt, van het zaad scheiden.

De meeste vogels eten verschillende vruchtsoorten (denk aan de meidoorn, de vlier, de braam, …). De grote lijster is de enige die het in de winter enkel bij maretak houdt. Haar Latijnse naam, Turdus Viscivorus, verraadt haar speciale band met de bolvormige struik.

Viscum is Latijns voor ‘kleven’ (viscose), en voedsel voor de jongen. Als een grote groep kramsvogels of andere grote lijsters het kopvorare betekent ‘eten’. pel overrompelt en verdedigen niet meer helpt, eten de twee gewoon met hun belagers Wederzijds voordeel in het winterterrimee. Achteraf trekken ze noodgedwongen torium De grote lijster en de maretak zijn twee han- met de groep verder. den op één buik. Met haar gedrag zorgt de lijster immers voor de kolonievorming van Kolonievorming deze winterbloeier. Ze is van levensbelang De grote lijster kan haar territorium de hele voor het voortbestaan van de soort. De mare- winter lang niet verlaten. Daardoor komt het tak zorgt, mede door zijn kolonievorming, overgrote deel van de zaden van de maretak, voor veel bessen. Dankzij die bessen kan de via het braaksel en de uitwerpselen, vlakbij grote lijster in Haspengouw overwinteren, in de moederplant terecht. Kleine insecten die plaats van in zuidelijke richting te trekken. In niet ver kunnen vliegen, dragen hun steentje de gematigde streken is dit één van de weini- bij aan de bestuiving. Dat geeft aanleiding tot ge, goed zichtbare voorbeelden van symbiose kolonievorming, wat voor de maretak levens(samenwerking met een wederzijds voor- belangrijk is: meneer en mevrouw mistel deel). De vrucht van de maretak is dan ook moeten dicht bij elkaar staan, als ze willen erg voedzaam: de vetrijkste van West-Euro- dat de bestuiving goed afloopt. Lukt het hen, dan duurt het ontkiemen twee tot drie jaar en pa. Omdat de voorraad maretak cruciaal is voor kan de nieuwe plant wel 70 jaar oud worden. haar overlevingskansen, gaat de lijster al in de herfst een gebied met voldoende maretak- Behoud van de maretak ken als winterterritorium uitkiezen en verde- Het gaat niet goed met de maretak, omdat digen. Zo’n territorium moet een grote voed- het niet goed gaat met de hoogstamboomselvoorraad bevatten, die liefst goed te over- gaarden. Onder invloed van de natuurverenizien is. De lijster kan dan gemakkelijk toe- gingen worden Canadapopulieren steeds zicht houden, verliest weinig tijd met eten en meer vervangen door inheemse boomsoorkan meer tijd in de verdediging van haar ten, waar de maretak zich minder gemakkelijk in vestigt. De snel groeiende populierenvoedsel steken. Een vogel met een winterterritorium moet klonen zijn door de korte omlooptijden mineen zekere dominantie hebben om andere der geschikt als gastheer. Nog voor de maregegadigden af te schrikken. Of, als die domi- tak een vierde van zijn leven doorlopen heeft, nantie niet van nature werd meegegeven, lis- wordt zijn (roestvrije!) gastheer normaliter al tig zijn. De grote lijster imiteert de gevreesde gekapt. De ouder wordende klonen kunnen sperwer door snel en laag te vliegen en plots voor de maretak en het landschap wel erg op te duiken. Omdat de vorm en de tekening interessant zijn ... De Bosgroep Zuid-Limvan haar ondervleugels sterk lijken op die van burg adviseert bij een kapping van een popuhaar geduchte collega, durft dat al eens luk- lierenbestand mét maretakken om één boom ken ook. om ecologische redenen te bewaren. ToevalMeestal verdedigt een koppeltje grote lijsters lig dan liefst de boom met de meeste bollen. het winterterritorium. Zij doen dat zo goed Heel wat boseigenaars doen dit met plezier dat er in de lente vaak nog heel wat bessen voor de natuur, maar in het bijzonder voor de over zijn. Die worden dan gebruikt als eerste mythische maretak.

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 9


struik in de kijker

Wilde lijsterbes Naar waarde geschat Foto: Wikipedia - Mbdortmund

Heel wat mensen hebben hem in de tuin als sierstruik, anderen zien hem dan weer als onkruid. Feit is dat iedereen de lijsterbes, met zijn oranjerode vruchtjes, al wel eens gezien heeft. Deze struik kan uitgroeien tot een volwaardige boom. Heel wat dieren, bomen en planten stellen zijn aanwezigheid erg op prijs. Hoog tijd om er wat dieper op in te gaan.

Onder de loep genomen De wilde lijsterbes komt veelal als struik voor. Zijn samengesteld blad bestaat uit verschillende, grof gezaagde deelblaadjes. In de winter herken je de soort aan de paarsbruine knoppen met een viltige beharing. Vanaf mei veranderen die kleuren en ontluiken geurende, witte bloemenschermen. De vruchten verkleuren van geel in juli tot oranjerood in augustus en zijn erg in trek bij vogels. Samen met de ratelpopulier en de zachte berk is de wilde lijsterbes een van de meest noordelijk voorkomende soorten. Hij trotseert zelfs de barre temperaturen van de Noordpool. Met uitzondering van het Middellandse Zeegebied, kom je de lijsterbes overal in Europa tegen. Je treft hem aan vanaf het zeeniveau tot aan de boomgrens in de gebergten. Na de ijstijd was hij dan ook een van de eerste soorten om de gronden waar het ijs wegtrok, te begroeien. Als struik onder de bomen kan de lijsterbes wel wat schaduw verdragen. Wil hij zelf uitgroeien tot een (middelgrote) boom, dan heeft deze pionier voldoende licht nodig. Dat is bovendien belangrijk voor een rijke bloei en vruchtzetting. De lijsterbes groeit in zijn jeugd makkelijk meer dan een halve meter per jaar. Op de Kempense zandgronden kan hij tot 15 m hoog worden, met een diameter van 40 cm en een leeftijd van 80 jaar. Heeft hij het geluk om op een rijke bodem te staan, dan wordt het nog indrukwekkender. Op de ‘goeie’ grond van Zuid-Limburg kan de lijsterbes maar liefst 25 m hoog worden, met een diameter van ongeveer 60 cm. Met wat geluk bereikt hij de kaap van 150 jaar. Met het juiste beheer kan hij op rijke bodems hoogwaardig en fel gegeerd hout produceren.

10 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter

Manusje van alles De wilde lijsterbes is allesbehalve kieskeurig en groeit op de meest onmogelijke plaatsen. Hij stelt zo goed als geen eisen aan het klimaat of de bodem, zelfs luchtvervuiling deert hem weinig. Op het vlak van de houtopbrengst staat hij meestal geklasseerd onder de noemer ‘derderangssoort’. In functie van de bosbouw, de ecologie en de houtbewerking heeft deze soort haar waarde al meer dan eens bewezen.

Enkele weetjes • Wist je dat vogelvangers vroeger de bessen van de lijsterbes als lokmiddel gebruikten? Het tweede deel van zijn Latijnse naam, Sorbus aucuparia, betekent letterlijk ‘vogels-vangen’. • De lijsterbes speelde vroeger een voorname rol in het Europese volksgeloof. Hij was de spreekpaal voor diverse goden en een symbool voor bescherming.

Bosbouw Een eenzame boom op een steile helling … vaak is dat een lijsterbes. Hij gedijt op extreme standplaatsen zoals steile, hoog gelegen hellingen. Daar houdt hij de bodem vast en voorkomt hij lawines. Het is tevens één van de enige soorten die op zwaar vervuilde bodems kan overleven. In Oost-Europa wordt de lijsterbes dan ook dankbaar aangeplant op voormalige industriegronden. Je treft hem daar ook aan rond vervuilende bedrijven, waar hij dienst doet als levend stofscherm. Het is een ideale laanboom.


Lijsterbesjenever Ingrediënten 500 g lijsterbessen 250 g suiker 1 l brandewijn 5 jeneverbessen extra suiker Bereiding Was de lijsterbessen. Plet ze vervolgens met een vork en doe de pulp in een glazen weckpot. Roer er 250 g suiker door. Leg een handdoek over de pot en laat deze twee dagen rusten. Giet daarna de brandewijn erbij en voeg de 5 jeneverbessen toe. Laat het brouwsel een maand lang staan. Regelmatig filteren en proeven is de boodschap. Is de jenever niet zoet genoeg, dan voeg je nog wat suiker toe. Laat het drankje na het extra zoeten weer twee weken rusten. Schud af en toe met de pot.

Foto: ‘t Boomblad

De lijsterbes is uiterst geschikt voor nieuwe aanplantingen op kaalvlakten. Daar ontpopt hij zich tot de ideale begeleider: als pionier groeit hij snel en zorgt hij in een mum van tijd voor een hersteld bosklimaat. Hij is weinig concurrentiekrachtig en zal de hoofdboomsoort dus niet bedreigen. Door zijn aanwezigheid dwingt de lijsterbes de hoofdboomsoort zelfs recht omhoog te groeien. De onderste zijtakken van de hoofdboomsoort sterven gemakkelijker spontaan af, met mooie, takvrije stammen als resultaat. Als het bos eenmaal volgroeid is, kunnen de lijsterbessen als vooropbrengst geoogst worden. De hoofdboomsoort kan dan verder ‘dik’ worden. In homogene naaldhout- en beukenbestanden is de lijsterbes de ‘bomenverzorger’ die er voor extra biodiversiteit zorgt. Zijn goed verteerbaar strooisel stimuleert het bodemleven en gaat bodemverzuring tegen. De wortels van de wilde lijsterbes dringen bovendien erg diep in de bodem. Daar halen ze water en voedsel op, waar oppervlakkige wortelaars als de beuk en de fijnspar anders niet bij kunnen.

andere pioniersoorten zoals de berk en de wilg, zal het hout van de lijsterbes snel rotten als je het buiten gebruikt. Uit de schors van de lijsterbes kan je verf en looistof winnen. Op een goede gezondheid … De oranjerode besjes van de lijsterbes helpen tegen allerlei kwalen. Ze bevatten veel vitamine C en kunnen diverse maag-, darmen nierproblemen verlichten. Let wel op: rauwe bessen bevatten het lichtjes giftige parasorbinezuur en hebben een laxerende werking. Eenmaal je de bessen kookt, verdwijnt dit gif. Bij maag- of darmklachten en bronchitis, kan thee van de lijsterbesbladeren het ongemak verzachten. In tijden van schaarste en oorlog werd de lijsterbes vaak verwerkt tot gelei, wijn, azijn en likeur. Deze bereidingen zaten boordevol vitaminen. Ecologische waarde De natuurwaarde van de wilde lijsterbes wordt soms onderschat. Voor heel wat dieren biedt deze inheemse soort een schat aan voedsel. Ze doen zich tegoed aan de vruchten, bloemen, schors, twijgen en bladeren. De lijsterbes kan de structuur in jouw bos verhogen en aantrekkelijker maken voor wild. Samen met de spork is het één van de weinige soorten die de aanleg van een inheemse, bloemen-en besrijke bosrand op arme zandgronden mogelijk maakt. Aan de rand van het bos, volop in het licht, komt hij veel mooier tot bloei. Het is dus de moeite waard om de lijsterbes, als die er nog niet staat, een plaatsje in jouw bos te geven …

Hout - een waaier aan mogelijkheden Binnen het hakhoutbeheer valt de lijsterbes onder de minder interessante boomsoorten. Toch werd hij vroeger vaak gebruikt als hakhout: hij schiet gemakkelijk en veelvuldig op na het afkappen. Het hout is vrij zwaar en brandt uitstekend. Omdat het hard, dens, elastisch en zeer sterk is, biedt het heel wat mogelijkheden. Zo kan je het perfect mooi glad schuren. In de schrijnwerkerij wordt het hout gebruikt voor het maken van onder andere stoelen en tafels. Het is geschikt voor stelen, handvaten van gereedschap en voor draai- en snijwerk. Dankzij de elasticiteit kan je er zelfs fineer van snijden. Dat zijn dunne schilletjes hout die je bijvoorbeeld aan de buitenzijde van een vezelplaat lijmt om er kleine dozen of kis- Deze bijdrage is een bewerking van het artikel ‘De wilde lijsterbes’, verscheten, of multiplex van te maken. Een klein nadeel: net zoals bij de nen in ‘t Boomblad

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 11


nieuws van de bosgroepen Bosgroep West-Limburg

Bosgroep Zuid-Limburg

Subsidiedossier indienen? In september 2008 werden heel wat subsidiedossiers ingediend voor de openstelling van privébossen, speelbossen en de ecologische bosfunctie (enkel voor uitgebreide beheerplannen) in 2009. Zo’n dossier moet ingediend worden vóór 1 oktober van het voorafgaande jaar. De aanvragen voor 2009 moesten dus al binnen zijn. Wil jij er in 2010 werk van maken, dan heb je dus nog tijd genoeg! Je kan zo’n subsidie jaarlijks aanvragen of verlengen. Loopt er langs of door jouw bos ook een bosweg die je wilt openstellen? Neem contact op met de Bosgroep West-Limburg voor informatie en advies!

Beleidsplan goedgekeurd en ingediend bij ANB! Het voorbije jaar stak de Bosgroep veel energie in het opstellen van haar beleidsplan voor de volgende vijf jaren. De inspanningen werden beloond: het beleidsplan werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 15 september 2008 en ingediend bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Op naar de toekomst!

Beheerplan Beringen - deelnemen nog mogelijk Het uitgebreid beheerplan van Beringen is gestart! Het initiatief komt van de stad zelf. Zij is met haar 390 ha bos de grootste boseigenaar. Naast de privéboseigenaars en de stad, doen ook andere openbare boseigenaars mee, zoals de kerkfabrieken en het Agentschap voor Natuur en Bos. De opmaak ligt in handen van een studiebureau en duurt van 1 januari 2009 tot en met februari 2010. Deze opmaak start met een inventarisatiefase. Een stuurgroep, waarin ook twee privéboseigenaars zitten, zal die fase begeleiden. Het definitieve aantal deelnemende boseigenaars en de oppervlakte bos die zij in beheer hebben, is nog niet bekend. Wie wil deelnemen, kan dat nog tot half maart! Foto: Benjamine Bufkens

12 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter

Samen met de eigenaars hoopt de Bosgroep Zuid-Limburg op voorspoedige beplantingen, met veel en kwalitatief jong bos als resultaat! Van januari tot oktober 2008 werkten de arbeidersploegen van de Limburgse Bosgroepen al meer dan 50 dagen in ons werkingsgebied. De belangrijkste taken verschillen er sterk van de exotenbestrijding, die elders in de provincie primeert. Dankzij de rijkere bodems is de aanwezigheid van Amerikaanse vogelkers in ons werkingsgebied vrijwel beperkt tot het meest noordelijk gelegen deel. In het voorjaar plantten de arbeidersploegen daar kleine kapvlakten weer aan. Na de schoontijd, van 1 april tot 1 juli, stelden ze jonge aanplantingen vrij, zuiverden ze iets oudere bossen, maaiden ze opengestelde paden en voerden ze hakhoutbeheer uit. In de gemeenten Hasselt en Halen werd sporadisch de Amerikaanse vogelkers bestreden. Wil jij de arbeidersploeg graag in jouw bos inzetten? Geef dan tijdig een seintje aan de coördinator!

Herbebossingen Dit plantseizoen begeleidt de Bosgroep zestien boseigenaars bij hun bosbeplanting. Het betreft zowel her- als eerste bebossingen. Er zullen vooral kleine aanplantingen gebeuren, variërend van enkele are tot, uitzonderlijk, enkele ha. De meeste eigenaars kiezen voor inheemse bomen. De Bosgroep besteedt veel aandacht aan de herkomst van de bestelde bomen en struiken. Als eigenaar kan je zowel de aankoop van het plantgoed als de organisatie van de beplanting aan de Bosgroep toevertrouwen. Voor de oppervlaktes kleiner dan 0,5 ha, kan je een beroep doen op de arbeidersploeg. Voor groKandidaat-bestuurders tere beplantingen organiseert de Bosgroep gezocht een offertevraag bij een tiental firma’s. 2009 wordt een bijzonder Dit jaar werd beduidend minder Canadajaar voor de Bosgroep populier verkocht. Dat maakt de opvolging Limburgse Duinen. De van de beplantingen gemakkelijker. leden verkiezen in het Waar mogelijk en indien de eigenaar dit voorjaar namelijk een wenst, vraagt de Bosgroep herbebossingsubnieuwe Raad van Bestuur. sidies aan bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Na de goedkeuring worden deze in twee Enkele huidige bestuurders hebben al aangegeven dat ze hun plaats vrijgeven. Zie jij het schijven uitbetaald. zitten om één van de nieuwe bestuurders te worden? Kandidaten kunnen zich melden bij de coördinator tot 15 april 2009. Bovendien stelt de Bosgroep volgend jaar een beleidsplan op voor de periode 2010 –2016. Daarin worden de krijtlijnen voor de werking van de volgende zes jaar vastgelegd. Het beleidsplan zal dienen als basis voor een definitief erkenningsdossier bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Voor de rest gaat de werking van de Bosgroep Limburgse Duinen natuurlijk gewoon door. Naast de afwerking van het gezamenlijk beheerplan in Sonnis (Helchteren), start ze in het voorjaar van 2009 met het Boscomplex Vlasmeerheide in Eksel. Begin januari staat opnieuw een brandhoutverkoop op het programma en uiteraard blijft ook de arbeidersploeg de Amerikaanse vogelkers in de regio bestrijden.

Bosgroep Limburgse Duinen


inwoners. Aan de kopers werd voorgesteld vergadering voor privéboseigenaars. Ben je een cursus brandhoutinitiatie te volgen. Die geïnteresseerd, geef dan een seintje. werd georganiseerd door de Bosgroep Hoge (011 23 73 82) Oproep arbeidersploeg Kempen en Inverde. Doel van de cursus: de Van januari tot oktober sporken blijven staan en de Amerikaanse 2008 werkten de arbei- vogelkers gaat eraan, zonder ongelukken met Nieuw gezicht dersploegen van de Lim- de kettingzaag. Evi Ghijssens is de nieuwe burgse Bosgroepen al medewerkster van de Bosmeer dan 80 dagen in het Nieuw uitgebreid bosbeheerplan groep Hoge Kempen vzw. werkingsgebied van de Lanaken Samen met haar collega’s Hoge Kempen. Het voor- Op zaterdag 24 januari organiseert de Boszal zij de boseigenaars naamste karwei blijft de bestrijding van de groep in samenwerking met de gemeente en met raad en daad bijstaan bij het beheer Amerikaanse vogelkers. Omdat de vraag als- het Agentschap voor Natuur en Bos een info- van hun bos. maar stijgt en de Bosgroepen zo efficiënt mogelijk willen werken, richten ze een werkgroepje op. Dat zal zoeken naar methodes om in minder tijd en met minder geld meer resultaat te behalen. Misschien staat er in het bos naast het jouwe wel een kanjer van een Amerikaanse vogelkers, maar doet de eigenaar er niets mee? Je begrijpt dat het nuttig is om die boseigenaar ervan te overtuigen zeker de zaadbomen van de vogelkers te (laten) kappen. Zegt een plekje in de werkgroep je wel wat? Meld je dan zeker bij de Bosgroep Enthousiaste voor meer informatie.

Bosgroep Hoge Kempen

Cursus brandhoutinitiatie (onder voorbehoud) Ook dit jaar organiseerde de gemeente Zutendaal een brandhoutverkoop voor haar

Es en els: een combinatie die werkt op vochtige leembodems! Als alternatief voor de Canadapopulier, werd vorige jaar op verschillende plaatsen individueel gewone es gemengd met zwarte els. Met mengen bedoelt men in de bosbouw meestal het aanplanten van groepen van

deelnemers aan de cursus brandhoutinitiatie (foto: Eddy Cryns)

minimum 20 are groot. Individueel mengen heeft zijn voordelen. Voor de gewone es klinkt de Latijnse naam alvast een stuk gepaster (Fraxinus excelsior: keizer van het bos) dan de Nederlandse. Je moet hem dan wel op de juiste plaats planten. In de regio Zuid-Limburg vind je heel wat locaties waar deze soort zich van nature thuis voelt. Daar waar het wat natter is, dichter naar de beken toe, kent de zwarte els dan weer zijn natuurlijke habitat. Beide soorten groeien erg snel op vochtige

bodems. Dat overtuigde ons om hen te mengen. Met het individueel mengen moet je enerzijds minder lang maaien (als dat al nodig is). Het gebladerte van de els geeft immers meer schaduw dan dat van de es. En meer schaduw impliceert dat ruigtekruiden minder kans krijgen. Anderzijds zal op de ‘moeilijke plaatsen’ blijken welke van de twee soorten zich effectief het best in zijn ‘schors’ voelt. Uiterlijk bij de eerste dunning zal zichtbaar zijn welke boom waar het best groeit. Die eerste dunning voer je best uit wanneer de boom via de natuurlijke stamreiniging de gewenste takvrije hoogte bereikt heeft. Natuurlijke stamreiniging is het proces waarbij takken spontaan afsterven door lichtgebrek en de snoeischaar achterwege kan blijven. Voor de es en de els zou 6 tot 7 m takvrije stam al volstaan voor een mooie opbrengst bij de verkoop. Beide soorten lenen zich ook uitstekend tot hakhout, zodat je na een tiental jaar al met het combineren van hoog- en hakhout kan beginnen. Een andere gezamenlijke eigenschap is dat ze allebei goed verjongen. Deze eigenschappen maken het perfect mogelijk om met een doordacht bosbeheer dure herbebossingskosten te vermijden. Beide soorten hebben een hoge natuurwaarde en de aanplanting is in het huidige reglement subsidieerbaar! Dat is mooi meegenomen! Foto’s: Karolien Van Diest

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 13


activiteitenkalender Noordoost-Limburg

Cursussen met Inverde

ten nemen! Datum: zaterdag 21 maart 2009 Organisatie: Bosgroep West-Limburg

Bossen van HamontAchel FSC-gecertificeerd! Hamont-Achel is de eerste gemeente waar openbare en privé-eigenaars onderzoeken om samen het FSC-certificaat aan te vragen! Dat is een getuigschrift dat bewijst dat het beheer voldoet aan de hoogste sociale en milieustandaarden op de markt. Het FSC-certificaat wordt uitgereikt door de Forest Stewardship Council. Deze organisatie wil het bosbeheer over de hele wereld verbeteren. De bossen van Hamont-Achel beschikken over een goedgekeurd uitgebreid bosbeheerplan. Dit plan vormt de basis voor een kwaliteitsvol en multifunctioneel bosbeheer. Hiermee wordt het behalen van een FSCcertificaat een zeer haalbare kaart! Binnen de FSC-certificering bestaat de mogelijkheid tot een groepscertificering. Dit systeem verenigt een aantal bosbeheerders. Zij dragen een gedeelde verantwoordelijkheid en administratieve en financiële lasten. Sinds eind 2006 beschikt het Agentschap voor Natuur en Bos over een groepscertificaat. Het staat zelf in voor de organisatie en het management ervan. Bosbeheerders die voldoen aan de FSC-criteria, kunnen lid worden van de groep en het label voor hun bos behalen. Als gecertificeerde boseigenaar kunnen ze tegemoet komen aan de stijgende vraag naar FSC-gelabeld inlands hout. Bovendien bewijst het dat ze hun bossen ‘verantwoord’ beheren. Het groepscertificaat van het ANB staat open voor alle Vlaamse boseigenaars, zowel openbare besturen als private eigenaars. Het stadsbestuur van Hamont-Achel onderzoekt om niet enkel de eigen bossen, maar ook die van de openbare besturen en enkele privéboseigenaars laten certificeren. De Bosgroep Noordoost-Limburg vzw krijgt voor alle bossen van de leden met een goedgekeurd uitgebreid bosbeheerplan een extra subsidie. De Bosgroep betaalt de lidmaatschapsbijdrage voor de privéboseigenaars die het label wensen aan te vragen.

Ook in 2009 organiseren de Bosgroepen samen met Inverde cursussen en excursies voor boseigenaars en -liefhebbers. Ideaal om je theoretische of praktische kennis bij te schaven! Meer info over de werking van Inverde en het complete cursusaanbod vind je op www.inverde.be of via tel. 02 657 93 64. Hieronder vind je de cursussen die je in 2009 in Limburg kunt volgen, gerangschikt volgens datum. Zeker zijn van een plaatsje? Schrijf je snel in via ons secretariaat (tel. 011 23 83 41 of 011 23 73 28)!

Inheemse bomen en struiken Programma: Voormiddag schaaf je je kennis over de meest voorkomende inheemse bomen en struiken in Vlaanderen bij. Ook enkele veel voorkomende exoten komen aan bod. Namiddag oefen je die kennis tijdens een terreinexcursie. Datum: nog te bepalen Organisatie: Bosgroep Noordoost-Limburg

Prijsaanpassing in 2009 In 2009 wordt deelnemen aan de cursussen bij de Bosgroepen iets duurder. Voor de meeste ééndaagse cursussen betalen leden ¤ 20. De cursus kettingzaag kost vanaf 2009 ¤ 30.

Kettingzaag – module 1 (beginners) Programma: Leer je kettingzaag veilig en ergonomisch hanteren. We gaan dieper in op onderdelen, werking, onderhoud en gebruik. Eenvoudige zaagoefeningen geven je voeling met de machine. Vellingen komen aan bod in module 2. Datum: donderdag 29 en vrijdag 30 januari 2009 Organisatie: Bosgroep Limburgse Duinen Kettingzaag - module 2 Programma: Je leert de juiste veltechnieken toepassen in praktijksituaties. Veiligheid: schat situaties in op gevaarlijkheid en leer de juiste materiaalkeuzes maken. Ook het gebruik van de handlier komt aan bod. Datum: donderdag 12 en vrijdag 13 februari 2009 Organisatie: Bosgroep Hoge Kempen Kettingzaag – module 3 Programma: Bomen die omwaaiden bij een storm, hebben vaak veel spanning in de stam. Hoe ga je dan te werk? Veiligheidsgedrag en preventieve maatregelen zijn essentieel. Je leert het niveau van gevaar inschatten en doet zaagoefeningen aan de spanningsbank. Datum: dinsdag 3 en woensdag 4 maart 2009 Organisatie: Bosgroep Zuid-Limburg Een bos lezen Programma: Aan de hand van gerichte vragen leer je antwoorden formuleren die passen binnen de criteria van duurzaam bosbeheer. Vanuit die antwoorden leer je beheermaatregelen nemen. Dit is een cursus voor 'buitenmensen'. Meteen het bos in: kijken, bespreken en beslui-

14 | ‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter

Kettingzaag – module 1 (beginners) Programma: zie hoger Datum: donderdag 3 en vrijdag 4 september 2009 Organisatie: Bosgroep West-Limburg Snoeien Programma: Hoe pak je een begeleidingssnoei aan? Inzicht in de boombiologie en de takaanzet zijn belangrijk. We bespreken ook de gevolgen van verkeerde of (te) zware snoei. Datum: vrijdag 25 september 2009 Organisatie: Bosgroep Zuid-Limburg Kettingzaag - module 2 Programma: zie hoger Datum: donderdag 1 en vrijdag 2 oktober 2009 Organisatie: Bosgroep Noordoost-Limburg Brandhoutinitiatie Programma: Hoe veilig, efficiënt en aangenaam brandhout kappen? Waarop let je als je blokken of meterhout maakt? Met welk handgereedschap manipuleer je het hout? Heel wat praktische info; goed voor je portemonnee én je rug. Dit is géén kettingzaagcursus. Datum: zaterdag 24 oktober 2009 Organisatie: Bosgroep West-Limburg Dunnen Programma: Dunning is een gerichte ingreep, waarmee we meestal het vooropgestelde toekomstbeeld willen bereiken. We bekijken verschillende methoden: laagdunning, hoogdunning (bv. toekomstboommethode). Tijdens een terreinexcursie kunnen deelnemers zelf dunningen aanduiden. Datum: zaterdag 7 november 2009 Organisatie: Bosgroep Hoge Kempen Bosexploitatie Programma: We bespreken de meest gebruikte exploitatiemethoden (uitsleeptractoren, aanhangwagens, paarden en harvesters), hun voor- en nadelen en de impact op het bos. Na uitleg over de voorbereiding van exploitaties (schalmen, ruimingspistes,


Colofon ’t Limburgs Bosbelang 23|winter uitgave De deputatie van de provincieraad van Limburg, Steve Stevaert, gouverneurvoorzitter, Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Hilde Claes, Erika Thijs, gedeputeerden en Renata Camps, provinciegriffier.

hoofdredactie Johan Van den Broek

coördinatie Karolien Van Diest – kvandiest@limburg.be Annemie Hannosset – ahannosset@limburg.be

eindredactie Rita Bogaerts – rbogaerts@limburg.be

redactiesecretariaat Annemie Hannosset – ahannosset@limburg.be

exploitatieplan, communicatie), doen we een oefening op het terrein. Datum: dinsdag 17 november 2009 Organisatie: Bosgroep Limburgse Duinen Houten constructies Programma: Kan je goed en veilig overweg met een kettingzaag en wil je zelf eens iets in elkaar steken? Theorie: welke houtsoorten komen in aanmerking? Constructietechnieken, werktuigen en onderhoud van verschillende hulpmiddelen en werktuigen komen aan bod.

Praktijk: stamstukken tot planken verzagen, verbindingen maken en een echt werkstuk (bv. een tafel) maken. Je krijgt veel handige tips, maar wordt geen schrijnwerker. Datum: donderdag 19 en vrijdag 20 november 2009 Organisatie: Bosgroep Zuid-Limburg Kettingzaag – module 3 Programma: Zie hoger. Datum: donderdag 26 en vrijdag 27 november 2009 Organisatie: Bosgroep Limburgse Duinen

redactieraad Benny Mathijs, Rita Bogaerts, Annemie Hannosset, Johan Van den Broek, Karolien Van Diest

redactie Rita Bogaerts, Benjamine Bufkens, Annemie Hannosset, Lise Hendrick, Jan Mampaey, An Pierson, Jan Spaas en Karolien Van Diest

foto cover Karolien Van Diest

cartoon Dirk Vercampt

tekstbewerking Ellen Mengels

Het Limburgse bosgroepenteam wenst u een prettig eindejaar en een gelukkig 2009 in de bossen, maar ook erbuiten!

De Rangers staan voor je klaar

vormgeving & lay-out Dion Boodts, Chantal Janssens – Grafische Producties, Informatie & Onthaal, Provincie Limburg druk Drukkerij Vaes – Overpelt

postbus Limburgse Bosgroepen p/a provincie Limburg, 3de Directie Afdeling Milieu en Natuur Universiteitslaan 1, B–3500 Hasselt Tel. 011 23 83 20 bosgroepen@limburg.be www.bosgroepen.be

oplage 2 400 exemplaren

wettelijk depotnummer Elke eerste en derde zondag van de maand staat aan één van de vijf toegangspoorten van het Nationaal Park Hoge Kempen een Ranger klaar. Die loodst je op een bijzondere manier door het Nationaal Park: sluit aan bij een winterzwerftocht, een lentekriebeltocht of leer zelf een bezem maken. Inschrijven is niet nodig, je betaalt enkel een kleine deel-

nameprijs. Je kan eveneens een Ranger boeken voor elke activiteit uit het vaste aanbod, en zelf het tijdstip en de locatie bepalen. De Ranger staat dan exclusief voor jou en jouw gezelschap ter beschikking. Een overzicht van alle activiteiten vind je op www.nationaalpark.be.

D/2008/5857/82

verantwoordelijke uitgever Johan Van den Broek Universiteitslaan 1, B–3500 Hasselt Deze publicatie werd gedrukt op hout- en chloorvrij kringlooppapier, zonder optische witmakers.

‘t Limburgs Bosbelang | 23 | winter | 15


23 | winter | in dit nummer

nuttige adressen Bosgroepen P.a. provincie Limburg Universiteitslaan 1 3500 Hasselt www.bosgroepen.be fax 011 23 83 10 Bosgroep Hoge Kempen vzw ondernemingsnummer 874 667 014 Coördinator: ir. Lise Hendrick tel. 011 23 83 23 gsm 0475 46 04 42 bosgroephogekempen@ limburg.be Secretariaat Evi Ghijsens tel. 011 23 73 82 Bosgroep Limburgse Duinen ondernemingsnummer 882 247 464 Coördinator: ir. Jan Mampaey tel. 011 23 83 19 gsm 0478 78 07 21

driemaandelijks tijdschrift | jan.-febr.-mrt. 2009

bosgroeplimburgse duinen@limburg.be Secretariaat Ine Houbrechts tel. 011 23 83 15 Bosgroep Noordoost-Limburg vzw ondernemingsnummer 459 481 087 Coördinator: ir. An Pierson tel. 011 23 83 24 gsm 0473 88 53 95 bosgroepnoordoost@ limburg.be Secretariaat Patricia Rouffa tel. 011 23 83 30 Bosgroep West-Limburg vzw ondernemingsnummer 479 742 895 Coördinator: ir. Benjamine Bufkens tel. 011 23 83 29 gsm 0479 40 08 48 bosgroepwest@limburg.be Secretariaat An Olaerts tel. 011 23 73 28 Bosgroep Zuid-Limburg vzw ondernemingsnummer 874 670 378 Coördinator: ir. Karolien Van Diest tel. 011 23 83 25 gsm 0473 88 53 94 bosgroepzuid@limburg.be

voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2

Secretariaat Annemie Hannosset tel. 011 23 83 20

soort in de kijker De Rode eekhoorn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 tip van een boseigenaar Limburgse bosgroepbestuurders op bezoek in Domein Berkenbroek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Agentschap Natuur en Bos, afdeling Limburg Woudmeester: ir. G. Mees Ambtenaar privébos: An Aarts Vlaams Huis Koningin Astridlaan 50/5 3500 Hasselt tel. 011 74 25 00 fax 011 74 25 39

Minister Hilde Crevits te gast op zevende bestuurdersoverleg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 bosbeheer Hakhoutbeheer afgezaagd? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opvolger project ‘GALS’ heet ‘SOLABIO’. . . . . . . . . . . . . . 7 plant in de kijker Magische Mare . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 struik in de kijker Wilde lijsterbes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

Noodnummer voor de provinciale afdeling Limburg: 7 dagen op 7 bereikbaar tel. 011 74 24 50

nieuws van de bosgroepen Bosgroep West-Limburg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Bosgroep Zuid-Limburg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Bosgroep Hoge Kempen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Bosgroep Limburgse Duinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Bosgroep Noordoost-Limburg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

De provincie is opgedeeld in 5 beheerregio’s: Lage Kempen: Dries Gorissen Noordoost-Limburg: Gui Winters Hoge Limburg: Bert Vanholen Zuid-Limburg: Ghislain Mees West- en Midden-Limburg Tom Hoebrechts

activiteitenkalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 nuttige adressen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Websites Boseigenaars en bosliefhebbers vinden nuttige informatie op de websites van de volgende instanties: Agentschap Natuur en Bos: www.natuurenbos.be Vereniging voor Bos in Vlaanderen vzw: www.vbv.be Landelijk Vlaanderen vzw: www.landelijkvlaanderen.be Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: www.inbo.be Inverde vzw: www.inverde.be Unie Vlaamse Bosbouw vzw: www.uvb.be www.bosmarkt.be

HamontAchel

Lommel

Waarvoor kan je terecht bij de Bosgroep? Een bos bezitten en beheren, daar komt heel wat bij kijken. Voor vragen of informatie kan je evenwel altijd te rade bij de Bosgroep. We sommen hier even op waarmee de bosgroepmedewerkers je van dienst kunnen zijn: • gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten) • informatie over hoe een duurzaam bosbeheer eruit ziet, wat je wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar

• • •

en wat de mogelijke subsidies zijn waarop je aanspraak kan maken hulp bij het invullen van kapaanvragen of het opstellen van beheerplannen kaartmateriaal adressen van houtexploitanten en boomkwekerijen coördinatie van de samenwerking tussen verschillende boseigenaars.

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B–3500 HASSELT limburg.be

N e d e r l a nd

Neerpelt Overpelt Bocholt

A n t we r p e n

K i n ro o i

B re e

HechtelEksel

Peer

Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenG r u i t ro d e

Beringen Te s s e n d e r l o HouthalenH e l c h t e re n

Opglabbeek DilsenStokkem

HeusdenZolder

As Zonhoven

Lummen

Genk Herk-De-Stad Halen

Maasmechelen

Hasselt Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken A l k e n

Bilzen Ko r t e s s e m

We l l e n

Brabant

Hoeselt S i n t -T r u i d e n Borgloon

Riemst

To n g e re n

Heers

Vo e re n

Gingelom Herstappe

Luik


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.