Distributieplanologisch Onderzoek van de Detailhandel in Limburg

Page 1

Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

09:32

Pagina 2

STUDIE AANBODZIJDE DPO en visie kleinhandel provincie Limburg


Inhoudsopgave

pagina

1. INLEIDING

3

1.1 Aanleiding 1.2 Opzet 1.3 Rapport

3 3 4

2. STRUCTUUR

5

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

Kleinhandel Winkels Diensten en horeca Leegstand Trends en ontwikkelingen

5 7 21 23 23

3. GEMEENTEN

29

Gemeente Alken Gemeente As Gemeente Beringen Gemeente Bilzen Gemeente Bocholt Gemeente Borgloon Gemeente Bree Gemeente Diepenbeek Gemeente Dilsen-Stokkem Gemeente Genk Gemeente Gingelom Gemeente Halen Gemeente Ham Gemeente Hamont-Achel Gemeente Hasselt Gemeente Hechtel-Eksel Gemeente Heers Gemeente Herk-de-Stad Gemeente Heusden-Zolder Gemeente Hoeselt Gemeente Houthalen-Helchteren Gemeente Kinrooi Gemeente Kortessem Gemeente Lanaken

Inhoudsopgave

30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74 76

1


Inhoudsopgave (vervolg)

Gemeente Leopoldsburg Gemeente Lommel Gemeente Lummen Gemeente Maaseik Gemeente Maasmechelen Gemeente Meeuwen-Gruitrode Gemeente Neerpelt Gemeente Nieuwerkerken Gemeente Opglabbeek Gemeente Overpelt Gemeente Peer Gemeente Riemst Gemeente Sint-Truiden Gemeente Tessenderlo Gemeente Tongeren Gemeente Voeren Gemeente Wellen Gemeente Zonhoven Gemeente Zutendaal

4. PLANNEN EN INITIATIEVEN

pagina

78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 100 102 104 106 108 110 112 114

117

DEFINITIES

2

Inhoudsopgave


1.

INLEIDING

1.1 Aanleiding In opdracht van de deputatie van de provincie Limburg is door BRO een aanbodstudie van de kleinhandel in Limburg uitgevoerd. De studie van de aanbodzijde vormt onderdeel van een distributie-planologische studie. De opdracht aan BRO voorziet naast studies van respectievelijk de aanbod- en vraagzijde in de ontwikkeling van een visie voor de kleinhandel op middellange termijn. De distributie-planologische studie zal inzicht geven in de elementen en variabelen die een invloed hebben op vraag en aanbod in de kleinhandel en reikt provincie en gemeenten instrumenten aan om het sociaal-economisch en ruimtelijk evenwicht tussen vraag en aanbod te bewaren, te bevorderen of te versterken. Voorliggende rapportage bevat de resultaten en bevindingen van de studie naar het commerciële voorzieningenaanbod van de provincie Limburg, de eerste deelstudie van de opdracht.

1.2 Opzet Om de studie van de aanbodzijde te kunnen aanvatten zijn alle publiektoegankelijke ruimten met aldaar gevestigde consumentgerichte activiteiten in de provincie Limburg over een periode van enkele maanden bezocht en geïnventariseerd. Het betreft hier alle commerciële activiteiten zowel van kleinhandel als van dienstverstrekkers en horeca. Ook leegstaande commerciële panden werden geïnventariseerd. Van de in totaal meer dan 16 500 panden werden de belangrijkste kenmerken opgenomen. Naast handelsnaam (embleem) betreft het de naam van de winkelformule, het adres, de winkelvloeroppervlakte, bestemming en branche. De opname levert een actuele weergave op van de commerciële voorzieningen in de provincie, zowel in kwantitatieve als ruimtelijke zin.

Hoofdstuk 1

3


1.3 Rapport Hoofdstuk 2 In hoofdstuk twee wordt de structuur van de kleinhandel op provinciale schaal nader onderzocht, zowel voor de kleinhandel in haar totaliteit als voor winkels, dienstverstrekkers en horeca apart. De winkelgebieden worden benoemd naar ruimtelijke maatstaven (concentraties versus verspreiding, perifeer versus centrumgebieden e.d.) en verder onderzocht op dichtheid en branchering. De voornaamste winkelconcentraties in de provincie zijn ook kwalitatief beknopt omschreven. Voorts worden algemene resultaten en relevante ontwikkelingen in de sectoren diensten en horeca nader toegelicht. Apart wordt ingegaan op omvang en spreiding van de leegstand in de provincie. Waar mogelijk zijn vergelijkingen getrokken met landelijke gegevens of gegevens uit een 1 recente inventarisatie in Vlaams-Brabant. Hoofdstuk 3 2 In een volgend hoofdstuk worden voor 43 afzonderlijke gemeenten volgens een vast stramien de voornaamste resultaten van het winkelaanbod nader toegelicht. Het betreft hier per gemeente een verdeling naar handelsfuncties, goederengroepen en productgroepen (branchering). Voorts wordt de ruimtelijke structuur van het gemeentelijk aanbod nader bekeken en getoetst aan enkele parameters. Hoofdstuk 4 De voornaamste retailontwikkelingen die in uitvoering zijn of in de pipeline zitten worden in een algemeen overzicht voorgesteld in hoofdstuk 4.

1 2

Bron: Locatus, 2005. In de gemeente Herstappe is geen winkelaanbod aanwezig. Van deze gemeente is om die reden geen fiche opgemaakt.

4

Hoofdstuk 1


2.

STRUCTUUR

2.1 Kleinhandel Kleinhandel totaal De kleinhandel en aanverwante functies in de provincie Limburg telt in totaal ruim 16 500 zaken. In onderstaande tabel zijn deze zaken onderverdeeld naar functie. Kleinhandel onderverdeeld naar functie Functie

Aantal

% aantal

Aantal vestigingen

vestigingen

vestigingen

per 1.000 inwoners

Winkels

6.727

41%

8,3

Horeca

3.534

21%

4,4

Diensten

5.076

31%

6,3

184

1%

0,2

Overig Leegstand Totaal

996

6%

1,2

16.517

100%

20,3

Bron: BRO, 2005.

Op basis van het inwonertal van de provincie kan de dichtheid (het aantal vestigingen per 3 1 000 inwoners) worden benaderd. De provincie Limburg telt gemiddeld 20 kleinhandelsvestigingen per 1 000 inwoners, waarvan 8 winkels. Economische betekenis kleinhandel Limburg De tewerkstelling in de kleinhandel bestaat voornamelijk uit de loontrekkende tewerkstelling en de zelfstandigen. Limburg telt in totaal ca. 257 700 loontrekkende jobs. Daarvan zijn ruim 26 400 jobs in de kleinhandel (inclusief garagewezen) en de horeca. Dit komt neer op ca. 11% van het totaal aantal loontrekkende jobs. Dit aandeel is op het niveau van het Vlaams gewest en België vergelijkbaar. Loontrekkende jobs Limburg, Vlaams gewest en België Limburg

Vlaams gewest

België

Totaal

257.730

1.989.123

3.487.283

Diensten

160.799

1.382.427

2.583.614

18.113

148.638

262.979

9.304

69.807

114.616

Kleinhandel en garagewezen

Horeca

Bron: RISZ, 2001.

3

Het inwonertal van de provincie Limburg bedraagt per 01/07/2005 in totaal ca. 811 960 inwoners. Bron: NIS, 2005.

Hoofdstuk 2

5


Recente cijfers over het aandeel zelfstandigen in de kleinhandel ontbreken. Op basis van cijfers uit 2001 kan worden gesteld dat van het totaal aantal zelfstandigen (inclusief helpers) ruim 40% werkzaam zijn in de handel en horeca. Hiermee zijn zelfstandigen binnen deze bedrijfstak zeer sterk vertegenwoordigd. De cijfers over het Vlaams gewest en België laten een vergelijkbaar beeld zien. Aandeel zelfstandigen en helpers per bedrijfstak

Landbouw

Limburg

Vlaams gewest

België

9,9%

10,3%

9,6%

Nijverheid en ambachten (productie)

20,1%

20,7%

20,6%

Handel en horeca

42,3%

42,0%

40,7%

Vrije beroepen

17,6%

17,4%

20,1%

9,7%

9,4%

8,8%

Diensten Diverse beroepen

0,4%

0,3%

0,2%

Totaal

100%

100%

100%

Bron: RISZ, 2001.

Andere verkoopkanalen dan handelszaken Naast verkoop in handelszaken worden via andere kanalen producten aangeboden. Veelal wordt onderscheid gemaakt tussen directe verkoop en verkoop op afstand. Directe verkoop: • De markt speelt, als vorm van ambulante handel, een belangrijke rol in de aanvulling 4 van reguliere handel. Limburg telt 35 openbare markten. Verkopers aan de openbare weg of aan de deur spelen in mindere mate een rol. • Diverse landbouw-, tuinbouw- en fruitbedrijven in Limburg verkopen producten rechtstreeks aan de consument. De hoeveverkoop vormt een nevenactiviteit naast het uitbaten van het landbouwbedrijf. De verkochte producten, zoals fruit, groente, zuivel en vlees, worden op het bedrijf zelf of dat van een collega-landbouwer geproduceerd. In 5 Haspengouw ligt het accent sterk op fruit. • Daarnaast vindt nog enige verkoop plaats via bijvoorbeeld musea, kruidentuinen, horecabedrijven, e.d. Verkoop op afstand: • De elektronische kleinhandel, ook wel e-commerce genoemd, neemt een beperkt maar groeiend aandeel van de verkopen voor haar rekening. • Als gevolg van de toename van e-commerce is de verkoop via postorderbedrijven afgenomen. Toch zijn deze verkoopkanalen noemenswaardig. Via catalogi, maar bijvoorbeeld ook telefonisch, kunnen goederen worden aangeschaft. Het gaat hierbij vooral om kleding en kantoorartikelen.

4 5

Bron: Provincie Limburg, Markten Limburg, 2000/provinciale beroepsvereniging van marktkramers Een uitputtend overzicht van hoevewinkels is niet aanwezig. In de door de provincie Limburg uitgegeven Adressengids Limburgse hoeveverkopers staan bijna 90 bedrijven genoemd.

6

Hoofdstuk 2


2.2 Winkels Winkelaanbod in Limburg relatief omvangrijk De provincie Limburg telt in 2005 in totaal ruim 6 700 winkels met een totaal winkelvloeroppervlakte (wvo) van ca. 1 389 400 m². Het winkelaanbod in de provincie Limburg is beperkter van omvang (zowel in aantal winkels als in oppervlakte) dan het winkelaanbod in Vlaams-Brabant. Een recente inventarisatie in de provincie Vlaams-Brabant leert dat 6 deze provincie ca. 7 200 winkels telt met een oppervlakte van ca. 1 430 000 m² wvo. Wanneer deze cijfers gerelateerd worden aan het inwonertal ontstaat echter een ander beeld. Vergelijking winkelaanbod Limburg en Vlaams-Brabant naar dichtheid

Provincie Limburg Provincie Vlaams-Brabant

inwonertal

aantal winkels

aantal m² winkel per

per 1 juli 2005

per 1.000 inwoners

inwoner

811.960

8,3

1,7

1.040.260

6,9

1,4

Bron: NIS, BRO en Locatus, 2005.

Meer winkels per inwoner dan in Vlaams-Brabant In vergelijking met de provincie Vlaams-Brabant is de dichtheid (het aanbod per inwoner) in Limburg relatief hoog. Waar Limburg meer dan 8 winkels telt per 1 000 inwoners, ligt dit aantal in Vlaams-Brabant op bijna 7. Ook de winkeloppervlakte is relatief hoger in Limburg. Oorzaak hiervan is dat in Vlaams-Brabant veel koopkracht afvloeit naar Brussel, hetgeen tot een lager aanbod in Vlaams-Brabant leidt. Winkeloppervlakte in Limburg in afgelopen tien jaar toegenomen Een raming uit 1996 resulteerde in 7 818 winkels met een oppervlakte van ca. 1 353 573 7 m². Op basis van deze gegevens kan worden gesteld dat het aantal winkels in de afgelopen tien jaar is afgenomen terwijl de vloeroppervlakte over dezelfde periode is toegenomen. Dit betekent dat de omvang per winkel is toegenomen. Deze constatering is in lijn met de algemeen geconstateerde schaalvergroting. Winkels naar goederengroep aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

Convenience

2.093

290.450

139

21%

Shopping

3.083

659.410

214

47%

Specialty

1.551

439.520

283

32%

Totaal

6.727

1.389.380

207

100%

6 7

Bron: Locatus, 2005. Bron: BBM, 1996. Deze raming is gebaseerd op een volledige opname van de kleinhandel in de periode1989 tot 1992, geactualiseerd met gunstig beoordeelde dossiers in het kader van de wet op de handelsvestigingen over de periode 1992 tot 1997 en met enkele geactualiseerde opnamen. Aangezien geen zicht was op de stopzettingen in de periode 1992 tot 1997 betreft het geen exacte cijfers, maar een raming.

Hoofdstuk 2

7


Hamont-Achel Lommel Neerpelt Overpelt

Bocholt

Peer

Bree Kinrooi

Hechtel-Eksel Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenGruitrode

Beringen Tessenderlo

HouthalenHelchteren HeusdenZolder Lummen

Opglabbeek

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken

Bilzen Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Voeren Gingelom

8

Hoofdstuk 2


Ongeveer de helft van de winkels valt in de categorie shopping goederen. Winkels in Limburg hebben een omvang van gemiddeld ca. 205 m² wvo. De omvang per winkel verschilt per goederengroep. Zo zijn convenience winkels kleiner van schaal en specialty winkels groter dan gemiddeld. Winkels naar productgroep aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

2.046

282.355

140

20%

106

13.360

125

1%

15

40.390

2.695

3%

1.094

170.600

155

12%

Schoenen/lederwaren

254

43.585

170

3%

Juwelier/optiek

289

15.155

50

1%

Huishoudelijke artikelen

338

58.860

175

4%

Media

153

22.375

145

2%

Hobby

115

9.155

80

1%

Sport en spel

145

47.610

330

3%

Bruin- en witgoed

407

53.115

130

4%

Doe-het-zelf

341

142.205

415

10%

Plant en dier

434

107.290

245

8%

Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Warenhuis Kleding/mode

Rijwielen/autoaccessoires

192

23.820

125

2%

Wonen

663

347.430

525

25%

Overige detailhandel

135

12.070

90

1%

6.727

1.389.380

205

100%

Totaal

Indeling van het winkelaanbod in de provincie Limburg naar productgroep levert de volgende constateringen op: • De productgroep voeding telt het meeste aantal winkels. Ook winkels in kleding en mode zijn sterk vertegenwoordigd in Limburg. De winkels in beide productgroepen zijn echter relatief beperkt van schaal. De productgroep warenhuis is in aantal winkels het minst omvangrijk. • Gerekend naar winkeloppervlakte is de productgroep wonen het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd door voeding, kleding/mode en doe-het-zelf aanbod. Het minst omvangrijk is het aanbod in de productgroepen hobby en drogisterijartikelen/reukwaren. • De productgroep voeding omvat zowel superettes en supermarchés als speciaalzaken. De provincie telt 335 superettes en 189 supermarchés. • Gekeken naar de gemiddelde schaal van winkels valt op dat warenhuizen relatief omvangrijk zijn. Dat geldt ook voor woonwinkels en doe-het-zelfzaken. Juweliers en opticiens zijn relatief klein van opzet.

Hoofdstuk 2

9


Hamont-Achel Lommel Neerpelt Overpelt

Bocholt

Bree

Peer

Kinrooi

Hechtel-Eksel Leopoldsburg

Maaseik

Ham MeeuwenGruitrode

Beringen Tessenderlo

HouthalenHelchteren

Opglabbeek

Heusden-Zolder Lummen

As

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken Bilzen

Nieuwerkerken Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Riemst

Borgloon Tongeren Heers

Voeren Gingelom

10

Hoofdstuk 2


In onderstaande tabel zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar het aantal winkels. Ook het aantal winkels per 1 000 inwoners is aangegeven (de dichtheid). Rangorde gemeenten naar aantal winkels Nr. Gemeente

Aantal

Dichtheid

Nr. Gemeente

winkels

Aantal

Dichtheid

winkels

1

Hasselt

901

13,1

23

Lummen

86

6,3

2

Genk

578

9,1

24

Herk-de-Stad

84

7,2

3

Sint-Truiden

458

12,2

25

Overpelt

82

6,3

4

Maasmechelen

396

11,0

26

Meeuwen-Gruitrode

76

6,1

5

Tongeren

357

12,0

27

Hechtel-Eksel

75

6,7

6

Lommel

311

9,9

28

Bocholt

74

6,1

7

Beringen

244

6,1

29

Borgloon

70

7,0

8

Maaseik

235

10,1

30

Alken

68

6,2

9

Bilzen

234

7,9

31

Kinrooi

67

5,6

10

Heusden-Zolder

208

6,8

32

Opglabbeek

66

7,1

11

Lanaken

199

8,2

33

Halen

61

7,3

12

Houthalen-Helchteren

170

5,8

34

Ham

59

6,2

13

Bree

154

10,8

35

Hoeselt

57

6,2

14

Neerpelt

140

8,8

36

Kortessem

44

5,5

15

Leopoldsburg

138

9,8

37

Zutendaal

42

6,1

16

Zonhoven

131

6,7

38

Wellen

41

6,0

17

Dilsen-Stokkem

124

6,7

39

Nieuwerkerken

40

6,2

18

Tessenderlo

122

7,5

40

Gingelom

35

4,5

19

Peer

121

7,8

41

Heers

26

3,9

20

Riemst

115

7,3

42

Voeren

22

5,1

21

Diepenbeek

105

6,0

43

As

17

2,3

22

Hamont-Achel

94

6,9

44

Herstappe

0

0,0

Het volgende valt op: • De provinciehoofdstad Hasselt is de gemeente met het meeste aantal winkels. Ook de dichtheid (het aantal winkels per 1 000 inwoners) is in Hasselt het hoogst. • De stad Hasselt telt 13 winkels per 1 000 inwoners. Deze hoge dichtheid duidt op de sterke verzorgingsfunctie van Hasselt voor inwoners uit andere gemeenten in Limburg. • Met 578 winkels bezet Genk een tweede plaats. De dichtheid is in Genk echter aanzienlijk lager. Gemeten naar dichtheid hebben gemeenten als Sint-Truiden, Tongeren, Maasmechelen en Bree een sterkere functie voor inwoners van buiten de eigen gemeente. • Kleinere gemeenten, zoals bijvoorbeeld As, Voeren, Heers en Gingelom hebben logischerwijs een beperkt aantal winkels. Herstappe heeft geen winkelaanbod.

Hoofdstuk 2

11


Hamont-Achel Lommel

Neerpelt Overpelt

Bocholt

Bree

Peer Hechtel-Eksel

Kinrooi

Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenGruitrode

Beringen Tessenderlo HeusdenZolder Lummen

HouthalenHelchteren

Opglabbeek

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken

Bilzen

Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Voeren Gingelom

12

Hoofdstuk 2


Rangorde gemeenten naar omvang winkelaanbod Nr.

Gemeente

Omvang Dichtheid winkelaanbod

Nr. Gemeente

per inw.

Omvang Dichtheid winkel-

per inw.

aanbod 1

Hasselt

208.335

3,0

23

Hamont-Achel

17.485

1,3

2

Genk

132.275

2,1

24

3

Sint-Truiden

83.420

2,2

25

Neerpelt

17.040

1,1

Herk-de-Stad

16.910

4

Maasmechelen

82.805

2,3

1,5

26

Opglabbeek

15.965

1,7

5

Lommel

74.470

6

Tongeren

55.065

2,4

27

Meeuwen-Gruitrode

13.330

1,1

1,9

28

Lummen

12.500

0,9

7

Peer

52.615

3,4

29

Nieuwerkerken

12.180

1,9

8 9

Riemst

49.475

3,1

30

Alken

12.130

1,1

Beringen

47.980

1,2

31

Hoeselt

11.375

1,2

10

Houthalen-Helchteren

45.430

1,5

32

Bocholt

11.095

0,9

11

Lanaken

42.200

1,7

33

Ham

10.795

1,1

12

Maaseik

37.880

1,6

34

Hechtel-Eksel

10.350

0,9

13

Bree

37.760

2,7

35

Halen

10.090

1,2

14

Heusden-Zolder

34.005

1,1

36

Borgloon

9.425

0,9

15

Bilzen

32.580

1,1

37

Zutendaal

7.910

1,2

16

Kinrooi

29.840

2,5

38

Kortessem

7.650

0,9

17

Diepenbeek

25.860

1,5

39

Heers

6.125

0,9

18

Zonhoven

21.760

1,1

40

Wellen

5.235

0,8

19

Dilsen-Stokkem

21.650

1,2

41

Gingelom

3.010

0,4

20

Overpelt

20.385

1,6

42

As

2.190

0,3

21

Leopoldsburg

20.200

1,4

43

Voeren

1.195

0,3

22

Tessenderlo

19.390

1,2

44

Herstappe

0

0,0

Het volgende valt op: • Hasselt neemt ook naar omvang van het winkelaanbod de eerste plaats in. • Gekeken naar de dichtheid per inwoner is het winkelaanbod in de stad Peer het meest omvangrijk. De verklaring hiervoor kan worden gevonden in het omvangrijke aanbod aan baanwinkels. • Ook Riemst heeft een omvangrijk winkelaanbod per inwoner. Tongeren, Genk en Beringen behoren tot de top 10 gemeenten naar omvang winkelaanbod. De dichtheid per inwoner in deze gemeenten is echter vrij laag. • Opglabbeek en Herk-de-Stad vallen op doordat zij een in omvang relatief beperkt winkelaanbod combineren met een relatief hoge dichtheid. • Door de omvang van het winkelaanbod te delen door het aantal vestigingen kan de schaalgrootte van winkels berekend worden. Hieruit valt het volgende op: in de gemeenten Kinrooi, Peer, Riemst en Nieuwerkerken is de gemiddelde pandgrootte van de detailhandel hoger dan 300 m² wvo. In Gingelom en Voeren is de gemiddelde pandgrootte lager dan 100 m² wvo. Deze gegevens komen terug in de fiches in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 2

13


14

Hoofdstuk 2


Rangorde winkelgebieden naar aantal winkelvestigingen Nr. Winkelgebied

Aantal

Nr. Winkelgebied

Aantal

vestigingen

vestigingen

1

Centrum Hasselt

437

22 Genkersteenweg Hasselt

41

2

Centrum Sint-Truiden

294

23 Lummen Centrum

38

3

Centrum Tongeren

238

24 Centrum Peer

36

4

Centrum Genk

235

25 Centrum Diepenbeek

32

5

Centrum Lommel

126

26 Centrum Neeroeteren Maaseik

30

6

Centrum Maaseik

119

27 Centrum Herk-de-Stad

30

7

Centrum Bilzen

102

28 Kermt Hasselt

29

8

Centrum Eisden Maasmechelen

94

29 Centrum Paal Beringen

29

9

Centrum Neerpelt

84

30 Hoevenzavel Genk

29

10 Maasmechelen Village

84

31 Kuringersteenweg Hasselt

28

11 Centrum Lanaken

83

32 Steenweg Lanaken

28

12 Centrum Bree

72

33 Centrum Overpelt

28

13 Centrum Leopoldsburg

71

34 Centrum Borgloon

28

14 Centrum Houthalen

65

35 Luikersteenweg Tongeren

27

15 Hasseltweg Genk

64

36 Centrum Koersel Beringen

27

16 Centrum Tessenderlo

64

37 Centrum Opglabbeek

27

17 Centrum Heusden

56

38 Centrum Wellen

24

18 Stalenstraat Genk

51

39 Vennestraat Genk

23

19 Centrum Zonhoven

49

40 Centrum Zolder

23

20 Centrum Beringen

44

41 Sint-Truidersteenweg Borgloon

22

21 M2 Shopping Center Maasmechelen

42

42 Steenweg Alken

21

In bovenstaand overzicht zijn de naar omvang grootste winkelgebieden aangegeven. Op basis hiervan kunnen de volgende constateringen worden gedaan: • Het centrum van Hasselt is het winkelgebied in Limburg met het grootste aantal winkels. De centrumgebieden van Sint-Truiden, Tongeren en Genk volgen op afstand. • Naast het centrum van Hasselt behoren ook winkelconcentraties langs diverse toegangswegen naar Hasselt tot de grootste winkelgebieden. • Genk is de gemeente met het grootste aantal noteringen: naast het centrum gaat het om de Hasseltweg, Stalenstraat, Hoevenzavel en de Vennestraat. • De gemeente Maasmechelen telt maar liefst drie winkelconcentraties bij de eerste 25 winkelgebieden: centrum Eisden, Maasmechelen Village en M2 Shopping Center Maasmechelen. In naastliggend kaartbeeld zijn de grootste winkelgebieden aangegeven. Het betreft winkelconcentraties met minimaal 10 winkels en minimaal 10 000 m² winkelvloeroppervlakte. Daarnaast zijn enkele bijzondere concentraties aangegeven.

Hoofdstuk 2

15


Rangorde winkelgebieden naar omvang winkelaanbod Nr. Winkelgebied

1

Centrum Hasselt

2 3

Omvang

Nr.

Winkelgebied

Omvang

winkel-

winkel-

aanbod

aanbod

72.745

22

Centrum Bilzen

10.805

Hasseltweg Genk

36.260

23

Centrum Neerpelt

10.215

Centrum Sint-Truiden

30.850

24

M2 Shopping Center Maasmechelen

8.550

4

Centrum Genk

30.600

25

Grote Baan Herk-de-Stad

7.990

5

Centrum Tongeren

25.925

26

Hasseltsesteenweg Sint-Truiden

7.890

6

Kuringersteenweg Hasselt

24.015

27

Centrum Bree

7.875

7

Genkersteenweg Hasselt

18.760

28

Centrum Tessenderlo

7.355

8

Centrum Eisden Maasmechelen

17.830

29

Diestersteenweg Nieuwerkerken

7.295

9

Venlosesteenweg Kinrooi

16.725

30

Centrum Leopoldsburg

7.085

10 Centrum Lommel

16.610

31

Centrum Zonhoven

6.830

11 Centrum Maaseik

15.500

32

Maasmechelen Village

6.795

12 Stalenstraat Genk

14.825

33

Steenweg Lanaken

6.695

13 Centrum Lanaken

14.225

34

Lummen Centrum

6.440

14 Luikersteenweg Tongeren

13.370

35

Centrum Overpelt

6.295

15 Buitensingel Lommel

13.335

36

Hendrik van Veldekesingel Hasselt

5.650

16 Schampbergstraat Hasselt

13.075

37

Toleik Bree

5.610

17 Centrum Heusden

12.860

38

Kermt Hasselt

5.310

18 Industrielaan Sint-Truiden

12.775

39

Centrum Peer

5.250

19 Centrum Houthalen

12.750

40

Centrum Ophoven

5.245

20 Nieuwstraat Diepenbeek

12.210

41

Lommelsesteenweg Leopoldsburg

5.060

21 Zuiderring Genk

11.875

42

Wijkstraat Diepenbeek

5.045

In bovenstaande tabel zijn de winkelgebieden gerangschikt naar omvang van het winkelaanbod. • Ook wanneer naar de omvang van het winkelaanbod wordt gekeken, bezet het centrum van Hasselt de eerste plaats. • Anders dan in de vorige tabel scoren naar omvang gerekend ook een aantal baanwinkelconcentraties hoog. Relevant om te noemen zijn onder meer de Hasseltweg in Genk, de Kuringersteenweg en Genkersteenweg in Hasselt en de Venlosesteenweg in Kinrooi. Voor deze concentraties geldt dat het aantal winkels weliswaar relatief beperkt is, maar de omvang per winkel groot. • Het centrum van Zolder en Wellen komen in onderstaande tabel niet meer voor en vallen af als het gaat om de omvang van winkelconcentraties in m².

16

Hoofdstuk 2


Rangorde van winkelformules naar aantal vestigingen Nr. Formule

Aantal

Nr.

Formule

Aantal

vestigingen

vestigingen

1 Spar

51

27

Cash Fresh

9

2 Aldi Markt

44

27

Colruyt

9

3 Aveve

36

27

Delhaize

9

4 Supra

33

27

Shoes in the Box

9

5 Budget Slager

31

31

Brico

8

6 Leonidas

28

31

De Broodgalerij

8

7 Super GB Partner

26

31

E5 Mode

8

8 Oxfam Wereldwinkel

24

31

Esprit

8

9 Blokker

20

31

Het Graantje

8

9 Kruidvat

20

31

Ici Paris XL

8

19

37

Contact GB

7

11 Zeeman

19

37

Exellent Electro

7

13 Ad Delhaize

18

37

Gamma

7

14 Press Shop

15

37

Hubo

7

14 Shoe Discount

15

37

Panos

7

16 Standaard Boekhandel

13

37

Pearle Opticien

7

17 Prémaman

12

37

Primo

7

17 Tecno

12

37

Street One

7

19 JBC

11

45

Avance

6

19 Mobistar Center

11

45

Belgacom

6

19 Proxy Delhaize

11

45

EP

6

19 Vangrootloon

11

45

Extrazone

6

23 Brantano

10

45

Hunkemöller

6

23 Eldi

10

45

Keurslager

6

23 Essec

10

45

Schlecker

6

23 Prik & Tik

10

11 Lidl

Van de 6 700 winkels in Limburg is ca. 83% zelfstandig. Slechts 17% van de winkels behoort tot een formule. In bovenstaande tabel zijn de formules weergegeven met het grootste aantal vestigingen in Limburg. Hieruit valt het volgende op te maken: • Vooral supermarktformules zijn sterk vertegenwoordigd in Limburg. Het gaat dan om formules als Spar, Aldi Markt, Supra en Super GB Partner. • Aveve is de best vertegenwoordigde niet-supermarktformule. Deze winkels verkopen een divers aanbod aan artikelen, zoals tuinartikelen, hobbyartikelen, levensmiddelen en andere boerenproducten. • Door ontwikkelingen als de toenemende vraag naar eerlijke producten en de mobiele telefonie is het vrij grote aantal vestigingen van formules zoals de Oxfam Wereldwinkel, Mobistar Center, Essec en Belgacom te verklaren. • Ook diverse levensmiddelenspeciaalzaken zijn terug te vinden in de top 45. Voorbeelden zijn: Budget Slager, Leonidas, Vangrootloon en Prik & Tik.

Hoofdstuk 2

17


Rangorde van winkelformules naar m² wvo Nr. Formule

Omvang winkelaanbod

Nr.

Formule

Omvang winkelaanbod

1 Super GB Partner

36.375

27

Primo

4.775

2 Aldi Markt

28.635

28

Zeeman

4.720

3 Carrefour

23.450

29

Hennes & Mauritz

4.200

4 Spar

19.120

30

Standaard Boekhandel

4.195

5 Aveve

17.650

31

Orga

4.100

6 Ad Delhaize

16.165

32

Prik & Tik

3.415

7 Brico

15.350

33

Leen Bakker

3.300

8 Colruyt

12.900

34

Scapino

2.920

9 Delhaize

12.515

35

Hema

2.690

10 Gamma

11.700

36

United Brands

2.640

11 Lidl

10.385

37

Top 1 Toys

2.600

12 Blokker

9.725

38

Media Markt

2.500

13 Hubo

9.150

39

Tecno

2.450

14 JBC

8.525

40

Prémaman

2.440

15 Cash Fresh

8.175

41

Pecotex

2.350

16 Fun

8.050

42

Vanden Borre

2.325

17 Shoe Discount

7.850

43

O’Cool

2.300

18 Brantano

7.175

44

Carpet Right

2.300

19 E5 Mode

6.375

45

AVA

2.181

20 Proxy Delhaize

6.065

46

Extrazone

2.145

21 Kruidvat

5.930

47

Vögele

2.075

22 Superconfex

5.900

48

Wibra

2.055

23 Gifi

5.725

49

Tom & Co

2.050

24 Supra

5.595

50

Eldi

2.000

25 C&A

5.375

51

Dreamland

2.000

26 Contact GB

5.025

In bovenstaande tabel zijn de winkelformules opgenomen met het meest omvangrijke aantal winkelmeters in de provincie Limburg. • Ook hier scoren de supermarktformules het hoogste. Super GB Partner neemt de eerste plaats in, gevolgd door Aldi Markt, Carrefour en Spar. • Ook doe-het-zelfzaken zoals Gamma en Hubo beschikken over een relatief grote winkeloppervlakte. • Ongeveer 34% van de totale winkeloppervlakte (ca. 475 000 m² wvo) in de provincie is in gebruik bij formules. De overige 66% (ca. 915 000 m² wvo) wordt benut door zelfstandigen. De verzorgingsindex Per gemeente kan op basis van de aanwezige metrage detailhandel en het aantal inwoners het verzorgingsniveau worden bepaald. Het verzorgingsniveau is niets anders dan de gemiddelde metrage van de winkelvloeroppervlakte dat in een gemeente per 1 000 inwoners beschikbaar is. Door het verzorgingsniveau van een gemeente af te zetten tegen het gemiddelde van alle gemeenten in Vlaanderen resulteert de verzorgingsindex.

18

Hoofdstuk 2


Ligt de verzorgingsindex boven de 100, dan is er relatief veel aanbod; ligt de index onder de 100 dan is er relatief weinig aanbod. Ofwel: Verzorgingsindex

Classificatie

Groter of gelijk aan 160

Zeer hoog

Groter of gelijk aan 120 en kleiner dan 160

Hoog

Groter of gelijk aan 80 en kleiner dan 120

Gemiddeld

Groter of gelijk aan 40 en kleiner dan 80

Laag

Kleiner dan 40

Zeer laag

Hoge tot zeer hoge verzorgingsindexen kunnen duiden op een regiofunctie van het winkelapparaat in de betreffende gemeente. Ook toerisme kan een verklarende factor zijn voor een hoge index. Een hoge index betekent niet per definitie dat de inwoners van de betreffende gemeente over de gehele branchelinie meer aanbod hebben. Soms betreft het enkele branches die sterk vertegenwoordigd zijn en die zich richten op de omliggende regio (bijvoorbeeld het grote aanbod op gebied van woninginrichting in Peer en Riemst). In het hieronder staande overzicht is per gemeente de verzorgingsindex gegeven. Peer, Riemst en Hasselt hebben in Limburg de hoogste verzorgingsindexen. Voor Peer en Riemst worden deze veroorzaakt door het grote aanbod op gebied van woninginrichting. Voor de gemeente Hasselt is het de zeer sterke provinciaal verzorgende functie voor het gehele kleinhandelsapparaat. Hoog is ook de verzorgingsindex van de gemeenten Bree, Kinrooi, Lommel, Maasmechelen, Sint-Truiden en Genk. Bij de gemeente Kinrooi wordt deze voornamelijk veroorzaakt door het grote aanbod op gebied van woninginrichting en doe-het-zelf.

Hoofdstuk 2

19


Verzorgingsindex per gemeente Gemeente

Inwoners

m² wvo

m² / 1.000

m² Vl +bhg

Index

Verzorgingsindex zeer hoog Peer

15725

52615

3346

1643

204

Riemst

15815

49475

3128

1643

190

Hasselt

69540

208335

2996

1643

182

Verzorgingsindex hoog Bree

14420

37760

2619

1643

159

Kinrooi

11995

29840

2488

1643

151

Lommel

31615

74470

2356

1643

143

Maasmechelen

36175

82805

2289

1643

139

Sint-Truiden

37990

83420

2196

1643

134

Genk

63605

132275

2080

1643

127

Tongeren

29635

55065

1858

1643

113

6585

12180

1850

1643

113

24450

42200

1726

1643

105

9415

15965

1696

1643

103

Maaseik

23565

37880

1607

1643

98

Overpelt

13245

20385

1539

1643

94

Houthalen Helchteren

29800

45430

1524

1643

93

Diepenbeek

17675

25860

1463

1643

89

Herk-de-stad

11665

16910

1450

1643

88

Leopoldsburg

14245

20200

1418

1643

86

Verzorgingsindex gemiddeld Nieuwerkerken Lanaken Opglabbeek

Verzorgingsindex laag Hamont-Achel

13780

17485

1269

1643

77

Hoesselt

9230

11375

1232

1643

75

Halen

8515

10090

1185

1643

72

Beringen

40850

47980

1175

1643

71

Tessenderlo

16650

19390

1165

1643

71

6865

7910

1152

1643

70

18920

21650

1144

1643

70

9625

10795

1122

1643

68

Heusden-Zolder

30650

34005

1109

1643

68

Zonhoven

19695

21760

1105

1643

67

Alken

11035

12130

1099

1643

67

Bilzen

29860

32580

1091

1643

66

Meeuwen-Guitrode

12505

13330

1066

1643

65

Neerpelt

16065

17040

1061

1643

65

8085

7650

946

1643

58

10045

9425

938

1643

57

6685

6125

916

1643

56

Lummen

13665

12500

915

1643

56

Bocholt

12230

11095

907

1643

55

Hechtel-Eksel

11455

10350

904

1643

55

6835

5235

766

1643

47

Zutendaal Dilsen-Stokkem Ham

Kortessem Borgloon Heers

Wellen

Verzorgingsindex zeer laag Gingelom

7775

3010

387

1643

24

As

7445

2190

294

1643

18

Voeren

4240

1195

282

1643

17

20

Hoofdstuk 2


2.3 Diensten en horeca Diensten Diensten maken met ca. 5 100 vestigingen 30% van de totale kleinhandel uit. Binnen de dienstensector zijn de ambachten het sterkst vertegenwoordigd, met onder meer kappers, schoonheidssalons, schoenmakers en zonnebanken. Ook banken, garagebedrijven, financieel intermediairs en apothekers hebben veel vestigingspunten. In Hasselt (527), Genk (381) en Sint-Truiden (277) zijn de meeste diensten gevestigd. Aantal vestigingen in de dienstensector naar soort Aantal vestigingen

%

Ambacht

1.983

40%

FinanciĂŤle dienstverlening

1.103

22%

Particuliere dienstverlening

820

16%

Automotive

792

16%

Brandstoffen

282

6%

Verhuur Totaal

96

2%

5.076

100%

Horeca Horeca maakt met 3 534 vestigingen 21% uit van de kleinhandel als totaal. De cafĂŠs zijn het best vertegenwoordigd, gevolgd door fastfood (inclusief grillroom/shoarma) en restaurants. Ook hier heeft Hasselt wederom het meeste aantal vestigingen (365), gevolgd door Genk (306)en Sint-Truiden (237). Nieuwerkerken en Wellen beschikken over slechts enkele horecavestigingen. Aantal vestigingen in de horecasector naar soort CafĂŠs

Aantal vestigingen

%

1.366

39%

Fastfood

811

23%

Restaurants

792

22%

Lunchrooms/koffiehuizen

171

5%

Hotels

129

4%

Discotheken/nachtclubs

122

3%

IJssalons

72

2%

Partycentra

39

1%

Horeca overig Totaal

32

1%

3.534

100%

Overige Onder de overige vestigingen worden bijvoorbeeld bibliotheken, musea, theaters en bioscopen gerekend. Zij maken in totaal slechts 2% uit van de totale kleinhandel.

Hoofdstuk 2

21


Hamont-Achel Lommel Neerpelt Overpelt

Bocholt

Peer

Bree

Hechtel-Eksel

Kinrooi

Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenGruitrode

Beringen Tessenderlo

HouthalenHelchteren

Opglabbeek

HeusdenZolder Lummen

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken

Bilzen Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Gingelom

22

Voeren

Hoofdstuk 2


2.4 Leegstand Bijna 1 000 panden met een kleinhandelsbestemming in de provincie staan leeg. Dit is 6% van het totale bestand. Over Vlaams-Brabant zijn ramingen bekend. Dit maakt vergelijking mogelijk. De leegstand in Vlaams-Brabant is met 744 panden lager dan die in Limburg.

2.5 Trends en ontwikkelingen Landelijke trends, maar ook ontwikkelingen in huishoudensamenstelling en veranderend beleid hebben gevolgen voor de kleinhandelsstructuur van de provincie Limburg. Deze trends en ontwikkelingen zijn deels al zichtbaar. De volgende aspecten hebben gevolgen (gehad) voor de winkelstructuur van Limburg: Kleinere huishoudens en toenemende vergrijzing Ongeveer een derde van de Belgische gezinnen bestaat nog uit koppels met kinderen, ongeveer evenveel als er alleenstaanden zijn. Nog eens een kwart zijn koppels zonder kinderen. Deze trend naar kleinere gezinnen zal zich nog doorzetten door het toenemende aantal echtscheidingen. De beroepsbevolking in Limburg zal tot 2010 toenemen met gemiddeld 1 920 personen per jaar. Na 2010 wordt een daling verwacht; de vergrijzing van de bevolking neemt toe. Het aandeel 65-plussers in Limburg zal de komende jaren verder toenemen. Dit biedt kansen voor de kleinhandel. Hierdoor kunnen in bepaalde productgroepen het aantal winkels gaan groeien. Een voorbeeld is de productgroep juwelier en optiek waar bijvoorbeeld ook hoortoestellen onder worden gerekend. Senioren stellen andere eisen aan winkels en horeca, zoals bredere paden in winkels, minder diepe winkelkarren en voldoende ruimte tussen tafels in de horeca. Studies uit buurlanden hebben aangetoond dat winkels met grote deuren, lage drempels en praktische inrichting meer uitnodigen om binnen te gaan. Bron: www.gelijkekansen.vlaanderen.be

De tertiaire sector versterkt zich Voornamelijk door de ontwikkelingen in de industrie, de bevolkingsgroei, de inkomensgroei, de overheidsstimuli en de relatief lage tertiaire tewerkstelling in het verleden, kende Limburg een relatief sterke groei van de werkgelegenheid in de tertiaire sector. Niettemin is deze sector in Limburg nog ondervertegenwoordigd in vergelijking met de meeste andere provincies. Als gevolg van een vergrijzende bevolking zal de tertiaire sector ook in de toekomst groeien, doordat de behoefte aan verzorgende diensten zoals bejaardenzorg zal stijgen.

Hoofdstuk 2

23


Ikea-wet Op 1 maart 2005 is de nieuwe wet betreffende handelsvestigingen van kracht, welke de wet van 29 juni 1975 vervangt. De wet inzake de vergunning van handelsvestigingen, zoals de Ikea-wet officieel heet, vereenvoudigt de procedure van handelsvestigingen voor de toekenning van vergunningen aan grote handelszaken. Volgens deze wet zijn de gemeenten bevoegd om vergunningen toe te kennen voor handelszaken groter dan 400 m². De termijn voor goedkeuring wordt meer dan gehalveerd. Daarnaast is ook de verdeling van het nationale grondgebied in zones afgeschaft. Groei van grote complexen met gemengde bestemming In binnensteden worden winkels en vrijetijdsvoorzieningen geïntegreerd in grote complexen met een gemengde bestemming. Door verscherping van de regelgeving worden vergunningen naar verwachting makkelijker vergund in binnensteden dan in meer perifeer gelegen ontwikkelingslocaties, waar een lange proceduretijd voor staat. Trend schaalvergroting winkels zet druk op kleine kernen Van de ruime mogelijkheden die de gewestplannen boden, heeft de kleinhandel dankbaar gebruik gemaakt om alternatieve locaties te zoeken. Die locaties bieden extra mogelijkheden voor grotere handelsvoorzieningen en komen tegemoet aan de mobielere consument. Die verschuiving naar grotere winkels heeft ertoe geleid dat de gemiddelde verkoopvloeroppervlakte van de kleinhandel in Limburg sedert 1975 is toegenomen van 93 m² tot 170 m² wvo. Deze grootschalige en meer perifere nieuwe winkelvoorzieningen leiden tot aantasting van de historisch gegroeide hiërarchische structuur en leefbaarheid van de bestaande meer centraal in de kleinstedelijke gebieden gelegen voorzieningen.

Meer dan een kwart van de Zuid-Limburgse bevolking woont in kernen van minder dan 1 000 inwoners. Hier stellen zich specifieke problemen in verband met de leefbaarheid als gevolg van het beperkte draagvlak van deze kleine leefgemeenschappen voor allerhande voorzieningen namelijk onderwijs, sociale en culturele voorzieningen, huisvesting, handel en ook tewerkstelling. In de kerngebieden van steden en dorpen wordt een grote leegstand van gemiddeld 11% of meer vastgesteld. Bron: Limburgs economisch strategisch ontwikkelingsplan, 2002 en Ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, 2003

Funshoppen versus runshoppen: ervaringen en belevenissen versus efficiëntie Mensen gaan bewuster om met de invulling van hun vrije tijd. Daarbij neemt het recreatief winkelen, ook wel funshoppen genaamd, aan belang toe. In toenemende mate vraagt de consument om belevings- en ervaringselementen; hij is bereid hiervoor verder te reizen. Outletwinkelconcentratie Maasmechelen Village is een goed voorbeeld van funshoppen in Limburg. In tegenstelling tot het funshoppen wil de consument gemakkelijk en efficiënt de dagelijkse boodschappen kunnen doen. Dit runshoppen of doelgericht winkelen wordt als een verplichting ervaren en moet daarom zo min mogelijk tijd kosten. Hiervoor winkelt men het liefst dicht bij huis.

24

Hoofdstuk 2


Nationale en internationale detailhandelsorganisaties expanderen Door overnames en marktintrede zijn nationale en internationale detailhandelsorganisaties in belang aan het toenemen. Voorbeeld is Carrefour (GIB) die onder andere met de GB Express en Contact formules het aantal winkels uitbreidt. Andere voorbeelden zijn Hennes & Mauritz en Zara. Met name aan stadsranden vestigen zich deze buitenlandse ketens. Buurtwinkels zullen terrein winnen op de hypermarkten en grootwarenhuizen Kleine winkels verliezen al tientallen jaren marktaandeel, maar blijven wel populair bij alleenstaanden en gezinnen zonder kinderen. Omdat die bevolkingsgroep toeneemt, wordt verwacht dat ze de komende jaren zullen floreren. Het gaat dan niet om winkels van kleine zelfstandigen, maar om kleine filialen van grote warenhuisketens. Hypermarkten zoals Carrefour en Cora zullen hun marktaandeel op voedingsproducten zien dalen.

De belangrijkste supermarktketens in België, zoals Carrefour Groep, spelen duidelijk in op deze trend naar buurtwinkels met formules met een oppervlakte tot een maximum van 600 m². Voorbeelden zijn de GB Express en de GB Contact formule. Zij maken inmiddels 40% uit van het totaal aantal winkels van Carrefour in België. Dezelfde beweging is te zien bij Delhaize die zijn City en Proxy formules snel uitbreidt. Bron: www.vrtnieuws.net en www.vlerick.be/news

Prijzenoorlog supermarkten gestart Er vindt momenteel een prijzenoorlog plaats tussen supermarkten. Supermarkten verkleinen hun marges op producten om een hogere verkoop te bewerkstelligen. Op korte termijn levert dit prijsvoordelen op voor de consument. Op langere termijn zou dit kunnen leiden tot het verdwijnen van de kleinere spelers op de markt, een verschraling van het aanbod, een daling van de tewerkstelling en uiteindelijk prijsstijging voor de consument door het gebrek aan concurrentie. De Belgische supermarktgroep Delhaize gaat mee in de Belgische supermarktoorlog. De supermarkt zal de prijs van duizend producten verlagen. Met de actie hoopt de tweede keten van België weerstand te bieden tegen prijsvechters Aldi en Lidl en buitenlandse rivalen Carrefour. “Er gaat niet echt iets veranderen, maar wij moeten de indruk wegnemen dat wij duurder zijn”, zegt Arthur Goedhals van Delhaize. Bron: Financiële Dagblad, 5 januari 2006

Kleinhandelsbestedingen van consumenten dalen Niet de kleinhandel, maar informatica, telecommunicatie, diensten en vrije tijd zijn de pijlers van de nieuwe economie. De productie- en consumptiegroei van basisgoederen als voeding, kleding en huisvesting zijn gestagneerd.

Hoofdstuk 2

25


26

Hoofdstuk 2


Zo dalen de gezinsbestedingen aan kleinhandel. Maakten de bestedingen van gezinnen aan kleinhandel in 1979 nog 45,5% van de totale bestedingen uit, in 2001 bedroeg deze 8 nog maar 34,3% . Een groter deel van het inkomen gaat naar wonen, gezondheid, vervoer en communicatie, cultuur, ontspanning en onderwijs. De E-economie dematerialiseert de economie. Handel via de elektronische weg, productie, distributie en consumptie van kleinere en lichtere goederen, diensten, web- en infotainment nemen toe. Sociale- en milieuaspecten spelen in toenemende mate een rol bij het aankoopgedrag van consumenten Deze trend is zichtbaar in de kleinhandel door het aanbieden van onder andere biologische producten. Deze hebben sinds de laatste jaren een vaste schapruimte gekregen in supermarkten. Steeds meer consumenten hebben een voorkeur voor verantwoorde en gevarieerde producten. Daarnaast is in toenemende mate aandacht voor verantwoord ondernemen, wat in de kleinhandel terug te vinden is middels het aanbod aan niet met kinderarbeid geproduceerde kleding en milieuvriendelijke en duurzame producten. Het aantal wereldwinkels in Belgisch-Limburg is de laatste jaren gegroeid. Zo heeft Oxfam Wereldwinkel 24 filialen in de provincie. De Oxfam wereldwinkel is het belangrijkste verkoopkanaal van Oxfam Fairtrade producten in Vlaanderen en WalloniĂŤ en wordt opgericht door vrijwilligers. Sinds enkele jaren worden deze eerlijke handelsproducten echter ook verkocht in verschillende supermarkten zoals Carrefour, Delhaize, Colruyt en Bioplanet. Bron: www.oww.be

Branchevervaging en het aanbieden van branchevreemde producten neemt toe Om de consument te binden en door de toenemende concurrentie nemen winkels niet alleen branchevreemde producten, maar ook sectorvreemde goederen op in het assortiment. Daarnaast gaan bijvoorbeeld supermarkten zich steeds meer profileren als dienstverlener door de integratie van een fotoservice, stomerij en soms zelfs een drogisterij en planten & bloemen. Kruidvat verkoopt speelgoed en stunt met de prijs van deze artikelen. Dezelfde artikelen zijn met een hoger prijskaartje in de speelgoedwinkels te koop. De speelgoedwinkel heeft echter een ruimer assortiment aan speelgoed en biedt daardoor meer service. Hierdoor zal de consument waarschijnlijk de weg naar de speelgoedwinkel blijven vinden. Bron: Orizontaal, magazine november 2005

8

Bron: NIS, HuishoudbudgetenquĂŞte.

Hoofdstuk 2

27


Verruimde winkelopeningstijden Momenteel gaat een discussie over de avondopenstelling en zondagse openstelling van winkels. De wetgeving op de openingstijden voor handelszaken regelt de verplichte wekelijkse rustdag, de beperking van de winkelopeningstijden en het zondagswinkelen. Gemeenten erkend als toeristisch centrum kunnen verregaande verruimingen bekomen op de winkelopeningstijden en daardoor de rustdag loslaten. In de praktijk blijkt dat ketenen filiaalbedrijven eenvoudiger kunnen inspelen op verruiming van winkelopeningstijden dan zelfstandigen.

28

Hoofdstuk 2


3.

GEMEENTEN

In dit hoofdstuk is voor elk van de gemeenten (behalve Herstappe) een tweetal fiches opgenomen waarin de belangrijkste gegevens zijn opgenomen ten aanzien van de kleinhandel. De opzet is als volgt: Het kaartbeeld geeft steeds de omvang van het winkelaanbod per gemeente aan. Dit geeft in één oogopslag een goed beeld van de positie van de betreffende gemeente binnen de regio. Vervolgens zijn tabellen opgenomen over het aantal handelsfuncties, de verdeling van het winkelaanbod naar goederengroep en productgroep. Het aanbod naar productgroep is in een figuur steeds afgezet tegen het winkelaanbod in plaatsen van vergelijkbare omvang. Daarbij is een indeling naar vier klassen gehanteerd: • gemeenten tot 10 000 inwoners; • gemeenten met 10 000 tot 20 000 inwoners; • gemeenten met 20 000 tot 40 000 inwoners; • gemeenten met 40 000 inwoners of meer. Voorts wordt ingezoomd op de spreiding van winkels over de verschillende typen concentraties en zijn de belangrijkste concentraties per gemeente genoemd. Een groep winkels wordt beschouwd als een concentratie wanneer sprake is van minimaal 5 winkels op korte afstand van elkaar gelegen, met een duidelijke ruimtelijke samenhang. Tenslotte is tevens per gemeente de verzorgingsindex genoemd.

Hoofdstuk 3

29


Gemeente Alken

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

68

36%

Horeca

38

20%

Diensten

70

37%

3

2%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

11

6%

192

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

24

3.100

129

26%

Shopping

29

5.820

201

48%

Specialty

15

3.210

214

26%

Totaal

68

12.130

178

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

24

3.100

129

26%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

1

40

40

0%

Kleding/mode

5

320

64

3%

Schoenen/lederwaren

2

140

70

1%

Juwelier/optiek

1

100

100

1%

Huishoudelijke artikelen

1

60

60

0%

Sport en spel

1

300

300

2%

Bruin- en witgoed

4

440

110

4%

Doe-het-zelf

10

2.950

295

24%

Plant en dier

8

1.940

243

16%

Rijwielen/autoaccessoires

2

360

180

3%

Wonen

8

2.310

289

19%

Overige detailhandel

1

70

70

1%

68

12.130

178

100%

Totaal

30

Hoofdstuk 3


Gemeente Alken

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

19

1.795

94

15%

Baanwinkels

21

3.610

172

30%

Verspreide bewinkeling

28

6.725

240

55%

Totaal

68

12.130

178

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

Concentraties

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Alken

19

11

21

1

5

Steenweg

21

10

9

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

11.035

67

laag

31


Gemeente As

aantal

% aantal

Detailhandel

17

20%

Horeca

28

29%

Diensten

44

44%

Overig

4

4%

Leegstand

3

3%

96

100%

Handelsfuncties

Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

10

1.195

120

55%

Shopping

5

940

188

43%

Specialty

2

55

28

3%

17

2.190

129

100%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Voeding

9

1.075

119

49%

Kleding/mode

1

40

40

2%

Huishoudelijke artikelen

1

110

110

5%

Media

1

120

120

5%

Hobby

1

90

90

4%

Doe-het-zelf

1

250

250

11%

Rijwielen/autoaccessoires

1

20

20

1%

Wonen

1

35

35

2%

Overige detailhandel

1

450

450

21%

17

2.190

129

100%

Totaal

32

Hoofdstuk 3


Gemeente As

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

5

505

101

23%

Verspreide bewinkeling

12

1.685

140

77%

Totaal

17

2.190

129

100%

Centraal

Concentraties Centrum As

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

5

6

9

1

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

7.445

18

Zeer laag

33


Gemeente Beringen

aantal

% aantal

Detailhandel

244

39%

Horeca

127

20%

Diensten

198

32%

Overig

13

2%

Leegstand

46

7%

628

100%

Handelsfuncties

Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

101

15.331

152

32%

Shopping

90

23.765

264

50%

Specialty

53

8.883

168

19%

244

47.979

197

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

101

15.331

152

32%

6

605

101

1%

36

12.890

358

27%

6

1.700

283

4%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Kleding/mode Schoenen/lederwaren Juwelier/optiek

9

435

48

1%

10

1.240

124

3%

Media

2

230

115

0%

Hobby

1

100

100

0%

Sport en spel

2

260

130

1%

Huishoudelijke artikelen

Bruin- en witgoed

13

1.670

128

3%

Doe-het-zelf

9

4.460

496

9%

Plant en dier

16

2.190

137

5%

Rijwielen/autoaccessoires

10

910

91

2%

Wonen

21

5.868

279

12%

Overige detailhandel Totaal

34

2

90

45

0%

244

47.979

197

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Beringen

Spreiding winkels Centraal Baanwinkels Verspreide bewinkeling Totaal

Concentraties Centrum Beringen

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

107

14.816

138

31%

16

5.710

357

12%

121

27.453

227

57%

244

47.979

197

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

44

19

29

1

15

Centrum Beverlo

7

4

8

1

3

Centrum Koersel

27

19

22

2

6

Centrum Paal

29

16

17

2

8

Diestersesteenweg

8

2

3

Koolmijnlaan

8

2

2

1 1

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

40.850

71

Laag

35


Gemeente Bilzen

aantal

% aantal

Detailhandel

234

41%

Horeca

117

20%

Diensten

175

31%

Handelsfuncties

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

4

1%

41

7%

571

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

83

8.718

105

27%

Shopping

100

14.951

150

46%

Specialty

51

8.913

175

27%

234

32.582

139

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

79

8.553

108

26%

4

675

169

2%

39

3.885

100

12%

9

900

100

3%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Kleding/mode Schoenen/lederwaren Juwelier/optiek

12

430

36

1%

Huishoudelijke artikelen

8

985

123

3%

Media

8

470

59

1%

Hobby

3

155

52

0%

Sport en spel

5

851

170

3%

Bruin- en witgoed

12

798

67

2%

Doe-het-zelf

6

2510

418

8%

Plant en dier

17

4.275

251

13%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

36

4

295

74

1%

23

7.390

321

23%

5

410

82

1%

234

32.582

139

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Bilzen 10.000 Bilzen

9.000

Vergelijkbare gemeenten

8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 Voeding

Persoonlijke verzorging

Huishouden en Hobby, sport en Kleding/schoeisel woninginrichting vrije tijd

Spreiding winkels Centraal Baanwinkels Verspreide bewinkeling Totaal

Vervoer

Overige

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

102

10.803

106

33%

32

5.086

159

16%

100

16.693

167

51%

234

32.582

139

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

Concentraties

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Bilzen

102

42

44

1

30

Hasseltsestraat

14

16

23

Maastrichterstraat

18

10

11

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

29.860

66

Laag

37


Gemeente Bocholt

aantal

% aantal

Detailhandel

74

38%

Horeca

48

24%

Diensten

65

33%

2

1%

Handelsfuncties

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

8

4%

197

100%

schaalgrootte

% m² wvo

aantal

m² wvo

Convenience

32

3.014

94

27%

Shopping

22

4.365

198

39%

Specialty

20

3.715

186

33%

Totaal

74

11.094

150

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

32

3.014

94

27%

Drogisterijartikelen/reukwaren

1

130

130

1%

Kleding/mode

2

650

325

6%

Juwelier/optiek

5

190

38

2%

Huishoudelijke artikelen

2

380

190

3%

Hobby

1

25

25

0%

Sport en spel

2

850

425

8%

Bruin- en witgoed

5

460

92

4%

Doe-het-zelf

5

1.090

218

10%

Plant en dier

7

1.165

166

11%

Rijwielen/autoaccessoires

3

175

58

2%

Wonen

7

2.890

413

26%

Overige detailhandel

2

75

38

1%

74

11.094

150

100%

Winkels naar productgroep Voeding

Totaal

38

Hoofdstuk 3


Gemeente Bocholt

Spreiding winkels Centraal Ondersteunend

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

19 8

1.586

83

14%

1.100

138

10%

Verspreide bewinkeling

47

8.408

179

76%

Totaal

74

11.094

150

100%

Concentraties Centrum Bocholt Kaulillerdorp

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

19

13

19

2

5

8

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

12.230

55

Laag

39


Gemeente Borgloon

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

70

33%

Horeca

54

24%

Diensten

85

36%

4

2%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

12

5%

225

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

28

3.431

123

36%

Shopping

28

4.286

153

45%

Specialty

14

1.709

122

18%

Totaal

70

9.426

135

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

28

3.431

123

36%

Kleding/mode

5

564

113

6%

Schoenen/lederwaren

1

35

35

0%

Juwelier/optiek

3

140

47

1%

Huishoudelijke artikelen

1

25

25

0%

Media

1

65

65

1%

Hobby

3

123

41

1%

Sport en spel

1

35

35

0%

Bruin- en witgoed

2

230

115

2%

Doe-het-zelf

6

1.840

307

20%

Plant en dier

8

1.469

184

16%

Rijwielen/autoaccessoires

4

499

125

5%

Wonen

5

840

168

9%

Winkels naar productgroep Voeding

Overige detailhandel Totaal

40

2

130

65

1%

70

9.426

135

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Borgloon

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

28

2.400

86

25%

Baanwinkels

22

4.315

196

46%

Verspreide bewinkeling

20

2.711

136

29%

Totaal

70

9.426

135

100%

Concentraties

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Borgloon

28

9

16

1

9

Sint-Truidersteenweg

22

16

22

1

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

10.045

57

laag

41


Gemeente Bree

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

154

44%

56

16%

120

34%

5

1%

14

4%

349

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

47

7.522

160

20%

Shopping

66

19.611

297

52%

Specialty

41

10.629

259

28%

154

37.762

245

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

47

7.522

160

20%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

2

375

188

1%

Warenhuis

1

3.800

3800

10%

Kleding/mode

24

4.756

198

13%

Schoenen/lederwaren

6

2.690

448

7%

Juwelier/optiek

7

615

88

2%

Huishoudelijke artikelen

8

1.515

189

4%

Media

2

420

210

1%

Hobby

5

290

58

1%

Sport en spel

3

850

283

2%

15

1.820

121

5%

Doe-het-zelf

8

2.995

374

8%

Plant en dier

7

1.920

274

5%

Bruin- en witgoed

Rijwielen/autoaccessoires

4

1.185

296

3%

Wonen

15

7.009

467

19%

Totaal

154

37.762

245

100%

42

Hoofdstuk 3


Gemeente Bree

Spreiding winkels Centraal Grootschalige concentratie Verspreide bewinkeling Totaal

Concentraties Centrum Bree Toleik

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

72

7.873

109

21%

9

5.610

623

15%

73

24.279

333

64%

154

37.762

245

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

72

24

40

3

13

9

1

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

14.420

159

Hoog

43


Gemeente Diepenbeek

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

105

36%

69

24%

100

34%

4

1%

13

4%

291

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

40

7.195

180

28%

Shopping

37

7.372

199

29%

Specialty

28

11.295

403

44%

105

25.862

246

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

40

7.195

180

28%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

2

75

38

0%

10

1.530

153

6%

Schoenen/lederwaren

2

130

65

1%

Juwelier/optiek

5

640

128

2%

Huishoudelijke artikelen

5

815

163

3%

Media

1

55

55

0%

Hobby

2

67

34

0%

Bruin- en witgoed

7

420

60

2%

Doe-het-zelf

6

2.940

490

11%

Plant en dier

7

1.670

239

6%

4

515

129

2%

12

9.720

810

38%

Kleding/mode

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

44

2

90

45

0%

105

25.862

246

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Diepenbeek

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

Centraal

32

Ondersteunend

12

Baanwinkels Verspreide bewinkeling Totaal

Concentraties

schaalgrootte

% m² wvo

3.160

99

12%

5.045

420

20%

20

12.210

611

47%

41

5.447

133

21%

105

25.862

246

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Diepenbeek

32

22

32

2

11

Nieuwstraat

20

13

11

Wijkstraat

12

2

6

1

gemeente Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

17.675

89

Gemiddeld

45


Gemeente Dilsen-Stokkem

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

124

37%

80

24%

107

32%

2

1%

18

5%

331

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

47

5.513

117

25%

Shopping

37

8.407

227

39%

Specialty

40

7.730

193

36%

124

21.650

175

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

47

5.513

117

25%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

1

50

50

0%

Kleding/mode

6

1.467

245

7%

Schoenen/lederwaren

3

165

55

1%

Juwelier/optiek

3

100

33

0%

Huishoudelijke artikelen

3

1.320

440

6%

Hobby

2

55

28

0%

Sport en spel

3

815

272

4%

Bruin- en witgoed

13

4.645

357

21%

Doe-het-zelf

12

3.505

292

16%

Plant en dier

7

1.030

147

5%

Rijwielen/autoaccessoires

5

445

89

2%

Wonen

19

2.540

134

12%

Totaal

124

21.650

175

100%

46

Hoofdstuk 3


Gemeente Dilsen-Stokkem

Spreiding winkels

aantal

Centraal Verspreide bewinkeling Totaal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

23

2.195

95

10%

101

19.455

193

90%

124

21.650

175

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

Concentraties

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Dilsen

13

3

10

Centrum Stokkem

10

15

5

3 gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

18.920

70

Laag

47


Gemeente Genk

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

578

42%

Horeca

306

22%

Diensten

389

28%

14

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

83

6%

1.370

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

159

23.560

148

18%

Shopping

285

73.267

257

55%

Specialty

134

35.450

265

27%

Totaal

578

132.277

229

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

155

23.295

150

18%

10

1.370

137

1%

3

7.515

2505

6%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Warenhuis Kleding/mode

104

16.318

157

12%

Schoenen/lederwaren

31

7.540

243

6%

Juwelier/optiek

25

1.345

54

1%

Huishoudelijke artikelen

27

7.520

279

6%

Media

18

1.830

102

1%

Hobby

15

2.484

166

2%

Sport en spel

13

6.845

527

5%

Bruin- en witgoed

34

5.310

156

4%

Doe-het-zelf

27

14.800

548

11%

Plant en dier

26

5.880

226

4%

Rijwielen/autoaccessoires

14

1.620

116

1%

Wonen

61

27.175

445

21%

Overige detailhandel Totaal

48

15

1.430

95

1%

578

132.277

229

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Genk

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

235

30.600

130

23%

Ondersteunend

127

27.179

214

21%

13

11.875

913

9%

Grootschalige concentratie Baanwinkels

64

36.260

567

27%

Verspreide bewinkeling

139

26.363

190

20%

Totaal

578

132.277

229

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

Concentraties

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Genk

235

95

126

2

35

Guillaume Lambertlaan

10

11

10

1

3

Hasseltweg

64

18

10

Hoevenzavel

29

15

12

Landwaartslaan

9

6

11

Sledderlo

5

2

1

Stalenstraat

51

18

20

1

11

Vennestraat

23

17

17

1

6

Zuiderring

13

3 3

6

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

63.605

127

Hoog

49


Gemeente Gingelom

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

35

36%

Horeca

23

21%

Diensten

48

41%

1

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

1

1%

108

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

18

1.715

95

57%

Shopping

11

950

86

32%

Specialty

6

345

58

11%

35

3.010

86

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

18

1.715

95

57%

Kleding/mode

2

130

65

4%

Schoenen/lederwaren

1

30

30

1%

Huishoudelijke artikelen

1

25

25

1%

Bruin- en witgoed

2

85

43

3%

Doe-het-zelf

1

300

300

10%

Plant en dier

5

415

83

14%

Rijwielen/autoaccessoires

1

40

40

1%

Wonen

3

220

73

7%

1

50

50

2%

35

3.010

86

100%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

Overige detailhandel Totaal

50

Hoofdstuk 3


Gemeente Gingelom

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

8

965

121

32%

Verspreide bewinkeling

27

2.045

76

68%

Totaal

35

3.010

86

100%

Centraal

Concentraties Centrum Gingelom

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

8

6

8

1

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

7.775

24

Zeer laag

51


Gemeente Halen

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

61

39%

Horeca

33

20%

Diensten

56

33%

5

3%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

7

4%

162

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

19

2.225

117

22%

Shopping

21

4.545

216

45%

Specialty

21

3.320

158

33%

Totaal

61

10.090

165

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

18

2.075

115

21%

Warenhuis

1

1.800

1800

18%

Kleding/mode

5

695

139

7%

Juwelier/optiek

2

85

43

1%

Huishoudelijke artikelen

3

640

213

6%

Media

1

150

150

1%

Bruin- en witgoed

5

405

81

4%

Doe-het-zelf

6

755

126

7%

Plant en dier

5

605

121

6%

Winkels naar productgroep Voeding

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

52

3

150

50

1%

11

2.680

244

27%

1

50

50

0%

61

10.090

165

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Halen

Spreiding winkels Centraal Baanwinkels Verspreide bewinkeling Totaal

Concentraties Centrum Halen Staatsbaan

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

18

2.655

148

26%

7

2.370

339

23%

36

5.065

141

50%

61

10.090

165

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

18

9

14

4

7

4

9

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

8.515

72

Laag

53


Gemeente Ham

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

59

41%

Horeca

33

22%

Diensten

54

34%

6

4%

Leegstand Totaal

152

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

21

2.670

127

25%

Shopping

20

4.313

216

40%

Specialty

18

3.810

212

35%

Totaal

59

10.793

183

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Winkels naar goederengroep

Winkels naar productgroep Voeding

21

2.670

127

25%

Kleding/mode

4

580

145

5%

Juwelier/optiek

3

115

38

1%

Huishoudelijke artikelen

2

240

120

2%

Hobby

2

100

50

1%

Sport en spel

1

38

38

0%

Bruin- en witgoed

4

535

134

5%

Doe-het-zelf

5

460

92

4%

Plant en dier

6

2.895

483

27%

Rijwielen/autoaccessoires

3

390

130

4%

Wonen

8

2.770

346

26%

Totaal

59

10.793

183

100%

54

Hoofdstuk 3


Gemeente Ham

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

16

1.388

87

13%

Verspreide bewinkeling

43

9.405

219

87%

Totaal

59

10.793

183

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Kwaadmechelen

8

5

7

2

Centrum Oostham

8

3

4

2

Concentraties

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

9.625

68

Laag

55


Gemeente Hamont-Achel

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

94

44%

Horeca

47

21%

Diensten

69

28%

3

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

12

5%

225

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

27

4.948

183

28%

Shopping

44

6.450

147

37%

Specialty

23

6.085

265

35%

Totaal

94

17.483

186

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

27

4.948

183

28%

Kleding/mode

5

335

67

2%

Schoenen/lederwaren

2

80

40

0%

3

85

28

0%

12

690

58

4%

Winkels naar productgroep Voeding

Juwelier/optiek Huishoudelijke artikelen Hobby

1

80

80

0%

Sport en spel

4

560

140

3%

Bruin- en witgoed

6

520

87

3%

Doe-het-zelf

7

1.590

227

9%

Plant en dier

10

2.910

291

17%

3

540

180

3%

11

4.940

449

28%

3

205

68

1%

94

17.483

186

100%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

56

Hoofdstuk 3


Gemeente Hamont-Achel

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

26

5.575

214

32%

Verspreide bewinkeling

68

11.908

175

68%

Totaal

94

17.483

186

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

Concentraties

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Achel

11

8

10

1

2

Centrum Hamont

15

10

17

5

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

13.780

77

Laag

57


Gemeente Hasselt

Handelsfuncties

Aantal

% aantal

Detailhandel

901

46%

Horeca

365

19%

Diensten

537

28%

31

2%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

115

6%

1.949

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

210

26.906

128

13%

Shopping

493

129.156

262

62%

Specialty

198

52.274

264

25%

Totaal

901

208.336

231

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

204

23.746

116

11%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Warenhuis Kleding/mode

12

2.095

175

1%

3

19.950

6650

10%

237

42.731

180

21%

Schoenen/lederwaren

48

6.818

142

3%

Juwelier/optiek

47

3.161

67

2%

Huishoudelijke artikelen

39

7.918

203

4%

Media

33

8.341

253

4%

Hobby

11

1.230

112

1%

Sport en spel

28

10.615

379

5%

Bruin- en witgoed

37

7.820

211

4%

Doe-het-zelf

23

16.240

706

8%

Plant en dier

47

14.655

312

7%

Rijwielen/autoaccessoires

21

2.630

125

1%

Wonen

93

38.663

416

19%

Overige detailhandel Totaal

58

18

1.723

96

1%

901

208.336

231

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Hasselt

Spreiding winkels Centraal Ondersteunend Grootschalige concentratie

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

437

72.743

166

35%

53

8.167

154

4%

13

18.725

1.440

9%

Baanwinkels

160

61.074

382

29%

Verspreide bewinkeling

238

47.627

200

23%

Totaal

901

208.336

231

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Hasselt

437

139

100

16

54

Genkersteenweg

41

5

6

Concentraties

Hendrik van Veldekesingel

5

Kermt

29

11

22

Kuringersteenweg

34

10

16

Schampbergstraat

8

2

Sint-Hubertusplein

12

4

10

Sint-Truidersteenweg

20

7

9

Stevoort

12

5

6

4 1

6

3 1

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

69.540

182

Zeer hoog

59


Gemeente Hechtel-Eksel

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

75

35%

Horeca

61

27%

Diensten

71

30%

3

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

13

6%

223

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

28

2.779

99

27%

Shopping

26

5.058

195

49%

Specialty

21

2.515

120

24%

Totaal

75

10.352

138

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

28

2.779

99

27%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

1

45

45

0%

Kleding/mode

4

728

182

7%

Schoenen/lederwaren

1

30

30

0%

Juwelier/optiek

3

130

43

1%

Huishoudelijke artikelen

5

2.425

485

23%

Hobby

1

50

50

0%

Bruin- en witgoed

8

600

75

6%

Doe-het-zelf

6

1.380

230

13%

Plant en dier

4

250

63

2%

Rijwielen/autoaccessoires

2

145

73

1%

Wonen

8

1.640

205

16%

Overige detailhandel

4

150

38

1%

75

10.352

138

100%

Totaal

60

Hoofdstuk 3


Gemeente Hechtel-Eksel

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

25

Baanwinkels

10

1.736

69

17%

1.730

173

17%

Verspreide bewinkeling Totaal

40

6.886

172

67%

75

10.352

138

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

Concentraties

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Eksel

15

9

19

Centrum Hechtel

10

5

7

1

Hasseltsebaan

10

13

10

1

2 3 1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

11.455

55

Laag

61


Gemeente Heers

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

26

34%

Horeca

25

30%

Diensten

27

30%

5

6%

Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep Convenience Shopping Specialty Totaal Winkels naar productgroep Voeding

83

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

13

1.865

143

30%

7

1.190

170

19%

6

3.070

512

50%

26

6.125

236

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

13

1.865

143

30%

Schoenen/lederwaren

1

625

625

10%

Juwelier/optiek

1

30

30

0%

Media

1

45

45

1%

Bruin- en witgoed

2

340

170

6%

Plant en dier

5

520

104

8%

Wonen

3

2.700

900

44%

Totaal

26

6.125

236

100%

62

Hoofdstuk 3


Gemeente Heers

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

4

240

60

4%

Verspreide bewinkeling

22

5.885

268

96%

Totaal

26

6.125

236

100%

Centraal

Concentraties Steenweg

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

4

4

5

3

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

6.685

56

Laag

63


Gemeente Herk-de-Stad

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

84

36%

Horeca

52

23%

Diensten

85

37%

5

2%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

5

2%

231

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

25

2.655

106

16%

Shopping

34

4.124

121

24%

Specialty

25

10.132

405

60%

Totaal

84

16.911

201

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

25

2.655

106

16%

1

25

25

0%

10

695

70

4%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Kleding/mode Schoenen/lederwaren

1

34

34

0%

Juwelier/optiek

3

110

37

1%

Huishoudelijke artikelen

4

260

65

2%

Hobby

3

130

43

1%

Bruin- en witgoed

10

575

58

3%

Doe-het-zelf

2

990

495

6%

Plant en dier

12

1.965

164

12%

2

398

199

2%

10

9.049

905

54%

1

25

25

0%

84

16.911

201

100%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

64

Hoofdstuk 3


Gemeente Herk-de-Stad

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

30

1.565

52

9%

6

7.990

1.332

47%

Verspreide bewinkeling

48

7.356

153

43%

Totaal

84

16.911

201

100%

Centraal Baanwinkels

Concentraties Centrum Herk-de-Stad Grote Baan

schaalgrootte

% m² wvo

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

30

15

20

1

3

6

7

10

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

11.665

88

Gemiddeld

65


Gemeente Heusden-Zolder

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

208

40%

Horeca

106

21%

Diensten

162

31%

14

3%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

27

5%

518

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

77

10.400

135

31%

Shopping

83

15.255

184

45%

Specialty

48

8.350

174

25%

208

34.005

163

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

76

10.330

136

30%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

3

340

113

1%

27

3.705

137

11%

Schoenen/lederwaren

8

730

91

2%

Juwelier/optiek

7

350

50

1%

Huishoudelijke artikelen

7

1.045

149

3%

Media

3

130

43

0%

Hobby

3

115

38

0%

Sport en spel

1

2.100

2100

6%

Bruin- en witgoed

11

2.050

186

6%

Doe-het-zelf

13

4.020

309

12%

Plant en dier

14

2.890

206

8%

8

780

98

2%

22

5.170

235

15%

5

250

50

1%

208

34.005

163

100%

Kleding/mode

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

66

Hoofdstuk 3


Gemeente Heusden-Zolder

Spreiding winkels Centraal Ondersteunend

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

79

15.750

199

46%

9

505

56

1%

Baanwinkels

22

3.940

179

12%

Verspreide bewinkeling

98

13.810

141

41%

Totaal

Concentraties

208

34.005

163

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal leegstand

winkels

horeca

diensten

overige

Beringersteenweg

10

7

8

1

Centrum Heusden

56

10

25

3

5

Centrum Zolder

23

11

24

1

12

Meylandtlaan

12

5

16

9

9

12

Sint-Willibrordusplein

1 1

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

30.650

68

Laag

67


Gemeente Hoeselt

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

57

40%

Horeca

43

28%

Diensten

46

28%

2

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

3

2%

151

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

21

2.795

133

25%

Shopping

19

5.145

271

45%

Specialty

17

3.435

202

30%

Totaal

57

11.375

200

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

20

2.745

137

24%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

2

145

73

1%

Kleding/mode

4

1.930

483

17%

Schoenen/lederwaren

1

725

725

6%

Juwelier/optiek

2

90

45

1%

Media

1

50

50

0%

Hobby

1

30

30

0%

Sport en spel

1

40

40

0%

Bruin- en witgoed

7

735

105

6%

Doe-het-zelf

2

570

285

5%

Plant en dier

6

1.650

275

15%

Rijwielen/autoaccessoires

2

260

130

2%

Wonen

6

2.350

392

21%

Overige detailhandel Totaal

68

2

55

28

0%

57

11.375

200

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Hoeselt Hoeselt

3.000

tot 10.000 inw.

2.500 2.000 1.500 1.000 500

Spreiding winkels Centraal Ondersteunend

aantal

m² wvo

15 9

Overige

Wonen

Rijwielen/auto

Plant en dier

Doe-het-zelf

Bruin- en witgoed

Sport en spel

Hobby

Media

Huishoudelijk

Juwelier

Schoenen

Kleding

Warenhuis

Drogist

Voeding

0

schaalgrootte

% m² wvo

1.185

79

10%

3.475

386

31%

Verspreide bewinkeling

33

6.715

203

59%

Totaal

57

11.375

200

100%

Concentraties Bilzersteenweg Centrum

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

17

16

1

1

9 15

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

9.230

76

Laag

69


Gemeente Houthalen-Helchteren

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

170

36%

Horeca

113

24%

Diensten

160

34%

2

0%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

22

5%

467

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

68

11.882

175

26%

Shopping

66

18.195

276

40%

Specialty

36

15.352

426

34%

170

45.429

267

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

67

11.802

176

26%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

2

330

165

1%

19

4.150

218

9%

Schoenen/lederwaren

8

1.660

208

4%

Juwelier/optiek

5

250

50

1%

Huishoudelijke artikelen

6

970

162

2%

Media

4

580

145

1%

Hobby

4

275

69

1%

Sport en spel

5

2.600

520

6%

Kleding/mode

Bruin- en witgoed

11

1.092

99

2%

Doe-het-zelf

6

2.240

373

5%

Plant en dier

9

5.110

568

11%

Rijwielen/autoaccessoires

6

660

110

1%

14

13.350

954

29%

4

360

90

1%

170

45.429

267

100%

Wonen Overige detailhandel Totaal

70

Hoofdstuk 3


Gemeente Houthalen-Helchteren

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

78

14.501

186

32%

Baanwinkels

10

6.690

669

15%

Verspreide bewinkeling

82

24.238

296

53%

170

45.429

267

100%

Totaal

Concentraties

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Helchteren

13

8

14

1

3

Centrum Houthalen

65

20

37

1

15

4

4

5

Houthalen-Oost Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

29.800

93

Gemiddeld

71


Gemeente Kinrooi

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

67

36%

Horeca

47

24%

Diensten

74

36%

4

2%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

4

2%

196

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

27

3.755

139

13%

Shopping

20

14.730

737

49%

Specialty

20

11.355

568

38%

Totaal

67

29.840

445

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

27

3.755

139

13%

Kleding/mode

5

430

86

1%

Juwelier/optiek

2

60

30

0%

Hobby

1

35

35

0%

Bruin- en witgoed

6

835

139

3%

Doe-het-zelf

9

12.775

1419

43%

Plant en dier

4

1.460

365

5%

Rijwielen/autoaccessoires

4

310

78

1%

Wonen

8

10.150

1269

34%

Winkels naar productgroep Voeding

Overige detailhandel Totaal

72

1

30

30

0%

67

29.840

445

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Kinrooi

Spreiding winkels

aantal

Centraal Baanwinkels

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

17

6.480

381

22%

9

16.725

1.858

56%

Verspreide bewinkeling

41

6.635

162

22%

Totaal

67

29.840

445

100%

Concentraties Centrum Kinrooi

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

2

1

11

7

16

Centrum Ophoven

6

4

5

Venlosesteenweg e.o.

9

5

6

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

11.995

151

Hoog

73


Gemeente Kortessem

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

44

43%

Horeca

23

21%

Diensten

42

34%

2

2%

Leegstand Totaal

111

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

22

2.695

123

35%

Shopping

19

4.715

248

62%

Winkels naar goederengroep

Specialty Totaal Winkels naar productgroep Voeding

3

240

80

3%

44

7.650

174

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

22

2.695

123

35%

Kleding/mode

4

460

115

6%

Schoenen/lederwaren

2

380

190

5%

Juwelier/optiek

1

40

40

1%

Huishoudelijke artikelen

1

60

60

1%

Media

1

100

100

1%

Bruin- en witgoed

1

100

100

1%

Doe-het-zelf

4

1.220

305

16%

Plant en dier

5

2.380

476

31%

Rijwielen/autoaccessoires

1

100

100

1%

Overige detailhandel Totaal

74

2

115

58

2%

44

7.650

174

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Kortessem 3.000

Kortessem

tot 10.000 inw.

2.500 2.000 1.500 1.000

Spreiding winkels

Overige

Wonen

Rijwielen/auto

Plant en dier

Doe-het-zelf

Bruin- en witgoed

Sport en spel

Hobby

Media

Huishoudelijk

Juwelier

Schoenen

Kleding

Warenhuis

Drogist

Voeding

500 0

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

14

940

67

12%

7

820

117

11%

Verspreide bewinkeling

23

5.890

256

77%

Totaal

44

7.650

174

100%

Centraal Baanwinkels

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

Centrum Kortessem

14

8

16

Tongersesteenweg

7

3

5

Concentraties

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

8.085

58

Laag

75


Gemeente Lanaken

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

199

39%

Horeca

112

22%

Diensten

161

31%

5

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

38

7%

515

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

56

8.335

149

20%

Shopping

90

17.228

191

41%

Specialty

53

16.639

314

39%

199

42.202

212

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

53

7.629

144

18%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Kleding/mode Schoenen/lederwaren Juwelier/optiek Huishoudelijke artikelen

3

550

183

1%

31

3.975

128

9%

5

325

65

1%

11

685

62

2%

8

975

122

2%

Media

10

1.295

130

3%

Hobby

4

120

30

0%

Sport en spel

9

3.687

410

9%

Bruin- en witgoed

9

1.486

165

4%

Doe-het-zelf

6

2.300

383

5%

Plant en dier

12

4.327

361

10%

3

218

73

1%

30

14.250

475

34%

5

380

76

1%

199

42.202

212

100%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

76

Hoofdstuk 3


Gemeente Lanaken

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

83

14.223

171

34%

Baanwinkels

33

11.553

350

27%

Verspreide bewinkeling

83

16.426

198

39%

Totaal

Concentraties Centrum Lanaken Maaseikersteenweg Steenweg

199

42.202

212

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

83

27

51

2

23

5

4

4

28

18

21

1 6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

24.450

105

Gemiddeld

77


Gemeente Leopoldsburg

Handelsfuncties Detailhandel

aantal

% aantal

138

43%

Horeca

69

21%

Diensten

85

24%

4

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

34

10%

330

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

49

6.739

138

33%

Shopping

62

7.586

122

38%

Specialty

27

5.875

218

29%

138

20.200

146

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

49

6.739

138

33%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

2

310

155

2%

Kleding/mode

20

1.805

90

9%

Schoenen/lederwaren

10

760

76

4%

Juwelier/optiek

8

355

44

2%

Huishoudelijke artikelen

8

1.666

208

8%

Media

4

310

78

2%

Hobby

6

300

50

1%

Sport en spel

1

50

50

0%

Bruin- en witgoed

6

795

133

4%

Doe-het-zelf

3

1.400

467

7%

Plant en dier

7

945

135

5%

Rijwielen/autoaccessoires

7

1.495

214

7%

Wonen

6

3.230

538

16%

Overige detailhandel

1

40

40

0%

138

20.200

146

100%

Totaal

78

Hoofdstuk 3


Gemeente Leopoldsburg

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

71

7.085

100

35%

Baanwinkels

22

9.340

425

46%

Verspreide bewinkeling

45

3.775

84

19%

138

20.200

146

100%

Totaal

Concentraties Antwerpsesteenweg Centrum Leopoldsburg Leopoldsburgsesteenweg Lommelsesteenweg

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

2

16

6

3

4

71

38

29

6

5

5

10

2

5

2 4

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

14.245

86

Gemiddeld

79


Gemeente Lommel

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

311

43%

Horeca

157

22%

Diensten

209

29%

4

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

42

6%

723

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

76

11.216

148

15%

Shopping

161

35.947

223

48%

Specialty

74

27.319

369

37%

311

74.482

239

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

72

11.016

153

15%

Drogisterijartikelen/reukwaren

3

620

207

1%

Warenhuis

1

500

500

1%

Kleding/mode

52

10.257

197

14%

Schoenen/lederwaren

13

4.222

325

6%

Juwelier/optiek

11

530

48

1%

Huishoudelijke artikelen

16

3.370

211

5%

Media

12

1.183

99

2%

Hobby

8

370

46

0%

Sport en spel

12

4.015

335

5%

Bruin- en witgoed

21

2.729

130

4%

Doe-het-zelf

25

6.995

280

9%

Plant en dier

15

4.000

267

5%

5

1190

238

2%

37

22.870

618

31%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

80

8

615

77

1%

311

74.482

239

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Lommel

Spreiding winkels Centraal Grootschalige concentratie

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

126

16.612

132

22%

20

13.335

667

18%

Verspreide bewinkeling

185

57.870

270

60%

Totaal

311

74.482

239

100%

Concentraties Centrum Lommel De Singel

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

126

62

56

3

27

16

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

31.615

143

Hoog

81


Gemeente Lummen

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

86

39%

Horeca

51

22%

Diensten

85

34%

1

0%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

10

4%

233

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

38

4.260

112

34%

Shopping

27

2.902

107

23%

Specialty

21

5.340

254

43%

Totaal

86

12.502

145

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

38

4.260

112

34%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

2

80

40

1%

Kleding/mode

9

1.020

113

8%

Schoenen/lederwaren

1

60

60

0%

Juwelier/optiek

4

190

48

2%

Huishoudelijke artikelen

2

690

345

6%

Hobby

1

60

60

0%

Sport en spel

1

90

90

1%

Bruin- en witgoed

7

540

77

4%

Doe-het-zelf

2

290

145

2%

Plant en dier

8

562

70

4%

Rijwielen/autoaccessoires

4

510

128

4%

Wonen

6

4.100

683

33%

Overige detailhandel Totaal

82

1

50

50

0%

86

12.502

145

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Lummen

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

45

7.410

165

59%

Verspreide bewinkeling

41

5.092

124

41%

Totaal

86

12.502

145

100%

Concentraties

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

1

4

Centrum Meldert

7

6

6

Centrum Lummen

38

10

29

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

13.665

56

Laag

83


Gemeente Maaseik

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

235

42%

Horeca

128

23%

Diensten

165

30%

6

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

25

4%

559

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

62

9.595

155

25%

Shopping

128

20.970

164

55%

Specialty

45

7.315

163

19%

235

37.880

161

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

61

9.345

153

25%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

5

595

119

2%

Kleding/mode

39

3.755

96

10%

Schoenen/lederwaren

11

930

85

2%

Juwelier/optiek

12

725

60

2%

Huishoudelijke artikelen

14

2.700

193

7%

Media

7

1.070

153

3%

Hobby

6

460

77

1%

Sport en spel

8

1.430

179

4%

Bruin- en witgoed

8

930

116

2%

Doe-het-zelf

12

5.870

489

15%

Plant en dier

21

3.620

172

10%

6

480

80

1%

19

5.180

273

14%

6

790

132

2%

235

37.880

161

100%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

84

Hoofdstuk 3


Gemeente Maaseik

Spreiding winkels Centraal Baanwinkels Verspreide bewinkeling Totaal

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

158

21.035

133

56%

5

2.290

458

6%

72

14.555

202

38%

235

37.880

161

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

119

56

46

2

18

30

11

23

Centrum Opoeteren

9

5

6

Maastrichtersteenweg Maaseik

5

2

2

Concentraties Centrum Maaseik Centrum Neeroeteren

4

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

23.565

98

Gemiddeld

85


Gemeente Maasmechelen

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

396

44%

Horeca

196

22%

Diensten

208

23%

7

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

89

10%

896

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

88

17.293

197

21%

Shopping

233

41.057

176

50%

Specialty

75

24.454

326

30%

396

82.804

209

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

87

17.193

198

21%

Drogisterijartikelen/reukwaren

8

947

118

1%

Warenhuis

1

400

400

0%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

Kleding/mode

122

16.188

133

20%

Schoenen/lederwaren

21

3.881

185

5%

Juwelier/optiek

11

434

39

1%

Huishoudelijke artikelen

15

2.050

137

2%

Media

5

665

133

1%

Hobby

8

1.090

136

1%

Sport en spel

7

2.680

383

3%

Bruin- en witgoed

18

2.343

130

3%

Doe-het-zelf

24

8.378

349

10%

Plant en dier

13

3.670

282

4%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

86

8

667

83

1%

38

21.010

553

25%

10

1.208

121

1%

396

82.804

209

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Maasmechelen

Spreiding winkels Centraal

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

103

19.607

190

24%

Grootschalige concentratie

42

8.550

204

10%

Speciaal winkelgebied

84

6.796

81

8%

Verspreide bewinkeling

167

47.851

287

58%

Totaal

396

82.804

209

100%

Concentraties Centrum Eisden Centrum Maasmechelen

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

94

57

45

2

29

9

3

5

4

M2 Shopping Center

42

7

3

6

Maasmechelen Village

84

5

14

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

36.175

139

Hoog

87


Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

76

41%

Horeca

40

21%

Diensten

67

34%

1

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

7

4%

191

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

21

2.665

127

20%

Shopping

36

6.760

188

51%

Specialty

19

3.905

206

29%

Totaal

76

13.330

175

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

21

2.665

127

20%

Drogisterijartikelen/reukwaren

2

185

93

1%

Kleding/mode

4

460

115

3%

Schoenen/lederwaren

2

605

303

5%

Juwelier/optiek

3

120

40

1%

Huishoudelijke artikelen

5

715

143

5%

Media

1

35

35

0%

Hobby

2

95

48

1%

Sport en spel

3

160

53

1%

Bruin- en witgoed

6

330

55

2%

Doe-het-zelf

7

1.625

232

12%

Plant en dier

8

2.660

333

20%

Rijwielen/autoaccessoires

4

405

101

3%

Wonen

6

3.050

508

23%

Overige detailhandel

2

220

110

2%

76

13.330

175

100%

Winkels naar productgroep Voeding

Totaal

88

Hoofdstuk 3


Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Spreiding winkels Centraal Baanwinkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

16

2.595

162

19%

8

1.415

177

11%

Verspreide bewinkeling

52

9.320

179

70%

Totaal

76

13.330

175

100%

Concentraties Centrum Meeuwen Weg op Bree

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

16

8

8

1

1

8

7

10

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

12.505

65

Laag

89


Gemeente Neerpelt

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

140

41%

62

18%

109

32%

2

1%

25

7%

338

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

36

4.885

136

29%

Shopping

64

6.264

98

37%

Specialty

40

5.890

147

35%

140

17.039

122

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

35

4.840

138

28%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

4

530

133

3%

28

2.189

78

13%

Schoenen/lederwaren

3

240

80

1%

Juwelier/optiek

8

350

44

2%

Huishoudelijke artikelen

9

950

106

6%

Media

4

405

101

2%

Hobby

2

95

48

1%

Sport en spel

2

80

40

0%

Kleding/mode

Bruin- en witgoed

18

1.600

89

9%

Doe-het-zelf

4

515

129

3%

Plant en dier

7

1.175

168

7%

Rijwielen/autoaccessoires

4

275

69

2%

10

3.665

367

22%

2

130

65

1%

140

17.039

122

100%

Wonen Overige detailhandel Totaal

90

Hoofdstuk 3


Gemeente Neerpelt

Spreiding winkels Centraal Verspreide bewinkeling Totaal

Concentraties Centrum Neerpelt

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

84

10.215

122

60%

56

6.824

122

40%

140

17.039

122

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

84

34

53

15

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

16.065

65

Laag

91


Gemeente Nieuwerkerken

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

40

43%

Horeca

14

14%

Diensten

39

38%

1

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

3

3%

97

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

18

2.010

112

17%

Shopping

13

3.105

239

25%

Specialty

9

7.065

785

58%

40

12.180

305

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

18

2.010

112

17%

Kleding/mode

1

90

90

1%

Schoenen/lederwaren

1

50

50

0%

Juwelier/optiek

1

30

30

0%

Huishoudelijke artikelen

2

390

195

3%

Sport en spel

2

250

125

2%

Bruin- en witgoed

1

45

45

0%

Doe-het-zelf

4

1.525

381

13%

Plant en dier

3

800

267

7%

Rijwielen/autoaccessoires

1

40

40

0%

Wonen

6

6.950

1158

57%

Totaal

40

12.180

305

100%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

92

Hoofdstuk 3


Gemeente Nieuwerkerken

Spreiding winkels

aantal

Centraal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

4

900

225

7%

Baanwinkels

10

7.295

730

60%

Verspreide bewinkeling

26

3.985

153

33%

Totaal

Concentraties Centrum Nieuwerkerken Diestersteenweg

40

12.180

305

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

4

5

8

10

3

6

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

6.585

113

Gemiddeld

93


Gemeente Opglabbeek

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

66

39%

Horeca

32

19%

Diensten

64

38%

2

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

4

2%

168

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

24

3.400

142

21%

Shopping

28

10.785

385

68%

Specialty

14

1.780

127

11%

Totaal

66

15.965

242

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

23

3.360

146

21%

Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

1

35

35

0%

Kleding/mode

2

1.510

755

9%

Schoenen/lederwaren

1

500

500

3%

Juwelier/optiek

2

100

50

1%

Huishoudelijke artikelen

4

470

118

3%

Media

2

340

170

2%

Hobby

1

80

80

1%

Sport en spel

3

320

107

2%

Bruin- en witgoed

4

330

83

2%

Doe-het-zelf

9

5.890

654

37%

Plant en dier

6

1.680

280

11%

Rijwielen/autoaccessoires

2

510

255

3%

Wonen

6

840

140

5%

Totaal

66

15.965

242

100%

94

Hoofdstuk 3


Gemeente Opglabbeek

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

27

4.095

152

26%

Verspreide bewinkeling

39

11.870

304

74%

Totaal

66

15.965

242

100%

Concentraties Centrum Opglabbeek

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

27

12

20

1

3

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

9.415

103

Gemiddeld

95


Gemeente Overpelt

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

82

38%

Horeca

46

21%

Diensten

83

35%

1

0%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

12

5%

224

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

31

3.310

107

16%

Shopping

26

11.558

445

57%

Specialty

25

5.515

221

27%

Totaal

82

20.383

249

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

30

3.230

108

16%

Warenhuis

2

3.700

1850

18%

Kleding/mode

2

2.045

1023

10%

Schoenen/lederwaren

1

70

70

0%

Juwelier/optiek

4

200

50

1%

Huishoudelijke artikelen

2

105

53

1%

Media

2

158

79

1%

Sport en spel

1

160

160

1%

Bruin- en witgoed

6

565

94

3%

Doe-het-zelf

8

4.005

501

20%

Plant en dier

5

940

188

5%

3

300

100

1%

12

4.450

371

22%

4

455

114

2%

82

20.383

249

100%

Winkels naar productgroep Voeding

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

96

Hoofdstuk 3


Gemeente Overpelt

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

28

6.293

225

31%

Verspreide bewinkeling

54

14.090

261

69%

Totaal

82

20.383

249

100%

Concentraties Centrum Overpelt

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

28

16

22

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

13.245

94

Gemiddeld

97


Gemeente Peer

Handelsfuncties Detailhandel

aantal

% aantal

121

43%

Horeca

57

20%

Diensten

72

26%

3

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

26

9%

279

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

37

4.158

112

8%

Shopping

48

13.243

276

25%

Specialty

36

35.216

978

67%

121

52.617

435

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

36

4.108

114

8%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

4

485

121

1%

11

1.548

141

3%

Schoenen/lederwaren

3

1.110

370

2%

Juwelier/optiek

2

80

40

0%

Huishoudelijke artikelen

5

290

58

1%

Media

2

219

110

0%

Hobby

1

70

70

0%

Sport en spel

6

1.362

227

3%

Kleding/mode

Bruin- en witgoed

10

638

64

1%

Doe-het-zelf

4

3.960

990

8%

Plant en dier

13

4.249

327

8%

7

1.718

245

3%

Wonen

17

32.780

1928

62%

Totaal

121

52.617

435

100%

Rijwielen/autoaccessoires

98

Hoofdstuk 3


Gemeente Peer

Spreiding winkels

aantal

Centraal Baanwinkels Verspreide bewinkeling

Centrum Peer

schaalgrootte

% m² wvo

36

5.249

146

10%

6

24.280

4.047

46%

79

23.088

292

44%

121

52.617

435

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

36

13

14

Totaal

Concentraties

m² wvo

7

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

15.725

204

Zeer hoog

99


Gemeente Riemst

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

115

38%

79

26%

102

34%

5

2%

3

1%

304

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

45

4.561

101

9%

Shopping

41

11.899

290

24%

Specialty

29

33.016

1138

67%

115

49.476

430

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

45

4.561

101

9%

Kleding/mode

5

1.040

208

2%

Schoenen/lederwaren

1

100

100

0%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

Juwelier/optiek

3

131

44

0%

10

5.710

571

12%

Media

1

185

185

0%

Hobby

1

200

200

0%

Sport en spel

1

400

400

1%

Bruin- en witgoed

4

435

109

1%

Doe-het-zelf

8

2.385

298

5%

Plant en dier

12

1.494

125

3%

Huishoudelijke artikelen

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

100

4

460

115

1%

18

31.990

1777

65%

2

385

193

1%

115

49.476

430

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Riemst

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

10

904

90

2%

Baanwinkels

13

14.086

1.084

28%

Verspreide bewinkeling

92

34.486

375

70%

115

49.476

430

100%

Totaal

Concentraties Centrum Riemst

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

10

8

23

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

15.815

190

Zeer hoog

101


Gemeente Sint-Truiden

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

458

43%

Horeca

237

22%

Diensten

283

27%

6

1%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

77

7%

1.061

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

146

23.669

162

28%

Shopping

222

40.908

184

49%

Specialty

90

18.841

209

23%

458

83.418

182

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

140

22.369

160

27%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

8

935

117

1%

Warenhuis

2

2.250

1125

3%

Kleding/mode

88

13.626

155

16%

Schoenen/lederwaren

25

3.391

136

4%

Juwelier/optiek

22

1.100

50

1%

Huishoudelijke artikelen

26

3.335

128

4%

Media

10

1.850

185

2%

Hobby

6

305

51

0%

Sport en spel

6

1.335

223

2%

Bruin- en witgoed

30

4.735

158

6%

Doe-het-zelf

22

10.465

476

13%

Plant en dier

26

4.106

158

5%

8

1.610

201

2%

30

11.396

380

14%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

102

9

610

68

1%

458

83.418

182

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Sint-Truiden

Spreiding winkels Centraal Baanwinkels Verspreide bewinkeling

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

294

30.848

105

37%

71

30.170

425

36%

93

22.400

241

27%

458

83.418

182

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

294

101

129

4

63

Hasseltsesteenweg

18

8

13

Industrielaan

16

1

8

Luikersteenweg

13

41

20

Tongersesteenweg

11

2

6

Totaal

Concentraties Centrum

1

5

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

37.990

134

Hoog

103


Gemeente Tessenderlo

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

122

38%

66

21%

108

34%

2

1%

23

7%

321

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

50

6.176

124

32%

Shopping

50

7.463

149

38%

Specialty

22

5.750

261

30%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren Kleding/mode

122

19.389

159

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

49

6.031

123

31%

5

440

88

2%

17

2.058

121

11%

Schoenen/lederwaren

4

320

80

2%

Juwelier/optiek

6

245

41

1%

Huishoudelijke artikelen

8

1.355

169

7%

Media

2

205

103

1%

Hobby

2

110

55

1%

Sport en spel

3

245

82

1%

Bruin- en witgoed

6

475

79

2%

Doe-het-zelf

4

1.050

263

5%

Plant en dier

5

1.775

355

9%

Rijwielen/autoaccessoires

3

365

122

2%

Wonen

7

4.665

666

24%

Overige detailhandel Totaal

104

1

50

50

0%

122

19.389

159

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Tessenderlo

Spreiding winkels

Aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

64

7.355

115

38%

Baanwinkels

21

4.153

198

21%

37

7.881

213

41%

122

19.389

159

100%

Verspreide bewinkeling Totaal

Concentraties Centrum Tessenderlo Diesterstraat

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

64

24

34

9

2

14

Hulsterweg

12

5

10

Schoterweg

3

4

2

10

1

4 1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

16.650

71

Laag

105


Gemeente Tongeren

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

357

44%

Horeca

166

20%

Diensten

227

28%

4

0%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

65

8%

819

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

85

11.850

139

22%

Shopping

189

28.765

152

52%

Specialty

83

14.450

174

26%

357

55.065

154

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

80

11.280

141

20%

Drogisterijartikelen/reukwaren

7

810

116

1%

Warenhuis

1

475

475

1%

Kleding/mode

76

8.030

106

15%

Schoenen/lederwaren

13

2.005

154

4%

Juwelier/optiek

25

1.120

45

2%

Huishoudelijke artikelen

43

4.225

98

8%

Media

10

1.280

128

2%

Hobby

5

275

55

0%

Convenience

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

Sport en spel

4

1.085

271

2%

Bruin- en witgoed

25

2.165

87

4%

Doe-het-zelf

10

3.295

330

6%

Plant en dier

21

7.030

335

13%

Rijwielen/autoaccessoires Wonen Overige detailhandel Totaal

106

7

625

89

1%

26

10.540

405

19%

4

825

206

1%

357

55.065

154

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Tongeren

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

238

25.925

109

47%

Baanwinkels

59

22.170

376

40%

Verspreide bewinkeling

60

6.970

116

13%

357

55.065

154

100%

Centraal

Totaal

Concentraties Bilzersteenweg

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

4

53

1

3

7

4

8

Centrum Tongeren

238

92

100

Hasseltsesteenweg

7

3

3

Luikersteenweg

27

8

16

Maastrichtersteenweg

11

8

13

Sint-Truidersteenweg

7

3

9

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

29.635

113

Gemiddeld

107


Gemeente Voeren

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

22

34%

Horeca

24

34%

Diensten

23

30%

1

1%

Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep Convenience Shopping Specialty Totaal Winkels naar productgroep Voeding

70

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

11

450

41

38%

8

544

68

46%

3

200

67

17%

22

1.194

54

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

11

450

41

38%

Kleding/mode

1

30

30

3%

Schoenen/lederwaren

1

40

40

3%

Huishoudelijke artikelen

4

190

48

16%

Bruin- en witgoed

1

60

60

5%

Doe-het-zelf

1

174

174

15%

Plant en dier

1

110

110

9%

Rijwielen/autoaccessoires

1

80

80

7%

Wonen

1

60

60

5%

Totaal

22

1.194

54

100%

108

Hoofdstuk 3


Gemeente Voeren

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

10

480

48

40%

Verspreide bewinkeling

12

714

60

60%

Totaal

22

1.194

54

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

10

3

9

Concentraties Centrum Voeren

1

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

4.240

17

Zeer laag

109


Gemeente Wellen

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

41

46%

Horeca

15

16%

Diensten

34

33%

5

5%

Leegstand Totaal

95

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

18

2.690

149

51%

Shopping

15

1.555

104

30%

Winkels naar goederengroep

Specialty Totaal Winkels naar productgroep Voeding

8

988

124

19%

41

5.233

128

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

17

2.350

138

45%

Drogisterijartikelen/reukwaren

1

90

90

2%

Kleding/mode

3

330

110

6%

Schoenen/lederwaren

1

60

60

1%

Juwelier/optiek

2

78

39

1%

Huishoudelijke artikelen

1

250

250

5%

Media

2

380

190

7%

Sport en spel

1

120

120

2%

Bruin- en witgoed

2

590

295

11%

Doe-het-zelf

1

50

50

1%

Plant en dier

4

580

145

11%

Rijwielen/autoaccessoires

2

90

45

2%

Wonen

2

230

115

4%

Overige detailhandel

2

35

18

1%

41

5.233

128

100%

Totaal

110

Hoofdstuk 3


Gemeente Wellen

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

24

2.693

112

51%

Verspreide bewinkeling

17

2.540

149

49%

Totaal

41

5.233

128

100%

Concentraties Centrum Wellen

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

24

6

12

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

6.835

47

Laag

111


Gemeente Zonhoven

Handelsfuncties Detailhandel Horeca Diensten Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

aantal

% aantal

131

40%

60

17%

128

35%

4

1%

21

6%

344

100%

aantal

m² wvo

Schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

42

6.321

151

29%

Shopping

58

11.510

198

53%

Specialty

31

3.930

127

18%

131

21.761

166

100%

aantal

m² wvo

Schaalgrootte

% m² wvo

40

6.111

153

28%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding Drogisterijartikelen/reukwaren

3

450

150

2%

19

1.305

69

6%

Schoenen/lederwaren

3

475

158

2%

Juwelier/optiek

5

181

36

1%

Huishoudelijke artikelen

5

950

190

4%

Media

2

210

105

1%

Hobby

1

40

40

0%

Sport en spel

4

3.350

838

15%

Bruin- en witgoed

9

707

79

3%

Doe-het-zelf

9

1.605

178

7%

Plant en dier

9

2.845

316

13%

Rijwielen/autoaccessoires

4

225

56

1%

13

2.817

217

13%

5

490

98

2%

131

21.761

166

100%

Kleding/mode

Wonen Overige detailhandel Totaal

112

Hoofdstuk 3


Gemeente Zonhoven

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

49

6.831

139

31%

Baanwinkels

16

4.417

276

20%

Verspreide bewinkeling

66

10.513

159

48%

131

21.761

166

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

overige

leegstand

Totaal

winkels

horeca

diensten

Beringersteenweg

8

4

6

Centrum Zonhoven

49

22

30

8

4

10

Concentraties

Heuveneindeweg

15 1

Kengetallen

1 gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

19.695

67

Laag

113


Gemeente Zutendaal

Handelsfuncties

aantal

% aantal

Detailhandel

42

35%

Horeca

29

23%

Diensten

36

27%

2

2%

Overig Leegstand Totaal Winkels naar goederengroep

15

12%

124

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Convenience

13

1.000

77

13%

Shopping

22

2.750

125

35%

Specialty

7

4.160

594

53%

42

7.910

188

100%

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

13

1.000

77

13%

Kleding/mode

6

350

58

4%

Schoenen/lederwaren

1

30

30

0%

Huishoudelijke artikelen

5

230

46

3%

Hobby

1

50

50

1%

Sport en spel

1

30

30

0%

Bruin- en witgoed

1

130

130

2%

Doe-het-zelf

4

550

138

7%

Plant en dier

3

1.480

493

19%

Rijwielen/autoaccessoires

2

130

65

2%

Wonen

4

3.900

975

49%

Totaal Winkels naar productgroep Voeding

Overige detailhandel Totaal

114

1

30

30

0%

42

7.910

188

100%

Hoofdstuk 3


Gemeente Zutendaal

Spreiding winkels

aantal

m² wvo

schaalgrootte

% m² wvo

Centraal

12

3.240

270

41%

Verspreide bewinkeling

30

4.670

156

59%

Totaal

Concentraties Zutendaal Centrum

42

7.910

188

100%

aantal

aantal

aantal

aantal

aantal

winkels

horeca

diensten

overige

leegstand

12

8

7

1

2

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Verzorgingsindex

Hoofdstuk 3

6.865

70

Laag

115


116

Hoofdstuk 3


4.

PLANNEN EN INITIATIEVEN

De kleinhandel is een dynamische bedrijfstak. In diverse gemeenten in Limburg spelen plannen en initiatieven op het vlak van herontwikkeling van bestaand winkelaanbod dan wel bouw van nieuwe winkels. Onderstaand overzicht geeft een aantal van deze huidige plannen. Het overzicht is opgemaakt op basis van informatie uit diverse bronnen, waaronder krantenartikelen, websites, e.d. Per plan zijn gemeente, locatie, omschrijving en (waar bekend) de omvang van het toe te voegen winkelaanbod aangegeven.

Locatie Beringen Mijnwereld

Omvang winkels (bvo)

Omschrijving

Herontwikkeling van mijnterrein met naast residentiële, toeristische en recreatieve functies ook ruimte voor thematische detailhandel en een versmarkt.

-

Bree In het kader van het afbakeningsproces voor het kleinstedelijk gebied wordt er momenteel een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan opgesteld, waarvan één deelplan de afbakening van een geplande kleinhandelszone betreft in Gerdingen, tussen de Bocholterkiezel, Sportlaan en Hamonterweg. Genk Stadsplein

Hasselt Blauwe Boulevard

De ontwikkeling van het Stadsplein en het Martinusplein omvat ca. ca. 12 000 tot 15 000 m² handelszaken, inclusief een supermarché van 3 000 m² 15 000 m² (oplevering gepland in 2007). Integraal project met o.a. woningen, cultuur (schouwburg) en vrije tijd. Herontwikkeling van de kanaalkom ten noorden van de stadskern tot een binnenstedelijke woonomgeving (‘Zuid-Frans havenstadje’). Het project start in 2006 (oplevering gepland in 2010) en bestaat uit o.a. winkels, kantoren en woningen (circa 1 200).

-

Bouw van winkelpark (baanwinkels) aan de Binnensingel. Een programma van 5 000 m² verdeeld over 5 units, waarvan de invulling bestaat uit Lidl en lokale handelszaken in elektro, vloerbedekking, papierwaren en sanitair.

ca. 5 000 m²

Nieuwbouw handelsruimte (ca. 9 000 m² bvo), woningen en een parking aan de rand van de stad. Het project werd in 2006 opgeleverd. Nieuwbouw winkelruimte (4 000 - 5 000 m²), woningen en parking aan de rand van het stadscentrum (oplevering 2008).

ca. 9 000 m²

Lommel

Maaseik Kloosterbempden

Kolonel Aertsplein

Hoofdstuk 4

ca. 4 500 m²

117


Locatie

Omschrijving

Maasmechelen Centrum

Shopping Center M2

Omvang winkels (bvo)

Metamorfose van het centrum. In het gebied rondom het gemeente- ca. 4 000 m² huis wordt commerciële -, woon- en kantoorruimte gerealiseerd. Het project zal in 2011 gereed zijn. Uitbreiding met circa 12 000 m² bvo. ca. 12 000 m²

Neerpelt Ontwikkeling Sooi Willemsplein en omgeving Overpelt Binnenring

Den Dries

Overig binnenring

Station Sint-Truiden De Sluisberg/ Clockhempoort Tessenderlo Binnenhof

Tongeren Julianusproject

Luikersteenweg

Pliniusterrein Sint-Truidersteenweg

118

Integrale gebiedsontwikkeling in het centrum van Neerpelt met 3 900 m² detailhandel, 7 000 m² residentieel en ondergrondse publieke parking. Tegenover het nieuwe ziekenhuis wordt 8 000 m² wvo commerciële functies gerealiseerd. Voor een groot gedeelte betreft het herlocalisatie van bestaande zaken. Aan de overzijde van het spoor is het BPA voor de locatie Den Dries ca. 10 000 m² goedgekeurd. De locatie beslaat circa 1,6 ha, waar in een hoge densiteit op gebouwd zal worden. Er zal ruim 10 000 m² bvo kleinhandel verschijnen. Rondom het nieuwe ziekenhuis zijn verder nog te valoriseren ruimtes, die met verschillende (commerciële) functies worden ingevuld. Dit project is opgenomen in de afbakening kleinstedelijk gebied. Het station zal worden verplaatst in de richting van het ziekenhuis en worden uitgebouwd tot transferium. (Her)ontwikkeling van een multifunctioneel project met wonen, retail en parking aan de rand van het centrum. Het project zal in 2006 worden opgeleverd.

-

Project Binnenhof (voorheen Kloosterproject) bestaat uit nieuwbouw van een groot winkel- en wooncomplex. Er is circa 3 500 m² winkelruimte gerealiseerd worden, waarvan een supermarché van 1 200 m².

ca. 3 500 m²

Versterking van de stadskern met een uitbreiding van 8 900 m². Het voormalige Sint Jacobushospitaal werd herontwikkeld en ingevuld met winkels, 44 appartementen en parking (ca. 290 plaatsen). Het project werd in het voorjaar van 2008 opgeleverd worden. Huurders voor de 22 units zijn o.a. JBC, Torfs, Essenza, Kruidvat, Bigor en Belcompany. Er is een supermarkt voorzien. Ontwikkeling van een (gemengde) kleinhandelszone van circa 9 ha, waarbij winkels minimaal 600 m² bvo moeten tellen en een branchebeperking is ingesteld. Ontwikkeling van een nieuw Romeins themapark (recreatief) op het Pliniusterrein. Er bestaan een aantal particuliere initiatieven voor ontwikkeling van commerciële ruimte, ter versterking van een aantal binnengebieden. De initiatieven moeten tegenwicht bieden aan het Julianusproject (een centrumgebied met twee polen).

ca. 9 000 m²

-

-

Hoofdstuk 4


DEFINITIES



Definities Baanwinkels Onder baanwinkels worden die winkels verstaan die zich gevestigd hebben aan de randen van woonkernen, vaak aan de grote invalswegen. Baanwinkels zijn vaak grootschalig. Centrumgebied (Centrale handelsgebieden) Onder het centrumgebied of de centrale handelsgebieden worden die gebieden verstaan waar de detailhandel zich van nature geconcentreerd heeft. Meestal gaat het dan om de binnensteden of de historische kern van een gemeente. Goederengroepen De detailhandel valt uiteen in drie goederengroepen: • Convenience goederen die zeer frequent en met zo weinig mogelijk inspanning aangekocht worden, zoals voeding. • Shopping goederen, zoals kleding, huishoudartikelen en geschenkartikelen waarbij al winkelend vergelijken van prijs en kwaliteit centraal staat. • Specialty goederen die weinig frequent worden aangekocht, met een hoge geldwaarde, zoals meubelen, juwelen en bruin- en witgoed. Handelsfuncties Binnen de kleinhandel wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten handelsfuncties: detailhandel, horeca en diensten. Daarnaast is een categorie overige voorzien. Kleinhandel Kleinhandel wordt hier gezien als economische functie die verwijst naar kleinhandelsbedrijvigheid of kleinhandelsactiviteiten. Periferie / perifere concentraties Onder de periferie worden de gebieden verstaan die zich buiten de centrale winkelgebieden bevinden. Perifere concentraties zijn dan de winkelgebieden buiten de centrale winkelgebieden. Deze bevinden zich vaak aan de rand van steden of op industrieterreinen. Productgroepen In deze studie wordt een indeling in vijftien productgroepen gehanteerd, te weten: voeding, drogisterijartikelen/reukwaren, warenhuis, kleding/mode, schoenen/lederwaren, juwelier/optiek, huishoudelijke artikelen, media, hobby, sport/spel, bruin- en witgoed, doehet-zelf, plant en dier, rijwielen/autoaccessoires, wonen en overige detailhandel. Onder de productgroep warenhuis worden zowel hypermarchés (bijvoorbeeld Carrefour) als winkels (zoals Inno en Hema) gevat.


Superettes, supermarkten en hypermarchés Onder de benamingen hypermarkten, supermarkten en superettes worden detailhandelszaken, hoofdzakelijk in zelfbediening, in voedings- en niet-voedingswaren verstaan. Hypermarkten beschikken over een minimaal 2 500 m² wvo; supermarkten hebben een omvang die ligt tussen 400 m² en 2 499 m² wvo en superettes hebben een oppervlakte tussen 100 m² en 399 m² wvo. Verzorgingsfunctie De verzorgingsfunctie van een gemeente geeft weer of een gemeente een functie heeft voor de eigen bevolking (lokaal verzorgend), voor de omliggende gemeenten (regionaal verzorgend), voor de eigen gemeente, de omliggende gemeenten en verder weg liggende gemeenten (bovenregionaal verzorgend), voor de gehele provincie (provinciaal verzorgend) of voor gemeenten in andere provincies (bovenprovinciaal). Warenhuis Een warenhuis is een grote winkel die een zeer breed aanbod heeft van allerlei artikelen. Bekende voorbeelden zijn Gallerie Inno, HEMA, Vroom & Dreesmann, Bijenkorf. Winkelformule Een bedrijf met minimaal 5 vestigingen in België en/of daarbuiten. In plaats van formule wordt ook vaak het begrip embleem gehanteerd. Winkelgebied Een concentratie van minimaal 5 winkels die voor de consument waarneembaar als eenheid te onderscheiden is. Winkelvloeroppervlakte De winkelruimte die voor de consument toegankelijk is, dus exclusief magazijn, kantoor, etalage, e.d.


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B–3500 HASSELT

09:32

Pagina 1


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

09:32

Pagina 4

STUDIE VRAAGZIJDE DPO en visie kleinhandel provincie Limburg


Inhoudsopgave

pagina

1. INLEIDING

3

1.1 Aanleiding 1.2 Opzet 1.3 Rapport

3 3 4

2. PROVINCIE 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7

5

KooporiĂŤntatie Koopvlucht Andere aankoopplaatsen Achtergronden van het koopgedrag Bestedingen van buiten Limburg Trends en ontwikkelingen Parameters

5 16 17 19 23 26 29

3. GEMEENTEN

39

Gemeente Alken Gemeente As Gemeente Beringen Gemeente Bilzen Gemeente Bocholt Gemeente Borgloon Gemeente Bree Gemeente Diepenbeek Gemeente Dilsen-Stokkem Gemeente Genk Gemeente Gingelom Gemeente Halen Gemeente Ham Gemeente Hamont-Achel Gemeente Hasselt Gemeente Hechtel-Eksel Gemeente Heers Gemeente Herk-de-Stad Gemeente Heusden-Zolder Gemeente Hoeselt Gemeente Houthalen-Helchteren Gemeente Kinrooi

Inhoudsopgave

40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74 76 78 80 82

1


Inhoudsopgave (vervolg)

Gemeente Kortessem Gemeente Lanaken Gemeente Leopoldsburg Gemeente Lommel Gemeente Lummen Gemeente Maaseik Gemeente Maasmechelen Gemeente Meeuwen-Gruitrode Gemeente Neerpelt Gemeente Nieuwerkerken Gemeente Opglabbeek Gemeente Overpelt Gemeente Peer Gemeente Riemst Gemeente Sint-Truiden Gemeente Tessenderlo Gemeente Tongeren Gemeente Voeren Gemeente Wellen Gemeente Zonhoven Gemeente Zutendaal

pagina

84 86 88 90 92 94 96 98 100 102 104 106 108 110 112 114 116 118 120 122 124

Definities

2

Inhoudsopgave


1.

INLEIDING

1.1 Aanleiding In opdracht van de deputatie van de provincie Limburg is door BRO een vraagstudie van de kleinhandel in Limburg uitgevoerd. De studie van de vraagzijde vormt onderdeel van een distributie-planologische studie. Eerder heeft BRO reeds een studie van de aanbod1 zijde verricht . De opdracht aan BRO voorziet naast studies van respectievelijk de aanbod- en vraagzijde in de ontwikkeling van een visie voor de kleinhandel op middellange termijn. De distributie-planologische studie zal inzicht geven in de elementen en variabelen die een invloed hebben op vraag en aanbod in de kleinhandel en reikt provincie en gemeenten instrumenten aan om het sociaal-economisch en ruimtelijk evenwicht tussen vraag en aanbod te bewaren, te bevorderen of te versterken. De vraagstudie omvat het in kaart brengen van het gedrag- en consumptiepatroon van inwoners en bezoekers van Limburg ten aanzien van de kleinhandel. Voorliggende rapportage bevat de resultaten en bevindingen van deze studie naar de vraagzijde, de tweede deelstudie van de opdracht.

1.2 Opzet Om de studie van de vraagzijde te kunnen aanvatten zijn in samenwerking met internetveldwerkbureau iVOX in totaal ca. 8 900 inwoners van de provincie Limburg bevraagd over hun koopgedrag. De getrokken steekproef betreft een weerspiegeling van de samenstelling van de bevolking in de provincie Limburg, evenwichtig naar onder meer geslacht, leeftijd en gemeente. Voor gemeenten met minder dan 15 000 inwoners wordt een afwijking toegestaan van maximaal 4,5% tot 6,5% (bij een betrouwbaarheid van 80%), voor de gemeenten met meer dan 15 000 inwoners geldt een maximale afwijking van 5% (bij een betrouwbaarheid van 90%). De studie van de vraagzijde levert een schat aan informatie op over het actuele koopgedrag van inwoners van de provincie. Daarbij gaat het zowel om cijfers, zoals kooporiĂŤntatie en koopvlucht, als om de achtergronden van het gedrag, naar beoordeling en motieven toe. Hierbij wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met de verschillende parameters die de vraagzijde beĂŻnvloeden. Ook zijn de relevante sociaal-economische kenmerken in deze studie vervat.

1

Provincie Limburg, DPO en visie Limburg, studie aanbodzijde, februari 2006, BRO.

Hoofdstuk 1

3


1.3 Rapport Hoofdstuk 2 In hoofdstuk twee wordt het koopgedrag op provinciale schaal onderzocht. Daarbij staan vragen centraal als: In welke mate zijn inwoners van Limburg georiĂŤnteerd op het eigen winkelbestand? Welke verschillen bestaan tussen de gemeenten? In welke mate is sprake van koopvlucht? Is deze koopvlucht gericht op andere gemeenten in Limburg of op gemeenten daarbuiten? Wat zijn de belangrijkste motieven om een bepaald winkelgebied te bezoeken? Hoe oordelen consumenten over winkelgebieden binnen dan wel buiten de provincie Limburg? Voorts worden algemene resultaten (demografische gegevens) en relevante ontwikkelingen aan de vraagzijde nader toegelicht. Deze aspecten zijn van belang bij de interpretatie van de resultaten. Waar mogelijk zijn vergelijkingen getrokken met eerdere onderzoeken, met landelijke gegevens of gegevens uit recent onderzoek in andere provincies. Op voorhand moet echter gesteld worden dat de beschikbaarheid van betrouwbaar en actueel referentiemateriaal beperkt is. Hoofdstuk 3 In een volgend hoofdstuk worden voor 43 afzonderlijke gemeenten volgens een vast stramien de voornaamste resultaten van het consumentenonderzoek nader toegelicht. Van de gemeente Herstappe is geen fiche opgenomen. Voor de 43 gemeenten is de kooporiĂŤntatie en koopvlucht in beeld gebracht, alsmede de verzorgingsfunctie voor andere gemeenten. Ook achtergronden van het koopgedrag (motieven, oordelen, e.d.) zijn opgenomen. Per gemeente zijn tot slot relevante opmerkingen en wetenswaardigheden aan de fiche toegevoegd.

4

Hoofdstuk 1


2.

PROVINCIE

2.1 Kooporiëntatie Kooporiëntatie naar goederengroep Van de totale winkelbestedingen van inwoners van de provincie Limburg komt ca. 88,2% bij winkels in de eigen provincie terecht. Dit komt neer op ca. € 2 965 mln. op jaarbasis. De overige ca. 11,8% (ca. € 397 mln.) wordt buiten de provincie besteed, zowel in plaatsen in België als bijvoorbeeld in Nederland en Duitsland. Kooporiëntatie en koopvlucht naar goederengroep Functie

Kooporiëntatie

Koopvlucht

Convenience

91,8 %

8,2 %

Shopping

84,5 %

15,5 %

Specialty

85,1 %

14,9 %

Totaal

88,2 %

11,8 %

De kooporiëntatie is het hoogst in de convenience sector. Deze dagelijkse boodschappen worden met name dicht bij huis verricht. Voor shopping en specialty goederen bezoeken consumenten in sterkere mate winkelgebieden buiten de provincie, vandaar dat de koopvlucht in deze goederengroepen omvangrijker is. Vergelijking met onderzoek in andere regio’s in België en Nederland geeft zicht op de mate waarin de aangegeven kooporiëntatie hoog, gemiddeld dan wel laag is. Een vrij recent uitgevoerd koopstromenonderzoek in Vlaams-Brabant wees uit dat de kooporiëntatie daar iets lager ligt, namelijk op een niveau van ca. 90% voor convenience en ca. 76% voor shopping en specialty samen. Het winkelaanbod per inwoner is echter ook kleiner. Overzicht kooporiëntatie naar ordegrootte aantal inwoners In onderstaand overzicht zijn de kooporiëntaties naar ordegrootte van het aantal inwoners weergegeven. In algemene zin geldt dat hoe meer inwoners de gemeente telt, hoe hoger de oriëntatie is op het eigen winkelaanbod. Alleen voor shopping goederen gaat deze conclusie niet helemaal op. Kooporiëntatie naar ordegrootte aantal inwoners Aantal inwoners

Convenience

Shopping

Specialty

Tot 10.000

74,4 %

33,2 %

36,8 %

10.000 tot 20.000

83,2 %

37,3 %

38,9 %

20.000 tot 40.000

84,2 %

35,2 %

46,9 %

40.000 en meer

93,1 %

67,4 %

64,9 %

Totaal

91,8 %

84,1 %

85,8 %

Hoofdstuk 2

5


Hamont-Achel Lommel Neerpelt Overpelt

Bocholt

Peer

Bree Kinrooi

Hechtel-Eksel Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenGruitrode

Beringen HouthalenHeusden- Helchteren Zolder

Tessenderlo

Lummen

Opglabbeek

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken

Bilzen Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Voeren Gingelom

6

Hoofdstuk 2


Kooporiëntatie per gemeente In onderstaande tabel is de kooporiëntatie weergegeven voor elk van de gemeenten. Voor elk van de drie goederengroepen afzonderlijk wordt de kooporiëntatie (oftewel koopbinding) getoond. Op naastliggend kaartbeeld is per gemeente de totale kooporiëntatie weergegeven, dus voor convenience, shopping en specialty samen. Kooporiëntatie per gemeente naar goederengroep Gemeente

Conv.

Shop.

Spec.

Gemeente

Conv.

Shop.

Spec.

Alken

77,5 %

18,2 %

19,2 %

Kortessem

65,9 %

21,2 %

21,4%

As

56,3 %

8,2 %

8,2 %

Lanaken

88,4 %

50,9 %

42,3%

Beringen

91,2 %

41,7 %

39,4 %

Leopoldsburg

83,0 %

46,3 %

47,8%

Bilzen

89,8 %

37,9 %

42,1 %

Lommel

88,2 %

80,2 %

74,0%

Bocholt

53,8 %

20,5 %

18,3 %

Lummen

88,8 %

19,1 %

44,7%

Borgloon

75,8 %

19,8 %

34,2 %

Maaseik

90,1 %

37,6 %

33,4%

Bree

87,2 %

67,9 %

53,7 %

Maasmechelen

91,6 %

67,3 %

56,4%

Diepenbeek

89,0 %

31,6 %

25,9 %

Meeuwen-Gruitrode

55,4 %

15,5 %

39,6%

Dilsen-Stokkem

80,7 %

22,7 %

29,9 %

Neerpelt

95,7 %

41,7 %

50,8%

Genk

92,9 %

67,4 %

72,1 %

Nieuwerkerken

62,2 %

23,6 %

28,9%

Gingelom

42,7 %

11,8 %

11,4 %

Opglabbeek

72,3 %

39,8 %

25,1%

Halen

79,5 %

28,0 %

63,9 %

Overpelt

76,1 %

36,3 %

22,1%

Ham

56,4 %

19,2 %

45,6 %

Peer

79,6 %

40,8 %

43,0%

Hamont-Achel

79,2 %

26,1 %

41,3 %

Riemst

73,8 %

21,0 %

43,6%

Hasselt

95,3 %

93,2 %

83,3 %

Sint-Truiden

93,5 %

74,4 %

69,0%

Hechtel-Eksel

72,7 %

20,9 %

19,9 %

Tessenderlo

79,8 %

42,8 %

56,4%

Heers

71,5 %

20,2 %

38,6 %

Tongeren

93,2 %

61,0 %

62,2%

Herk-de-Stad

77,9 %

26,6 %

28,2 %

Voeren

58,2 %

7,3 %

22,1%

Heusden-Zolder

92,3 %

45,7 %

43,1 %

Wellen

72,0 %

19,1 %

26,7%

Hoeselt

62,9 %

23,7 %

37,6 %

Zonhoven

81,6 %

30,6 %

27,9%

Houthalen-Helchteren

90,3 %

38,3 %

37,4 %

Zutendaal

70,0 %

20,5 %

6,4%

Kinrooi

64,9 %

19,9 %

36,4 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,1 %

85,8 %

De kooporiëntatie verschilt per gemeente en per goederengroep. De hoogte van de oriëntatie wordt grotendeels verklaard door enerzijds de omvang en kwaliteiten van het eigen winkelaanbod en anderzijds de ligging ten opzichte van concurrerende winkelgebieden. Het verschil tussen convenience enerzijds en shopping en specialty anderzijds ligt veelal in het feit dat afstand c.q. reistijd voor convenience een belangrijke factor is. Voor shopping en specialty zijn consumenten bereid verder te reizen.

Hoofdstuk 2

7


Hamont-Achel Lommel Neerpelt Overpelt

Bocholt

Peer

Bree

Kinrooi

Hechtel-Eksel Leopoldsburg Ham

Maaseik Beringen

MeeuwenGruitrode

HouthalenHelchteren

Tessenderlo

Opglabbeek

HeusdenZolder Lummen

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken

Bilzen Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Voeren Gingelom

8

Hoofdstuk 2


Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie convenience aanbod In onderstaand overzicht zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar de kooporiëntatie op het eigen convenience aanbod. Op naastliggend kaartbeeld is voor elk van de Limburgse gemeenten de kooporiëntatie in de convenience aangegeven. Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie convenience aanbod Nr.

Gemeente

Kooporiëntatie

Nr.

Gemeente

1

Neerpelt

95,7%

23

Hamont-Achel

79,2%

2

Hasselt

95,3%

24

Herk-de-Stad

77,9%

3

Sint-Truiden

93,5%

25

Alken

77,5%

4

Tongeren

93,2%

26

Overpelt

76,1%

5

Genk

92,9%

27

Borgloon

75,8%

6

Heusden-Zolder

92,3%

28

Riemst

73,8%

7

Maasmechelen

91,6%

29

Hechtel-Eksel

72,7%

8

Beringen

91,2%

30

Opglabbeek

72,3%

9

Houthalen-Helchteren

90,3%

31

Wellen

72,0%

10

Maaseik

90,1%

32

Heers

71,5%

11

Bilzen

89,8%

33

Zutendaal

70,0%

12

Diepenbeek

89,0%

34

Kortessem

65,9%

13

Lummen

88,8%

35

Kinrooi

64,9%

14

Lanaken

88,4%

36

Hoeselt

62,9%

15

Lommel

88,2%

37

Nieuwerkerken

62,2%

16

Bree

87,2%

38

Voeren

58,2%

17

Leopoldsburg

83,0%

39

Ham

56,4%

18

Zonhoven

81,6%

40

As

56,3%

19

Dilsen-Stokkem

80,7%

41

Meeuwen-Gruitrode

55,4%

20

Tessenderlo

79,8%

42

Bocholt

53,8%

21

Peer

79,6%

43

Gingelom

42,7%

22

Halen

79,5%

Provincie Limburg

91,8 %

Kooporiëntatie

In het algemeen geldt dat hoe groter het eigen winkelaanbod is, hoe hoger de oriëntatie is. Daarnaast is het aanbod in omliggende gemeenten van invloed. De oriëntatie op het eigen convenience aanbod is het hoogst in Neerpelt en Hasselt. Inwoners van kleinere gemeenten zoals Gingelom, Bocholt en Meeuwen-Gruitrode zijn juist vrij beperkt gericht op de eigen winkels, en in grotere mate op winkels in andere gemeenten.

Hoofdstuk 2

9


Hamont-Achel Neerpelt

Lommel Overpelt

Bocholt Kinrooi Peer

Hechtel-Eksel

Bree

Leopoldsburg

Maaseik

Ham Tessenderlo

MeeuwenGruitrode

Beringen HouthalenHeusden- Helchteren Zolder Lummen

Opglabbeek

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad

Zutendaal

Diepenbeek

Lanaken Bilzen

Nieuwerkerken Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Voeren Gingelom

10

Hoofdstuk 2


Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie shopping aanbod In onderstaand overzicht zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar de kooporiëntatie op het eigen shopping aanbod. Op naastliggend kaartbeeld is voor elk van de Limburgse gemeenten de kooporiëntatie in de shopping weergegeven. Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie shopping aanbod Nr.

Gemeente

1

Hasselt

Kooporiëntatie

Nr.

Gemeente

93,2%

23

Herk-de-Stad

26,6%

2 3

Lommel

80,2%

24

Hamont-Achel

26,1%

Sint-Truiden

74,4%

25

Hoeselt

23,7%

4

Bree

67,9%

26

Nieuwerkerken

23,6%

5

Genk

67,4%

27

Dilsen-Stokkem

22,7%

6

Maasmechelen

67,3%

28

Kortessem

21,2%

7

Tongeren

61,0%

29

Riemst

21,0%

8

Lanaken

50,9%

30

Hechtel-Eksel

20,9%

9

Leopoldsburg

46,3%

31

Bocholt

20,5%

10

Heusden-Zolder

45,7%

32

Zutendaal

20,5%

11

Tessenderlo

42,8%

33

Heers

20,2%

12

Beringen

41,7%

34

Kinrooi

19,9%

13

Neerpelt

41,7%

35

Borgloon

19,8%

14

Peer

40,8%

36

Ham

19,2%

15

Opglabbeek

39,8%

37

Lummen

19,1%

16

Houthalen-Helchteren

38,3%

38

Wellen

19,1%

17

Bilzen

37,9%

39

Alken

18,2%

18

Maaseik

37,6%

40

Meeuwen-Gruitrode

15,5%

19

Overpelt

36,3%

41

Gingelom

11,8%

20

Diepenbeek

31,6%

42

As

8,2%

21

Zonhoven

30,6%

43

Voeren

7,3%

22

Halen

28,0%

Kooporiëntatie

Provincie Limburg

84,1 %

Niet verwonderlijk is de kooporiëntatie op het eigen shopping aanbod het hoogst in Hasselt. Gemeenten zoals Lommel, Sint-Truiden, Bree, Genk en Maasmechelen volgen. Beringen scoort relatief laag. Dit zal te maken hebben met het voor gemeenten van deze omvang vrij beperkte aanbod. De oriëntatie op het eigen shopping aanbod is het laagst in Voeren en As.

Hoofdstuk 2

11


Hamont-Achel Lommel

Neerpelt Overpelt

Bocholt

Peer

HechtelEksel

Bree Kinrooi

Leopoldsburg Ham

Maaseik MeeuwenGruitrode

Beringen HouthalenHelchteren

Tessenderlo

Opglabbeek

HeusdenZolder Lummen

Zonhoven Genk

Halen

DilsenStokkem

Maasmechelen

Hasselt Herk-de-Stad Diepenbeek

Zutendaal Lanaken

Nieuwerkerken

Bilzen Alken Kortessem Wellen

Hoeselt

Sint-Truiden Borgloon

Riemst Tongeren

Heers Voeren Gingelom

12

Hoofdstuk 2


Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie specialty aanbod In onderstaand overzicht zijn de Limburgse gemeenten gerangschikt naar de kooporiëntatie op het eigen specialty aanbod. De kooporiëntatie in de specialty is ook weergegeven op naastliggend kaartbeeld. Rangorde gemeenten naar kooporiëntatie specialty aanbod Nr.

Gemeente

Kooporiëntatie

Nr.

Gemeente

1

Hasselt

83,3%

23

Hoeselt

2

Lommel

74,0%

24

Houthalen-Helchteren

37,4%

3

Genk

72,1%

25

Kinrooi

36,4%

4

Sint-Truiden

69,0%

26

Borgloon

34,2%

5

Halen

63,9%

27

Maaseik

33,4%

6

Tongeren

62,2%

28

Dilsen-Stokkem

29,9%

7

Maasmechelen

56,4%

29

Nieuwerkerken

28,9%

8

Tessenderlo

56,4%

30

Herk-de-Stad

28,2%

9

Bree

53,7%

31

Zonhoven

27,9%

10

Neerpelt

50,8%

32

Wellen

26,7%

11

Leopoldsburg

47,8%

33

Diepenbeek

25,9%

12

Ham

45,6%

34

Opglabbeek

25,1%

13

Lummen

44,7%

35

Overpelt

22,1%

14

Riemst

43,6%

36

Voeren

22,1%

15

Heusden-Zolder

43,1%

37

Kortessem

21,4%

16

Peer

43,0%

38

Hechtel-Eksel

19,9%

17

Lanaken

42,3%

39

Alken

19,2%

18

Bilzen

42,1%

40

Bocholt

18,3%

19

Hamont-Achel

41,3%

41

Gingelom

11,4%

20

Meeuwen-Gruitrode

39,6%

42

As

8,2%

21

Beringen

39,4%

43

Zutendaal

6,4%

22

Heers

38,6%

Kooporiëntatie 37,6%

Provincie Limburg

85,8 %

Net als bij shopping is de oriëntatie van inwoners van Hasselt op het eigen specialty aanbod het hoogst. Andere grotere gemeenten zoals Lommel, Genk en Sint-Truiden volgen. Beringen scoort vanwege het voor gemeenten van deze omvang vrij beperkte eigen winkelaanbod relatief laag. Halen scoort om dezelfde reden juist relatief hoog. Zutendaal en As zijn met een kooporiëntatie van minder dan 10% de hekkensluiters. Halen, Riemst en Peer hebben een relatief hoge binding omwille van het aanbod van baanwinkels.

Hoofdstuk 2

13


Verzorgingsbereik shopping Genk, Hasselt, Sint-Truiden en Tongeren

14

Hoofdstuk 2


Verzorgingsbereik shopping belangrijkste steden Voor Genk, Hasselt, Sint-Truiden en Tongeren is de koopattractie, oftewel het verzorgingsbereik, voor shopping nader geanalyseerd. In onderstaande tabel is het aandeel van de verschillende gemeenten in de totale bestedingen van de vier gemeenten weergegeven. Verzorgingsbereik shopping grotere steden Gemeente

Hasselt Genk

SintTruiden

Ton- Gemeente

Hasselt Genk

geren

Sint-

Ton-

Truiden geren

Alken

6%

0%

4%

0% Kortessem

5%

1%

1%

5%

As

1%

13%

0%

0% Lanaken

1%

3%

0%

1%

Beringen

2%

0%

0%

0% Leopoldsburg

2%

0%

0%

0%

Bilzen

3%

4%

0%

2% Lommel

1%

0%

0%

0%

Bocholt

1%

1%

0%

0% Lummen

5%

0%

0%

0%

Borgloon

3%

0%

9%

7% Maaseik

1%

3%

0%

0%

Bree

1%

1%

0%

0% Maasmechelen

1%

3%

0%

0%

Diepenbeek

4%

5%

0%

0% Meeuwen-Gruitr.

1%

2%

0%

0%

Dilsen-Stokkem

1%

2%

0%

0% Neerpelt

1%

0%

0%

0%

Genk

2%

21%

0%

0% Nieuwerkerken

3%

0%

12%

0%

Gingelom

1%

0%

21%

0% Opglabbeek

1%

9%

0%

0%

Halen

3%

1%

1%

0% Overpelt

1%

0%

0%

0%

Ham

2%

0%

0%

0% Peer

1%

1%

0%

0%

Hamont-Achel

1%

0%

0%

0% Riemst

2%

1%

0%

12% 0%

Hasselt

13%

1%

0%

0% Sint-Truiden

2%

0%

31%

Hechtel-Eksel

1%

0%

0%

0% Tessenderlo

2%

0%

0%

0%

Heers

2%

0%

15%

6% Tongeren

2%

1%

0%

43%

Herk-de-Stad

6%

1%

1%

0% Voeren

1%

1%

0%

13%

Heusden-Zolder

3%

1%

0%

0% Wellen

5%

1%

3%

3%

Hoeselt

2%

2%

0%

6% Zonhoven

3%

2%

0%

0%

Houthalen-Helcht.

2%

5%

0%

0% Zutendaal

1%

13%

0%

0%

Kinrooi

1%

1%

0%

0% Totaal

100% 100%

100% 100%

Hasselt heeft het grootste verzorgingsbereik. Inwoners uit alle Limburgse gemeenten zijn sterk dan wel minder sterk georiĂŤnteerd op (het centrum van) Hasselt. De drie andere gemeenten hebben een verzorgingsbereik dat een deel van Limburg bestrijkt.

Hoofdstuk 2

15


2.2 Koopvlucht Aankopen buiten de provincie Van alle winkelbestedingen van Limburgers vindt ca. 11,8% plaats buiten de provincie Limburg. Dit komt neer op ca. € 397 mln. per jaar. Koopvlucht buiten de provincie Gebied

Convenience

Shopping

Specialty

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,8 %

Overig België

4,1 %

9,0 %

7,2 %

Nederland

3,4 %

5,1 %

5,1 %

Duitsland

0,5 %

1,3 %

0,8 %

Overige

0,2 %

0,7 %

1,0 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Deze bestedingen komen voor een belangrijk deel terecht in andere delen van België en in Nederland. Ook Duitsland oefent aantrekkingskracht uit op de Limburgse consument. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste winkelgebieden in rangorde weergegeven, zowel voor convenience als voor shopping en specialty. Limburgers zijn vrij sterk georiënteerd op winkelgebieden in andere delen van Vlaanderen en in Nederland. Grote steden als Antwerpen, Luik, Maastricht en in mindere mate Brussel en Aken trekken veel consumenten uit Limburg, met name voor een dagje uit. Omliggende gemeenten zoals Diest, Mol en Balen hebben echter ook een verzorgende functie. Belangrijkste winkelgebieden buiten Limburg Convenience

Shopping

Specialty

Maastricht (NL)

Antwerpen

Antwerpen

Antwerpen

Luik

Luik

Luik

Maastricht (NL)

Maastricht (NL)

Weert (NL)

Diest

Heerlen (NL)

Diest

Aken (D)

Brussel

Mol

Leuven

Diest

Leuven

Weert (NL)

Weert (NL)

16

Brussel

Leuven

Heerlen (NL)

Eindhoven (NL)

Sittard-Geleen (NL)

Aken (D)

Mol

Beek (NL)

Eindhoven (NL)

Mol

Hoofdstuk 2


2.3 Andere aankoopplaatsen Aandeel bestedingen in winkels en andere aankoopkanalen De consument kan voor zijn aankopen ook terecht bij andere aankoopkanalen dan winkels, bijvoorbeeld op de markt, bij postorderbedrijven of op het internet. De in deze studie weergegeven koopstromen hebben betrekking op bestedingen in winkels. Aankopen in andere kanalen worden in deze koopstromen niet meegenomen. Wel is het belang van deze aankoopkanalen inzichtelijk gemaakt. In totaal komt ca. 95,3% van de detailhandelsbestedingen van consumenten terecht bij winkels. Dit betekent dat de overige ca. 4,7% terechtkomt bij andere aankoopkanalen. Aandeel niet-winkel aankopen naar goederengroep Goederengroep

Winkels

Andere aankoopkanalen

Convenience

95,7 %

4,3 %

Shopping

94,5 %

5,5 %

Specialty

95,9 %

4,1 %

Totaal

95,3 %

4,7 %

Verdeling bestedingen over alternatieve aankoopkanalen Ongeveer 4,7% van de bestedingen van inwoners van Limburg komt terecht bij andere aankoopkanalen dan winkels. De belangrijkste kanalen zijn markten in Limburg en daarbuiten, internet en fabrieksverkoop/groothandel. Relevant om te vermelden is nog dat enkele Nederlandse markten relatief gezien een belangrijke aantrekkingskracht uitoefenen. Het betreft met name de markten in Maastricht en Geleen. Voor een drietal aankoopkanalen ligt de oriĂŤntatie afgerond op 0,0%. Dit betekent niet dat helemaal geen aankopen worden gedaan via deze aankoopkanalen. Het aandeel in de totale bestedingen ligt echter onder 0,05%. Aandeel andere aankoopkanalen (afgerond) Aankoopkanalen Markt

%

Aankoopkanalen

%

3,2 %

Bedrijfswinkel

0,1 %

Internet

0,5 %

Eigen tuin/product zelf maken

0,1 %

Fabrieksverkoop/groothandel

0,4 %

Tweedehands particulier

0,1 %

Postorderbedrijf

0,2 %

Boer/kwekerij/tuinder

0,0 %

Vaste standplaats/kraam

0,1 %

Atelier/exposities

0,0 %

Bezorging aan de deur

0,1 %

Rijdende winkel

0,0 %

Totaal

4,7 %

Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar convenience, shopping en specialty ontstaat onderstaand beeld. Ook hier geldt dat de oriĂŤntatie voor een aantal kanalen afgerond ligt op 0,0%. Zoals gezegd betekent dit niet dat helemaal geen aankopen worden gedaan via deze aankoopkanalen. Het aandeel in de totale bestedingen bedraagt in deze gevallen echter minder dan 0,05%.

Hoofdstuk 2

17


Aandeel andere aankoopkanalen naar goederengroep (afgerond) Aankoopkanalen

Convenience

Shopping

Specialty

Markt

4,0 %

3,6 %

3,0 %

Internet

0,0 %

0,5 %

0,2 %

Fabrieksverkoop/groothandel

0,1 %

0,7 %

0,3 %

Postorderbedrijf

0,0 %

0,2 %

0,2 %

Vaste standplaats/kraam

0,0 %

0,2 %

0,2 %

Bezorging aan de deur

0,0 %

0,0 %

0,0 %

Bedrijfswinkel

0,0 %

0,1 %

0,1 %

Eigen tuin/product zelf maken

0,0 %

0,0 %

0,1 %

Tweedehands particulier

0,0 %

0,1 %

0,0 %

Boer/kwekerij/tuinder

0,0 %

0,0 %

0,1 %

Atelier/exposities

0,0 %

0,0 %

0,0 %

Rijdende winkel

0,0 %

0,0 %

0,0 %

Totaal

4,3 %

5,5 %

4,1 %

De volgende constateringen zijn relevant: • Uit bovenstaande tabel kan worden geconcludeerd dat convenience aankopen naast in winkels met name worden gedaan op de markten en in de fabrieksverkoop/groothandel. • Markten vormen binnen elk van de goederengroepen verreweg het belangrijkste alternatieve aankoopkanaal, gevolgd door fabrieksverkoop/groothandel (bijvoorbeeld Makro). • Internet speelt voor convenience nauwelijks een rol van betekenis. Dat is anders bij aankopen van goederen in shopping en in mindere mate in specialty. Dit past binnen de algemene trends en ontwikkelingen, waarbij via internet met name elektronica, boeken, cd’s, kleding, e.d. wordt gekocht en slechts in zeer beperkte mate levensmiddelen. Aandeel niet-winkelaankopen per gemeente Eerder werd gesteld dat ca. 4,7% van de bestedingen van inwoners van Limburg terechtkomt bij andere aankoopkanalen zoals markten, internet en fabrieksverkoop/groothandel. Het aandeel van de niet-winkelaankopen in het totaal van de aankopen verschilt per gemeente. In Bilzen en Sint-Truiden is het aandeel van de niet-winkelaankopen het grootst van omvang. In Bilzen komt ca. 8,7% van de bestedingen van de inwoners terecht bij andere aankoopkanalen, in Sint-Truiden ca. 8,2%. Met name markten in Limburg trekken een aanzienlijk deel van de bestedingen van inwoners van Bilzen (6,3%) en van Sint-Truiden (6,4%). Inwoners van Opglabbeek, Halen en Lanaken besteden het minst in alternatieve aankoopkanalen.

18

Hoofdstuk 2


Aandeel niet-winkel aankopen naar gemeente Gemeente

Winkels

Andere

Gemeente

Winkels

Andere

kanalen

kanalen

Alken

95,7 %

4,3 %

Kortessem

96,9 %

2,9 %

As

97,1 %

2,9 %

Lanaken

97,5 %

2,4 %

Beringen

95,6 %

4,4 %

Leopoldsburg

94,9 %

5,1 %

Bilzen

91,3 %

8,7 %

Lommel

96,7 %

3,2 %

Bocholt

96,9 %

3,0 %

Lummen

95,3 %

4,6 %

Borgloon

93,9 %

6,1 %

Maaseik

95,5 %

4,5 %

Bree

93,2 %

6,8 %

Maasmechelen

95,3 %

4,6 %

Diepenbeek

96,5 %

3,5 %

Meeuwen-Gruitrode

94,6 %

5,3 %

Dilsen-Stokkem

95,7 %

4,3 %

Neerpelt

96,0 %

4,0 %

Genk

95,6 %

4,4 %

Nieuwerkerken

95,2 %

4,8 %

Gingelom

93,4 %

6,6 %

Opglabbeek

97,7 %

2,3 %

Halen

97,5 %

2,6 %

Overpelt

96,4 %

3,6 %

Ham

95,5 %

4,5 %

Peer

94,2 %

5,8 %

Hamont-Achel

96,3 %

3,7 %

Riemst

94,0 %

6,0 %

Hasselt

96,5 %

3,5 %

Sint-Truiden

91,8 %

8,2 %

Hechtel-Eksel

96,3 %

3,7 %

Tessenderlo

94,3 %

5,7 %

Heers

94,8 %

5,2 %

Tongeren

92,8 %

7,2 %

Herk-de-Stad

92,7 %

7,3 %

Voeren

96,7 %

3,3 %

Heusden-Zolder

96,7 %

3,3 %

Wellen

96,3 %

3,7 %

Hoeselt

92,1 %

7,9 %

Zonhoven

96,3 %

3,7 %

Houthalen-Helchteren

96,5 %

3,5 %

Zutendaal

96,5 %

3,5 %

Kinrooi

95,9 %

4,0 % Provincie Limburg

95,3 %

4,7 %

Het doen van aankopen via het internet is met name in Maasmechelen, Heers en Hoeselt vrij goed ingeburgerd. In deze gemeenten wordt ca. 1% van de bestedingen via het internet verricht. De gemeenten Heers en Hoeselt volgen met 0,9% internetbestedingen op de voet.

2.4 Achtergronden van het koopgedrag Naast inzicht in de feiten van het koopgedrag (koopattractie en koopvlucht) zijn met behulp van het consumentenonderzoek ook de achtergronden van het koopgedrag in beeld gebracht. Bezoekmotieven Consumenten is gevraagd naar de belangrijkste reden om een specifiek winkelgebied te bezoeken. Onderstaande motieven spelen een rol bij de keuze van een winkelgebied.

Hoofdstuk 2

19


20

Hoofdstuk 2


Belangrijkste bezoekmotief Motieven

Convenience

Shopping

Specialty

Totaal

De keuze aan producten

21%

27%

27%

26%

De kwaliteit van de producten

17%

21%

23%

21%

Het prijsniveau van de producten

17%

15%

18%

16%

De bereikbaarheid

20%

14%

13%

15%

De parkeermogelijkheden

12%

8%

8%

8%

De klantvriendelijkheid van het personeel

7%

7%

7%

7%

De sfeer en gezelligheid van de locatie

4%

7%

4%

6%

Anders

2%

2%

2%

2%

100%

100%

100%

100%

Totaal

Het bezoek aan een specifiek winkelgebied wordt in de eerste plaats bepaald door de keuze aan producten. Ook de kwaliteit van het aanbod is een belangrijk bezoekmotief. Indien de kwaliteit van de aangeboden producten te wensen over laat, is de gemiddelde Limburger geneigd de aankooplocatie te mijden. Prijsniveau is een derde bezoekmotief, bereikbaarheid het vierde. Met name voor convenience speelt bereikbaarheid een rol. Andere aspecten zoals de klantvriendelijkheid van het personeel, de parkeermogelijkheden en de sfeer sluiten het rijtje van elementen die het bezoek aan een bepaald winkelgebied be誰nvloeden. Redenen voor verrichten aankopen buiten de provincie Limburgers zoeken soms oorden buiten de eigen provincie op om daar hun inkopen te verrichten. Eerder werd al aangegeven dat ca. 11,8% van de totale bestedingen wegvloeit naar winkelgebieden buiten Limburg. Het betreft deels winkelgebieden in direct omliggende gemeenten, deels verder weg gelegen gebieden. De belangrijkste redenen voor het doen van aankopen buiten de provincie zijn hierna weergegeven. Motieven voor aankopen buiten de provincie Motieven

Convenience

Shopping

Specialty

Totaal

Het lage prijsniveau van de producten

26%

20%

24%

24%

De ruime keuze aan producten

15%

24%

25%

20%

Andere producten dan dichtbij verkrijgbaar

15%

18%

17%

16%

De goede kwaliteit van de producten

5%

10%

13%

8%

De sfeer en gezelligheid van de locatie

9%

9%

4%

8%

De goede bereikbaarheid

9%

6%

6%

8%

De ruime parkeermogelijkheden

6%

4%

4%

5%

De klantvriendelijkheid van het personeel

2%

2%

2%

2%

Anders

13%

7%

5%

10%

Totaal

100%

100%

100%

100%

Limburgers verplaatsen zich vooral tot buiten de provincie omwille van de ruime keuze aan producten. Een tweede reden is het lage prijsniveau van de elders aangeboden producten. Het feit dat buiten de provincie andere producten verkrijgbaar zijn, is een derde belangrijke drijfveer. Dat geldt logischerwijs met name voor winkelgebieden in het buitenland. De goe-

Hoofdstuk 2

21


de kwaliteit van de producten, de sfeer en de gezelligheid van de locatie en de goede bereikbaarheid zijn andere aspecten die Limburgers tot buiten de eigen provincie bewegen. De parkeermogelijkheden en de klantvriendelijkheid van het winkelpersoneel spelen bij de beslissing om een locatie buiten Limburg op te zoeken daarentegen slechts een beperkte rol. Bij convenience speelt prijs een belangrijkere rol dan bij shopping en specialty. Bij deze laatste gaat de ruime keuze voor de lage prijs. Beoordeling winkelgebieden De door de respondent meest bezochte winkelgebieden zijn beoordeeld op een aantal aspecten. De respondent gaf een cijfer van 1 (heel slecht) tot 10 (heel goed). Waardering centrumgebieden Aspect

Rapportcijfer

Keuze

8,2

Kwaliteit

8,1

Prijsniveau

6,3

Klantvriendelijkheid

6,6

Bereikbaarheid

7,6

Parkeren

6,9

Sfeer en gezelligheid

6,2

Gemiddeld

7,1

Met gemiddeld een ruime 7 blijken consumenten vrij tevreden over de door hen bezochte centrumgebieden. Met name over de keuze, de kwaliteit en de bereikbaarheid van de winkelgebieden zijn ze te spreken. Prijs en sfeer/gezelligheid worden minder gewaardeerd. De hiervoor aangegeven waardering is van toepassing voor alle centrumgebieden, zowel in Limburg als daarbuiten, zowel in binnensteden als daarbuiten. Van de vier grotere centrumgebieden krijgt Sint-Truiden het beste algemene oordeel. Waardering centrumgebieden Aspect

Genk

Hasselt

Sint-Truiden

Tongeren

Keuze

8,5

8,7

8,6

8,0

Kwaliteit

8,1

8,2

8,4

7,7

Prijsniveau

6,5

5,8

6,3

5,5

Klantvriendelijkheid

5,9

5,9

6,4

5,7

Bereikbaarheid

7,3

7,0

7,6

7,0

Parkeren

6,7

6,5

6,8

6,0

Sfeer en gezelligheid

6,3

6,4

6,1

5,9

Gemiddeld

7,0

6,9

7,2

6,5

22

Hoofdstuk 2


2.5 Bestedingen van buiten Limburg Het in het kader van deze studie uitgevoerde consumentenonderzoek geeft inzicht in de koopstromen en het achterliggende koopgedrag van de inwoners van de provincie Limburg. De detailhandel profiteert daarnaast echter ook van bestedingen van consumenten vanuit omliggende regio’s en toeristen. Hierna is een beeld geschetst van het koopgedrag van deze consumenten. Voor informatie over deze bestedingen is geput uit diverse bron2 nen. Onderscheid is gemaakt tussen: • bestedingen van consumenten uit direct omliggende gemeenten; • bestedingen van Belgische, Nederlandse en Duitse recreanten (als dagje uit); • bestedingen van toeristen die in Limburg verblijven. Bestedingen van inwoners uit België Consumenten winkelen wanneer het winkelaanbod aan de verwachtingen voldoet bij voorkeur dicht bij huis. Men trekt zich daarbij niet al te veel aan van provincie- of landsgrenzen. Waar inwoners uit gemeenten aan de randen van Limburg zoals bijvoorbeeld Bocholt, Gingelom, Ham, Kinrooi en Lanaken voor aankopen in convenience, shopping en specialty winkelgebieden bezoeken net buiten Limburg, zijn deze koopstromen ook andersom zichtbaar. Consumentenonderzoek in Vlaams-Brabant en Nederland (provincies Limburg, Noord-Brabant) laat dit ook zien. Per provincie geldt het volgende: • De koopvlucht vanuit Vlaams-Brabant bedraagt volgens Idea/Ecorys in totaal ca. 10% voor convenience en ca. 24% voor shopping en specialty. Ongeveer 14% hiervan komt terecht in Limburg. Zo is er sprake van koopvlucht vanuit Brabantse gemeenten zoals Geetbets, Landen, Linter, Kortenaken en Zoutleeuw naar nabijgelegen Limburgse gemeenten zoals Sint-Truiden, Tessenderlo, e.d. • Daarnaast oefent het wat verder gelegen Hasselt een sterke aantrekkingskracht uit op inwoners van met name het oostelijk deel van Vlaams-Brabant. Hasselt is voor inwoners van Vlaams-Brabant zelfs het belangrijkste winkelgebied buiten de eigen provincie. Uitgedrukt in geld komt de koopvlucht vanuit Vlaams-Brabant naar Limburg neer op naar schatting ca. € 85 mln. per jaar voor convenience, shopping en specialty samen. • Voor de provincie Antwerpen zijn geen recente gegevens beschikbaar. Alleen over de stad Antwerpen is informatie aanwezig. Rekening houdend met de karakteristieken van deze provincie (ligging, omvang aanbod, e.d.) wordt de toevloeiing vanuit omliggende Antwerpse gemeenten lager ingeschat, dan vanuit Vlaams-Brabant, namelijk op ca. € 35 tot 40 mln. op jaarbasis. • De uitwisseling tussen Limburg en gemeenten in de provincie Luik is beperkt. Consumenten uit de provincie Luik zijn, wanneer ze buiten de eigen provincie winkelen, met 2

Waardevol in dit kader is de Monitor (Eu-)regiogrensoverschrijdend koopgedrag uit 2005 dat in opdracht van de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg en de gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen werd uitgevoerd door BRO. Daarnaast is gebruik gemaakt van informatie uit diverse consumentenonderzoeken die zijn uitgevoerd (deels door BRO zelf) in onder meer Noord-Brabant (NL), Limburg (NL) en Vlaams-Brabant, studies naar toerisme, zoals Toerisme in cijfers 2005 XL van Toerisme Vlaanderen, Beleidsnota Toerisme 2004-2009 van de Vlaamse Overheid, e.d.

Hoofdstuk 2

23


name georiënteerd op winkelgebieden buiten Limburg, zoals Brussel en Maastricht. In Limburg profiteert eigenlijk alleen Tongeren nog van enige bestedingen uit deze provincie. De totale koopvlucht vanuit de provincie Luik naar Limburg wordt ingeschat op maximaal ca. € 15 tot 20 mln. op jaarbasis. De koopvlucht vanuit andere delen van België zal (behoudens toerisme) zeer beperkt zijn. De totale koopvlucht naar Limburg vanuit andere delen van België wordt ingeschat op ca. € 140 tot 150 mln. per jaar. Bestedingen van Nederlandse consumenten in Limburg Limburg is een belangrijk aankoopgebied voor consumenten uit Nederland. Daarbij geldt wel dat in totaliteit meer bestedingen vanuit Belgisch Limburg naar Nederland vloeien, dan andersom. Met name consumenten uit de regio Maastricht en Roermond/Weert zijn georienteerd op winkelgebieden in Limburg. Inwoners uit de regio Heerlen (Parkstad Limburg) en Noord-Brabant zijn minder gericht op winkelgebieden in Limburg. De belangrijkste winkelgebieden voor Nederlanders zijn gelegen in Maasmechelen (met name Maasmechelen Village), Hasselt, Genk, Peer (Meubelboulevard), Maaseik en Tongeren. Het centrum van Hasselt wordt vooral gewaardeerd vanwege de sfeer en gezelligheid en het hoogwaardige modeaanbod. Op basis van in Nederlands Limburg en Noord-Brabant uitgevoerd consumentenonderzoek wordt de koopvlucht vanuit deze provincies ingeschat op in totaal ca. € 60 tot 70 mln. per jaar. Bestedingen van Duitse recreanten in Limburg Het aandeel Duitsers dat Limburg bezoekt om een dagje te winkelen is beperkt. Met name Maasmechelen Village, Hasselt en Tongeren trekken enige Duitse bezoekers. De frequentie van het bezoek is vanwege de afstand echter vrij beperkt en daarmee ook het aandeel van deze bestedingen in de totale omzet van de winkelgebieden. Duitsers waarderen de Belgische winkelgebieden vanwege de sfeer en de gezelligheid (met name Hasselt) en het assortiment (vooral op gebied van mode). Naar verwachting is de totale omvang van de bestedingen van Duitse consumenten in Limburg vergelijkbaar met het totaal van de bestedingen van Belgische consumenten in Duitsland (met name gericht op Aken en Düsseldorf). Op basis van in de Euregio uitgevoerd consumentenonderzoek wordt de koopvlucht vanuit Duitsland naar Limburg ingeschat op maximaal ca. 5 mln. op jaarbasis. Bestedingen van toeristen Tot slot bestaat een deel van de omzet van de kleinhandel in Limburg uit bestedingen van toeristen. Limburg, met onder meer de Limburgse Kempen en Haspengouw, is een belangrijke toeristische regio in België. In kleinere kernen in sterk toeristische gebieden zijn deze bestedingen vaak van significante betekenis. Er zijn voorbeelden bekend van supermarkten die in de zomermaanden een omzet draaien die het dubbele is van de normale omzet. Winkelen is daarnaast een populair tijdverdrijf onder toeristen. Vooral de grotere binnensteden en Maasmechelen Village profiteren van deze aankopen, met name de winkels in de goederengroep shopping.

24

Hoofdstuk 2


Aantal overnachtingen per gemeente, 2005 Gemeente

Belgen

Anderen

Totaal

*

*

*

14.489

1.500

15.989

Kortessem

Beringen

37.412

2.760

40.172

Bilzen

14.700

5.483

20.183

Bocholt

27.713

15.351

43.064

Lommel

Borgloon

15.911

3.135

19.046

Lummen

Bree

40.338

9.155

49.493

Maaseik

1.115

1.773

2.888

Maasmechelen

3.557

36.518

Alken As

Diepenbeek Dilsen-Stokkem

32.961

Genk

85.182

Gingelom

-

64.800 149.982 -

-

Gemeente

Belgen

Anderen

Totaal

Kinrooi

21.417

10.476

31.893

-

-

-

Lanaken

36.989

24.086

61.075

Leopoldsburg

10.115

1.382

11.497

407.150

600.312

1.007.462

3.497

8.296

11.793

81.871

13.318

95.189

57.773

8.659

66.432

Meeuwen-Gruitrode

42.156

7.804

49.960

Neerpelt

31.595

5.866

37.461

*

*

*

Nieuwerkerken

Halen

8.625

393

9.018

Opglabbeek

23.559

25.398

48.957

Ham

6.348

1.640

7.988

Overpelt

30.082

8.333

38.415

11.919

4.766

16.685

304.858

507.024

811.882

Hamont-Achel

Peer

Hasselt

55.693

70.634 126.327

Riemst

5.730

9.029

14.759

Hechtel-Eksel

24.912

15.924

40.836

Sint-Truiden

13.784

13.498

27.282

5.916

1.551

7.467

Tessenderlo

11.034

1.173

12.207

Heers Herk-de-Stad

-

-

-

Tongeren

14.258

10.663

24.921

Herstappe

*

*

*

Voeren

86.289

18.971

105.260

23.945

3.932

27.877

Wellen

*

*

*

*

*

Zonhoven

10.541

7.796

18.337

226.321 446.053

Zutendaal

61.326

74.239

135.565

1.893.621

1.791.532

3.685.153

12.827.414 15.553.279

28.380.693

Heusden-Zolder Hoeselt Houthalen-

* 219.732

Helchteren Provincie Limburg België

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005. (*) vertrouwelijk vanwege onvoldoende logiesverstrekkende inrichtingen in deze gemeente. (-) geen overnachtingen geregistreerd.

De bijna één miljoen vakantiegangers die Limburg in 2005 bezochten, waren samen goed voor ca. 3,4 miljoen overnachtingen. Daarnaast zijn nog ca. 0,3 miljoen overnachtingen geregistreerd met een ander motief (beroepsdoeleinden). Met name Lommel, Peer en Houthalen-Helchteren zijn populaire gemeenten voor verblijfstoeristen. Ongeveer de helft van de vakantiegangers heeft de Belgische nationaliteit. Naast Belgen trekt de regio met name veel Nederlandse vakantiegangers. Ook toeristen uit andere landen zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk weten Limburg te vinden. Toeristen overnachten in verschillende typen logies. Voor het benaderen van de bestedingen van toeristen is een onderscheid naar logiesvorm relevant.

Hoofdstuk 2

25


Aantal overnachtingen naar type logies in Limburg, 2005 Logies

Aantal

%

Hotels

577.305

16%

Campings

465.485

13%

1.853.925

50%

Vakantieparken Logiesvormen voor doelgroepen Totaal

788.435

21%

3.685.155

100%

Bron: Vlaamse overheid, Beleidsnota Toerisme 2004-2009, 2004.

De vakantieparken nemen ongeveer de helft van de overnachtingen voor hun rekening. De rest is verdeeld over hotels, campings en logiesvormen voor doelgroepen. Bestedingen verblijfstoeristen in Vlaamse regio’s, per persoon per nacht Bestedingen

In €

Logies

19,04

Maaltijden, drank en voeding (betreft winkels en horeca)

9,54

Attracties en ontspanning

0,92

Shopping (primair als vrijetijdsbesteding)

1,29

Verplaatsingen

1,36

Andere uitgaven

0,35

Totaal

32,50

Bron: Vlaamse overheid, Beleidsnota Toerisme 2004-2009, 2004.

Gegevens over winkelbestedingen van verblijfstoeristen in Limburg zijn niet aanwezig. Wel kan mede op basis van de tabel een schatting worden gemaakt. Toeristen die verblijven op campings of in vakantieparken gedragen zich gewoonlijk als normale consumenten, zeker als men ergens gedurende langere tijd verblijft. Consumenten geven in de conveni3 ence gemiddeld ca. € 2.071,- uit op jaarbasis , dus ca. € 5,67 per dag. Dit komt bij ca. 3,1 mln. overnachtingen (dit is exclusief hotelgasten) neer op in totaal ca. € 17,6 mln. aan bestedingen in winkels. Verblijfstoeristen geven gemiddeld ca. € 1,29 per dag uit aan (met name) shopping goederen. Dit komt bij ca. 3,7 mln. overnachtingen neer op ca. € 4,8 mln. aan bestedingen in winkels. In totaal dus ca. € 22,4 mln.

2.6 Trends en ontwikkelingen De consument anno 2006 is een andere consument dan die van vijf of tien jaar geleden. De consument anno 2010 of 2015 zal weer anders zijn dan de huidige consument. Veranderingen in consumentengedrag, landelijke trends, maar ook ontwikkelingen in huishoudensamenstellingen hebben gevolgen voor de kleinhandelsstructuur van de provincie Limburg. 3

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2006.

26

Hoofdstuk 2


Kleinere huishoudens en toenemende vergrijzing Ongeveer een derde van de Belgische gezinnen bestaat nog uit koppels met kinderen, ongeveer evenveel als er alleenstaanden zijn. Nog eens een kwart zijn koppels zonder kinderen. Deze trend naar kleinere gezinnen zal zich nog doorzetten door het toenemende aantal echtscheidingen. De beroepsbevolking in Limburg zal tot 2010 toenemen met gemiddeld 1.920 personen per jaar. Na 2010 wordt een daling verwacht. De vergrijzing van de bevolking neemt toe. Het aandeel 65-plussers in Limburg zal de komende jaren verder toenemen. Dit biedt kansen voor de kleinhandel. Hierdoor kan in bepaalde productgroepen het aantal winkels gaan groeien. Een voorbeeld is de productgroep juwelier en optiek waar bijvoorbeeld ook hoortoestellen onder worden gerekend. Senioren stellen andere eisen aan winkels en horeca, zoals bredere paden in winkels, minder diepe winkelkarren en voldoende ruimte tussen tafels in de horeca. Studies uit buurlanden hebben aangetoond dat winkels met grote deuren, lage drempels en praktische inrichting meer uitnodigen om binnen te gaan. Bron: www.gelijkekansen.vlaanderen.be

Kleinhandelsbestedingen van consumenten dalen Niet de kleinhandel, maar informatica, telecommunicatie, diensten en vrije tijd zijn de pijlers van de nieuwe economie. De productie- en consumptiegroei van basisgoederen als voeding, kleding en huisvesting zijn gestagneerd. Zo dalen de gezinsbestedingen aan kleinhandel. Een groter deel van het inkomen gaat uit naar wonen, gezondheid, vervoer en communicatie, cultuur, ontspanning en onderwijs. De E-economie dematerialiseert de economie. Handel via de elektronische weg, productie, distributie en consumptie van kleinere en lichtere goederen, diensten, web- en infotainment nemen toe. Toenemende internetaankopen Belgen kopen in toenemende mate producten online. De ramingen van bureaus over de bestedingen via het internet in 2005 variëren van ca. € 700 mln. tot ca. 1,1 mld. Bijna de helft van de Belgen heeft wel eens iets online gekocht. De meest populaire producten zijn tickets voor events of reizen en in mindere mate elektronica, boeken en kleding. Internet blijft het koopgedrag in winkels in belangrijke mate beïnvloeden. Consumenten shoppen kritischer en zijn beter geïnformeerd omdat zij zich eerst op het internet oriënteren. Voor de daadwerkelijke aankoop waarderen consumenten vooral de winkel. De verwachting is dan ook dat de winkel het dominante verkoopkanaal blijft. In 2005 kocht de Belg voor 1,67 mld. euro aan producten en diensten op afstand. Twee derde van die aankopen doet de consument online. Dit blijkt uit de resultaten van de eerste BeCommerce Barometer, een representatief onderzoek dat voor het eerst inzicht geeft in de Belgische verkoop op afstand. Het onderzoek is ontwikkeld door BeCommerce, het platform van Belgische e-commerce en multi-channel verkoop-op-afstand bedrijven binnen het Belgisch Direct Marketing Verbond (BDMV). Van dat totale bedrag van 1,67 mld. euro werd voor 410 mln. euro bij buitenlandse webwinkels gekocht. Een op de vier aankopen zijn tickets voor events of reizen. De verkoop via internet steeg in 2005 met 108% voor de webwinkels en met 26% voor de multi-channel verkoop-op-afstand bedrijven, en dit ten koste van de bestellingen via post. Deze trend in de multichannel sector zet zich trouwens voort in het eerste kwartaal van 2006. Bron: RetailUpdate, 19 mei 2006

Hoofdstuk 2

27


Allochtone doelgroep wint aan belang Het aankoopgedrag van de allochtone groep consumenten wijkt af van het aankoopgedrag van autochtonen. Allochtonen consumeren kwantitatief en kwalitatief anders. De huishoudelijke uitgaven van allochtonen liggen gemiddeld hoger. Allochtonen zeggen van zichzelf dat zij gevoeliger zijn voor luxe en status. Zij zijn dan ook bereid om aan luxeproducten en producten die status bieden meer geld uit te geven. Zo achten zij merkkleding buitengewoon belangrijk omdat het aanzien en status verschaft. Bij (her)ontwikkeling van winkelgebieden in verzorgingsgebieden met relatief veel allochtonen dient met dat gedrag rekening te worden gehouden. Marokkanen geven veel geld uit aan merkkleding. Vooral de Marokkaanse jeugd is zeer modebewust. Dure merkkleding is gewild onder de Marokkaanse jongeren. De Marokkaanse jeugd tussen 15 en 19 jaar besteedt gemiddeld 1.680 euro per jaar aan schoenen en kleding. Nederlandse leeftijdgenootjes besteden 768 euro op jaarbasis. De Marokkaans-Nederlandse jongeren hebben per maand gemiddeld 325 euro te besteden. Een gemiddelde 18-jarige beschikt over 250 euro. Dit verschil zit in het feit dat de meeste Marokkaanse jongeren bij moeder thuis wonen en geen kostgeld hoeven af te dragen. Daarnaast werkt de Marokkaanse jeugd volop. Zij hebben vaker dan gemiddeld een bijbaantje. De kleding die zij aanschaffen hoeft geen grote merknaam te hebben, maar moet wel van hoge kwaliteit zijn. Onder de Marokkanen is de verzorgde Italiaanse look populair. De filosofie is: je bent wat je draagt. Kapsel, kleding en lichaamsconditie dienen in topvorm te zijn, want `uiterlijk gaat voor innerlijk`. Bron: de Volkskrant Verleiding

Het aantal doelgroepen is niet meer te overzien Elke consument is een individu dat zich ook zo gedraagt. De variatie in het gedrag wordt bovendien vergroot door bijvoorbeeld multiculturele invloeden, andere leefwijzen en type samenlevingsvormen. Het aantal doelgroepen is haast niet meer te overzien. Sociaaldemografische kenmerken zoals leeftijd en inkomen zijn geen verklarende factoren meer. Vaak worden levensfase en sociale klasse voor de typering van consumenten gebruikt. In advisering omtrent detailhandel gaat het in essentie echter om de afstand tussen de winkel of het winkelgebied en de consument én om het aanbod dat de consument binnen een bepaalde afstand tot zijn of haar beschikking heeft. Moeders die het om wat voor reden dan ook een groot deel van de tijd zonder partner moeten stellen, zijn marketingtechnisch een interessante doelgroep. Tot de groep ‘suddenly single moms’ behoren alle moeders met kinderen die tijdelijk manloos door het leven gaan. Hun mannen maken zakenreizen, hebben een diplomatieke of politieke functie, zijn consultants of soldaten. Wat de doelgroep tijdelijk alleenstaande moeders interessant maakt, is dat ze allang niet meer alleen moeder zijn. Hun eigen opleiding en inkomen zijn zodanig dat zij zich alle mogelijke hulp kunnen veroorloven. Ze kopen alles waar ze zelf tijd noch zin in hebben in, variërend van gezonde kant-en-klaar-maaltijden met veel keuzemogelijkheden en het bezorgen van vergeten boodschappen in de avonduren tot een conciërge die bereid is problemen in hun afwezigheid op te lossen. Ook qua entertainment zijn tijdelijk alleenstaande moeders een interessante doelgroep. Zij nemen danslessen, gaan naar de fitness, winkelen alleen en gaan uit met vriendinnen. Zij verwennen zichzelf graag en willen verleid worden door de leisure-industrie. Bron: Brandweek nr. 7

28

Hoofdstuk 2


Winkelen als vorm van vrijetijdsbesteding krijgt concurrentie Winkelen krijgt steeds meer concurrentie van andere vormen van vrijetijdsbesteding. Vroeger gingen we naar een stad om te winkelen. Tegenwoordig besteden we onze tijd ook meer en meer aan bijvoorbeeld sporten, een dagje pretpark of een weekendje weg. Daarnaast blijft onze mobiliteit toenemen. De verschillende mogelijkheden om te recreëren komen daarmee ook steeds dichterbij. Kortom, ons referentiekader neemt toe, terwijl onze vrije tijd afneemt. Dit leidt ertoe dat we kritischer worden in hoe en waar we onze tijd besteden. Voor onze ‘kostbare want beperkte’ vrije tijd gaan we op zoek naar ‘gegarandeerde beleving’. We bezoeken alleen nog winkelgebieden die kunnen voldoen aan onze wensen. Door toenemende mobiliteit wordt concurrentie groter Huishoudenverdunning, individualisering, flexibilisering, welvaartstijging en de toename van het aantal tweeverdieners hebben de groei van de mobiliteit sterk gestimuleerd. Met de toegenomen mobiliteit wordt het referentiekader van de consument groter. Als gevolg daarvan neemt de concurrentie tussen winkelgebieden toe. Aanbodkwaliteit, keuzemogelijkheid, prijsstelling en interne (winkelinrichting en uitstraling) en externe (omgevingskwaliteit) verschijningsvorm worden daardoor belangrijker. Het belang van een goede autobereikbaarheid en voldoende parkeergelegenheid neemt eveneens verder toe. Niet voor niets wordt vaak geroepen: ‘No parking, no business’.

2.7 Parameters Inwonertallen De provincie Limburg telt op 1 januari 2005 in totaal ca. 809 950 inwoners, verdeeld over 44 gemeenten. In de provincie Limburg woont daarmee bijna 8% van de totale Belgische bevolking. Inwonertal per gemeente Gemeente Alken As

Inwonertal 11.035 7.445

Gemeente

Inwonertal

Kinrooi

11.995

Kortessem

8.085

Beringen

40.850

Lanaken

Bilzen

29.860

Leopoldsburg

14.245

Bocholt

12.230

Lommel

31.615

Borgloon

10.045

Lummen

13.665

Bree

14.420

Maaseik

23.565

Diepenbeek

17.675

Maasmechelen

36.175

Dilsen-Stokkem

18.920

Meeuwen-Gruitrode

12.505

Genk

63.605

Neerpelt

16.065

Gingelom

Hoofdstuk 2

7.775

24.450

Nieuwerkerken

6.585

29


Halen

8.515

Opglabbeek

Ham

9.625

Overpelt

13.245

9.415

Hamont-Achel

13.780

Peer

15.725

Hasselt

69.540

Riemst

15.815

Hechtel-Eksel

11.455

Sint-Truiden

37.990

6.685

Tessenderlo

16.650

Tongeren

29.635

Heers Herk-de-Stad

11.665

Herstappe Heusden-Zolder Hoeselt Houthalen-Helchteren

85

Voeren

30.650

Wellen

9.230

Zonhoven

29.800

Zutendaal

4.240 6.835 19.695 6.865

Provincie Limburg

809.950

BelgiĂŤ

10.445.850

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

De gemeente Hasselt telt met ca. 69 540 inwoners de meeste inwoners, gevolgd door Genk met ca. 63 605 inwoners. Beringen neemt met ca. 40 850 inwoners de derde plaats in. De gemeente Herstappe is met slechts 85 inwoners verreweg de kleinste gemeente van de provincie Limburg. Nationaliteiten Op 1 januari 2005 leven in BelgiĂŤ ca. 870 860 personen van niet-Belgische afkomst. Dit is ca. 8% van de totale Belgische bevolking. De provincie Limburg telt op 1 januari 2005 ca. 65 530 inwoners van niet-Belgische afkomst en zit met ca. 8% van de totale Limburgse bevolking rond het landelijk gemiddelde. Verhouding Belgen/niet-Belgen Gemeente

% Belgen

% Niet-Belgen

98,7%

1,3%

Kinrooi

As

94,5%

5,5%

Kortessem

98,3%

1,7%

Beringen

94,8%

5,2%

Lanaken

74,7%

25,3%

Bilzen

95,1%

4,9%

Leopoldsburg

95,7%

4,3%

Bocholt

90,5%

9,5%

Lommel

87,8%

12,2%

Borgloon

97,9%

2,1%

Lummen

98,3%

1,7%

Bree

95,7%

4,3%

Maaseik

88,8%

11,2%

Diepenbeek

97,4%

2,6%

Maasmechelen

81,7%

18,3%

Dilsen-Stokkem

89,8%

10,2%

Meeuwen-Gruitrode

95,8%

4,2%

Genk

85,7%

14,3%

Neerpelt

85,3%

14,7%

Gingelom

98,0%

2,0%

Nieuwerkerken

98,5%

1,5%

Halen

98,3%

1,7%

Opglabbeek

94,5%

5,5%

Ham

96,9%

3,1%

Overpelt

92,2%

7,8%

Hamont-Achel

73,7%

26,3%

Peer

95,9%

4,1%

Hasselt

96,2%

3,8%

Riemst

84,5%

15,5%

Alken

30

Gemeente

% Belgen

% Niet-Belgen

85,5%

14,5%

Hoofdstuk 2


Hechtel-Eksel

92,3%

7,7%

Sint-Truiden

97,2%

2,8%

Heers

98,0%

2,0%

Tessenderlo

97,9%

2,1%

Herk-de-Stad

98,5%

1,5%

Tongeren

96,9%

3,1%

100,0%

0,0%

Voeren

76,3%

23,7%

Heusden-Zolder

93,2%

6,8%

Wellen

98,6%

1,4%

Hoeselt

97,6%

2,4%

Zonhoven

96,7%

3,3%

Houthalen-

89,3%

10,7%

Zutendaal

90,7%

9,3%

Provincie Limburg

91,9%

8,1%

BelgiĂŤ

91,7%

8,3%

Herstappe

Helchteren

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

De gemeente Hamont-Achel kent met 26,3% relatief gezien het hoogste aandeel nietBelgen. Lanaken en Voeren volgen met respectievelijk 25,3% en 23,7% op een tweede en derde plaats. De buurgemeenten Hechtel-Eksel en Overpelt worden gekenmerkt door een aandeel niet-Belgen dat ligt rond het Limburgse gemiddelde. In de gemeenten Alken, Wellen, Nieuwerkerken en Herk-de-Stad leeft slechts een beperkt aantal mensen van nietBelgische afkomst. In Herstappe is het aandeel niet-Belgen in het totaal zelfs nihil.

Hoofdstuk 2

31


32

Hoofdstuk 2


Leeftijdsstructuur In de provincie Limburg bevindt ca. 62% van de bevolking zich in het leeftijdssegment van 20 tot 64 jaar. Het Limburgse segment van 20 tot 64 jaar is daarmee iets omvangrijker dan hetzelfde Belgische leeftijdssegment. Het aandeel van de mintwintigers en vierenzestigplussers is in Limburg in vergelijking met de Belgische gemiddelden iets kleiner. Leeftijdsstructuur (afgerond) Gemeente

-20

20 - 64

+64

Gemeente

-20 20 - 64

+64

Alken

23%

62%

15%

Kinrooi

24%

63%

13%

As

24%

63%

14%

Kortessem

23%

64%

13%

Beringen

24%

62%

14%

Lanaken

21%

64%

16%

Bilzen

23%

62%

16%

Leopoldsburg

22%

61%

17%

Bocholt

24%

62%

14%

Lommel

23%

62%

15%

Borgloon

19%

62%

19%

Lummen

21%

63%

16%

Bree

22%

61%

17%

Maaseik

22%

62%

16%

Diepenbeek

22%

65%

13%

Maasmechelen

23%

63%

14%

Dilsen-Stokkem

23%

63%

14%

Meeuwen-Gruitrode

24%

63%

13%

Genk

25%

60%

15%

Neerpelt

23%

62%

15%

Gingelom

21%

61%

19%

Nieuwerkerken

21%

63%

16%

Halen

20%

61%

19%

Opglabbeek

24%

64%

12%

Ham

21%

63%

16%

Overpelt

23%

61%

16%

Hamont-Achel

23%

60%

17%

Peer

24%

63%

13%

Hasselt

19%

63%

18%

Riemst

20%

63%

17%

Hechtel-Eksel

25%

61%

14%

Sint-Truiden

19%

63%

18%

Heers

19%

62%

19%

Tessenderlo

21%

64%

15%

Herk-de-Stad

22%

63%

16%

Tongeren

20%

61%

19%

Herstappe

15%

63%

22%

Voeren

24%

59%

17%

Heusden-Zolder

24%

62%

14%

Wellen

21%

65%

15%

Hoeselt

21%

63%

16%

Zonhoven

23%

63%

14%

Houthalen-Helchteren

25%

62%

13%

Zutendaal

22%

65%

12%

Provincie Limburg

22%

62%

16%

BelgiĂŤ

23%

60%

17%

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

De gemeente Houthalen-Helchteren heeft een jonge bevolking. Ongeveer 25% van de inwoners is jonger dan 20 jaar en slechts ca. 13% is ouder dan 64 jaar. In Opglabbeek woont eveneens een jonge bevolking. Het aandeel van de vierenzestigplussers is daar het kleinst en ca. 24% van de inwoners is jonger dan 20 jaar. De gemeente Herstappe wordt juist gekenmerkt door een oudere bevolking. Ca. 22% van de inwoners is ouder dan 64 jaar en slechts ca. 15% is jonger dan 20 jaar.

Hoofdstuk 2

33


Bevolkingsevolutie In vergelijking met het jaar 1995 is de bevolking in de provincie Limburg toegenomen van ca. 771 615 tot 809 950 inwoners, een toename van ongeveer 5%. In dezelfde periode is de totale Belgische bevolking slechts toegenomen met ca. 3,1%, van ca. 10 130 575 tot ca. 10 445 850 inwoners. Bevolkingsevolutie 1995-2005 (afgerond) Gemeente

1995

Alken

2000

2005 Gemeente

10.570 10.900 11.035 Kinrooi

As

7.035

7.215

7.445 Kortessem

1995

2000

2005

11.270

11.750

11.995

7.905

8.010

8.085

22.845

23.500

24.450

Beringen

37.880 39.260 40.850 Lanaken

Bilzen

28.445 29.335 29.860 Leopoldsburg

13.715

13.795

14.245

Bocholt

11.395 11.885 12.230 Lommel

29.195

30.435

31.615

9.955 10.115 10.045 Lummen

13.200

13.500

13.665

Bree

13.705 14.000 14.420 Maaseik

22.105

22.850

23.565

Diepenbeek

16.680 17.175 17.675 Maasmechelen

35.315

35.430

36.175

Dilsen-Stokkem

17.380 18.185 18.920 Meeuwen-Gruitrode

11.995

12.515

12.505

Genk

61.995 62.840 63.605 Neerpelt

Borgloon

14.760

15.380

16.065

Gingelom

7.345

7.600

7.775 Nieuwerkerken

6.165

6.485

6.585

Halen

7.980

8.215

8.515 Opglabbeek

8.525

9.130

9.415

8.915

9.325

9.625 Overpelt

Ham

12.025

12.535

13.245

Hamont-Achel

13.100 13.585 13.780 Peer

14.620

15.250

15.725

Hasselt

67.485 68.060 69.540 Riemst

15.355

15.615

15.815

Hechtel-Eksel

10.635 11.150 11.455 Sint-Truiden

Heers

37.445

37.145

37.990

14.930

15.820

16.650

29.790

29.725

29.635

85 Voeren

4.295

4.315

4.240

29.295 30.105 30.650 Wellen

6.505

6.725

6.835

18.240

18.940

19.695

6.525

Herk-de-Stad

6.575

6.685 Tessenderlo

11.285 11.615 11.665 Tongeren

Herstappe

90

Heusden-Zolder Hoeselt

8.900

Houthalen-Helchteren

85

9.135

9.230 Zonhoven

28.435 29.215 29.800 Zutendaal Provincie Limburg BelgiĂŤ

6.385

6.755

6.865

771.615

791.178

809.950

10.130.575 10.239.085 10.445.850

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 1995, 2000, 2005.

De gemeente Tessenderlo wordt gekenmerkt door de grootste bevolkingtoename. In de periode van 1995 tot 2005 is de bevolking van Tessenderlo toegenomen van ca. 14 930 tot 16 650 inwoners, een toename van ruim 11%. De gemeenten Opglabbeek en Overpelt volgen op een tweede en derde plaats met een bevolkingtoename van meer dan 10%. In drie Limburgse gemeenten is een bevolkingafname waar te nemen. In Herstappe is de bevolking in de periode van 1995 tot 2005 afgenomen met bijna 8%, de grootste bevolkingafname in de provincie Limburg. In de gemeenten Voeren en Tongeren is een afname van het aantal inwoners met ca. 1% waar te nemen.

34

Hoofdstuk 2


Bevolkingsprognose De voorspellingen geven aan dat de Limburgse bevolking in de richting van het jaar 2015 zal toenemen tot ca. 844 620 inwoners, een stijging van ca. 4%. Volgens de voorspellingen zal de Belgische bevolking in dezelfde periode slechts met ca. 2% toenemen, van ca. 10 445 850 tot 10 625 475 inwoners. Bevolkingsprognose 2005-2015 (afgerond) Gemeente

2005

2015

2005

2015

11.035

11.295

7.445

7.675

11.995

12.290

8.085

8.475

40.850

44.995

Lanaken

24.450

26.315

Bilzen

29.860

Bocholt

12.230

30.375

Leopoldsburg

14.245

15.660

12.895

Lommel

31.615

Borgloon

33.425

10.045

9.930

Lummen

13.665

13.960

Bree

14.420

14.975

Maaseik

23.565

25.025

Diepenbeek

17.675

18.640

Maasmechelen

36.175

37.570

Dilsen-Stokkem

18.920

19.900

Meeuwen-Gruitrode

12.505

12.800

Genk

Neerpelt

Alken As Beringen

Gemeente Kinrooi Kortessem

63.605

65.020

16.065

16.980

Gingelom

7.775

8.070

Nieuwerkerken

6.585

6.610

Halen

8.515

9.060

Opglabbeek

9.415

9.865

Ham

9.625

10.745

Overpelt

13.245

14.080

Hamont-Achel

13.780

13.930

Peer

15.725

16.700

Hasselt

69.540

70.985

Riemst

15.815

16.610

Hechtel-Eksel

11.455

11.805

Sint-Truiden

37.990

38.980

6.685

6.955

Tessenderlo

16.650

18.875

11.665

11.705

Tongeren

29.635

29.355

Heers Herk-de-Stad Herstappe Heusden-Zolder

85

80

Voeren

4.240

4.330

30.650

31.755

Wellen

6.835

6.995

9.230

9.595

Zonhoven

19.695

20.905

29.800

31.195

Zutendaal

Hoeselt Houthalen-Helchteren

Provincie Limburg BelgiĂŤ

6.865

7.245

809.950

844.620

10.445.850 10.625.475

Bron: Studiecel Provincie Limburg.

Volgens de voorspellingen zal het merendeel van de Limburgse gemeenten in de komende jaren gekenmerkt worden door een bevolkingtoename. Dit betekent extra bestedingen in de kleinhandel in de provincie. Enkel voor de gemeenten Borgloon, Herstappe en Tongeren wordt in de richting van het jaar 2015 een afname van het aantal inwoners voorspeld.

Hoofdstuk 2

35


Inkomensniveau Het gemiddeld inkomen in België ligt op ca. € 12 655,- per hoofd van de bevolking per jaar. Limburgers blijven met gemiddeld ca. € 12 405,- per hoofd van de bevolking per jaar iets achter. Gemiddeld inkomensniveau per gemeente, voor de provincie en landelijk (afgerond) Gemeente

Inkomens-

Ten opzichte

niveau in €

van landelijk

Alken

13.625

8%

As

12.825

%

Beringen

11.840

Gemeente

Inkomens-

Ten opzichte

niveau in €

van landelijk

Kinrooi

10.855

-14%

Kortessem

12.915

2%

-6%

Lanaken

12.435

-2%

Leopoldsburg

12.315

-3%

Lommel

12.090

-5% 4%

Bilzen

12.545

-1%

Bocholt

11.135

-12%

Borgloon

13.115

4%

Lummen

13.155

Bree

12.170

-4%

Maaseik

12.020

-5%

Diepenbeek

13.640

8%

Maasmechelen

10.680

-16%

Dilsen-Stokkem

11.270

-11%

Meeuwen-Gruitrode

11.565

-9%

Genk

11.580

-9%

Neerpelt

12.190

-4%

Gingelom

13.035

3%

Nieuwerkerken

12.730

1%

Halen

13.125

4%

Opglabbeek

12.445

-2%

Ham

12.985

3%

Overpelt

12.250

-3%

Hamont-Achel

11.295

-11%

Peer

11.830

-7%

Hasselt

14.550

15%

Riemst

12.105

-4%

Hechtel-Eksel

11.700

-8%

Sint-Truiden

13.265

5%

Heers

12.305

-3%

Tessenderlo

14.020

11%

Herk-de-Stad

13.255

5%

Tongeren

12.760

1%

Herstappe

13.335

5%

Voeren

10.485

-17%

Heusden-Zolder

11.625

-8%

Wellen

12.565

-1%

Hoeselt

12.735

1%

Zonhoven

13.025

3%

Houthalen-Helchteren

11.460

-10%

Zutendaal

12.985

3%

Provincie Limburg

12.405

-2%

België

12.655

0%

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek, 2005.

Binnen de provincie Limburg zijn qua inkomensniveau duidelijk verschillen waarneembaar. Gemeenten waar het inkomensniveau gemiddeld fors hoger ligt dan het landelijk gemiddelde zijn Hasselt en Tessenderlo. Gemeenten zoals Voeren, Maasmechelen, Kinrooi, Bocholt, Dilsen-Stokkem en Hamont-Achel liggen onder het landelijk gemiddelde.

36

Hoofdstuk 2


Bestedingen per hoofd De gemiddelde Belg besteedt volgens het huishoudbudgetonderzoek 2004 ongeveer € 4 150,- per jaar in winkels. Bij een hoger inkomen liggen de bestedingen in winkels doorgaans wat hoger, bij een lager inkomen zijn de bestedingen wat lager. Aangezien het inkomensniveau in sommige gemeenten in de provincie Limburg substantieel (meer dan 5% positief of negatief) afwijkt van het landelijk gemiddelde is het wenselijk hiervoor te corrigeren. Voor de betreffende gemeenten is een correctie op de gemiddelde bestedingen toe4 gepast. Bestedingen per hoofd per gemeente, voor de provincie en landelijk Gemeente

Conv. Shop. Spec. in €

in €

Alken

2.111

1.336

As

2.071

1.287

Beringen

2.038

Bilzen

2.071

Bocholt

in €

Tot. Gemeente in €

Conv. Shop. Spec.

Tot.

in €

in €

in €

in €

823 4.270 Kinrooi

1.997

1.196

736

3.929

792 4.150 Kortessem

2.071

1.287

792

4.150

1.246

767 4.050 Lanaken

2.071

1.287

792

4.150

1.287

792 4.150 Leopoldsburg

2.071

1.287

792

4.150

2.009

1.210

745 3.963 Lommel

2.071

1.287

792

4.150

Borgloon

2.071

1.287

792 4.150 Lummen

2.071

1.287

792

4.150

Bree

2.071

1.287

792 4.150 Maaseik

2.045

1.255

772

4.072

Diepenbeek

2.111

1.337

823 4.272 Maasmechelen

1.990

1.187

730

3.907

Dilsen-Stokkem

2.014

1.217

749 3.980 Meeuwen-Gruitrode

2.026

1.232

758

4.016

Genk

2.027

1.233

759 4.018 Neerpelt

2.071

1.287

792

4.150

Gingelom

2.071

1.287

792 4.150 Nieuwerkerken

2.071

1.287

792

4.150

Halen

2.071

1.287

792 4.150 Opglabbeek

2.071

1.287

792

4.150

Ham

2.071

1.287

792 4.150 Overpelt

2.071

1.287

792

4.150

Hamont-Achel

2.015

1.218

750 3.983 Peer

2.037

1.245

766

4.049

Hasselt

2.148

1.384

852 4.383 Riemst

2.071

1.287

792

4.150

Hechtel-Eksel

2.032

1.239

762 4.033 Sint-Truiden

2.071

1.287

792

4.150

Heers

2.071

1.287

792 4.150 Tessenderlo

2.127

1.357

835

4.319

Herk-de-Stad

2.071

1.287

792 4.150 Tongeren

2.071

1.287

792

4.150

Herstappe

2.099

1.322

814 4.234 Voeren

1.982

1.177

724

3.883

Heusden-Zolder

2.029

1.235

760 4.023 Wellen

2.071

1.287

792

4.150

Hoeselt

2.071

1.287

792 4.150 Zonhoven

2.071

1.287

792

4.150

Houthalen-Helchteren

2.022

1.226

755 4.003 Zutendaal

2.071

1.287

792

4.150

Provincie Limburg

2.071

1.287

792

4.150

België

2.071

1.287

792

4.150

Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek. Berekeningen BRO, 2006.

De gemiddelde bestedingen per hoofd per gemeente zijn weergegeven in bovenstaande tabel. Het (fors) hogere inkomensniveau in onder meer Hasselt, Tessenderlo, Alken en Diepenbeek vertaalt zich in hogere bestedingen in winkels. 4

Bij een hoger of lager dan landelijk gemiddeld inkomensniveau wordt een correctie doorgevoerd. In convenience gaat het om een inkomenselasticiteit van ¼%, in shopping en specialty om ½%.

Hoofdstuk 2

37


Het bestedingspotentieel Door combinatie van voorgaande parameters kan het bestedingspotentieel per gemeente worden berekend. Het bestedingspotentieel is het totaal aan bestedingen in winkels dat door inwoners van een gemeente wordt gedaan. De formule is als volgt: inwonertal x bestedingen per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar het gemiddelde inkomensniveau in de betreffende gemeente. Bestedingspotentieel per gemeente Gemeente

Bestedingspotentieel

Gemeente

(in mln. €) Alken As

Bestedingspotentieel (in mln. €)

47,1

Kinrooi

30,9

Kortessem

Beringen

165,5

Lanaken

Bilzen

123,9

Leopoldsburg

47,1 33,6 101,5 59,1

Bocholt

48,5

Lommel

131,2

Borgloon

41,7

Lummen

56,7

Bree

59,8

Maaseik

96,0

Diepenbeek

75,5

Maasmechelen

Dilsen-Stokkem

75,3

Meeuwen-Gruitrode

50,2

Neerpelt

66,7

Genk

255,6

141,3

Gingelom

32,3

Nieuwerkerken

27,3

Halen

35,3

Opglabbeek

39,1

Ham

39,9

Overpelt

55,0

54,9

Peer

63,7

Hamont-Achel Hasselt

304,8

Riemst

Hechtel-Eksel

46,2

Sint-Truiden

Heers

27,7

Tessenderlo

Herk-de-Stad

48,4

Tongeren

Herstappe Heusden-Zolder Hoeselt Houthalen-Helchteren

65,6 157,7 71,9 123,0

0,4

Voeren

16,5

123,3

Wellen

28,4

38,3

Zonhoven

81,7

119,3

Zutendaal

28,5

Provincie Limburg

3.361,6

Bron: Berekeningen BRO, 2006.

De gemeente Hasselt wordt gekenmerkt door een hoog bestedingspotentieel. Het grote aantal inwoners en het relatief hoge gemiddelde inkomensniveau resulteren in een bestedingspotentieel van ca. € 304,8 mln.. Genk komt op de tweede plaats met ca. € 255,6 mln. aan bestedingspotentieel. Door het beperkte aantal inwoners van de gemeente Herstappe is het bestedingspotentieel in de kleinste gemeente van de provincie Limburg logischerwijs beperkt.

38

Hoofdstuk 2


3.

GEMEENTEN

In dit hoofdstuk is voor elk van de gemeenten (behalve Herstappe) een tweetal fiches opgenomen waarin de belangrijkste gegevens zijn opgenomen ten aanzien van de vraagzijde. De opzet is als volgt. Het kaartbeeld geeft steeds de oriëntatie van de gemeente zelf en de regio op de betreffende gemeente weer. Dit geeft in één oogopslag een goed beeld van de positie van de betreffende gemeente binnen de regio. Vervolgens zijn tabellen opgenomen over kooporiëntatie, koopvlucht, koopkrachttoevloeiing, e.d. per goederengroep. Deze cijfers zijn steeds afgezet tegen het gemiddelde van de provincie als geheel. Voorts wordt ingezoomd op de spreiding van winkels over de verschillende typen concentraties en zijn de belangrijkste concentraties per gemeente genoemd. Een groep winkels wordt beschouwd als een concentratie wanneer sprake is van minimaal 5 winkels op korte afstand van elkaar gelegen, met een duidelijke ruimtelijke samenhang. Elk fiche sluit af met een aantal constateringen.

Hoofdstuk 3

39


Gemeente Alken

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

95,7 %

95,3 %

4,3 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

77,5 %

77,7 %

Shopping

18,2 %

35,0 %

Specialty

19,2 %

38,9 %

Binding naar goederengroep

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centrum Alken

Steenweg

Steenweg

Steenweg

Centrum Alken

Centrum Alken

convenience

shopping

specialty

Borgloon

0,1 %

1,4 %

2,2 %

Hasselt

0,0 %

0,5 %

0,7 %

Kortessem

0,4 %

0,7 %

0,0 %

Nieuwerkerken

1,2 %

1,7 %

0,0 %

Sint-Truiden

0,1 %

0,9 %

1,1 %

Tongeren

0,0 %

0,5 %

0,6 %

Wellen

3,6 %

4,3 %

2,9 %

Zonhoven

0,1 %

0,0 %

0,4 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

77,5 %

18,2 %

19,2 %

Overig provincie Limburg

16,7 %

56,1 %

72,2 %

Buiten provincie Limburg

5,7 %

25,7 %

8,6 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

40

Hoofdstuk 3


Gemeente Alken Afvloeiing belangrijkste gemeenten Borgloon Genk

convenience

shopping

specialty

0,5 %

0,2 %

0,6 %

0,0 %

1,1 %

1,5 %

12,3 %

42,6 %

56,9 %

Kortessem

0,2 %

0,3 %

0,0 %

Sint-Truiden

2,5 %

8,3 %

11,1 %

Wellen

0,8 %

Hasselt

0,8 %

2,0 %

centrum Alken

referentie

Keuze aan producten

24%

25%

Kwaliteit producten

27%

20%

Prijsniveau producten

14%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

10%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

4%

5%

100%

100%

centrum Alken

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

11.035

41


Gemeente As

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

97,1 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

2,9 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

56,3 %

77,7 %

8,2 %

35,0 %

Binding naar goederengroep Convenience Shopping Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

8,2 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum As

Centrum As

Centrum As

convenience

shopping

specialty

Dilsen-Stokkem

0,2 %

0,8 %

0,8 %

Kortessem

0,0 %

0,7 %

0,0 %

Maaseik

0,2 %

1,0 %

0,7 %

Maasmechelen

0,0 %

0,6 %

0,3 %

Opglabbeek

0,8 %

2,4 %

0,8 %

Zutendaal

0,0 %

0,6 %

0,5 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

56,3 %

8,2 %

8,2 %

Overig provincie Limburg

29,9 %

62,6 %

77,5 %

Buiten provincie Limburg

13,8 %

29,3 %

14,3 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

42

Hoofdstuk 3


Gemeente As Afvloeiing belangrijkste gemeenten Bree Dilsen-Stokkem

convenience

shopping

specialty

1,1 %

1,4 %

2,4 %

0,1 %

0,4 %

2,6 %

18,3 %

39,2 %

51,2 %

Hasselt

0,7 %

8,8 %

14,5 %

Maasmechelen

1,6 %

5,6 %

4,3 %

Opglabbeek

7,1 %

Genk

4,3 %

2,2 %

centrum As

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

23%

20%

Prijsniveau producten

13%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

10%

8%

Bereikbaarheid

12%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

7%

5%

100%

100%

centrum As

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

5

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

5

7

Sfeer en gezelligheid

7

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

7.445

43


Gemeente Beringen

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,6 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,4 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

91,2 %

77,7 %

Shopping

41,7 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

39,4 %

38,9 %

shopping

specialty

Centrum Koersel

Centrum Paal

Centrum Beringen

Koolmijnlaan

Centrum Koersel

Koolmijnlaan

convenience

Centrum Paal

Centrum Beringen

Centrum Paal

Centrum Beringen

Koolmijnlaan

Centrum Koersel

convenience

shopping

specialty

Ham

6,0 %

17,3 %

7,8 %

Heusden-Zolder

1,1 %

8,2 %

4,7 %

Leopoldsburg

1,8 %

12,0 %

6,1 %

Lummen

0,8 %

13,9 %

6,0 %

Toevloeiing uit andere gemeenten

Tessenderlo

1,4 %

8,6 %

4,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

91,2 %

41,7 %

39,4 %

3,1 %

33,6 %

46,6 %

Buiten provincie Limburg

5,7 %

24,7 %

14,1 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Overig provincie Limburg

44

Hoofdstuk 3


Gemeente Beringen Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Genk

0,0 %

1,2 %

1,3 %

Hasselt

1,5 %

18,0 %

27,4 %

Heusden-Zolder

0,6 %

7,5 %

10,0 %

Houthalen-Helchteren

0,2 %

0,9 %

0,6 %

Leopoldsburg

0,3 %

2,7 %

4,5 %

Tessenderlo

0,1 %

0,6 %

1,5 %

centrum Beringen

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

23%

20%

Prijsniveau producten

16%

14%

9%

8%

15%

19%

8%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

centrum Beringen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

40.850

45


Gemeente Bilzen

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

91,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

8,7 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

89,8 %

77,7 %

Shopping

37,9 %

35,0 %

Specialty

42,1 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Centrum Bilzen

Centrum Bilzen

Centrum Bilzen

Hasseltsestraat

Hasseltsestraat

Hasseltsestraat

Maastrichterstraat

Maastrichterstraat

Maastrichterstraat

convenience

shopping

specialty

Diepenbeek

0,0 %

2,3 %

1,9 %

Hoeselt

7,7 %

14,2 %

14,4 %

Kortessem

0,4 %

2,7 %

1,8 %

Riemst

2,0 %

10,2 %

9,3 %

Voeren

1,2 %

3,8 %

0,3 %

Zutendaal

0,7%

3,3 %

1,7 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

89,8 %

37,9 %

42,1 %

Overig provincie Limburg

5,0 %

49,4 %

46,8 %

Buiten provincie Limburg

5,2 %

12,7 %

11,1 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

46

Hoofdstuk 3


Gemeente Bilzen Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Diepenbeek

1,0 %

4,9 %

2,8 %

Genk

0,7 %

11,2 %

11,2 %

Hasselt

1,2 %

20,3 %

23,6 %

Hoeselt

0,9 %

3,3 %

2,6 %

Lanaken

0,3 %

2,4 %

2,2 %

Bezoekmotief

centrum Bilzen

referentie

Keuze aan producten

24%

25%

Kwaliteit producten

23%

20%

Prijsniveau producten

14%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

8%

8%

15%

19%

Parkeermogelijkheden

6%

8%

Sfeer en gezelligheid

9%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Bilzen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

29.860

47


Gemeente Bocholt

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,9 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,0 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

53,8 %

77,7 %

Shopping

20,5 %

35,0 %

Specialty

18,3 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Bocholt

Centrum Bocholt

Centrum Bocholt

Kaulillerdorp

Kaulillerdorp

Kaulillerdorp

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bree

0,5 %

1,1 %

0,8 %

Hamont-Achel

0,0 %

1,4 %

0,4 %

Meeuwen-Gruitrode

0,0 %

0,5 %

0,3 %

Neerpelt

0,0 %

0,7 %

0,5 %

Peer

0,0 %

0,5 %

0,7 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

53,8 %

20,5 %

18,3 %

Overig provincie Limburg

28,3 %

61,0 %

58,0 %

Buiten provincie Limburg

17,9 %

18,5 %

23,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

48

Hoofdstuk 3


Gemeente Bocholt Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bree

20,9 %

35,1 %

30,9 %

Genk

0,2 %

1,9 %

2,4 %

Hamont-Achel

1,6 %

1,3 %

1,6 %

Hasselt

0,3 %

5,9 %

9,0 %

Lommel

0,4 %

4,3 %

3,3 %

Neerpelt

2,8 %

4,9 %

7,9 %

Overpelt

0,7 %

1,4 %

0,0 %

Peer

0,8 %

3,2 %

1,4 %

centrum Bocholt

referentie

Keuze aan producten

20%

25%

Kwaliteit producten

19%

20%

Prijsniveau producten

18%

14%

8%

8%

19%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

7%

5%

100%

100%

centrum Bocholt

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

9

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

12.230

49


Gemeente Borgloon

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

93,9 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

6,1 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

75,8 %

77,7 %

Shopping

19,8 %

35,0 %

Specialty

34,2 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Centrum Borgloon

Centrum Borgloon

Centrum Borgloon

St.-Truidersteenweg

St.-Truidersteenweg

St.-Truidersteenweg

convenience

shopping

specialty

Alken

0,5 %

0,2 %

0,6 %

Heers

2,5 %

4,6 %

4,1 %

Kortessem

1,1 %

1,2 %

2,6 %

Overpelt

0,3 %

0,3 %

0,0 %

Sint-Truiden

0,0 %

0,5 %

0,7 %

Tongeren

0,0 %

0,6 %

0,0 %

Wellen

2,3 %

1,6 %

2,4 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

75,8 %

19,8 %

34,2 %

Overig provincie Limburg

13,7 %

57,5 %

60,0 %

Buiten provincie Limburg

10,5 %

22,6 %

5,8 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

50

Hoofdstuk 3


Gemeente Borgloon Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Alken

0,1 %

1,4 %

2,2 %

Genk

0,0 %

1,2 %

1,6 %

Hasselt

3,0 %

20,7 %

26,6 %

Maaseik

0,3 %

0,2 %

0,0 %

Sint-Truiden

6,6 %

20,4 %

20,2 %

Tongeren

2,3 %

9,4 %

6,0 %

Wellen

0,9 %

1,1 %

0,8 %

centrum Borgloon

referentie

Keuze aan producten

22%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

17%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

4%

5%

100%

100%

centrum Borgloon

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

7

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

7

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

10.045

51


Gemeente Bree

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

93,2 %

95,3 %

6,8 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

87,2 %

77,7 %

Shopping

67,9 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

53,7 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Bree

Centrum Bree

Centrum Bree

Toleik

Toleik

Toleik

convenience

shopping

specialty

Bocholt

20,9 %

35,1 %

30,9 %

Kinrooi

10,8 %

20,2 %

13,7 %

1,8 %

16,9 %

14,1 %

21,5 %

24,0 %

32,6 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Maaseik Meeuwen-Gruitrode Peer

3,2 %

13,3 %

11,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

87,2 %

67,9 %

53,7 %

Overig provincie Limburg

4,7 %

22,7 %

25,3 %

Buiten provincie Limburg

8,1 %

9,4 %

21,0 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

52

Hoofdstuk 3


Gemeente Bree Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bocholt

0,5 %

1,1 %

0,8 %

Genk

0,7 %

3,6 %

7,3 %

Hasselt

1,3 %

7,6 %

13,2 %

Kinrooi

0,3 %

0,6 %

0,7 %

Maaseik

0,5 %

1,3 %

1,2 %

Meeuwen-Gruitrode

0,4 %

1,9 %

0,0 %

Bezoekmotief

centrum Bree

referentie

Keuze aan producten

27%

25%

Kwaliteit producten

22%

20%

Prijsniveau producten

16%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

7%

8%

13%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Bree

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

14.420

53


Gemeente Diepenbeek

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,5 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,5 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

89,0 %

77,7 %

Shopping

31,6 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

convenience

25,9 %

38,9 %

shopping

specialty

Centrum Diepenbeek Centrum Diepenbeek Centrum Diepenbeek

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Wijkstraat

Wijkstraat

Wijkstraat

Nieuwstraat

Nieuwstraat

Nieuwstraat

convenience

shopping

specialty

Alken

0,2 %

0,3 %

0,0 %

Bilzen

1,0 %

4,9 %

2,8 %

Genk

0,2 %

0,6 %

0,4 %

Hasselt

0,0 %

0,4 %

0,4 %

Hoeselt

1,3 %

2,0 %

1,4 %

Kortessem

7,0 %

9,1 %

10,1 %

Wellen

0,4 %

0,9 %

0,3 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

89,0 %

31,6 %

25,9 %

Overig provincie Limburg

5,5 %

48,4 %

66,8 %

Buiten provincie Limburg

5,5 %

20,1 %

7,2 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

54

Hoofdstuk 3


Gemeente Diepenbeek Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,0 %

0,6 %

0,4 %

Bilzen

0,0 %

2,3 %

1,9 %

Genk

1,8 %

13,5 %

21,0 %

Hasselt

3,4 %

29,4 %

43,0 %

Maasmechelen

0,1 %

0,4 %

0,3 %

Zonhoven

0,0 %

0,6 %

0,0 %

Bezoekmotief

centrum Diepenbeek

referentie

Keuze aan producten

27%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

13%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

6%

8%

Bereikbaarheid

18%

19%

Parkeermogelijkheden

11%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Diepenbeek

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

5

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

17.675

55


Gemeente Dilsen-Stokkem

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,7 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,3 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

80,7 %

77,7 %

Shopping

22,7 %

35,0 %

Specialty

29,9 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Centrum Dilsen

Centrum Dilsen

Centrum Dilsen

Centrum Stokkem

Centrum Stokkem

Centrum Stokkem

convenience

shopping

specialty

As

0,1 %

0,4 %

2,6 %

Kinrooi

0,0 %

0,6 %

3,3 %

Maaseik

0,7 %

3,7 %

7,9 %

Maasmechelen

0,4 %

1,9 %

5,1 %

Meeuwen

0,2 %

0,0 %

0,7 %

Opglabbeek

0,2 %

0,3 %

3,3 %

Zutendaal

0,0 %

1,2 %

0,5 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

80,7 %

22,7 %

29,9 %

Overig provincie Limburg

10,8 %

40,2 %

53,6 %

Buiten provincie Limburg

8,5 %

37,1 %

16,5 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

56

Hoofdstuk 3


Gemeente Dilsen-Stokkem Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

As

0,2 %

0,8 %

0,8 %

Bree

0,3 %

2,7 %

2,2 %

Genk

1,4 %

7,7 %

14,0 %

Hasselt

0,2 %

4,2 %

9,0 %

Maaseik

1,8 %

5,1 %

3,9 %

Maasmechelen

6,5 %

18,1 %

22,2 %

Bezoekmotief

centrum Dilsen

referentie

Keuze aan producten

22%

25%

Kwaliteit producten

19%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

8%

8%

21%

19%

Parkeermogelijkheden

7%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Dilsen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

8

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

18.920

57


Gemeente Genk

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,6 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,4 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

92,9 %

77,7 %

Shopping

67,4 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

72,1 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Genk

Centrum Genk

Centrum Genk

Vennestraat

Hasseltweg

Hasseltweg

Stalenstraat

Stalenstraat

Stalenstraat

Hasseltweg

Vennestraat

Vennestraat

convenience

shopping

specialty

18,3 %

39,2 %

51,2 %

1,8 %

13,5 %

21,0 %

Houthalen-Helchteren

2,3 %

15,4 %

21,4 %

Meeuwen-Gruitrode

4,1 %

7,4 %

15,0 %

Opglabbeek

11,4 %

28,6 %

41,3 %

Zutendaal

12,7 %

38,4 %

56,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

92,9 %

67,4 %

72,1 %

Overig provincie Limburg

1,7 %

17,5 %

15,5 %

Buiten provincie Limburg

5,3 %

15,1 %

12,4 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten As Diepenbeek

58

Hoofdstuk 3


Gemeente Genk Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Diepenbeek

0,2 %

0,6 %

0,4 %

Dilsen-Stokkem

0,0 %

0,1 %

0,6 %

Hasselt

0,9 %

12,1 %

12,8 %

Houthalen-Helchteren

0,3 %

0,6 %

0,5 %

Maasmechelen

0,0 %

0,6 %

1,2 %

Opglabbeek

0,1 %

0,8 %

0,0 %

Zonhoven

0,1%

0,6 %

0,0 %

centrum Genk

referentie

Keuze aan producten

27%

25%

Kwaliteit producten

20%

20%

Prijsniveau producten

16%

14%

6%

8%

14%

19%

8%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

8%

5%

100%

100%

centrum Genk

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

63.605

59


Gemeente Gingelom

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

93,4 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

6,6 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

42,7 %

77,7 %

Shopping

11,8 %

35,0 %

Specialty

11,4 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centrum Gingelom

Centrum Gingelom

Centrum Gingelom

convenience

shopping

specialty

Heers

0,0 %

0,4 %

0,0 %

Sint-Truiden

0,1 %

0,2 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

42,7 %

11,8 %

11,4 %

Overig provincie Limburg

20,9 %

62,8 %

69,8 %

Buiten provincie Limburg

36,4 %

25,4 %

18,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

60

Hoofdstuk 3


Gemeente Gingelom Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Borgloon

0,2 %

0,4 %

0,2 %

Genk

0,0 %

0,5 %

0,0 %

Hasselt

0,7 %

7,8 %

11,5 %

Heers

0,7 %

0,8 %

1,4 %

Nieuwerkerken

0,0 %

0,5 %

0,0 %

18,9 %

50,7 %

56,3 %

Tongeren

0,1 %

0,2 %

0,5 %

Wellen

0,2 %

0,2 %

0,0 %

Sint-Truiden

Bezoekmotief

centrum Gingelom

referentie

Keuze aan producten

15%

25%

Kwaliteit producten

11%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

12%

8%

Bereikbaarheid

24%

19%

Parkeermogelijkheden

13%

8%

Sfeer en gezelligheid

7%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Gingelom

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

8

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

9

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

7.775

61


Gemeente Halen

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

97,5 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

2,6 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

79,5 %

77,7 %

Shopping

28,0 %

35,0 %

Specialty

63,9 %

38,9 %

convenience

Shopping

specialty

Centrum Halen

Centrum Halen

Centrum Halen

Staatsbaan

Staatsbaan

Staatsbaan

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Herk-de-Stad

0,7 %

5,0 %

5,1 %

Lummen

0,0 %

1,0 %

0,7 %

Tessenderlo

0,0 %

0,2 %

0,0 %

Zutendaal

0,0 %

0,2 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

79,5 %

28,0 %

63,9 %

Overig provincie Limburg

3,1 %

41,6 %

22,3 %

Buiten provincie Limburg

17,4 %

30,4 %

13,8 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

62

Hoofdstuk 3


Gemeente Halen Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,0 %

4,0 %

0,5 %

Hasselt

1,1 %

24,5 %

17,7 %

Heers

0,3 %

0,4 %

0,0 %

Herk-de-Stad

0,9 %

3,0 %

1,9 %

Heusden-Zolder

0,1 %

0,6 %

1,1 %

Lummen

0,6 %

1,2 %

0,0 %

Sint-Truiden

0,0 %

2,9 %

0,6 %

centrum Halen

referentie

Keuze aan producten

21%

25%

Kwaliteit producten

20%

20%

Prijsniveau producten

14%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

14%

8%

Bereikbaarheid

21%

19%

7%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

centrum Halen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

8.515

63


Gemeente Ham

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,5 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,5 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

56,4 %

77,7 %

Shopping

19,2 %

35,0 %

Specialty

45,6 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

C. Kwaadmechelen

C. Kwaadmechelen

C. Kwaadmechelen

Centrum Oostham

Centrum Oostham

Centrum Oostham

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,0 %

0,6 %

0,2 %

Heusden-Zolder

0,0 %

0,3 %

0,0 %

Leopoldsburg

0,0 %

1,5 %

0,2 %

Tessenderlo

0,1 %

2,0 %

0,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

56,4 %

19,2 %

45,6 %

Overig provincie Limburg

13,0 %

51,9 %

43,2 %

Buiten provincie Limburg

30,6 %

28,9 %

11,2 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

64

Hoofdstuk 3


Gemeente Ham Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

Beringen

6,0 %

17,3 %

7,8 %

Hasselt

1,3 %

13,0 %

19,1 %

Heusden-Zolder

0,0 %

1,2 %

0,4 %

Leopoldsburg

2,9 %

8,6 %

6,8 %

Lommel

0,0 %

2,4 %

0,0 %

Tessenderlo

2,7 %

8,2 %

9,0 %

Bezoekmotief

specialty

centrum Kwaadmechelen

referentie

Keuze aan producten

27%

25%

Kwaliteit producten

19%

20%

Prijsniveau producten

11%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

7%

8%

21%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

6%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Kwaadmechelen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

9.625

65


Gemeente Hamont-Achel

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

96,3 %

95,3 %

3,7 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

79,2 %

77,7 %

Shopping

26,1 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty

41,3 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Hamont

Centrum Hamont

Centrum Hamont

Centrum Achel

Centrum Achel

Centrum Achel

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,0 %

0,1 %

0,1 %

Bocholt

1,6 %

1,3 %

1,7 %

Hechtel-Eksel

0,1 %

0,1 %

0,0 %

Neerpelt

0,1 %

2,0 %

2,0 %

Overpelt

0,3 %

0,6 %

0,1 %

Peer

0,0 %

0,3 %

0,2 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

79,2 %

26,1 %

41,3 %

Overig provincie Limburg

10,2 %

55,2 %

44,9 %

Buiten provincie Limburg

10,6 %

18,7 %

13,8 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

66

Hoofdstuk 3


Gemeente Hamont-Achel Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bree

1,1 %

9,0 %

4,2 %

Hasselt

0,1 %

7,9 %

7,6 %

Lommel

0,3 %

12,5 %

8,3 %

Neerpelt

8,2 %

19,5 %

22,1 %

Overpelt

0,4 %

2,5 %

2,1 %

centrum Hamont

Referentie

Keuze aan producten

30%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

10%

14%

6%

8%

12%

19%

5%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

16%

5%

100%

100%

centrum Hamont

referentie

Keuze aan producten

7

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

13.780

67


Gemeente Hasselt

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,5 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,5 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

95,3 %

77,7 %

Shopping

93,2 %

35,0 %

Specialty

83,3 %

38,9 %

shopping

specialty

Belangrijkste locaties

convenience Kuringersteenweg

Centrum Hasselt

Centrum Hasselt

Centrum Hasselt

Kuringersteenweg

Kuringersteenweg

H. van Veldekesingel

Genkersteenweg

Genkersteenweg

Genkersteenweg H. van Veldekesingel H. van Veldekesingel Toevloeiing vanuit andere gemeenten Alken Herk-de-Stad

convenience

shopping

specialty

12,3 %

42,6 %

56,9 %

8,5 %

45,7 %

55,8 %

11,3 %

37,2 %

46,1 %

Lummen

3,3 %

34,5 %

33,4 %

Nieuwerkerken

9,9 %

23,2 %

37,8 %

Wellen

8,5 %

36,7 %

49,0 %

Zonhoven

5,3 %

22,6 %

44,9 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

95,3 %

93,2 %

83,3 %

1,2 %

5,3 %

7,4 %

Kortessem

Overig provincie Limburg Buiten provincie Limburg

3,6 %

1,5 %

9,4 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

68

Hoofdstuk 3


Gemeente Hasselt Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Alken

0,0 %

0,5 %

0,7 %

Bilzen

0,0 %

0,1 %

0,3 %

Diepenbeek

0,0 %

0,4 %

0,4 %

Genk

0,1 %

1,6 %

3,4 %

Zonhoven

0,4 %

0,8 %

0,7 %

centrum Hasselt

referentie

Keuze aan producten

32%

25%

Kwaliteit producten

23%

20%

Prijsniveau producten

18%

14%

5%

8%

11%

19%

5%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

7%

5%

100%

100%

centrum Hasselt

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

69.540

69


Gemeente Hechtel-Eksel

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,7 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

72,7 %

77,7 %

Shopping

20,9 %

35,0 %

Specialty

19,9 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centrum Hechtel

Centrum Hechtel

Centrum Hechtel

Centrum Eksel

Centrum Eksel

Centrum Eksel

Hasseltsebaan

Hasseltsebaan

Hasseltsebaan

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,1 %

0,1 %

0,0 %

Bree

0,0 %

0,1 %

0,2 %

Houthalen-Helchteren

0,1 %

0,1 %

0,1 %

Leopoldsburg

0,2 %

0,9 %

0,0 %

Lommel

0,0 %

0,4 %

0,0 %

Neerpelt

0,0 %

0,2 %

0,6 %

Overpelt

0,3 %

0,3 %

0,0 %

Peer

0,7 %

1,0 %

0,6 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

72,7 %

20,9 %

19,9 %

Overig provincie Limburg

19,1 %

63,2 %

67,8 %

Buiten provincie Limburg

8,2 %

16,0 %

12,3 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

70

Hoofdstuk 3


Gemeente Hechtel-Eksel Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Hasselt

0,7 %

8,8 %

14,1 %

Houthalen-Helchteren

7,2 %

7,2 %

8,7 %

Leopoldsburg

2,7 %

6,0 %

9,3 %

Lommel

1,8 %

18,8 %

21,4 %

Neerpelt

2,1 %

2,8 %

6,1 %

Peer

2,4 %

9,8 %

3,3 %

Bezoekmotief

centrum Eksel

referentie

Keuze aan producten

17%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

13%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

24%

19%

Parkeermogelijkheden

7%

8%

Sfeer en gezelligheid

6%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Eksel

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

11.455

71


Gemeente Heers

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

94,8 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

5,2 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

71,5 %

77,7 %

Shopping

20,2 %

35,0 %

Specialty

38,6 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centrum Heers

Centrum Heers

Centrum Heers

convenience

shopping

specialty

Borgloon

0,0 %

0,0 %

0,2 %

Gingelom

0,7 %

0,8 %

1,4 %

Halen

0,3 %

0,4 %

0,0 %

Sint-Truiden

0,2 %

0,3 %

0,4 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

71,5 %

20,2 %

38,6 %

Overig provincie Limburg

15,7 %

68,0 %

50,3 %

Buiten provincie Limburg

12,8 %

11,8 %

11,1 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

72

Hoofdstuk 3


Gemeente Heers Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Borgloon

2,5 %

4,6 %

4,1 %

Hasselt

2,9 %

14,9 %

14,0 %

Sint-Truiden

6,8 %

35,9 %

26,2 %

Tongeren

2,8 %

9,0 %

6,1 %

Wellen

0,6 %

0,1 %

0,0 %

centrum Heers

referentie

Keuze aan producten

22%

25%

Kwaliteit producten

17%

20%

Prijsniveau producten

10%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

12%

8%

Bereikbaarheid

24%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

6%

5%

100%

100%

centrum Heers

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

8

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

8

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

6.685

73


Gemeente Herk-de-Stad

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

92,7 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

7,3 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

77,9 %

77,7 %

Shopping

26,6 %

35,0 %

Specialty

28,2 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centr. Herk-de-Stad

Centr. Herk-de-Stad

Centr. Herk-de-Stad

Grote Baan

Grote Baan

Grote Baan

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Halen

0,9 %

3,0 %

1,9 %

Hasselt

0,0 %

0,0 %

0,1 %

Lummen

0,1 %

0,7 %

0,0 %

Nieuwerkerken

0,9 %

1,1 %

1,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

77,9 %

26,6 %

27,2 %

Overig provincie Limburg

11,9 %

64,6 %

64,1 %

Buiten provincie Limburg

10,2 %

8,8 %

8,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

74

Hoofdstuk 3


Gemeente Herk-de-Stad Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,4 %

2,7 %

0,7 %

Genk

0,0 %

1,8 %

1,6 %

Halen

0,7 %

5,0 %

5,1 %

Hasselt

8,5 %

45,7 %

55,8 %

Lummen

1,2 %

1,1 %

1,0 %

Sint-Truiden

0,5 %

3,0 %

1,6 %

Bezoekmotief

centrum Herk-de-Stad

referentie

Keuze aan producten

31%

25%

Kwaliteit producten

15%

20%

8%

14%

Prijsniveau producten Klantvriendelijkheid personeel

9%

8%

26%

19%

Parkeermogelijkheden

7%

8%

Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Herk-de-Stad

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

9

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

Gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

11.665

75


Gemeente Heusden-Zolder

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,7 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,3 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

92,3 %

77,7 %

Shopping

45,7 %

35,0 %

Specialty

43,1 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Heusden

Centrum Heusden

Centrum Heusden

Centrum Zolder

Centrum Zolder

Centrum Zolder

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

St.-Willibrordusplein

Beringersteenweg

Beringersteenweg

Beringersteenweg

St.-Willibrordusplein

St.-Willibrordusplein

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,6 %

7,5 %

10,0 %

Halen

0,1 %

0,6 %

1,1 %

Hechtel-Eksel

0,3 %

0,2 %

0,1 %

Houthalen-Helchteren

0,5 %

3,1 %

2,5 %

Lummen

0,3 %

5,1 %

5,1 %

Opglabbeek

0,3 %

0,5 %

0,6 %

Zonhoven

0,3 %

1,4 %

1,8 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

92,3 %

45,7 %

43,1 %

4,9 %

43,4 %

46,9 %

Buiten provincie Limburg

2,7 %

10,9 %

10,0 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Overig provincie Limburg

76

Hoofdstuk 3


Gemeente Heusden-Zolder Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

1,1 %

8,2 %

4,6 %

Genk

0,0 %

2,6 %

2,6 %

Hasselt

2,2 %

22,7 %

35,1 %

Houthalen-Helchteren

0,6 %

3,4 %

3,3 %

Lummen

0,2 %

0,3 %

0,1 %

Zonhoven

0,4 %

3,2 %

1,0 %

Bezoekmotief

centrum Heusden

referentie

Keuze aan producten

23%

25%

Kwaliteit producten

24%

20%

Prijsniveau producten

16%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

8%

8%

16%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

4%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Heusden

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

30.650

77


Gemeente Hoeselt

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

92,1 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

7,9 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

62,9 %

77,7 %

Shopping

23,7 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty

37,6 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Bilzersteenweg

Centrum Hoeselt

Bilzersteenweg

Centrum Hoeselt

Bilzersteenweg

Centrum Hoeselt

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,9 %

3,3 %

2,6 %

Hasselt

0,0 %

0,0 %

0,1 %

Kortessem

2,4 %

2,5 %

1,2 %

Riemst

1,1 %

0,9 %

1,3 %

Tongeren

0,3 %

1,8 %

1,6 %

Voeren

0,2 %

0,4 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

62,9 %

23,7 %

37,6 %

Overig provincie Limburg

20,2 %

50,3 %

51,3 %

Buiten provincie Limburg

16,8 %

26,0 %

11,2 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

78

Hoofdstuk 3


Gemeente Hoeselt Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bilzen

7,7 %

14,2 %

14,4 %

Diepenbeek

1,3 %

2,0 %

1,4 %

Genk

1,0 %

4,7 %

7,3 %

Hasselt

5,5 %

19,1 %

21,1 %

Tongeren

4,4 %

8,3 %

5,4%

centrum Hoeselt

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

18%

20%

Prijsniveau producten

10%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

24%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

centrum Hoeselt

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

8

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

9.230

79


Gemeente Houthalen-Helchteren

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,5 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,5 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

90,3 %

77,7 %

Shopping

38,3 %

35,0 %

Specialty

37,4 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Centrum Houthalen

Centrum Houthalen

Centrum Houthalen

Centrum Helchteren

Centrum Helchteren

Centrum Helchteren

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,2 %

0,9 %

0,6 %

Hechtel-Eksel

7,2 %

7,2 %

8,7 %

Heusden-Zolder

0,6 %

3,4 %

3,3 %

Leopoldsburg

0,1 %

1,4 %

0,5 %

Meeuwen-Gruitrode

1,4 %

0,6 %

0,3 %

Overpelt

0,6 %

0,4 %

0,0 %

Peer

3,3 %

3,0 %

2,3 %

Zonhoven

1,2 %

2,4 %

2,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

90,3 %

38,3 %

37,4 %

4,8 %

46,6 %

51,7 %

5%

15,1 %

10,8 %

100 %

100 %

100 %

Overig provincie Limburg Buiten provincie Limburg Totaal

80

Hoofdstuk 3


Gemeente Houthalen-Helchteren Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Genk

2,3 %

15,4 %

21,4 %

Hasselt

1,2 %

19,4 %

25,8 %

Hechtel-Eksel

0,1 %

0,1 %

0,1 %

Heusden-Zolder

0,5 %

3,1 %

2,5 %

Lommel

0,0 %

0,4 %

0,4 %

Zonhoven

0,5 %

1,9 %

0,7 %

Bezoekmotief

centrum Houthalen

referentie

Keuze aan producten

23%

25%

Kwaliteit producten

22%

20%

Prijsniveau producten

15%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

8%

8%

Bereikbaarheid

19%

19%

Parkeermogelijkheden

10%

8%

Sfeer en gezelligheid

4%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Houthalen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

4

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

29.800

81


Gemeente Kinrooi

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

95,9 %

95,3 %

4,0 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

64,9 %

77,7 %

Shopping

19,9 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

36,4 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Kinrooi

Centrum Kinrooi

Centrum Kinrooi

Venlosesteenweg

Centrum Ophoven

Venlosesteenweg

Centrum Ophoven

Venlosesteenweg

Centrum Ophoven

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,0 %

0,1 %

0,1 %

Bree

0,3 %

0,6 %

0,7 %

Houthalen-Helchteren

0,1 %

0,0 %

0,0 %

Maaseik

0,1 %

2,3 %

2,3 %

Meeuwen-Gruitrode

0,1 %

0,0 %

0,0 %

Tongeren

0,0 %

0,0 %

0,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

64,9 %

19,9 %

36,4 %

Overig provincie Limburg

20,5 %

43,0 %

39,7 %

Buiten provincie Limburg

14,6 %

37,2 %

23,9 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

82

Hoofdstuk 3


Gemeente Kinrooi Afvloeiing belangrijkste gemeenten Bree

convenience

shopping

specialty

10,8 %

20,2 %

13,7 %

Dilsen-Stokkem

0,0 %

0,6 %

3,3 %

Genk

0,4 %

2,3 %

4,5 %

Hasselt

0,3 %

4,7 %

6,6 %

Maaseik

8,9 %

11,7 %

11,5 %

Maasmechelen

0,1 %

2,0 %

0,0 %

Bezoekmotief

centrum Kinrooi

referentie

Keuze aan producten

20%

25%

Kwaliteit producten

18%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

7%

8%

29%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

1%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Kinrooi

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

11.995

83


Gemeente Kortessem

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,9 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

2,9 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

65,9 %

77,7 %

Shopping

21,2 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty

21,4 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Kortessem

Centrum Kortessem

Centrum Kortessem

Tongersesteenweg

Tongersesteenweg

Tongersesteenweg

convenience

shopping

specialty

Alken

0,2 %

0,3 %

0,0 %

Borgloon

0,2 %

1,0 %

0,0 %

Heers

0,0 %

0,5 %

0,0 %

Tongeren

0,0 %

0,4 %

0,0 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Wellen

1,3 %

2,6 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

65,9 %

21,2 %

21,4 %

Overig provincie Limburg

25,3 %

68,9 %

72,6 %

Buiten provincie Limburg

8,8 %

9,9 %

6,0 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

84

Hoofdstuk 3


Gemeente Kortessem Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

Borgloon

1,1 %

1,2 %

2,6 %

Diepenbeek

7,0 %

9,1 %

10,1 %

Genk

specialty

0,4 %

3,3 %

3,2 %

Hasselt

11,3 %

37,2 %

46,1 %

Hoeselt

2,4 %

2,5 %

1,2 %

Tongeren

1,4 %

7,3 %

5,7 %

Bezoekmotief

centrum Kortessem

referentie

Keuze aan producten

30%

25%

Kwaliteit producten

10%

20%

Prijsniveau producten

12%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

5%

8%

33%

19%

Parkeermogelijkheden

9%

8%

Sfeer en gezelligheid

2%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Kortessem

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

8

6

Klantvriendelijkheid personeel

8

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

8.085

85


Gemeente Lanaken

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

97,5 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

2,4 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

88,4 %

77,7 %

Shopping

50,9 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

42,3 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Lanaken

Centrum Lanaken

Centrum Lanaken

Steenweg

Maaseikersteenweg

Steenweg

Maaseikersteenweg

Steenweg

Maaseikersteenweg

convenience

shopping

specialty

As

0,6 %

0,4 %

0,0 %

Bilzen

0,3 %

2,4 %

2,2 %

Dilsen-Stokkem

0,2 %

0,2 %

1,1 %

Maasmechelen

0,4 %

3,2 %

3,2 %

Riemst

0,8 %

2,9 %

2,4 %

Zutendaal

5,2 %

3,1 %

6,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

88,4 %

50,9 %

42,3 %

Overig provincie Limburg

4,1 %

35,7 %

35,3 %

Buiten provincie Limburg

7,5 %

13,5 %

22,4 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

86

Hoofdstuk 3


Gemeente Lanaken Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,2 %

2,1 %

1,2 %

Genk

0,5 %

8,2 %

9,2 %

Hasselt

0,4 %

8,8 %

10,4 %

Maasmechelen

2,6 %

12,8 %

12,1 %

Tongeren

0,0 %

0,8 %

1,1 %

Zutendaal

0,1 %

0,6 %

0,0 %

Bezoekmotief

centrum Lanaken

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

16%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

7%

8%

Bereikbaarheid

18%

19%

Parkeermogelijkheden

10%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Lanaken

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

24.450

87


Gemeente Leopoldsburg

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

94,9 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

5,1 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

83,0 %

77,7 %

Shopping

46,3 %

35,0 %

Specialty

47,8 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Lommelsesteenweg

Centr. Leopoldsburg

Centr. Leopoldsburg

Centr. Leopoldsburg

Lommelsesteenweg

Lommelsesteenweg

Leopold. steenweg

Leopold. steenweg

Leopold. steenweg

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,3 %

2,7 %

4,5 %

Ham

2,9 %

8,6 %

6,8 %

Hechtel-Eksel

2,7 %

6,0 %

9,3 %

Lommel

0,3 %

2,0 %

1,7 %

Opglabbeek

0,3 %

0,1 %

0,0 %

Peer

0,1 %

0,8 %

0,9 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

83,0 %

46,3 %

47,8 %

Overig provincie Limburg

3,9 %

44,3 %

36,9 %

Buiten provincie Limburg

13,1 %

9,5 %

15,3 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

88

Hoofdstuk 3


Gemeente Leopoldsburg Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

1,8 %

12,0 %

6,0 %

Hasselt

0,2 %

13,8 %

20,8 %

Hechtel-Eksel

0,2 %

0,9 %

0,0 %

Houthalen-Helchteren

0,1 %

1,4 %

0,5 %

Lommel

1,3 %

10,5 %

8,9 %

Peer

0,1 %

1,1 %

0,0 %

Zonhoven

0,0 %

0,1 %

0,3 %

centrum Leopoldsburg

referentie

Keuze aan producten

31%

25%

Kwaliteit producten

18%

20%

Prijsniveau producten

13%

14%

7%

8%

19%

19%

6%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

6%

5%

100%

100%

centrum Leopoldsburg

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

14.245

89


Gemeente Lommel

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

96,7 %

95,3 %

3,2 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

88,2 %

77,7 %

Shopping

80,2 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

74,0 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Lommel

Centrum Lommel

Centrum Lommel

Buitensingel

Buitensingel

Buitensingel

convenience

shopping

specialty

Bocholt

0,4 %

4,3 %

3,3 %

Hamont-Achel

0,3 %

12,5 %

8,3 %

Hechtel-Eksel

1,7 %

18,8 %

19,7 %

Leopoldsburg

1,2 %

10,5 %

21,4 %

Neerpelt

0,3 %

18,4 %

13,1 %

Overpelt

2,7 %

24,2 %

21,4 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

88,2 %

80,2 %

74,0 %

2,2 %

14,0 %

10,2 %

Overig provincie Limburg Buiten provincie Limburg

9,5 %

5,7 %

15,8 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

90

Hoofdstuk 3


Gemeente Lommel Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,2 %

0,4 %

0,0 %

Genk

0,0 %

0,5 %

0,1 %

Hasselt

0,5 %

5,6 %

6,4 %

Leopoldsburg

0,3 %

2,0 %

1,7 %

Neerpelt

0,3 %

2,7 %

1,7 %

Overpelt

0,6 %

1,5 %

0,3 %

Bezoekmotief

centrum Lommel

referentie

Keuze aan producten

23%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

15%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

8%

8%

18%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

6%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Lommel

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

31.615

91


Gemeente Lummen

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,6 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

88,8 %

77,7 %

Shopping

19,1 %

35,0 %

Specialty

44,7 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Lummen

Centrum Lummen

Centrum Lummen

Centrum Meldert

Centrum Meldert

Centrum Meldert

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,1 %

0,1 %

0,0 %

Halen

0,6 %

1,2 %

0,0 %

Herk-de-Stad

1,2 %

1,1 %

1,0 %

Heusden-Zolder

0,2 %

0,3 %

0,1 %

Opglabbeek

0,1 %

0,0 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

88,8 %

19,1 %

44,7 %

4,8 %

59,9 %

46,1 %

Buiten provincie Limburg

6,4 %

21,0 %

9,2 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Overig provincie Limburg

92

Hoofdstuk 3


Gemeente Lummen Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,8 %

13,9 %

5,9 %

Genk

0,0 %

0,9 %

0,9 %

Halen

0,0 %

1,0 %

0,7 %

Hasselt

3,3 %

34,5 %

33,4 %

Herk-de-Stad

0,1 %

0,7 %

0,0 %

Heusden-Zolder

0,3 %

5,1 %

5,2 %

Zonhoven

0,1 %

0,9 %

0,0 %

centrum Lummen

referentie

Keuze aan producten

29%

25%

Kwaliteit producten

16%

20%

Prijsniveau producten

13%

14%

6%

8%

24%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

centrum Lummen

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

5

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

13.665

93


Gemeente Maaseik

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

95,5 %

95,3 %

4,5 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

90,1 %

77,7 %

Shopping

37,6 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

33,4 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Maaseik

Centrum Maaseik

Centrum Maaseik

Centr. Neeroeteren

Centr. Neeroeteren

Centr. Neeroeteren

Maastrichtersteenw.

Centrum Opoeteren

Centrum Opoeteren

Centrum Opoeteren

Maastrichtersteenw.

Maastrichtersteenw.

convenience

shopping

specialty

Bocholt

0,2 %

0,4 %

0,7 %

Bree

0,5 %

1,3 %

1,2 %

Dilsen-Stokkem

1,8 %

5,1 %

3,9 %

Kinrooi

8,9 %

11,7 %

11,5 %

Meeuwen-Gruitrode

1,0 %

0,7 %

0,1 %

Opglabbeek

0,6 %

0,8 %

0,3 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

90,1 %

37,6 %

33,4 %

4,6 %

46,4 %

52,9 %

Buiten provincie Limburg

5,4 %

16,1 %

13,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Overig provincie Limburg

94

Hoofdstuk 3


Gemeente Maaseik Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bree

1,8 %

16,9 %

14,1 %

Dilsen-Stokkem

0,7 %

3,7 %

7,9 %

Genk

0,7 %

7,9 %

11,7 %

Hasselt

0,2 %

6,5 %

8,6 %

Maasmechelen

0,3 %

5,1 %

6,4 %

Opglabbeek

0,4 %

1,6 %

0,6 %

Bezoekmotief

centrum Maaseik

referentie

Keuze aan producten

23%

25%

Kwaliteit producten

22%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

6%

8%

17%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

7%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Maaseik

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

23.565

95


Gemeente Maasmechelen

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,6 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

91,6 %

77,7 %

Shopping

67,3 %

35,0 %

Specialty

56,4 %

38,9 %

shopping

specialty

Belangrijkste locaties

convenience

Centr.Maasmechelen Centr.Maasmechelen Centr.Maasmechelen

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

M2 Shopping Center

M2 Shopping Center

Centrum Eisden

Centrum Eisden

Centrum Eisden

M2 Shopping Center

convenience

shopping

specialty

As

1,6 %

5,6 %

4,3 %

Dilsen-Stokkem

6,5 %

18,1 %

22,2 %

Lanaken

2,6 %

12,8 %

12,1 %

Maaseik

0,3 %

5,1 %

6,4 %

Opglabbeek

0,7 %

1,8 %

2,6 %

Zutendaal

0,5 %

2,2 %

1,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

91,6 %

67,3 %

56,4 %

Overig provincie Limburg

1,4 %

23,7 %

29,3 %

Buiten provincie Limburg

7,0 %

9,0 %

14,2 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

96

Hoofdstuk 3


Gemeente Maasmechelen Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

As

0,0 %

0,6 %

0,3 %

Dilsen-Stokkem

0,4 %

1,9 %

5,1 %

Genk

0,2 %

8,3 %

9,6 %

Hasselt

0,2 %

6,0 %

10,2 %

Lanaken

0,4 %

3,2 %

3,2 %

centrum Eisden

referentie

Keuze aan producten

23%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

18%

14%

6%

8%

Bereikbaarheid

16%

19%

Parkeermogelijkheden

10%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel

Sfeer en gezelligheid

6%

5%

100%

100%

centrum Eisden

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

7

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

36.175

97


Gemeente Meeuwen-Gruitrode

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

94,6 %

95,3 %

5,3 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

55,4 %

77,7 %

Shopping

15,5 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty

39,6 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Meeuwen

Centrum Meeuwen

Centrum Meeuwen

Weg op Bree

Weg op Bree

Weg op Bree

convenience

shopping

specialty

Bocholt

0,3 %

0,7 %

0,0 %

Bree

0,4 %

1,9 %

0,0 %

Herk-de-Stad

0,1 %

0,0 %

0,0 %

Opglabbeek

0,4 %

0,7 %

0,2 %

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Peer

0,3 %

1,6 %

0,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

55,4 %

15,5 %

39,6 %

Overig provincie Limburg

34,0 %

45,7 %

58,5 %

Buiten provincie Limburg

10,5 %

38,9 %

1,9 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

98

Hoofdstuk 3


Gemeente Meeuwen-Gruitrode Afvloeiing belangrijkste gemeenten Bree

convenience

shopping

specialty

21,5 %

24,0 %

32,6 %

Dilsen-Stokkem

0,2 %

0,0 %

0,7 %

Genk

4,1 %

7,4 %

15,0 %

Hasselt

0,8 %

4,9 %

8,6 %

Houthalen-Helchteren

1,4 %

0,6 %

0,3 %

Lommel

0,1 %

0,6 %

0,4 %

Opglabbeek

2,2 %

2,0 %

0,2 %

Peer

1,9 %

2,9 %

0,4 %

Bezoekmotief

centrum Meeuwen

referentie

Keuze aan producten

34%

25%

Kwaliteit producten

16%

20%

Prijsniveau producten

11%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

7%

8%

22%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Meeuwen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

12.505

99


Gemeente Neerpelt

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

96,0 %

95,3 %

4,0 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

95,7 %

77,7 %

Shopping

41,7 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

50,8 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Neerpelt

Centrum Neerpelt

Centrum Neerpelt

convenience

shopping

specialty

Bocholt

2,8 %

4,9 %

7,9 %

Hamont-Achel

8,2 %

19,5 %

22,1 %

Hechtel-Eksel

2,1 %

2,8 %

6,1 %

11,0 %

19,5 %

25,8 %

2,4 %

3,6 %

6,3 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

95,7 %

41,7 %

50,8 %

1,9 %

47,3 %

35,5 %

Buiten provincie Limburg

2,4 %

11,0 %

13,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Overpelt Peer

Overig provincie Limburg

100

Hoofdstuk 3


Gemeente Neerpelt Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bree

0,0 %

2,4 %

2,2 %

Hamont-Achel

0,1 %

2,0 %

2,0 %

Hasselt

0,2 %

11,1 %

11,0 %

Lommel

0,3 %

18,4 %

13,1 %

Overpelt

1,1 %

8,7 %

5,8 %

centrum Neerpelt

referentie

Keuze aan producten

26%

25%

Kwaliteit producten

24%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

8%

8%

14%

19%

7%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

centrum Neerpelt

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

16.065

101


Gemeente Nieuwerkerken

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

95,2 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

4,8 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

62,2 %

77,7 %

Shopping

23,6 %

35,0 %

Specialty

28,9 %

38,9 %

shopping

specialty

C. Nieuwerkerken

Diestersteenweg

C. Nieuwerkerken

Diestersteenweg

C. Nieuwerkerken

Diestersteenweg

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

convenience

shopping

specialty

Gingelom

0,0 %

0,5 %

0,0 %

Halen

0,0 %

0,6 %

0,0 %

Herk-de-Stad

0,2 %

0,4 %

0,0 %

Sint-Truiden

0,1 %

0,3 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

62,2 %

23,6 %

28,9 %

Overig provincie Limburg

27,2 %

59,5 %

64,3 %

Buiten provincie Limburg

10,6 %

16,9 %

6,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

102

Hoofdstuk 3


Gemeente Nieuwerkerken Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Alken

1,2 %

1,7 %

0,0 %

Hasselt

9,9 %

23,2 %

37,8 %

Herk-de-Stad

0,9 %

1,1 %

1,1 %

Peer

0,2 %

0,0 %

0,0 %

Sint-Truiden

28,1 %

25,5 %

centrum Nieuwerkerken

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

17%

20%

Prijsniveau producten

12%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

25%

19%

8%

8%

Bezoekmotief

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

14,8 %

1%

5%

100%

100%

centrum Nieuwerkerken

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

7

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

6.585

103


Gemeente Opglabbeek

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

97,7 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

2,3 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Belangrijkste locaties

gemeente

referentie

Convenience

72,3 %

77,7 %

Shopping

39,8 %

35,0 %

Specialty

25,1 %

38,9 %

Binding belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centr. Opglabbeek

Centr. Opglabbeek

Centr. Opglabbeek

convenience

shopping

specialty

As

7,1 %

4,3 %

2,2 %

Bocholt

0,2 %

0,6 %

0,0 %

Bree

0,2 %

1,2 %

0,0 %

Maaseik

0,4 %

1,6 %

0,6 %

Meeuwen-Gruitrode

2,2 %

2,0 %

0,2 %

Peer

0,0 %

0,4 %

0,1 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Sint-Truiden

0,0 %

0,2 %

0,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

72,3 %

39,8 %

25,1 %

Overig provincie Limburg

17,7 %

53,9 %

70,0 %

Buiten provincie Limburg

10,0 %

6,3 %

4,9 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

104

Hoofdstuk 3


Gemeente Opglabbeek Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

As

0,8 %

2,4 %

0,8 %

Bree

1,5 %

8,9 %

6,6 %

Dilsen-Stokkem

0,2 %

0,3 %

3,3 %

11,4 %

28,6 %

41,3 %

Hasselt

0,5 %

8,3 %

14,2 %

Maaseik

0,6 %

0,8 %

0,3 %

Maasmechelen

0,7 %

Genk

1,8 %

2,7 %

centrum Opglabbeek

referentie

Keuze aan producten

24%

25%

Kwaliteit producten

22%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

9%

8%

19%

19%

6%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

centrum Opglabbeek

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

9.415

105


Gemeente Overpelt

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

96,4 %

95,3 %

3,6 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

76,1 %

77,7 %

Shopping

36,3 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

22,1 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Overpelt

Centrum Overpelt

Centrum Overpelt

convenience

shopping

specialty

Bocholt

0,7 %

1,4 %

0,0 %

Hamont-Achel

0,4 %

2,5 %

2,1 %

Hechtel-Eksel

1,5 %

2,1 %

3,6 %

Lommel

0,6 %

1,5 %

0,3 %

Neerpelt

1,1 %

8,7 %

5,8 %

Peer

0,8 %

1,2 %

1,1 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

76,1 %

36,3 %

22,1 %

Overig provincie Limburg

15,8 %

58,1 %

59,8 %

Buiten provincie Limburg

8,1 %

5,6 %

18,1 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

106

Hoofdstuk 3


Gemeente Overpelt Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

As

0,0 %

0,6 %

0,3 %

Borgloon

0,3 %

0,3 %

0,0 %

Bree

0,1 %

1,0 %

1,0 %

Hasselt

0,2 %

7,7 %

10,6 %

Houthalen-Helchteren

0,6 %

0,4 %

0,0 %

Lommel

2,7 %

24,2 %

21,4 %

Neerpelt

11,0 %

19,5 %

25,8 %

centrum Overpelt

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

20%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

6%

8%

17%

19%

9%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

4%

5%

100%

100%

centrum Overpelt

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

5

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

13.245

107


Gemeente Peer

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

94,2 %

95,3 %

5,8 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

79,6 %

77,7 %

Shopping

40,8 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

43,0 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Peer

Centrum Peer

Centrum Peer

convenience

shopping

specialty

Bocholt

0,8 %

3,2 %

1,4 %

Bree

0,2 %

1,5 %

0,3 %

Hechtel-Eksel

2,4 %

9,8 %

3,3 %

Houthalen-Helchteren

0,0 %

0,9 %

0,1 %

Meeuwen-Gruitrode

1,9 %

2,9 %

0,4 %

Nieuwerkerken

0,2 %

0,0 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

79,6 %

40,8 %

43,0 %

Overig provincie Limburg

12,0 %

45,5 %

47,7 %

Buiten provincie Limburg

8,4 %

13,7 %

9,4 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

108

Hoofdstuk 3


Gemeente Peer Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bree

3,2 %

13,3 %

11,1 %

Genk

0,1 %

1,7 %

2,3 %

Hasselt

0,3 %

10,0 %

17,5 %

Hechtel-Eksel

0,8 %

1,0 %

0,6 %

Houthalen-Helchteren

3,3 %

3,0 %

2,3 %

Lommel

0,2 %

6,9 %

4,2 %

Neerpelt

2,4 %

3,6 %

6,3 %

Overpelt

0,8 %

1,2 %

1,1 %

Bezoekmotief

centrum Peer

referentie

Keuze aan producten

24%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

17%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

9%

8%

17%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Peer

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

15.725

109


Gemeente Riemst

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

94,0 %

95,3 %

6,0 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

73,8 %

77,7 %

Shopping

21,0 %

35,0 %

Specialty

43,6 %

38,9 %

Binding naar goederengroep

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Centrum Riemst

Centrum Riemst

Centrum Riemst

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,3 %

0,9 %

1,4 %

Hoeselt

0,1 %

0,2 %

0,9 %

Lanaken

0,0 %

0,5 %

0,0 %

Tongeren

0,0 %

0,5 %

0,0 %

Voeren

2,4 %

1,7 %

2,3 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

73,8 %

21,0 %

43,6 %

Overig provincie Limburg

11,1 %

46,7 %

47,2 %

Buiten provincie Limburg

15,2 %

32,3 %

9,2 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

110

Hoofdstuk 3


Gemeente Riemst Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bilzen

2,0 %

10,2 %

9,2 %

Genk

0,0 %

1,8 %

1,3 %

Hasselt

1,3 %

12,0 %

12,3 %

Hoeselt

1,1 %

0,9 %

1,2 %

Lanaken

0,8 %

2,9 %

2,4 %

Tongeren

5,2 %

16,4 %

20,2 %

Bezoekmotief

centrum Riemst

referentie

Keuze aan producten

48%

25%

Kwaliteit producten

17%

20%

Prijsniveau producten

13%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

3%

8%

12%

19%

Parkeermogelijkheden

6%

8%

Sfeer en gezelligheid

2%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Riemst

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

15.815

111


Gemeente Sint-Truiden

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

91,8 %

95,3 %

8,2 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

93,5 %

77,7 %

Shopping

74,4 %

35,0 %

Specialty

69,0 %

38,9 %

Binding naar goederengroep

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centr. Sint-Truiden

Centr. Sint-Truiden

Centr. Sint-Truiden

Hasseltsesteenweg

Hasseltsesteenweg

Tongersesteenweg

Tongersesteenweg

Industrielaan

Hasseltsesteenweg

Industrielaan

Tongersesteenweg

Industrielaan

convenience

shopping

specialty

2,5 %

8,3 %

11,1 %

Borgloon

6,6 %

20,4 %

21,2 %

Gingelom

18,9 %

50,7 %

56,3 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten Alken

Heers

6,8 %

35,9 %

26,2 %

14,8 %

28,1 %

25,5 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

93,5 %

74,4 %

69,0 %

Overig provincie Limburg

1,7 %

19,7 %

21,4 %

Buiten provincie Limburg

4,8 %

6,0 %

9,6 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Nieuwerkerken

112

Hoofdstuk 3


Gemeente Sint-Truiden Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Alken

0,1 %

0,9 %

1,1 %

Borgloon

0,0 %

0,5 %

0,7 %

Genk

0,0 %

1,2 %

1,0 %

Gingelom

0,1 %

0,2 %

0,0 %

Hasselt

1,2 %

13,7 %

17,6 %

Heers

0,2 %

0,3 %

0,4 %

Nieuwerkerken

0,1 %

0,3 %

0,0 %

centrum Sint-Truiden

referentie

Keuze aan producten

24%

25%

Kwaliteit producten

23%

20%

Prijsniveau producten

15%

14%

8%

8%

14%

19%

8%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

7%

5%

100%

100%

centrum Sint-Truiden

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

37.990

113


Gemeente Tessenderlo

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

94,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

5,7 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

79,8 %

77,7 %

Shopping

42,8 %

35,0 %

Specialty

56,4 %

38,9 %

shopping

specialty

Belangrijkste locaties

convenience

Centrum Tessenderlo Centrum Tessenderlo Centrum Tessenderlo Diesterstraat

Hulsterweg

Diesterstraat

Hulsterweg

Diesterstraat

Hulsterweg

convenience

shopping

specialty

Beringen

0,1 %

0,6 %

1,5 %

Halen

0,1 %

0,5 %

0,0 %

Ham

2,7 %

8,2 %

9,0 %

Herk-de-Stad

0,1 %

0,0 %

0,1 %

Lummen

0,0%

1,0 %

0,0 %

Voeren

0,0 %

0,6 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

79,8 %

42,8 %

56,4 %

Overig provincie Limburg

2,6 %

29,7 %

21,0 %

Buiten provincie Limburg

17,6 %

27,5 %

22,6 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

114

Hoofdstuk 3


Gemeente Tessenderlo Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Alken

0,0 %

0,0 %

0,3 %

Beringen

1,4 %

8,6 %

3,9 %

Genk

0,0 %

1,3 %

0,4 %

Ham

0,1 %

2,0 %

0,1 %

Hasselt

0,7 %

14,9 %

15,5 %

Leopoldsburg

0,2 %

0,8 %

0,6 %

Bezoekmotief

centrum Tessenderlo

referentie

Keuze aan producten

29%

25%

Kwaliteit producten

20%

20%

Prijsniveau producten

14%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

7%

8%

17%

19%

Parkeermogelijkheden

8%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Bereikbaarheid

Totaal Oordeel

centrum Tessenderlo

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

16.650

115


Gemeente Tongeren

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

92,8 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

7,2 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

93,2 %

77,7 %

Shopping

61,0 %

35,0 %

Specialty

62,2 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Luikersteenweg

Centrum Tongeren

Centrum Tongeren

Centrum Tongeren

Luikersteenweg

Luikersteenweg

Maastrichtersteenw.

Maastrichtersteenw.

Maastrichtersteenw.

convenience

shopping

specialty

Borgloon

2,3 %

9,4 %

6,0 %

Heers

2,8 %

9,0 %

6,1 %

Hoeselt

4,4 %

8,3 %

5,5 %

Kortessem

1,4 %

7,3 %

5,7 %

Riemst

5,2 %

16,4 %

20,2 %

Voeren

9,4 %

19,5 %

6,7 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

93,2 %

61,0 %

62,2 %

Overig provincie Limburg

1,4 %

26,3 %

20,7 %

Buiten provincie Limburg

5,5 %

12,8 %

17,1 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

116

Hoofdstuk 3


Gemeente Tongeren Afvloeiing belangrijkste gemeenten

Convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,0 %

2,9 %

0,9 %

Genk

0,0 %

1,7 %

1,7 %

Hasselt

0,6 %

14,5 %

14,7 %

Hoeselt

0,3 %

1,8 %

1,6 %

Sint-Truiden

0,2 %

1,1 %

0,7 %

centrum Tongeren

referentie

Keuze aan producten

25%

25%

Kwaliteit producten

23%

20%

Prijsniveau producten

14%

14%

7%

8%

17%

19%

6%

8%

Bezoekmotief

Klantvriendelijkheid personeel Bereikbaarheid Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

8%

5%

100%

100%

centrum Tongeren

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

5

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

6

7

Sfeer en gezelligheid

6

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

29.635

117


Gemeente Voeren

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

96,7 %

95,3 %

3,3 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

58,2 %

77,7 %

Shopping

7,3 %

35,0 %

Specialty

22,1 %

38,9 %

Binding naar goederengroep Convenience

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centrum Voeren

Centrum Voeren

Centrum Voeren

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

-

-

-

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

58,2 %

7,3 %

22,1 %

Overig provincie Limburg

13,7 %

41,7 %

13,1 %

Buiten provincie Limburg

28,1 %

51,1 %

64,7 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

118

Hoofdstuk 3


Gemeente Voeren Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bilzen

1,2 %

3,8 %

0,3 %

Hasselt

0,0 %

8,8 %

3,3 %

Hoeselt

0,2 %

0,4 %

0,0 %

Lanaken

0,3 %

0,6 %

0,0 %

Maasmechelen

0,1 %

2,1 %

0,5 %

Riemst

2,4 %

1,7 %

2,3 %

Tongeren

9,4 %

19,5 %

6,7 %

centrum Voeren

referentie

Keuze aan producten

32%

25%

Kwaliteit producten

11%

20%

Bezoekmotief

Prijsniveau producten

4%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

18%

8%

Bereikbaarheid

25%

19%

0%

8%

Parkeermogelijkheden Sfeer en gezelligheid

11%

5%

100%

100%

centrum Voeren

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

8

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

8

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

4.240

119


Gemeente Wellen

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,7 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

72,0 %

77,7 %

Shopping

19,1 %

35,0 %

Binding naar goederengroep

Specialty Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

26,7 %

38,9 %

convenience

shopping

specialty

Centrum Wellen

Centrum Wellen

Centrum Wellen

convenience

shopping

specialty

Alken

0,8 %

0,8 %

2,0 %

Borgloon

0,9 %

1,1 %

0,8 %

Gingelom

0,2 %

0,2 %

0,0 %

Hasselt

0,0 %

0,0 %

0,1 %

Heers

0,6 %

0,1 %

0,0 %

Kortessem

0,8 %

1,0 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

72,0 %

19,1 %

26,7 %

Overig provincie Limburg

18,3 %

62,9 %

66,4 %

Buiten provincie Limburg

9,7 %

18,0 %

6,9 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

120

Hoofdstuk 3


Gemeente Wellen Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Alken

3,6 %

4,3 %

2,9 %

Borgloon

2,3 %

1,6 %

2,4 %

Hasselt

8,5 %

36,7 %

49,0 %

Kortessem

1,3 %

2,6 %

0,0 %

Sint-Truiden

1,3 %

8,0 %

6,8 %

Tongeren

1,0 %

4,9 %

3,3 %

Bezoekmotief

centrum Wellen

Referentie

Keuze aan producten

26%

25%

Kwaliteit producten

19%

20%

Prijsniveau producten

15%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

17%

19%

Parkeermogelijkheden

9%

8%

Sfeer en gezelligheid

3%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Wellen

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

7

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

7

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

6.835

121


Gemeente Zonhoven

Aandeel detailhandel Winkelaankopen

gemeente

referentie

96,3 %

95,3 %

Niet-winkelaankopen

3,7 %

4,7 %

Totaal

100 %

100 %

Binding naar goederengroep

gemeente

referentie

Convenience

81,6 %

77,7 %

Shopping

30,6 %

35,0 %

Specialty

27,9 %

38,9 %

Belangrijkste locaties

convenience

shopping

specialty

Centrum Zonhoven

Centrum Zonhoven

Centrum Zonhoven

Heuveneindeweg

Heuveneindeweg

Heuveneindeweg

Beringersteenweg

Beringersteenweg

Beringersteenweg

convenience

shopping

specialty

Hasselt

0,4 %

0,8 %

0,7 %

Heusden-Zolder

0,4 %

3,2 %

1,0 %

Houthalen-Helchteren

0,5 %

1,9 %

0,7 %

Leopoldsburg

0,0 %

0,1 %

0,3 %

Lummen

0,1 %

0,9 %

0,0 %

Meeuwen-Gruitrode

0,1 %

0,0 %

0,0 %

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

Opglabbeek

0,5 %

0,1 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

81,6 %

30,6 %

27,9 %

9,0 %

35,8 %

63,8 %

Buiten provincie Limburg

9,4 %

33,6 %

8,3 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

Overig provincie Limburg

122

Hoofdstuk 3


Gemeente Zonhoven Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

Beringen

0,1 %

1,2 %

0,0 %

Genk

1,8 %

6,9 %

13,0 %

Hasselt

5,3 %

22,6 %

44,9 %

Heusden-Zolder

0,3 %

1,4 %

1,8 %

Houthalen-Helchteren

1,2 %

2,4 %

2,0 %

Maasmechelen

0,0 %

0,3 %

0,8 %

Bezoekmotief

specialty

centrum Zonhoven

referentie

Keuze aan producten

21%

25%

Kwaliteit producten

21%

20%

Prijsniveau producten

15%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

8%

8%

Bereikbaarheid

19%

19%

Parkeermogelijkheden

11%

8%

Sfeer en gezelligheid

5%

5%

100%

100%

Totaal Oordeel

centrum Zonhoven

referentie

Keuze aan producten

9

8

Kwaliteit producten

9

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

7

7

Bereikbaarheid

8

8

Parkeermogelijkheden

8

7

Sfeer en gezelligheid

6

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

19.695

123


Gemeente Zutendaal

Aandeel detailhandel Winkelaankopen Niet-winkelaankopen Totaal

gemeente

referentie

96,5 %

95,3 %

3,5 %

4,7 %

100 %

100 %

gemeente

referentie

Convenience

70,0 %

77,7 %

Shopping

20,5 %

35,0 %

Specialty

6,4 %

38,9 %

Binding naar goederengroep

Belangrijkste locaties

Toevloeiing vanuit andere gemeenten

convenience

shopping

specialty

Centrum Zutendaal

Centrum Zutendaal

Centrum Zutendaal

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,0 %

0,3 %

0,0 %

Lanaken

0,1 %

0,6 %

0,0 %

Lummen

0,0 %

0,2 %

0,0 %

Maaseik

0,0 %

0,2 %

0,0 %

Aandeel afvloeiing

convenience

shopping

specialty

Gemeente (binding)

70,0 %

20,5 %

6,4 %

Overig provincie Limburg

21,0 %

59,3 %

81,3 %

Buiten provincie Limburg

9,1 %

20,2 %

12,3 %

Totaal

100 %

100 %

100 %

124

Hoofdstuk 3


Gemeente Zutendaal Afvloeiing belangrijkste gemeenten

convenience

shopping

specialty

Bilzen

0,7 %

3,3 %

1,7 %

Genk

12,7 %

38,4 %

56,0 %

Hasselt

1,6 %

8,2 %

15,4 %

Lanaken

5,2 %

3,1 %

6,0 %

Maasmechelen

0,6 %

2,2 %

1,1 %

centrum Zutendaal

referentie

Keuze aan producten

18%

25%

Kwaliteit producten

15%

20%

Bezoekmotief

Prijsniveau producten

9%

14%

Klantvriendelijkheid personeel

11%

8%

Bereikbaarheid

27%

19%

Parkeermogelijkheden

15%

8%

Sfeer en gezelligheid

4%

5%

100%

100%

centrum Zutendaal

referentie

Keuze aan producten

8

8

Kwaliteit producten

8

8

Prijsniveau producten

6

6

Klantvriendelijkheid personeel

6

7

Bereikbaarheid

7

8

Parkeermogelijkheden

7

7

Sfeer en gezelligheid

4

Totaal Oordeel

6

Kengetallen

gemeente

Inwonertal

Hoofdstuk 3

6.865

125


126

Hoofdstuk 3


Definities



Bestedingspotentieel Totaal aan detailhandelsbestedingen die door inwoners van een bepaald gebied gedaan kunnen worden. Gebaseerd op inwonertal naar gemiddelde (landelijke) besteding per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar het gemiddelde inkomensniveau in de betreffende gemeente of provincie. Goederengroepen De detailhandel valt uiteen in drie goederengroepen: • Convenience goederen die zeer frequent en met zo weinig mogelijk inspanning aangekocht worden, zoals voeding. • Shopping goederen, zoals kleding, huishoudartikelen en geschenkartikelen waarbij al winkelend vergelijken van prijs en kwaliteit centraal staat. • Specialty goederen die weinig frequent worden aangekocht, met een hoge geldwaarde, zoals meubelen, juwelen en bruin- en witgoed. Handelsfuncties Binnen de kleinhandel wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten handelsfuncties: detailhandel, horeca en diensten. Daarnaast is een categorie overige voorzien. Kleinhandel Kleinhandel wordt hier gezien als economische functie die verwijst naar kleinhandelsbedrijvigheid of kleinhandelsactiviteiten. Koopattractie Mate waarin inwoners van buiten een bepaalde gemeente of provincie hun bestedingen verrichten binnen deze gemeente of provincie. Kooporië ëntatie Mate waarin inwoners van een bepaalde gemeente of provincie hun bestedingen verrichten in deze gemeente of provincie. Koopvlucht Mate waarin inwoners van een bepaalde gemeente of provincie hun bestedingen verrichten buiten deze gemeente of provincie. Productgroepen In de aanbodstudie wordt een indeling in vijftien productgroepen gehanteerd, te weten: voeding, drogisterijartikelen/reukwaren, warenhuis, kleding/mode, schoenen/lederwaren, juwelier/optiek, huishoudelijke artikelen, media, hobby, sport/spel, bruin- en witgoed, doehet-zelf, plant en dier, rijwielen/autoaccessoires, wonen en overige detailhandel. Onder de productgroep warenhuis worden zowel hypermarchés (bijvoorbeeld Carrefour) als winkels (zoals Inno en Hema) gevat.

Definities

1


Superettes, supermarkten en hypermarchés Onder de benamingen hypermarkten, supermarkten en superettes begrijpt men detailhandelszaken, hoofdzakelijk in zelfbediening, in voedings- en niet-voedingswaren. Hypermarkten beschikken over een minimaal 2 500 m² wvo; supermarkten hebben een omvang die ligt tussen 400 m² en 2 499 m² wvo en superettes hebben een oppervlakte tussen 100 m² en 399 m² wvo. Vloerproductiviteit Gemiddelde detailhandelsomzet per vierkante meter winkelvloeroppervlak. Winkelformule Een bedrijf met minimaal 5 vestigingen in België en/of daarbuiten. In plaats van formule wordt ook vaak het begrip embleem gehanteerd. Winkelgebied Een concentratie van (minimaal 5) winkels die voor de consument waarneembaar als eenheid te onderscheiden is. Winkelvloeroppervlakte De winkelruimte die voor de consument toegankelijk is, dus exclusief magazijn, kantoor, etalage, e.d.

2

Definities


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B–3500 HASSELT

09:32

Pagina 3


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

09:32

Pagina 6

KADERS VOOR DE VISIE DPO en visie kleinhandel provincie Limburg


Inhoudsopgave

pagina

1. INLEIDING

3

2. KLEINHANDELSSTRUCTUUR PROVINCIE LIMBURG

5

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7

Inleiding Indeling detailhandelsstructuur Bevolking Kleinhandelsaanbod Koopstromen Economisch functioneren SWOT

5 5 12 13 19 20 20

3. KLEINHANDELSSTRUCTUUR PER REGIO 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

23

Inleiding Noord-Limburg West-Limburg Midden-Limburg Maasland Haspengouw

23 24 30 35 41 46

4. KADERS VOOR DE VISIE

53

4.1 Trends en ontwikkelingen 4.1.1 Trends aan vraagzijde 4.1.2 Trends aan aanbodzijde 4.1.3 Vraag en aanbod dragers van complementaire retailstructuur 4.1.4 Aanbodsvormen 4.1.5 Conclusies trends en ontwikkelingen voor aanbod in BelgiĂŤ 4.2 Beleidskaders 4.2.1 Wet van 13 augustus 2004 omtrent de vergunning van handelsvestigingen 4.2.2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 4.2.3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg 4.2.4 Streekpact 2008-2013 4.2.5 STAP, Strategisch Toeristisch ActiePlan 4.2.6 Provinciaal Plattelandsbeleidsplan 2007-2013 4.2.7 Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen 4.2.8 Conclusie

Inhoudsopgave

53 54 55 57 60 66 67 67 68 72 75 78 79 79 79

1


Inhoudsopgave

4.3 Marktpartijen 4.3.1 UNIZO Limburg 4.3.2 Fedis 4.3.3 Group GL 4.3.4 Heijmans Property Development NV 4.3.5 Democo/DMI 4.3.6 Retail Forum Belgium

pagina

80 81 81 83 84 85 86

BIJLAGEN Overzicht gemeentelijke structuurplannen, uitgangspunten detailhandel

2

1

Inhoudsopgave


1.

INLEIDING

Aanleiding De deputatie van de provincie Limburg heeft aan BRO de opdracht verstrekt om een distributieplanologisch onderzoek uit te voeren en een provinciale detailhandelsvisie te ontwikkelen. Deze opdracht bestaat uit 3 delen en 4 deelrapportages. Een eerste deel betreft een inventarisatie van het commercieel aanbod, bestaande uit detailhandel, horeca, commerciële diensten en leegstand. Deze deelstudie geeft inzicht in de detailhandelsstructuur van de provincie en bevat per gemeente een fiche met de voornaamste kengetallen en conclusies voor detailhandel op gemeentelijk niveau. In een tweede deel wordt de vraagzijde onderzocht middels een grootschalig consumentenonderzoek. Aan de hand van een bevraging van 8 900 inwoners uit de provincie wordt een schat aan informatie verzameld met betrekking tot het koopgedrag van de inwoners van de provincie en de commerciële positionering van de Limburgse gemeenten. In het derde deel, worden vraag en aanbodgegevens geïntegreerd tot een detailhandelsvisie voor de middellange termijn en worden aan het provinciebestuur aanbevelingen en instrumenten aangereikt om gewenste doelstellingen te bereiken. In voorliggende deelrapportage worden in afwachting van de uiteindelijke visie de kaders aangereikt die deze visie mee moeten vormgeven. Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de voornaamste kenmerken van de detailhandelsstructuur in de provincie toegelicht en wordt het economisch draagvlak berekend aan de hand van het huidig functioneren. Een SWOT-analyse zet de voornaamste conclusies aan aanbod- en vraagzijde op een rij. Het overleg inzake sociaaleconomische streekontwikkeling voor de provincie wordt geregeld via het RESOC, het Regionaal Economisch en Sociaal Overleg Comité Limburg. Hiertoe is tevens een subregionaal niveau opgericht middels de 5 regio’s of streektafels, te weten Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Maasland en Haspengouw. In hoofdstuk 3 wordt per regio gekeken naar de sterke en zwakke punten met betrekking tot het aanwezige aanbod voor de verschillende productgroepen, de koopgerichtheid en het huidig profiel van de betrokken gemeenten, de lopende of geplande ontwikkelingen. In hoofdstuk 4 worden eerst en vooral de voornaamste trends en ontwikkelingen opgelijst zodat mogelijke oplossingen en aanbevelingen maximaal aansluiting vinden bij hetgeen vandaag de dag zowel voor de distributiesector als voor de uiteindelijke klant als wenselijk of haalbaar wordt ervaren. Vervolgens worden de ruimtelijke, socio-economische of andere beleidskaders beknopt samengevat voor de verschillende overheidsniveaus en worden de inzichten van verschillende marktpartijen toegelicht.

Hoofdstuk 1

3


De beleidsmatige en/of markteconomische uitgangspunten vormen een belangrijke hoeksteen voor de verdere strategiebepaling en visieontwikkeling. Bovendien kan een visie maar ingang vinden bij alle betrokken partijen, organisaties en overheidsinstanties als deze op voorhand voldoende afgetoetst is en zodoende op draagvlak kan berusten. Met betrekking tot de marktpartijen is er in overleg met het provinciebestuur een evenwichtige selectie gemaakt van intermediaire organisaties en projectontwikkelaars. Zoals verderop zal blijken vormen ruimtelijke structuurvisies van provinciale en gemeentelijke overheden belangrijke input bij het aanscherpen van een overkoepelende detailhandelsvisie. Daarom worden in de bijlage de voornaamste krachtlijnen van de afzonderlijke gemeentelijke structuurplannen, voor zover voorlopig of definitief goedgekeurd, weergegeven. Hier dient ook bij gezegd te worden dat de kaders voor de visie werden uitgewerkt in het najaar van 2007, waardoor de status van bepaalde procedures vandaag de dag (juni 2008) in enkele gevallen wellicht geĂŤvolueerd is.

4

Hoofdstuk 1


2.

KLEINHANDELSSTRUCTUUR PROVINCIE LIMBURG

2.1 Inleiding Doel van dit gedeelte is het schetsen van een duidelijk profiel van de provincie Limburg. Voor het opstellen van een helder profiel is gebruik gemaakt van BRO’s studies van aanbodzijde en vraagzijde, geleverde informatie door gemeenten en ontwikkelaars, gegevens uit verschillende vakbladen en BRO’s kennis van de verschillende Limburgse winkelgebieden, opgedaan door inventarisatie ter plekke. Allereerst worden op hoofdlijnen een aantal belangrijke uitkomsten van de aanbodstudie en van de vraagstudie opgesomd. Hierbij wordt ook ingegaan op de voornaamste kleinhandelsconcentraties van de provincie en het huidig economisch functioneren van de kleinhandel in Limburg. Een en ander wordt afgezet tegen referentiecijfers. Daarbinnen zal specifiek worden ingegaan op de verschillende regio’s. Het gedeelte wordt afgesloten met een SWOT analyse.

2.2 Indeling detailhandelsstructuur De Limburgse detailhandelsstructuur is opgebouwd uit verschillende elementen: centrumgebieden zoals bovenregionaal verzorgende centra, regionaal verzorgende centra, bovenlokaal verzorgende centra en lokaal verzorgende centra, grootschalige kleinhandelsconcentraties, baanwinkelconcentraties en een bijzondere kleinhandelsconcentratie. Bij de typering van het volledige kleinhandelsaanbod is rekening gehouden met de omvang van het aanbod en met ruimtelijke maatstaven, zoals ruimtelijke karakteristieken, geconcentreerd versus versnipperd, in het centrum versus verspreid. Evolutie Vlaanderen heeft een fijnmazig netwerk met relatief veel detailhandelsvestigingen. Globaal zijn deze onder te brengen onder één van de categorieën zoals hieronder beschreven. Hier is een hele evolutie aan vooraf gegaan. Vroeger waren de binnensteden de belangrijkste aankoopgebieden voor detailhandel. Hier werden alle voorzieningen geconcentreerd en woonden, recreëerden en deden mensen boodschappen in de stads- en dorpscentra. Vanaf de jaren zestig zochten bedrijven en handelszaken locaties op buiten de stadscentra. Daar werd de ruimte te schaars en de grond te duur. Het begin van een suburbanisatiegolf die alle voorzieningen in een meer verspreide slagorde bracht. Waar het eerst de super- en hypermarkten waren die zich langs invalswegen gingen vestigen, volgden later andere ruimtebehoevende branches zoals woninginrichting, meubel, doehet-zelf. Naar het voorbeeld van de Amerikaanse malls openden eind jaren zestig de eerste shopping centra, in Genk en Woluwe.

Hoofdstuk 2

5


In Genk was er nog niet echt sprake van een stadscentrum en fungeerde het shopping center 1 als een heuse katalysator voor de centrumontwikkeling. Woluwe zocht de rand van Brussel op, makkelijk bereikbaar langsheen de autosnelweg. Er volgden meer dergelijke centra, niet enkel in de rand maar ook ter aanvulling van het traditioneel aanbod in de binnenstad. Hoe verder de shopping centra van de stadsrand lagen, hoe zwaarder de impact voor de binnensteden. Immers het aanbod was veelal vergelijkbaar, de randvoorwaarden oogden veel interessanter: overdekt, goed bereikbaar, makkelijke parking, maar ook met kleinere, binnenstedelijke aanbieders. De wet op de handelsvestigingen van 1975 moest deze tendens met kwalijke gevolgen voor de binnenstad afblokken. De wet had tot doel snelle groei van grote winkels zowel in stedelijke omgeving (zone 1) als daarbuiten (zone 2) onder controle te houden. Toch waren er nog voldoende mogelijkheden voor grotere zaken om zich in het stedelijk weefsel aan de rand of langs invalswegen te vestigen. En de branches beperkten zich niet langer tot food, doe-het-zelf of wonen, ook binnenstedelijke branches volgden hun voorbeeld. Omwille van het residentieel suburbanisatieproces werd de druk op de periferie nog groter en zocht de detailhandel haar heil op industrie- of kmo-zones. Hierdoor ontstond opnieuw een grootschalig aanbod van solitaire spelers en/of shopping centra met negatieve gevolgen voor de voorzieningenstructuur in de centra. De echte baanwinkelconcentraties met een aaneenschakeling van solitaire aanbieders (de ‘schoendozen’) waren een feit. Niet alleen de economische functie in binnensteden liep terug, ook de woonfunctie en veelal recreatieve functies. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de megabioscopen aan invalswegen van de grote steden. Deze verschraling van het voorzieningenaanbod in binnensteden leidde ook tot andere ongelukkige ontwikkelingen. Er woonden minder mensen in de stad en er werd ’s avonds elders gerecreëerd waardoor de sociale controle afnam en het onveiligheidsgevoel de kop op stak. Voorts werd er minder geïnvesteerd waardoor gebouwen of stadsgedeelten stilaan verkommerden, de leegstand toenam en nog meer winkels verhuisden naar de lucratievere stadsrand. Zowel overheid, investeerders, handelaars en andere marktpartijen werden zich bewust van deze situatie en vanaf eind jaren ’90 werd het beleid meer en meer toegespitst op een revitalisering van binnensteden. Interessante hefboom was het Mercuriusproject van de Vlaamse Regering waarbij in een 20-tal steden binnenstedelijke initiatieven werden opgestart om de stadscentra nieuw leven in te blazen. In navolging van de Vlaamse overheid werden ook door de provinciale en gemeentelijke overheid maatregelen genomen ter versterking van binnensteden, middels het uitwerken van subsidiereglementen, het opstarten en aanmoedigen van binnenstedelijke overlegorganen. Centrummanagers deden hun intrede in grote en kleinere steden, ontwikkelaars en promotoren zagen kansen in PPS-projecten die veelal in binnensteden een multifunctionele ontwikkeling inhielden.

6

Hoofdstuk 2


Een bijkomende troef voor de gemeentebesturen is de nieuwe wet op de handelsvestigingen van augustus 2004 die een grotere verantwoordelijkheid legt bij de lokale besturen. Hieronder lichten we de verschillende types van detailhandelsconcentraties toe, zowel in binnensteden en kernen als in perifere en bijzondere concentraties. Typering centrumgebieden naar m² wvo aan kleinhandel Onder centrumgebieden wordt verstaan: de binnensteden, de belangrijkste winkelgebieden en de kernverzorgende centra, zowel voor grote als voor kleine centra. Tot de centrumgebieden behoren niet de kleinhandelsconcentraties die zich ontwikkelen langs de baan. Bij de typering van de verschillende centrumgebieden is met name gekeken naar de omvang van het centrumaanbod. Zo is een centrumgebied met meer dan 50 000 m² wvo aan kleinhandel getypeerd als een bovenregionaal verzorgend centrum. Regionaal verzorgende centra zijn centrumgebieden met 20 000 à 50 000 m² wvo aan kleinhandel. In bovenlokaal verzorgende centra is 10 000 à 20 000 m² wvo aan kleinhandel in het centrumgebied gevestigd en in lokaal verzorgende centra neemt de kleinhandel in het centrumgebied 1 500 à 10 000 m² wvo in beslag. (Boven)provinciaal verzorgend centrum Binnen de provincie Limburg vervult Hasselt-Centrum de rol van (boven)provinciaal verzorgend centrum en bekleedt daarmee de hoogste verzorgingspositie binnen de Limburgse kleinhandelsstructuur. Door de omvang en de kwaliteit van het volledige voorzieningenpakket, bestaande uit een mix van kleinhandel, horeca en cultuur en door de vaak sfeervolle inrichting oefenen bovenregionaal verzorgende centra een brede aantrekkingskracht uit op bezoekers uit de regio en daarbuiten. Het verzorgingsgebied van Hasselt-Centrum bestrijkt in ieder geval heel de provincie Limburg, maar de uitstraling reikt ver buiten de provinciegrenzen. Met name de meest oostelijk gelegen gemeenten in Vlaams-Brabant zijn sterk gericht op Hasselt-Centrum. In Hasselt-Centrum neemt het kleinhandelsaanbod ca. 72 740 m² wvo in beslag. Het accent in het aanbod ligt op het recreatieve winkelen, met de nadruk op de modische branches. Het assortiment is breed en diep en varieert van prijsvriendelijk tot en met hoogwaardig. De Hoogstraat staat in de top 5 van drukste winkelstraten in België met een aantal van 170 000 passanten per de week. Volgens de laatste tellingen van het bureau Fastigon deelt het hiermee de 4 plaats samen met de Veldstraat in Gent. Recente binnenstedelijke ontwikkelingen aan de 2-Torenwijk met de komst van Media Markt en enkele andere belangrijke trekkers hebben de koppositie voor Limburg enkel versterkt. Hasselt heeft een redelijk compact centrum binnen de ‘kleine ring’ of de ‘groene boulevard’. Met onder meer het gratis bussenbeleid, de komst van het pretpark Plopsa Indoor en de gedurfde slogan ‘Hoofdstad van de Smaak’ weet de stad geregeld het nieuws te halen. Andere belangrijke ontwikkelingen in of aan de rand van het centrum zoals de herbestemming van de rijkswachtkazerne en de Blauwe Boulevard aan de kanaalkom zitten in de pipeline.

Hoofdstuk 2

7


(Boven)regionaal verzorgende centra Tot de categorie (boven)regionaal verzorgende centra behoren Sint-Truiden-Centrum, Genk-Centrum en Tongeren-Centrum. De centra van Sint-Truiden en Tongeren vervullen een verzorgende rol voor de regio Haspengouw, terwijl Genk-Centrum dat doet voor de regio Midden-Limburg. De omvang van het kleinhandelsaanbod in de genoemde centra varieert van ca. 25 925 m² wvo tot ca. 30 850 m² wvo. De (boven)regionaal verzorgende centra beschikken over een gemengd aanbod, dat echter minder breed en diep is dan in Hasselt-Centrum. Het accent ligt op het prijsvriendelijke tot en met het middenmarktsegment. Gespecialiseerd aanbod in het hoogwaardige marktsegment is nauwelijks of niet aanwezig. De centra zijn de laatste jaren versterkt, zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin. De initiatieven en ontwikkelingen hebben gezorgd voor een vernieuwde dynamiek. Tevens is een aantal initiatieven hetzij volop in ontwikkeling, hetzij bijna voltooid. Mede door de recente en lopende ontwikkelingen in de centra van Sint-Truiden, Genk en Tongeren beschikken de regio’s Haspengouw en Midden-Limburg over sterke regionaal verzorgende centra. De (boven-)regionale centra danken hun aantrekkingskracht niet alleen aan hun omvang (kritische massa) van het detailhandelsaanbod, maar ook vaak aan een aantal andere factoren • historiciteit van het centrumgebied, vaak een toeristische trekker; • gezellige sfeer; • extra aandacht voor inrichting van openbaar domein vaak met verkeersvrije of -luwe straten en pleinen; • vaak verrassende architectonische ontwerpen; • multifunctioneel aanbod met aanwezigheid van culturele, toeristische, recreatieve en andere voorzieningen, veel horeca; • compactheid van centrumgebieden met voorzieningen op wandelafstand. De mate waarin deze steden beschikken over deze unieke kwaliteiten zijn natuurlijk sterk bepalend voor het onderscheidend vermogen van een binnenstad. Zo is de groei van Genk-centrum vooral aangezwengeld door de komst van Shopping Center 1 en wordt het profiel sterk bepaald door een eigentijds aanbod van winkels, overdekte galerijen en randparkings. Voor Hasselt en Tongeren spelen toeristische troeven en het patrimonium een grotere rol. Ook Sint-Truiden heeft een historisch centrum met een Grote Markt en een erg bloeiende horeca. Omwille van de historische structuur kampen deze centrumgebieden vaak met problemen van parkeren en bereikbaarheid. Genk valt hier buiten omwille van net aangehaalde redenen (eigentijds centrum uitgebouwd in een periode van sterk toegenomen automobiliteit). Andere bedreigingen voor de centra zijn: • slechte routing zowel voor automobilist als voor wandelaar/winkelaar; • vaak te kleine winkels waardoor het aanbod niet breed of niet diep genoeg is; • ketenzaken vragen grotere units, vinden ze vaak in de rand van de stad;

8

Hoofdstuk 2


• • • • • • •

herontwikkelingen zijn niet eenvoudig wegens versnipperde eigendomsstructuren; binnensteden lenen zich minder voor trendgevoelige concepten in tegenstelling tot shopping centra en baanwinkelconcepten; vaak een sterk A-circuit en een verzwakt B of C-circuit, met toenemende leegstand. Hierdoor ontstaat grote druk op huurtarieven van A-straten; leegstaande bovenverdiepingen, te weinig bewoning; het ontbreken van een binnenstedelijke ontwikkelingsvisie met aanduiding van strategische ontwikkelingslocaties; het ontbreken van aangepast gemeentelijk instrumentarium om ontwikkelingen te kunnen sturen; A-straten hebben vaak een vergelijkbaar aanbod, te weinig onderscheidend vermogen.

Regionaal verzorgende centra De centra van Eisden, Lommel, Maaseik, Lanaken, Heusden, Houthalen, Bilzen, Neerpelt en Bree maken deel uit van de regionaal verzorgende centra. Deze centra hebben een verzorgende functie voor de inwoners van de eigen gemeente én voor de meest omliggende gemeenten. Het kleinhandelsaanbod is gemengd, maar minder breed en diep dan het aanbod in de regionaal verzorgende centra. Het accent ligt op voeding- en genotsmiddelen, veelvoudig benodigde producten en gericht non-food. De omvang van het kleinhandelsaanbod in de centra varieert van ca. 10 215 m² wvo tot ca. 17 830 m² wvo. Hoewel Bree-Centrum op basis van de omvang van het kleinhandelsaanbod van circa 7 875 m² wvo niet tot de categorie van bovenlokaal verzorgende centra behoort, wordt het centrum vanwege haar uitstraling en specifieke verzorgingsfunctie toch tot de bovenlokaal verzorgende centra gerekend. Lommel heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld en komt aankloppen bij de andere regionale centra in de provincie. Lokaal verzorgende centra Binnen de Limburgse kleinhandelsstructuur bevinden de lokaal verzorgende centra zich op het laagste niveau van de hiërarchie. Het verzorgingsbereik is veelal beperkt tot de eigen gemeente en eventueel aanpalende woonwijken. Lokaal verzorgende centra functioneren als aankoopplaats voor de dagelijkse boodschappen. Het accent ligt haast uitsluitend op voeding- en genotsmiddelen en op veelvuldig benodigd non-food aanbod zoals drogisterijartikelen. Nabijheid is de belangrijkste drijfveer om deze centra te bezoeken. Voorbeelden van lokaal verzorgende centra zijn de centra van Tessenderlo, Leopoldsburg, Zonhoven, Lummen, Overpelt, Peer, Ophoven, Koersel, Paal, Neeroeteren, Beringen, Opglabbeek, Zutendaal, Diepenbeek, Achel, Zolder, Wellen, Halen, MeeuwenGruitrode, Hamont, Borgloon, Alken, Maasmechelen, Helchteren, Dilsen, Bocholt en Herk-de-Stad. In de genoemde centra varieert de omvang van het aanbod van ca. 1 565 m² wvo tot ca. 7 875 m² wvo.

Hoofdstuk 2

9


Voor de bovenlokale centra gelden dezelfde bedreigingen als omschreven bij de regionale centra: een binnenstedelijk weefsel met veel kleinere commerciële ruimtes, onduidelijke routing, moeilijke bereikbaarheid. De lokale centra lijden sterk onder de economische realiteit waarbij handelszaken een voldoende groot verzorgingsgebied moeten kunnen bestrijken om te kunnen overleven. Hierdoor verdwijnen buurtvoorzieningen, mobiliteit wordt een must in plaats van een verworvenheid om producten te kunnen vinden, leegstaande winkels in kleinere kernen worden niet meer vervangen door andere. In de kleine centra ontbreekt het draagvlak voor een volwaardig aanbod. Bovendien belemmert de regelgeving het nemen van nieuwe initiatieven in kleinere kernen. De centra vissen allemaal in dezelfde vijver met betrekking tot het aantrekken van retailers en goedverkopende formules waardoor sommige centra uit de boot vallen ten voordele van andere. Langs de andere kant stellen we vast dat sommige gemeenten resoluut de toeristische of recreatieve kaart trekken om de verloren economische positie op te vangen. De ontwikkelingen in Maasmechelen zijn hiervan een goed voorbeeld. Landelijke gemeenten en steden zoals Zutendaal en Borgloon spelen in op de natuur, verblijfstoerisme e.d. en passen hier hun handels- en horeca-aanbod op aan. De sociale cohesie in deze centra is groter dan in de meer anonieme grotere binnensteden, waardoor aspecten als nazorg, persoonlijke benadering, kwaliteit toch nog een belangrijke rol spelen. Grootschalige kleinhandelsconcentraties Toleik in Bree, De Singel in Lommel, De Zuiderring in Genk, de Hendrik van Veldekesingel en de Schampbergstraat (Kuringersteenweg) in Hasselt en M2 Shopping Center in Maasmechelen vallen onder de categorie grootschalige kleinhandelsconcentraties. Grootschalige kleinhandelsconcentraties zijn vaak planmatig opgezette clusters, opgebouwd volgens één bepaald concept. In Limburg zijn de grootschalige clusters sterk gericht op de shopping sector en hebben ze een evenwichtige branchemix. Naast doe-hetzelf gaat het vaak om kleding, schoenen en lederwaren en sport en spel. Veelal geldt een minimum aantal m² wvo per unit. Grootschalige kleinhandelsconcentraties beschikken door hun omvang veelal over een bovenlokale tot regionale aantrekkingskracht. De nadelen van binnensteden zijn vaak de troeven voor dergelijke concentraties en omgekeerd. Ze beschikken over ruime en vaak gratis parkeermogelijkheden, men kan er efficiënt en doelgericht winkelen in grote units. Wel zijn ze erg monofunctioneel opgevat waardoor beleving en kruisbestuiving met andere functies en troeven ontbreken. Baanwinkelconcentraties Typisch voor de Belgische en dus ook de Limburgse kleinhandelsstructuur zijn de talrijke baanwinkelconcentraties. Baanwinkelconcentraties zijn, net als de grootschalige kleinhandelsconcentraties, koopzones waarlangs ruimtebehoevende zaken zich hebben gevestigd. Baanwinkelconcentraties vormen langgerekte vitrines, die met name bekende

10

Hoofdstuk 2


winkelketens omvatten. In tegenstelling tot de grootschalige kleinhandelsconcentraties zijn de baanwinkelconcentraties vaak niet planmatig opgezet, maar is de lintvorm historisch gegroeid. Baanwinkelconcentraties vormen conceptueel dan ook veel minder één geheel en zijn zowel gericht op de shopping sector als op de specialty sector. In het merendeel van de gevallen is het kleinhandelsaanbod divers van karakter. Enkel de concentratie langs de Baan naar Bree in Peer vormt hierop een uitzondering en is, met een invulling uitsluitend gericht op de branche wonen, monofunctioneel van karakter. De voornaamste baanwinkelconcentraties in Limburg zijn: • Hasseltweg in Genk; • Genkersteenweg, Kempische steenweg, Kuringersteenweg in Hasselt; • Luikersteenweg in Tongeren; • Tongersesteenweg in Riemst; • Ringlaan in Sint-Truiden; • Baan naar Bree in Peer. Bijzondere kleinhandelsconcentratie De provincie Limburg beschikt met Maasmechelen Village over een bijzondere kleinhandelsconcentratie. In Maasmechelen Village Outlet Center gaat het haast uitsluitend om hoogwaardige merkproducten van een jaar oud, die tegen hoge kortingen worden aangeboden. De nadruk ligt op de branches kleding en mode en schoenen en lederwaren. In Outlet Centra treden fabrikanten rechtstreeks in contact met consumenten, zonder tussenkomst van detaillisten, om zo controle te houden over het aankoopkanaal. De centra vormen in die zin één van de nieuwere vormen van kleinhandel. Overige elementen Naast de 7 genoemde elementen is sprake van kleinhandelsaanbod dat niet tot de kleinhandelsstructuur van de provincie Limburg wordt gerekend. Zo zijn het kleinhandelsaanbod in centra met een buurtverzorgend karakter, het ondersteunende kleinhandelsaanbod en het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod niet begrepen in de Limburgse kleinhandelsstructuur.

Hoofdstuk 2

11


2.3 Bevolking De provincie Limburg telt op 1 januari 2005 in totaal ca. 809 865 inwoners, verdeeld over 44 gemeenten. De regio Midden-Limburg telt de meeste inwoners, gevolgd door de regio Haspengouw. In de regio Maasland wonen de minste inwoners. Figuur 2.1 Inwonertal naar regio

Midden-Limburg

224.040

Haspengouw

183.815

145.865

West -Limburg

Noord-Limburg

Maasland

141.040

115.105

Binnen de provincie Limburg telt Hasselt met ca. 69 540 de meeste inwoners, gevolgd door Genk met ca. 63 605 inwoners. Beide zijn in de regio Midden-Limburg gelegen, de naar inwonertal meest omvangrijke regio in Limburg. Beringen neemt met ca. 40 850 inwoners de derde plaats in. Daarnaast hebben relatief veel gemeenten (14) minder dan 10 000 inwoners. Herstappe, gelegen in de regio Haspengouw, is met slechts 85 inwoners de kleinste gemeente van de provincie Limburg. Verwachte toename van de bevolking De laatste 10 jaren is de bevolking in de provincie Limburg toegenomen met ca. 5%. Verwacht wordt dat het aantal inwoners in de toekomst nog verder zal toenemen. In de richting van 2015 wordt een toename van ca. 4% verwacht. Deze procentuele groei zal met name in de regio West-Limburg plaatsvinden.

12

Hoofdstuk 2


2.4 Kleinhandelsaanbod Het totale kleinhandelsaanbod in de provincie Limburg beslaat in totaal ca. 1 389 400 m² winkelvloeroppervlak (wvo), verdeeld over ruim 6 700 winkels. Het aanbod per inwoner bedraagt ca. 1,7 m² wvo. Dit is hoger dan het gemiddelde aanbod per inwoner van ca. 1,4 m² wvo in de provincie Vlaams- Brabant, maar ligt wel onder het Belgische gemiddelde van ca. 2,0 m² wvo per inwoner. Figuur 2.2: Omvang kleinhandelsaanbod per inwoner in m² wvo

M idd en -Lim b ur g

2 ,1

M aa sla nd

1 ,9

N o o r d -Lim b ur g

1,8

H asp e ng ou w

1,6

W est -Lim b ur g

1 ,2

De regio Midden-Limburg kent binnen de provincie Limburg het meest omvangrijke kleinhandelsaanbod per inwoner. In de regio West-Limburg beschikken de inwoners over het minste aanbod. Verdeling naar goederengroep Ongeveer de helft van de winkels valt onder de goederengroep shopping. Winkels in Limburg hebben een gemiddelde omvang van ca. 205 m² wvo. De omvang per winkel verschilt per goederengroep. Zo zijn convenience winkels gemiddeld kleiner van schaal en specialty winkels gemiddeld groter van schaal. Tabel 2.1: Winkels naar goederengroep aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

Convenience

2.093

290.450

139

21%

Shopping

3.083

659.410

214

47%

Specialty

1.551

439.520

283

32%

Totaal

6.727

1.389.380

207

100%

Hoofdstuk 2

13


Spreiding van het kleinhandelsaanbod Ten aanzien van de spreiding van het kleinhandelsaanbod valt op dat in Limburg ca. 42% van de omvang van het aanbod verspreid is gevestigd en ca. 22% uit baanwinkels bestaat. In de centrumgebieden is slechts 28% van het aanbod gevestigd. In de regio WestLimburg is het aandeel van de kleinhandel in de centrale winkelgebieden het grootst. In Noord-Limburg is het aandeel van de centrale winkelgebieden het kleinst. Noord-Limburg kenmerkt zich juist door veel verspreid gelegen aanbod. Figuur 2.3: Spreiding van het kleinhandelsaanbod naar regio

West -Limburg

Maasland

M idden-Limburg

Haspengouw

Noord-Limburg

Provincie Limburg

0%

10%

20%

Centrum

30%

40%

Ondersteunend

50%

60%

Grootschalig

70% Baan

80%

90%

100%

Verspreid

Relatief veel verspreid kleinhandelsaanbod in Limburg Als wij de weergegeven percentages vergelijken met andere provincies en met Nederland, dan is in de provincie Limburg relatief veel kleinhandelsaanbod verspreid gevestigd. In de provincie Vlaams-Brabant is ca. 35% van het aanbod in de centrumgebieden gevestigd. In Nederland bedraagt dit ca. 38% en is ca. 14% in ondersteunende winkelgebieden gevestigd. Het verschil met Nederland heeft te maken met het gevoerde beleid, dat altijd sterk gericht is op het behoud van het voorzieningenniveau in de centrale winkelgebieden en op wijk- en buurtniveau. In BelgiĂŤ, en dus ook in de provincie Limburg, zien wij dat door de sterke opkomst van de baanwinkels en het verspreid gelegen aanbod met name het voorzieningenniveau in de centrale winkelgebieden (vooral in de kleinere gemeenten) onder druk is komen te staan.

14

Hoofdstuk 2


Belangrijkste winkelgebieden Zowel naar omvang als naar aantal winkels is het centrum van Hasselt het belangrijkste winkelgebied van de provincie Limburg. Naast Hasselt-Centrum behoren ook winkelconcentraties langs diverse toegangswegen naar Hasselt tot de meest omvangrijke winkelgebieden. Het centrum van Hasselt is het winkelgebied in Limburg met het grootste aantal winkels. De centrumgebieden van Sint-Truiden, Tongeren en Genk volgen op afstand. Naar aantal winkels is Genk de gemeente met het grootste aantal noteringen: naast het centrumgebied gaat het om de Hasseltweg, de Stalenstraat, de Hoevenzavellaan en de Vennestraat. De gemeente Maasmechelen telt maar liefst drie winkelconcentraties bij de eerste 25 winkelgebieden naar aantal winkels: Eisden-Centrum, Maasmechelen Village en M2 Shopping Center. Tabel 2.2: Top 10 winkelgebieden naar omvang Winkelgebied

Omvang in m² wvo

Centrum Hasselt

72.745

Hasseltweg Genk

36.260

Centrum Sint-Truiden

30.850

Centrum Genk

30.600

Centrum Tongeren

25.925

Kuringersteenweg Hasselt

24.015

Genkersteenweg Hasselt

18.760

Centrum Eisden Maasmechelen

17.830

Venlosesteenweg Kinrooi

16.725

Centrum Lommel

16.610

Hoofdstuk 2

15


16

Hoofdstuk 2


Zwaartepunt in de regio Midden-Limburg In naastliggend kaartbeeld zijn de meest omvangrijke winkelgebieden aangegeven. Het betreft winkelconcentraties met minimaal 10 winkels en minimaal 10 000 m² winkelvloeroppervlak. Daarnaast zijn enkele bijzondere concentraties aangeduid. Het zwaartepunt ligt in de regio Midden-Limburg, waar de functie sterk bepaald wordt door Hasselt en Genk. In Noord-Limburg is de positie van Lommel bepalend, zij het in mindere mate dan Hasselt en Genk, gevolgd door Neerpelt, Peer en Bree. Centra in West-Limburg zijn vooral lokaal verzorgend. In de regio is geen sprake van een dominerend centrum. In de regio Maasland neemt Maasmechelen de koppositie, gevolgd door Maaseik en Lanaken. Tot slot wordt het kleinhandelsbeeld in de regio Haspengouw met name bepaald door de centra van Sint-Truiden en Tongeren.

Hoofdstuk 2

17


Detailhandelstructuur Limburg Centrumgebieden Bovenregionaal

Regionaal

Bovenlokaal

Overige Lokaal

Grootschalige kleinhandelsconcentra-

Baanwinkelconcentraties

ties 2

750.000 m wvo

Hasselt

delsconcentratie

20.000 –

10.000 –

2.500 – 10.000

50.000

20.000

m wvo

m2 wvo

m2 wvo

Sint-

Eisden

Tessenderlo

Toleik in Bree

Baan naar Bree in Peer

Lommel

Leopoldsburg

De Singel in Lommel

Hasseltweg in Genk

2

Truiden Genk Tongeren

Bijzondere kleinhan-

Maasmechelen Village Outlet Center

Maaseik

Zonhoven

De Zuiderring in Genk

Genkersteenweg in Hasselt

Lanaken

Lummen

Hendrik van Veldekesingel in Hasselt

Kempische steenweg,

Heusden

Overpelt

Schampbergstraat in Hasselt (Kurin-

Houthalen

Peer

Bilzen

Ophoven

Luikersteenweg, Tongeren

Neerpelt

Koersel

N78, Lanaken tot Maaseik

Bree

Paal

Grote Baan, Houthalen-

Hasselt Kuringersteenweg, Hasselt

gersteenweg) M2 Shopping Center in Maasmechelen

Ringlaan, Sint-Truiden

Helchteren Neeroeteren

Venlosesteenweg, Kinrooi

Beringen

Tongersesteenweg, Riemst

Opglabbeek

Nieuwstraat, Diepenbeek

Zutendaal Diepenbeek Achel Zolder Wellen Halen MeeuwenGruitrode Hamont Borgloon Alken Maasmechelen Helchteren Dilsen Bocholt Herk-de-Stad

18

Hoofdstuk 2


2.5 Koopstromen Van de totale winkelbestedingen van inwoners uit de provincie Limburg komt ca. 88,2% bij winkels in de eigen provincie terecht. Dit komt neer op ca. € 2 965 mln. op jaarbasis. De overige ca. 11,8% (ca. € 397 mln.) wordt buiten de provincie besteed, zowel in plaatsen in België (bijvoorbeeld Diest, Leuven en Antwerpen-Stad) als in Nederland en Duitsland. Tabel 2.3: Koopkrachtbinding en koopkrachtvlucht naar goederengroep Functie

Kooporiëntatie

Koopvlucht

Convenience

91,8 %

8,2 %

Shopping

84,5 %

15,5 %

Specialty

85,1 %

14,9 %

Totaal

88,2 %

11,8 %

Bovengemiddelde koopkrachtbinding aan kleinhandel De kooporiëntatie is het hoogst in de convenience sector. Deze dagelijkse boodschappen worden met name dicht bij huis verricht. Voor shopping en specialty goederen bezoeken consumenten in sterkere mate winkelgebieden buiten de provincie, vandaar dat de koopvlucht in deze goederengroepen omvangrijker is. Vergelijking met onderzoek in andere regio’s in België en Nederland geeft zicht op de mate waarin de aangegeven kooporiëntatie hoog, gemiddeld dan wel laag is. Een vrij recent uitgevoerd koopstromenonderzoek in Vlaams-Brabant wees uit dat de kooporiëntatie daar iets lager ligt, namelijk op een niveau van ca. 90% voor convenience en ca. 76% voor shopping en specialty samen. Het winkelaanbod per inwoner is echter ook kleiner. Tabel 2.4 Koopkrachtbinding naar goederengroep en naar regio Koopkrachtbinding

Convenience

Shopping

Specialty

Noord-Limburg

86,8 %

71,1 %

68,1 %

West-Limburg

86,7 %

50,8 %

55,9 %

Midden-Limburg

93,9 %

83,5 %

87%

Maasland

87,4 %

54,9 %

53,4 %

Haspengouw

86,8 %

60 %

58,9 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,1 %

Sterke koopkrachtbinding in Midden-Limburg De regio Midden-Limburg wordt in vergelijking met de overige Limburgse regio’s gekenmerkt door een sterke binding aan de kleinhandel. De binding aan de convenience sector is het kleinst in de regio’s West-Limburg , Noord-Limburg en Haspengouw. In WestLimburg is de binding aan de shopping sector het kleinst en in de regio Maasland blijft de binding aan de specialty sector achter op de andere regio’s.

Hoofdstuk 2

19


2.6 Economisch functioneren Door de confrontatie van de gegevens uit de analyse van aanbodstructuur en vraagstructuur is het economisch functioneren van de detailhandel in de provincie Limburg benaderd. Uit de benadering volgt de gemiddelde vloerproductiviteit, dit is de gemiddelde omzet per m² wvo en de gangbare indicator voor het economisch functioneren van de detailhandel. De Limburgse convenience sector draait een gemiddelde omzet van ca. € 5 870,- per m² wvo. In de shopping en specialty sector worden in het algemeen lagere omzetten per m² wvo behaald. De shopping sector in Limburg realiseert een gemiddelde omzet van ca. € 1 820,- per m² wvo. In de specialty sector wordt een gemiddelde omzet 1 van ca. € 1 390,- per m² wvo gedraaid .

2.7 SWOT In het volgende overzicht worden de belangrijkste sterke en zwakke punten van de Limburgse kleinhandelsstructuur samengevat, met aandacht voor specifieke kenmerken op regionaal niveau.

1

Ter vergelijking: In de provincie Vlaams-Brabant bedraagt de gemiddelde vloerproductiviteit ca. € 5 545,in de food sector en ca. € 1 980,- in de non-food sector.

20

Hoofdstuk 2


Tabel 2.5: Sterkten en zwakten Limburgse kleinhandelsstructuur Sterkten

Zwakten

Meeste inwoners in de regio Midden-Limburg

Veel verspreid gevestigd kleinhandelsaanbod

Verwachte toename van het inwonertal, met

Beperkt aandeel centrumaanbod

name in de regio West-Limburg

Beperkt ondersteunend kleinhandelsaanbod

Omvangrijk kleinhandelsaanbod per inwoner

Kleinhandel in de kleine kernen staat onder druk, onder meer door de opkomst van de baanwinkelconcentraties

Zwaartepunt van de kleinhandel in de regio Mid-

Ontbreken van (boven)regionaal verzorgende

den-Limburg, met Hasselt als sterk bovenregio-

centra in de regio’s West-Limburg, Noord-

naal verzorgend centrum, gevolgd door Genk als

Limburg en Maasland

regionaal verzorgend centrum •

Structuur van het kleinhandelsaanbod in MiddenLimburg is goed afgestemd op het verzorgings-

Met name in de regio West-Limburg ligt de nadruk op lokaal verzorgende centra

gebied •

In de regio Haspengouw wordt de structuur bepaald door de regionaal verzorgende centra van Sint-Truiden en Tongeren

Dynamiek in de regionaal verzorgende centra

Bijzondere concentratie Maasmechelen Village Outlet Center waarmee de provincie Limburg zich sterk profileert in nationaal en internationaal perspectief

Hoge koopkrachtbinding, zowel voor de convenience sector als voor de shopping en specialty sector

Hoofdstuk 2

21


22

Hoofdstuk 2


3.

KLEINHANDELSSTRUCTUUR PER REGIO

3.1 Inleiding Doel van het gedeelte ‘Kleinhandelsstructuur per regio’ is het schetsen van een duidelijk profiel per Limburgse regio. Immers, pas als de regionale profielen gekend zijn, kan daar met een gedegen visie op worden ingespeeld. Voor de splitsing van de provincie Limburg in regio’s volgt BRO de indeling van het Regionaal Economisch en Sociaal Overleg Comité Limburg. RESOC Limburg maakt een indeling in 5 deelgebieden, namelijk NoordLimburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Maasland en Haspengouw. Voor elk van de 5 regio’s worden een aantal uitgangspunten op een rij gezet. Hierbij wordt grotendeels de indeling uit het gedeelte ‘Kleinhandelsstructuur provincie Limburg’ gehanteerd. Bij de beschrijving van de detailhandelsstructuur worden ook de ‘lokale’ baanwinkelconcentraties vernoemd, zoals deze in de aanbodinventarisatie zijn opgenomen. De meeste van deze concentraties zijn echter kleinschalig van aard of liggen in het stedelijk gebied. Zij worden niet op hetzelfde niveau geplaatst als de provinciale baanwinkelconcentraties (zie kaart 1, detailhandelstructuur Limburg).

Hoofdstuk 3

23


3.2 Noord-Limburg

Tweede kleinste regio naar inwonertal De meest noordelijk gelegen Limburgse regio omvat de gemeenten Bocholt, Bree, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Lommel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt, Overpelt en Peer. De 2 regio Noord-Limburg is met ca. 141 040 inwoners een naar inwonertal kleine regio . Alleen de regio Maasland telt minder inwoners dan Noord-Limburg. Lommel is met ruim 31 500 inwoners de naar inwonertal grootste gemeente, gevolgd door Neerpelt en Peer met respectievelijk ca. 16 065 en ca. 15 725 inwoners. Verwacht wordt dat het inwonertal in de regio Noord-Limburg richting 2015 zal toenemen tot ca. 147 600 inwoners, dit is een toename van ca. 5%. Ter vergelijking: in geheel Limburg bedraagt de verwachte toename van het inwonertal ca. 4%.

2

Bron: Studiecel Provincie Limburg, bewerking BRO.

24

Hoofdstuk 3


Ruim 254 500 m² wvo aan kleinhandel Met ruim 254 500 m² wvo aan kleinhandel is Noord-Limburg naar omvang van het kleinhandelsaanbod de derde grootste regio in Limburg. De regio beschikt over 1,8 m² wvo per inwoner, wat rond het Limburgse gemiddelde van 1,7 m² wvo per inwoner ligt. Het kleinhandelsaanbod is zowel gericht op de shopping sector als op de specialty sector. Beide sectoren houden elkaar plusminus in evenwicht en nemen ruim 80% van het kleinhandelsaanbod in. Tabel 3.1 Regio Noord-Limburg: Kleinhandel naar goederengroep en naar gemeente Convenience

Shopping

aantal

m² wvo

aantal

Bocholt

33

3.144

Bree

49

7.897

Hamont-Achel

27

Hechtel-Eksel

29

Lommel Meeuwen-Gruitrode

Specialty

m² wvo

Aantal

19

4.160

22

64

19.236

41

4.948

41

6.245

26

2.824

21

4.863

25

75

11.636

154

34.912

23

2.850

32

6.355

Neerpelt

39

5.370

59

Overpelt

30

3.230

23

Peer Noord-Limburg

Totaal

m² wvo

aantal

m² wvo

3.790

74

11.094

10.629

154

37.762

6.290

94

17.483

2.665

75

10.352

82

27.934

311

74.482

21

4.125

76

13.330

5.649

42

6.020

140

17.039

11.183

29

5.970

82

20.383

40

4.593

45

12.808

36

35.216

121

52.617

345

46.492

458

105.411

324

102.639

1.127

254.542

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Versnipperd kleinhandelsaanbod Het kleinhandelsaanbod in de regio Noord-Limburg wordt gekenmerkt door een sterk versnipperde ligging. Ruim een tweede van de omvang van het kleinhandelsaanbod en ruim een tweede van het aantal winkels is verspreid gevestigd. In de centrumgebieden is het aantal winkels aanzienlijk, maar zijn de winkels kleinschalig van opzet. Met 23% is Noord-Limburg de regio met het kleinste aandeel centrumaanbod. Het overige aanbod bestaat merendeels uit baanwinkelconcentraties dan wel grootschalige kleinhandelsconcentraties. Met name de baanwinkelconcentraties zijn ruim van opzet. Tabel 3.2 Regio Noord-Limburg: Spreiding kleinhandel aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

432

57.734

134

23%

8

1.100

138

0%

Grootschalig

29

18.945

653

7%

Baanwinkel

24

27.425

1.143

11%

634

149.338

236

59%

1.127

254.542

226

100%

Centraal Ondersteunend

Verspreid Noord-Limburg

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Hoofdstuk 3

25


Drie bovenlokaal verzorgende centra In de regio is noch een bovenregionaal verzorgend centrum, noch een regionaal verzorgend centrum aanwezig. Met respectievelijk ca. 16 610 m² wvo en ca. 10 215 m² wvo aan kleinhandel behoren Lommel-Centrum en Neerpelt-Centrum tot de categorie van bovenlokaal verzorgende centra. In Lommel-Centrum is het accent zeer sterk gericht op de shopping sector. Vanwege haar uitstraling en specifieke verzorgingsfunctie wordt het centrum van Bree eveneens tot de bovenlokaal verzorgende centra gerekend. De Singel in Lommel en Toleik in Bree zijn de Noord-Limburgse grootschalige kleinhandelsconcentraties. De clusters zijn sterk georiënteerd op de shopping sector en beslaan respectievelijk ca. 13 335 m² wvo en ca. 5 610 m² wvo aan kleinhandel. Lokale baanwinkelconcentraties zijn de Hasseltsebaan in Hechtel-Eksel, de Weg op Bree in Meeuwen-Gruitrode en de Baan naar Bree in Peer. De concentratie in Peer wordt gekenmerkt door een eenzijdige invulling en omvat uitsluitend de branche wonen. Tabel 3.3 Regio Noord-Limburg: Indeling naar typen winkelgebieden Bovenregionaal centrum Regionaal centrum Bovenlokaal centrum

Lokaal centrum

Grootschalige concentratie Baanwinkelconcentratie

Lommel-Centrum

Neerpelt-Centrum

Bree-Centrum

Bocholt-Centrum

Hamont-Centrum

Achel-Centrum

Meeuwen-Centrum

Overpelt-Centrum

Peer-Centrum

Bree, Toleik

Lommel, De Singel

Hechtel-Eksel, Hasseltsebaan

Meeuwen-Gruitrode, Weg op Bree

Peer, Baan naar Bree

Bijzondere concentratie Overig

Gemiddelde binding convenience sector De koopkrachtbinding in de regio Noord-Limburg is in vergelijking met de andere Limburgse regio’s met name in de convenience sector ongeveer gelijk. Enkel MiddenLimburg scoort veel hoger. In Neerpelt is de binding in de convenience sector bovengemiddeld. Ook Lommel en Bree scoren op dit vlak goed. In de shopping sector is de binding in vergelijking met de andere regio’s gemiddeld iets hoger. Binnen de regio scoren Lommel en Bree op het vlak van shopping zeer goed. In Lommel ligt de binding in de specialty sector sterk boven het regionale gemiddelde.

26

Hoofdstuk 3


Tabel 3.4 Regio Noord-Limburg: Koopkrachtbinding Convenience

Shopping

Specialty

Bocholt

53,8 %

20,5 %

18,3 %

Bree

87,2 %

67,9 %

53,7 %

Hamont-Achel

79,2 %

26,1 %

41,3 %

Hechtel-Eksel

72,7 %

20,9 %

19,9 %

Lommel

88,2 %

80,2 %

74,0 %

Meeuwen-Gruitrode

55,4 %

15,5 %

39,6 %

Neerpelt

95,7 %

41,7 %

50,8 %

Overpelt

76,1 %

36,3 %

22,1 %

Peer

79,6 %

40,8 %

43,0 %

Noord-Limburg

86,8 %

71,1 %

68,1 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Neerpelt wordt een ruimtelijk-functionele ontwikkelingsvisie voor het centrum momenteel tot uitvoer gebracht door de (her-)ontwikkeling van enkele binnenstedelijke hefboomlocaties. Dit leidt onder meer tot de creatie van minimaal 4 000 m² handelsruimte om ontbrekende branches te kunnen huisvesten. Behalve ontwikkeling van strategische locaties trekt de gemeente Neerpelt de kaart van een kernversterkend beleid, ook jegens handelaars en andere marktpartijen. Andere mogelijkheden voor grootschalige kleinhandel moeten steeds afgewogen worden vanuit het perspectief van het kleinstedelijk gebied Neerpelt-Overpelt. • In Lommel plant men in de Gasstraat de komst van een grootschalige aanbieder in sport, kleding en vrije tijd. • In Overpelt zijn er plannen voor een PPS-project nabij het centrum en het ziekenhuis, inclusief 8 000 m² retail en is er een goedgekeurd BPA Den Dries, dat ruimte biedt aan 10 000 m² bvo. • In Bree wordt door de provincie een ruimtelijk uitvoeringsplan en een plan-MER voor Bocholterkiezel opgesteld. Economisch functioneren In de volgende overzichten wordt de vloerproductiviteit van de verschillende goederengroepen per gemeente weergegeven. In Bocholt en Hamont-Achel realiseert de convenience sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo een benedengemiddelde omzet per m² wvo. Neerpelt scoort ruim boven het Limburgse gemiddelde. In de shopping sector wordt in het algemeen een lage omzet gehaald, lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,-. Uitzonderingen zijn de gemeenten Bree, Lommel en Neerpelt, waar bovengemiddelde omzetten per m² wvo worden gerealiseerd.

Hoofdstuk 3

27


Tabel 3.5 Regio Noord-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren convenience sector Convenience sector: Omzet per m² wvo 3.500 - 5.000 Bocholt

5.000 - 6.000

6.000 - 7.500

> 7.500

x

Bree

x

Hamont-Achel

x

Hechtel-Eksel

x

Lommel

x

Meeuwen-Gruitrode

x

Neerpelt

x

Overpelt

x

Peer

x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.6 Regio Noord-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren shopping sector Shopping sector: Omzet per m² wvo < 800 Bocholt

800 - 1.400

1.400 - 2.000

> 2.000

x

Bree

x

Hamont-Achel

x

Hechtel-Eksel

x

Lommel

x

Meeuwen-Gruitrode

x

Neerpelt

x

Overpelt

x

Peer

x

Bron: BRO, 2007.

De specialty sector draait een omzet van minder dan € 1 000,- per m² wvo en ligt daarmee onder het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m² wvo. Bree, Lommel en Neerpelt vormen hierop uitzonderingen. In Neerpelt wordt een omzet van meer dan € 2 000,- per m² wvo behaald. Opvallend is dat Peer beneden het Limburgse gemiddelde scoort. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat met name de baanwinkelconcentratie in Peer vooral omzet van buiten Limburg aantrekt.

28

Hoofdstuk 3


Tabel 3.7 Regio Noord-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren specialty sector Specialty sector: Omzet per m² wvo < 1.000 Bocholt

1.000 - 1.500

1.500 - 2.000

> 2.000

x

Bree

x

Hamont-Achel

x

Hechtel-Eksel

x

Lommel Meeuwen-Gruitrode

x x

Neerpelt

x

Overpelt

x

Peer

x

Bron: BRO, 2007.

Resumé Op basis van de voorgaande analyses en de inventarisatie in de gemeenten afzonderlijk worden in onderstaand overzicht de sterkten en zwakten van de kleinhandel in de regio Noord-Limburg benoemd. Tabel 3.8 Regio Noord-Limburg: Sterkten en zwakten Sterkten

Zwakten

Gemiddelde verwachte toename van de bevolking

Kleinhandelsaanbod per inwoner rond provinciaal

Benedengemiddeld functioneren shopping en specialty sector

Erg versnipperd kleinhandelsaanbod

gemiddelde •

Bovengemiddeld functioneren convenience sec-

tor

Ontbreken centrumgebieden met (boven)regionale verzorgingsfunctie, veel lokaal verzorgende centra

Lommel-Centrum sterk bovenlokaal verzorgend

Beperkt aandeel centrumaanbod

centrum, gevolgd door Neerpelt-Centrum •

Lommel-Centrum als shopping aankoopplaats en Neerpelt-Centrum als convenience aankoopplaats

Binding shopping en specialty goederen

Gemiddeld functioneren convenience sector

Aantrekkingkracht Meubelboulevard Peer van buiten de regio en de provincie

Hoofdstuk 3

29


3.3 West-Limburg

Regio met de sterkste toename van het inwonertal De regio West-Limburg is samengesteld uit de gemeenten Beringen, Halen, Ham, Herkde-Stad, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen en Tessenderlo. In West-Limburg wonen ca. 145 865 inwoners. Verwacht wordt dat het inwonertal in de richting van 2015 zal toenemen met ca. 7%, dit is boven het Limburgse gemiddelde van ca. 4%. Opmerkelijk zijn de verschillen binnen de regio. In Tessenderlo en Ham wordt een verwachte toename van het inwonertal van meer dan 10% genoteerd. In Herk-de-Stad en Lummen wordt nauwelijks een toename van het inwonertal verwacht. Kleinste regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod Met circa 171 870 m² wvo aan kleinhandel is West-Limburg de kleinste regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod. De regio beschikt met 1,2 m² wvo per inwoner over een beperkt kleinhandelsaanbod. In de regio ligt de nadruk op de shopping sector. De convenience sector neemt ca. 30% van de omvang van het kleinhandelsaanbod in en is

30

Hoofdstuk 3


daarmee sterk vertegenwoordigd. De specialty sector bevindt zich op het niveau van de convenience sector. Tabel 3.9 Regio West-Limburg: Kleinhandel naar goederengroep en naar gemeente Convenience

Shopping

Specialty

Totaal

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

107

15.936

82

23.070

55

8.973

244

47.979

Halen

18

2.075

21

4.645

22

3.370

61

10.090

Ham

21

2.670

20

4.313

18

3.810

59

10.793

Herk-de-Stad

26

2.680

32

4.074

26

10.157

84

16.911

Heusden-Zolder

79

10.670

76

14.735

53

8.600

208

34.005

Leopoldsburg

51

7.049

59

7.236

28

5.915

138

20.200

Lummen

40

4.340

24

2.772

22

5.390

86

12.502

Beringen

Tessenderlo West-Limburg

54

6.471

45

7.118

23

5.800

122

19.389

396

51.891

359

67.963

247

52.015

1.002

171.869

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Betrekkelijk ruim aandeel centrumaanbod Met 34% is West-Limburg de regio met het ruimste aandeel centrumaanbod. Ondanks het betrekkelijk ruime aandeel centrumaanbod is het merendeel van het kleinhandelsaanbod verspreid gevestigd. In vergelijking met de Regio Noord-Limburg is in WestLimburg een groot aantal baanwinkels gevestigd. Echter, in West-Limburg zijn de baanwinkels veel kleinschaliger van opzet. In de regio is enig ondersteunend aanbod gevestigd, doch ontbreekt elke vorm van grootschalige kleinhandelsconcentratie. Tabel 3.10 Regio West-Limburg: Spreiding kleinhandel aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

430

58.024

135

34%

Ondersteunend

9

505

56

0%

Grootschalig

0

0

0

0%

Centraal

Baanwinkel Verspreid West-Limburg

94

33.503

356

19%

469

79.837

170

46%

1.002

171.869

172

100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Heusden-Centrum is bovenlokaal verzorgend centrum Binnen de regio West-Limburg is Heusden-Centrum een bovenlokaal verzorgend centrum. Een bovenregionaal en regionaal verzorgend centrum ontbreekt. De shopping sector neemt in Heusden-Centrum ruim 65% van het kleinhandelsaanbod in. ZolderCentrum, het tweede centrum binnen de gemeente Heusden-Zolder, bevindt zich op lokaal niveau. Langs de Diestersesteenweg en de Koolmijnlaan in Beringen, de Staatsbaan in Halen, de Grote Baan in Herk-de-Stad, de Beringersteenweg en de Meylandtlaan in Heusden-Zolder, de Antwerpsesteenweg, de Leopoldsburgsesteenweg en de Lommelse-

Hoofdstuk 3

31


steenweg in Lepoldsburg en langs de Diesterstraat, de Hulsterweg en de Schoterweg in Tessenderlo zijn baanwinkelconcentraties gevestigd. Tabel 3.11 Regio West-Limburg: Indeling naar typen winkelgebieden Bovenregionaal centrum Regionaal centrum Bovenlokaal centrum

Heusden-Centrum

Lokaal centrum

Zolder-Centrum

Tessenderlo-Centrum

Leopoldsburg-Centrum

Lummen-Centrum

Koersel-Centrum

Paal-Centrum

Beringen-Centrum

Halen-Centrum

Herk-de-Stad-Centrum

Beringen, Diestersesteenweg, Paalsesteenweg en Koolmijnlaan

Halen, Staatsbaan

Herk-de-Stad, Grote Baan

Heusden-Zolder, Beringersteenweg en Meylandtlaan

Leopoldsburg, Antwerpsesteenweg, Leopoldsburgsesteenweg en

Grootschalige concentratie Baanwinkelconcentratie

Lommelsesteenweg •

Tessenderlo, Diesterstraat, Hulsterweg en Schoterweg

Bijzondere concentratie Overig

Benedengemiddelde binding shopping sector In West-Limburg is met name de binding in de shopping sector benedengemiddeld in vergelijking met de overige regio’s. De binding in de convenience sector zit aardig op peil. Beringen en Heusden-Zolder scoren erg goed op het vlak van convenience. Op het vlak van specialty behalen met name Halen en Tessenderlo een bovengemiddelde binding. Tabel 3.12 Regio West-Limburg: Koopkrachtbinding Convenience

Shopping

Specialty

Beringen

91,2 %

41,7 %

39,4 %

Halen

79,5 %

28,0 %

63,9 %

Ham

56,4 %

19,2 %

45,6 %

Herk-de-Stad

77,9 %

26,6 %

28,2 %

Heusden-Zolder

92,3 %

45,7 %

43,1 %

Leopoldsburg

83,0 %

46,3 %

47,8 %

Lummen

88,8 %

19,1 %

44,7 %

Tessenderlo

79,8 %

42,8 %

56,4 %

32

Hoofdstuk 3


West-Limburg

86,7 %

50,8 %

55,9 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • Herbestemming Mijnsite: PPS-project voor de realisatie van een regionaal bezoekerscentrum voor de mijnstreek, woningen, versmarkt, 15 000 m² aan winkels, zwembad. Beringen-Mijn wordt als extra troef van de stad Beringen beschouwd. De ontwikkeling van de mijnterreinen heeft bovenlokale uitstraling, voor het hoofddorp Beringen-Mijn ligt de klemtoon veeleer op lokale en kleinschalige ontwikkeling van de kern. • De dubbele relatie van de mijnsite met enerzijds Beringen-Mijn en anderzijds Beringen-Centrum maakt van deze kern een satelliet van het stedelijk gebied. • Aan de Koolmijnlaan in Beringen-Mijn zijn momenteel plannen voor een commerciële opwaardering van het bestaande handels- en horeca-aanbod. • Bovenlokale handelszaken worden in het GRS Beringen voorbehouden voor het centrum en de invalswegen dienen als poorten voor het centrum. • In Tessenderlo nadert de bouw van het project Binnenhof haar einde. Hier is onder meer 3 500 m² winkelruimte voorzien. Economisch functioneren Uit de volgende overzichten blijkt dat in Halen, Herk-de-Stad en Lummen de convenience sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo een bovengemiddelde omzet per m² wvo realiseert. In Ham, Leopoldsburg en Tessenderlo ligt de gerealiseerde omzet juist sterk onder het Limburgse gemiddelde. Tabel 3.13 Regio West-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren convenience sector Convenience sector: Omzet per m² wvo 3.500 - 5.000 Beringen

5.000 - 6.000

x x

Herk-de-Stad

x

Heusden-Zolder Leopoldsburg

x x

Lummen Tessenderlo

> 7.500

x

Halen Ham

6.000 - 7.500

x x

Bron: BRO, 2007.

In het algemeen wordt in de shopping sector een gemiddelde omzet per m² wvo behaald. Enkel in Halen, Ham en Herk-de-Stad blijft de gerealiseerde omzet wat achter op het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- per m² wvo. De specialty sector in West-Limburg draait een omzet boven het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m² wvo. Ham, Herk-de-Stad en Lummen vormen hierop de uitzonderingen. Daar draait de specialty sector een omzet van minder dan € 1 000.- per m² wvo.

Hoofdstuk 3

33


Tabel 3.14 Regio West-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren shopping sector Shopping sector: Omzet per m² wvo < 800

800 - 1.400

Beringen

1.400 - 2.000

> 2.000

x

Halen

x

Ham

x

Herk-de-Stad

x

Heusden-Zolder

x

Leopoldsburg

x

Lummen

x

Tessenderlo

x

Bron: BRO, 2007. Tabel 3.15 Regio West-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren specialty sector Specialty sector: Omzet per m² wvo < 1.000

1.000 - 1.500

Beringen

1.500 - 2.000

> 2.000

x

Halen

x

Ham

x

Herk-de-Stad

x

Heusden-Zolder

x

Leopoldsburg

x

Lummen

x

Tessenderlo

x

Bron: BRO, 2007.

Resumé In het volgende overzicht worden de sterkten en zwakten van de kleinhandel in de regio West-Limburg weergegeven. De sterke en zwakke punten resulteren uit voorgaande analyses van vraag en aanbod. Tabel 3.16 Regio West-Limburg: Sterkten en zwakten Sterkten

Zwakten

Betrekkelijk ruim aandeel centrumaanbod

Sterke verwachte toename van de bevolking

Heusden-Centrum als bovenlokaal verzorgend

Benedengemiddeld kleinhandelsaanbod per inwoner Ontbreken grootschalige kleinhandelsconcentraties met regionale aantrekkingskracht

centrum •

Ontbreken dominerend centrum, nadruk ligt op lokaal verzorgende centra

Gemiddeld functioneren convenience

34

Binding shopping sector benedengemiddeld

Hoofdstuk 3


3.4 Midden-Limburg

Meest omvangrijke regio naar inwonertal De centrale Limburgse regio bestaat uit de gemeenten As, Diepenbeek, Genk, Hasselt, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek, Zonhoven en Zutendaal. Midden-Limburg is met ca. 224 040 inwoners de meest omvangrijke regio naar inwonertal. De verwachte toename van het inwonertal bedraagt ca. 3% en ligt daarmee iets lager dan het Limburgse gemiddelde. Ondanks deze benedengemiddelde stijging blijft Midden-Limburg naar verwachting ook in 2015 de meest omvangrijke regio naar inwonertal. Meest omvangrijke regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod Midden-Limburg is niet alleen de meest omvangrijke regio naar inwonertal, maar is ook zowel naar aantal winkels als naar omvang van het kleinhandelsaanbod de meest omvangrijke regio van Limburg. De kleinhandel in Midden-Limburg neemt ca. 33% van het volledige Limburgse kleinhandelsaanbod in. Met 2,1 m² wvo per inwoner beschikt de

Hoofdstuk 3

35


regio inderdaad over een bovengemiddeld kleinhandelsaanbod. Met name de shopping sector is sterk vertegenwoordigd. Met meer dan 50% van de omvang van het kleinhandelsaanbod neemt de shopping sector een prominente plaats in het Midden-Limburgse kleinhandelsbeeld in. Van de volledige Limburgse shopping sector neemt de shopping sector in Midden-Limburg ca. 39% in. Tabel 3.17 Regio Midden-Limburg: Kleinhandel naar goederengroep en naar gemeente Convenience

As

Shopping

aantal

m² wvo

aantal

Specialty

m² wvo

aantal

Totaal

m² wvo

aantal

m² wvo

9

1.075

5

610

3

505

17

2.190

42

7.270

33

7.207

30

11.385

105

25.862

Genk

165

24.665

264

70.732

149

36.880

578

132.277

Hasselt

216

25.841

469

128.498

216

53.997

901

208.336

Houthalen-Helchteren

69

12.132

61

17.585

40

15.712

170

45.429

Opglabbeek

24

3.395

28

10.790

14

1.780

66

15.965

Zonhoven

43

6.561

52

10.780

36

4.420

131

21.761

Zutendaal

13

1.000

21

2.720

8

4.190

42

7.910

581

81.939

933

248.922

496

128.869

2.010

459.730

Diepenbeek

Midden-Limburg

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Tamelijk geconcentreerd kleinhandelsaanbod In Midden-Limburg is het aandeel verspreid kleinhandelsaanbod in vergelijking met de overige Limburgse regio’s beperkt. Met andere woorden, in Midden-Limburg is het kleinhandelsaanbod tamelijk geconcentreerd gevestigd, hetzij in centrumgebieden, hetzij in baanwinkelconcentraties, hetzij in grootschalige clusters. Met een gemiddelde schaal van ca. 1 175 m² wvo zijn de baanwinkelconcentraties in Midden-Limburg vrij ruim van opzet. Tabel 3.18 Regio Midden-Limburg: Spreiding kleinhandel Aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

Centraal

875

135.675

155

30%

Ondersteunend

192

40.391

210

9%

26

30.600

1.177

7%

Baanwinkel

270

120.651

447

26%

Verspreid

647

132.413

205

29%

2.010

459.730

229

100%

Grootschalig

Midden-Limburg

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Koplopers zijn Hasselt-Centrum en Genk-Centrum Binnen de regio Midden-Limburg is Hasselt-Centrum met ca. 72 745 m² wvo aan kleinhandel een bovenregionaal verzorgend centrum. Genk-Centrum bevindt zich met ca. 30 600 m² wvo aan kleinhandel op regionaal niveau. Binnen de regio bekleedt Houthalen-Centrum de derde positie en is met ca. 12 750 m² wvo aan kleinhandel een bovenlokaal verzorgend centrum. Grootschalige kleinhandels-

36

Hoofdstuk 3


concentraties zijn De Zuiderring in Genk en de Hendrik van Veldekesingel en de Schampbergstraat in Hasselt. De omvang van de grootschalige clusters varieert van ca. 5 650 m² wvo tot ca. 13 075 m² wvo en het accent ligt op de shopping sector. De Nieuwstraat in Diepenbeek, de Hasseltweg in Genk, de Genkersteenweg, de Kuringersteenweg en de Sint-Truidersteenweg in Hasselt en de Beringersteenweg en de Heuveneindeweg in Zonhoven vormen de Midden-Limburgse baanwinkelconcentraties. De baanwinkelconcentraties zijn zowel gericht op de shopping sector als op de specialty sector. Tabel 3.19 Regio Midden-Limburg: Indeling naar typen winkelgebieden Bovenregionaal centrum

Hasselt-Centrum

Regionaal centrum

Genk-Centrum

Bovenlokaal centrum

Houthalen-Centrum

Lokaal centrum

Zonhoven-Centrum

Opglabbeek-Centrum

Zutendaal-Centrum

Diepenbeek-Centrum

Helchteren-Centrum

Genk, De Zuiderring

Hasselt, Hendrik van Veldekesingel en Schampbergstraat

Diepenbeek, Nieuwstraat

Genk, Hasseltweg

Grootschalige concentratie

Baanwinkelconcentratie

Hasselt, Genkersteenweg, Kuringersteenweg en SintTruidersteenweg

Zonhoven, Beringersteenweg en Heuveneindeweg

Bijzondere concentratie Overig

Bovengemiddelde koopkrachtbinding In de regio Midden-Limburg is de koopkrachtbinding in de drie sectoren sterk bovengemiddeld in vergelijking met de andere regio’s. Hasselt is zowel in de convenience als in de shopping en specialty sector koploper, gevolgd door Genk. In de andere plaatsen liggen de bindingspercentages betrekkelijk lager. Binnen de regio scoren met name As en Zutendaal ondermaats, zowel op het vlak van convenience, shopping als specialty.

Hoofdstuk 3

37


Tabel 3.20 Regio Midden-Limburg: Koopkrachtbinding Convenience

Shopping

Specialty

As

56,3 %

8,2 %

8,2 %

Diepenbeek

89,0 %

31,6 %

25,9 %

Genk

92,9 %

67,4 %

72,1 %

Hasselt

95,3 %

93,2 %

83,3 %

Houthalen-Helchteren

90,3 %

38,3 %

37,4 %

Opglabbeek

72,3 %

39,8 %

25,1 %

Zonhoven

81,6 %

30,6 %

27,9 %

Zutendaal

70,0 %

20,5 %

6,4 %

Midden-Limburg

93,9 %

83,5 %

87 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Hasselt zal de omgeving van de Blauwe Boulevard ontwikkeld worden. Behalve kwaliteitsvol wonen aan het water en kantoren wordt er ook ruimte voorzien voor retail, direct aansluitend op het kernwinkelgebied aan de ‘kleine ring’. • Een andere belangrijke ontwikkeling is de ontwikkeling van de voormalige rijkswachtkazerne aan de ‘kleine ring’. Hier kan 17 400 m² retail voorzien worden in een directe relatie met de binnenstad. • Andere inbreidingsmogelijkheden situeren zich aan de Kuringersteenweg ter hoogte van plantenzaak Thomas. • In Genk werd in het najaar van 2007 het eerste deel van het PPS-Project aan het stadsplein opgeleverd. Deel 2 was voorzien voor voorjaar 2008. Het betreft in totaal 15 000 m² wvo. • In een latere fase is ook de upgrading voorzien van shopping 1, het oudste shoppingcentrum van België. Het betreft hier een ontwikkeling door ING Real Estate en de hoofdaandeelhouder, Redevco. • Winkelcentrum Zuiderring aan de Bosdel wordt onderzocht als mogelijkheid voor een modern retailpark met valorisatie van het bestaande aanbod en uitbreiding met nieuwe grootschalige handelszaken. • Houthalen-Centrum is in de gemeentelijke visie weerhouden als hoofdcentrum met bovenlokale functie. Versterking en uitbreiding van het aanbod is dan ook voornamelijk ter versterking van het handelscentrum bedoeld. Bovendien is in het masterplan voor de gemeente tevens een zone opgenomen op het Industrieterrein Zuid voor de vestiging van enkele groothandelszaken. • Genk onderzoekt de mogelijkheden voor vestiging van retail aan het stadion van KRC Genk. Invulling dient dan voornamelijk gezocht te worden in de sfeer van sport en vrije tijd. Economisch functioneren Het overzicht met de vloerproductiviteiten van de convenience sector in Midden-Limburg toont een erg gevarieerd beeld. In As en Zutendaal, waar de binding in de convenience

38

Hoofdstuk 3


sector juist onder het regionale gemiddelde ligt, realiseert de sector een sterk bovengemiddelde omzet per m² wvo. Ook de Hasseltse convenience sector scoort ruim boven het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo. De convenience sector in Diepenbeek en Opglabbeek behaalt een benedengemiddelde omzet per m² wvo. Tabel 3.21 Regio Midden-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren convenience sector Convenience sector: Omzet per m² wvo 3.500 - 5.000

5.000 - 6.000

6.000 - 7.500

> 7.500

As Diepenbeek

x x

Genk

x

Hasselt

x

Houthalen-Helchteren Opglabbeek

x x

Zonhoven

x

Zutendaal

x

Bron: BRO, 2007.

In het algemeen wordt in de shopping sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- een benedengemiddelde tot gemiddelde omzet per m² wvo behaald. As is een positieve uitschieter, in die zin dat de shopping sector daar een omzet van meer dan € 2 000,- per m² wvo draait. Tabel 3.22 Regio Midden-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren shopping sector Shopping sector: Omzet per m² wvo < 800

800 - 1.400

1.400 - 2.000

> 2.000

As

x

Diepenbeek

x

Genk

x

Hasselt

x

Houthalen-Helchteren

x

Opglabbeek

x

Zonhoven

x

Zutendaal

x

Bron: BRO, 2007.

Net als de convenience sector laat de specialty sector een erg wisselend beeld zien. In Hasselt en Genk wordt een omzet van meer dan € 2 000,- per m² wvo behaald. In Diepenbeek, Houthalen-Helchteren en Zutendaal draait de sector een omzet van minder dan € 1 000,- per m² wvo, wat onder het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m² wvo is.

Hoofdstuk 3

39


Tabel 3.23 Regio Midden-Limburg: Indicatie huidig economisch functioneren specialty sector Specialty sector: Omzet per m² wvo < 1.000

1.000 - 1.500

1.500 - 2.000

As

> 2.000

x

Diepenbeek

x

Genk

x

Hasselt

x

Houthalen-Helchteren

x

Opglabbeek

x

Zonhoven

x

Zutendaal

x

Bron: BRO, 2007.

Resumé Het volgende overzicht geeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de kleinhandel in de regio Midden-Limburg. De sterkten en zwakten resulteren uit de voorgaande analyses van vraag en aanbod. Tabel 3.24 Regio Midden-Limburg: Sterkten en zwakten Sterkten

Zwakten

Relatief groot aantal inwoners

Benedengemiddeld tot gemiddeld functioneren shopping sector

Relatief omvangrijk kleinhandelsaanbod per inwoner

Structuur van het kleinhandelsaanbod is goed afgestemd op het verzorgingsgebied

Tamelijk geconcentreerd kleinhandelsaanbod

Shopping sector neemt prominente plaats in het kleinhandelsbeeld in

Hasselt-Centrum als dé provinciale shopping en specialty aankoopplaats

Sterk regionaal verzorgend centrum Genk

Bovengemiddelde binding convenience, shopping en specialty sector

Gemiddeld tot bovengemiddeld functioneren convenience sector

40

Hoofdstuk 3


3.5 Maasland

Kleinste regio naar inwonertal De meest oostelijk gelegen Limburgse regio omvat de gemeenten Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maaseik en Maasmechelen. Met iets meer dan 115 000 inwoners is Maasland de kleinste regio naar inwonertal. Ondanks een verwachte toename van het inwonertal met ca. 5% is Maasland ook in 2015 de regio met de minste inwoners. In Kinrooi is de verwachte toename van het inwonertal met 2% opmerkelijk lager dan het gemiddelde van de regio, in Lanaken is de verwachte stijging juist opmerkelijk hoger. Ruim 214 000 m² wvo aan kleinhandel Met iets meer dan 214 000 m² wvo is Maasland de tweede kleinste regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod. Desondanks beschikt de regio - de kleinste regio naar inwonertal - met 1,9 m² wvo per inwoner over een bovengemiddeld kleinhandelsaanbod. Net als in de regio’s West-Limburg en Midden-Limburg is het aanbod met name gericht op de shopping sector. De convenience sector neemt ca. 21% van de omvang van het kleinhandelsaanbod in beslag.

Hoofdstuk 3

41


Tabel 3.25 Regio Maasland: Kleinhandel naar goederengroep en naar gemeente Convenience

Shopping

Specialty

Totaal

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

48

5.563

36

8.357

40

7.730

124

21.650

Kinrooi

27

3.755

19

14.700

21

11.385

67

29.840

Lanaken

56

8.179

85

17.004

58

17.019

199

42.202

Dilsen-Stokkem

Maaseik

66

9.940

118

19.835

51

8.105

235

37.880

Maasmechelen

95

18.140

216

39.002

85

25.662

396

82.804

292

45.577

474

98.898

255

69.901

1.021

214.376

Maasland

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Tamelijk beperkt aandeel baanwinkelconcentraties Met ca. 14% van de omvang van het kleinhandelsaanbod is het aandeel van de baanwinkelconcentraties in de regio Maasland tamelijk beperkt. Het aandeel centrumaanbod en verspreid kleinhandelsaanbod is juist redelijk ruim. In Maasland is bijna een tweede van de winkelmeters verspreid gevestigd. Enkel in Noord-Limburg wordt het kleinhandelsaanbod gekenmerkt door een nog meer versnipperde ligging. Met Maasmechelen Village beschikt Maasland over een bijzondere kleinhandelsconcentratie, met een belangrijk aandeel in de shopping sector. Tabel 3.26 Regio Maasland: Spreiding kleinhandel aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

384

63.540

165

30%

Speciaal

84

6.796

81

3%

Grootschalig

42

8.550

204

4%

Centraal

Baanwinkel

47

30.568

650

14%

Verspreid

464

104.922

226

49%

Maasland

1.021

214.376

210

100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Maasmechelen Village is bijzondere kleinhandelsconcentratie Binnen de regio Maasland bevinden zich drie centra op bovenlokaal niveau, namelijk Eisden-Centrum, Maaseik-Centrum en Lanaken-Centrum. De kleinhandel in de drie bovenlokaal verzorgende centra beslaat respectievelijk ca. 17 830 m² wvo, ca. 15 500 m² wvo en ca. 14 225 m² wvo. In de regio ontbreekt een bovenregionaal en regionaal verzorgend centrum. Veel centra bevinden zich op lokaal niveau. Maasmechelen beschikt met het M2 Shopping Center en Maasmechelen Village enerzijds over een grootschalige kleinhandelscluster en anderzijds over een bijzondere kleinhandelsconcentratie. In beide concentraties neemt de shopping sector duidelijk de overhand. Baanwinkelconcentraties binnen de regio Maasland zijn de Venlosesteenweg in Kinrooi, de Maaseikersteenweg en de Steenweg in Lanaken, de Maastrichtersteenweg in Maaseik en de Rijksweg in Maasmechelen.

42

Hoofdstuk 3


Tabel 3.27 Regio Maasland: Indeling naar typen winkelgebieden Bovenregionaal centrum Regionaal centrum •

Eisden-Centrum

Maaseik-Centrum

Lanaken-Centrum

Ophoven-Centrum

Neeroeteren-Centrum

Maasmechelen-Centrum

Dilsen-Centrum

Grootschalige concentratie

Maasmechelen, M2 Shopping Center

Baanwinkelconcentratie

Kinrooi, Venlosesteenweg

Lanaken, Maaseikersteenweg en Steenweg

Maaseik, Maastrichtersteenweg

Maasmechelen, Rijksweg

Maasmechelen, Maasmechelen Village

Bovenlokaal centrum

Lokaal centrum

Bijzondere concentratie Overig

Benedengemiddelde binding specialty sector De koopkrachtbinding in de regio Maasland is in vergelijking met de andere Limburgse regio’s met name in de specialty sector benedengemiddeld. In de convenience zit de binding aardig op peil. In de shopping sector scoort Maasmechelen ruim boven het regionale gemiddelde, Lanaken blijft juist achter op het gemiddelde. Ook op het vlak van specialty is de koopkrachtbinding in Maasmechelen bovengemiddeld. Tabel 3.28 Regio Maasland: Koopkrachtbinding Convenience

Shopping

Specialty

Dilsen-Stokkem

80,7 %

22,7 %

29,9 %

Kinrooi

64,9 %

19,9 %

36,4 %

Lanaken

88,4 %

50,9 %

42,3 %

Maaseik

90,1 %

37,6 %

33,4 %

Maasmechelen

91,6 %

67,3 %

56,4 %

Maasland

87,4 %

54,9 %

53,4 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Maasmechelen wenst de eigenaar van het M2 Shopping Center de aanpalende gronden te ontwikkelen met grootschalige ‘baanwinkelachtige’ handelszaken als aanvulling op het meer binnenstedelijk aanbod van het winkelcentrum zelf. • Momenteel is er reeds een nieuwe JBC gevestigd, de Aldi volgt en er rest nog ruimte voor gefaseerde ontwikkeling van de site. Het Europaplein aan de Pauwengraaf biedt ontwikkelingsperspectief als tweede halter naast de kop met de M2 als trekker.

Hoofdstuk 3

43


In Maaseik is het project Kloosterbempden al grotendeels geopend. Aan de andere kant van het centrum zal er haltergewijs een tweede ‘pool’ ontwikkeld worden, nl. winkelcentrum Bospoort, samen goed voor 15 000 m² winkelruimte. In Lanaken plant men op het industriegebied Smeermaas nieuwe retailontwikkelingen (+/- 5 000 m²), complementair aan het bestaande aanbod. Ook wordt de komst van een AD Delhaize van 1 400 m² momenteel onderzocht. Maasmechelen-Centrum is zich momenteel middels een PPS-project aan het versterken als administratief centrum van de gemeente met ruimte voor lokale voorzieningen.

Economisch functioneren In Dilsen-Stokkem en Lanaken realiseert de convenience sector in vergelijking met het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo een gemiddelde omzet. Kinrooi, Maaseik en Maasmechelen scoren ruim onder het Limburgse gemiddelde. In de shopping sector wordt een erg lage omzet behaald in de hele regio, lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- per m² wvo. Met name in Kinrooi en Maaseik presteert de shopping sector ondermaats. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat die plaatsen met name bestedingen van buiten de provincie Limburg aantrekken. Gezien de ligging nabij de Belgisch-Nederlandse grens is het zeer aannemelijk dat de shopping sector in de Belgische grensgebieden bestedingen vanuit Nederland aantrekt. De Nederlandse en ook Duitse bestedingen zijn bij de benadering van het economisch functioneren buiten beschouwing gelaten, vandaar het vaak ondermaatse presteren van de shopping sector. Tabel 3.29 Regio Maasland: Indicatie huidig economisch functioneren convenience sector Convenience sector: Omzet per m² wvo 3.500 - 5.000 Dilsen-Stokkem Kinrooi

5.000 - 6.000

6.000 - 7.500

> 7.500

x x

Lanaken

x

Maaseik

x

Maasmechelen

x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.30 Regio Maasland: Indicatie huidig economisch functioneren shopping sector Shopping sector: Omzet per m² wvo < 800 Dilsen-Stokkem Kinrooi

800 - 1.400

1.400 - 2.000

> 2.000

x x

Lanaken

x

Maaseik

x

Maasmechelen

x

Bron: BRO, 2007.

44

Hoofdstuk 3


Voor de specialty sector geldt dezelfde conclusie als voor de shopping sector. De benedengemiddelde omzetten per m² wvo moeten worden genuanceerd, daar bij de benadering van het economisch functioneren de bestedingen van buitenlanders aan de Maaslandse specialty sector buiten beschouwing zijn gelaten. Desondanks noteert de specialty sector in Dilsen-Stokkem en in Maaseik een gemiddeld resultaat. Tabel 3.31 Regio Maasland: Indicatie huidig economisch functioneren specialty sector Specialty sector: Omzet per m² wvo < 1.000

1.000 - 1.500

Dilsen-Stokkem

> 2.000

x

Kinrooi

x

Lanaken

x

Maaseik Maasmechelen

1.500 - 2.000

x x

Bron: BRO, 2007.

Resumé Voorgaande analyses vormen de basis voor het volgende overzicht, dat de sterke en zwakke punten van de kleinhandel in de regio Maasland samenvat. Tabel 3.32 Regio Maasland: Sterkten en zwakten Sterkten

Zwakten

Veel verspreid gevestigd kleinhandelsaanbod

Binding specialty sector blijft achter

Relatief beperkt aantal inwoners

Ontbreken (boven)regionaal verzorgend centrum

Bovengemiddeld kleinhandelsaanbod per inwoner

Bijzondere concentratie Maasmechelen Village Outlet Center

Ruim aandeel centrumaanbod

Sterk benedengemiddeld functioneren shopping sector

Benedengemiddeld functioneren convenience en specialty sector

Hoofdstuk 3

45


3.6 Haspengouw

Regio met de kleinste toename van het inwonertal Tot de regio Zuid-Limburg, ook wel Haspengouw genaamd, behoren de gemeenten Alken, Bilzen, Borgloon, Gingelom, Heers, Herstappe, Hoeselt, Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren, Voeren en Wellen. In de regio Haspengouw wonen ca. 183 815 inwoners. Verwacht wordt dat het inwonertal in de richting van 2015 zal toenemen met ca. 2%, dit is onder het Limburgse gemiddelde van ca. 4%. Opmerkelijk zijn de verschillen binnen de regio. In Kortessem en Riemst wordt een verwachte toename van het inwonertal van ca. 5% genoteerd. In Borgloon en Tongeren wordt - geheel tegen de Limburgse trend in - een daling van het inwonertal verwacht.

46

Hoofdstuk 3


Wederom nadruk op shopping sector Gezien het ontbreken van kleinhandelsaanbod in Herstappe, is de kleinste gemeente van Limburg niet opgenomen in de analyse. Met ruim 288 800 m² wvo is Haspengouw de tweede meest omvangrijke regio naar omvang van het kleinhandelsaanbod. Desondanks beschikt de regio met 1,6 m² wvo per inwoner over een benedengemiddeld aanbod. De nadruk ligt wederom op de shopping sector, die ca. 42% van de omvang van het kleinhandelsaanbod inneemt. Tabel 3.33 Regio Haspengouw: Kleinhandel naar goederengroep en naar gemeente Convenience

Shopping

aantal

m² wvo

aantal

Alken

25

3.140

Bilzen

83

9.228

Borgloon

28

Gingelom

18

Heers

13

Hoeselt

22

Kortessem Nieuwerkerken Riemst

Specialty

Totaal

m² wvo

aantal

m² wvo

aantal

m² wvo

27

5.710

16

95

14.031

56

3.280

68

12.130

9.323

234

32.582

3.431

26

4.156

1.715

10

900

16

1.839

70

9.426

7

395

35

3.010

1.865

7

2.890

16

1.190

6

3.070

26

6.125

4.995

19

3.490

57

11.375

22

2.695

18

2.010

17

4.600

5

355

44

7.650

13

3.105

9

7.065

40

12.180

45

4.561

39

11.514

31

33.401

115

49.476

148

23.304

211

40.663

99

19.451

458

83.418

Tongeren

87

12.090

183

27.700

87

15.275

357

55.065

Voeren

11

450

8

544

3

200

22

1.194

Sint-Truiden

Wellen Haspengouw

18

2.440

13

1.770

10

1.023

41

5.233

538

69.819

665

120.878

364

98.167

1.567

288.864

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Ontbreken grootschalige kleinhandelsclusters In de regio Haspengouw is het aandeel baanwinkelconcentraties met 30% betrekkelijk ruim. Wel zijn de baanwinkels vrij kleinschalig van opzet. Ondanks het betrekkelijk ruime aandeel baanwinkelconcentraties is het merendeel van het kleinhandelsaanbod verspreid gevestigd. In Haspengouw ontbreekt een grootschalige kleinhandelsconcentratie. Wel is enig ondersteunend aanbod in de regio gevestigd. Tabel 3.34 Regio Haspengouw: Spreiding kleinhandel

Centraal Ondersteunend Grootschalig Baanwinkel Verspreid Haspengouw

aantal

m² wvo

schaal

% m² wvo

770

80.078

104

28%

9

3.475

386

1%

0

0

0

0%

235

87.552

373

30%

553

117.759

213

41%

1.567

288.864

184

100%

Bron: Locatus-bestand Provincie Limburg 2006, geactualiseerd door BRO in 2007.

Hoofdstuk 3

47


Sint-Truiden en Tongeren als regionaal verzorgende centra Met respectievelijk ca. 30 850 m² wvo en ca. 25 925 m² wvo aan kleinhandel vormen Sint-Truiden-Centrum en Tongeren-Centrum regionaal verzorgende centra. Een bovenregionaal verzorgend centrum ontbreekt. In beide centra neemt de shopping sector meer dan 50% van het kleinhandelsaanbod in. Binnen de regio Haspengouw bevinden WellenCentrum, Borgloon-Centrum en Alken-Centrum zich op lokaal niveau en Bilzen-Centrum op bovenlokaal niveau. De overige centrumconcentraties zijn minder omvangrijk en nemen minder dan 1 500 m² wvo in beslag. Tabel 3.35 Regio Haspengouw: Indeling naar typen winkelgebieden Bovenregionaal centrum •

Sint-Truiden-Centrum

Tongeren-Centrum

Bovenlokaal centrum

Bilzen-Centrum

Lokaal centrum

Wellen-Centrum

Borgloon-Centrum

Alken-Centrum

Alken, Steenweg

Bilzen, Hasseltsestraat en Maastrichterstraat

Borgloon, Sint-Truidersteenweg

Kortessem, Tongersesteenweg

Nieuwerkerken, Diestersteenweg

Riemst, Tongersesteenweg

Regionaal centrum

Grootschalige concentratie Baanwinkelconcentratie

Sint-Truiden, Hasseltsesteenweg, Industrielaan, Luikersteenweg en Tongersesteenweg

Tongeren, Bilzersteenweg, Hasseltsesteenweg, Luikersteenweg, Maastrichtersteenweg en Sint-Truidersteenweg

Bijzondere concentratie Overig

Vrij middelmatige koopkrachtbindingen In vergelijking met de overige Limburgse regio’s zijn de bindingscijfers in de regio Haspengouw vrij middelmatig. Binnen de regio zijn wel opmerkelijke verschillen waar te nemen. In Sint-Truiden en Tongeren is de binding in de convenience sector bovengemiddeld, hetgeen ook geldt voor de shopping en specialty sector. In Voeren ligt de binding in de drie sectoren juist sterk onder het gemiddelde van de regio.

48

Hoofdstuk 3


Tabel 3.36 Regio Haspengouw: Koopkrachtbinding Convenience

Shopping

Specialty

Alken

77,5 %

18,2 %

19,2 %

Bilzen

89,8 %

37,9 %

42,1 %

Borgloon

75,8 %

19,8 %

34,2 %

Gingelom

42,7 %

11,8 %

11,4 %

Heers

71,5 %

20,2 %

38,6 %

Hoeselt

62,9 %

23,7 %

37,6 %

Kortessem

65,9 %

21,2 %

21,4 %

Nieuwerkerken

62,2 %

23,6 %

28,9 %

Riemst

73,8 %

21,0 %

43,6 %

Sint-Truiden

93,5 %

74,4 %

69,0 %

Tongeren

93,2 %

61,0 %

62,2 %

Voeren

58,2 %

7,3 %

22,1 %

Wellen

72,0 %

19,1 %

26,7 %

Haspengouw

86,8 %

60 %

58,9 %

Provincie Limburg

91,8 %

84,5 %

85,1 %

Relevante plannen en initiatieven • In Tongeren zal het Julianusproject ruimte bieden aan 8 900 m² winkelruimte. Gelegen aan de kop van de hoofdwinkelstraat Maastrichterstraat betekent deze realisatie een belangrijke binnenstedelijke impuls. • In 2007 opende het pretpark Het Land van Ooit kort zijn deuren. Momenteel is het park gesloten en wacht het op een nieuwe bestemming. Toch kan deze toeristische troef gelegen nabij het centrum een belangrijke meerwaarde betekenen voor de binnenstedelijke attractiviteit. • Aan de Luikersteenweg worden kleinhandelsactiviteiten voorzien. De stad wenst hier branchebeperkingen op te leggen. Economisch functioneren Ondanks de benedengemiddelde koopkrachtbinding realiseert de convenience sector in Voeren een omzet van meer dan € 7 500,- per m² wvo. Ook in Alken en Bilzen scoort de sector ruim boven het Limburgse gemiddelde van ca. € 5 870,- per m² wvo. Ondanks deze uitschieters realiseert de convenience sector in de hele regio slechts een benedengemiddelde tot gemiddelde omzet per m² wvo. De Haspengouwse shopping sector in haar geheel realiseert een benedengemiddelde omzet per m² wvo, dit is lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 820,- per m² wvo. Uitzonderingen zijn Bilzen, Gingelom en Bree, waar de gerealiseerde omzet per m² wvo rond het Limburgse gemiddelde varieert.

Hoofdstuk 3

49


Tabel 3.37 Regio Haspengouw: Indicatie huidig economisch functioneren convenience sector Convenience sector: Omzet per m² wvo 3.500 - 5.000

5.000 - 6.000

6.000 - 7.500

Alken

x

Bilzen

x

Borgloon

> 7.500

x

Gingelom

x

Heers

x

Hoeselt

x

Kortessem

x

Nieuwerkerken

x

Riemst

x

Sint-Truiden

x

Tongeren

x

Voeren

x

Wellen

x

Bron: BRO, 2007.

Tabel 3.38 Regio Haspengouw: Indicatie huidig economisch functioneren shopping sector Shopping sector: Omzet per m² wvo < 800 Alken

800 - 1.400

1.400 - 2.000

> 2.000

x

Bilzen

x

Borgloon

x

Gingelom

x

Heers

x

Hoeselt

x

Kortessem

x

Nieuwerkerken

x

Riemst

x

Sint-Truiden

x

Tongeren

x

Voeren

x

Wellen

x

Bron: BRO, 2007.

De vloerproductiviteiten van de specialty sector in de regio Haspengouw variëren sterk van plaats tot plaats. In Borgloon, Kortessem en Voeren scoort de specialty sector ruim boven het Limburgse gemiddelde. In Alken, Heers, Nieuwerkerken en Riemst draait de specialty sector een omzet van minder dan € 1 000,- per m² wvo, beduidend lager dan het Limburgse gemiddelde van ca. € 1 390,- per m2 wvo.

50

Hoofdstuk 3


Tabel 3.39 Regio Haspengouw: Indicatie huidig economisch functioneren specialty sector Specialty sector: Omzet per m² wvo < 1.000 Alken

1.000 - 1.500

1.500 - 2.000

> 2.000

x

Bilzen

x

Borgloon

x

Gingelom Heers

x x

Hoeselt

x

Kortessem

x

Nieuwerkerken

x

Riemst

x

Sint-Truiden Tongeren

x x

Voeren

x

Wellen

x

Bron: BRO, 2007.

Resumé In het volgende overzicht worden de belangrijkste sterkten en zwakten van de Haspengouwse kleinhandel weergegeven. Tabel 3.32 Regio Haspengouw: Sterkten en zwakten Sterkten

Zwakten

Beperkte verwachte toename van het inwonertal

Benedengemiddeld kleinhandelsaanbod per

Twee sterke regionaal verzorgende centra: SintTruiden en Tongeren

Sterk bovengemiddeld functioneren specialty sector in aantal plaatsen

inwoner •

Ontbreken grootschalige kleinhandelsconcentraties met regionale aantrekkingskracht

Betrekkelijk ruim aandeel baanwinkelconcentraties

Veel verspreid gevestigd kleinhandelsaanbod

Benedengemiddeld tot gemiddeld functioneren convenience sector

Benedengemiddeld functioneren shopping sector

Sterk benedengemiddeld functioneren specialty sector in aantal plaatsen

Hoofdstuk 3

51



4.

KADERS VOOR DE VISIE

Op basis van alle voorgaande analyses is de kleinhandelsstructuur in de provincie Limburg in beeld gebracht. De Limburgse kleinhandelsstructuur is opgebouwd uit verschillende elementen: centrumgebieden (een bovenregionaal verzorgend centrum, regionaal verzorgende centra, bovenlokaal verzorgende centra en lokaal verzorgende centra), grootschalige kleinhandelsconcentraties, baanwinkelconcentraties en een bijzondere kleinhandelsconcentratie. In het gedeelte ‘Kaders voor de visie’ worden de verschillende elementen van de Limburgse kleinhandelsstructuur benoemd en wordt ingezoomd op de problematiek binnen elke kleinhandelsconcentratie. Vervolgens worden allerhande ontwikkelingen op een rij gezet, relevant voor de verschillende concentraties. Voorts wordt inzicht gegeven in de bestaande beleidskaders ten overstaan van kleinhandel.

4.1 Trends en ontwikkelingen In dit gedeelte worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de Limburgse kleinhandelsstructuur weergegeven. Immers, het is belangrijk het juiste evenwicht te vinden tussen het profiteren van bestaande kwaliteiten in de kleinhandelsstructuur enerzijds en het inspelen op trends en ontwikkelingen, die zich zowel voordoen bij de consument als in de maatschappij en de kleinhandel, anderzijds. De gevolgen voor de kleinhandelsstructuur in de provincie Limburg worden eensdeels bezien vanuit ontwikkelingen aan de vraagzijde en anderdeels vanuit ontwikkelingen aan de aanbodzijde.

Hoofdstuk 4

53


4.1.1 Trends aan vraagzijde Tabel 4.1 Trends aan vraagzijde: Gevolgen voor kleinhandelsstructuur Trend aan vraagzijde

Gevolg voor kleinhandelsstructuur

Door een grotere mobiliteit is het referentiekader van De concurrentie tussen winkelgebieden neemt toe. Op consumenten de laatste jaren groter geworden. Aan- regionaal niveau is profilering, met name van de voorbodkwaliteit, keuzemogelijkheid, prijsstelling en interne naamste concentraties, ten opzichte van elkaar een (winkelinrichting, uitstraling) en externe (omgevings- mogelijkheid om daarmee om te gaan. De bereikbaarkwaliteit) verschijningsvorm worden als gevolg hiervan heid wordt eveneens steeds belangrijker. Zonder belangrijker.

ingrijpen wordt het aantal verliezers aan de aanbodzijde groter.

Bestedingen in de convenience sector doet de consu- Voor de convenience sector geldt dat het aanbod (mits ment echter nog steeds en in toenemende mate dicht het voldoet aan het verwachtingspatroon) met een bij huis.

buurtverzorgend karakter en het ondersteunende aanbod perspectief behouden blijft. Op de lagere hiërarchische niveaus bestaan kansen voor de integratie van zowel commerciële als niet-commerciële verzorgingselementen.

De consument stelt veranderende eisen. Mentaliteits- De kleinhandel laat een sterkere flexibiliteit zien in groepen bepalen het koopgedrag. Tevens leidt de ruimtelijke verschijningsvorm en in assortiment. verhoging van de welvaart tot nieuwe behoeften, gericht op zelfontplooiing, gevoel voor eigenwaarde en levenskwaliteit. De wijze waarop men vrije tijd invult, wordt bepaald Leisure ontwikkelingen zijn sterk in opkomst. door de eigen identiteit. Meer en meer inkomen wordt besteed aan vrije tijd. De hedendaagse consument gaat niet louter meer een Een juiste mix van retail en leisure in winkelgebieden dagje winkelen, maar gaat veeleer een volledige dag leidt tot synergie. Het imago en de aantrekkingskracht de binnenstad in om een museum te bezoeken, een van het winkelgebied worden versterkt. Consumenten koffietje te drinken, rustig te kuieren, eventjes te winke- blijven langer in de winkels en besteden gemiddeld len en iets te eten. De aankoop op zich is niet meer hogere bedragen per bezoek. Tevens zijn consumenhet belangrijkste motief. Aspecten als ondervinding, ten meer geneigd om het winkelgebied opnieuw te experience en beleving worden steeds belangrijker.

bezoeken. Waardoor het aantal herhalingsbezoeken bovengemiddeld is.

Verruimde winkelopenstelling leidt tot verschuivingen Op alle hiërarchische niveaus en zowel in de conveniin

koopgedrag.

De

discussie

omtrent

de

24- ence als in de shopping en specialty sector moet

ureneconomie en de daarbij horende vraag om meer hierop worden ingespeeld. Wie niet meedoet, verliest zondagsopeningen wordt druk gevoerd in Limburg.

54

markt.

Hoofdstuk 4


Trend aan vraagzijde

Gevolg voor kleinhandelsstructuur

De consument bezoekt steeds vaker grotere winkels Mits voldaan wordt aan het verwachtingspatroon en winkelcentra omwille van het gemak van ruime blijven de grootschalige kleinhandelsclusters en de keuze en makkelijke bereikbaarheid.

baanwinkelconcentraties perspectief behouden. De bereikbaarheid speelt bovendien in het voordeel van deze perifere concentraties.

……………………………………………………………

……………………………………………………………

De vergrijzing zet zich onverminderd door: Afhankelijk Aanbod speelt hierop in door servicecentra te voorzien van de ouderdomsgraad zijn senioren meer of minder waar commerciële, publieke en maatschappelijke afhankelijk van voorzieningen.

voorzieningen onder één dak worden aangeboden.

Ze hebben een hoger besteedbaar inkomen, worden Ook zoeken ketenzaken de kleinere kernen op met wel kritisch omwille van enige aankoopervaring. Staan aangepast producten- en dienstenpakket (postverrichvaak voor vervangingsaankopen. Extra aandacht gaat tingen, openbaar vervoer.) of ontstaan er buurtwinkels naar kwaliteit, service en na-service.

om de sociale cohesie te bevorderen. Speciaalzaken met bediening door geestesgenoten scoren erg goed. Prijs is hier niet de eerste factor.

Andere gezinssamenstelling. Er is sprake van gezins- Gevoelige doelgroep voor gemakswinkelen. Formules verdunning, meer en meer éénoudergezinnen. Minder gericht op efficiënt en prijsbewust winkelen liggen grote volumes dan vroeger.

goed.

Ook meer en meer twee verdieners per gezin. Minder tijd.

4.1.2 Trends aan aanbodzijde De kleinhandel reageert op de veranderende consument De kleinhandel reageert op de veranderende consument met schaalvergroting, specialisatie en filialisering. Daarnaast komen nieuwe elementen van leisure en retailconcepten op, zoals bijvoorbeeld Maasmechelen Village Outlet Shopping of retailparken onder de noemer van Frun Shopping (combinatie van run and funshopping). Kleinhandel wordt daarbij steeds vaker gecombineerd met horeca en leisure. Ook worden de centra van voorname steden geherwaardeerd, met name door de menging van functies, die hier van oudsher al sterk aanwezig is. Bestaande aanbodsvormen België staat hoog op de lijst van sterkst bewinkelde landen in Europa. Per vierkante km zijn er in België 3,6 winkels aanwezig. In Limburg spreken we van 2,7 winkels per vierkante kilometer, ruim onder het Belgisch gemiddelde. Vlaanderen heeft dus een fijnmazig netwerk met relatief veel detailhandelszaken. Globaal komen deze voor in kernen van gemeenten en steden, langs invalswegen en op perifere locaties zoals bedrijventerreinen en nabij grote verbindingswegen. Toch dient opgemerkt te worden dat een groot deel verspreid ligt op gemeentelijke gronden zonder echt deel uit te maken van een herkenbare concentratie.

Hoofdstuk 4

55


Tabel 4.2 Trends aan aanbodzijde: Gevolgen voor kleinhandelsstructuur Trend aan aanbodzijde

Gevolg voor kleinhandelsstructuur

In veel branches wordt gezocht naar de maximale

Door de opschaling worden aspecten als autobereikbaar-

c.q. optimale schaal in winkeloppervlak. Dat geldt

heid en parkeermogelijkheden belangrijker. Mede in ver-

bijvoorbeeld voor supermarkten, doe-het-zelf,

band hiermee wordt steeds vaker geopteerd voor locaties

bruin- en witgoed, persoonlijke verzorging, rijwie-

buiten reguliere winkelgebieden, wat kan leiden tot aan-

len, sport en spel, media en plant en dier.

tasting van de historisch gegroeide kernen. In relatie tot de tegenbeweging van specialisatie en de wens van de consument om aanbod in de nabijheid ter beschikking te hebben, kan dat leiden tot grote ruimtelijke functionele veranderingen. Vaak worden aan de verkoopvloeroppervlakte niet-detailhandelsfuncties voorzien (kinderopvang, try and buy, herstelateliers.). De grootschaligheid biedt het voordeel van het schaalvoordeel (korter traject van fabricage en inkoop) maar boet in op klantgericht maatwerk. Dit biedt weer kansen voor nichespelers.

Tegenover de schaalvergroting is tegelijk een trend Omdat voor speciaalzaken de bereikbaarheid en het van schaalverkleining en superspecialisatie waar te parkeren anders kunnen worden ingepast, zien met name nemen. Steeds vaker duiken winkels op met een

kleinschalige speciaalzaken kans om zich in de centra te

zeer specialistisch en bijzonder assortiment.

ontwikkelen. Ook supermarkten volgen deze trend, bijv. Contact GB en City Delhaize of de Bio Planet van de Colruyt Groep.

Doelgroeporiëntatie is ook een tegenbeweging van

Brandstores en flagshipstores zoeken vernieuwende

schaalvergroting, bijvoorbeeld bij flagshipstores,

locaties in de belangrijkste centra. Convenience concep-

brandstores en convenience concepten of trafficlo-

ten vormen een alternatief voor voorzieningenconcentra-

3

caties .

ties op dit niveau.

Branchevervaging en branchevervreemding zowel

Branchevervaging doet zich voor in diverse branches.

op perifere locaties als in centrumgebieden.

Supermarkten verkopen niet-convenience artikelen. De branchevreemde aanbieders zijn concurrenten voor de vakhandel. De vakhandel kan de eigen toegevoegde waarde alleen blijven waarmaken door beter te presteren op punten als advisering, diepte van het assortiment, kwaliteit, service, en dergelijke.

Ketenzaken willen hun marketinginspanningen

Typische binnenstedelijke formules zoeken periferie op en

valideren door verschillende consumententypes te

omgekeerd, vaak met aangepast concept en dito aanbod.

bereiken

Gespecialiseerd aanbod in centrumgebieden en bulkgoederen op baanwinkellocaties.

3

Een flagshipstore is het paradepaardje van een merk. Het assortiment omvat de complete collectie van het merk. De winkels worden alleen geëxploiteerd in topwinkelstraten en lopen voorop qua architectuur, huisstijl en presentatie. Zij staan model voor mono- en multibrandstores. In brandstores worden producten van één (monobrandstore) of enkele (multibrandstore) merken verkocht in een op het product afgestemde sfeer. Conveniencewinkels zijn gericht op het gemak. Zij zijn gesitueerd op locaties waar veel consumenten komen, zoals het station of drukke winkelstraten. Het assortiment is vooral gericht op kant-en-klare maaltijden, snacks en de ‘vergeten boodschappen’.

56

Hoofdstuk 4


Vervolg Tabel 4.2 Trends aan aanbodzijde: Gevolgen voor kleinhandelsstructuur Trend aan aanbodzijde Filialisering versus uniciteit.

Gevolg voor kleinhandelsstructuur Herkenbaarheid van aanbodkanalen is zowel voor de markt als voor de consument van waarde. Met name in de belangrijkste winkelconcentraties moet meer aandacht worden geschonken aan het onderscheidend vermogen. Dat kan door een duidelijke profilering van deelgebieden. Toch is in Limburg nog sprake van een filialiseringsgraad van 34 % naar oppervlakte en van 17 % naar aantal winkels. Naar oppervlakte ligt het Belgisch gemiddelde op +/- 40%.

Integratie van kleinhandel met dienstverlening, horeca, Deze ontwikkeling biedt kansen om het onderscheivermaak en vrijetijdsconcepten. Integratie is gericht op dend vermogen van winkelconcentraties te vergroten. het verlengen van de verblijfsduur, het verlenen van meer service en het realiseren van meer toegevoegde waarde. Winkels worden in toenemende mate gepland als Waar kleinhandel wordt gesitueerd op suboptimale kostendrager voor leisurevoorzieningen, zoals bijvoor- locaties laat men kansen liggen voor versterking van beeld voetbalstadions.

de kleinhandelsstructuur.

Nieuwe concepten en formules, zoals lifestyle concep- De concepten en formules zoeken passende locaties. ten en themaconcentraties doen hun intrede. Voor- Dit biedt kansen voor versterking van het onderscheibeelden zijn de verschillende Factory Outlet Centers.

dend vermogen van de voornaamste centra. Ook nietcentrale locaties en belangrijke knooppunten komen voor vestiging in aanmerking.

Het aandeel van de online verkopen neemt toe. Vooral Elektronische aanbieders moeten zich profileren. probleemloze en emotieloze goederen en diensten, Internet en media alleen zijn daartoe ontoereikend. zoals reizen, boeken en cd’s worden online gekocht.

Aanbieders zullen zich naar verwachting dan ook nadrukkelijk fysiek manifesteren op locaties waar veel mensen komen.

Afkalving voorzieningenniveau in kleinere kernen.

Afkalving van het voorzieningenniveau is een reĂŤel gevaar voor veel kleine kernen.

4.1.3 Vraag en aanbod dragers van complementaire retailstructuur Het samenspel van vraag en aanbod zorgen voor een evenwichtige detailhandelsstructuur waarin de onderlinge complementariteit tussen de verschillende typen van winkelgebieden verder wordt versterkt. Immers, afhankelijk van de bezoekmotieven zoekt de consument andere winkelgebieden op.

Hoofdstuk 4

57


De consument wordt een multividu De consument kan niet meer gecatalogeerd worden onder één type. Het consumentengedrag is grilliger geworden naar tijd en plaats. De consument bepaalt zelf hoe, waar en wanneer hij/zij aankopen verricht. Afhankelijk van verwachtingspatroon, motivatie en gezelschap zal de consument vandaag een gerichte boodschap doen in een baanwinkel, morgen uitgebreid flaneren in een binnenstad en op een ander moment de buurtwinkel opzoeken voor een vergetelheid. Het koopgedrag kan per bezoekmotief als volgt omschreven worden. Koopgedrag

Tijd spenderen

Vergelijkend winkelen

Geld sparen xx

xx xx

Runshoppen

Geld spenderen

xx

Discount winkelen Funshoppen

Tijd sparen

xx xx

xx

xx

Een andere benadering heeft het over 3 categorieën, die uitgaan van 2 motieven, nl de zorg (wat hebben we nodig?) en de ontspanning (wat willen we?) 1) Vergelijkend en/of recreatief winkelen (gebiedsgericht). In deze omschrijving hebben we het dan ook over funshoppen. Men wil kijken, vergelijken en desgevallend kopen. Niet als eerste motief wel als logisch gevolg van het recreatief stedenbezoek. Het gaat over seizoensartikelen, persoonsgebonden artikelen met grote emotionele waarde, een hoge betrokkenheid ook. Winkelen is een vrijetijdsbesteding waar sfeer en gezelligheid hoog scoren. 2) Nabijheid, gemak en comfort (boodschappen doen) Aankopen zijn gericht op zorg, zowel voor de kleine, vergeten boodschappen als voor de wekelijkse bulkaankopen. Accent ligt hier op gemakswinkelen. Het betreft dagdagelijkse artikelen, sterk routinematig, geen emotionele betrokkenheid. 3) Doelgericht winkelen Hier ligt het accent op efficiënt aankopen van meerdere artikelen tegelijk, frequente, routinematige bulkaankopen, alles onder één dak, snel en gemakkelijk. Ook semiduurzame gebruiksartikelen en frequente, routinematige aankopen met gerichte betrokkenheid. Ook grote, duurzame aankopen met een langer beslissingsproces, meer voorbereiding, specifieke criteria vallen hier onder. Het betreft laagfrequente aankopen. De binnensteden en nieuwe centrumgebieden lenen zich het best voor gebiedsgericht winkelen. Grootschalige retailvoorzieningen, zoals hypermarkten en baanwinkels worden doelgericht bezocht. Voorzieningen in lokale centra en buurten worden gemaksgericht bezocht.

58

Hoofdstuk 4


Grenzen bestaan niet meer Consumenten zoeken verschillende locaties op, verschillende niveaus ook. Voor een aantal zaken zoekt men de nabijheid op. Het moet snel, dichtbij zijn en vaak kent men de ondernemers. Voor andere zaken gaat men buiten de eigen woon/werkomgeving, buiten de stad of zelfs elders. Afstand speelt een minder grote rol, door een groter referentiekader legt men grotere afstanden af als er elders meer te beleven valt of meer te kopen valt. Men gaat voor de beleving van het nieuwe. Shoppingtrips naar steden in de buurlanden zijn al lang geen nieuwigheid meer. Lille, Keulen, Maastricht zijn voor de Limburger populaire bestemmingen. Winkelen is meer dan kopen alleen We evolueren van een diensten- en producteneconomie naar een beleveniseconomie. Het concurrentieel vermogen wordt niet enkel bepaald door de naakte eigenschappen van product of dienst maar wel door associaties die het oproept, het onderscheidend vermogen, de sfeer. Net zoals bij de producten zelf geldt dat eveneens voor winkelgebieden. Men gaat niet zomaar winkelen, maar men ‘duikt de stad in’. Consumenten combineren de zaken, ze pikken een terrasje mee, gaan wat winkelen, lopen de bibliotheek in, gaan een hapje eten….. Vandaar het belang van een totaalpakket aan voorzieningen, niet enkel functioneel (horeca, evenementen, cultuur, vrije tijd.) maar ook ruimtelijk. Hierbij wordt gedacht aan vlotte parkeermogelijkheden, inrichting openbaar domein, sfeerverlichting. Stadscentra tooien zich in een thematisch kleedje (Halloween, beach and fun…) om koopdagen of opendeurweekends op te vrolijken. Er wordt gezorgd voor randanimatie, cadeautjes worden uitgedeeld…. Stadscentra en winkelconcentraties spelen in op een juiste mix van retail en leisure om hun onderscheidend vermogen en profiel scherper te stellen. • hierdoor kunnen ze het verzorgingsgebied en de regionale attractie vergroten; • mikt men op langere verblijfstijden en hogere bestedingen per bezoek; • doelgroepen worden beter gesensibiliseerd met aangepaste campagnes, thematische benadering (bijv. omgeving Kammenstraat in Antwerpen); • citymarketing speelt in op de trend om steden of stadscentra te ‘vermarkten’ net zoals dat gebeurt met producten of diensten; • door te verrassen wil men herhalingsbezoeken bekomen. Stedelijk voorzieningenweefsel Het klassieke patroon met een allesomvattend stadscentrum heeft plaats gemaakt voor een stedelijk veld met kriskras locaties. In grote stedelijke gebieden ontstaan nieuwe locaties, die omwille van specifieke ruimtelijke, economische of andere redenen hun heil buiten de centra hebben gezocht en voor nieuwe relaties zorgen met bestaande concentraties, vaak in het centrum. Vaak zijn het multifunctionele ontwikkelingen in de sfeer van detailhandel en vrije tijd. Maasmechelen Village, als reconversieproject gelegen op voormalig mijnterrein en nu wachtend op bijkomende recreatieve troeven, is een goed voorbeeld. Het oude centrum van Maasmechelen is al lang niet meer het commercieel centrum - dat ligt al tientallen jaren in de deelgemeente Eisden – en zal zich in de toekomst

Hoofdstuk 4

59


enkel profileren als administratief centrum met enkele lokale voorzieningen. De Pauwengraaf als voornaamste handelsstraat ligt op 1 km van het Outlet Center. In Genk is er een interessante cluster met het centrum als locomotief naar enkele bovenlokale handelsstraten gelegen rond de vroegere mijnzetels. Voorts zijn er commerciële voorzieningen op de verbindingsweg richting Hasselt of op industriezones. Nieuwe voorzieningen in de culturele en recreatieve sfeer liggen in Winterslag, terwijl het centrum zich verder commercieel versterkt. Andere voorzieningen, KRC-stadion, scholengroep, sportcentrum liggen verspreid. 4.1.4 Aanbodsvormen We hebben aan de hand van trends en ontwikkelingen zowel aan aanbod- als aan vraagzijde al enkele nieuwe distributievormen toegelicht. We zetten de belangrijkste op een rijtje, zoals we deze in binnen- en buitenland tegenkomen. • (regionale) shoppingcentra; • Factory Outlet Centra; • retailparken; • thematische centra; • hypermarkten/grootschalige winkels; • traffic-centra. Regionale shopping centra • het betreft hier doorgaans erg grote shopping centra met (boven)regionale verzorgingsfunctie op stadsrandlocaties, langs heel grote verbindingswegen; • omvang 30 000 – 50 000 m², met grote en kleinere units; • ze hebben een binnenstedelijk aanbod met een evenwichtige, vaak vastgelegde branchemix van modisch aanbod, trekker in de food. • aandacht voor shoppen en fun (horeca, randanimatie, decoratie), inspelend op doelgerichte en recreatieve motieven; • overdekt met ruime en vaak gratis parkeermogelijkheden, goed gelegen, ook voor openbaar vervoer; • een centraal beheer. Limburg herbergt wel het eerste shopping center van België (Shopping Center 1 in Genk) maar dit beantwoordt niet aan de huidige normen van een regionaal shopping center. Er zijn er geen in Limburg. Wijnegem in Antwerpen trekt daarom veel Limburgers. Overdekte winkelgalerijen met enige allure in de binnenstad zijn ook belangrijke troeven met name voor de versterking van de centrumgebieden. Zij zijn vaak iets kleiner maar versterken natuurlijk het omliggend aanbod en vice versa. Deze zijn minder op zichzelf aangewezen. Galerie St. Lambert in Luik, maar zeer recent nog Mosae Forum en Entre Deux in Maastricht zijn nieuwe en dus concurrerende troeven voor Limburg. Shopping centra aan de rand hebben vaak een negatieve invloed op nabijgelegen centrumgebieden. In Ant-

60

Hoofdstuk 4


werpen is er een nieuw evenwicht ontstaan tussen het centrum en Wijnegem maar in Sint Niklaas staat het centrumaanbod onder druk na de komst van Waasland Shopping. Factory Outlet Centra Een FOC is een concentratie van uitsluitend fabriekswinkels waar merkartikelen aan sterk verlaagde prijzen verkocht worden. Het gaat vaak om artikelen uit vroegere collecties, (lichtjes) gedemodeerd, B-keuzen of artikelen met schoonheidsfoutjes. Het betreft een duidelijk concept met hoofdingang en een ‘main street’ waar verkeersvrij kan gekuierd worden. Vaak speelt het concept in op de lokale omstandigheden (landschap, cultuurhistorie,..) Het accent ligt behalve op het aanbod ook op kwaliteit van inrichting, horeca en andere vrijetijdsgerelateerde activiteiten. Vaak zoeken de FOC’s de combinatie op met toeristische activiteiten of aanbod. • een FOC heeft doorgaans een kritische massa van 10 000 tot 20 000 m². De branchering varieert afhankelijk van thematisering; • goede bereikbaarheid en ruime parkeergelegenheden zijn essentieel. Klanten komen uit een regio van circa 60 autominuten rij-afstand; • bezoekfrequentie een à twee keer per jaar; • inspelend op de trend van ‘beleven’, een ‘dagje uit’. Maasmechelen heeft de eer om het eerste FOC in België te herbergen. Ondertussen is Maasmechelen Village een begrip geworden in de retailwereld en is er na de tweede fase sprake van een groot aantal winkels. Jaarlijks komen er tussen de 2 en 3 miljoen bezoekers over de vloer. Andere outlet centra in de regio zijn Roermond Designer Outlet en het Ardennes Outlet Center te Verviers in de provincie Luik. Retailparken Waar baanwinkels zich organisch en gefaseerd gevestigd hebben langs invalswegen met veel aandacht voor gemakswinkelen en minder aandacht voor uitstraling, willen de retailparken de voordelen van de binnenstad koppelen aan deze van baanwinkels, m.a.w. een combinatie van funshoppen en runshoppen. Het nieuwe woord frunshoppen © is geboren. • het betreft grootschalige concentraties (vanaf 25 000 m²) met regionale uitstraling; • vaak grotere units voor nationale en internationale enseignes; • men probeert aspecten als leisure, beleving en andere te koppelen aan het winkelen om de verblijfsduur te verlengen en de locatie zodoende een meerwaarde mee te geven.

Hoofdstuk 4

61


Een kwalitatieve concentratie van grotere units is om ruimtelijke en economische redenen te verkiezen boven verspreide vestigingen. Indien dergelijk aanbod versterkend en complementair kan zijn voor een bepaalde stad of agglomeratie, bieden retail- parken zeker perspectieven. Sommige aanbieders hebben nu eenmaal nood aan grotere ruimtes en spelen minder in op het binnenstedelijk aanbod. Conceptuele concentratie zal de herkenbaarheid van deze locaties alleen maar verhogen. Een kanttekening is dat er hoofdzakelijk in dezelfde vijver wordt gevist en dat een kwalitatief sausje wordt gebruikt om perifere vestigingen mogelijk te maken. Retail parken slagen er niet in de beleving van een binnenstad met haar centrumfuncties en stedelijk weefsel op te roepen. Gemaksmotieven zoals de bereikbaarheid en gratis parking blijven dan ook de voornaamste troeven. Thema- en vermaakcentra Woonboulevards • een concept van aanbieders met als kapstok wonen en aanverwante branches (keukens, vloeren, decoratie); • met name grootschalige aanbieders maar in functie van thema ook nichezaken of speciaalzaken; • ook andere woongerelateerde diensten zoals binnenhuisinrichting, hypothecaire diensten zijn er gehuisvest; • bezoekgedrag is productgericht, toch koppelt men het ook aan recreatieve bezoeken; getuige hiervan op zondag de grote drukte ter hoogte van dergelijke concentraties; • vaak in combinatie met andere centra. Peer is een soort woon- of meubelboulevard, weliswaar niet als concept maar als erkende concentratie met een gethematiseerd aanbod. Heerlen heeft een meubelboulevard met een Ikea als trekker en tal van andere meubelaanbieders of aanverwante winkels. Themacentra gericht op specifieke doelgroepen Behalve het thema wonen zijn er nog andere kapstokken om themacentra aan op te hangen. Het fenomeen staat nog in zijn kinderschoenen maar elders duiken toch al plannen op om activiteiten te bundelen rond tuinieren, mobiliteit, levensmiddelen, vrije tijd en dergelijke of rond specifieke doelgroepen zoals kinderen, ouderen of culturele minderheden. Er is al sprake van ‘autostrada’ waar autodealers onder één dak hun wagens aanprijzen zodat de klant niet langer een ‘tour de garages’ moet organiseren maar alle info en vergelijkingsmateriaal bij de hand heeft. De autodealers delen een aantal overheadkosten en de garages worden opnieuw ateliers waar wagens kunnen worden afgehaald en/of hersteld en waar persoonlijke service terug kan primeren. Dit multibrandgegeven zit nog in een embryonale fase maar het is een vervolg op de bestaande concentraties van autodealers langs belangrijke verkeersaders.

62

Hoofdstuk 4


4

Voorbeeld van dergelijk concept: Noorderhelling Rotterdam Op de locatie Noorderhelling, vlakbij stadion de Kuip in Rotterdam, zal naar verwachting in 2007 een centrum tot stand komen op het gebied van mobiliteit en vrije tijd. Dit project van in totaal ca. 64 000 m² wordt ontwikkeld door Fortis Vastgoed Ontwikkeling. Het centrum zal een verzamelgebouw worden waar verkoop en aftersales van auto’s en motoren aan particulieren plaatsvinden. Doordat het centrum gekenmerkt zal worden door een warenhuisachtige benadering van autoverkoop, kunnen consumenten zo comfortabel en efficiënt mogelijk verschillende auto’s en motoren bekijken, vergelijken en kopen. De consument kan in het centrum terecht voor een groot aanbod aan mobiliteitgerelateerde retail. Verder zal er ruimte zijn voor vrijetijdsgerelateerde detailhandel en horeca en leisure. Een onderscheidend aspect van deze ontwikkeling is de P+R functie die het centrum moet gaan vervullen. Zo zal de Noorderhelling moeten fungeren als overstapplaats voor de binnenstad en de Kop van Zuid, welke zijn verbonden met een sneltram. Anderzijds zal de Noorderhelling een functie hebben als parkeeropvangfunctie voor omliggende functies aan de stadionboulevard, waaronder het Feijnoord-stadion. Leisureboulevard Concentratie van vrijetijdsactiviteiten inspelend op aspecten als plezier, activiteit, laagdrempelig, regionaal en goed bereikbaar. Mogelijke activiteiten zijn discotheek, fitnesscentrum, karting, kinderspeelhal, partycentrum, klimmuur, andere relevante vrijetijdsfuncties. Sportcenter Een sportcluster bestaat uit een mix van sportvoorzieningen met kleinschalige of gespecialiseerde detailhandel en sportgerelateerde horeca. • vaak gaat het om een combinatie van sportieve en recreatieve activiteiten zoals subtropisch zwembad, wellnessactiviteiten, squash- en tennisbanen, indoorklimmuur en dergelijke; • de detailhandel is er omheen gedrapeerd en kleinschalig van aard; • soms hangen de activiteiten conceptueel aan elkaar vast, soms gaat het om een concentratie van voorzieningen op een herkenbare plaats.

4

Bron: www.fortisvastgoedontwikkeling.nl

Hoofdstuk 4

63


64

Hoofdstuk 4


De grootschalige winkels zien ook heil in dergelijke wisselwerking en zoeken dus ook mogelijkheden om sport en handel te combineren. Getuige hiervan zijn de voetbalstadions waar grotere formules in of rond het stadion zorgen voor een dagdagelijkse toestroom van bezoekers en klanten, daar waar de hoofdactiviteit, het voetbal, slechts (twee) wekelijks volk op de been brengt. Bovendien worden er nog andere activiteiten als fitness, bowling, horeca, try-outzones aan gekoppeld om het geheel meer op de kaart te zetten. Deze constructie speelt dus zowel in op de trend van ruimtelijke organisatie en concentratie als de trend om functies te koppelen en er zo een meer recreatief cachet aan te geven. Bovendien biedt handel voor dergelijke investeringen meer zekerheid aan promotoren dan de ‘zachte’ activiteiten als sport en recreatie en voor de lokale overheid wordt een vaak kostenverslindende activiteit ‘betaalbaar’. Het betreft vaak nieuwe locaties, waardoor een evenwicht moet gezocht worden met bestaande concentraties of stadscentra. Bestaande voorbeelden zijn het Roda JC-stadion in Kerkrade en de Arena in Amsterdam. In Brugge woedt volop de discussie omtrent een nieuw voetbalstadion annex commerciële voorzieningen voor beide Brugse voetbalclubs in eerste divisie te Loppem. Een groep investeerders heeft zich voor de realisatie al bereid getoond. Het stadsbestuur verkiest voorlopig investeringen aan het bestaande Olympia-stadion. Ook worden gesprekken gevoerd met het stadsbestuur van Lier en Genk om aldaar de mogelijkheid van een commerciële invulling te willen onderzoeken. Een ander fenomeen is deze van sportformules die zelf een aantal andere activiteiten op de been brengen om de winkelfunctie te ondersteunen en die heuse belevingsconcepten uitdokteren om het ‘experience’-gehalte te maximaliseren. Decathlon heeft op een aantal locaties outdoor-voorzieningen om sporten uit te proberen of ze hebben herstel- en verhuurateliers voor fietsen, boardmateriaal e.d. Een ander voorbeeld is Globetrotter uit Duitsland met recent de opening van een nieuw filiaal in Keulen. Het gaat om de grootste outdoorspeciaalzaak van Duitsland met 7 000 m² wvo en 100 werknemers. Er worden niet enkel over 4 verdiepingen artikelen uitgestald, klanten kunnen via simulaties en initiaties zaken uitproberen. Er is een heus duikbassin, je kan kano’s uitproberen in een rond zwembad, thermische kledij testen in een vrieskamer of regenkledij onder een stortbad. Voorts zijn er nog een klimmuur, een reiskliniek e.d.

Hoofdstuk 4

65


Hypermarkten/Grootschalige spelers Behalve enkele belangrijke spelers in de F1 sector (hypermarkten) zijn er een aantal supergrootschalige aanbieders met een omvang van > 10 000 m². Bekende voorbeelden zijn Makro (groothandel), Ikea, Morres meubelen, Molecule in Vichte en enkele grootschalige bouwmarkten. • deze formules kennen een solitaire aantrekkingskracht en zijn niet afhankelijk van andere aanbieders; ruimtelijk ook moeilijk in te passen in bestaande commerciële clusters of in combinatie met andere aanbieders; • zeer goed bereikbaar en ruime (gratis) parkeermogelijkheden; • langs belangrijke verkeersaders in stedelijke gebieden om een zo groot mogelijk verzorgingsgebied te kunnen bestrijken; • regionale tot bovenregionale (provinciale) uitstraling; • worden nog steeds groter omdat er voortdurend ingespeeld wordt op nieuwe trends: betere presentatie, recreatief gehalte versterken, meer horeca en betere kinderopvang, verbreding assortiment, branchevervaging; • combinatie van doelgericht en recreatief bezoek. Traffic locaties De consument heeft niet alleen behoefte aan voldoende winkelvoorzieningen in stadscentrum of eigen wijk. Ook op locaties waar tijdelijk – om diverse redenen – veel mensen aanwezig zijn, ontstaan winkelvoorzieningen die inspelen op specifieke behoeften van de consument op dat moment. Het gaat dan bijvoorbeeld om winkels bij stationslocaties, benzinestations, ziekenhuizen, scholengemeenschappen. Deze commerciële functies spelen in op bezoekersstromen en verschijnen veelal in de vorm van gemakswinkels zoals broodjeszaken, kranten- en tabakswinkels, cd-zaken, reisbureaus. Dit aanbod is gericht op snelheid en gemak en speelt in op de momentbehoefte van die consument op die locatie. 4.1.5 Conclusies trends en ontwikkelingen voor aanbod in België • •

België kent een zeer fijnmazige detailhandelsstructuur, zodat de consument op korte afstand over meerdere voorzieningen beschikt. Een deel van de fijnmazigheid wijst echter op een te grote versnippering hetgeen de impact op de ruimtelijke ordening verzwaart en de herkenbaarheid niet altijd vergroot. Bijna de helft van het aanbod in België is niet onder te brengen onder één of andere vorm van concentratie. De detailhandelsstructuur is als volgt in te delen: centrumgebieden, baanwinkels en grootschalige concentraties, bijzondere concentraties en centra met buurtverzorgend karakter of verspreid aanbod. Suburbanisatieproces en toenemende mobiliteit gaan hand in hand vanaf de jaren 60/70 met een groeiend aantal vestigingen buiten de centra tot gevolg. Hierdoor ontstond een verschraling van het voorzieningenaanbod in centrumgebieden. Ondanks

66

Hoofdstuk 4


• • •

• • •

verdienstelijke pogingen van het beleid blijft er een spanningsveld bestaan tussen perifere en binnenstedelijke ontwikkelingen. Nieuwe concepten of vormen van detailhandel hebben België ontdekt. Het eerste outletcentrum is in Limburg geopend, retailparken zetten hun opmars verder, voetbalstadions zijn gedroomde locaties voor ontwikkelaars, trafficlocaties genereren nieuwe formules van bestaande aanbieders. Nieuwe concepten en ontwikkelingen worden vaak gekoppeld aan andere functies zoals sport, toerisme, cultuurhistorie. Het verlangen van consumenten naar beleving leidt tot andere inrichting en schikking van winkels, galerijen en stadscentra. Mobiliteit werkt in 2 richtingen. Referentiekaders worden groter voor de consument, dus ook de concurrentie neemt toe. Langs de andere kant slibben de wegen meer en meer dicht waardoor een uitstap per auto minder evident is dan in de jaren zeventig. Dit biedt kansen voor centrumgebieden en voorzieningen in de nabije omgeving. Economische wetten leiden tot een verschraling van voorzieningen in buurten met een bescheiden draagvlak. Trend van filialisering, branchevervaging en internationalisering zet zich door. Schaalvergroting versus specialisatie en nichevorming. E-commerce is nog enigszins een jong gegeven, toch wordt hier de komende jaren een sterke groei verwacht.

4.2 Beleidskaders In dit gedeelte worden de relevante beleidsstukken in kaart gebracht. De nieuwe wet op de handelsvestigingen, een bevoegdheid op federaal niveau, oefent uiteraard invloed uit op de consolidatie en versterking van de kleinhandelsstructuur in de verschillende gemeenten. Naast deze nieuwe wet komen eveneens de belangrijkste krachtlijnen uit de ruimtelijke structuurplannen op de verschillende overheidniveaus aan bod. Tevens worden de socio-economische regionale visies in beeld gebracht, die inzicht geven in de aandachtspunten die zowel de provincie als de andere overheden en instanties naar voor hebben geschoven met betrekking tot de economische ontwikkeling in het algemeen en de kleinhandel in het bijzonder. 4.2.1 Wet van 13 augustus 2004 omtrent de vergunning van handelsvestigingen Na meer dan 25 jaar zag het beleid de noodzaak in om de wet omtrent de vergunning van de handelsvestigingen van 1975 aan te passen aan de noden en wensen van vandaag. De dynamiek in het distributielandschap deed de noodzaak van eenvoudigere en snellere procedures inzien. Een gemeentelijke sturing leek bovendien meer aangewezen dan een centraal gestuurde benadering om een beter evenwicht te bereiken tussen enerzijds de centrumconcentraties en anderzijds de perifere clusters. Tevens werden de be-

Hoofdstuk 4

67


roepsmogelijkheden herbekeken zodat meerdere betrokken partijen kunnen worden gehoord bij belangrijke en vaak grensoverschrijdende ontwikkelingen. Bekomen van socio-economische vergunningen Sinds 2004 is de nieuwe wet omtrent de vergunning van de handelsvestigingen van kracht. Deze regelt voortaan de aspecten met betrekking tot het bekomen van socioeconomische vergunningen: • Alle kleinhandelszaken en -complexen in een bepaalde gemeente met een netto handelsoppervlakte groter dan 400 m² moeten over een socio-economische vergunning beschikken. • Gemeenten hebben een grotere autonomie. Voorgaand advies door het Nationaal Socio-Economisch Comité voor de Distributie (NSECD) is slechts nodig voor projecten boven 1 000 m² en bovendien niet bindend. • De handelaar, de eigenaar of de initiatiefnemer moet de wenselijkheid en haalbaarheid van het project onder meer aantonen aan de hand van de vier criteria: - de ruimtelijke ligging van de kleinhandelsvestiging; - de belangen van de consument; - de invloed van het project op de werkgelegenheid; - de weerslag van het project op de bestaande kleinhandel. • De termijnen voor het verkrijgen van een socio-economische vergunning zijn verkort. • De procedures voor beperkte uitbreiding en verhuis binnen een straal van 1 kilometer zijn vereenvoudigd. 4.2.2 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen In Vlaanderen is geopteerd om de structuurplanning op drie niveaus te voeren. De drie planningsniveaus zijn gekoppeld aan de drie bestuursniveaus in Vlaanderen, namelijk het gewest, de provincies en de gemeenten. Richtinggevend is het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen dat uitspraak doet over de structuurbepalende elementen van (boven)gewestelijk belang, aanwijzingen of desgevallend bindende bepalingen bevat over de inhoud van provinciale (en eventueel gemeentelijke) uitvoeringsplannen en naast bindende bepalingen met betrekking tot de uitvoering op gewestelijk niveau, eveneens bindende bepalingen bevat die aan provincies en desgevallend gemeenten worden opgelegd in de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Ruimtelijke principes De visie op de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen wordt geconcretiseerd door vier ruimtelijke principes: • Gedeconcentreerde bundeling. Hiermee wordt een halt toegeroepen aan het suburbanisatieproces en de versnippering en kunnen stedelijke gebieden en kernen van het buitengebied terugvallen op een draagvlak. Dit principe biedt perspectieven voor de uitbouw van collectief vervoer, speelt in op de verscheidenheid van landschappen en levert schaalvoordelen op voor allerhande activiteiten.

68

Hoofdstuk 4


Poorten als motor voor ontwikkeling. Hiermee worden de grote internationale stations van Vlaanderen, de zeehavens en de internationale luchthaven van Zaventem bedoeld. Infrastructuur als bindmiddel tussen Vlaamse stedelijke gebieden onderling en met stedelijke gebieden buiten Vlaanderen. De infrastructuur is ook sturend in de locatiekeuze voor activiteiten. Het bestaand fysisch systeem fungeert als ruggengraat voor de ruimtelijke ontwikkeling van structuurbepalende functies.

Gewenste ruimtelijke structuur De gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen wordt opgebouwd volgens vier niveaus: • stedelijke gebieden; • buitengebied; • gebieden voor economische activiteiten; • lijninfrastructuur. Stedelijke gebieden In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden stedelijke gebieden als volgt afgebakend, met voor Limburg de opsomming van de desbetreffende stedelijke gebieden en gemeenten: • het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel; • grootstedelijke gebieden; • regionaalstedelijke gebieden: Hasselt-Genk, met delen van Diepenbeek, Hasselt, Genk en Zonhoven; • structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden: Tongeren en Sint-Truiden; • kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau: Beringen, Bilzen, Bree, Maaseik, Maasmechelen, Neerpelt-Overpelt en Lommel. Stedelijke netwerken Naast de stedelijke gebieden worden ook de volgende stedelijke netwerken geselecteerd: • stedelijk netwerk op internationaal niveau, Vlaamse Ruit genoemd; • stedelijke netwerken op Vlaams niveau, met voor Limburg de relevante netwerken Kempische As en Limburgs Mijngebied; • grensoverschrijdende stedelijke netwerken of samenwerkingsverbanden, met voor Limburg het netwerk Maastricht-Heerlen-Hasselt-Genk-Aken-Luik; • stedelijke netwerken op provinciaal niveau.

Kleinhandel in stedelijke gebieden Kleinhandel in stedelijke gebieden wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen beschouwd als een bij uitstek stedelijke functie waarbij verweving met andere functies in een stedelijke context essentieel is. Bundelen is hierbij het uitgangspunt als reactie op

Hoofdstuk 4

69


vroegere commerciële ontwikkelingen in suburbane gebieden op kruispunten en langs invalswegen. Voor de herstructurering van bestaande kleinhandelslinten en concentraties en voor de inplanting van nieuwe kleinhandelszaken gelden de volgende principes: • creatie van interessante locatievoorwaarden in het kader van de afbakeningsprocessen van stedelijke gebieden of in de kernen van het buitengebied; • kleinhandelszones op specifieke regionale bedrijventerreinen binnen stedelijke gebieden of op economische knooppunten met aandacht voor ontsluiting en bedoeld voor grootschalige kleinhandel; • geen kleinhandel op bedrijventerreinen die niet als kleinhandelszone zijn aangewezen. Ontwikkelingsperspectieven stedelijke gebieden Naast bovenvermelde bundeling van kleinhandel zijn de volgende ontwikkelingsperspectieven voor de stedelijke gebieden noemenswaardig: • verhouding van 60-40 voor woningdichtheden in stedelijke gebieden en kernen van buitengebieden; • versterken van multifunctionaliteit, dit is de verweving van de functies wonen, werken, kleinhandel, stedelijk groen, enzovoort; • afstemmen van gemeenschaps- en nutsvoorzieningen op het belang van het stedelijk gebied; • stedelijke mobiliteit en locatiebeleid. Het verminderen van de druk van automobiliteit in stedelijke gebieden door: - concentratie en verweving; - afstemmen van mobiliteitsprofiel activiteit op bereikbaarheidsprofiel locatie; - autoarme delen in stedelijke gebieden; - gericht parkeerbeleid, onder andere tariefdifferentiatie en randstadparkings; - uitwisseling van verkeersmodi; - versterken openbaar vervoersnet; - stimuli voor zacht vervoer in regionaal- en kleinstedelijke gebieden. Buitengebied In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt de ruimtelijke structuur van het buitengebied bepaald door: • de natuurlijke structuur; • de agrarische structuur; • de nederzettingsstructuur; • de infrastructuur.

Uitgangspunten Wonen en werken zijn te concentreren in de kernen van het buitengebied. Ook hier is verweving van functies het uitgangspunt. Nieuwe en bijkomende voorzieningen voor

70

Hoofdstuk 4


dienstverlening, kleinhandel en lokale economie worden uitsluitend bij de kern gerealiseerd. Belang en reikwijdte van de functies moeten worden afgestemd op het niveau van de kern. Selectieve bundeling van groei in perifere landschappen, met name daar waar sprake is van functionele en morfologische concentratie, vb. stationsomgevingen, historische kernen, centra van wijken. De groei van linten en verspreide bebouwing wordt afgeblokt. Doelstellingen buitengebied Ten overstaan van het buitengebied worden de volgende doelstellingen gesteld: • vrijwaren van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor structuurbepalende functies en activiteiten in het buitengebied; • tegengaan van versnippering van het buitengebied; • ontwikkelingen bundelen in de kernen van het buitengebied, onder andere wonen en andere verzorgende activiteiten; • goed gestructureerde gehelen voor landbouw-, natuur- en bosfunctie; • vastleggen van ruimtelijke kwaliteitsobjectieven; • afstemmen ruimtelijk en milieubeleid met fysisch systeem als uitgangspunt; • bufferen van natuurfunctie in het buitengebied ten opzichte van aangrenzende functies. Ontwikkelingsperspectieven agrarische structuur Met betrekking tot enerzijds de afbakening van en anderzijds de ontwikkelingsperspectieven voor de agrarische structuur onthouden wij dat voor de kleinhandelsbedrijven in landen tuinbouwproducten en voor de grondstoffenverdelers (tuincentra) dezelfde ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven gelden als voor de kleinhandel in de stedelijke gebieden. Dit betekent dat de kleinhandel een wezenlijk deel moet uitmaken van het functioneren van de woon- en werkstructuur. Ontwikkelingsperspectieven nederzettingsstructuur Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gaat uit van de volgende nederzettingsstructuur: • kernen, dit zijn de hoofddorpen en de woonkernen, waarvan de hoofddorpen beschikken over voldoende uitrustingsgraad; • bebouwd perifeer landschap; • linten; • verspreide bebouwing. Conclusie De kleinhandel in stedelijke gebieden wordt gebundeld op die locaties waarbij functies optimaal verweven worden, dus in kernen of waar een goede ontsluiting en ruimte voor grootschalige kleinhandel voorzien zijn, met name op specifieke bedrijventerreinen of economische knooppunten. Met betrekking tot de kernen in het buitengebied moeten activiteiten gebundeld worden in de kernen.

Hoofdstuk 4

71


4.2.3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen behandelt de principes omtrent aan- en ontmoediging van kleinhandel en kleinhandelsconcentraties. Echter, het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen benoemt de zones niet die al dan niet voor ontwikkeling in aanmerking komen. In het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg wordt wel een overzicht gegeven van de grootschalige kleinhandelsconcentraties die voor herstructurering, valorisatie of uitbreiding in aanmerking komen. Desondanks blijft de mogelijkheid bestaan om eventuele ontwikkelingen op bepaalde locaties geval per geval te bekijken. Kleinhandelsaanbod In de studie van de aanbodzijde van het distributieplanologisch onderzoek wordt een geactualiseerd beeld geschetst van het bestaande kleinhandelsaanbod. Het kleinhandelsaanbod in de provincie Limburg beslaat in totaal ca. 1 389 400 m² winkelvloeroppervlak, verdeeld over ruim 6 700 winkels. Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg vermeldt een vergelijkbare oppervlakte van ca. 1 353 573 m², verspreid over ca. 7 818 winkels. Deconcentratie Als bevolkingsvolgende economische sector heeft de kleinhandel de afgelopen decennia het suburbanisatieproces gevolgd. In de verstedelijkte zones was veel potentieel voor nieuwe concentraties en drukke wegen werden buiten de steden nieuwe dragers voor de kleinhandel. Zichtlocaties en autobereikbaarheid zijn in deze doorslaggevende locatievoorwaarden. Vaak is op deze plaatsen een concentratie ontwikkeld of zijn nieuwe commerciële kernen ontstaan. Winkels met volumineuze artikelen zijn meestal koplopers in de verschuiving naar de periferie. In de stadscentra was echter sprake van geringe groei omwille van de hoge huurprijzen, de internationalisering, de filialisering en de moeilijke bereikbaarheid. Momenteel is dus sprake van een onevenwicht tussen perifere locaties en centrumgebieden, zowel naar aantal winkels als naar winkelvloeroppervlakte. Ontwikkelingsperspectieven kleinhandelsconcentraties Kleinhandelsconcentraties worden getypeerd als aansluitend op een kern of los van een kern. Naast kerngebonden kleinhandel bestaat enerzijds een groot aantal kleinhandelsconcentraties die al dan niet aansluiten bij een verstedelijkt gebied en anderzijds een groot aantal solitaire winkels. Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg hanteert volgende uitgangspunten bij de bepaling van ontwikkelingsperspectieven voor kleinhandelsconcentraties: • bundelen van de kleinhandel; • bewaken van evenwicht tussen vraag en aanbod; • bevorderen van een kwalitatieve inrichting en efficiënte invulling; • stimuleren van een kerngericht beleid.

72

Hoofdstuk 4


Kerngebonden kleinhandelsconcentraties in stedelijke gebieden In het volgende overzicht worden de kerngebonden kleinhandelsconcentraties in stedelijke gebieden weergegeven, waarvan sprake in het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg. Gemeente

Kleinhandelsconcentratie

Commerciële functie

Beringen

O.L.V. straat, Collegestraat, Koolmijnlaan

Convenience en courante shopping

Bilzen

Centrum

Beperkt recreatief shoppend

Bree

Centrum

Beperkt recreatief shoppend

Genk

Centrum

Beperkt recreatief shoppend

Hasseltweg

Functioneel shoppend bovenlokaal

Vennestraat

Convenience

Stalenstraat

Convenience

Hoevenzavel

Convenience

Hasselt

Centrum (binnen boulevard)

Zeer belangrijk recreatief shoppend

Heusden-Zolder

Koolmijnlaan Berkenbos

Convenience en courante shopping

Houthalen-Helchteren

Houthalen-Centrum en Rijksweg

Convenience en courante shopping

Lanaken

Centrum

Convenience en courante shopping

Leopoldsburg

Centrum

Convenience en courante shopping

Lommel

Centrum (Kerkstraat - Dorp)

Beperkt recreatief shoppend

Maaseik

Bosstraat, Markt en omgeving

Beperkt recreatief shoppend

Maasmechelen

Pauwengraaf en omgeving

Beperkt recreatief shoppend

Rijksweg Mechelen-aan-de-Maas

Convenience lokaal

Centrum

Convenience en courante shopping

Neerpelt Peer

Marktplein en centrumstraten

Convenience en courante shopping

Sint-Truiden

Centrum

Belangrijk recreatief shoppend

Tessenderlo

Centrum

Convenience en courante shopping

Tongeren

Maastrichterstraat, Markt, Sint-

Belangrijk recreatief shoppend

Truiderstraat, Hemelingstraat, Stationslaan

Kleinhandelsconcentraties op provinciaal niveau Bij de selectie van kleinhandelsconcentraties op provinciaal niveau richt de provincie Limburg zich enkel op perifeer gelegen concentraties van grootschalige kleinhandel. Daarbij wordt enkel uitgegaan van bestaande concentraties. Nieuwe kleinhandelsconcentraties op provinciaal niveau buiten de stedelijke gebieden zijn niet mogelijk. Nieuw aanbod wordt gecreëerd in bestaande concentraties. De verschillende types van kleinhandelsconcentraties worden deels bepaald door de samenhang ervan met een stedelijk gebied. Voor de geselecteerde concentraties worden provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen uitgewerkt. De bij de selectie gehanteerde criteria zijn: • meer dan 10 vestigingen van minstens 600 m² over een lengte van 2 km of op een oppervlakte van 1 km²; • voldoende frequente opvolging;

Hoofdstuk 4

73


• • • •

huidige bestemming al dan niet problematisch; gemeentegrensoverschrijdend karakter; meer dan 250 000 bezoekers per jaar; mogelijkheden voor bijkomend aanbod.

Kleinhandelsconcentraties Type I Uitbreiding van de bestaande kleinhandelszaken en toevoegen van nieuwe kleinhandelszaken is mogelijk. Bij de herinrichting wordt uitgegaan van interne verdichting, invulling van de leegstand, concentratie en herstructurering. De relatie met het stedelijk gebied ligt in de complementariteit van de grootschalige kleinhandel met de kleinhandel in de kern. De provinciale uitvoeringsplannen laten toe deze concentraties te ordenen en ontwikkelingskansen te geven. Tot de Limburgse kleinhandelsconcentraties type I behoren: • Toleik, Bree; • Luikersteenweg, Tongeren; • Ringlaan, Sint-Truiden. Kleinhandelsconcentraties Type II De ontwikkelingskansen voor de kleinhandelsconcentraties type II worden bepaald door de afbakeningsprocessen van de stedelijke gebieden. Enkel de concentraties die binnen de grenslijnen van het stedelijk gebied blijken te vallen, komen in aanmerking voor uitbreiding, behoud en herstructurering. In het andere geval vallen de concentraties onder type III. Uitvoeringsplannen worden door de provincie opgemaakt, behalve als de concentraties gelegen zijn binnen de grenslijn van het regionaalstedelijk gebied HasseltGenk. Dan is het opstellen van uitvoeringsplannen een gewestelijke bevoegdheid. Limburgse kleinhandelsconcentraties type II zijn: • Hasseltweg en Genkersteenweg, Genk en Hasselt; • Buitensingel, Lommel; • Zuiderring, Genk; • Kempische steenweg, Hasselt; • Kuringersteenweg, Hasselt. Kleinhandelsconcentraties Type III Kleinhandelsconcentraties type III komen niet in aanmerking voor ontwikkeling. De enige geselecteerde Limburgse concentratie van dit type is de Meubelboulevard te Peer, waar een optimalisering van de bestaande toestand de hoogste inzet is. Enkel parkeermaatregelen kunnen daar aanleiding geven tot een kleine uitbreiding van het terrein. Kleinhandelsconcentraties Type IV Kleinhandelsconcentraties type IV spelen een rol in het stedelijk netwerk Zuidelijk Maasland. Het gaat om de N78 Lanaken-Maasmechelen, een structuurbepalend element binnen het netwerk en Value Retail Maasmechelen, een bijzondere locatie met veel aantrekkingskracht.

74

Hoofdstuk 4


Overige kleinhandelsconcentraties buiten kernen Andere concentraties buiten de kern zijn van lokaal niveau of bevatten een aantal solitaire winkels. De concentraties als dusdanig komen niet voor ontwikkeling in aanmerking. Wel kan sprake zijn van individuele uitbreiding van bestaande kleinhandelszaken in functie van de lokale draagkracht. 4.2.4 Streekpact 2008-2013 RESOC Limburg is het Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomite voor de provincie Limburg en is een partnerschap van het provinciebestuur, gemeentebesturen, werkgevers- en werknemersorganisaties. Het RESOC is het Limburgs overleg- en adviesorgaan voor de sociaal-economische streekontwikkeling. Het streekpact formuleert een geïntegreerde lange termijnvisie met belangrijke hefbomen en strategische doelstellingen voor de sociaal-economische ontwikkeling van Limburg. Behalve afstemming op provinciaal niveau organiseert RESOC Limburg ook subregionaal overleg tussen de 5 zogenaamde streektafels, namelijk Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Haspengouw en Maasland. Het streekpact is afgesloten voor de periode 2008-2013 en is vastgesteld en goedgekeurd door RESOC Limburg op 11 februari 2008. In het Streekpact worden voor de provincie Limburg de volgende ambities genoemd: • Limburg wil op een duurzame wijze voorzien in een kwaliteitsvolle en steeds hoger en breder wordende levensstandaard voor haar inwoners; • Limburg wenst een sociaal-economisch draagkrachtige regio te zijn. De strategie die uitgaat van ‘eenheid in diversiteit’ moet er voor zorgen dat Limburg zich kan profileren als een kwaliteitsvolle, dynamische en innovatieve woon-, werk-, verblijfs- en investeringsomgeving. Iedere streek, stad en gemeente moet hierbij welvaren; • Limburg kiest voor een gebalanceerde polycentrische ontwikkeling. Deze optie gaat uit van een versterking van het regionaalstedelijk gebied in samenwerking, complementariteit en afstemming met de andere stedelijke gebieden in alle Limburgse streken. Dit moet leiden tot een evenwichtige verdeling en benutting van het potentieel en tot een gelijkwaardige spreiding van welvaart en welzijn. Ontwikkelingen moeten hiertoe geïntegreerd worden in een netwerkstrategie; • Limburg wenst een duidelijke positie te verwerven in het Vlaams economisch weefsel dat momenteel gesitueerd wordt binnen de Vlaamse Ruit, waarvan Limburg geen deel van uit maakt; • Limburg wil een regio zijn waar menselijke competenties optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Daartoe wenst Limburg te beschikken over een volwaardig, zorgzaam en innovatief onderwijs- en opleidingsinstrumentarium; • Limburg wil door een boeiende, veelzijdige en zorgzame leefomgeving mensen, ondernemers en bezoekers aantrekken en stimuleren.

Hoofdstuk 4

75


In het Streekpact worden van diverse beleidsdomeinen de ambities, hefbomen en doelstellingen genoemd. Onderscheid wordt gemaakt in de beleidsdomeinen: 1. onderwijs en arbeidsmarkt; 2. economisch weefsel; 3. omgevingskwaliteit en profilering; 4. regio-imago en promotie; 5. organiserend vermogen. Onderwijs en arbeidsmarkt Limburg wil een talentvolle regio zijn met een optimale ontwikkeling en benutting van het menselijk potentieel. Een van de doelstellingen hierbij is een versterking van de band tussen hoger onderwijs en bedrijfsleven met als doel de praktijkgerichtheid van het onderwijs te stimuleren en de kennisinzet ten aanzien van het bedrijfsleven te versterken en daarmee de innovatiegerichtheid van bedrijven te ondersteunen. Voorts streeft men via een krachtig regionaal werkgelegenheidsinstrumentarium een optimale benutting van het arbeidspotentieel na. Economisch weefsel Limburg wil een innoverende ondernemende omgeving zijn met doorgroei naar een innovatiegedreven economie. Limburg wil hiervoor ruimte scheppen voor ondernemerschap middels het realiseren van kwaliteitsvolle bedrijfszones en bedrijfsinfrastructuren, het verhogen van de multimodale bereikbaarheid van de bedrijfszones en het realiseren van een ondernemingsvriendelijk en stimulerend omgevingskader. Ook wenst men een veelzijdig en krachtig innovatie-instrumentarium te ontwikkelen gebaseerd op een duidelijke beleidsvisie en een gecoÜrdineerd en geïntegreerd actieplan rond innovatie in Limburg. Om dit te bereiken wenst men tevens te voorzien in aangepaste vestigingslocaties die tegemoet komen aan de specifieke behoeften van startende hightechbedrijven; ook uitbreiding en oprichting van nieuwe wetenschapsparken wordt hier beoogd. Een andere belangrijke hefboom is het inzetten op speerpuntsectoren, waartoe o.a. de tertiaire sector behoort. Ook toerisme is zo’n speerpuntsector, waarbij Limburg zich zal moeten profileren als top of mind voor landschapsgerichte korte bestemmingen. En tenslotte zal Limburg zich gaan vermarkten als een economische regio met een sterke vestigingswaarde voor ondernemers. Omgevingskwaliteit en profilering Ambitie is dat Limburg een stimulerende, belevingsvolle en dynamische regio op mensenmaat wil zijn. Een belangrijke hefboom hierbij is een duidelijke profilering van het stedelijk weefsel van de provincie/regio. De provincie heeft daarbij behoefte aan het geven van een identiteit aan haar ruimtelijke economisch weefsel dat is opgebouwd uit:

76

Hoofdstuk 4


5

1. het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk ; 2. het Economisch Netwerk Albertkanaal met de economische knelpunten Ham, Tessenderlo, Beringen, Heusden-Zolder, Lummen, Hasselt, Genk, Diepenbeek, Bilzen, Zutendaal en Lanaken; 3. de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden; 4. de kleinstedelijke gebieden Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmechelen, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen; 5. de specifieke economische knooppunten Houthalen-Helchteren, Dilsen-Stokkem, Alken, Hamont-Achel en Opglabbeek; 6. de buitengebieden: de overige gemeenten. Het regionaalstedelijk gebied zal zich moeten profileren als een dynamisch centrum met een hoge densiteit en als drager va de ontwikkeling van de gehele provincie. Limburg heeft niet zoals andere provincies een grootstad, maar wel de ambitie om een dynamisch en wervend regionaalstedelijk gebied uit te bouwen dat het potentieel van de betrokken steden bundelt in een sterk trekkersprofiel voor de regio. Door de bundeling van ontwikkelingskracht van dit gebied moet de nodige kritische massa worden opgebouwd om – rekening houdende met de eigen troeven van de betrokken steden - een kwaliteitsvol en wervend stedelijk aanbod te realiseren dat de concurrentie met andere grootsteden aankan. Het regionaalstedelijk gebied moet een sterke positie kunnen innemen (m.b.t. zakelijke dienstverlening en gespecialiseerde centra) in relatie tot de andere regio’s zowel op Vlaams als op interregionaal niveau. Een belangrijk aandachtspunt in de polycentrische ontwikkeling is de netwerking en complementariteit tussen het regionaalstedelijk gebied en de andere stedelijke gebieden in Limburg, zowel op organisatorisch vlak als op het vlak van fysieke verbindingen. De economische knooppunten (als onderdeel van de economische netwerken, de kleinstedelijke gebieden en de specifieke knooppunten) zullen worden uitgebouwd tot dragers van de regiodynamiek. De economische knooppunten zorgen in Limburg voor een spreiding van taakstellingen, een geconcentreerde spreiding van welvaart en welzijn en vervullen een sterke rol in de duurzame ontwikkeling van de Limburgse deelregio’s. De buitengebieden of kleinere gemeentelijke omgevingen zullen zich profileren als leefomgevingen met een eigen woon-, verblijfs- en economisch profiel en een eigen ondernemingskracht op maat van de draagkracht en potenties van deze gemeenten die de leefbaarheid van deze kernen een sterke impuls en onderscheidende waarde geven. Regio-imago en promotie Limburg en de vijf subregio’s hebben bij niet-Limburgers geen sterk imago. Het beeld komt vaak niet overeen met de realiteit van de samenlevingskwaliteit en de economische en maatschappelijke dynamiek die Limburg en de vijf subregio’s kenmerkt. Doelstelling is derhalve om een sterke koepeldrager te realiseren waarin de merkwaarde van Limburg krachtig tot uiting komt en het uitwerken van krachtlijnen en krijtlijnen voor het ontwikke5

De exacte afbakening hiervan is nog niet vastgesteld.

Hoofdstuk 4

77


len van imago- en promotie-activiteiten voor Limburg en haar subregio’s op diverse deeldomeinen en actoren. Organiserend vermogen De provincie Limburg dient een regio te zijn met een krachtig gebundelde bestuurskracht en daadkracht. Gefocust zal o.a. worden op: • het aanstellen van sterke trekkers voor iedere doelstelling uit het Streekpact; • het realiseren van sterke samenwerkingsverbanden op provinciaal en subregionaal niveau tussen alle actoren binnen bepaalde actiedomeinen; • het ondersteunen van bestuurskracht van kleinere gemeenten; • het realiseren van een sterk Limburgimago in de omliggende regio’s en bij sleutelfiguren. 4.2.5 STAP, Strategisch Toeristisch ActiePlan Toerisme is een speerpuntsector in het regionaal-economisch beleid voor de provincie Limburg met een belangrijke impact op tewerkstelling en inkomensvorming. Om een goed overkoepelend, coördinerend en integrerend toeristisch beleid te kunnen voeren, werd een Strategisch Toeristisch ActiePlan 2007-2012 ontwikkeld. Dit plan schenkt aandacht aan: • verhoging van toeristische attractiviteit door ontwikkeling van streekeigen, middelgrote en weersongebonden attracties (publiekstrekkers); • concentratie van ruimte en middelen; • het clusteren van kleinschalige attracties; • het ondersteunen van de bestaande toeristische infrastructuur; • het onderscheiden en complementair zijn ten opzichte van omliggende regio’s; • de promotie van Limburg als bestemming, met als thema onthaasting; • de ontwikkeling van hefboomprojecten.

Hefboomprojecten De hefboomprojecten waarvan sprake zorgen voor rechtstreekse of onrechtstreekse socio-economische impulsen op het vlak van tewerkstelling en economische leefbaarheid. Limburgs hefboomprojecten zijn: • Herckenrode Abdij; • Attractiepark Plinius; • Oude Stad Bokrijk; • Mijnsite Beringen; • Nationaal Park Hoge Kempen; • Dierenpark Molenheide; • Leisure Valley Maasmechelen.

78

Hoofdstuk 4


4.2.6 Provinciaal Plattelandsbeleidsplan 2007-2013 De deputatie van de provincie Limburg heeft een plattelandsbeleidsplan laten uitwerken voor de legislatuur 2007-2012. Dit plan bevat een aantal uitgangspunten voor latere projecten met betrekking tot de economische leefbaarheid van plattelandsgebieden. 4.2.7 Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen De uitgangspunten en initiatieven uit de Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen worden, indien zij als relevant kunnen worden beschouwd voor de ontwikkeling van de kleinhandel, kort beschreven in de bijlage. De belangrijkste conclusies uit de beschikbare Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen worden hierna even op een rij gezet. • Algemeen kunnen wij met betrekking tot de Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen vaststellen dat kleinhandelsactiviteiten weliswaar ruimtelijk bestemd zijn ter versterking van de kernen en ter consolidatie en heropwaardering van bestaande en nieuwe niet-kerngebonden en perifere concentraties, maar dat op het vlak van invulling en commerciële evenwichten weinig instructies worden meegegeven. • In overeenstemming met het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg is de strategie binnen de meeste Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen om sterk in te zetten op kernversterking, waarbij wordt geopteerd voor centrumvorming en verweving van functies. De kernversterking wordt bereikt door het concentreren van voorzieningen. • Kleinhandel wordt vaak als verzamelnaam gebruikt voor allerhande publieksgerichte commerciële voorzieningen zonder rekening te houden met de diverse distributievormen, ruimtelijke bijzonderheden, een bestaande of wenselijke hiërarchie. 4.2.8 Conclusie Uit de hierboven beschreven ruimtelijke en socio-economische uitgangspunten kunnen wij de volgende conclusies afleiden: • De gemeenten hebben een grotere autonomie gekregen voor de vergunning van grootschalige handelsvestigingen vanaf 400 m² en kunnen dus zelf aansturen op een gevoelige uitbreiding van het aanbod. • Gezien het bovenlokaal en gemeentegrensoverschrijdend belang van grootschalige kleinhandelsontwikkelingen lijkt (inter)regionale afstemming wenselijk. Op dit moment is dit overleg niet structureel geregeld. • Het ontbreken van visie op de gewenste kleinhandelsstructuur voor een bepaalde gemeente maakt beoordeling van socio-economische dossiers of het voeren van een pro-actief kleinhandelsbeleid moeilijk. Kennis en inzichten van kleinhandel zijn echter noodzakelijk bij het bepalen van de juiste randvoorwaarden voor een structurele versterking van de kleinhandel en bij het vastleggen van een gewenst ambitieniveau.

Hoofdstuk 4

79


• •

Er wordt in de verschillende beleidsplannen te weinig aandacht geschonken aan commerciële evenwichten tussen de verschillende handelsconcentraties en aan branchesturende of branchebeperkende maatregelen. Met betrekking tot mogelijke locaties voor grootschalige aanbieders is er een beleidsmatig spanningsveld tussen afbakening van stedelijke gebieden met ruimte voor detailhandel enerzijds en economische haalbaarheid en leefbaarheid van deze zones anderzijds. Gemeentebesturen polsen bij hogere overheden wat betreft de afbakening van de stedelijke gebieden of bij het opstellen van provinciale uitvoeringsplannen zonder zich rekenschap te geven van de functionele wenselijkheid van bijkomende detailhandel in gemeentelijk of intergemeentelijk verband. In ruimtelijke beleidsplannen, zowel structurerend als bestemmend worden functies weliswaar benoemd maar niet nader uitgewerkt naar invulling, economisch draagvlak, onderlinge versterking en onderscheidend vermogen. De verschillende beleidskaders vertrekken van een versterking van (handels)kernen en streven naar verweving en kruisbestuiving van (centrum)functies met betrekking tot de versterking van het kleinhandelsaanbod. Met name toeristische voorzieningen kunnen hier als hefboom fungeren. Grootschalige concentraties in de periferie of op bedrijventerreinen worden wel benoemd en al dan niet voor ontwikkeling, consolidatie, herstructurering en uitbreiding geselecteerd. Nieuwe concentraties die buiten de weerhouden locaties zijn gesitueerd kunnen in principe niet. Er wordt gestreefd naar complementariteit en wisselwerking tussen stedelijke gebieden en plattelandsvoorzieningen. De provincie wil via verschillende beleidsingangen het klimaat scheppen voor het uitvoeren van socio-economische hefboomprojecten. Als basisfunctie tot op niveau van kleine kernen of individuele attracties maakt kleinhandel hier vaak integraal deel van uit.

4.3 Marktpartijen In de vorige paragrafen hebben we de voornaamste aandachtspunten en krijtlijnen van de verschillende beleidsniveaus op een rijtje gezet. Deze beleidskaders zijn immers belangrijke toetsingselementen bij het vastleggen van een latere strategie. De consument is ook reeds aan het woord gekomen middels het koopstromenonderzoek. In deze paragraaf laten we een aantal marktpartijen aan het woord die een belangrijke rol spelen bij de latere implementatie van een detailhandelsvisie. Voor dit onderzoek hebben een aantal gesprekken plaatsgevonden met onder meer belangenorganisaties, projectontwikkelaars en de retailers zelf. UNIZO en Fedis kwamen aan bod namens de belangenbehartiging, de sector van de projectontwikkeling werd vertegenwoordigd door achtereenvolgens Group GL, Democo en Heijmans. Met betrekking tot de retailers, heeft er een gesprek plaatsgevonden met het Retail Forum Belgium.

80

Hoofdstuk 4


4.3.1 UNIZO Limburg BRO sprak met Frank Vols en Patrick Buteneers, respectievelijk (voormalig) directeur en adjunct-directeur voor de provinciale zetel van UNIZO, de organisatie van zelfstandige ondernemers. UNIZO verwacht dat deze studie cijfers en kengetallen kan reveleren die de detailhandel in Limburg op een correcte manier duiden. Zij verwachten geen beleidskader, veeleer het objectief inzicht in de feitelijke structuur en marktkansen voor detailhandel. De verschillende actoren, waaronder beleid en belangenorganisaties, kunnen aan de hand van deze gegevens hun eigen standpunten bepalen en hun beleid aanscherpen of het overleg hieromtrent organiseren met de relevante partijen. De studie moet dus een weergave zijn van de feitelijk situatie die op de best mogelijke manier moet gekoppeld worden aan bestaande of te ontwikkelen wetgeving. In afwachting van meer concrete informatie geven ze volgende bedenkingen mee: • UNIZO is voorstander van een Vlaams distributiebeleid, dat regionale afstemming moet mogelijk maken. Naar analogie met een Vlaams ruimtelijk structuurplan pleiten ze voor een Vlaams socio-economisch kader dat bepaalt welke ontwikkelingen in regionaal verband haalbaar en wenselijk zijn. • UNIZO klampt zich niet vast aan het lokaal ondernemerschap in de kernen alleen, maar vreest wel dat een opbod van grootschalige ontwikkelingen op termijn voor iedereen nadelig zijn. Vandaar de wens om duidelijke uitspraken te kunnen doen over wat nu waar mogelijk is en drukken ze de hoop uit dat dit richtinggevend kader voor iedereen helder en verdedigbaar is. • UNIZO heeft sterk de indruk dat het beleid momenteel wordt gemaakt door projectontwikkelaars, die niet alleen ontwikkelen maar ook bouwen. Vaak stopt het engagement van projectontwikkelaars bij de doorverkoop van het vastgoed aan beleggingsorganisaties. • Er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen bij de publiek-private samenwerkingsverbanden zoals die momenteel op vele plaatsen ingang vinden. Vaak wordt een zware last neergelegd bij de lokale overheid in de vorm van exploitatielasten voor parkeergarage of andere publieksgerichte werkzaamheden, zonder dat de toegevoegde waarde van dergelijke ontwikkelingen voor bestaande kern of concentratie voldoende is ingeschat. Ook hier is sprake van een spanningsveld tussen het prestigehalte van dergelijke ontwikkelingen met vaak middelgrote retailers en aantoonbare meerwaarden voor centrum of kern. • UNIZO vraagt consequentie bij bepaalde beleidsbeslissingen, ook binnen de bestaande gemeentelijke structuurplannen. 4.3.2 Fedis BRO sprak met Peter Haegeman, hoofd van het economisch departement van de Belgische Federatie van de Distributie-Ondernemingen. Fedis vertrekt vanuit de consument, hetgeen een vraagvolgend aanbod impliceert. Indien de consument zich terug naar de stad begeeft, duiken nieuwe concepten op die hier handig op inspelen. Voorbeelden zijn

Hoofdstuk 4

81


de kleinschalige concepten van grote spelers zoals Delhaize, Carrefour die centra of trafficlocaties (stationsbuurten) opzoeken. De consument zoekt de stadscentra dus op omwille van de nabijheid van voorzieningen en tevens de periferie omwille van volledigheid van aanbod. Hij is dus een grillige partner. Fedis is voorstander van een helder vestigingskader in functie van een gezond evenwicht tussen behoeften aan een correcte ruimtelijke ordening en de consumentenvraag, op zich moeilijker te ‘ordenen’. Bovendien moet er binnen dit kader een interregionale afstemming worden opgenomen waardoor op voorhand invulling kan vastgelegd worden. Hierbij mag men zich niet blindstaren op een aantal m² meer of minder maar moet men ook durven uitgaan van kwalitatief aanbod dat de hedendaagse behoeften kan dekken. Er ligt dus ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij bestaande handelszaken die niet altijd even sprankelend en dynamisch voor de dag komen. Het aantal m² bevriezen om een al te star aanbod te beschermen is geen oplossing voor de consument. Sturing op locatie namens het beleid moet geloofwaardig, coherent en consequent gebeuren. Dit is mogelijk indien er voldoende draagvlak is bij alle partijen. Immers, de markt voor detailhandel wordt niet enkel gevormd door retailers maar ook door projectontwikkelaars en andere marktpartijen. Nadruk moet hier liggen op complementariteit van het aanbod omdat de consument vragende partij is om vergelijkingspunten. Een evenwichtig en geconcentreerd aanbod is een goed antwoord op de versnipperde distributie die weinig voordelen biedt. Toch waarschuwt Fedis voor al een strak RO-beleid dat moeilijk kan afgestemd worden op economische realiteiten. Sturing op branches en invulling ligt moeilijker. Concepten zijn vaak tijdelijk, hetgeen thematisering niet eenvoudig maakt, de sector past er vaak zelf een mouw aan door ruim en creatief om te gaan met branchering. Wat vandaag speelgoed is, kan in de zomer tuinmateriaal en speeltuigen zijn. Men hoopt dat discussies over socio-economische dossiers niet verzanden in clichématige argumenten van binnenstad versus periferie, of groot tegen klein maar integendeel gebaseerd zijn op goed onderbouwde visies met voldoende zuurstof voor alle belanghebbende partijen. Fedis ziet nog heel wat koopkracht wegvloeien uit Limburg hetgeen doet vermoeden dat er nog marktruimte is voor sterke, (boven)regionale trekkers. Immers de afvloeiing richt zich naar provincieoverschrijdende projecten, zoals bovenregionale binnensteden, grootschalige solitaire spelers (genre Ikea, Makro) of commerciële clusters al dan niet onder één dak (Wijnegem, Gouden Kruispunt).

82

Hoofdstuk 4


4.3.3 Group GL BRO sprak met Patrick Koster, verantwoordelijke projectontwikkeling van de Group GL. De groep is duidelijk geëvolueerd van ontwikkelaar van uitsluitend individuele baanwinkels naar ontwikkelaar van gemengde concepten in periferie of centrumgebieden. De groep is zich bewust van het feit dat kernversterking belangrijke voordelen en potenties inhoudt, maar benadrukt het feit dat zowel de klant als de aanbieders ook perifere locaties opzoeken. De eerste groep omwille van gemaksredenen zoals gratis parking, vlotte ontsluiting en ruim aanbod en de tweede groep omwille van goedkopere huurprijzen, zichtbaarheid, grotere winkels en dus grotere afzet en bevoorradingsvoordelen. Zij verwachten dan ook een gedifferentieerd beleid waarbij de verschillende distributievormen kansen krijgen om zich verder te ontwikkelen. Een heksenjacht naar ketenzaken in de periferie biedt geen oplossing voor de consument. Group GL wijst vooral op enkele lopende ontwikkelingen in Limburg, die hetzij in uitvoering zijn, hetzij gepland zijn op korte of middellange termijn. Een aantal van deze ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door ruimtelijke uitvoeringsplannen of bestemmingsplannen. Deze ontwikkelingen worden ook elders in dit rapport vermeld en waren tevens grotendeels opgenomen in deel 1 van de studie, nl. aanbodinventarisatie. Met betrekking tot onderstaande ontwikkelingen heeft of plant Group GL een positie. • Hasselt, Kuringersteenweg. De groep tracht positie te verwerven in percelen ter hoogte van plantenzaak Thomas. Het moet de realisatie van 10 000 m² bvo mogelijk maken. • De stad Hasselt schrijft een wedstrijd uit voor de herontwikkeling van de Rijkswachtkazerne aan de Guffenslaan. Hierdoor ontstaat er een nieuwe relatie vanaf de ‘kleine ring’ tot in het hart van de binnenstad. Behalve woningen en groenvoorzieningen, plant men er ook 17 400 m² winkelruimte. • Genk, Bosdel/Winkelcentrum Zuiderring. Group GL heeft aandelen kunnen verwerven om mee het initiatief te nemen voor een grondige herstructurering en opwaardering van het verouderd centrum aan de Zuiderring in Genk. De valorisatie van deze commerciële concentratie is opgenomen in het GRS, als één van de 3 Genkse grootschalige concentraties buiten het centrumgebied (naast de Hasseltweg en de zone aan de mijn van Winterslag) en de bovenlokale handelsstraten Vennestraat, Stalenstraat, Hoevenzavellaan. Het betreft hier een uitbreiding van 27 000 m² bvo naar 36 000 m² bvo. • De stad Tongeren werkt momenteel aan een BPA voor grootschalige detailhandel aan de Luikersteenweg. De stad Tongeren wenst hier branchebeperkende maatregelen aan toe te voegen om het binnenstedelijk aanbod te beschermen. Hier is nog geen consensus rond bereikt. • In Houthalen-Helchteren heeft het gemeentebestuur een masterplan ontwikkeld dat de gemeente tegen 2020 impulsen op meerdere vlakken moet geven. Zo wordt het huidige centrum opgewaardeerd en verbonden met de voormalige mijnsite waar tal

Hoofdstuk 4

83


van administratieve en gemeentelijke diensten zullen worden gehuisvest en ruimte voor evenementen wordt voorzien. Het bestaande centrum biedt via inbreidingsprojecten ruimte voor meerdere grotere en middelgrote handelszaken, zodat er meer shoppingaanbod kan worden aangetrokken. Samen met kwalitatieve ingrepen in het openbaar domein moet dat de verblijfsduur van bezoekers doen toenemen. Tevens zal de industriezone pal langs de E314 en centraal in Limburg uitgespeeld worden als dé topligging waar naast nieuwe industriële activiteiten ook ruimte kan vrijkomen voor grootdistributie, al dan niet in de groothandelssfeer. De provincie is te Bree bezig met het opstellen van een provinciaal uitvoeringsplan voor de zone Bocholterkiezel, waar tevens ruimte kan geboden worden aan kleinhandelsactiviteiten. Aan de Maaseikerbaan in Smeermaas, deelgemeente van Lanaken is industriezone Smeermaas gevestigd. Het vigerend BPA laat naast industriële activiteiten ook kleinhandelsactiviteiten toe, met specifieke voorwaarden voor de voedingssector. Momenteel zijn er reeds een aantal detailhandelszaken gevestigd en laat het BPA een uitbreiding toe. De Group GL zal 5 000 m² bijkomende bpo realiseren zodat de huidige concentratie versterkt wordt en de herkenbaarheid voor de consument vergroot. Tevens is er sprake van de mogelijke komst van een AD Delhaize van 1 400 m² wvo. In Overpelt is men gestart met opmaak BPA Den Dries, een kleinhandelszone ter hoogte van het station.

4.3.4 Heijmans Property Development NV Gesprek met dhr. Alex Michils, General Manager. De Groep Heijmans focust zich voornamelijk op binnenstedelijke heroriëntering met gemengde projecten in kleinere steden of grotere gemeenten. In Limburg zijn ze momenteel bezig met de realisatie van de projecten ‘Binnenhof’ in Tessenderlo of het Julianusproject in Tongeren. Dhr. Michils wijst op volgende bedenkingen of moeilijkheden om kernversterkende projecten tot een goed einde te kunnen brengen. • Tijdens de acquisitiefase moeten te verwerven percelen onmiddellijk in kaart worden gebracht. Vaak vertonen de te ontwikkelen percelen een versnipperde eigendomsstructuur. Bij aanvang van het project moeten deze zaken met het oog op latere verwerving of onteigening in kaart worden gebracht om zo efficiënt mogelijk vooruitgang te kunnen boeken en desgevallend noodzakelijk procedures te kunnen voorbereiden. • Van in het begin moet duidelijk zijn welke studies en wanneer ze moeten uitgevoerd worden bij ontwikkeling van binnenstedelijke projecten. Te denken hierbij aan MER, MOBER, archeologische studies, ... • Het parkeerbeleid moet in functie van extra winkelruimte van in het begin afgestemd worden op de nieuwe situatie voor het centrum algemeen en voor de nieuwe ontwikkeling in het bijzonder. • Ontwikkelaars zijn vragende partij voor nieuwe hefbomen zoals Mercurius. Deze laten toe extra meerwaarde te creëren. Zo kan er meer aandacht geschonken wor-

84

Hoofdstuk 4


den aan kwalitatieve inrichting van de omgeving, kunnen (nieuwe) winkelstraten worden overgedragen aan de gemeente na herinrichting door de ontwikkelaars. 4.3.5 Democo/DMI BRO sprak met Jacky Scherens, hoofd van de ontwikkelingsmaatschappij DMI, dochter van DEMOCO. Democo is eveneens gespecialiseerd in kernversterkende, gemengde/multifunctionele, - vaak PPS- projecten in de minder grote steden of grotere gemeenten. Liefst ‘onder of in de buurt’ van de kerktoren. Democo is momenteel bezig met de herontwikkeling van de mijnsite van Beringen, heeft positie in het PPS-project in Overpelt en onderhandelt momenteel met eigenaars in Neerpelt met het oog op integrale centrumontwikkeling. Jacky Scherens schetst de volgende problematiek: • Sommige projecten zijn allesomvattend. Zo zijn bij het project op de voormalige mijnsite van Beringen verschillende overheidsniveaus betrokken, zoals Stedenbouw, AWG als beheerder van gewestwegen, Monumenten en Landschappen e.d. In dit verband is het wenselijk dat ook hogere overheidsniveaus zich daadwerkelijk kunnen uitspreken over noodzakelijke randvoorwaarden als toegankelijkheid en mobiliteit. Het project wordt geacht een bovenregionale uitstraling te hebben, maar dit is niet haalbaar indien de locatie slecht bereikbaar is. In plaats van discussies op lokaal niveau, moet de provincie hier een standpunt innemen zodat een correcte toegankelijkheid kan verzekerd worden. Dhr. Scherens verwijst in dit verband naar de ontsluitingsweg die de autostrade E314 in Maasmechelen verbindt met Maasmechelen Village. Dit is nodig om het regionale belang te kunnen dienen. • Verschillende PPS-projecten bevatten naast publieke functies ook een aantal private functies. Deze worden verondersteld gefinancierd te worden door de private ontwikkelaar. Dit heeft eveneens betrekking op de infrastructuur, mobiliteit, veiligheid en netheid van deze voorzieningen. Toch dienen zij ook vaak het gemeentelijk belang omdat het centrumweefsel hiermee versterkt wordt. Waarom moeten dan de private partijen vaak voor deze kosten opdraaien terwijl deze voor de bestaande winkelstraten door de gemeente worden gedragen? Indien de gemeente het project op een zelfde manier beschouwt als de rest van het centrum, komen er middelen vrij om het geheel ‘een extra kleedje’ te voorzien en zodoende het onderscheidend vermogen te versterken. • Het overleg met middenstandsorganisaties is absoluut belangrijk maar gebeurt vaak te eenzijdig. Met het oog op het verkrijgen van socio-economische en andere vergunningen is het belangrijk dat er een breder en deskundig draagvlak is voor dergelijke ontwikkelingen. Vaak wordt in dergelijke visie gestreefd naar een ideaal evenwicht tussen centrum, de verschillende kernen en perifere of bijzondere concentraties. Elke concentratie krijgt hier een duidelijke rol toebedeeld. Deze visie biedt een duidelijk kader voor beleid, bestaande handel, ontwikkelaars, retailers, belangen en andere betrokken instanties met het oog op toekomstige ontwikkelingen en investeringen.

Hoofdstuk 4

85


Democo gelooft sterk in de creatie van toeristische en recreatieve hefbomen waarbij retail een belangrijke kostendrager is. Dat vraagt dan ook een iets soepelere benadering naar invulling toe. Het heeft ook te maken met voorgaande opmerking waarbij eerst nagedacht moet worden over een integrale visie, mede in functie van strategische ontwikkelingslocaties.

4.3.6 Retail Forum Belgium Het RFB telt momenteel 56 leden, die ca. 81 enseignes vertegenwoordigen en momenteel meer dan 4 000 winkelpunten in België hebben. Bedoeling is om een coherente groep van marktspelers bij elkaar te brengen rond retailontwikkelingen, nieuwe projecten e.d. BRO sprak met de voorzitter van het forum, de heer Wouter Torfs, general manager van de gelijknamige schoenenketen. • Hij voelt eveneens het spanningsveld tussen perifere ontwikkelingen met vaak ketenbedrijven als trekker en kernversterkende projecten waar het lokaal ondernemerschap doorgaans beter is georganiseerd. Hij is daarom voorstander van een duidelijk en transparant beleid dat rekening houdt met een evenwichtige detailhandelsstructuur voor de hele gemeente en duidelijk aangeeft wat waar mogelijk is. Het beleid mag niet op angst worden gebaseerd maar wel op realistische ontwikkelingsmogelijkheden voor de bestaande distributievormen. • Het RFB is voorstander van clustering en complementariteit tussen de verschillende winkelgebieden, met name tussen centrumgebied en periferie. Perifere clustering heeft het voordeel van een efficiënter ruimtegebruik en verhoogt ook de efficiëntie voor het winkelen, indien de consument daar op dat moment behoefte aan heeft. Centrumgebieden bieden doorgaans meer sfeer en herbergen vaak andere functies en een meer gespecialiseerd aanbod. De consument heeft immers meerdere petten op en hanteert dus vaak andere koop- of bezoekmotieven. De verschillende concentraties spelen hier best op in. • De periferie biedt een antwoord op de vraag naar grotere oppervlaktes. Deze zijn in het centrum niet te vinden of onbetaalbaar. Meerdere enseignes hebben dan ook perifere en binnenstedelijke concepten uitgewerkt. Zo hanteert Torfs de norm van 300 m² voor centrumgebieden en minimaal 1 000 m² voor perifere concentraties. • RFB is dus vragende partij om duidelijkheid, ook op vlak van branchering. De heer Torfs verwacht niet dat het beleid de branches bepaalt wegens te betuttelend maar begrijpt wel de vraag om verhoudingsgewijs een sectoriële indeling te hanteren of om in de mate van het mogelijke een bepaald thema uit te spelen. • Behalve een bepaalde mix, verwacht hij ook dat er een hogere kwaliteit wordt nagestreefd op perifere locaties zowel naar service en product als naar bereikbaarheid en infrastructuur.

86

Hoofdstuk 4


Bijlagen



Overzicht gemeentelijke structuurplannen, uitgangspunten detailhandel GRSP Alken, goedgekeurd op 14-12-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • In de gemeente Alken wordt uitgegaan van impulsen die in het RSV worden vooropgesteld: versterking van de kernen, bundeling en verweving van functies, bescherming van de open ruimte. • Concreet betekent dit voor Alken dat er gekozen wordt voor Alken-Centrum in de context van versterking van de kern en duurzame ontwikkeling. Dit ten nadele van de handelszaken langs de Steenweg die weliswaar hun functie kunnen blijven vervullen doch waar verdere uitbreiding wordt beperkt. • Herlocatie en uitbreiding van supermarkt naar depot brouwerij samen met andere kernversterkende functies (geen handel) betekent belangrijke traffic-builder in het centrum. • Ontstaan van lijnstructuur op Hoogdorp. • Enkel ruimte op ‘winkelas’ voor middelgrote handel van het centrum gezien de beperkte economische uitbreidingsruimte. • Herlocalisatiebeleid kan bijdragen tot versterken van het Dorp. GRSP As, goedgekeurd op 16-05-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • De taakstelling voor bedrijvigheid beperkt zich tot het niveau van de gemeente. Dit wil zeggen dat de eigen behoefte aan lokale bedrijvigheid binnen de gemeente zelf moet worden ingevuld. De deelkernen in As zijn in de eerste plaats woonkernen waar een meer beperkte en gepaste rol inzake bedrijvigheid wordt voorzien. Het gevolg hiervan is dat er voldoende ontwikkelingskansen en ruimte moet worden geboden om handelsvoorzieningen te verweven in de kernen. • Gezien de hoofddoelstelling om As uit te bouwen tot attractieve woongemeente is het nodig om op een geïntegreerde wijze aandacht te besteden aan alle aspecten die het wonen aangenaam kunnen maken zoals een veilige en overzichtelijke verkeerssituatie, gezellig winkelen, dicht bij huis werken en tevens in een groen kader aangenaam recreëren. Voor leefbare en aantrekkelijke woonkernen is een verscheidenheid en een actieve verweving van wonen, werken en ontspannen in directe relatie tot de nodige voorzieningen noodzakelijk GRSP Beringen, goedgekeurd op 23-08-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Beringen wordt uitgebouwd tot stedelijk handelscentrum met een bovenlokale aantrekkingskracht.

Bijlagen

1


• •

Voor de overige hoofddorpen en woonkernen is het beleid gericht op kernversterking, wooninbreiding en lokale voorzieningen. Aan de Kasteletsingel-Noord wordt een afgebakende zone met grootschalige kleinhandel voorzien.

GRSP Bilzen, goedgekeurd op 21-06-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De algemene lijn is dat het stedelijk gebied Bilzen en de hoofddorpen Beverst, Munsterbilzen en Eigenbilzen/ Mopertingen als winkelcentra naar voren worden geschoven, waar dagdagelijkse goederen voor de hele gemeente worden aangeboden. Nieuwe handelsactiviteiten worden prioritair voorzien in het centrum van Bilzen en in tweede instantie in de centra van de hoofddorpen. De versterking van de aanbodstructuur voor wat betreft secundaire en tertiaire voorzieningen wordt voorbehouden voor het stedelijk gebied Bilzen, terwijl bijkomende primaire handelsvoorzieningen ook in de hoofddorpen mogelijk zijn. De zones waarin kleinhandelsactiviteiten mogelijk zijn in het centrum en de hoofddorpen worden als handelsperimeters vastgelegd in RUP’s. • Binnen het stedelijk gebied van Bilzen wordt de handelsperimeter bepaald door een éénduidig herkenbaar kernwinkelgebied en enkele aanloopstraten. • Behalve een afgesproken woondichtheid wordt aandacht geschonken aan wonen boven winkels. • Extra aandacht gaat uit naar een upgrading van de verblijfswaarden middels een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein en extra zorg voor zwakke weggebruikers. • Trekkers zullen aan de uiteinden van de perimeters ruimte krijgen voor voldoende parkeergelegenheid. • De voorkeur gaat uit naar een zo volledig mogelijk en gedifferentieerd aanbod aan handel, zowel in het centrum als in de hoofddorpen. • Voor baanwinkels en handelslinten wordt het Stand Still principe gehanteerd. GRSP Bocholt, goedgekeurd op 31-01-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Wat betreft kleinhandel, diensten en voorzieningen stuurt de gemeente enkel op ontwikkelingen in de hoofddorpen Kaulille en Bocholt. Ontwikkelingen van kleinhandelsactiviteiten langs de Kaulillerweg tussen Bocholt en Kaulille die verder gaan dan de mogelijkheden volgens de bepalingen van het gewestplan worden niet ondersteund. • De hoofddorpen Bocholt en Kaulille hebben een beperkt winkelapparaat en een aantal toeristische en recreatieve voorzieningen. Naast winkel- en recreatieve/ toeristische voorzieningen beschikt de kern van Bocholt ook over onderwijsvoorzieningen, welzijnsvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen. Deze voorzieningen worden centrumgebonden binnen de hoofddorpen verder ontwikkeld.

2

Bijlagen


Het streven is gericht op het behoud en waar mogelijk het versterken van het kernwinkelapparaat in Bocholt en Kaulille. Het beleid richt zich op een kleinschalig maar aantrekkelijk winkelgebied en het benutten van de culturele, toeristische en historische kwaliteiten. De gemeente maakt een plan op voor het voeren van een pandenbeleid in de kernen van Bocholt en Kaulille. Dit houdt in dat een afbakeningsplan gemaakt wordt waaraan stimulerende maatregelen voor de kleinhandel gekoppeld worden. Voor Bocholt gaat het om de Dorpsstraat, Brugstraat en het Kerkplein. Voor Kaulille gaat het om het Nevenplein-Kaulillerdorp. Het herziene BPA Dorpskom voorziet in een kwalitatief inbreidingsproject voor de site van de voormalige melkerij langs de Kaulillerweg in het centrum van Bocholt en het achterliggend gebied. Het betreft voornamelijk de realisatie van een gedifferentieerde en passende invulling met woningtypologieën en een goede inpassing in het woonweefsel. Het gebouw van de oude melkerij zelf wordt, zover stedenbouwkundig verantwoord, ingevuld met een handels- en woonfunctie.

GRSP Borgloon, goedgekeurd op 15-02-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Concentratie van handel en diensten in de hoofddorpen. Voorzieningen die gericht zijn op de hele gemeente worden geconcentreerd in het kernwinkelgebied van Borgloon-Centrum. Dit loopt van de Graethempoort over de twee centrale pleinen tot aan de Tongersepoort, met inbegrip van de Wellenstraat. Nieuwe bijkomende lokale handel en diensten worden aangemoedigd om zich in deze afgebakende zone te vestigen, dit om een aantrekkelijk en continu handelscentrum te creëren. Binnen het kernwinkelgebied wordt gestreefd naar het behoud van een aanbod aan middelgrote winkels (supermarkten). In de overige straten van Borgloon-Centrum zijn handel en diensten kleinschaliger en meer gericht op buurtniveau. Hoepertingen biedt ruimte voor handel en voorzieningen gericht op het hoofddorp. GRSP Bree, goedgekeurd op 11-05-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Bree wenst zich in de toekomst te profileren als een stad met een regionale uitstraling. Zij wenst dit onder meer te realiseren door het bereiken van een hoger voorzieningenniveau, het aantrekken/genereren van winkelfuncties die complementair zijn aan de huidige handelsactiviteiten binnen het centrum. De handel van regionaal niveau situeert zich in het kleinstedelijk gebied Bree. • De stadskern is de belangrijkste aantrekkingspool voor zowel lokale als regionale behoeften. Nadruk wordt gelegd op recreatief shoppen. Handel in de Breese binnenstad wordt hoofdzakelijk geconcentreerd binnen de wallen. • Daarnaast wordt in het noordoostelijk deel Toleik-Bocholterkiezel, een ontwikkelingszone voorzien waarin meer grootschalige handel een plaats kan vinden. De bestaan-

Bijlagen

3


• •

de zone Toleik wordt intern verbeterd en geclusterd. Ter hoogte van het gebied Bocholterkiezel wort een nieuwe zone ontwikkeld voor verkeersaantrekkende handelszaken. Beide handelspolen moeten een bipolaire eenheid vormen met een complementair aanbod. In de woonkernen wordt enkel handel van lokaal niveau aangeboden, met uitzondering van het aanbod dat nu reeds specifiek is voor deze kernen en een groter bereik heeft dan de lokale gemeenschap. Aan de Meeuwerkiezel zullen geen nieuwe ontwikkelingen worden toegelaten. Dit gebied zal voor wonen ontwikkeld worden.

GRSP Diepenbeek, goedgekeurd op 30-03-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Diepenbeek heeft een handelsvoorzienende functie voor de hele gemeente. In de woon-werk-winkelzone aan de Grendelbaan en het binnengebied Molenstraat - N76 is ruimte voor handelszaken die moeilijk inpasbaar zijn in het centrum. Het betreft grotere oppervlaktes met vooral een autogenererend aanbod. Voorwaarden bij deze invulling zijn een goede ontsluiting, behoorlijke inrichting en een correcte integratie in het omliggende verblijfsweefsel. • In de woonkernen is enkel ruimte voor wijkverzorgende handelszaken. • De historisch gegroeide handelszaken langs gewestwegen kunnen blijven mits enkele verkeerstechnische ingrepen. Uitbreiding met nieuwe handelszaken is niet mogelijk behalve als de activiteiten gebonden zijn aan de transitfunctie van de gewestweg. GRSP Dilsen-Stokkem, goedgekeurd op 25-08-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Dilsen, Stokkem en Lanklaar, de hoofddorpen binnen de gemeente, voorzien in de centrumfuncties op gemeentelijk niveau. • De kernen Rotem, Elen, Reselt, het gehucht Boyen en de woonwijken Reinkensheide, Grote en Nieuwe Homo zullen in de eerste plaats woongebieden zijn. Er moet derhalve maximale aandacht uitgaan naar de kwaliteit van deze bestemming. • De verdere uitbreiding van de woonfunctie gaat uit van het bundelen van de activiteiten (wonen, recreatie, centrumfuncties) in de hoofddorpen. • Het kernwinkelgebied van Dilsen situeert zich langsheen de Europalaan en deels langs de Rijksweg. Bij de inrichting van deze verbindingsweg moet de verblijfsfunctie worden verzoend met de doorstoomfunctie. Aansluitend aan het kernwinkelgebied langs de Europalaan worden ontwikkelingsmogelijkheden voorzien voor de voorzieningencluster van gemeentelijk niveau. • Een belangrijk deel van de kern van Stokkem wordt ingenomen door een grote zone met een voorzieningencluster. Het gebied moet verder worden afgewerkt, en bijgevolg ook ingebreid, binnen de bestaande grenzen van het gewestplan.

4

Bijlagen


In Lanklaar zijn de kernfuncties, zoals het kleinhandelsapparaat, verspreid over de hele kern. Door de heraanleg van het plein voor de kerk kan er echter wel een plek ontstaan. Streven is het historische centrum langs de Dorpsstraat te versterken. Voor de bedrijvigheid in de kernen vormt het verweven van wonen en werken het uitgangspunt. Bedrijvigheid die bestaanbaar is met de woonfunctie en al dan niet een woonondersteunende functie heeft, kan verder verweven voorkomen in de hoofddorpen en de woonkernen.

GRSP Genk, goedgekeurd op 09-03-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Genk is de aankoopplaats met regionale uitstraling. Voorts zijn er 3 handelsstraten van bovenlokaal belang, namelijk de Vennestraat, de Stalenstraat en de Hoevenzavellaan. De Stalenstraat is de belangrijkste winkelstraat van Waterschei. Het GRSP Genk pleit voor een kwalitatieve versterking van het handelslint in de Hoevenzavellaan. Door het beperken van nieuwe handelszaken in de omgeving wordt de economische leefbaarheid van dit handelslint beschermd. • In Genk zijn 3 zones weerhouden voor grootschalige detailhandel, namelijk de Hasseltweg, Winkelcentrum De Zuiderring aan de Bosdel en Winterslag aan C-Mine. • Langs de Evence Coppéelaan zijn grootschalige commerciële uitbreidingen niet gewenst. Langs de Weg naar As en de Maaseikerbaan worden nieuwe handel en bedrijvigheid niet gestimuleerd. GRSP Gingelom, openbaar onderzoek op 02-01-228 en 31-03-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Kleinhandel, diensten en voorzieningen die gericht zijn op de hele gemeente worden in het hoofddorp gebundeld. In de woonkernen wordt de ontwikkeling van basisvoorzieningen gestimuleerd. • Kleinhandel, diensten en voorzieningen zijn gebundeld langs de N80 in Gingelom. Het ruimtelijk beleid is gericht op het versterken van de bestaande concentratie van kleinhandel en diensten in het hoofddorp. Nieuwe ruimtelijke initiatieven die zich richten op het bedienen van de hele gemeente worden gelokaliseerd aan de N80. De N80 zal dienst doen als drager van de te ontwikkelen dynamische activiteiten. De oversteekbaarheid, het langzaam verkeer, de ligging van de Molenbeek en de vooropgestelde ruimtelijke kwaliteit vormen belangrijke randvoorwaarden in deze ontwikkeling. Zo wordt het winkellint beperkt in haar lengte, wordt het profiel aangepast aan het gemengde verkeer en zullen de winkels via langzaamverkeersverbindingen vanuit de omgeving bereikbaar worden gemaakt. • In de kleinere woonkernen is de schaal van handel en diensten beperkt tot het niveau van de kern. Het behoud en de ontwikkeling van lokale voorzieningen in de kernen worden gestimuleerd. Enkel in Montenaken, Jeuk en Mielen-boven-Aalst wordt een aanbod voorzien dat de kern overschrijdt.

Bijlagen

5


GRSP Halen, goedgekeurd op 23-11-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Een lokaal voorzieningenniveau voor de kernen (hoofddorp Halen en overige woonkernen). De voorzieningen in het hoofddorp zijn van belang voor de hele gemeente. Behalve lokale voorzieningen wordt hier gedacht aan sporthal, cultureel centrum, postkantoor e.d. Het uitrustingsniveau in woonkernen situeert zich op niveau van de woonkern zelf (voorzieningen voor buurt en wijk zoals plaatselijke horeca, voeding, basisschool, buurthuis). • Er worden een kernwinkelgebied en winkeluitloopstraten voorzien voor het hoofddorp. Uitgangspunt voor het kernwinkelgebied is het faciliteren van doelgericht winkelen of bezoeken van het centrum, in relatie tot andere nabijgelegen voorzieningen. Facilitering voornamelijk op vlak van infrastructuur, openbaar domein, ruimtelijke ordening. • In de woonkernen kan versterking en ondersteuning van de handelsfuncties best gebeuren aan de hand van kleinschalige inbreidingsgerichte projecten. • Geen nieuwe activiteiten buiten de aangeduide centrumgebieden (kernwinkelgebied en uitloopstraten). Aanvragen voor handel en horeca buiten deze gebieden worden geval per geval bekeken. • Mogelijkheden laten voor specifieke handelsfuncties langs de Staatsbaan (N2) mits het aangeven van randvoorwaarden en duidelijke ruimtelijke inplantinglocaties. GRSP Ham, goedgekeurd op 15-09-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Nieuwe handelsactiviteiten worden maximaal in Kwaadmechelen en Oostham gesitueerd. In Kwaadmechelen worden de handelsactiviteiten en diensten maximaal geconcentreerd in de onmiddellijke omgeving van de N141 (Kanaalstraat, Dorpsstraat en een deel van de Heidestraat) waarbij het zwaartepunt wordt gevormd door de onmiddellijke omgeving van de kerk. Bestaande handelszaken buiten deze zones worden behouden en kunnen verder evolueren. De ontwikkeling van nieuwe concentraties buiten deze zones wordt tegengegaan. Lokale winkels met nood aan grotere vloeroppervlaktes worden bij voorkeur gelokaliseerd langsheen de Heidestraat, aansluitend op de bebouwde kern van Kwaadmechelen. In Oostham vormt het Heldenplein het centrum voor handel en diensten. • In de kernen Genendijk, de Warande en Genebos kunnen voorzieningen worden ontwikkeld. De voorzieningen mogen zich enkel richten op de behoeften van de lokale gemeenschap. GRSP Hamont-Achel, goedgekeurd op 05-02-2004 Gewenste ruimtelijke structuur

6

Bijlagen


De huidige lokale gerichtheid van het handelsfunctioneren blijft bestendigd en wordt versterkt. Bijkomende ruimte in het buitengebied voor onder meer dienstverlening, kleinhandel en lokale economie wordt daarom aansluitend bij de kern gerealiseerd. Het belang en de reikwijdte van de functies moeten afgestemd zijn op het niveau van de kern. Specifieke, grotere handelszaken moeten ingepast kunnen worden op ruimtelijk-verkeerskundig verantwoorde plaatsen. Het uitrustingsniveau van de handelsactiviteiten, diensten en voorzieningen in Hamont-Achel is voornamelijk lokaal gericht en afgestemd op het niveau van een buitengebiedgemeente. Dat wordt in de toekomst als dusdanig geconsolideerd. Kernversterking van Hamont en Achel betekent dat de ruimtelijke inpassing en positionering van de handels- en voorzieningfuncties nauw verbonden zijn met de indeling van de kernen in Hamont-Achel in hoofddorpen en woonkernen en de bijhorende ontwikkelingsperspectieven. In de kernen van Hamont en Achel blijven er ruime ontwikkelingskansen voor een aangepast en lokaal bedienend handels- en voorzieningenapparaat. De hoofddorpen Hamont en Achel zijn de kernen bij uitstek qua voorzieningenniveau, handelsapparaat en administratieve diensten. In de woonkernen Achel-Statie en Hamont-Lo kan een beperkt handels- en voorzieningenapparaat voorzien blijven. Het gaat dan over de dagdagelijkse voorzieningen die in de centrumgebieden van de woonkernen hun potenties moeten kunnen blijven benutten. Voor andere voorzieningen zijn deze woonkernen aangewezen op de hoofddorpen. De bestaande handelsactiviteiten rondom het kruispunt Quatre-Bras kunnen behouden blijven. De huidige toestand wordt bevroren. De bestaande activiteiten kunnen eventueel ter plaatse uitbreiden, maar een verdere soortgelijke ontwikkeling van het kruispunt is niet gewenst.

GRSP Hasselt, voorontwerp op 16-04-2004 Gewenste ruimtelijke structuur • In de visieontwikkeling voor de kleinhandel is het behouden en versterken van de regionaal stedelijke functie een absolute voorwaarde. Het is daartoe noodzakelijk ruimtelijke voorzieningen te treffen zodat de dynamiek van de kleinhandel kan worden opgevangen. De multifunctionele opdracht van Hasselt betekent ook dat een complementaire diversiteit in ruimtelijke invulling moet worden geboden, zowel tussen de stadskern en de periferie als binnen de stadskern. Ten aanzien van Hasselt verdient het aanbeveling om, naast het fysische aanbod, te streven naar een zo groot mogelijke kwaliteit. • Tot het versterken van de kernstad is het enerzijds aangewezen om bijkomende loopcircuits te stimuleren en anderzijds de kernstad ruimtelijk uit te breiden. Het stimuleren van bijkomende loopcircuits is slechts mogelijk mits de creatie van publieks-

Bijlagen

7


• • • • • •

trekkende initiatieven. Tot het ruimtelijk uitbreiden van de kernstad is alvast de ontwikkeling van de Blauwe Boulevard een positief element. Om de verkeersontsluitende functie van de Grote Ring niet in het gedrang te brengen, zal de kleinhandel langs de Grote Ring niet verder uitbreiden. De bestaande clusters van kleinhandel worden afgebakend en geconsolideerd op de huidige omvang. Voor het gedeelte invalswegen tussen Groene Boulevard en Grote Ring wordt de klemtoon gelegd op de woonfunctie. De kleinhandel is er ondergeschikt en slechts afgestemd op de bevoorrading van de buurt. Functioneel slaat de kleinhandel op convenience en dagelijkse producten. Teneinde de doorstroming en de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen zal de kleinhandel langs de Kempische Steenweg tussen de Grote Ring en de spoorweg niet verder worden uitgebouwd. In het gedeelte van de Kempische Steenweg tussen de spoorweg en Zonhoven is kleinhandel niet aangewezen. Het verdient aanbeveling om de clusters langs de Genkersteenweg af te bakenen en, in de lengte van het traject, niet verder uit te bouwen. Wel kan, binnen de cluster, een opvulregel voor kleinhandel worden toegepast. Langsheen de Universiteitslaan is kleinhandel uitgesloten. De Diepenbekerweg is niet geschikt voor het uitbouwen van kleinhandel. Het is aan te bevelen om de Luikersteenweg niet verder te belasten met kleinhandel. In de woonkern Rapertingen moet de kleinhandel zich toekomstgericht beperken tot convenience en dagelijkse producten en diensten, gericht op de buurt. De woonkern Wimmertingen is naar draagkracht te beperkt om kleinhandel levensvatbaar te maken. De Expressweg komt niet in aanmerking voor kleinhandel. De behoefte aan kleinhandel langs de Sint-Truidersteenweg zal zich vooral richten op de bevoorrading van de deelkern Sint-Lambrechts-Herk. Het is aan te bevelen om een lineaire afbakening te voorzien. Voor het gedeelte van de Kuringersteenweg tussen de Grote Ring en het spoor is verdere uitbouw van kleinhandel niet aangewezen. Gelet op de reeds aanwezige aanzet van middelgrote en grote kleinhandel en de beschikbare ruimte verdient het aanbeveling om een gedeelte van de Kuringersteenweg het statuut van kleinhandelszone te geven. Kleinhandel ter hoogte van de deelkern Kermt is vooral afgestemd op de buurt. Op het verdere gedeelte van de Diestersteenweg verdient het aanbeveling om de ontwikkeling van de kleinhandel niet te stimuleren. Het hele shopping- en horecagebeuren heeft, naast een economische functie, ook een belangrijk toeristisch en recreatief aspect. Door verder te werken aan de inrichting van het publiek domein en het stimuleren van diverse detailhandelszaken en exclusieve horecazaken in de kern van de stad, wordt de aantrekking tot de stad nog vergroot. Om de concurrentiepositie ten opzichte van andere steden op het vlak van handel te behouden en te verstevigen, wordt het handelsapparaat uitgebouwd. Er wordt een

8

Bijlagen


• • •

• •

• • • •

divers, maar complementair aanbod gecreëerd. De handelsfunctie heeft, zeker in de binnenstad, ook een belangrijke toeristische aantrekkingskracht en ontspanningsfunctie die verder uitgebouwd wordt door exclusieve horecazaken en een uitgebreid cultureel aanbod. Ook de verdere kwaliteitsvolle en duurzame inrichting van het publiek domein in de stad (straten en pleinen) zullen hiertoe bijdragen. Door wonen boven handelszaken te verplichten verhoogt de dynamiek van het centrum. Ontwikkeling van diverse voorzieningen in de kernen ter ondersteuning van de woonkwaliteit en leefbaarheid van woonomgevingen zal worden gestimuleerd. Elke wijk moet zijn lokale wijkverzorgende kern verder kunnen ontwikkelen. Op het vlak van dagelijkse voorzieningen moeten de wijken een zekere onafhankelijkheid ten opzichte van het winkelapparaat in de stadskern krijgen. Steenwegband Spalbeek-Kermt-Tuilt met het hoofddorp Kermt. Tegengaan van een versnipperd voorzieningenaanbod door bundeling van handel en diensten op segmenten van de belangrijke dragers (steenweg en kiezels) van de steenwegband die genoeg draagkracht bieden om deze ontwikkelingen te ondersteunen. Het koppelen van horeca aan de cultuurhistorische gebouwen of sportaccommodaties. Hoofddorp Stevoort. Handel wordt blijvend ondersteund rond het Sint-Maartenplein en in de dorpskern, als uitloper van het plein, op de lokale verbindingswegen. Horeca wordt naar voor geschoven in het centrum, gerelateerd aan cultuurhistorische gebouwen, de doortocht van de Herk of koppeling aan het sportcomplex van Stevoort. Woonkern Stokrooie. Handel wordt gestimuleerd rond het marktplein van Stokrooie ter bevordering van de leefbaarheid van de kern. Horeca wordt gestimuleerd op maat van de kern in functie van het toeristisch-recreatieve Albertkanaal en de kernherwaardering van Stokrooie. Woonkern Sint-Lambrechts-Herk. Handel concentreren op de steenweg en in het centrum. Horeca, inspelend op hoevetoerisme, cultuur en centrum met koppeling aan andere voorzieningen. Woonkern Rapertingen. Handel wordt gebundeld ter hoogte van de kerk en de Luikersteenweg. Wimmertingen. Handel wordt gebundeld op de Luikersteenweg ter hoogte van de Sint-Niklaaskerk. Horeca kan op maat van de kern voorzien worden op schakelpunten tussen de Mombeekvallei, de kern en de Luikersteenweg. Ondersteunend beleid kleinhandel en horeca in de binnenstad. Grootschalige kleinhandel op goed afgebakende en goed bereikbare locaties. Ondersteunen van lokale handelscentra in de kernen. Aandacht naar de interne commercieel-hiërarchische structuur, met name tussen de kernstad, de deelkernen, de wijken en de perifere handelsnederzetting.

GRSP Hechtel-Eksel, goedgekeurd op 01-03-2007 Gewenste ruimtelijke structuur

Bijlagen

9


Met betrekking tot de bedrijvigheid in het algemeen wordt er in de kernen van de hoofddorpen Hechtel en Eksel gestreefd naar een maximale verweving van handel met wonen. Bedrijvigheid tot op een bepaald niveau kan in de (landelijke) woongebieden, zowel in hoofddorpen, woonkernen als woningconcentraties met woongebiedsmerken. Met betrekking tot handel moeten nieuwe activiteiten geconcentreerd worden in beide hoofddorpen. Men streeft naar een ontmoediging van winkels langs de baan en naar een concentratie van winkels met nood aan grotere oppervlakte aan het kruispunt van de gewestwegen N73 en N715. In Eksel wordt geopteerd voor detailhandel met een kleinschalig karakter en zal omzichtig worden omgegaan met grotere winkels. Met betrekking tot de rotonde naar de N74 gaat men uit van optimalisatie van het bestaande aanbod door sanering en herinrichting. Uitbreiding met nieuwe zaken wordt niet nagestreefd.

GRSP Heers, goedgekeurd op 09-03-2006 GRSP Herk-de-Stad, goedgekeurd op 23-08-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Wat betreft kleinhandel, diensten en voorzieningen wenst de stad de eigen koopbinding te behouden en te versterken door ontwikkelingen in het hoofddorp te ondersteunen. • Bijkomende wooneenheden en lokale bedrijven moeten zo veel mogelijk worden gebundeld in Herk. Het hoofddorp wordt duidelijk afgebakend. Een verdere uitwaaiering van bebouwing langs wegen wordt niet ondersteund. Het verweven van de functies wonen, handel, bedrijvigheid, scholen, enzovoort staat voorop. • De aanwezigheid van een aantal handelszaken en diensten kan de leefbaarheid van de kernen verzekeren. Nieuwe voorzieningen kunnen enkel op het niveau van de woonkern. • De N2 is niet erkend als perifere kleinhandelsconcentratie van provinciaal niveau. Herk-de-Stad ondersteunt de provinciale visie. Bijkomende grootschalige kleinhandel langsheen de N2 bovenop de reeds bestaande is met andere woorden niet wenselijk. GRSP Heusden-Zolder, goedgekeurd op 09-03-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De gemeente kiest ervoor om handel en diensten te bundelen in vernieuwde, aantrekkelijke en goed bereikbare centra. Deze centra worden ontwikkeld overeenkomstig het gewenste voorzieningenniveau en duidelijk afgebakend. • De voornaamste voorzieningen en de handel worden geconcentreerd rondom de centraal gelegen N719, meer specifiek in het structuurondersteunend hoofddorp Heusden. Een duidelijke begrenzing dringt zich daarbij op.

10

Bijlagen


• •

Het gebied van Suska Berg bezit de potentie om als poort te worden ontwikkeld. Gelet op de uitgestrekte lineaire kern langs de N719 en de ontwikkelingsperspectieven voor de kleinhandel in de gemeente, namelijk bundeling, wordt geopteerd geen bijkomende commerciële ontwikkelingen in het gebied van Suska Berg toe te laten. De bestaande kern van Eversel wordt ruimtelijk duidelijk afgebakend. Handel en buurtgebonden diensten worden overeenkomstig het niveau en de ruimtelijke draagkracht van de woonkern geclusterd rondom de kerk. Verdere kernversterking in het centrum van Zolder door het clusteren van handel en diensten in een oost-west gerichte commerciële as. Boekt dient kwalitatief complementair en ondersteunend te zijn aan Zolder, met eerstelijnshandelszaken en buurtvoorzieningen. Rond de kerk en aansluitend op de Kerkstraat in Viversel zijn bijkomende lokale handel en vooral horeca gewenst. Langsheen de Westlaan zijn handel en diensten niet gewenst. In de kern van Bolderberg is een beperkt aanbod van enkele gespecialiseerde kleinhandelszaken gewenst. In de gemeente zijn geen concentratiezones van grootschalige kleinhandel geselecteerd.

GRSP Hoeselt, goedgekeurd op 10-11-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Hoeselt-centrum als ontmoetings-, handels- en dienstencentrum voor de hele gemeente. De behoefte aan nieuwe woningen wordt opgevangen in het centrum met de bedoeling het handelsapparaat en het centrumleven maximaal te ondersteunen. Convenience, shopping en specialty worden zoveel mogelijk geconcentreerd in de kern. De kern wordt aangeduid als handelsperimeter. Binnen deze handelsperimeter kunnen zich nieuwe handelszaken vestigen. Over ontwikkelingen en stimulerende maatregelen omtrent handel wordt overleg gepleegd met LEA (Lokale Economie Adviesraad). Bestaande, in de kern gelegen handelszaken kunnen blijven, kunnen aanpassen en vernieuwen en uitbreiden binnen de draagkracht van de kern. Wanneer lokale handelszaken meer ruimte nodig hebben dan mogelijk binnen de morfologie van de kern, wordt een mogelijkheid voorzien om zich te herlokaliseren in de te herstructureren zone van de SuperConfex. Bestaande, buiten de kern gelegen handelszaken kunnen blijven, kunnen aanpassen maar niet substantieel uitbreiden, en zullen bij stopzetting van bestaande handelsactiviteiten uitdoven. • In de woonkernen wordt de nadruk gelegd op het landelijk wonen. Andere lokale functies zoals handel en ambachtelijke bedrijvigheid zijn mogelijk in de woonkernen ter bevordering van tewerkstelling en leefbaarheid. Vanzelfsprekend mag de draagkracht van de omgeving niet overschreden worden. • Behoud, maar geen uitbreiding, van de bestaande handel langs de Steenweg.

Bijlagen

11


GRSP Houthalen-Helchteren, voorontwerp op 13-12-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de deelruimte Centrumgebied Houthalen worden geconcentreerd in het centrum. De handelsomgeving en de omgeving van het hoofdgebouw van de mijn bieden ruimte voor nieuwe dynamische ontwikkelingen. De relatie tussen beide wordt door deze ontwikkelingen versterkt. De nieuwe ontwikkeling beoogt een versterking van het handelsapparaat, het uitbreiden van het woonaanbod en het verhogen van de omgevingskwaliteit van het openbaar domein. • Het kernwinkelgebied, gevormd door de Vredelaan en de Dorpsstraat, wordt afgebakend waardoor een concentratie van de handelsactiviteiten gestimuleerd wordt. De werken aan de N715 moeten leiden tot het beperken van de handelszaken langs deze weg. Een nieuw aanbod wordt gecreëerd door ruimte te voorzien ter hoogte van het Dorpsplein en langs de Pastorijstraat richting hoofdgebouw. Het is wenselijk om de verweving tussen grootschalige kleinhandel en kleinhandelszaken (warenhuizen, supermarkten, ketenwinkels, enzovoort) te behouden en te versterken. • De Pastorijstraat vormt de schakel tussen het kernwinkelgebied en de omgeving van het hoofdgebouw. Beide gebieden vormen samen het centrum van Houthalen en moeten beter op elkaar afgestemd worden. Via een nieuwe straat wordt de omgeving van het hoofdgebouw gekoppeld aan de nieuwe ontwikkeling van het kernwinkelgebied. • Langsheen de N714/N74 wordt het handelscentrum beperkt: leegstaande en leegkomende handelszaken kunnen niet opnieuw een handelszaak worden. • Langs de Koolmijnlaan wordt de vestiging van nieuwe commerciële activiteiten en diensten beperkt tot het gebied tussen de Brelaarschansweg en de Weidestraat/ Brelaarstraat. Belangrijk voor de leefbaarheid van de handelsvestigingen is het voorzien van een herkenbare omgeving en het aanbieden van voldoende parkeerplaatsen. • Het Sint-Trudoplein in Helchteren moet sterker worden aangeduid als centrale ontmoetingsruimte, als het dorpsplein. Bijkomende ruimte voor handelsvestigingen wordt aangeboden in de onmiddellijke omgeving. Het Begijnenplein biedt hiervoor voldoende capaciteit. • In de omgeving van de Kazernelaan is het handelscentrum van Helchteren geconcentreerd. Het is wenselijk om de handelsomgeving te versterken. Dit wordt gestuurd door het creëren van een gericht aanbod voor nieuwe handelszaken, het afbakenen van het kernwinkelgebied en het herinrichten van de openbare ruimte. • Het centrumgebied omheen de kerk en het cultureel centrum in Houthalen-Oost wordt verder ontwikkeld met het oog op het (opnieuw) aantrekken van handelszaken, diensten en horeca en het creëren van een aangename publieke ontmoetingsruimte. Het handelscentrum langsheen de Weg naar Zwartberg mag niet in concurrentie treden met het handelscentrum rondom de kerk, maar moet een complementair aanbod bieden. Op die manier kunnen beide centra elkaar versterken. Belangrijk is de afbakening van het handelscentrum langsheen de Weg naar Zwartberg.

12

Bijlagen


Handelsvestigingen in de omgeving van het bedrijventerrein N715 worden geherlokaliseerd naar de hoofddorpen.

GRSP Kinrooi, goedgekeurd op 08-11-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • De commerciële structuur (handels- en voorzieningenapparaat) in Kinrooi situeert zich in de verschillende kernen en gedeeltelijk toeristische en recreatieve zones. Er zal hier ook ruimte blijven voor een aangepast en lokaal bedienend handels- en voorzieningenapparaat. Deze is vooral geconcentreerd op dagdagelijkse voorzieningen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de draagkracht van de ruimere omgeving en mag deze niet overschreden worden. Nieuwe ontwikkelingen op lokaal niveau zullen aansluiten bij de lokale woon- en leefstructuur. Leegstand van winkels moet voorkomen worden. Voor de verschillende deelkernen is in de nederzettingsstructuur een afbakening gemaakt. Nieuwe ontwikkelingen zullen altijd binnen deze zone gebeuren. • Nieuwe groothandelszaken zijn slechts mogelijk in deze afgebakende kernen en voornamelijk langs ontsluitingswegen (verkeersaantrekkende functies). Verwevenheid in de bestaande structuren wordt daar waar mogelijk gepromoot, maar opnieuw mag ook hierbij de draagkracht niet overschreden worden. Bijkomende voorzieningen op een hoger niveau worden voorzien in het hoofddorp Kinrooi-centrum. In de andere kernen zijn bijkomende functies woonondersteunend gericht. • Voor de verschillende kernen is bepaald welke de meest geschikte zones zijn voor commerciële functies en waar deze gepromoot zullen worden. Andere locaties zijn ook mogelijk, indien gelegen in de afbakening van de kernen. Bestaande handelszaken blijven behouden. • Bijkomende perifere (groot)handel, buiten de afgebakende woonkernen, wordt door de gemeente niet meer getolereerd. Groothandelszaken langs gewestwegen zijn echter nog altijd mogelijk, maar dan in centrumgebieden, zonder daarbij de draagkracht van de plek te overschrijden. Deze winkels zijn meestal sterk autogericht. Bij nieuwe inplantingen moeten problemen zoals ontsluiting, parkeren, verkeersleefbaarheid en -veiligheid onderzocht worden. Bij de bestaande baanwinkels worden de knelpunten geanalyseerd en moeten oplossingen gezocht worden. De locatie van de grensovergang wordt geselecteerd als een niet-kernversterkende kleinhandelsconcentratie. Uitbreidingen zijn hier niet meer mogelijk, herstructureringen wel.

GRSP Kortessem, goedgekeurd op 19-02-2003 Gewenste ruimtelijke structuur • Bundeling van wonen en werken in de kernen. De bundeling streeft een selectieve concentratie na van de groei van het wonen, het werken en van de andere maatschappelijke functies in de kernen van het buitengebied met een essentieel gesitu-

Bijlagen

13


• •

eerde hoofdkern, namelijk Kortessem-centrum. Verweving van activiteiten en functies staat voorop. Invulling van de woonbehoefte bundelen in de kernen van het buitengebied, zijnde Kortessem-centrum, Guigoven, Vliermaal en Vliermaalroot. Daar waar ruimtelijk verantwoord door inbreiding aan kernversteviging doen om een voldoende draagvlak te realiseren voor een lokaal en bovenlokaal voorzieningenniveau in de hoofdkern van Kortessem. In de woonkernen van Vliermaal, Vliermaalroot, Guigoven en Wintershoven wordt een beperkt voorzieningenniveau van basisvoorzieningen verzekerd (kruidenier, slager, bakker, enzovoort). Lokalisatie van bijkomende ruimtebehoefte voor onder meer dienstverlening, kleinhandel en lokale economie in het hoofddorp Kortessem-centrum, weliswaar op het niveau van het hoofddorp. In het centrum van Kortessem wordt gestreefd naar de Dorpsstraat als lokaal handelscentrum voor detailhandel en een concentratie van horeca in het gebied ter hoogte van de kerk. Vanuit de ruimtelijke ontwikkeling van de kern van Kortessem-centrum moet de leegloop van het centrum worden tegengegaan. Om de handelsontwikkelingen langs de N20 in de hand te houden en ruimtelijke structurering van de bestaande handelsoppervlakte te verbeteren en te definiëren werd het centrum BPA bijgestuurd.

GRSP Lanaken, plenaire vergadering op 07-01-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Een afgewogen ontwikkeling met Maastricht. Voorgesteld wordt om in de grenszone een grensoverschrijdend ontwikkelingsproject op te starten. • Het versterken van de continuïteit en de kwaliteiten van de open ruimte via de uitbouw en het herstel van open-ruimte-corridors op regionaal en lokaal niveau, en de multifunctionele ontwikkeling van de Langkeukelbeekvallei tot in Lanaken-Centrum. • De kwalitatieve uitbouw van de nederzettingen, volgens de categorisering in hoofddorpen en woonkernen. • De maximale benutting van de aanwezige economische mogelijkheden als knooppunt in het Economisch Netwerk Albertkanaal. • De optimalisering van de lijninfrastructuur door een hiërarchisering van het wegennet, de uitbouw van een lightrail verbinding tussen Hasselt en Maastricht en een intensiever gebruik van het Albertkanaal. GRSP Leopoldsburg, openbaar onderzoek op 11-11-2007 en 18-02-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • De compactheid en de verweving van commerciële functies (handel, diensten en horeca) zijn sterke kwaliteiten van het huidige commerciële centrum. Beide kenmerken worden in stand gehouden. Om de aantrekkelijkheid van het centrum te versterken wordt een commercieel circuit gedefinieerd. Doelstelling hiervan is om een par-

14

Bijlagen


cours te creëren met een continue etalage. De ontwikkeling van het commerciële centrum wordt gefaseerd aangepakt. In een eerste fase wordt gestreefd naar een opwaardering van de huidige commerciële assen. In een tweede fase kan gedacht worden aan uitbreiding. In functie van de leefbaarheid (en in tweede instantie ook de werkgelegenheid) kan buurtgebonden kleinhandel gebundeld worden in lokale centra. Dit geldt zowel voor het kleinstedelijk gebied als voor het buitengebied. Aanvullend op het commercieel centrum en de buurtcentra kan in beperkte mate grootschalige detailhandel een plaats krijgen in Leopoldsburg. Deze vorm van kleinhandel is complementair aan het centrum. Deze aanvulling versterkt de positie van Leopoldsburg als kleinstedelijk gebied in de regio. Het kan echter niet de bedoeling zijn om in concurrentie te treden met grote detailhandelszones in de regio. De steenwegen kunnen in beperkte mate dienen voor de inplanting van economische activiteiten die grootschaliger zijn en een sterker verkeersgenererend karakter hebben. Gewenste activiteit is onder andere grootschalige detailhandel. De gewenste multifunctionele ontwikkeling van de steenwegen, met aandacht voor het behoud van de woonfunctie, stelt echter randvoorwaarden aan hun commerciële ontwikkeling. Gezien de stationsomgeving grenst aan het centrum kunnen ook kleinhandel en horeca er een plaats krijgen. De aanwezigheid van deze functies moet echter beperkt worden om geen te sterke concurrentie met het centrum te introduceren. Aan de kanaalkom is plaats voor economische activiteiten die gericht zijn op de recreatieve functie van het kanaal. Het gaat om bedrijvigheid, specifieke detailhandel en horeca. Aan de kop van het kanaal is ruimte voor bijkomende kleinhandel die ondersteunend is voor het noordelijk deel van het kleinstedelijk gebied.

GRSP Lommel, goedgekeurd op 28-10-2004 Gewenste ruimtelijke structuur • De kleinhandel in Lommel wordt verder uitgebouwd ter ondersteuning van de stedelijke en regionale rol van Lommel. Deze uitbreiding op stedelijk en regionaal niveau zal gebeuren binnen het stedelijk gebied. Daarbij wordt gestreefd naar een versterking van en een interactie met de bestaande handels- en horecaconcentraties. Bij de ontwikkeling van de kleinhandel wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid voor het openbaar vervoer en voor de auto en met de aard en de draagkracht van de nabije omgeving. • De stedelijke drager Dorp – Stationsstraat – Station wordt uitgebouwd tot een stedelijke concentratie van kleinhandel met een regionale uitstraling. Het is tevens een zoekzone voor kantoren. Binnen deze stedelijke drager wordt een onderscheid gemaakt tussen drie concentraties van kleinhandel: - In het kernwinkelgebied van Lommel wordt bundeling en verweving van kleinhandel, horeca, diensten en wonen nagestreefd. - De Buitensingel, in het provinciaal structuurplan Limburg geselecteerd als kleinhandelsconcentratie van provinciaal niveau, wordt verder uitgebouwd tot een toonzaal-

Bijlagen

15


de

-

• •

distributiezone. Een 2 fase wordt in het vooruitzicht gesteld voor kleinhandel gericht op bouw, tuinbouw, interieur enz. Er wordt een reservestrook voorzien langsheen de N71 tussen de Balendijk en de Hoeverheide. Een specfieke kleinhandelsconcentratie langsheen de Stationsstraat laat ontwikkeling toe voor middelgrote handels- en dienstenzaken die niet thuishoren in het kernwinkelgebied noch in een grootschalige kleinhandelsconcentratie. Het stadsbestuur is pleitbezorger voor de aanwezigheid van kleinhandelszaken als sociale contactpunten in woonkernen en in de woondorpen. Een bijzondere locatie is het kruispunt Molse Kiezel en N769 in Heeserbergen, waar specifieke voorzieningen, die ruimte-extensief en tegelijkertijd laagdynamisch zijn, kunnen ondergebracht worden. Voorbeelden zijn een tuincentrum, een kuuroord….

GRSP Lummen, goedgekeurd op 01-02-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • De gewenste nederzettingenstructuur wordt bepaald door een centrumgericht beleid waarbij op verschillende schaalniveaus het wonen, de diensten, de voorzieningen en de economische ontwikkeling worden gebundeld. De nieuwe ontwikkelingen en bijsturingen in de ruimtelijke structuur zijn centrumgericht door inbreiding en verdichting, toegespitst op het verzekeren van de leefbaarheid, voldoende draagvlak voor voorzieningen en het optimaal functioneren van hoofddorp en woonkernen. Een verdere uitzwerming, verlinting en wildgroei wordt tegengegaan. • Lummen wordt geselecteerd als hoofddorp. Prioriteit wordt gegeven aan een multifunctionele ontwikkeling en verweving van functies. De kleinhandel in Lummen wordt in het kernwinkelgebied versterkt ter hoogte van de Kerkstraat, het Gemeenteplein, de Dorpsstraat en de Dr. Vanderhoeydonckstraat. De Oostereindestraat, tussen de Dr. Vanderhoeydonckstraat en de Ringlaan, en de Neerstraat worden aangewezen als zogenaamde winkeluitloopstraten, waarbij naast de winkelfunctie ook sprake is van een sterke woon- en verkeersfunctie. Het uitzwermen van kleinhandel buiten het commercieel centrum, dit is kernwinkelgebied en winkeluitloopstraten samen, wordt tegengegaan. Langs en buiten de Ringlaan worden geen kleinhandelsontwikkelingen meer toegelaten. Het Gemeenteplein wordt, ondersteunend aan de kleinhandel, versterkt als horecagebied. • In de woonkernen Meldert, Linkhout en Genenbos wordt een herkenbaar en kleinschalig centrum op maat van de woonkern uitgebouwd. Het bestaande voorzieningenniveau wordt op het niveau van de kern versterkt. In de woonkernen worden de volgende straten als lokaal winkelgebied voor lokale kleinhandelsvoorzieningen weerhouden: de Genenbosstraat tussen de Begijnhofstraat en de Sint-Rochusstraat in Genenbos, de Linkhoutstraat tussen de Demerstraat - Beekstraat en de Schansstraat in Linkhout, de Meldertsebaan tussen de Zandstraat en het ontmoetingscentrum en de Pastorijstraat tussen de Geenmeerstraat en de Meldertsebaan in Meldert. In Thiewinkel wordt de bestaande kleinhandel langs de Thiewinkelstraat ondersteund.

16

Bijlagen


GRSP Maaseik, goedgekeurd op 06-04-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De commerciële structuur moet worden opgehangen aan de differentiatie van de kernen: woonkernen, hoofddorp en stedelijke gebied. Bovendien moet deze structuur de kern versterken. Perifere kleinhandel aan de rand van het stadscentrum is enkel mogelijk in stedelijk Maaseik voor handel die niet verweefbaar is met een centrumlocatie. • Maaseik heeft nood aan een centrumondersteunende kleinhandelsontwikkeling, dit zijn middelgrote kleinhandelszaken die op wandelafstand liggen van het historische centrum en ingepast zijn in een logisch wandelcircuit. Belangrijk is wel dat de winkelvestigingen naar afstand, omvang en assortiment het centrum geen concurrentie aandoen. De bestaande commerciële as Bosstraat - Bleumerstraat met daarop een aantal vertakkingen moet worden versterkt. Aanknopingspunt is het voorzien van een nieuwe museumsite om de Boomgaardstraat in te schakelen in het wandelcircuit. • Binnen het stedelijk commercieel centrum moet leegstand van winkels worden vermeden en moet een groot aanbod van verschillende kleinere winkels worden gepromoot. Stedelijk commerciële poorten liggen op strategische uiteinden van het stedelijk commercieel centrum. De poorten zijn complementair aan het centrum door de grotere vloeroppervlakten die per winkel beschikbaar zijn. Perifere stedelijk commerciële polen moeten beperkt blijven. Uitbreidingen en nieuwvestigingen zijn mogelijk voor zover die niet in het centrum kunnen worden verdragen en de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijden. De polen moeten minimaal langsheen een lokale ontsluitingsweg zijn gelegen en maximaal in het stedelijk weefsel geïntegreerd zijn. Buiten de geselecteerde locaties zijn nieuwe perifere kleinhandelsontwikkelingen niet toegelaten. In de commerciële centra in het buitengebied mag de invloedssfeer van de winkels de kern niet overschrijden. • In de kernen van Wurfeld, Heppeneert, Aldeneik en Siemkensheuvel kan de bestaande kleinhandel op maat van de kern behouden en versterkt worden. Kleinhandel die de maat van de kern overstijgt, moet worden afgebouwd en vermeden. De kern Siemkensheuvel moet leefbaar worden gehouden door milderende maatregelen in functie van de overlast ten gevolge van de N78, waar enkele bovenschaalse kleinhandelsactiviteiten voorkomen. GRSP Maasmechelen, openbaar onderzoek op 18-02-2008 en 20-05-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Maasmechelen wil het handelscentrum kunnen blijven uitbouwen en versterken op het niveau van het kleinstedelijk gebied en met een regionaal hinterland voor het zuidelijk Maasland en zelfs ver daarbuiten door de sterke concentratie in Eisden (Pauwengraaf en grootschalig winkelcomplex M2). Value Retail in de Leisure Valley wordt

Bijlagen

17


• • • • •

niet als handelsactiviteit beschouwd, maar als toeristisch-recreatieve pool met een shopping karakter. Langs de N78 zijn tal van handelszaken gegroeid. Overeenkomstig het gevoerde beleid van de afgelopen 5 jaren wordt de handelsfunctie over het algemeen niet verder gestimuleerd ten voordele van de mogelijkheden voor een stedelijk wonen gekoppeld aan een openbaar vervoerscorridor. In de toekomstvisie wordt de handelsactiviteit wel op selectieve plekken behouden, geconcentreerd en gestimuleerd, onder andere het centrumgebied van Mechelen-aan-de-Maas en een gebied ten zuiden van de E314. Gedifferentieerd versterken van het lokaal verzorgend en regionaal handelsapparaat binnen het stedelijk netwerk door een gevarieerde ontwikkeling met duidelijke verschillende accenten en van verschillend niveau (Pauwengraaf, M2, Kruindersweg, Oude Baan, N78, centrum Mechelen-aan-de-Maas, J. Smeetslaan). Verdere versterking en uitbouw van het commercieel centrum, ter hoogte van de Pauwengraaf (en omgeving) met een regionale uitstraling. In stand houden van een commercieel subcentrum ter hoogte van Mechelen-aan-deMaas. Het ontwikkelen van een gebiedsgericht specifiek ruimtelijk handelsbeleid voor de N78. Streven naar een optimale verweving van lokale handel en diensten in de woonomgevingen en woonkernen. Ontwikkeling van Maasmechelen Leisure Valley met onder andere de toeristischrecreatieve shopping Value Retail.

GRSP Meeuwen-Gruitrode, goedgekeurd op 13-01-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • In de verschillende kernen van Meeuwen-Gruitrode blijven er ontwikkelingskansen voor een aangepast en lokaal bedienend handels- en voorzieningenapparaat. Het gaat dan om de dagdagelijkse voorzieningen (bakker en slager) die in de centrumgebieden van de kern hun potenties moeten kunnen blijven benutten. Er wordt een duidelijke concentratie in de kernen nagestreefd. • De diensten en voorzieningen van een hoger niveau moeten gewaarborgd blijven binnen de hoofdkern Meeuwen. Meeuwen is de kern bij uitstek qua voorzieningenniveau, handelsapparaat, administratief hart, inwonerstal en de ligging van de ambachtelijke zone Klein Heide. GRSP Neerpelt, goedgekeurd op 26-01-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • Actief centrumbeleid voor een winkelcentrum van bovenlokaal belang. • Gewenste ruimtelijke structuur van kleinhandel af te stemmen op gewenste ruimtelijke structuur van het centrum.

18

Bijlagen


Visie op 3 schaalniveaus: - Bipolair stedelijk gebied, waarin handelskern Neerpelt een belangrijk knooppunt van handel en diensten vormt. Mogelijke nieuwe initiatieven van andere omvang op verbindingsweg tussen Overpelt en Neerpelt. - Neerpelt centrum, met aandacht voor meer samenhang in de ruimtelijke structuur, een meer uniforme inrichting van openbaar domein en creatie van herkenbare routing. - Knooppunten en concentraties, met aanduiding van aantal centrumlocaties maar tevens aanduiding van concentratie aan Station, zone noordelijke omleiding (herkenbare poort aan noordzijde centrum voor grootschaligere handelsactiviteiten) en zone Leopoldlaan en binnengebied (verbinding van 2 herkenbare kerngebieden) kleinhandel buitengebied, minimale eerstelijnsbevoorrading op lokaal niveau.

GRSP Nieuwerkerken, goedgekeurd op 21-12-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • Nieuwerkerken wordt geselecteerd als hoofddorp. De toekomstige behoeften aan wonen, kleinhandel, lokale bedrijvigheid, recreatie, sport, enzovoort worden dan ook in Nieuwerkerken gepland. In het hoofddorp wordt gestreefd naar een bundeling van voorzieningen. Op de Diestersteenweg zijn specifieke en beperkte lokale bedrijvigheid en kleinhandel mogelijk naast de woonfunctie. • Kozen, Wijer en Binderveld zijn woonkernen waar een kleinschalig centrum op maat van de kern kan worden uitgebouwd. Binderveld is een woonkern met een beperkt kleinhandels- en voorzieningenapparaat in het centrum. In Wijer kan een beperkt kleinhandels- en voorzieningenapparaat plaatsvinden. Het gaat dan om de dagdagelijkse voorzieningen zoals een bakker en een slager. Kozen is net als Wijer en Binderveld een woonkern met beperkte kleinhandel en voorzieningen in het centrum, rond de kruising van de Dorpsstraat en de Wijerstraat met de Opcosenstraat en de Bergstraat. GRSP Opglabbeek, goedgekeurd op 13-09-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Opglabbeek wordt geselecteerd als hoofddorp. Prioriteit wordt gegeven aan het opkrikken van het centrumgebeuren en het opwaarderen van de openbare gebieden als één samenhangend geheel, gekoppeld aan een duidelijke afbakening van een verdicht centrumwonen en een ruimtelijke link naar de Bosbeekvallei. Op die manier wil men streven naar een dynamisch en leefbaar kleinhandels- en wooncentrum in het hoofddorp. • In de woonkernen Louwel, Nieuwe Kempen en Dennenweelde wil men de openbare gebieden opwaarderen, gekoppeld aan een beleid van centrumverdichting. Zo kan men de leefbaarheid en eigenheid van elke woonkern zeker stellen.

Bijlagen

19


GRSP Overpelt, openbaar onderzoek op 21-02-2008 en 22-05-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Het handelscentrum van Overpelt wordt afgebakend ter hoogte van de Dorpsstraat, de Oude Markt en de Heuf. Binnen dit handelscentrum worden de centrumversterkende, kleinschalige handelsactiviteiten, zoals bijvoorbeeld kleinhandel en horeca, gebundeld in het kader van het revitaliseren van de dynamiek van het centrumgebied. • De Leopoldlaan wordt als een groene, stedelijke boulevard verder vorm gegeven. Bestaande handelsactiviteiten worden geconsolideerd en nieuwe kleinschalige handelsactiviteiten kunnen zich langsheen de boulevard blijven vestigen, weliswaar steeds in combinatie met wonen. Nieuwe grootschalige handelsactiviteiten worden gebundeld in de stedelijke ontwikkelingsclusters, gelegen in het gebied tussen Overpelt-centrum en Neerpelt-centrum. • De handelszone Den Dries ontwikkelt zich als nieuwe stedelijke ontwikkelingscluster voor middelgrote handelszaken, detailhandel complementair aan Overpelt-centrum en Neerpelt-centrum, maar omwille van de schaalgrootte niet verweefbaar in het kleinschalige centrumweefsel. • In de woonkern Lindel is enkel woonkerngebonden handel toegelaten. Nieuwe woonkerngebonden activiteiten moeten zich bij voorkeur bundelen in de directe omgeving van de Parkstraat. De bestaande en verspreid liggende handelszaken langsheen de Lindelsebaan worden geconsolideerd. • Het centrumgebied van de woonkern Overpelt Fabriek-West biedt ruimte voor mogelijke kleinschalige en woonkerngebonden handelsactiviteiten. • In de woonkern Overpelt Fabriek-Oost wordt geen extra handelsperimeter afgebakend. Men wenst enkel de bestaande, lokale handelsvoorzieningen (op wijkniveau) toe te laten. • In de woonwijk Holheide worden de dagdagelijkse voorzieningen voldoende ingevuld waardoor onvoldoende draagvlak is voor nieuwe wijkgebonden voorzieningen. • Het historisch gegroeide handelslint langsheen de Astridlaan wordt als handelslint erkend. GRSP Peer, goedgekeurd op 23-02-2006 Gewenste ruimtelijke structuur • De centraal voorzienende functies zoals kleinhandel, openbare diensten, dienstverlening en kantoren voor de hele gemeente worden verder ontwikkeld in het centrum van Peer. • In de binnenstad van het centrum van Peer staat het behoud van een divers aanbod aan kleinhandelszaken centraal. Het eigenlijke winkeltraject wordt beperkt tot de Steenweg op Wijchmaal tot ca. 100 m buiten de vesten, de Kerkstraat, een gedeelte van de Nieuwstraat, de Markt, de Oudestraat en de Baan naar Bree tot ca. 100 m

20

Bijlagen


• •

vanaf het rond punt. De zones in het binnengebied De Boogert en aan het Armand Preud’hommeplein worden aangeduid als lobben behorend tot de kleinhandelsperimeter. Binnen de perimeter kunnen nieuwe kleinhandelszaken zich vestigen. Buiten de perimeter kunnen bestaande, verspreide kleinhandelszaken blijven, maar worden geen nieuwe zaken toegelaten. Met betrekking tot convenience, shopping en speciality met een ruim winkelvloeroppervlak wordt het volgende beleid gevoerd: Het locatiebeleid voor nieuwe regionaal gerichte kleinhandelszaken (meubelzaken, grote confectiezaken, enzovoort) wordt geregeld op bovenlokaal niveau. Bestaande, in de binnenstad gelegen kleinhandelszaken kunnen blijven, kunnen aanpassen en vernieuwen. Bestaande, op de toegangswegen naar Peer-Centrum gelegen kleinhandelszaken kunnen blijven, kunnen aanpassen maar niet substantieel uitbreiden, en zullen, bij stopzetting van de bestaande handelsactiviteiten, uitdoven. De horecaperimeter voor nieuwe horecazaken bevindt zich op het volgende traject van de Kerstraat, de Markt en de Oudestraat binnen de vesten. Nieuwe horecazaken binnen deze perimeter worden gestimuleerd. Buiten deze perimeter worden geen nieuwe horecazaken meer toegelaten. Bestaande horecazaken kunnen uiteraard ter plaatse blijven. Op lokale bedrijventerreinen worden geen nieuwe zuivere kleinhandelszaken toegelaten. De provincie selecteert de Meubelboulevard als kleinhandelszone type III. Voor de Meubelboulevard is herstructurering aangewezen met als hoogste inzet de optimalisering van de bestaande toestand. Alleen ten behoeve van een herschikking van het parkeren kan een kleine uitbreiding van het terrein in het ruimtelijk uitvoeringsplan worden toegelaten. De Meubelboulevard heeft een belangrijke potentie als toeristisch punt. Onderzocht zal worden of de kleinhandelszaken van de Meubelboulevard kunnen gekoppeld worden aan bepaalde kleinhandelszaken in het centrum. Op die manier wordt de relatie met Peer en het belang van de Meubelboulevard voor het toerisme ondersteund. Het gemengd bedrijventerrein-kleinhandelszone Laerderheide, dat gezien kan worden als historisch gegroeide zone, moet op die plaats kunnen blijven functioneren. Een goede inrichting, structurering en ontsluiting is hier nodig en in het kader van de leefbaarheid zal een uitbreiding worden afgewogen. Voor het hele gebied moet een inrichtingsplan worden uitgewerkt dat de ontwikkeling van bedrijvigheid en kleinhandel verenigt.

GRSP Riemst, goedgekeurd op 23-08-2007

Bijlagen

21


Gewenste ruimtelijke structuur • Het streven is een leefbare handel op het niveau van Riemst. Voor de verdere ontwikkeling van de kleinhandelsactiviteiten wordt uitgegaan van het principe van verweving van functies, maar deze mogen elkaar niet bedreigen. • Riemst en Vlijtingen worden geselecteerd als de hoofddorpen. Kleinhandelszaken vestigen zich zo veel mogelijk in de kernen van de hoofddorpen en de woonkernen. Handelsactiviteiten en horeca-activiteiten aan de woonlinten kunnen slechts indien ze historisch gegroeid zijn. Nieuwe zaken situeren zich beter in de woonkernen. De activiteiten zijn telkens op het niveau van de desbetreffende kern. • In grote lijnen kan gesteld worden dat de Maastrichtersteenweg en het gebied ten noorden ervan de zone wordt van kleinhandel en bedrijvigheid. • Het samen voorkomen van wonen, kleinhandel, bedrijvigheid, diensten en landbouw langs de steenweg blijft gemengd en op lokaal niveau. Met uitzondering van landbouw zullen de functies zich concentreren aan de steenweg maar ter hoogte van de kernen. De bestaande voorzieningen buiten deze kernen blijven behouden. • Bestaande kleinhandelsvestigingen kunnen uitbreiden in functie van de leefbaarheid, dit zal altijd gebeuren binnen de geëigende bestemmingszone. Belangrijker is de schaal en de architectuur van de bebouwing die in overeenstemming moet zijn met de bebouwde omgeving en het open landschap. Nieuwe kleinhandelsvestigingen situeren zich altijd op lokaal niveau, bijvoorbeeld krantenwinkel, superette, bank, broodjesbar, enzovoort. Nieuwe vestigingen die het lokaal niveau overstijgen worden niet toegelaten. Nieuwe lokale kleinhandelszaken kunnen zich enkel vestigen aan de steenweg in de drie dorpen. GRSP Sint-Truiden, goedgekeurd op 25-10-2000 Gewenste ruimtelijke structuur • De handels-, dienstverlenende en verzorgende functie voor de ruime regio blijft een belangrijke activiteit in de stad, maar deze sectoren kennen naar de toekomst geen explosieve ontwikkeling meer. Zij blijven stabiel, kennen een normale, gestadige groei (o.m. om hun regionale functie te kunnen opnemen) en een regelmatige vernieuwing. Zij concentreren zich in de kernstad. De handel zal zich verder met diversiteit in het aanbod ontwikkelen. Het winkelgebeuren in Sint-Truiden situeert zich binnen de kernstad, met accent op de binnenstad. De as station - binnenstad - Brustempoort is het regionale handelscentrum; ook de grootwinkels worden hier geconcentreerd, met een uitloper in de omgeving van Brustempoort aan de noordoostelijke omleiding. • Voor een leefbaar, onafhankelijk dorp zijn economische en sociaal-culturele voorzieningen op een zekere schaal noodzakelijk. Het gaat dan in de eerste plaats om een bakker, een algemene voedingwinkel, een slager en een café. In Sint-Truiden behoren Zepperen, Brustem en Velm tot de groep van onafhankelijke kernen. In het dorpengeheel Gelinden-Engelmanshoven-Gelmen gedragen de kernen zich, met een

22

Bijlagen


• •

• •

weliswaar beperkte uitrusting van een warenhuis, ook als economisch onafhankelijke kernen. Uitbouw van een oost-west commerciële hoofdas Station-Markt-Brustempoort. Deze gemengde as bevat naast wonen een verscheidenheid aan detailwinkels, in de stationsomgeving ook kantoren en aan de beide uiteinden mogelijkheden voor middelgrote winkels. Dit houdt in dat zogenaamde baanwinkels in Sint-Truiden worden geweerd en dat zij worden geïntegreerd in het stedelijk weefsel op de best bereikbare plaatsen langs deze as in de kernstad. Ontwikkeling van twee stedelijke pleinen (noord en zuid) met eromheen een kring van stedelijke voorzieningen. De voorzieningenplekken zijn gesitueerd aan Veemarkt en Montakenweg/ Ziekerenweg. De twee pleinen en hun wanden worden aantrekkelijk ingericht, maar blijven functioneel, qua attractiviteit en belevingswaarde op een lager niveau dan de stedelijke pleinen in de binnenstad, in het bijzonder Markt en Groenmarkt. Versterking van de zeven bestaande woonbuurten en de nieuwe stationsbuurt tot aantrekkelijke, gemengde stadsbuurten. Kleinere handelsplekken in elke woonbuurt kennen hun normale ontwikkeling. Velm wordt een groot dorp. Handelszaken in de omgeving van het dorpsplein en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern krijgen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden. Halmaal wordt een gehucht. Wilderen-Duras wordt een middelgroot dorpengeheel waar de handelszaken in de omgeving van de twee dorpskruispunten en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beiden woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Runkelen-Gorsem wordt een middelgroot dorpengeheel waar de handelszaken in de omgeving van de twee accenten in de straatlinten en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beiden woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Metsteren wordt een gehucht. Kortenbos-Senselberg wordt een recreatief-toeristisch gericht middelgroot dorpengeheel waar de handelszaken in de omgeving van basiliek en domeintoegang en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beiden woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Zepperen wordt een groot dorp waar de handelszaken in de omgeving van het SintGenevovaplein en de accenten aan de hoofdstraat en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Ordingen wordt een middelgroot dorp waar de handelszaken in de omgeving van het dorpsplein en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Brustem wordt een groot dorp met een kleine centrale as tussen kerkplein en dorpsplein als concentratieplek voor handel en nieuwe voorzieningen, waar de handelsza-

Bijlagen

23


• •

ken in de omgeving van de twee pleinen en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkern aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Gelinden-Groot-Gelmen-Engelmanshoven wordt een groot dorpengeheel waar de handelszaken in de omgeving van de twee dorpspleinen en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Aalst wordt een middelgroot dorp waar de handelszaken in de omgeving van het dorpsplein en landbouwbedrijven en kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven in de beide woonkernen aangepaste ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Kerkom wordt een klein dorp. Bevingen wordt een klein dorp dat voor handelszaken en voorzieningen sterk aangewezen is op de kernstad.

GRSP Tessenderlo, plenaire vergadering op 15-12-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Het centrum van Tessenderlo wordt verder ontwikkeld als handelscentrum. Er wordt een gedifferentieerd beleid gevoerd voor de vestiging van nieuwe horeca en handelszaken in het centrum. Aan de hand van stimulerende maatregelen wordt het eigenlijke winkeltraject kwalitatief uitgewerkt in de zogenaamde T: de Diesterstraat en de Neerstraat tussen Rodeheide en Lichtveld en de Stationsstraat vanaf de Markt tot Steendriesen. Binnen deze perimeter wordt het vestigen van nieuwe handelszaken gestimuleerd. Buiten de perimeter kunnen bestaande, verspreide handelszaken blijven en ontwikkelen, maar dat wordt niet gestimuleerd. De horecaperimeter voor nieuwe horecazaken bevindt zich rond de Markt, waar eveneens een stimulerend locatiebeleid wordt gevoerd. • In de woonkernen Hulst, Schoot en Engsbergen worden basisvoorzieningen (bakker, slager, superette) ondersteund in functie van het behouden van de woonkwaliteit. • Grotere handelszaken worden zoveel mogelijk geconcentreerd op daarvoor voorziene plaatsen, namelijk de handelszone langs de Hulsterweg en de Diesterstraat. De handelszaken daar zijn complementair aan die in het centrum. Naar deze locaties kan enkel worden uitgeweken indien een inplanting in de kern of het centrum niet haalbaar blijkt. GRSP Tongeren, openbaar onderzoek op 07-05-2007 en 04-08-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Tongeren wil zich als handelscentrum op het niveau van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied positioneren tussen Hasselt, Luik en Maastricht en haar koopbinding met het hinterland stabiliseren. • Het kernwinkelgebied versterken in functie van het directe en indirecte marktgebied. De historisch gegroeide winkelstraten binnen de wallen worden als kernwinkelgebied

24

Bijlagen


• •

versterkt door het wegwerken van de leegstaande panden en het verbeteren van het wooncomfort. De zone omheen de Grote Markt wordt als horecapool versterkt en het gebied tussen de Romanaparking en de Grote Markt wordt herontwikkeld. De stationsomgeving wordt als zone voor dienstverlenende activiteiten en kantoorondersteunend aanbod gedefinieerd. De Veemarkt/ Leopoldwal wordt als kerngebied voor antiek versterkt terwijl het Julianusproject de uitvalbasis vormt voor iets grotere winkels ondersteunend aan het winkelkerngebied. De woonkernen voorzien een aanbod aan primaire voorzieningen. Aansluitend aan het regionaal bedrijventerrein Overhaem wordt aan de overzijde van de N20, de Luikersteenweg, een kleinhandelszone uitgebouwd in aansluiting op de bestaande kleinhandel.

GRSP Voeren, openbaar onderzoek op 16-12-2007 Gewenste ruimtelijke structuur • Doelstelling: het aangeven van ontwikkelingsperspectieven voor kleinhandel en horeca, met klemtoon op het bestendigen en verweven van de hoofdkern en woonkernen. • Dorpskernen als concentraties voor horeca, handel, diensten en verweven bedrijvigheid. Horeca concentreert zich in de eerste plaats in de zes kernen. Voor toekomstige ondersteuningen en ontwikkelingen wordt daarbij tevens rekening gehouden met de aangegeven hiërarchie. De herwaardering van het openbaar domein draagt bij tot een aantrekkelijke omgeving als ontmoetingsplaats en ondersteunt de lokale horeca. • Handelszaken op het niveau van de dorpen, met vloeroppervlakten tot een grootteorde van 300 m2, zijn verweven met het wonen en blijven mogelijk. Wat betreft de primaire voorzieningen blijven de inwoners van Voeren aangewezen op Visé, Tongeren, Aubel en Alleurs. De diensten blijven in die zin gerelateerd aan de eigen woonfunctie van de verschillende dorpen. GRSP Wellen, goedgekeurd op 24-06-2004 Gewenste ruimtelijke structuur Handelszaken vestigen zich bij voorkeur in de kernen. Omdat het gezien de lintstructuur niet altijd mogelijk is een duidelijke kernbeleid te volgen worden de volgende principes gehanteerd: • In de handelszone Wellen vestigen nieuwe handelszaken zich bij voorkeur langs de hoofdstraten binnen de poorten naar de kern. Het uitwaaieren van handelszaken zal ontmoedigd worden. De Dorpsstraat wordt opgewaardeerd en verfraaid als belangrijkste herkenbare handelsstraat in de gemeente. Grotere handelszaken moeten beschikken over eigen parkeerterreinen. • Op het lokaal inkooperf Overbroekstraat kunnen handelszaken met groter vloeroppervlak gevestigd blijven die onvoldoende ruimte hebben binnen de poorten van het centrum. Men wenst de zone niet uit te breiden, maar wel te behouden en beter te

Bijlagen

25


structureren. De Overbroekstraat biedt ruimte en mogelijkheden aan een speciaal segment van handel dat niet integreerbaar is in het eigenlijke centrum. In de woonkern Vrolingen en in het brouwerijdorp Ulbeek, het dorp Berlingen en in het lintgebied kunnen zich handelszaken ontwikkelen of handhaven op wijkniveau. De vestiging van grotere handelszaken is niet toegelaten. Op alle andere plaatsen zal de vestiging van handelsvoorzieningen ontmoedigd worden. Alleen in de geselecteerde bakens kunnen zich eventueel speciale handelszaken vestigen.

GRSP Zonhoven, openbaar onderzoek op 17-05-2008 Gewenste ruimtelijke structuur • Handelszaken vestigen zich zoveel mogelijk in de kernen van de woongebieden. De activiteiten zijn op het niveau van de desbetreffende kernen. De gemeente voert hiervoor een stimuleringsbeleid. Het centrum van Zonhoven wordt hier anders benaderd dan de woonkernen. • Voor vestiging van de handelsactiviteit in functie van lokaal gerichte handel met nood aan grotere vloeroppervlaktes zal worden gezocht naar een locatie waar deze zich zullen concentreren. GRSP Zutendaal, voorontwerp op 14-06-2005 Gewenste ruimtelijke structuur • In het hoofddorp wordt bijkomende ruimte voorzien voor het versterken van handel en diensten. Het is wenselijk dat in omvang nieuwe handelszaken en diensten zich vestigen in het centrum van Zutendaal. Een concentratie van handel en diensten verhoogt de aantrekkingskracht van het geheel. Het centrum functioneert dan als handels- en dienstencentrum op lokaal niveau met een uitgebreid aanbod aan horeca en openbare dienstverlening. • Handelsvoorzieningen in de overige kernen zijn enkel gericht op de dagelijkse behoeften (bakker, beenhouwer, krantenwinkel, bank,…) en horeca. • Nieuwe handelsactiviteiten en diensten buiten het hoofddorp zijn niet wenselijk. Deze beperken de verdere groei en de gewenste versterking van het handelscentrum in het hoofddorp, verhogen de automobiliteit en beperken kwaliteit en identiteit van de landschappelijke omgeving. De ontwikkelingsperspectieven van bestaande vestigingen van grootschalige kleinhandel buiten de kernen worden beperkt.

26

Bijlagen


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B–3500 HASSELT

09:32

Pagina 5


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

09:32

Pagina 8

VISIE EN INSTRUMENTARIUM DPO en visie kleinhandel provincie Limburg


Inhoudsopgave

pagina

1. INLEIDING

3

2. AMBITIE OP HOOFDLIJNEN

5

3. EERSTE UITWERKING AMBITIENIVEAU 3.1 3.2 3.3 3.4

11

Teruggreep op belangrijkste conclusies vraag en aanbod De gewenste hiĂŤrarchie De kwaliteit en kwantiteit van het aanbod Vestigingslocaties voor kleinhandel

11 15 16 20

4. DE HANDELSCENTRA

23

4.1 Versterking centrale handelscentra heeft prioriteit 4.1.1 Ruimtelijk 4.1.2 Functioneel 4.1.3 Beleidsmatig 4.2 De centra in het regionaal stedelijk gebied 4.3 De centra in structuurondersteunend kleinstedelijk gebied en in het kleinstedelijk gebied 4.4 De centra in de overige gemeenten

23 23 25 26 27 27 28

5. BAANWINKELS, RETAILPARKEN, THEMACENTRA 5.1 5.2 5.3 5.4

31

Beleid traditionele baanwinkellocaties Beleid retailparks Winkels op verspreide locaties Wenselijkheid andere aanbodsvormen 5.4.1 Perifeer gelegen regionale shopping centra 5.4.2 Hypermarkten 5.4.3 Factory outlet centra 5.4.4 Themacentra 5.4.5 Traffic locaties 5.4.6 Samenvattend

Inhoudsopgave

31 33 35 35 36 36 37 37 39 40

1


Inhoudsopgave (vervolg)

6. VISIE OP DE STRUCTUUR PER REGIO 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

Noord Limburg West-Limburg Midden-Limburg De regio Maasland De regio Haspengouw

7. INSTRUMENTARIUM 7.1 Algemeen 7.2 Het belang van detailhandel in de binnenstad 7.3 Ruimtelijk en socio-economisch instrumentarium 7.3.1 Provinciaal uitvoeringsplan 7.3.2 Gemeentelijk uitvoeringsplan 7.3.3 Stedenbouwkundige verordening 7.3.4 Socio-economische vergunning 7.4 Provincie als initiator bij detailhandelsontwikkelingen 7.5 Limburg sterk merk 7.6 Lokaal ondernemerschap 7.7 De gemeente als regisseur

2

pagina

43 43 45 48 51 53

57 57 57 59 59 60 60 61 62 65 67 68

Inhoudsopgave


1.

INLEIDING

Aanleiding De deputatie van de provincie Limburg heeft aan BRO de opdracht verstrekt om een distributieplanologisch onderzoek uit te voeren en een provinciale detailhandelsvisie te ontwikkelen. Deze opdracht bestaat uit 3 delen. Een eerste deel betrof een inventarisatie van het commercieel aanbod, bestaande uit detailhandel, horeca, commerciële diensten en leegstand. Deze deelstudie gaf inzicht in de detailhandelsstructuur van de provincie en bevat per gemeente een fiche met de voornaamste kengetallen en conclusies voor detailhandel op gemeentelijk niveau. In een tweede deel werd de vraagzijde onderzocht middels een grootschalig consumentenonderzoek. Aan de hand van een bevraging van 8 900 inwoners uit de provincie werd een schat aan informatie verzameld met betrekking tot het koopgedrag van de inwoners van de provincie en de commerciële positionering van de Limburgse gemeenten. Alvorens tot de uiteindelijke visie te komen, werden in een afzonderlijke deelrapportage de kaders geschetst die als basis voor het eindconcept moesten dienen. In voorliggende rapportage wordt het derde en laatste deel van de opdracht, visie en instrumentarium, nader uitgewerkt. Dit deel schetst de beleidsrichting die de provincie wenst aan te houden met betrekking tot het te voeren detailhandelsbeleid. Er worden kansen en perspectieven geboden op provinciale, regionale en lokale schaal die de voorzieningenstructuur in Limburg verder moeten ondersteunen. Leeswijzer Een visie wordt uitgewerkt aan de hand van een eerder geformuleerd ambitieniveau. In het tweede hoofdstuk worden de kapstokken voor de ambitiebepaling beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de ambitie verder uitgewerkt aan de hand van de eerder geformuleerde uitgangspunten. De voornaamste conclusies uit vraag- en aanbodanalyses gekoppeld aan de na te streven doelstellingen leiden tot een commerciële hiërarchie die de fijnmazigheid en complementariteit van het voorzieningenweefsel moet mogelijk maken. Het zal niemand verbazen dat de complementariteit voor detailhandel onder meer moet gezien worden in een aanvaardbaar en noodzakelijk evenwicht tussen binnenstedelijke of kerngebonden voorzieningen enerzijds en perifeer aanbod anderzijds. In de huidige context van detailhandel dienen immers alle bestaande of verwachte aanbodsvormen getoetst te worden aan hun wenselijkheid en haalbaarheid om te komen tot een volledig aanbod voor de verschillende doelgroepen. In hoofdstuk 4 staat de handelskern centraal, in hoofdstuk 5 zoomen we nader in op andere aanbodsvormen.

Hoofdstuk 1

3


In het volgende hoofdstuk krijgt de structuurvisie voor detailhandel verder vorm aan de hand van perspectieven per deelregio. In het laatste hoofdstuk worden handvatten aangereikt die de implementatie van de visie moeten mogelijk maken. Meer bepaald worden tools en initiatieven beschreven die door de provinciale overheid kunnen worden geïnitieerd dan wel gecoördineerd. Dankwoord Bij afronding van deze studie wensen wij in naam van BRO België en de BRO-groep uit Boxtel het provinciebestuur nadrukkelijk te bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen. Onze dank gaat met name uit naar gedeputeerde Marc Vandeput, zijn kabinetsmedewerde de kers en de medewerkers van de 4 en 3 directie. Ook danken we alle plaatselijke overheden voor het aanreiken van relevante informatie, belangenorganisaties, projectontwikkelaars en andere belanghebbenden voor de erg gewaardeerde input. Wij hopen dan ook van harte dat het provinciebestuur met deze visie haar eigen detailhandelsbeleid verder vorm kan geven maar meer nog dat ook lokale overheden met de hun aangereikte informatie verder werk kunnen maken van een lokaal detailhandelsbeleid. Immers, de grootste verantwoordelijkheid bij het creëren van kansen voor detailhandel rust bij het lokale bestuur. Door echter gebruik te maken van en in te spelen op regionale beleidskaders verhogen de slaagkansen voor het bestaande of te ontwikkelen handelsapparaat op gemeentelijk niveau en worden de inwoners en bezoekers van onze provincie op commercieel vlak op de meest optimale manier op hun wenken bediend. Genk, juni 2008

4

Hoofdstuk 1


2.

AMBITIE OP HOOFDLIJNEN

Het tot nu toe gevoerde beleid in de provincie Limburg, de getoonde ambities zoals die 1 zijn verwoord in het Streekpact Limburg en de uitkomsten van het nu voorliggende onderzoek en de gesprekken met diverse partijen (provincie, belangenorganisaties, marktpartijen en gemeenten) biedt de provincie een voldoende basis om te komen tot actualisatie van het beleid op het gebied van kleinhandel in de provincie Limburg. Dit kleinhandelsbeleid is mede gestoeld op een aantal algemene ambities die de provincie hanteert bij haar voorzieningenbeleid. Zo wil de provincie Limburg zich de komende jaren toeleggen op: 1. Het realiseren van een economisch weefsel gericht op innovatieve ontwikkelingen op diverse gebieden, ruimte voor vernieuwing; 2. Het realiseren van een eenduidige profilering van het stedelijk weefsel van de provincie/regio; 3. Een duurzaam woon-, leef-, werk- en verblijfsklimaat; 4. Een compleet en eigentijds pakket aan voorzieningen voor haar eigen inwoners en bezoekers; 5. Ruimtelijke concentratie van voorzieningen; 6. Stimulering zelfstandig ondernemerschap; 7. Kwaliteit voor kwantiteit; 8. Het realiseren van een sterk merk Limburg. Gericht op innovatieve ontwikkelingen Limburg wil een innoverende ondernemende omgeving zijn met doorgroei naar een innovatiegedreven economie. Limburg wil hiervoor ruimte scheppen voor ondernemerschap middels het realiseren van kwaliteitsvolle bedrijfszones en bedrijfsinfrastructuren, het verhogen van de multimodale bereikbaarheid van de bedrijfszones en het realiseren van een ondernemingsvriendelijk en stimulerend omgevingskader. Ook wenst men een veelzijdig en krachtig innovatie-instrumentarium te ontwikkelen gebaseerd op een duidelijke beleidsvisie en een gecoÜrdineerd en geïntegreerd actieplan rond innovatie in Limburg. Om dit te bereiken wenst men tevens te voorzien in aangepaste vestigingslocaties die tegemoet komen aan de specifieke behoeften van startende hightechbedrijven en uitbreiding en oprichting van nieuwe wetenschapsparken. Een andere belangrijke hefboom is het inzetten op speerpuntsectoren, waartoe o.a. de tertiaire sector behoort. Ook toerisme is zo’n speerpuntsector, waarbij Limburg zich zal moeten profileren als top of mind voor landschapsgerichte korte bestemmingen. En tenslotte zal Limburg zich gaan vermarkten als een economische regio met een sterke vestigingswaarde voor ondernemers.

1

Streekpact Limburg 2008-2013, goedgekeurd door RESOC Limburg op 11 februari 2008.

Hoofdstuk 2

5


In de afgelopen jaren heeft de ontwikkeling op het vlak van kleinhandel in de provincie niet stil gestaan. Voorbeelden van vernieuwende concepten zijn Maasmechelen Village Outlet Center en de Tweetorenwijk in het centrum van Hasselt. Deze projecten hebben een grote bijdrage geleverd aan de aantrekkingskracht van de kleinhandel in de provincie. Het is de provincie er veel aan gelegen om – ook op het gebied van de kleinhandel - zoveel mogelijk ruimte te bieden aan vernieuwende initiatieven. Zeker wanneer deze initiatieven voortkomen uit nieuwe behoeften vanuit de consument, nadrukkelijk inspelen op wijzigingen in consumentengedrag en zullen leiden tot provinciegrens overschrijdende koopstromen. Toch is de provincie zich er van bewust dat dergelijke initiatieven ook nadelen met zich mee kunnen brengen. Nieuwe initiatieven kunnen ten koste gaan van het lokale voorzieningenniveau, kunnen ten koste gaan van kleinschalig ondernemerschap, enz. De provincie zal daarom ook bij nieuwe initiatieven een zorgvuldige afweging maken tussen het economisch belang, het ruimtelijk belang en het belang van de consument. Gericht op een eenduidige profilering van het stedelijk weefsel Ambitie is dat Limburg een stimulerende, belevingsvolle en dynamische regio op mensenmaat wil zijn. Een belangrijke hefboom hierbij is een duidelijke profilering van het stedelijk weefsel van de provincie/regio. De provincie heeft daarbij behoefte aan het geven van een identiteit aan haar ruimtelijk economisch weefsel dat is opgebouwd uit: 2 1. Het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk ; 2. Het Economisch Netwerk Albertkanaal met de economische knelpunten Ham, Tessenderlo, Beringen, Heusden-Zolder, Lummen, Hasselt, Genk, Diepenbeek, Bilzen, Zutendaal en Lanaken; 3. De structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden; 4. De kleinstedelijke gebieden Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmechelen, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen; 5. De specifieke economische knooppunten Houthalen-Helchteren, Dilsen-Stokkem, Alken, Hamont-Achel en Opglabbeek; 6. De buitengebieden: de overige gemeenten. Het regionaalstedelijk gebied zal zich moeten profileren als een dynamisch centrum met een hoge densiteit en als drager voor de ontwikkeling van de gehele provincie. Limburg heeft niet zoals andere provincies een grootstad, maar wel de ambitie om een dynamisch en wervend regionaalstedelijk gebied uit te bouwen dat het potentieel van de betrokken steden bundelt in een sterk trekkersprofiel voor de regio. Door de bundeling van ontwikkelingskracht van dit gebied dient de nodige kritische massa te worden opgebouwd om – rekening houdend met de eigen troeven van de betrokken steden - een kwaliteitsvol en wervend stedelijk aanbod te realiseren dat de concurrentie met andere grootsteden aankan. Het regionaalstedelijk gebied moet een sterke positie kunnen innemen (m.b.t. zakelijke dienstverlening en gespecialiseerde centra) in relatie tot de andere regio’s zowel op 2

De exacte afbakening hiervan is nog niet vastgesteld.

6

Hoofdstuk 2


Vlaams als op interregionaal niveau. Een belangrijk aandachtspunt in de policentrische ontwikkeling is de netwerking en complementariteit tussen het regionaalstedelijk gebied en de andere stedelijke gebieden in Limburg, zowel op organisatorisch vlak als op het vlak van fysieke verbindingen. De economische knooppunten (als onderdeel van de economische netwerken, de kleinstedelijke gebieden en de specifieke knooppunten) zullen worden uitgebouwd tot dragers van de regiodynamiek. De economische knooppunten zorgen in Limburg voor een spreiding van taakstellingen, een geconcentreerde spreiding van welvaart en welzijn en vervullen een sterke rol in de duurzame ontwikkeling van de Limburgse deelregio’s. De buitengebieden of kleinere gemeentelijke omgevingen zullen zich profileren als leefomgevingen met een eigen woon-, verblijfs- en economisch profiel en een eigen ondernemingskracht op maat van de draagkracht en potenties van deze gemeenten die de leefbaarheid van deze kernen een sterke impuls en onderscheidende waarde geven. Het detailhandelsbeleid in deze gebieden zal op deze profilering afgestemd dienen te zijn. Gericht op een duurzaam woon-, leef-, werk- en verblijfsklimaat De provincie Limburg wil nu en in de toekomst aan haar burgers een aangenaam en duurzaam woon- en leefklimaat bieden. Daarnaast wil zij aan toeristen en andere bezoekers een klimaat bieden waarin het goed toeven is en waarin optimale mogelijkheden geboden worden voor recreatief verblijf. Naast de bestaande grotere centra kunnen ook nieuwe bijzondere kleinhandelsfuncties hierin voorzien. Ook op economisch gebied wil de provincie haar bijdrage leveren aan een zo groot mogelijke werkgelegenheid voor haar burgers, wil zij innovatieve bedrijven aantrekken en wil zij haar steentje bijdragen aan het scheppen van optimale investeringsmogelijkheden. Gericht op een compleet en eigentijds pakket aan voorzieningen voor haar eigen inwoners en bezoekers Als afgeleide van een duurzaam woon-, leef-, werk- en verblijfsklimaat kan worden gesteld dat de provincie Limburg streeft naar een zo compleet mogelijk voorzieningenpakket voor haar eigen inwoners en haar bezoekers. Hiermee wordt zowel een bijdrage geleverd aan de economische ontwikkeling van Limburg als aan een beperking van de mobiliteit. Voor wat de kleinhandel betreft, vertaalt deze doelstelling zich naar de maatschappelijke functie die de kleinhandel vervult. Kleinhandel maakt een belangrijk deel uit van het functioneren van stedelijke en toeristische gebieden. Het vervult naast een economische functie (economische motor binnenstedelijke ontwikkelingen, werkgelegenheid) ook een functie als ontmoetingsplaats en als broedplaats voor zelfstandig ondernemerschap. De omvang en kwaliteit van de aanwezige kleinhandel is mede bepalend voor de kwaliteit, de vitaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving. Voorts is de kleinhandel mede bepalend voor de sfeer en aantrekkelijkheid van centrumgebieden.

Hoofdstuk 2

7


Ook in de kernen, dorpen en woonbuurten bepaalt de omvang van de kleinhandel voor een belangrijk gedeelte de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Aanwezigheid van voorzieningen die aan de inwoners op korte afstand van de woning een pakket van dagelijks benodigde artikelen aanbieden, speelt hierin een belangrijke rol. Gericht op ruimtelijke concentratie van voorzieningen De kleinhandel heeft de laatste decennia het suburbanisatieproces van de bevolking gevolgd. Er ontstonden veel handelscentra langs drukke verkeerswegen buiten de steden. De laatste jaren zijn er ook nieuwe commerciële kernen ontstaan. Winkels met volumineuze goederen zijn meestal de koplopers in de verschuiving naar de periferie, waarbij op diverse plaatsen – zonder enige samenhang - grootschalige winkels werden bijgebouwd (langs de invalswegen, de baanwinkels). Deze verschuiving is kenmerkend voor België, maar zeker ook voor de provincie Limburg. Als gevolg hiervan heeft er maar een geringe groei en vernieuwing van het winkelareaal in de stadscentra plaatsgevonden. Het functioneren van de stadscentra is hiermee onder druk komen te staan. In verschillende dorpskernen heeft dit zelfs geleid tot een verschraling van het voorzieningenniveau waardoor hier van centrumvorming nauwelijks meer sprake is. Een bijkomend gevolg is dat ook de mobiliteit sterk is toegenomen. Vanuit de verschillende invalshoeken wordt dan ook ingezet om te streven naar verdere concentratie en versterking van binnenstedelijke centra en op een ruimtelijke concentratie van voorzieningen in de periferie. Concentratie van voorzieningen biedt zowel economische als ruimtelijke voordelen. En voor de consument heeft dat het voordeel dat op één plek meerdere voorzieningen worden aangetroffen, waardoor meerdere aankopen gecombineerd kunnen worden, meer tegemoet gekomen wordt aan de vrijetijdsbesteding en tijdswinst geboekt kan worden. De provincie zal tevens waar mogelijk proberen om, in overleg met de betreffende gemeenten, het aantal verspreide winkels (langs invalswegen, in woonbuurten, e.d.) zoveel mogelijk te beperken en te streven naar een zo groot mogelijke concentratie van winkelfuncties in daarvoor bestemde winkelgebieden. Gericht op stimuleren van zelfstandig ondernemerschap Kleinhandel is een belangrijk onderdeel van het economisch weefsel van gebieden en biedt aan veel mensen werkgelegenheid. Zelfstandig ondernemerschap is de kurk waarop de economie drijft. Zelfstandig ondernemerschap begint bij startende bedrijven. Met name op het gebied van detailhandel komt dit veel voor. Maar zelfstandig ondernemerschap geeft ook kleur aan centrumgebieden, bevordert de kwaliteit en geeft aan centrumgebieden onderscheidend vermogen ten opzichte van andere centrumgebieden. Zelfstandige ondernemers weten vaker en beter in te spelen op de lokale noden dan de filiaalmanagers van grote ketenbedrijven.

8

Hoofdstuk 2


Toch moet het belang van zelfstandig ondernemerschap niet overtrokken worden. Het zijn vaak de grote ketenbedrijven die de aantrekkingskracht van centrumgebieden op de bevolking in de regio bepalen. De provincie Limburg wil daarom ook streven naar een optimaal evenwicht tussen de aanwezigheid van ketenbedrijven en de aanwezigheid van zelfstandig ondernemerschap. Door de huidige ontwikkelingen dreigen zelfstandige ondernemers echter vaak het loodje te moeten leggen tegen de grote ketenbedrijven. Zo zijn uit de A1 winkelgebieden reeds vele zelfstandige ondernemers verdwenen en gaan alle A1 winkelgebieden in Vlaanderen steeds meer op elkaar lijken. Een beleid gericht op het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap is dan ook zeer gewenst. Gericht op kwaliteit De inrichting van de kleinhandelsconcentraties, hun integratie in de omgeving, de kwaliteit van de openbare ruimte en hun verschijningsvorm laten vaak te wensen over. Ook de architecturale vormgeving van de gebouwen is meestal van lage kwaliteit. De provincie is er van overtuigd dat ook de uiterlijke verschijningsvorm van haar kleinhandelsconcentraties van wezenlijk belang is voor haar functioneren. Zij wil zich daarom ook inzetten om bij het verbeteren hiervan haar bijdrage te leveren. Gericht op een sterk merk Limburg 3 Limburg en de vijf subregio’s hebben bij niet-Limburgers geen sterk imago. Het beeld komt vaak niet overeen met de realiteit van de samenlevingskwaliteit en de economische en maatschappelijke dynamiek die Limburg en de vijf subregio’s kenmerkt. Doelstelling is derhalve om een sterke koepeldrager te realiseren waarin de merkwaarde van Limburg krachtig tot uiting komt en het uitwerken van krachtlijnen en krijtlijnen voor het ontwikkelen van imago en promotieactiviteiten voor Limburg en haar subregio’s op diverse deeldomeinen en actoren.

3

In het Streekpact wordt de provincie ingedeeld in de volgende regio’s: Noord-Limburg, West-Limburg, Midden-Limburg, Maasland en Haspengouw.

Hoofdstuk 2

9


10

Hoofdstuk 2


3.

EERSTE UITWERKING AMBITIENIVEAU

In dit hoofdstuk zullen de in het vorige hoofdstuk geformuleerde ambities nader worden uitgewerkt. De visie moet uiteindelijk het toetsingskader vormen voor het te voeren beleid en moet daarbij handvaten bieden om bijvoorbeeld initiatieven zowel in functioneel als in ruimtelijk opzicht te toetsen en wenselijke en onwenselijke ontwikkelingen te sturen (t.b.v. socio-economische vergunningen). Daarnaast moet de visie een kader zijn waarbinnen gewenste ontwikkelingen in gang worden gezet om zo bij te dragen aan de uiteindelijke realisatie van de gewenste verzorgingshiërarchie. Tot op dit moment ontbreekt het in de provincie Limburg aan een helder geformuleerde ruimtelijke en vooral functionele kleinhandelsstructuur. Om hierin ordening te brengen is het gewenst om duidelijkheid te scheppen in de hiërarchische verhoudingen tussen steden, hun centra en de verzorgingsfunctie daarvan. Ter onderbouwing hiervan wordt in de volgende paragraaf eerst teruggegrepen naar de belangrijkste conclusies uit het tot nu toe uitgevoerde onderzoek, zoals deze zijn verwoord in de deelrapporten Studie Aanbodzijde; Studie Vraagzijde en Kaders voor de visievorming.

3.1 Teruggreep op belangrijkste conclusies vraag en aanbod Hieronder is een kort overzicht gegeven van de belangrijkste conclusies tot nu toe. • De provincie Limburg telt ruim 800 000 inwoners. De grootste gemeenten zijn Hasselt en Genk (beide meer dan 60 000 inwoners). Na Hasselt en Genk volgt Beringen met circa 40 000 inwoners en vervolgens de gemeenten Heusden-Zolder, Sint-Truiden, Houthalen-Helchteren, Lommel, Bilzen, Tongeren en Maasmechelen. Het aantal inwoners van deze gemeenten ligt tussen de 30 000 en 40 000 inwoners. Het inwonertal van de andere gemeenten ligt onder de 30 000 inwoners; • De grootste gemeenten van de provincie Limburg liggen in Midden-Limburg en liggen nabij de belangrijkste infrastructurele voorzieningen in de provincie (de E313 en de E314). Deze rijkswegen doorsnijden de provincie van oost naar west; • In het noordelijke en zuidelijke deel van de provincie liggen vooral kleinere gemeenten; • In Limburg is ongeveer 1,4 miljoen m² kleinhandel aanwezig. Per 1 000 inwoners is dat 1 700 m². Limburg wijkt daarmee niet of nauwelijks af van andere, vergelijkbare provincies in Vlaanderen; • In Limburg bestaat ongeveer 25 a 30% (2005) van het aanbod (in m² wvo uitgedrukt) uit baanwinkels. Het percentage baanwinkels ligt daarmee enigszins onder het niveau van het gemiddelde in Vlaanderen. Zo bedraagt het percentage baanwinkels in de provincie Antwerpen circa 40%, in de provincie Oost-Vlaanderen 41%, in de provincie West-Vlaanderen 38% en in de provincie Vlaams-Brabant 26%;

Hoofdstuk 3

11


Steden met relatief veel detailhandel zijn Hasselt, Genk, Peer, Bree, Lommel, Maasmechelen, Sint-Truiden en Tongeren. De meeste van de hier genoemde gemeenten hebben een veelzijdig detailhandelsaanbod; andere zijn zeer gericht op een branche of type bewinkeling. Zo kennen Peer en Riemst een zeer uitgebreid aanbod op gebied van woninginrichting en heeft Maasmechelen haar Factory Outlet Center en het shopping center M2; De grootste binnenstedelijke centra liggen in Hasselt, Genk, Sint-Truiden, Tongeren, Maasmechelen, Lommel en Maaseik. Concentraties van baanwinkels of solitair gelegen baanwinkels worden vooral aangetroffen in Hasselt, Genk, Lommel, Sint-Truiden en Tongeren; De provincie Limburg beschikt (functioneel gezien) over een vrij traditioneel aanbod van detailhandel. Winkels en winkelcentra met een provinciale of boven-provinciale aantrekkingskracht zijn slechts in beperkte mate aanwezig. Het aanbod beperkt zich hier tot het stadscentrum van Hasselt (met onder andere een Mediamarkt), het Factory Outlet Center in Maasmechelen, en de cluster van woninginrichtingszaken in Peer en Riemst; Een belangrijke maat om de verzorgingsfunctie van een gemeente te meten is de verzorgingsindex. Deze index geeft de verhouding weer tussen het aantal inwoners van een gemeente en het daar aanwezige aanbod kleinhandel. Een hoge index geeft weer dat er in die gemeente relatief veel aanbod aanwezig is (en dus een regionale verzorgingsfunctie); een lage verzorgingsindex geeft aan dat er weinig aanbod is (lokaal of beperkt lokaal verzorgend). Hasselt kent een zeer hoge verzorgingsindex. Wat lager maar nog wel hoog is de verzorgingsindex in de gemeenten Genk, SintTruiden, Maasmechelen, Lommel en Bree. Opvallend is dat naast de hiervoor genoemde gemeenten ook gemeenten als Peer, Riemst en Kinrooi hoog scoren. Deze hoge score heeft echter te maken met het feit dat in deze 3 gemeenten relatief veel aanbod aanwezig is in specifieke branches. Zo kennen Peer en Riemst een groot aanbod op het gebied van woninginrichting en heeft de gemeente Kinrooi daarnaast ook nog veel aanbod op het gebied van doe-het-zelf; Limburgse consumenten doen hun boodschappen en winkelen vooral in hun eigen provincie. Op het gebied van convenience (levensmiddelen, enz.) vindt bijna 92% van de bestedingen plaats in Limburg. Op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 85%; Wanneer gekeken wordt naar de onderlinge koopstromen tussen gemeenten komt duidelijk naar voren dat: - Het winkelaanbod in Hasselt zeker een provinciale functie heeft. Vanuit nagenoeg elke gemeente in Limburg gaat een aanzienlijk deel van de koopstromen naar Hasselt. - Ook het winkelaanbod in Genk trekt vanuit grote delen van Limburg veel consumenten. De aantrekkingskracht van Genk is echter niet provinciaal zoals het winkelaanbod in Hasselt, maar heeft veel meer een bovenregionale verzorgingsfunctie.

12

Hoofdstuk 3


Ook naar gemeenten als Sint-Truiden, Tongeren, Maasmechelen, Bree, Lommel, Bilzen en Beringen gaan vanuit verschillende gemeenten in Limburg belangrijke koopstromen. Soms hebben deze betrekking op het gehele winkelaanbod in deze gemeenten, soms op onderdelen daarvan. Deze stromen strekken zich echter niet uit over de gehele provincie, maar zijn meer van regionale aard. - Alle overige gemeenten zijn vooral lokaalverzorgend voor de eigen bevolking. Zowel in het Structuurplan Vlaanderen als in het Streekpact van de provincie Limburg wordt de identiteit van het stedelijk weefsel in de provincie Limburg als volgt ingedeeld: - Het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Dit gebied dient zich te profileren als een dynamisch centrum en een sterke trekkersrol te vervullen voor de regio. Het regionaalstedelijk gebied zal een sterke positie kunnen innemen in relatie tot de andere regio’s. - De structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden en de kleinstedelijke gebieden Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmechelen, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen. Deze gemeenten zorgen in Limburg voor een spreiding van taakstellingen en een gedeconcentreerde spreiding van welvaart en welzijn. Ook vervullen zij een sterke rol in de duurzame ontwikkeling van de Limburgse deelregio’s. - De buitengemeenten: de overige gemeenten. De overige gemeenten dienen zich te ontwikkelen tot leefomgevingen met een eigen woon-, verblijfs- en economisch profiel en een eigen ondernemingskracht op maat van de draagkracht en potenties van deze gemeenten die de leefbaarheid van deze kernen een sterke impuls en onderscheidende waarde geven. Wanneer de identiteit van het stedelijk weefsel wordt vergeleken met de verzorgingsindex van de verschillende gemeenten ontstaat een beeld dat geen recht doet aan de gewenste identiteit van het stedelijk weefsel. Zo is de verzorgingsindex van Tongeren nog enigszins aan de lage kant, alhoewel hier door de recente oplevering van het Julianusproject wel enige verandering in is opgetreden. Ook voor gemeenten als Maaseik, bipool Neerpelt-Overpelt, Leopoldsburg, Beringen en Bilzen is de verzorgingsindex nog onder de maat. -

Hoofdstuk 3

13


De gewenste hiĂŤrarchie in de kleinhandel

14

Hoofdstuk 3


3.2 De gewenste hiërarchie Conform de uitgangspunten in het Streekpact van de provincie Limburg zal ook op het gebied van kleinhandel sprake zijn van een hiërarchie van gemeenten. Vertaald naar de gewenste verzorgingsfunctie van de kleinhandel in deze gemeenten ziet deze er als volgt uit: Hiërarchie

Gemeenten

Gewenste

verzorgingsfunctie

Regionaalstedelijk gebied

Hasselt

Provinciaal en bovenprovinciaal

Genk

Bovenregionaal en provinciaal

voor

kleinhandel

Structuurondersteunende kleinstede- Tongeren

Bovenregionaal

lijke gebieden

Sint-Truiden

Bovenregionaal

Kleinstedelijke gebieden

Beringen

Regionaal

Leopoldsburg

Regionaal

Neerpelt-Overpelt

Regionaal

Maasmechelen

Regionaal

Maaseik

Regionaal

Lommel

Regionaal

Bree

Regionaal

Bilzen

Regionaal

Overige gemeenten

Lokaal

Buitengemeenten

Naast deze gemeenten hebben ook nog de gemeenten Peer, Riemst en Kinrooi een rol die verder voert dan alleen een lokale verzorgingsfunctie. Deze regionale c.q. (boven)provinciale rol beperkt zich echter tot de woninginrichtingsbranche. Deze is echter specifiek gericht op een branche (thema) en speelt derhalve in de provinciale hiërarchie van winkelgemeenten geen rol. Hetzelfde geldt voor het Factory Outlet Center in Maasmechelen. In de figuur hiernaast is de gewenste hiërarchie grafisch weergegeven. De provincie wil de bovenstaande indeling naar verzorgingsfuncties van gemeenten niet als een star gegeven beschouwen. Ook hier wil zij open staan voor dynamiek. Met name geldt dit voor de gemeenten die in bovenstaande indeling ‘slechts’ een lokale verzorgingsfunctie hebben. Ook in deze gemeenten kunnen initiatieven tot stand komen die mogelijk invloed kunnen hebben op de hiërarchische positionering van deze gemeenten. De provincie zal zich hier niet op voorhand van afkeren, maar stelt hierbij wel als voorwaarde dat het moet gaan om innoverende initiatieven die zowel in het belang zijn van het functioneren van de betreffende gebieden als in het belang van de consumenten. Voorts mogen deze geen aantasting vormen van het functioneren van de door de provincie gewenste kleinhandelsstructuur.

Hoofdstuk 3

15


3.3 De kwaliteit en kwantiteit van het aanbod De kwaliteit en kwantiteit van het aanbod komt onder andere tot uiting in het aanwezige metrage en in de omvang van de koopstromen ofwel in de vraag in hoeverre Limburgse consumenten georiënteerd zijn op voorzieningen in Limburg zelf. Immers indien het aanbod in zijn woongemeente, regio of provincie niet voldoet aan de eisen die de consument daaraan stelt, zal hij snel geneigd zijn naar andere locaties (binnen of buiten de provincie) uit te wijken. Binding en koopvlucht Uit het koopstromenonderzoek is gebleken dat op het gebied van convenience artikelen bijna 92% van het bestedingspotentieel in Limburg over de toonbank gaat. Op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 85%. Deze cijfers houden tevens in dat op het gebied van convenience ruim 8% buiten de provincie tot besteding komt en op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 15%. De vraag die hierbij rijst is de vraag waarom men dan buiten de provincie boodschappen doet of gaat winkelen. Uit het koopstromenonderzoek (zie studie vraagzijde) komt duidelijk naar voren dat aspecten als prijsniveau, de ruime keuze aan producten en het feit dat buiten de provincie andere producten verkrijgbaar zijn dan binnen de provincie, hierbij een rol spelen. Daarnaast spelen ook de goede kwaliteit van de producten, sfeer en gezelligheid en de goede bereikbaarheid een rol van betekenis. De concurrentie buiten Limburg Als belangrijkste winkelgebieden buiten de provincie komen in het koopstromenonderzoek naar voren: • Maastricht (zeer aantrekkelijke binnenstad); • Heerlen (woonboulevard); • Eindhoven (compleet winkelaanbod); • Antwerpen (zeer aantrekkelijke binnenstad, shopping center Wijnegem); • Luik (binnenstad, shopping center Cora, IKEA, Makro); • Diest (baanwinkels, grote supermarkt); • Leuven (zeer aantrekkelijke binnenstad); • Brussel (zeer aantrekkelijke binnenstad, shopping centra, IKEA) Het moge duidelijk zijn dat er voor de consument verschillende motieven zijn om buiten de provincie boodschappen te gaan doen of te gaan winkelen. En het aanbod buiten de provincie zal zich de komende jaren alleen maar versterken. Zo worden in diverse gemeenten rondom Limburg vernieuwingen in de binnenstad gerealiseerd. Genoemd kunnen worden: Antwerpen, Luik, Maastricht, Sittard, Geleen en Tienen. Maar ook op perifeer gebied vinden rondom Limburg diverse nieuwbouwprojecten plaats. Met name op het gebied van retailparks vinden diverse activiteiten plaats (Hannuit, Borgworm, Grâce Hollogne, Roermond, Weert).

16

Hoofdstuk 3


Nieuwe investeringen noodzakelijk Om tegenwicht te bieden aan deze ontwikkelingen buiten Limburg zullen ook in de provincie Limburg de noodzakelijke versterkingen en vernieuwingen in de kleinhandelsstructuur moeten plaatsvinden. Deze zijn echter vooral defensief van aard. Maar Limburg wil ook in het offensief gaan. Limburg wil in de toekomst kunnen beschikken over nieuwe, onderscheidende vormen van aanbod die het kleinhandelsaanbod van de provincie Limburg meer kleur geven en ook een bovenprovinciale aantrekkingskracht hebben. Mede hierdoor kan Limburg in de toekomst ook in de Vlaamse detailhandelsstructuur een rol van betekenis spelen. De netto marktruimte Alvorens te kunnen aangeven hoe dit zou moeten plaatsvinden, wordt eerst een inschatting gemaakt van de mogelijke uitbreidingsruimte die er de komende jaren in de provincie Limburg bestaat. Om enig idee te krijgen over de omvang hiervan worden eerst de huidige koopstromen van de provincie vergeleken met soortgelijke en beschikbare cijfers van 4 5 andere provincies in BelgiĂŤ (Vlaams Brabant ) en Nederland (Zuid-Holland en Utrecht ). Hieruit kunnen immers conclusies getrokken worden over de aantrekkelijkheid van het aanbod in de provincie Limburg. Hieronder worden de beschikbare cijfers met elkaar vergeleken: Limburg

Vlaams-Brabant

Zuid-Holland

Utrecht

Convenience

92%

90%

98%

95%

Shopping en specialty

85%

76%

95%

76%

Bij bestudering van deze cijfers dient rekening gehouden te worden met het feit dat de genoemde percentages voor de provincie Vlaams-Brabant voor een groot deel medebepaald worden door de naburigheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG). Veel inwoners van Vlaams-Brabant doen hun inkopen in het BHG, waardoor de binding binnen de provincie Vlaams-Brabant normaliter laag zal zijn. De Nederlandse provincie ZuidHolland vindt haar natuurlijke begrenzing voor een groot deel aan de Noordzee, waardoor de uitwijkmogelijkheden naar andere provincies voor de hier wonende bevolking gering zullen zijn. Zowel geografisch als demografisch biedt de Nederlandse provincie Utrecht een goede vergelijkingsmogelijkheid. Opvallend is hier dat de binding in Utrecht op het gebied van convenience hoger is dan in Limburg en op het gebied van shopping en specialty lager. Op grond van deze gegevens is te concluderen dat de binding in Limburg op het gebied van convenience opgehoogd kan worden naar zo’n 95%, terwijl die op het gebied van shopping en specialty haar maximale omvang bereikt zal hebben. Voor wat betreft de toevloeiing van omzet van buiten Limburg wordt verwezen naar specifieke informatie die uit deze provincies afkomstig is en is opgenomen in de rapportage “Provincie Limburg, 4 5

Bron: Kleinhandelsstudie Vlaams-Brabant Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 2004

Hoofdstuk 3

17


6

DPO en visie kleinhandel, studie vraagzijde . In totaal kwam de afgelopen jaren de omzettoevloeiing uit op circa € 242 miljoen. Voor 2018 wordt er van uitgegaan dat deze enigszins zal toenemen. Deze toename zal tot stand komen op basis van nog te realiseren vernieuwingen en uitbreidingen van het detailhandelsaanbod in de provincie. Verondersteld wordt dat deze toename circa 10% zal bedragen. Op basis van deze veronderstellingen kan de uitbreidingsruimte voor het jaar 2018 als volgt berekend worden:

Aantal inwoners Bestedingen / hoofd Bestedingspotentieel Binding

Convenience

Shopping

Specialty

Totaal

842.260

842.260

842.260

842.260

2.071

1.287

792

1.744 miljoen

1.084 miljoen

667 miljoen

3.495 miljoen

95%

85%

85%

1.657 miljoen

921 miljoen

567 miljoen

3.145 miljoen

Toevloeiing uit Vlaams Brabant

50 miljoen

28 miljoen

17 miljoen

95 miljoen

Toevloeiing uit Antwerpen

23 miljoen

13 miljoen

8 miljoen

44 miljoen

Toevloeiing uit Luik

12 miljoen

7 miljoen

3 miljoen

22 miljoen

Toevloeiing uit Nederland

40 miljoen

22 miljoen

14 miljoen

76 miljoen

Toevloeiing uit Duitsland

3 miljoen

1 miljoen

1 miljoen

5 miljoen

Toevloeiing van toeristen

13 miljoen

7 miljoen

4 miljoen

24 miljoen

1.798 miljoen

999 miljoen

614 miljoen

3.411 miljoen

Omzet uit eigen provincie

Totale omzet Norm. Omzet per m²

5.870

1.820

1.390

Benodigd metrage

306.300 m²

548.900 m²

441.700 m²

1.296.900 m²

Aanwezige metrage

290.450 m²

659.410 m²

439.520 m²

1.389.400 m²

15.850 m²

nihil

2.200 m²

nihil

Uitbreidingsruimte

Op het gebied van convenience zou er op basis van bovengenoemde veronderstellingen een netto uitbreidingsruimte aanwezig zijn van circa 16 000 m² wvo. Op het gebied van shopping is er in principe geen uitbreidingsruimte en op het gebied van specialty slechts een ruimte van 2 200 m² wvo. De bruto marktruimte Bovenstaande cijfers impliceren dat er de komende jaren in het totale detailhandelsaanbod derhalve geen uitbreidingsruimte meer aanwezig is. Dat wil echter niet zeggen dat er de komende jaren geen uitbreidingen van het kleinhandelsaanbod meer mogen plaatsvinden. Kleinhandel is immers een zeer dynamische branche waar met de regelmaat van de klok nieuwe vormen van kleinhandel op de markt komen, maar ook winkels verdwijnen. In hoofdstuk 4 van het visierapport wordt een aantal van deze nieuwe aanbodsvormen genoemd. Uitbreidingen van het kleinhandelsapparaat die een wezenlijke bijdrage leve6

In deze vraagstudie is voor de berekening van de toevloeiing gebruik gemaakt van diverse bronnen. Genoemd worden: de kleinhandelsstudie van de provincie Vlaams-Brabant, de Monitor (Eu-) regiogrensoverschrijdend koopgedrag uit 2005, informatie uit diverse consumentenonderzoeken in provincies in Nederland, studies naar toerisme, zoals Toerisme in cijfers XL van Toerisme Vlaanderen, Beleidsnota Toerisme 2004-2009 van de Vlaamse Overheid, e.d.

18

Hoofdstuk 3


ren aan het up-to-date houden van de kleinhandelsstructuur, inspelen op het koopgedrag van de consument, vernieuwend zijn in Limburg en haar concurrentiepositie versterken moeten in principe altijd gefaciliteerd kunnen worden. In de paragrafen 2.4 en 2.5 wordt hierop nader ingegaan. Uiteraard dient hierbij een zorgvuldige besluitvorming plaats te vinden, waarbij enerzijds de toegevoegde waarde van de uitbreiding zorgvuldig afgewogen dient te worden op de impact van deze ontwikkeling op de kleinhandelsstructuur. Uitbreiding van kleinhandel die geen toegevoegde waarde heeft - of anders gezegd meer van hetzelfde is – zal in de provincie Limburg niet meer geaccommodeerd kunnen worden. Voorts zal bij de uitbreiding van het kleinhandelsaanbod absolute prioriteit gelegd moeten worden bij de versterking van de centrale handelscentra in de Limburgse gemeenten en bij het op peil houden, respectievelijk versterken van het kleinhandelsaanbod in kleinere kernen / gemeenten. Dat wil echter niet zeggen dat er buiten deze handelscentra geen uitbreidingen meer mogen plaatsvinden. Met de toename en de kwaliteitsverhoging van het kleinhandelsaanbod zullen echter ook veel winkels van het front verdwijnen (stopzettingen). Vaak gaat het hier om winkels die te kampen hebben met opvolgingsproblemen, gelegen zijn op verspreide locaties in woongebieden, stadsrandlocaties of industrieterreinen en in minder aantrekkelijke winkelgebieden. Over de omvang van het metrage winkels dat de komende jaren zal verdwijnen zijn geen exacte gegevens bekend, doch de verwachting is wel dat het hier om een aanzienlijke metrage gaat. Indien er van uitgegaan wordt dat jaarlijks circa 2 à 3% van het winkelaanbod verdwijnt, respectievelijk vervangen wordt door nieuwe winkels, kan voor de komende jaren tot 2018 het aanbod dat om welke reden dan ook verdwijnt, 7 ingeschat worden op circa 350 000 m² wvo (25% van het in 2008 aanwezige aanbod). Daarmee komt het in 2018 nog aanwezige kleinhandelsaanbod uit op ruim 1 040 000 m² wvo, terwijl in totaal 1 297 000 m² noodzakelijk is. Hieruit resulteert een nieuwbouwbehoefte van circa 255 000 m² wvo in de komende 10 jaar, ofwel van circa 25 000 m² per jaar. Deze nieuwbouwbehoefte spreidt zich zowel uit over centrale handelsgebieden in grote en kleine gemeenten als over baanwinkels en clusters van baanwinkels.

7 Dit percentage lijkt zeer reëel. Zo is in de periode 1993 tot en met 2003 circa 40% van het aantal buurtwinkels en zelfstandige buurtsupermarkten (voornamelijk in voedingsproducten) verdwenen. Bron: Buurtwinkels: analyse en Unizo-actieplan; Unzio-studiedienst, 31 mei 2005.

Hoofdstuk 3

19


3.4 Vestigingslocaties voor kleinhandel Voor de vestiging van winkels komen diverse locaties in aanmerking. Vaak zijn deze gebaseerd op bezoekmotieven van de consument. Zoals in hoofdstuk 4 van het deelrapport “Kaders voor de visievormingâ€? beschreven wordt, is het bezoekmotief van de consument vooral gebaseerd op vergelijkend en recreatief winkelen, boodschappen doen en doelgericht winkelen. Vergelijkend en recreatief winkelen in binnenstedelijke centra Voor het vergelijkend en recreatief winkelen komen vooral de binnenstedelijke winkelcentra in aanmerking. Het aanbod in deze centra en de kwaliteit van het openbaar gebied (o.a. de bereikbaarheid, parkeren, sfeervolle winkelstraten en pleinen) zal derhalve moeten kunnen zorg dragen voor een aangenaam verblijfsklimaat. Naast kleinhandel is in deze centrumgebieden ook een uitgebreid aanbod aanwezig van andere functies, zoals bijvoorbeeld horeca, cultuur, vermaak en dienstverlening. Grote centra, zoals bijvoorbeeld in Hasselt, hebben daarnaast ook een toeristische functie. Typische branches die in binnenstedelijke centra worden aangetroffen zijn kleinschalige specialistische levensmiddelenzaken, parfumerieĂŤn, warenhuizen, winkels op het gebied van kleding en mode, schoenenwinkels, juweliers, luxe artikelen, antiek en kunst, media. Maar ook specialistische winkels op het gebied van sport en spel en lokale ondernemers in tal van branches worden vaak in binnenstedelijke centra aangetroffen. Aan de aankopen in centrale handelsgebieden wordt vaak een hoge emotionele betrokkenheid verbonden. Een sterke complementariteit kan gerealiseerd worden wanneer binnenstedelijke centra worden uitgebreid met (clusters van) grootschalige winkels of met andere nieuwe vormen van 8 kleinhandelsaanbod . Boodschappen doen in de dorpen en wijken van grotere gemeenten Boodschappen doen doet de consument het liefst in zijn eigen woonomgeving. Nabijheid (waaronder ook bereikbaarheid en parkeren), gemak en comfort spelen in zijn winkelkeuze een belangrijke rol. Supermarkten, speciaalzaken in voeding, krantenwinkels en drogisterijen zijn de belangrijkste branches die de consument in zijn directe woonomgeving wenselijk acht. Maar ook op het gebied van dagelijks benodigde niet-voedingsartikelen is aanbod nabij de woonomgeving van belang. Evenals bij centrale handelsgebieden is ook hier clustering van winkelfuncties gewenst. Maar ook clustering met andere wijkgerichte functies, zoals bijvoorbeeld medische voorzieningen, onderwijsvoorzieningen, maatschappelijk werk, enz. Hoe meer functies gecombineerd worden hoe hoger het aantal bezoekmotieven voor deze voorzieningencentra. De aankopen in dergelijke voorzieningencentra zijn gericht op zorg, zowel voor de kleine, vergeten boodschappen als voor de wekelijkse bulkaankopen. Aankopen vinden sterk routinematig plaats en zonder enige emotionele betrokkenheid. 8

Bekende voorbeelden hiervan zijn in Nederland te vinden. Bijvoorbeeld het factory outlet center in Roermond is gevestigd tegen de binnenstad. Ook ArenA boulevard in Amsterdam en de grootschalige winkels in Alexandrium in Rotterdam zijn gelocaliseerd naast belangrijke binnenstedelijke winkelgebieden. De ervaringen hiermee zijn zeer positief.

20

Hoofdstuk 3


Doelgericht winkelen op perifere locaties (baanwinkels, retailparken) Accent bij het doelgericht winkelen ligt op het efficiënt aankopen van meerdere artikelen tegelijkertijd, frequente, routinematige bulkaankopen, alles onder één dak, snel en gemakkelijk. Ook kan het vaak gaan om grootschalige artikelen, zoals bijvoorbeeld meubelen, wasmachines, e.d. Doorgaans is bij de aankoop van dit soort aankopen wat minder emotionele betrokkenheid aanwezig (met uitzondering van meubelen). De frequentie voor doelgerichte aankopen is laag. Branches die passen binnen het doelgericht winkelen zijn: grootschalige supermarkten, huishoudelijke artikelen, sport en spel, plant en dier, bruinen witgoed, auto en fietsbenodigdheden, doe-het-zelf en woninginrichting. Voor het doelgericht winkelen komen vooral locaties buiten de winkelcentra in aanmerking (baanwinkels, retailparken).

Hoofdstuk 3

21


22

Hoofdstuk 3


4.

DE HANDELSCENTRA

4.1 Versterking centrale handelscentra heeft prioriteit In haar kleinhandelsbeleid wil de Provincie prioriteit geven aan een versterking van de centrale handelsgebieden in de steden, gemeenten, dorpen en kernen. Dit versterkt het woon- en leefklimaat in deze woongebieden en geeft aan de zittende ondernemers meer mogelijkheden voor een succesvolle exploitatie. De nadruk van de uitbreidingscapaciteit die de komende 10 jaar zal ontstaan (circa 255.000 m²) zal dan ook sterk moeten liggen op uitbreiding en versterking van binnenstedelijke centra en centra in kleinere gemeenten, dorpen en woonkernen. Uitgaande van de huidige verdeling tussen enerzijds winkels in centrale handelskernen en op verspreide locaties en anderzijds winkels op perifere locaties (baanwinkels, grootschalige concentraties e.d.) mag maximaal circa 30 à 35 % van deze uitbreidingscapaciteit buiten de centrale handelskernen gerealiseerd worden. Voor de handelskernen in grote en kleine gemeenten is er dan een uitbreidingsvolume van circa 175 000 m²; voor baanwinkellocaties en retailparken een uitbreidingsvolume van circa 80 000 m² wvo (exclusief verplaatsers). Het moge duidelijk zijn dat op de door stopzetting vrijkomende locaties die zich in de toekomst minder goed lenen voor kleinhandelsfuncties, aanpassingen dienen plaats te vinden in het RUP. Deze aanpassingen dienen zodanig plaats te vinden dat er in de toekomst geen kleinhandel meer mogelijk is. Hieronder volgt een algemeen overzicht van activiteiten die ondernomen kunnen (moeten) worden om de centrale handelsgebieden beter te laten functioneren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke activiteiten, functionele activiteiten en beleidsmatige activiteiten. 4.1.1 Ruimtelijk Eenduidige afbakening van centrumgebieden Geconstateerd is dat er in Limburg een aanzienlijke hoeveelheid baanwinkel(locaties) en veel verspreid aanbod is gevestigd. Op een aantal plaatsen is dit duidelijk ten koste gegaan van de centrale handelscentra, waardoor centra nauwelijks meer in staat zijn de functie te vervullen die zij zouden moeten vervullen. Voorts zijn centrumfuncties vaak over een te groot gebied van het centrum uitgewaaierd en zijn er hinderlijke onderbrekingen van het kleinhandelsfront ontstaan, waardoor van onderlinge synergie tussen deze centrumfuncties geen sprake meer is. Veel handelscentra in Limburg zijn derhalve niet veel meer dan een ‘verzameling van verspreid liggende winkels en aanverwante functies in het centrum van de gemeente’. Afbakening van de centrumgebieden is derhalve een eerste vereiste om nieuwe ontwikkelingen in deze centrumgebieden te accommoderen.

Hoofdstuk 4

23


Bereikbaarheid en parkeren De attractiviteit van een centrumgebied bestaat niet alleen uit de aanwezigheid van allerlei functies. Deze functies moeten ook goed bereikbaar zijn en kunnen beschikken over voldoende parkeerplaatsen. Parkeerplaatsen en andere bronpunten voor centrumbezoek dienen goed verspreid over het centrumgebied gelegen te zijn. Voorts is het raadzaam om te beschikken over goed functionerende parkeerverwijzing naar centrumgebieden. Stedelijk weefsel en de openbare ruimte Een aantrekkelijk winkelgebied wordt ook gekenmerkt door haar ruimtelijke opbouw. Dat wil zeggen: geen lange winkelstraten, maar veel meer een compact winkelgebied met daarin aantrekkelijke winkelstraten en pleinen, aantrekkelijke winkelcircuits, aantrekkelijk straatmeubilair. Voor de grotere centrumgebieden met een aanbod dat in belangrijke mate is gericht op recreatief en vergelijkend winkelen biedt realisatie van voetgangersgebieden respectievelijk verkeersarme winkelstraten/pleinen een extra kans om de verblijfswaarde van de centrumgebieden te versterken. Combinatie met grootschalige winkels Traditioneel heerst de opvatting dat binnenstedelijke handelscentra alleen maar ruimte bieden voor de kleinere winkels. Grootschalige winkels zouden immers bij gebrek aan geschikte ruimte wel moeten uitwijken naar locaties aan de rand van de stad. De provincie is er echter van overtuigd dat in een aantal gevallen ook locaties in centrale handelsgebieden in aanmerking kunnen komen voor de vestiging van grootschalige winkels. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: • het leidt niet tot koopvlucht uit de centrale handelscentra en het ontstaan van ongewenste uitbreidingen van het kleinhandelsaanbod aan de rand van de stad; • de winkels en andere functies in het centrale handelsgebied kunnen profiteren van de aantrekkingskracht van deze grootschalige winkels. Inspelen op veranderingen in de bevolkingssamenstelling De bevolkingssamenstelling van België en ook die van Limburg evolueert. In toenemende mate zal er de komende jaren vergrijzing optreden. Dat betekent dat centrale handelsgebieden zich hierop dienen te oriënteren. Niet alleen de branchering en assortimentssamenstelling dienen op de vergrijzing afgestemd te worden, maar ook de ruimtelijke kwaliteiten van centrumgebieden vereisen hier hun aandacht. Aandacht voor nabijheid van parkeerlocaties, ruime parkeerlocaties, veiligheid en vooral service aan de bezoekers zijn hierbij sleutelbegrippen. Nieuwe uitbreidingen moeten passen in structuur Binnenstedelijke uitbreidingsprojecten worden nogal eens gerealiseerd op locaties die zich buiten de bestaande winkelcircuits bevinden. Met als gevolg dat er gescheiden loopstromen ontstaan en er onvoldoende geprofiteerd kan worden van wederzijdse bevruchting. Een juiste inpassing van nieuwe uitbreidingsprojecten kan ook het reeds bestaande gedeelte van het handelscentrum aanzienlijk versterken.

24

Hoofdstuk 4


4.1.2 Functioneel Bevordering zelfstandig ondernemerschap Voorts hecht de provincie er aan om ten behoeve van het onderscheidend vermogen van de handelscentra sterk in te zetten op behoud en versterking van het zelfstandig ondernemerschap. Lokale ondernemers zijn meer in staat om in te spelen op de specifieke behoeften die er in gemeenten/regio’s bestaan dan de filiaalmanagers van het grootwinkelbedrijf. Complete branchering Handelscentra moeten kunnen beschikken over een volledig assortiment om te voorkomen dat ongewenste koopvlucht gaat optreden. Op het moment dat bepaalde branches in handelscentra wegvallen, is er sprake van een structurele onevenwichtigheid in de branchesamenstelling van het handelsgebied. Consumenten zullen dan geneigd zijn om voor bepaalde aankopen uit te wijken naar andere centrumgebieden en zullen dan tegelijkertijd ook andere aankopen doen. Het vervalproces van handelscentra komt hierdoor in een stroomversnelling terecht, wat uiteindelijk leidt tot het verdwijnen van veel winkels. Binnensteden zijn ook synoniem voor verrassend winkelen. Van een hoogwaardig en meer grootschalig aanbod in de highstreet naar kleinere exclusieve boetieks in de zijstraten. De kracht van de centrale handelsgebieden is gelegen in de grote mate van vergelijkend winkelen in de zin van veel keus bij een ruim aanbod van winkels, en een rijke varieteit aan winkels van verschillende stijl. Inspelen op veranderingen in de vrijetijdsbesteding Shoppen is een van de belangrijkste activiteiten die mensen in hun vrije tijd ondernemen. Voor centrale handelscentra ligt hier een veel groter omzetpotentieel dan voor aan de rand van de stad gelegen winkels/winkelconcentraties. Centrale handelsgebieden zullen deze troef veel sterker moeten uitspelen dan tot nu toe het geval is. Consumenten moeten figuurlijk ‘in de watten’ gelegd worden om van hun vrijetijd te kunnen genieten. Nieuwe investeringen zijn daarom noodzakelijk, zowel in de detailhandel als in de overige functies en de verblijfswaarde van deze handelsgebieden. Verwevenheid met andere functies Niet alleen de kleinhandel is bepalend voor de aantrekkelijkheid van handelscentra. Ook de aanwezigheid van andere functies, zoals horeca, leisure, cultuur en dienstverlening zijn medebepalend. Bezoek aan handelscentra vindt immers plaats uit hoofde van recreatief en vergelijkend winkelen. De consument stelt daarom ook hoge eisen aan de functionele samenstelling van het centrumgebied. Tussen het winkelen door moet hij zich kunnen ontspannen, kunnen genieten van de aanwezige horeca en wellicht een bezoekje brengen aan musea, bibliotheek en vermaaksfuncties.

Hoofdstuk 4

25


Ook dwaalgebieden spelen in centrumgebieden een belangrijke rol. Dwaalgebieden zijn verrassend en uitdagend en onderscheiden zich van de andere deelgebieden in het centrum door hun sterke mix aan vaak kleinschalige functies (van een hoog kwaliteitsniveau tot een laag kwaliteitsniveau) in een specifieke – vaak historische - omgeving. Dwaalgebieden bieden de consument niet alleen de confrontatie met een sfeervol gebied binnen het centrum, maar bieden ook uitstekende mogelijkheden voor startende ondernemers (broedplaatsfunctie). Centraal handelsgebied en de markt Centrale handelsgebieden zijn vaak gesitueerd rond marktpleinen, en marktpleinen zijn vaak het domein van de warenmarkt en speciale markten. Markten zijn voor veel mensen een motief om het centrale handelsgebied van een gemeente te bezoeken. Een aantrekkelijke markt in het centrum van de stad beïnvloedt het imago van een gemeente als koopgemeente en trekt tevens veel publiek. Wonen in het centrum Levendigheid in het centrumgebied wordt niet alleen gecreëerd door de voorzieningen die er zijn en de mensen die de binnenstad bezoeken. Een belangrijk deel van de kleur van het centrumgebied wordt bepaald door de mensen die er wonen. De bewoners zorgen er voor dat er ook op rustige momenten levendigheid en sociale controle in het centrum is. De bewoners zorgen tevens voor extra draagvlak voor de voorzieningen. Wonen boven winkels wordt reeds door veel gemeenten nagestreefd. 4.1.3 Beleidsmatig Gemeentelijke initiatieven voor versterking handelscentra Veel gemeenten blijken nog niet te beschikken over een langetermijnvisie voor hun centrale handelscentrum. Beslissingen worden vaak ad hoc genomen en andere binnenstedelijke belangen leggen een nadruk op te nemen beslissingen. De gevolgen hiervan uiten zich in een geringe samenhang in de componenten die gezamenlijk de binnenstad vormen. De provincie wil daarom alle gemeenten in haar grondgebied aansporen om de noodzakelijke maatregelen te nemen om hun centrale handelsgebied te versterken. Beperking groei van baanwinkels De provincie hecht er ook grote waarde aan om actief in te zetten op beperking van de groei van het aantal baanwinkels, respectievelijk een begeleide groei van het aantal baanwinkels toe te staan. De aanwezigheid van baanwinkels zal echter steeds ondergeschikt zijn aan de groei van centrale handelscentra. Momenteel bestaat circa 25 à 30% van het handelsaanbod in de provincie uit baanwinkels en grootschalige concentratiegebieden. Het streven zal er op gericht zijn dit de komende 10 jaar niet verder op te laten lopen dan tot maximaal circa 30 à 35% van het totale aanbod.

26

Hoofdstuk 4


Centrummanagement en marketing Centrummanagement is een belangrijke succesfactor voor centrumgebieden. Centrummanagement is daarbij meer dan alleen het dagelijks onderhoud van het centrumgebied en dient zich ook in te zetten voor het op niveau houden van de kwaliteit van de winkels en de branchemix. Centrummanagement zal zich ook bezig moeten houden met de marketing van het handelscentrum.

4.2 De centra in het regionaal stedelijk gebied Het centrum van Hasselt en het centrum van Genk zullen zich in het kleinhandelsaanbod nog nadrukkelijker moeten gaan profileren als de belangrijkste recreatieve handelscentra van de provincie Limburg. Deze centra vervullen daarnaast ook een sterke toeristische functie. Een uitgebreid pakket aan detailhandel, zowel op het gebied van dagelijkse als niet-dagelijkse goederen, behoort in deze centrumgebieden aanwezig te zijn. Verwevenheid van de kleinhandel met horeca, cultuur, ontspanning dient hier hoog in het vaandel te staan. Naast deze vooral functionele aspecten, verdienen ook ruimtelijke aspecten de aandacht. Nieuwe investeringen in de bereikbaarheid van het centrum, de parkeercapaciteit, de openbare ruimte, pleinen en behoud van de architectuur zijn aspecten die blijvend om aandacht vragen. Maar de centra van Hasselt en Genk zijn ook verschillend van karakter. Zo onderscheidt Hasselt zich door haar aangename, historische verblijfsomgeving en onderscheidt Genk zich door haar moderne opbouw van het centrumgebied. De complementariteit tussen deze centra zal zich in de toekomst moeten versterken, waardoor de concurrentiekracht van het regionaalstedelijk gebied sterk toeneemt en in staat is te kunnen concurreren met andere grootsteden in Vlaanderen. Daarnaast zal bezien moeten worden in hoeverre nieuwe aanbodsvormen die een (boven)provinciaal verzorgingsgebied bestrijken zich kunnen vestigen in of aan de rand van het centrumgebied van Hasselt of Genk. Daarmee wordt een synergie bereikt die ook voor de bestaande functies in het centrum van Hasselt c.q. Genk van groot belang is. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 6.3.

4.3 De centra in structuurondersteunend kleinstedelijk gebied en in het kleinstedelijk gebied Tot de centra in het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied behoren de centra van Sint-Truiden en Tongeren. Deze centra hebben vooral een (boven)regionale verzorgingsfunctie. Tot de centra in het kleinstedelijk gebied behoren de centra van Beringen, Leopoldsburg, Neerpelt-Overpelt, Maasmechelen, Maaseik, Lommel, Bree en Bilzen. Deze laatste groep centra heeft een regionale verzorgingsfunctie.

Hoofdstuk 4

27


In deze centra zal vooral ingezet moeten worden op de vestiging van functies die regionaal verzorgend zijn. Naast een aanbod gericht op shopping en recreatieve doeleinden, hebben deze centra ook een belangrijke functie op het gebied van convenience. Daarnaast dient in de regionaal verzorgende centra gezocht te worden naar mogelijkheden voor de versterking van de shopping en specialty sector om de winkelfunctie van deze centra te behouden/versterken. Daarbij dient veel aandacht uit te gaan naar de multifunctionaliteit en de onderscheidende kwaliteiten van de centra. Uit het consumentenonderzoek is gebleken dat de bereikbaarheid en het parkeren relatief slecht scoren in een aantal centra. Ook dit is een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Nieuwe ontwikkelingen in deze centra dienen te passen binnen het profiel van deze centra en mogen niet concurrerend zijn voor de binnenstad van Hasselt.

4.4 De centra in de overige gemeenten De lokaal verzorgende centra functioneren vooral als convenience aankoopplaats. Het accent ligt op supermarkten, levensmiddelenzaken en drogisterijaanbod. Aanvullend zijn enige frequent benodigde niet-dagelijkse artikelen (textiel, huishoudelijke artikelen) in de centra aanwezig. Nabijheid is het belangrijkste bezoekmotief voor de consument. Voor de lokaal verzorgende centra wordt ingezet op het behoud van een compleet voorzieningenaanbod. In de kleinste kernen is het echter niet altijd haalbaar een compleet voorzieningenaanbod overeind te houden. Het streven voor deze kernen is gericht op behoud van de aanwezige voorzieningen. Initiatieven op dit vlak worden dan ook positief tegemoet getreden. Aard en omvang van voorzieningen dienen in overeenstemming te zijn met de verzorgingsfunctie van de kern. Het uitzwermen van kleinhandel buiten het commercieel centrum dient zoveel mogelijk te worden tegengegaan. Daarnaast kan worden ingezet op een multifunctionele ontwikkeling en verweving van functies. Overige aandachtspunten bij de handhaving en versterking van de positie zijn: • ruimtelijke concentratie van voorzieningen; • voldoende kritische massa; • behoud waar mogelijk; • bereikbaar en parkeren; • veiligheid en leefbaarheid. Kleine buurtsupers Zoals reeds hiervoor vermeld, is de belangrijkste prioriteit van de provincie om de binnenstedelijke centra en de centra in de dorpen en wijken te versterken. Met name voor de kleinere gemeenten en de kleinere centra is een belangrijk middel hierbij de realisatie van kleine buurtsupers en kleine buurtwinkels. Kleine buurtsupers en kleine buurtwinkels hebben een verzorgingsfunctie voor kleinere woongemeenschappen, voorzien in de behoefte van – het steeds toenemende aantal – een- en tweepersoonshuishoudens, ouderen en minder mobielen. Voorts brengen kleine buurtsupers en kleine buurtwinkels le-

28

Hoofdstuk 4


vendigheid in de centra en hebben ze een sociale functie (ontmoetingsfunctie). Problematisch is vaak de ruimtelijke inpasbaarheid van kleine buurtsupers. Met name gaat het dan om de parkeerproblematiek, ruimtelijke inpassing, e.d. De provincie zal derhalve een maximale inspanning leveren om in deze centra kleine buurtsupers en buurtwinkels te realiseren.

Hoofdstuk 4

29


Voorbeeld sport/leisure cluster. Winkel Globetrotter in Keulen

30

Hoofdstuk 4


5.

BAANWINKELS, RETAILPARKEN, THEMACENTRA

Hoog in het kleinhandelsbeleid van de provincie staat het beleid ten aanzien van baanwinkels. De provincie kenmerkt zich door veel locaties waar baanwinkels gevestigd zijn. Zoals eerder vermeld is dit op veel plaatsen ten koste gegaan van het functioneren en de ontwikkeling van de centrale handelscentra. Toch kan niet voorbij gegaan worden aan de trend naar grootschaligheid. Grootschalige winkels hebben inmiddels een belangrijke positie in de kleinhandelsstructuur ingenomen en zijn hierin niet meer weg te denken. Voor diverse artikelgroepen bieden locaties aan de randen van steden en gemeenten zeer geschikte vestigingsmogelijkheden. Het standpunt van de provincie is echter toch dat een verdere uitbreiding van het aantal baanwinkels beperkt moet blijven c.q. in principe niet gewenst is. Dat betekent echter niet dat er geen uitbreidingen c.q. vervangingen van het aanbod meer mogen plaatsvinden. In het vorige hoofdstuk is becijferd dat de uitbreidingsbehoefte voor baanwinkels c.q. retailparken voor de komende 10 jaar becijferd is op circa 80 000 m² wvo (exclusief verplaatsers). Inclusief verplaatsers zal de nieuwbouwbehoefte echter groter zijn. Een groot gedeelte van deze nieuwbouwbehoefte zal ontstaan uit hoofde van vervanging en herstructurering van het bestaande aanbod. Immers op veel verspreide locaties in de provincie Limburg bevinden zich nog traditionele baanwinkels, die geen enkele toegevoegde waarde hebben voor de kleinhandelsstructuur in de regio en alleen maar verstorend werken op het in stand houden en versterken van de kleinhandelsstructuur en met name het in stand houden en versterken van centrale handelscentra.

5.1 Beleid traditionele baanwinkellocaties Alleen in gemeenten met een provinciale, bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie Ondanks het feit dat de provincie sterk de nadruk wil leggen op versterking van centrale handelscentra wil zij een verdere uitbreiding van het aantal baanwinkels op traditionele baanwinkellocaties niet in zijn geheel blokkeren. Dat wil zeggen dat het aantal gemeenten waar nog uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogelijk zijn, beperkt zal worden tot die gemeenten die een provinciaal verzorgende, bovenregionaal verzorgende of regionaal verzorgende functie hebben. In gemeenten met slechts een lokaal verzorgende functie zullen, ter bescherming en ter versterking van de toch al kwetsbare winkelcentra in deze gemeenten, geen nieuwe baanwinkels meer toegestaan worden, tenzij het gaat om bouwmarkten, tuincentra of grote meubeltoonzalen. De provincie zal, in overleg met de daarvoor in aanmerking komende gemeenten (met een provinciale, bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie), de locaties aanwijzen

Hoofdstuk 5

31


waar zich – onder de hieronder genoemde voorwaarden - nieuwe baanwinkels mogen vestigen. De provincie is van het standpunt dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat nieuwe solitaire locaties gaan ontstaan en dat zoveel mogelijk aangesloten dient te worden bij reeds bestaande clusters van baanwinkels. Ten aanzien van de hier bedoelde baanwinkelconcentraties gelden, wanneer het gaat om nieuwe uitbreidingen, nadrukkelijke vestigingsvoorwaarden: 1. Winkels dienen in principe groter te zijn dan 800 m², tenzij dat het gaat om een winkel die weliswaar kleiner is dan 800 m² maar in zijn branche wel als grootschalig wordt aangemerkt. 2. Winkels mogen geen structuurverstorende invloed hebben op de door de provincie en gemeente gewenste kleinhandelsstructuur. 3. Alleen die branches mogen toegelaten worden die niet concurrerend zijn met de binnensteden of centra in kleinere gemeenten en dorpen. In concreto betekent dit dat winkels die sterk gericht zijn op recreatief en vergelijkend winkelen (warenhuizen, winkels in mode, kleding en schoenen, boekhandels, juweliers, kunst en antiek) en supermarkten uitgesloten dienen te worden op traditionele baanwinkelconcentraties. 4. Aangetoond dient te worden dat er elders (in de stedelijke centra, ondersteunende centra of andere centra) geen geschikte ruimte beschikbaar is. Per daarvoor in aanmerking komende gemeente zal slechts een locatie benoemd worden, - waar onder de gestelde voorwaarden - eventuele uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogen plaats vinden. Dit zullen uitsluitend die locaties zijn waar zich al enkele of meerdere baanwinkels gevestigd hebben. Geen nieuwe locaties voor solitaire baanwinkels De provincie zal geen nieuwe toewijzingen meer doen voor nieuwe solitair gelegen baanwinkels. Deze leiden slechts tot verrommeling van de openbare ruimte, veroorzaken extra mobiliteit, gaan ten koste van bedrijfsterreinen of natuurgebieden en dragen in het geheel niet bij tot het ontstaan van een gezonde en duurzame kleinhandelsstructuur. Uitzondering voor super grootschaligen Uitzondering zijn echter die winkels die vanwege hun omvang niet inpasbaar zijn in bestaande binnenstedelijke gebieden of andere concentratiegebieden van baanwinkels. Het zou hierbij bijvoorbeeld kunnen gaan om de inpassing van een groot warenhuis op het gebied van woninginrichting (bijvoorbeeld IKEA) of de inpassing van een grote bouwmarkt (supergrootschaligen). Ook supergrote supermarkten kunnen tot de supergrootschaligen gerekend worden (bijvoorbeeld een grote Carrefour of Cora). Nadrukkelijk dient het te gaan om echt grote winkeloppervlaktes (bijvoorbeeld meer dan 15 000 m² wvo) die niet inpasbaar zijn in de bestaande detailhandelsstructuur. Het spreekt voor zich dat – alvorens tot vestiging besloten wordt – een uitgebreid onderzoek dient plaats te vinden naar de effecten van realisatie van een dergelijke winkel op de kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in de provincie, mobiliteitseffecten,

32

Hoofdstuk 5


enz. In een dergelijk onderzoek dienen niet alleen structuurverstorende invloeden opgenomen te worden, maar ook dient aandacht besteed te worden aan de toegevoegde waarde van een dergelijke winkel op het economisch functioneren van de regio. Als mogelijke locaties voor deze supergrote winkels komen alleen die locaties in aanmerking die regionaal goed ontsloten zijn en bereikbaar zijn met openbaar vervoer. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan locaties aansluitend op het rijkswegennet met lange op- en afritten (ter voorkoming van filevorming op de snelweg).

5.2 Beleid retailparken Een bijzondere vorm van concentratiegebieden van baanwinkels zijn de in opkomst zijnde retailparken. Retailparken zijn conceptmatig gebouwde winkelcentra waar grootschalige detailhandel zich in geconcentreerde vorm vestigt. Retailparken variëren in omvang 9 van 10 000 tot 15 000 m² wvo tot retailparken met een grotere omvang (meer dan 15 000 m² wvo). Kleinere retailparken hebben een kleiner verzorgingsgebied dan grotere retailparken. Zo bestrijkt het verzorgingsgebied van een kleiner retailpark voornamelijk het direct aangrenzende gebied rondom de vestigingslocatie (< 10 kilometer), terwijl de grotere retailparken een groter gebied bestrijken van 20 kilometer en meer met een bevolkingsomvang van circa 250 000 tot 300 000 inwoners. Een bekend voorbeeld van een groter retailpark is het Hydrion Retailpark in Arlon (circa 30 000 m²), waar een aantal grootschalige winkels zich in een U-vorm rondom een centrale parkeerplaats gevestigd hebben. Retailparken zijn zeer auto-afhankelijk en zijn daarom vaak gelegen op goed bereikbare locaties (vaak aan de autosnelwegen/knooppunten aan autosnelwegen). Indien zich echter op binnenstedelijke locaties mogelijkheden voordoen om aansluitend op het centrumgebied een retailpark te realiseren verdient dit – met het oog op een eventueel te bereiken synergie met de binnenstad - uiteraard de voorkeur. Voorts dienen retailparken te beschikken over voldoende parkeervoorzieningen en ook bereikbaar te zijn met openbaar vervoer. De provincie is van het standpunt dat retailparken kunnen bijdragen aan het concentreren en professionaliseren van baanwinkels en daarmee aan een versterking van de regionale kleinhandelsstructuur, doch wil wel nadrukkelijke voorwaarden stellen bij de realisatie van retailparken. Deze zijn: 1. De invulling van retailparken zal voor een groot deel moeten plaats vinden middels 10 verplaatsingen van baanwinkels die momenteel elders in Limburg gevestigd zijn . De provincie wil hierbij als voorwaarde stellen dat een groot gedeelte (bijvoorbeeld 50%) van de winkelvloeroppervlakte van een retailpark ingevuld moet worden met verplaatsers. De overige ruimte kan ingevuld worden met andere grootschalige winkels, 9 10

De kritische ondergrens bedraagt circa 10 000 m² wvo. Het moge duidelijk zijn dat bij verplaatsingen de bestemming van de achter gebleven locatie gewijzigd dient te worden. Dit ter voorkoming van nieuwe kleinhandel die zich op de vrij gekomen locatie zou willen gaan vestigen.

Hoofdstuk 5

33


2.

3.

4.

5.

die een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit en vernieuwing van de kleinhandelsstructuur in de regio (en dus niet meer van hetzelfde zijn). De ruimte die vrijkomt door de verplaatsers zal niet heringevuld mogen worden met kleinhandel. Het RUP of BPA voor deze locaties dient derhalve aangepast te worden. Om de complementariteit met de binnenstedelijke centra te bevorderen zal het alleen mogen gaan om winkels met een minimale omvang van 800 m² wvo of meer. Dit is een omvang die vaak moeilijk in de centrale handelscentra is in te passen. Kleinere oppervlaktes zijn mogelijk wanneer het gaat om een kleinere winkel die in zijn branche wel als grootschalig beschouwd wordt. Ten aanzien van de branchering worden door de provincie geen beperkingen gesteld. Ook retailparken hebben immers trekkers nodig om goed te kunnen functioneren. Dat kunnen zowel supermarkten zijn, als warenhuizen en kleding en modewinkels. Het is overigens aan de gemeenten om middels op te maken stedenbouwkundige of socio-economische richtlijnen nader invulling te geven aan de gewenste branchering van de retailparken. Ook zal nagegaan moeten worden wat voor effecten de realisatie van een retailpark zal hebben op de kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in de regio. Indien deze tot een structurele verstoring van de kleinhandelsstructuur leidt, zal de provincie geen toestemming tot realisatie van het retailpark geven. In gemeenten waar retailparken gerealiseerd worden, zullen op andere locaties geen baanwinkels meer toegestaan worden.

De provincie wil het aantal retailparken dat binnen haar grenzen gerealiseerd kan worden, beperken. Zij stelt daarom voor om op een drietal locaties binnen de provincie mogelijkheden te scheppen voor grote retailparken (> 15 000 m² wvo). Deze grote retailparken kunnen slechts gerealiseerd worden in gemeenten met een provinciaal of regionaal verzorgende functie. Het gaat hierbij om: • een locatie in het noordelijke deel van Limburg; • een in Midden-Limburg; • een in het zuidelijke deel van Limburg. Voorts dienen deze bij voorkeur gerealiseerd te worden door herstructurering van bestaande, verouderde retailparken. De kleinere retailparken (tussen de 10 000 en 15 000 m² wvo) kunnen – onder de gestelde voorwaarden – alleen maar gelokaliseerd worden in gemeenten met een provinciale, regionale of bovenlokale verzorgingsfunctie en dan bij voorkeur op locaties waar nu al baanwinkels gevestigd zijn (herstructurering van bestaande baanwinkellocaties). Voorts zal de provincie in gemeenten waar retailparken gerealiseerd worden (maximaal een retailpark per daarvoor in aanmerking komende gemeente) geen uitbreidingen van andere baanwinkelconcentratiegebieden meer toestaan.

34

Hoofdstuk 5


In gemeenten met een lokale verzorgingsfunctie zullen ter bescherming van de lokale kleinhandel geen retailparken gerealiseerd worden.

5.3 Winkels op verspreide locaties In de kleinhandelsstructuur van de provincie Limburg komen op diverse locaties nog winkels voor die solitair gelegen zijn. Soms gaat het over kleine verspreide winkels in woongebieden, soms over kleine of grote solitair gelegen winkels langs de invalswegen en op industrieterreinen. In de provincie Limburg bestaat circa 40 à 45% van het gehele aanbod uit verspreid gelegen vestigingen. Veel van deze winkels worden gekenmerkt door een marginaal economisch functioneren en zullen in de toekomst verdwijnen als gevolg van opvolgingsproblemen of minder gunstige omgevingsfactoren. Het beleid van de provincie Limburg is er op gericht om het verspreid liggend winkelvolume niet verder te laten uitbreiden c.q. aanzienlijk te verminderen ten gunste van de binnenstedelijke handelscentra en de centra in de kleinere gemeenten, dorpen en woonkernen. Winkels dienen immers gelokaliseerd te zijn in winkelgebieden waar zij elkaar kunnen versterken.

5.4 Wenselijkheid andere aanbodsvormen In de bovenstaande paragrafen is aangegeven hoe de provincie beleidsmatig wenst om te gaan met haar binnenstedelijke centra, haar baanwinkels en de retailparken. Naast deze aanbodsvormen zijn er nog een aantal andere aanbodsvormen die momenteel of in de nabije toekomst vraag zullen uitoefenen naar geschikte locaties. De provincie Limburg stelt zich hierbij op het standpunt dat nieuwe aanbodsvormen aan de kleinhandelsstructuur in Limburg toegevoegd kunnen worden wanneer deze • een wezenlijke bijdrage leveren aan het up-to-date houden van de kleinhandelsstructuur in de verschillende regio’s van de provincie Limburg; • tegemoet komen aan de verlangens van de consument; • vernieuwend zijn; • niet ten koste gaan van het voorzieningenniveau in de gemeenten. Hierbij is echter tegelijkertijd gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat er een ernstige verstoring van de kleinhandelsstructuur zal kunnen optreden. Een zorgvuldige afweging dient hierover plaats te vinden. Hieronder wordt voor enkele nieuwe aanbodsvormen aangegeven wat deze effecten zouden kunnen zijn, zowel in positieve als in negatieve zin. Achtereenvolgens komen aan de orde: • perifeer gelegen regionale shopping centra; • hypermarkten;

Hoofdstuk 5

35


• • •

factory outlet centra; themacentra; traffic locaties.

5.4.1 Perifeer gelegen regionale shopping centra Perifeer gelegen shopping centra komen veel voor in het buitenland. Maar ook in België komen op verschillende locaties regionaal verzorgende shopping centra voor. Vaak liggen deze buiten de traditionele kleinhandelsstructuur. Voorbeelden hiervan zijn: • shopping centrum Wijnegem; • shopping centrum Waasland in Sint-Niklaas; • de in Brussel gelegen shopping centra Woluwe, Basilix en Westland; • de Cora shopping centra in Anderlecht, Châtelineau, Hornu, La Louvière, Messancy, Rocourt en Woluwe. Over het algemeen bestaan deze shopping centra uit een grote supermarkt (in de Cora centra tot meer dan 10 000 m² wvo) en een aantal winkels die ook in binnensteden worden aangetroffen (zoals op het gebied van kleding en mode, schoenen, juwelen, binnenhuisdecoratie, beauty, boekhandels, opticiens, horecavoorzieningen). Shopping centra worden vaak beheerd door een management. Tevens vindt gezamenlijke marketing plaats. Perifere shopping centra liggen vaak aan de rand van woongebieden op een met de auto en openbaar vervoer goed bereikbare locaties met ruime en veelal gratis parkeervoorzieningen. De opkomst van dergelijke centra heeft zowel in het buitenland als in België vaak geleid tot aanzienlijke negatieve effecten en leegstand/verpaupering in de binnensteden. Perifeer gelegen shopping centra zijn derhalve in de provincie Limburg niet gewenst. 5.4.2 Hypermarkten Hypermarkten hebben een sterk regionaal verzorgende functie en kunnen – zeker wanneer in de traditionele centra geen nieuwe investeringen meer plaats vinden - ten koste gaan van het lokale voorzieningenniveau. Hypermarkten kennen ook een ander bezoekmotief dan kleinere supermarkten. Hypermarkten hebben een grote auto-afhankelijkheid, worden door de consument slechts bezocht voor de grote boodschappen (gemiddeld zo’n een à twee keer per maand) en kennen een hoog gemiddeld bestedingsbedrag per bezoek. Kleinere supermarkten in de binnenstedelijke centra of in de dorpen en wijken worden meerdere keren per week bezocht en kennen een gemiddeld bestedingsbedrag dat per bezoek aanzienlijk lager is dan dat bij hypermarkten. 11

Opvallend is ook dat uit een recent uitgevoerd onderzoek is gebleken dat hypermarkten op het gebied van voeding marktaandeel zullen gaan verliezen aan buurtwinkels.

11

4th Belgian Consumer Goods onderzoek van de Vlerick Leuven Gent Management School.

36

Hoofdstuk 5


Desondanks wil de provincie – onder voorwaarden - toch nog mogelijkheden scheppen voor een nieuwe hypermarkt in Midden-Limburg. Als motivatie hiervoor geldt dat op het gebied van convenience momenteel nog een relatief grote koopvlucht optreedt naar loca12 ties buiten Limburg . Hierin kan een nieuwe hypermarkt voorzien. Hypermarkten hebben voorkeur voor locaties nabij snelwegen. Aansluiting van een hypermarkt bij een bestaande baanwinkellocatie of retailpark heeft hierbij met het oog op synergetische effecten de voorkeur. Een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van een nieuwe hypermarkt in Limburg is dat middels een uitgebreid distributieplanologisch onderzoek aangetoond dient te worden dat de realisatie hiervan geen schadelijke effecten heeft op de regionale kleinhandelsstructuur en het lokale voorzieningenniveau. 5.4.3 Factory outlet centra Momenteel zijn er in België reeds een drietal FOC’s gevestigd, nl. in Maasmechelen (provincie Limburg), Messancy (provincie Luxemburg) en Verviers (provincie Luik). Een vierde FOC is gepland in Gent. Factory outlet centra onderscheiden zich van andere winkelcentra door hun specifieke aanbod. Een FOC is geen gewoon winkelcentrum maar een centrum waar de fabrikanten hun overtollige voorraden of artikelen met enige schade aanbieden tegen prijzen die doorgaans circa 30 tot 50% onder de winkelwaarde ligt. FOC’s hebben een grote aantrekkingskracht op het publiek. Vaak zijn consumenten bereid om een reistijd van 1 uur en meer te accepteren om een FOC te bezoeken. Men maakt er een daguitstap van. Over de impact van FOC’s op traditionele winkelgebieden bestaat veel discussie. Afhankelijk van de locatie (aansluitend aan een winkelgebied of solitair gelegen) is er in min of meerdere mate sprake van negatieve of positieve omzeteffecten. Momenteel is er in Maasmechelen reeds een FOC gevestigd. Daarmee is de provincie Limburg in voldoende mate voorzien van FOC’s. 5.4.4 Themacentra Themacentra komen in steeds meer vormen voor. Onder themacentra worden centra verstaan waar een zeer specialistisch aanbod van winkels en aanvullende voorzieningen plaatsvindt. Deze themacentra hebben vaak een groot verzorgingsgebied, zijn zeer onderscheidend van traditionele winkelcentra, liggen vaak op goed bereikbare locaties aan de rand van steden en hebben in principe weinig of geen negatieve invloed op de traditionele winkelstructuur. Veel voorkomende thema- en vermaakscentra zijn: • woonboulevards en woonmalls; • sport- en vrijetijdsboulevards; • tuinboulevards; • zorgboulevards. 12

Er is in Limburg momenteel een koopvlucht van circa 8%. De provincie wil deze koopvlucht inperken tot maximaal 5%.

Hoofdstuk 5

37


Naast deze centra zijn ook andere vormen van themacentra in opkomst. Zo bestaan er bijvoorbeeld in Beringen plannen om een themapark rondom het mijnverleden van Beringen te realiseren. Over de exacte invulling hiervan is nog maar weinig bekend. Wat betreft de mogelijke locaties voor themacentra komen in principe alleen die gemeenten in aanmerking die een provinciale, bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie hebben. Uitzonderingen op deze regel zijn echter mogelijk wanneer het gaat om zeer specifieke locaties elders in Limburg die zich vanwege hun bijzondere ligging, architectonische eigenschappen of andere redenen bijzonder goed lenen voor een passende themagerichte invulling. Hieronder wordt nader ingegaan op enkele veel voorkomende themacentra. Woonboulevards en woonmalls In Nederland komen op diverse locaties woonboulevards voor. Woonboulevards zijn themacentra, vaak gelegen op perifere locaties, met een veelheid aan winkels op het gebied van woninginrichting. Woonboulevards zijn conceptmatig gebouwd in een U-vorm met in het midden een centrale parkeergelegenheid. Woonboulevards worden bezocht door klanten die afkomstig zijn uit een regio die zich uitstrekt tot gemiddeld zo’n 20 kilometer. Vanwege hun specifieke winkelaanbod vormen woonboulevards geen bedreiging voor binnensteden. Voorbeelden hiervan zijn Ekkersrijt in Eindhoven, Woonboulevard Breda, Woonboulevard In de Cramer in Heerlen. De omvang van woonboulevards schommelt doorgaans tussen de 10 000 en 20 000 m² wvo. Een meer geprofessionaliseerde vorm van een woonboulevard is een woonmall. Onder een dak bieden tal van winkels op het gebied van woninginrichting hun artikelen aan. De verzorgingsgebieden van deze woonmalls zijn aanzienlijk groter dan die van de woonboulevards. Voorbeelden hiervan zijn Alexandrium in Rotterdam en Woonmall ArenA in Amsterdam. Deze hebben een omvang van circa 60 000 tot 80 000 m² wvo. Ook woonmalls vormen geen bedreiging voor binnensteden. In België worden sporadisch woonboulevards aangetroffen (Peer, Riemst). Woonmalls zijn niet aanwezig. Toevoeging c.q. uitbreiding van bestaande woonboulevards (Peer, Riemst) en het realiseren van een woonmall kan derhalve leiden tot een aanzienlijke versterking van de kleinhandelsstructuur in Limburg. Wel zal er voor gewaakt moeten worden dat het aantal woonboulevards/woonmalls beperkt moet blijven. In Nederland is de afgelopen jaren een ware hausse ontstaan op het realiseren van woonboulevards, hetgeen geleid heeft tot een overaanbod in deze branche. Om dit te voorkomen wordt in de provincie Limburg maximaal ruimte toegestaan voor twee woonboulevards en een woonmall. Voor de woonboulevards is de provincie Limburg van het standpunt dat het best aangesloten kan worden bij de bestaande clusters van woninginrichting in Peer en Riemst. Voor de realisatie van een woonmall komt het regionaalstedelijk gebied (Hasselt, Genk) in aanmerking met dien verstande dat een maximale krachtsinspanning geleverd moet worden om deze woonmall te lokaliseren in of aan de rand van de centrale handelsge-

38

Hoofdstuk 5


bieden in deze steden. Wanneer hier geen ruimte gevonden kan worden, zal getracht moeten worden aansluiting te zoeken bij concentratiegebieden van baanwinkels c.q. retailparken. Sportboulevard Ook op het gebied sport en vrije tijd komt thematisering voor. Bekend voorbeeld hiervan in Nederland is de sportboulevard in Heerenveen (Nederland). Inmiddels is ook in de provincie Limburg een initiatief tot stand gekomen om een sportboulevard te realiseren (KRC Genk). Op een sportboulevard (vaak bij voetbalstadions) wordt een cluster van sport- en vrijetijdsvoorzieningen aangetroffen zowel op het gebied van horeca, leisure als themagelieerde detailhandel. Ontwikkelaars van sportboulevards zijn echter vaak om financiÍle redenen geneigd om de kleinhandelscomponent van een sportboulevard te verhogen middels andere niet themagelieerde kleinhandelsfuncties. De provincie is hierbij van het standpunt dat nietthemagelieerde detailhandel op sport- en vrijetijdsboulevards voorkomen moet worden. Een scherp geformuleerde lijst van toegestane en niet-toegestane branches is noodzakelijk om te voorkomen dat zich in deze sportboulevards ongewenste ontwikkelingen voordoen. Voorts stelt de provincie zich op het standpunt dat het aantal sportboulevards - vanwege het unieke karakter - beperkt dient te blijven tot een locatie in Noord-Limburg, een locatie in Midden-Limburg en een locatie in Zuid-Limburg. Vanzelfsprekend dient voorafgaand aan de realisatie van een sportboulevard onderzoek plaats te vinden naar de effecten hiervan op de regionale kleinhandelsstructuur. Overige themacentra Naast de hierboven genoemde themacentra zullen zich in de toekomst ook andere vormen van themacentra (zoals bijvoorbeeld tuinboulevards, zorgboulevards, e.d.) ontwikkelen en zich willen vestigen in de provincie Limburg. De provincie Limburg is hierbij van het standpunt dat themacentra een versterking van de kleinhandelsstructuur kunnen betekenen, mits deze niet ten koste gaat van de gewenste kleinhandelsstructuur in de provincie. Een uitgebreid onderzoek zal derhalve dienen plaats te vinden naar de effecten hiervan op de kleinhandelsstructuur. De provincie is hierbij tevens van het standpunt dat de toegelaten branches in dergelijke themacentra steeds themagelieerd moeten zijn. Voorts is de provincie – met het oog op synergie - voorstander van locaties die zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande kleinhandelsstructuur. 5.4.5 Traffic locaties Traffic centra zijn centra die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van grote aantallen bezoekers. In deze centra ontstaan steeds meer winkels, zoals bijvoorbeeld bij stations, benzinestations, ziekenhuizen, universiteiten, kantoorlocaties, enz. Kleinhandel is in

Hoofdstuk 5

39


deze centra ondergeschikt aan de hoofdfunctie van deze gebieden. Het aanbod in winkels in traffic centra dient gericht te zijn op de momentbehoefte van de daar aanwezige consument (bijvoorbeeld een kleine voedingswinkel, een boekhandel, bloemenverkoop, e.d.). Traffic centra zijn niet concurrerend ten opzichte van de elders aanwezige winkelgebieden. Wel stelt de provincie dat de winkels in traffic centra beperkt van omvang dienen te blijven. Een winkelvloeroppervlakte van zo’n 100 à 150 m² wvo per winkel is hierbij het maximum. 5.4.6 Samenvattend AANBODSVORM

POSITIEF

Perifeer gelegen regionaal •

Niet aanwezig in

shopping centrum (o.a.

Limburg

Cora inclusief plint)

• Hypermarkten (grote

Carrefour, Cora hypermarkt zonder plint)

CONCLUSIE

Niet gewenst

Vaak hetzelfde aanbod als in binnenste-

Sterke aantrekkingskracht

NEGATIEF

den •

Negatieve impact op

(Boven)regionaal

binnensteden en

verzorgend

dorps- en wijkvoorzie-

Werkgelegenheid

ningen •

Mobiliteitseffecten

Breed en diep assor-

Groot ruimtebeslag

Beperkt gewenst. Maxi-

timent

Mobiliteit

maal een in Limburg op

Grote (boven)re-

Nadelige impact op

zeer centrale locatie

gionale aantrekkings-

lokale voorzieningen-

(Midden Limburg).

kracht

structuur

Onderzoek gewenst op

Verhoogt binding aan

impact op lokale voorzie-

convenience in Lim-

ningenstructuur.

burg Factory Outlet Centrum

• •

Sterke aantrekkings-

Aanwezig in de pro-

kracht

vincie (Maasmeche-

(Boven)regionaal

len)

Niet meer gewenst

verzorgend •

Themacentra: Woonboulevard / woon-

mall

Diep assortiment in

Reeds voldoende

Gewenst, doch waken

een branche

aanbod op gebied van

voor een te groot aanbod

Grote (boven) re-

woninginrichting, maar

van woonboulevards.

gionale aantrekkings-

wel erg verspreid

Maximaal 2 in Limburg.

kracht

Vestigingsvoorkeur bij

Woonboulevard be-

retailparken of bij be-

perkt uniek

staande concentratie van woninginrichtingswinkels (bijvoorbeeld in Peer, Riemst). Woonmall: gewenst op

40

Woonmall zeer uniek

slechts een locatie in

Hoofdstuk 5


AANBODSVORM

POSITIEF

NEGATIEF

CONCLUSIE Limburg (Hasselt, Genk). Voor zowel woonboulevard als woonmall is branche specifiek aanvullend onderzoek gewenst.

Themacentra:

Sportboulevard (bijv. winkels bij sportstadions)

• •

Diep assortiment in

Kleinhandel vaak

Gewenst, doch branche-

een branche

misbruikt als financiële ring beperken tot thema-

Grote (boven)re-

grondslag voor exploi-

gionale aantrekkings-

tatie

gelieerde branches.

kracht

Maximaal 3 in de provin-

Sportboulevard is

cie: een in Noord-

uniek

Limburg, een in Midden-

Combinatie met leisu-

Limburg en een in Zuid-

re

Limburg. Aanvullend branche specifiek onderzoek gewenst.

Traffic locaties (bij treinstations, ziekenhuizen)

Spelen in op momentbehoefte

Kan ten koste gaan

Gewenst, doch voorwaar-

van lokale voorzienin-

den stellen omtrent om-

gen

vang (bijvoorbeeld maximaal 100 à 150 m² wvo). Onderzoek naar ruimtelijke en functionele inpassing gewenst.

Hoofdstuk 5

41


42

Hoofdstuk 5


6.

VISIE OP DE STRUCTUUR PER REGIO

6.1 Noord Limburg Noord-Limburg bestaat uit de volgende gemeenten: Regionaal verzorgend: Lommel, Overpelt-Neerpelt, Bree; Lokaal verzorgend: Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Bocholt, Meeuwen-Guitrode; Specifieke functie: Peer. In Noord Limburg wonen momenteel circa 141 000 inwoners. Dit aantal zal uitgroeien tot ruim 147 500 inwoners in 2015. Aan kleinhandel is een aanbod aanwezig van circa 255 000 m² wvo (1 800 m² per 1 000 inwoners). Op het gebied van convenience wordt in Noord-Limburg circa 86,8% van het bestedingspotentieel gebonden. Op het gebied van shopping en specialty is dat ongeveer 70%. De verzorgingsindex van de aanwezige gemeenten in Noord-Limburg geeft aan dat van de regionaal verzorgende gemeenten Lommel een verzorgingsindex heeft van 143, Overpelt-Neerpelt van 78 en Bree een verzorgingsindex van 159. Op basis van deze cijfers kan geconstateerd worden dat zowel Lommel als Bree hun regionale verzorgingsfunctie waar maken met een voldoende aanbod aan kleinhandel. Voor Neerpelt-Overpelt geldt dit niet. Deze bipool maakt haar regionale verzorgingsfunctie momenteel nog niet waar. Regionaal verzorgend centrum Lommel Het centrum van Lommel heeft momenteel al een stevige positie op het vlak van shopping. In het centrum zijn momenteel circa 125 winkels gevestigd met een totale omvang van ruim 16 500 m² wvo. Er is een relatief sterk aanbod op het gebied van shopping en specialty. In bezoekmotieven, waarom men het centrum van Lommel wel of niet bezoekt, doen zich in vergelijking met andere centra geen spectaculaire ontwikkelingen voor. Lommel heeft vooral een functie voor het westelijk deel van Noord-Limburg. Daar waar mogelijk zal ruimte moeten worden gegeven om deze kwaliteit sterker uit te bouwen. Regionaal verzorgend centrum Bree Het centrum van Bree kan op dit moment haar positie als regionaal verzorgend centrum nog niet geheel waarmaken, ondanks het feit dat hier de afgelopen jaren al aanzienlijk is geïnvesteerd. Het centrum van Bree heeft met circa 72 winkels van in totaal bijna 8 000 m² wvo een nog te beperkte omvang. Op het totale aanbod in Bree heeft het centrum slechts een omvang van circa 20%. Het winkelcentrum van Bree heeft vooral een functie voor het oostelijk deel van Noord-Limburg.

Hoofdstuk 6

43


Aspect dat in de beoordeling van de consument naar voren springt, is vooral de minder gunstige bereikbaarheid van het centrum. Onderzoek dient verricht te worden om het centrum van Bree beter bereikbaar te maken. Regionaal verzorgend centrum Neerpelt-Overpelt In de gemeenten Overpelt en Neerpelt is het centrum van Neerpelt het belangrijkste winkelgebied. Dit centrum heeft een omvang van circa 10 000 m² en heeft een regionaal verzorgende functie. Het centrum van Overpelt is aanzienlijk kleiner (circa 6 000 m²) en is vooral lokaal verzorgend. Naast deze centra is er in beide gemeenten nog een aanzienlijke hoeveelheid verspreide bewinkeling aanwezig. Neerpelt heeft werk gemaakt van een ruimtelijk-functionele ontwikkelingsvisie voor het centrum. Een aantal uitgangspunten heeft geleid tot de selectie van 3 hefboomlocaties die moeten zorgen voor een verdichting en uitbreiding van het voorzieningenaanbod. Momenteel is voor één locatie reeds een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen gemeente en ontwikkelaar betreffende de realisatie van een integrale centrumontwikkeling met 3 900m² retail, 7 000m² wonen en 250 parkeerplaatsen. Op dit moment zijn onderhandelingen lopende met eigenaars voor de heropwaardering van de tweede locatie. Lokaal verzorgende winkelcentra in Noord-Limburg Met uitzondering van Lommel en Bree en de gewenste verzorgingsfunctie van NeerpeltOverpelt hebben alle overige centra in Noord-Limburg een overwegend lokale verzorgingsfunctie. Voor deze centra is het vooral van belang om te kunnen voorzien in de dagelijkse behoeften van de consument (supermarkten, voedingswinkels) en waar mogelijk de onderscheidende kwaliteiten sterker te benadrukken. Belangrijke punten die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen en die in de verdere lokale beleidsvorming aandacht behoeven, zijn: • De mindere bereikbaarheid en parkeermogelijkheden in het centrum van HamontAchel. • In de gemeente Hechtel-Eksel wordt de keuze aan producten opvallend negatief beoordeeld. In de branchering van Hechtel-Eksel valt op dat enkele branches sterk ondervertegenwoordigd zijn (drogist, schoenen, sport en spel). • Meeuwen-Guitrode onderscheidt zich van de andere lokaal verzorgende centra door haar grote productkeuze en haar goede bereikbaarheid. Het centrum is echter klein van omvang. • Peer kent een ruim detailhandelsaanbod. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de branche woninginrichting. In de branche woninginrichting heeft Peer een (boven)regionale verzorgingsfunctie. Baanwinkels / retailparken De regio Noord-Limburg kenmerkt zich verder door een aantal grotere baanwinkelconcentraties zoals de Buitensingel in Lommel (13 000 m²), Toleik in Bree (6 000 m²), en de baan naar Bree in Peer (circa 24 000 m² woninginrichting). Naast deze locaties is er ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden. De Buitensingel in Lommel manifesteert

44

Hoofdstuk 6


zich reeds als een retailpark. De provincie zal in overleg met de betreffende gemeenten (uitsluitend die gemeenten met een regionaal verzorgende functie – in Noord-Limburg zijn dat Lommel, Bree en Neerpelt-Overpelt) vaststellen op welke locaties (een per gemeente) nog uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogen plaatsvinden. Hiervoor gelden echter wel de volgende vestigingsvoorwaarden: • niet concurrerend zijn voor de bestaande winkelgebieden; • in principe groter zijn dan 800 m² wvo; • vernieuwend zijn; • geen betrekking hebben op de branches mode en kleding, warenhuizen en supermarkten; • aangetoond is dat er elders (bijvoorbeeld op retailparken) geen vestigingsmogelijkheden zijn. De provincie is er, ter verdere kwalitatieve versterking en professionalisering van het aanbod, voorstander van om – onder de reeds eerder gestelde voorwaarden - retailparks te realiseren. Deze zouden alleen gerealiseerd kunnen worden in de regionaal verzorgende gemeenten Lommel, Bree of in Neerpelt-Overpelt. De Singel in Lommel (een reeds bestaand groot retailpark van 13 000 m² wvo) leent zich het beste voor een eventuele verdere uitbouw naar een groot retailpark met een omvang van meer dan 15 000 m². Een aanvullend programma van 5 000 m² verdeeld over 5 units (met o.a. een Lidl supermarkt, en enkele lokale handelszaken in elektro, vloerbedekking, papierwaren en sanitair) past in deze ontwikkeling. De locatie Toleik in Bree leent zich het beste voor de realisatie van een kleiner retailpark (< 15 000 m²). Het moge duidelijk zijn dat, in het geval dat retailparken gerealiseerd worden, de uitbreidingen van baanwinkels alleen maar mogen plaatsvinden op deze retailparken. Themacentra In de kleinhandelsstructuur neemt Peer een bijzondere positie in. Peer beschikt - naast haar regulier kleinhandelsaanbod - over een sterk themagericht winkelaanbod (een woonboulevard). Indien hiertoe mogelijkheden aanwezig zijn en dit niet leidt tot een verstoring van de aanbodstructuur, kan dit aanbod uitgebreid worden. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere concentratie van het aanbod te worden gekomen. Verplaatsing van verspreid gelegen en daarvoor in aanmerking komende winkels naar de centrale handelscentra in NoordLimburg c.q. retailparken is zeer gewenst.

6.2 West-Limburg West-Limburg bestaat uit de volgende gemeenten: Regionaal verzorgend: Beringen, Leopoldsburg;

Hoofdstuk 6

45


Lokaal verzorgend:

Ham, Tessenderlo, Lummen, Halen, Herk-de-Stad, Heusden-Zolder.

In West Limburg wonen momenteel ruim 145 000 mensen. Dit aantal zal toenemen tot circa 156 000 in 2015. De kleinhandel heeft een omvang van zo’n 172 000 m², ofwel circa 1 200 m² per inwoner. Dat is laag in vergelijking met het provinciaal gemiddelde. De kleinhandel in West-Limburg bindt op het gebied van convenience circa 86,7% van de bestedingen. Op het gebied van shopping en specialty is de binding laag, nl. circa 53%. De verzorgingsindex van de verschillende gemeenten is bijzonder laag. Zo hebben de regionaal verzorgende gemeenten Beringen en Leopoldsburg slechts een verzorgingsindex van respectievelijk 71 en 86 en zijn daarmee niet in staat om hun regionale verzorgingsfunctie ook waar te maken. Regionaal verzorgend centrum Beringen Het aanbod in Beringen strekt zich echter uit over enkele dorpskernen, zoals het centrum van Beringen zelf, van Beverlo, Koersel en Paal. Om haar positie als regionaal verzorgend centrum ook waar te kunnen maken zal het centrum van Beringen uitgebreid moeten worden (meer concentratie in Beringen-centrum). Momenteel loopt een onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe. In dit onderzoek worden tevens de mogelijkheden onderzocht om te bekijken hoe het centrum van Beringen zoveel mogelijk gekoppeld kan worden aan de ontwikkelingen die momenteel in Beringen-Mijn gaande zijn (zie hieronder). Voor de overige kernen van de gemeente Beringen wordt vooral een lokaal verzorgend karakter voorzien, dat wil zeggen gericht op de dagelijkse behoeften van de daar wonende bevolking. Regionaal verzorgend centrum Leopoldsburg Het aanbod in Leopoldsburg bestaat uit in totaal circa 20 000 m², waarvan de branche voeding circa 2/3 voor zich opeist. Veel van het in Leopoldsburg aanwezige aanbod bevindt zich buiten het centrum. Het centrum telt slechts ruim 7 000 m², de baanwinkels ruim 9 000 m² en de verspreide winkels bijna 4 000 m² wvo. Om haar regionaal verzorgende functie waar te maken is er behoefte aan versterking van het centrumgebied. Deze zal vooral gevonden moeten worden in verplaatsing van verspreid gelegen aanbod naar het centrumgebied en uitbreiding en versterking van het aanbod in modeartikelen. Daarnaast zal ook bezien moeten worden in hoeverre de bereikbaarheid en parkeermogelijkheden in het centrumgebied van Leopoldsburg verbeterd kunnen worden. Lokaal verzorgende centra De centra van de overige gemeenten in West-Limburg hebben overwegend een lokale verzorgingsfunctie. Dat betekent dat met name aandacht geschonken dient te worden aan de beschikbaarheid van winkels op het gebied van dagelijkse goederen (supermarkten, voedingswinkels). Een belangrijk aandachtspunt dat uit het onderzoek naar voren is

46

Hoofdstuk 6


gekomen is de mindere bereikbaarheid van het centrum van Heusden-Zolder. Andere opvallende conclusies in deze lokaal verzorgende centra kunnen niet getrokken worden. Baanwinkels / retailparken In de regio West-Limburg is een tweetal grotere concentratiegebieden met baanwinkels aanwezig, nl. de Grote Baan in Herk-de-Stad (8 000 m²) en de Lommelsesteenweg in Leopoldsburg (5 000 m²). Daarnaast is ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden aanwezig. De baanwinkellocaties in deze gemeenten zullen niet verder uitgebreid mogen worden. Vanwege haar regionale verzorgingsfunctie zullen alleen mogelijkheden bestaan voor baanwinkels in Beringen en Leopoldsburg. De provincie geeft hierbij echter sterk de voorkeur aan Beringen daar deze gemeente reeds beschikt over sterke baanwinkels en zeer gunstig is gelegen aan een knooppunt van rijkswegen (E313 en E314). De provincie zal met de gemeente Beringen afspraken maken over de locatie (slechts één locatie) waar deze baanwinkels mogelijk zijn (zie paragraaf 7.2.4). Themaparken Belangrijk initiatief in de regio West-Limburg is het initiatief om in Beringen een themapark te realiseren. Dit themapark (MijnWereld) behelst een herontwikkeling van het mijnterrein aan de Koolmijnlaan in Beringen. Het concept bestaat uit de onderdelen MijnWonen (uitbouw van een nieuwe woonwijk) en MijnBeleven (waartoe o.a. leisurevoorzieningen en een retailpark behoren). De provincie ondersteunt dit initiatief onder voorwaarde dat het voorziene retailpark voldoet aan de randvoorwaarden die hieraan in het vorige hoofdstuk zijn gesteld, nl. • het retailpark mag niet groter worden dan 15 000 m² wvo; • het retailpark bestaat voor minimaal 50% uit verplaatsers; • de overige 50% betreffen branches die vernieuwend zijn voor de kleinhandelsstructuur in West-Limburg; • van het retailpark gaat geen structuurverstorende invloed uit op de kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in West-Limburg en geen belemmerde invloed op de herontwikkeling en uitbreiding van Beringen-centrum. De provincie sluit derhalve de ontwikkeling van een retailpark niet uit, maar heeft toch een sterke voorkeur voor de ontwikkeling van een themagericht detailhandelsaanbod. Een themagericht aanbod is veel minder concurrerend met de ontwikkelingsplannen voor Beringen-centrum, geeft aan Beringen een onderscheidend vermogen en is in de ogen van de provincie veel meer passend in de oude historische mijngebouwen van Mijnwereld. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere concentratie van het aanbod te worden gekomen.

Hoofdstuk 6

47


Knooppunt Lummen Een goede locatie voor het realiseren van supergrootschalige winkels die niet inpasbaar zijn in de bestaande kleinhandelsstructuur en retailparken is de omgeving van het rijkswegenknooppunt Lummen (knooppunt E313, E314). Hierbij kan gedacht worden aan de realisatie van een grootschalige winkel op het gebied van woninginrichting (IKEA), een grootschalige bouwmarkt of een grote hypermarchĂŠ (Carrefour, Cora hypermarkt zonder plint). Indien tot vestiging hiervan besloten wordt, zal er voor gewaakt dienen te worden dat deze locatie niet uitgroeit tot een nieuw concentratiegebied voor grootschalige kleinhandel. Tenzij dat voor deze ontwikkeling andere locaties worden gesaneerd.

6.3 Midden-Limburg Midden-Limburg bestaat uit de volgende gemeenten: Bovenprovinciaal en provinciaal: Hasselt en Genk; Lokaal verzorgend: Houthalen-Helchteren, Zonhoven, Opglabbeek, As, Zutendaal en Diepenbeek. Midden-Limburg is de belangrijkste regio in Limburg. Niet alleen wat betreft haar aantal inwoners en de aanwezigheid van de grote steden Hasselt en Genk, maar ook vanwege haar ligging aan de E313 en E314. In Midden-Limburg wonen momenteel ongeveer 225 000 mensen. In 2015 zullen dat er ongeveer 230 000 zijn. In Midden-Limburg is een kleinhandelsomvang aanwezig van circa 460 000 m² wvo, waarvan een zeer belangrijk gedeelte is gelegen in de steden Hasselt en Genk. Op het gebied van convenience wordt circa 94% van de koopkracht gebonden; op het gebied van shopping en specialty ongeveer 85%. De verzorgingsindex van Hasselt en Genk bedraagt respectievelijk 182 en 127. Dat betekent dat Hasselt op dit moment haar verzorgingsfunctie waarmaakt. Voor Genk geldt dat nog niet. De uitbreidingen van het centrumgebied van Genk en de geplande uitbreidingen op andere locaties in Genk maken het ook voor Genk mogelijk om haar verzorgingsfunctie binnen het kader van het regionaalstedelijk netwerk waar te kunnen maken. (Boven)Provinciaal verzorgend centrum Hasselt De binnenstad van Hasselt bekleedt het hoogste verzorgingsniveau in de kleinhandelsstructuur van de provincie. Door omvang en kwaliteit van het voorzieningenpakket, bestaande uit een menging van functies (kleinhandel, horeca, cultuur), en een sfeervolle inrichting oefent Hasselt een brede aantrekkingskracht uit op bezoekers vanuit de provincie, maar ook van daarbuiten, onder andere uit Vlaams-Brabant. Op het gebied van winkels telt het centrum van Hasselt ruim 425 winkels met een omvang van ruim 72 000 m² wvo. Hasselt heeft een sterke functie op het gebied van shopping, vooral gericht op kleding en mode. Het centrum wordt positief beoordeeld op de keuze aan producten. Aspecten als

48

Hoofdstuk 6


bereikbaarheid en parkeren scoren echter minder. Investeren in de binnenstad blijft noodzakelijk om ook in de toekomst de positionering te kunnen handhaven. Ook om tegenwicht te kunnen bieden aan de ontwikkelingen die de laatste jaren langs de handelslinten hebben plaatsgevonden. De belangrijkste basisvoorwaarden om het functioneren van de binnenstad op peil te houden en verder te versterken, liggen op het vlak van de vele keuzemogelijkheden, de mix met leisure (met name horeca), een goede (auto)bereikbaarheid en voldoende parkeermogelijkheden. Inspelen op nieuwe trends is daarbij van groot belang om aan de wensen en de behoeften van de consument te kunnen voldoen. Onderscheidende kwaliteiten dienen te worden benadrukt. Aandachtspunten bij de handhaving en versterking van de positie zijn: • compact centrum; • parkeren en bereikbaarheid; • verblijfswaarde; • variatie in aanbod; • thematisering en gebiedsprofielen; • multifunctionaliteit. In Hasselt zal de ontwikkeling van de Blauwe Boulevard (een herontwikkeling van de kanaalkom ten noorden van de stadskern) tot een binnenstedelijke woonomgeving met onder andere winkels, kantoren en woningen de bovenregionale uitstraling van de binnenstad versterken. Ook dient aandacht besteed te worden aan de mogelijkheden om het centrum van Hasselt uit te breiden met themacentra. In het vorige hoofdstuk is al uitvoerig ingegaan op de mogelijkheden om in Limburg themacentra te realiseren. Vanwege de synergie die van deze centra uitgaat naar andere winkellocaties zal nadrukkelijk nagegaan moeten worden in hoeverre bijvoorbeeld een woonmall of ander themacentrum gerealiseerd zou kunnen worden in of nabij het Hasseltse centrumgebied. Provinciaal verzorgend centrum Genk In Genk wordt gewerkt aan een versterking van het centrum. Met de ontwikkeling van het Stadsplein en het Martinusplein zal een kwalitatieve impuls en vernieuwslag in en aan de rand van het centrum worden gemaakt. Het centrum heeft op dit moment een omvang van zo’n 30 000 m² wvo, maar zal na de ontwikkeling van het Stadsplein en het Martinusplein (waarvan inmiddels de eerste fase is afgerond) een totale omvang gaan krijgen van circa 45 000 m² wvo. Na afronding van het Stadsplein – Sint-Martinusplein zal ook het reeds lang bestaande Shopping 1 gerenoveerd en uitgebreid worden. Ook de ruimtelijke kwaliteit van het centrum van Genk zal de komende jaren aanzienlijk versterkt worden. Onder andere door de realisatie van een voetgangersgebied tussen het Stadsplein en de Markt zal de verblijfskwaliteit aanzienlijk verbeterd worden. De investeringen in Genk zijn noodzakelijk om de positie te kunnen versterken. Blijvende aandacht vraagt de bereikbaarheid van het stadscentrum. De consument waardeert deze laag.

Hoofdstuk 6

49


Lokaal verzorgende centra De centra in de overige gemeenten in Midden-Limburg hebben een lokaal verzorgende functie. Dat wil zeggen dat de nodige aandacht besteed moet worden aan het in stand houden en versterken van het aanbod van vooral dagelijks benodigde artikelen. Opvallende conclusies die uit de consumentenenquêtes naar voren kwamen zijn: • de minder goede bereikbaarheid van het centrum van As; • de geringe keuze en de kwaliteit van producten in Zutendaal. Baanwinkels / retailparks Het aanbod van baanwinkels in de regio Midden-Limburg is groot. De belangrijkste concentratiegebieden zijn de Hasseltweg in Genk (36 000 m²), de Kuringersteenweg in Hasselt (24 000 m²), de Genkersteenweg in Hasselt (19 000 m²), de Schampbergstraat in Hasselt (13 000 m²), de Zuiderring (Bosdel) in Genk (12 000 m²), de Nieuwstraat in Diepenbeek (12 000 m²), de Hendrik van Veldekesingel in Hasselt (6 000 m²) en de Wijkstraat in Diepenbeek (5 000 m²). Daarnaast is er in de regio nog een aantal kleinere locaties waar baanwinkels geconcentreerd zijn. De provincie zal in overleg met de betreffende gemeenten (alleen die gemeenten met een provinciale of regionale verzorgingsfunctie: in Midden-Limburg zijn dat alleen Hasselt en Genk) vaststellen op welke locaties (één per gemeente) nog uitbreidingen van het aantal baanwinkels mogen plaatsvinden. In gemeenten met een lokale verzorgingsfunctie zullen geen uitbreidingen meer mogen plaatsvinden, tenzij het gaat over bouwmarkten, tuincentra of meubeldetailhandel. Het initiatief van de GL-Groep om in Genk het verouderde retailpark Bosdel een nieuwe impuls te geven, wordt momenteel door de provincie onderzocht. Met name aspecten als de invloed van dit nieuwe retailpark op de gewenste kleinhandelsstructuur in Genk en de regio speelt hierin een rol. Met de herstructurering van dit retailpark is tevens een uitbreiding voorzien tot circa 30 000 m² wvo. Met de realisatie van dit retailpark is de regio Midden-Limburg in voldoende mate voorzien van retailparken met een omvang van meer dan 15 000 m² wvo. Naast dit grote retailpark zijn er in de regio Midden-Limburg tevens nog mogelijkheden om een bestaande concentratie van baanwinkels te transformeren naar een kleiner retailpark (< 15 000 m² wvo). De mogelijkheden hiervoor dienen gezocht te worden in Hasselt. Het moge duidelijk zijn dat wanneer gekozen wordt voor een retailpark, daar ook alle uitbreidingen van het aantal baanwinkels in die gemeente moeten plaats vinden. Andere concentratiegebieden komen dan niet meer in aanmerking. Themacentra De provincie zal het initiatief in Genk met betrekking tot de realisatie van een sport- en vrijetijdscenrum bij het stadion van KRC Genk nog onderzoeken op haar effecten op de kleinhandelsstructuur. De provincie stelt hierbij echter wel als uitdrukkelijke voorwaarde dat de detailhandel slechts mag bestaan uit themagelieerde winkels. Voorts zal deze ontwikkeling niet ten koste mogen gaan van de gewenste kleinhandelsstructuur en het voorzieningenniveau in de regio.

50

Hoofdstuk 6


Voor wat betreft mogelijkheden voor andere themacentra (bijvoorbeeld een woonmall) wordt verwezen naar het hiervoor gestelde.

6.4 De regio Maasland De regio Maasland bestaat uit de volgende gemeenten: Regionaal verzorgend: Maasmechelen en Maaseik; Lokaal verzorgend: Kinrooi, Dilsen-Stokkem en Lanaken. In de regio Maasland wonen momenteel circa 115 000 inwoners. Dit aantal zal de komende jaren toenemen tot circa 120 000 inwoners. In de regio is een totaal kleinhandelsaanbod aanwezig van circa 214 000 m² wvo. Dit komt overeen met circa 1 900 m² per 1 000 inwoners. Het provinciaal gemiddelde bedraagt circa 1 700 m² wvo. Het kleinhandelsaanbod in de regio Maasland bindt circa 87% van de bestedingen op het gebied van convenience en circa 54% op het gebied van shopping en specialty. Het kleinhandelsaanbod in de regio is tamelijk verspreid. Ongeveer de helft van het winkelaanbod is gelegen op verspreide locaties. Circa 30% bevindt zich in centrale winkelgebieden en circa 18% betreft baanwinkels. Daarnaast is er nog een speciaal winkelgebied (het Factory Outlet Center in Maasmechelen) waar circa 3% van het winkelaanbod is gelegen. In de verzorgingshiërarchie hebben de gemeenten Maasmechelen en Maaseik een regionaal verzorgende functie. Feit is dat alleen Maasmechelen haar regionaal verzorgende functie waarmaakt met een verzorgingsindex van 139. In Maaseik is de verzorgingsindex aanzienlijk lager, nl. 98. Maaseik maakt haar regionale verzorgingsfunctie kennelijk nog niet waar. Regionaal verzorgend centrum Eisden (Maasmechelen) Het commercieel centrum van Eisden (gemeente Maasmechelen) heeft vooral dankzij het aanbod in het Shopping Center M2 een regionaal verzorgende functie. Inclusief het Shopping Center heeft het centrum van Eisden een omvang van zo’n 25 000 m² wvo. In de beoordeling van de consument over de keuze en de kwaliteit van de producten doen zich geen opvallende uitspraken voor. Wel is er aandacht nodig voor de bereikbaarheid van het centrum. Deze blijft in verhouding tot referentiecentra enigszins achter. Gepland is een verdere uitbreiding van het Shopping Center M2 met circa 12 000 m² bvo. Met deze ontwikkeling zal een verdere bijdrage geleverd worden aan de regionale verzorgingsfunctie van Maasmechelen. Daarnaast zal in het centrum van Maasmechelen rondom het gemeentehuis nog een project gerealiseerd worden met circa 4 000 m² aan commerciële, woon- en kantoorruimte.

Hoofdstuk 6

51


Naast M2 is er in Maasmechelen ook nog het Factory Outlet Center dat een bovenprovinciale verzorgingsfunctie heeft. Regionaal verzorgend centrum Maaseik In de gemeente Maaseik is een detailhandelsaanbod aanwezig van bijna 38 000 m² wvo. Van dit aanbod is ruim 20 000 m² gelegen in het centrumgebied. Veel aanbod is aanwezig op verspreide locaties. Maaseik probeert met de ontwikkeling van de Kloosterbempden en de in gang gezette ontwikkeling van winkelcentrum Bospoort haar positie in de regio te versterken. Aandachtspunt hierbij is de interactie tussen de individuele ontwikkelingen en het bestaande centrale winkelgebied. Voorts zal in Maaseik aan de rand van het centrumgebied (Kolonel Aertsplein) een nieuwe winkelruimte met 4 700 m² wvo voorzien worden. Lokaal verzorgende centra De centra in de overige gemeenten van de regio Maasland hebben een lokaal verzorgende functie. Dat wil zeggen dat de nodige aandacht besteed moet worden aan het in stand houden en versterken van het aanbod van vooral dagelijks benodigde artikelen. Themacentra In de regio Maasland is een Factory Outlet Center in Maasmechelen aanwezig. Maasmechelen heeft met Maasmechelen Village Outlet Center de meest bijzondere positie binnen de regio. Het Outlet Center heeft een bovenregionale verzorgingspositie en trekt ook veel publiek van buiten de provincie, onder andere uit de Euregio. Blijvende aandacht zal geschonken moeten worden aan de verblijfskwaliteit van het centrum en de combinatie van kleinhandel met andere recreatieve functies in het winkelgebied. Factory outlet centra zijn immers centra die met name recreatief bezocht worden. Herhalingsbezoek is in grote mate afhankelijk van de mate waarin het centrum in staat is om regelmatig te vernieuwen, hetzij op het gebied van kleinhandel, hetzij op het gebied van leisure en evenementen, e.d. Over de mogelijkheden om de derde uitbreidingsfase ter hand te nemen zal nog onderzoek moeten plaats vinden. Baanwinkels / retailparks Belangrijke concentratiegebieden van baanwinkels worden in de regio Maasland aangetroffen aan de Venlosesteenweg in Kinrooi (17 000 m²) en aan de Steenweg in Lanaken (7 000 m²). Daarnaast is ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden aanwezig. Ook in de regio Maasland wil de provincie de groei van het aantal baanwinkels sterk aan banden leggen. Nieuwe baanwinkels zijn – onder de eerder gestelde voorwaarden – alleen nog maar mogelijk in Maasmechelen en Maaseik. De provincie geeft echter sterk de voorkeur aan Maasmechelen omdat hier reeds bijzondere winkelcentra (M2, FOC) aanwezig zijn. Daarbij komt dat in Maaseik sterk ingezet moet worden op versterking van het centrumgebied. Realisatie van baanwinkels in Maaseik zou de plannen voor een sterker centrumgebied kunnen dwarsbomen. De provincie zal, indien daar behoefte aan is, in overleg met de gemeente Maasmechelen vaststellen welke locatie daarvoor benoemd zal

52

Hoofdstuk 6


worden. Eventueel kan dat in Maasmechelen een transformatie zijn van een concentratiegebied tot een klein retailpark. Indien hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn, zou deze locatie (met het oog op synergie) moeten aansluiten bij het Village Outlet Center of M2. Indien in Maasmechelen gekozen wordt voor een retailpark zullen op andere locaties geen baanwinkels meer toegestaan worden. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere concentratie van het aanbod te worden gekomen. Zoals reeds eerder gezegd is in deze regio sprake van veel verspreide bewinkeling.

6.5 De regio Haspengouw De regio Haspengouw bestaat uit de volgende gemeenten: Bovenregionaal verzorgend: Sint-Truiden en Tongeren; Regionaal verzorgend: Bilzen; Lokaal verzorgend: Nieuwerkerken, Alken, Wellen, Borgloon, Gingelom, Heers, Kortessem, Hoeselt, Herstappe en Voeren; Specifieke functie: Riemst. In de regio Haspengouw wonen momenteel zo’n 185 000 inwoners. Dit aantal zal de komende jaren slechts in geringe mate toenemen tot ongeveer 187 000 inwoners. Het kleinhandelsaanbod heeft een omvang van ongeveer 290 000 m² wvo en komt daarmee uit op circa 1 600 m² per 1 000 inwoners. Het provinciaal gemiddelde bedraagt circa 1 700 m² per 1 000 inwoners. In Haspengouw wordt in de convenience sector circa 86% van het bestedingspotentieel gebonden (provinciaal gemiddelde 92%); in de shopping en specialty sector wordt circa 59% gebonden (provinciaal gemiddelde circa 85%). Het winkelaanbod concentreert zich voor 28% in centrale winkelgebieden, 30% betreft baanwinkels en circa 40% is verspreid gelegen. De bovenregionaal verzorgende gemeenten Sint-Truiden en Tongeren hebben momenteel een verzorgingsindex van 134 en 113. Dat betekent dat op dit moment alleen SintTruiden haar functie als bovenregionaal verzorgend centrum waarmaakt. Tongeren doet dat op basis van de gehanteerde cijfers niet. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat door de recente realisatie van het Julianusproject de verzorgingsindex van Tongeren aanzienlijk is gestegen en het niveau van Sint-Truiden bereikt heeft. In Bilzen wordt momenteel een verzorgingsindex bereikt van 66, hetgeen wil zeggen dat de gemeente Bilzen op het gebied van kleinhandel haar regionale verzorgingsfunctie niet waarmaakt.

Hoofdstuk 6

53


Bovenregionaal verzorgend centrum Sint-Truiden Het winkelcentrum van Sint-Truiden is ongeveer even groot als het huidige winkelcentrum van Genk (van voor de uitbreiding met het Stadsplein) en heeft daarmee op dit moment een regionale verzorgingsfunctie. Naast winkels zijn er in het centrum tevens diverse horeca en andere dienstverlenende functies. De consument heeft een grote waardering voor de productkeuze in het centrum, maar is minder te spreken over de bereikbaarheid van het centrum. Dit is dan ook een aandachtspunt bij de verdere ontwikkeling van het centrum van Sint-Truiden. Enige uitbreiding van het centrumgebied van Sint-Truiden is gewenst om haar positie als bovenregionaal verzorgend centrum waar te maken. Bovenregionaal verzorgend centrum Tongeren In Tongeren is een detailhandelsaanbod aanwezig van ruim 55 000 m² wvo, waarvan bijna 26 000 m² in het centrum. Daarnaast zijn er nog enkele baanwinkelconcentraties, waarvan de Luikersteenweg de belangrijkste is. In het centrumgebied van Tongeren is een ruim aanbod aanwezig, waarbij veel aanbod gericht is op shopping. Inmiddels is het aanbod in Tongeren sterk uitgebreid met de realisatie van het Julianusproject, een binnenstedelijke uitbreiding van circa 8 900 m² wvo. Met de realisatie van dit project is de gemeente veel mee in staat om haar bovenregionale verzorgingsfunctie uit te oefenen. Evenals in andere gemeenten vragen de bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden in het centrum van Tongeren veel aandacht. Regionaal verzorgend centrum Bilzen Het centrum van Bilzen meet circa 11 000 m² wvo en is vooral gericht op haar eigen inwoners en de inwoners uit haar directe omgeving. Uit het consumentenonderzoek is naar voren gekomen dat de bereikbaarheid van het centrum en de parkeermogelijkheden minder goed scoren. Bij de verdere ontwikkeling van het centrumgebied zal hieraan aandacht besteed moeten worden. Deze verdere ontwikkeling van het centrumgebied van Bilzen is zeer noodzakelijk, wil Bilzen haar regionale verzorgingsfunctie ook daadwerkelijk realiseren. Lokaal verzorgende centra De overige gemeenten in de regio Haspengouw hebben een overwegend lokaal verzorgende functie. Het aanbod in deze centra zal zich derhalve voornamelijk richten op dagelijkse artikelen. Opvallende conclusies uit het onderzoek zijn: • de slechte bereikbaarheid van het centrum van Alken; • de geringe keuze en de geringe kwaliteit van producten in het centrum van Gingelom; • de geringe keuze en de mindere kwaliteit van de producten in Heers; • de slechte bereikbaarheid van het centrum van Riemst. Baanwinkels / retailparks In de regio Haspengouw bevinden zich op diverse locaties concentraties van baanwinkels. De belangrijkste zijn in Sint-Truiden de Industrielaan (13 000 m²) en de Hasseltsesteenweg (8 000 m² wvo). In Tongeren is er de Luikersteenweg (13 000 m² wvo). En in

54

Hoofdstuk 6


de gemeente Nieuwerkerken de Diestersteenweg (7 000 m²). Naast deze grotere concentraties is ook nog een aantal kleinere concentratiegebieden en solitaire baanwinkels aanwezig. De provincie wil ook in de regio Haspengouw de groei van het aantal baanwinkels beperken. Zij wil daarom in overleg met de gemeenten met een bovenregionale of regionale verzorgingsfunctie (Sint-Truiden, Tongeren en Bilzen) vaststellen op welke locaties (een per gemeente) deze uitbreidingen gerealiseerd mogen worden. Uiteraard gelden voor deze uitbreidingen de reeds eerder gestelde voorwaarden. In gemeenten met een lokale verzorgingsfunctie worden, met uitzondering van bouwmarkten, tuincentra en meubeldetailhandel, geen mogelijkheden meer voorzien voor uitbreiding van het aantal baanwinkels. Tevens zou onderzocht zou tevens moeten worden welke van deze concentratiegebieden getransformeerd kunnen worden tot retailparken. Met name in Sint-Truiden zijn mogelijkheden aanwezig om – onder de reeds eerder gestelde voorwaarden - een groot retailpark (> 15 000 m² bvo) te realiseren. Daarnaast zou in Tongeren – eveneens onder de reeds eerder gestelde voorwaarden - een klein retailpark (< 15 000 m² wvo) gerealiseerd kunnen worden. Zoals reeds eerder gezegd, zullen wanneer retailparks gerealiseerd worden er geen uitbreidingsmogelijkheden meer bestaan voor andere locaties in deze gemeenten. Themapark Riemst Riemst neemt in de kleinhandelsstructuur (evenals Peer in Noord-Limburg) een bijzondere positie in. Van het totale aanbod in Riemst (circa 50 000 m²), is bijna 32 000 m² geconcentreerd in de branche woninginrichting. Riemst heeft daarmee (in de branche woninginrichting) een bovenregionaal verzorgende functie. Herstructurering van het aanbod op het gebied van woninginrichting tot een woonboulevard behoort tot de mogelijkheden. Voor het overige heeft Riemst vooral een lokaal verzorgende functie. Verspreid aanbod Ten aanzien van het verspreid gelegen kleinhandelsaanbod dient tot een verdere concentratie van het aanbod te worden gekomen. Zoals reeds eerder gezegd is in deze regio sprake van veel verspreide bewinkeling.

Hoofdstuk 6

55


56

Hoofdstuk 6


7.

INSTRUMENTARIUM

7.1 Algemeen In het vorig hoofdstuk is de ambitie op hoofdlijnen voor de detailhandel in Limburg nader uitgewerkt in een visie. Hierin is een hiërarchie opgenomen die garant kan staan voor een evenwichtige detailhandelsstructuur in de provincie. Rode draad doorheen deze visie is de consolidatie en versterking van handelskernen en een aanvaardbaar evenwicht met andere detailhandelsconcentraties in de rand van kernen of in de periferie. Andere uitgangspunten zijn een afgeleide van eerdere uitgewerkte koepelvisies of anticiperen op een aantal socio-demografische en maatschappelijke ontwikkelingen die een constante dynamiek in vraag en aanbod met zich meebrengen. Een richtinggevend kader laat toe om de wenselijke maar onvermijdelijke dynamiek een plaats te geven en tegelijkertijd om aan de provincie de mogelijkheid te bieden haar regisseursrol voor zover mogelijk te kunnen uitspelen. Om de visie te kunnen nastreven zijn evenwel een aantal maatregelen nodig die door de provincie kunnen gecoördineerd worden binnen haar wettelijke bevoegdheden of die door haar kunnen geïnitieerd worden in haar relatie met andere overheden, marktpartijen, belangenorganisaties, ontwikkelaars en andere actoren. In dit hoofdstuk zal een instrumentarium worden uitgewerkt dat als basis kan dienen voor een draaiboek ter versterking van de detailhandelsstructuur in Limburg en meer algemeen ter uitvoering van de visie om Limburg mee op de kaart te zetten als een dynamische, innoverende regio waar het goed is om te ondernemen en waar bezoekers, bewoners en andere genieters volop aan hun trekken komen op vlak van commerciële of andere voorzieningen.

7.2 Het belang van detailhandel in de binnenstad De detailhandel is van nature een vraagvolgende sector. Daar waar de consument voorzieningen verwacht zal er een aanbod zijn. Dit impliceert dat beleidskaders doorgaans rigider zijn dan de dynamiek van de detailhandel. Vroeger werd het aanbod verwacht in centrumgebieden omdat alle relevante omgevingsfactoren daar toen aanwezig waren. In de loop der jaren is de consument echter andere eisen gaan stellen aan het handelsapparaat. Bereikbaarheid, parkeerplaatsen, gemak, snelheid, aanwezigheid van andere handelszaken en keuze hebben voor een belangrijke vlucht naar de periferie gezorgd.

Hoofdstuk 7

57


Het opstellen van een detailhandelsvisie impliceert dat er ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe ontwikkelingen. Deze worden best gestimuleerd op de best mogelijke locaties voor alle betrokken partijen. Door elke partner zullen andere eisen worden gesteld aan deze locatie. Vanuit het oogpunt van de winkelier-ondernemer is uiteraard de omzet maatgevend of de binnenstad dan wel een andere locatie goed functioneert. Voor de projectontwikkelaar is dit het rendement op de investering, voor de consument wordt de attractiviteit bepaald door de diversiteit van het aanbod en de multimodale bereikbaarheid. Voor de lokale overheid zijn bredere sociale en maatschappelijke doelstellingen van belang zoals kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid van de stad, tewerkstelling, verkeersafwikkeling…… Bij het bepalen van een vestigingsplaats speelt dus een spanningsveld tussen een locatie in de binnenstad of elders, aan de stadsrand. Veelal wordt in dit verband gewezen op een complementariteit tussen beide locaties, maar in de praktijk is het zoeken naar een functioneel evenwicht geen eenvoudige opdracht. Detailhandel heeft in het verleden mee bijgedragen tot de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van binnensteden en dorpscentra. De detailhandel heeft zich in deze aantrekkelijke omgeving ook kunnen bestendigen als economische sector en is daardoor onlosmakelijk verbonden met de ruimtelijke, maatschappelijke en functionele weefsels van deze kernen. Het beleid moet er dus op gericht zijn om deze weefsels voldoende te versterken zonder evenwel de marktdynamiek en commerciële realiteit te verloochenen. In het vorig hoofdstuk is reeds een uitgebreid hiërarchisch overzicht gegeven van de binnensteden en handelscentra aan de hand van de gewenste positionering, kritische massa en branchemix. In de meeste van de vernoemde lokale, regionale of provinciale kernen bepalen ook culturele voorzieningen, vrijetijdsfuncties, horeca en een goed draaiende dienstverlening de attractiviteit van deze handelskernen die vaak ook een belangrijke woon- en werkfunctie hebben. Deze kernen zijn dus meer dan traditionele ‘marktplaatsen van vraag en aanbod’. Het zijn bij uitstek sociale ontmoetingsplaatsen. De uitstraling van de binnenstad, de beeldkwaliteit en de staat van het publieke domein zijn hierin van onschatbare waarde. In dit alles speelt detailhandel dus een dominante zij het niet exclusieve rol. Indien binnensteden en dorpskernen hun multifunctionele rol willen blijven uitspelen, hebben ze de detailhandel dus hard nodig. De vraag kan gesteld worden of de winkels de binnenstad nodig hebben. Sommige handelszaken hebben de levendigheid en de drukte van een binnenstad nodig om te overleven, andere zaken die gericht zijn op gemakswinkelen of prijsbewust winkelen overwegen net zo goed andere locaties. Binnensteden zijn dus niet voor elke ondernemer top of mind en bijgevolg erg kwetsbaar. De eerste prioriteit van de provincie is de bestaande handelscentra te versterken en te dynamiseren. De eerder vermelde hiërarchie tussen de verschillende centra is hierbij

58

Hoofdstuk 7


uitgangspunt. Zo dienen centra met een provinciale, regionale verzorgingsfunctie dit te behouden en waar mogelijk te versterken. Centra met een lokale functie dienen zoveel mogelijk in te zetten om ook in de toekomst aan de wensen van de lokale consument te kunnen voldoen. Door handel in de kernen te stimuleren, moet er evenwel bijgestuurd worden in de rand. Op de eerste plaats kunnen een aantal ruimtelijke instrumenten ingezet worden. De grootste verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij de lokale besturen, wel kunnen de provincie en het Vlaams Gewest een aantal uitgangspunten verankeren in hun beleidsvisies.

7.3 Ruimtelijk en socio-economisch instrumentarium 7.3.1 Provinciaal uitvoeringsplan Op dit moment zijn volop de afbakeningsprocessen bezig voor de kleinstedelijke gebieden of zijn ze net afgerond. Het afbakeningsproces voor het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk is dat nog niet. Na afronding van deze processen dienen de provincie of 13 het Vlaams Gewest ruimtelijke uitvoeringsplannen aan te reiken die ontwikkelingen moeten begeleiden, sturen of kanaliseren. De uitvoeringsplannen moeten toelaten de retailstructuur te verbeteren. Verbetering houdt in dat wat goed is, kan worden behouden en versterkt en wat onvoldoende functioneert, kan gerevitaliseerd worden en toegevoegd of ingepast in de bestaande weefsels, hetzij in het centrum hetzij elders. In enkele gevallen dienen slecht functionerende locaties te worden onttrokken aan de voorraad. Uitvoeringsplannen zijn echter het resultaat van tamelijk stringente en logge procedures en hebben een lange looptijd. Daarin vermelde bestemmings- en/of andere bepalingen lopen het risico voorbij te gaan aan de dynamiek van de detailhandel. Het komt er dus op neer om voorwaarden te scheppen die de dynamiek in goede banen kunnen leiden en dus ruimte kunnen geven aan structuurversterkende ontwikkelingen. Tijdens de afbakeningsprocessen zal de provincie haar bekommernis voor goed functionerende binnensteden en een zorgvuldig evenwicht met andere voorzieningen meenemen. Ontwikkelingen in de kern of in de periferie staan immers niet op zichzelf maar dienen een wisselwerking te genereren. Binnen de afbakeningsprocessen kan erover gewaakt worden dat de verschillende locaties niet los van mekaar worden onderzocht of dat er afzonderlijke initiatieven worden genomen. Grootschalige detailhandel kan enkel ontwikkeld worden binnen deze kleinstedelijke of regionaalstedelijke gebieden. Er moet dus ruimte gecreĂŤerd worden voor dergelijke grootschalige handel.

13

Voor het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk maakt het Vlaams Gewest de ruimtelijke uitvoeringsplannen op, die de afbakening van het stedelijk gebied vertalen in concrete verordende plannen. Voor de kleinstedelijke gebieden is dit de provincie.

Hoofdstuk 7

59


Bij het zoeken van deze ruimte kunnen de principes van verdichting en herstructurering gehanteerd worden, afhankelijk van de locatie. Verdichting laat toe om kleinhandels- en andere functies aan elkaar te schakelen, waardoor de herkenbaarheid voor de consument verhoogt en de attractiviteit van het gebied wordt versterkt. Herstructurering laat toe om bestaande grootschalige handelszaken te concentreren of een bestaande concentratie kwalitatief te versterken, ruimtelijk, functioneel en verkeerstechnisch. Belangrijk hierbij is het aspect van herlokalisatie van solitair gelegen handelszaken naar deze vernieuwde locaties en een kwalitatieve herbestemming van de oorspronkelijke vestigingsplaats. De bestemming detailhandel zal in sommige gevallen via de uitvoeringsplannen best worden afgevoerd. Ook kan in de PRUPs worden opgenomen dat bepaalde branches in de toekomst niet meer wenselijk worden geacht. Indien enigszins mogelijk dienen in de voorschriften van de PRUP’s verhoudingen te worden opgenomen van te herlokaliseren handelszaken. Uiteraard moet ÊÊn en ander dan juridisch en procedureel worden mogelijk gemaakt. De huidige bepalingen van het provinciaal structuurplan dienen hiervoor als basis. 7.3.2 Gemeentelijk uitvoeringsplan Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een goed instrument om een meer integraal beleid te formuleren. Binnen dit gemeentelijk beleidskader dient de lokale overheid verder werk te maken van een visie op de detailhandelsstructuur binnen een strategischcommercieel plan. Deze visie kan als onderbouwing bij projectontwikkeling dienen, bij de bestemmingsbepaling in ruimtelijke uitvoeringsplannen en het hieraan gekoppelde vergunningenbeleid. Deze plannen kunnen gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen verschillende typen van detailhandel en tussen verschillende typen van locaties. Bepaalde locaties zullen in de toekomst geen ruimte meer kunnen bieden voor detailhandel, op andere gelden best brancheringsvoorschriften. Het opmaken van deze plannen vereist maatwerk en vergt een evenwicht tussen voldoende flexibiliteit en rechtszekerheid. Best worden de gemeenten aangemoedigd om zelf projectlocaties in deze plannen aan te duiden die optimaal worden ingebed in het stedelijk weefsel en om projecten mee op te zetten en investeerders mee te laten instappen. Zo kan de gemeente haar regisseursrol blijven spelen, sturen in ontwikkelingen en toch ook rekening houden met de vraag en dynamiek van de markt. 7.3.3 Stedenbouwkundige verordening Stedenbouwkundige verordeningen worden door de gemeentebesturen opgemaakt en goedgekeurd door de deputatie. Vaak betreft het voorschriften van bouwkundige aard, toch worden ook vaak besluiten genomen die het aanzicht, de kwaliteit en de leefbaar-

60

Hoofdstuk 7


heid van handelskernen kunnen versterken. Bestaande voorbeelden zijn verordeningen met betrekking tot reclame, inname openbaar domein door onder meer terrassen, nachtwinkels, parkeerbeleid e.d. Ook de provincie kan een stedenbouwkundige verordening opmaken met het oog op het voeren van een ruimtelijk beleid inzake grootschalige detailhandel voor zover de ruimtelijke context een provinciale bevoegdheid betreft. 7.3.4 Socio-economische vergunning De provincie speelt geen formele rol bij het bepalen van de socio-economische wenselijkheid van grootschalige ontwikkelingen. Toch kan gesteld worden dat iedere grootschalige ontwikkeling waarbij met name grote units of een hypermarkt betrokken zijn een impact heeft die de eigen gemeente overschrijdt en dus bovenlokaal, regionaal en in sommige gevallen zelfs provinciaal van aard is. In de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen is zoals gezegd geen rol voor de provincie weggelegd. De gemeente kan door de inzet van dit instrument in combinatie met andere tools zelf initiatieven nemen, ondersteunen of bijsturen om tot een voor het detailhandelsbeleid gewenste situatie te komen. Best kaderen deze initiatieven binnen het eerder vernoemde strategisch-commercieel plan. Deze visie geeft onder meer een plaats aan detailhandel in de verschillende kernen van de gemeente en op perifere locaties, legt een commerciĂŤle hiĂŤrarchie en ambitieniveau vast op schaal van de gemeente en bevat best een actieplan op de korte en langere termijn. Uiteraard is een lokale detailhandelsvisie best een vertaling van een eerder geformuleerde provinciale visie. Deze lokale visie is dus het ideale toetsingskader wanneer er zich nieuwe ontwikkelingen aandienen. De vraag kan gesteld worden hoe de provincie een bemiddelende en adviserende rol kan spelen om grootschalige ontwikkelingen toch een plaats te geven in de provinciale voorzieningenstructuur zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de beleidsvisie. Hiervoor verwijzen we naar de volgende paragraaf. In ieder geval kan gesteld worden dat ook de gemeenten er alle baat bij hebben dat bij een eventuele herziening van de wet op de handelsvestigingen deze regionale afstemming beter wordt verankerd.

Hoofdstuk 7

61


7.4 Provincie als initiator bij detailhandelsontwikkelingen PRUP als strategisch instrument In de vorige paragraaf hebben we geschetst welke rol de provincie kan spelen bij het opstellen van provinciale uitvoeringsplannen. Uiteraard houdt een PRUP enkel het bestemmingskader in met desgevallend branchebepalende voorschriften. Dit is nog geen garantie voor uitvoering. Een PRUP kan dan ook best worden opgesteld wanneer er al sprake is van een grootschalig of integraal project met ruimte voor commerciële voorzieningen. In dat geval wordt de commerciële haalbaarheid van dergelijk project best op voorhand onderzocht middels een haalbaarheids- en/of conceptstudie. Ook kunnen dergelijke projecten gekoppeld worden aan PPS-procedures waar het winnende project als basis dient voor het later op te stellen PRUP. Zo kunnen haalbaarheid en uitvoering worden gegarandeerd en hebben zowel de provincie als de gemeente enige garantie over het versterkend gehalte van dit project. Provinciaal subsidiereglement ter versterking van de lokale handelskernen De voorliggende studie moet de gemeentebesturen toelaten een aantal provinciale krijtlijnen te vertalen naar een gemeentelijk detailhandelsplan. Immers, enkel een goed uitgewerkt strategisch-commercieel plan laat toe om gefundeerd advies te formuleren bij de aanvraag van socio-economische vergunningen of bij de beoordeling van projectaanvragen. De provincie Limburg is zich hier erg van bewust en stelt al meerdere jaren middelen ter beschikking voor het uitwerken van een kernversterkende visie of het opzetten van kernversterkende en imagoversterkende maatregelen. Omdat een goed veiligheidsgevoel bijdraagt tot de leefbaarheid van kernen, worden ook acties ter verhoging van de veiligheid van zelfstandige ondernemers door de provincie ondersteund. Wel is aangewezen om hier een logische volgorde na te streven. Zo dienen gemeente die voor het eerst een aanvraag indienen eerst werk te maken van een detailhandelsvisie met oog voor het kernversterkend gehalte hiervan. Vervolgens kunnen ze de volgende jaren concrete projecten indienen die deze visie invulling moeten geven. Centrummanagement In het verleden heeft de provincie al een ondersteunende rol gespeeld bij het opzetten van centrummanagementorganisaties in een aantal steden die voor deze subsidiëring in aanmerking kwamen. Dit heeft mede gezorgd voor de versnelde opmaak van strategischcommerciële visies waarbinnen dit centrummanagement kon worden uitgevoerd. Anno 2008 kunnen we vaststellen dat het principe van centrummanagement als interface tussen handelaars, belangenorganisaties en lokale overheid op heel wat plaatsen is ingeburgerd en mee kernversterkende ontwikkelingen heeft mogelijk gemaakt. Er bestaan heel wat mogelijkheden om het principe van centrummanagement in te bedden in de werking van de gemeentelijke overheid. Zo zijn er gemeenten die nog werken met een aparte vzw, andere laten zich begeleiden door deskundigen, nog andere hebben het centrummanagement geïntegreerd binnen de werking van de gemeentelijke dienst Loka-

62

Hoofdstuk 7


le Economie. Belangrijker dan de vorm is evenwel de mate van efficiëntie waarmee een bepaalde persoon of instantie kernversterkende projecten kan realiseren, het overleg helpen verbeteren tussen overheid en ondernemers, of externe marktpartijen kan aanspreken. Kleinere gemeenten ontbreekt het vaak aan mankracht en expertise om werk te maken van integrale gebiedsontwikkeling en kernversterking, planeconomische onderbouwing van projecten, versterken van het organiserend vermogen van centrum’actoren’, opzetten van promotionele activiteiten. Grotere gemeenten hebben deze kennis wel in huis, maar worden dan ook vaker aangesproken door projectontwikkelaars en promotoren waardoor enige coördinatie tussen verschillende gemeentelijke diensten en tussen verschillende marktpartijen toch aangewezen is. De provincie kan een rol spelen om dergelijk overleg te optimaliseren. Gebiedsmanagement voor kleine kernen In kleinere kernen speelt een andere problematiek dan het ‘opwaarden van centrumgebieden’. Hier constateren we dat met name de dorps-, wijk- en buurtcentra nood hebben aan opwaardering en belang hebben bij projecten die zich richten op het verbeteren van het ondernemersklimaat. Immers, enerzijds stellen we vast dat voorzieningen in kleinere kernen onder druk staan, anderzijds nemen we toch ook een trend waar van meer buurtwinkels, vaak ook opgezet door de grootdistributie. Toch is het hier belangrijk om de ondernemersgezindheid, betrokkenheid, draagvlak, geloof in samenwerking aan te scherpen door • een gezamenlijke koers uit te zetten voor een aantal kleinere kernen in regionale context • projecten op te zetten en op te volgen (zoals het project ‘Buurtwinkels’ van UNIZO) • afstemming, communicatie en betrokkenheid te verbeteren. Een gebiedsmanager is in deze geen wondermiddel of klachtenbureau maar wel een spin in het web, communicator, initiator en netwerker en daarom een belangrijke schakel in de herstructureringsopgave van in dit geval kleinere kernen. De provincie kan een gebiedsmanager een rol laten spelen in meerdere kleinere kernen waar specifiek de problematiek van voorzieningenverschraling, verdwijnen van ambachtelijke of specialistische handelszaken e.d. een rol speelt. Dit sluit aan bij de strategische doelstelling van de provincie om het organiserend vermogen waar mogelijk te versterken. Ten aanzien van kleinere gemeenten leeft het besef dat bepaalde problemen waarmee zij geconfronteerd worden best worden aangepakt vanuit een samenwerkingspact. Dit versterkt de draagkracht en afgeleid ook de slagkracht van deze kleinere kernen. Er kan gekeken worden naar de toepasbaarheid van het cofinancieringsreglement programma plattelandsontwikkeling 2007-2013.

Hoofdstuk 7

63


Contracten voor handelskernen Een uitwerking van centrum- of gebiedsmanagement is het vastleggen van gezamenlijke initiatieven in contracten voor handelskernen. Model hiervoor zijn de winkelkerncontracten die in de stad Antwerpen al voor de nodige dynamiek hebben gezorgd in de vele handelsstraten die de stad rijk is. Een dergelijk contract is een geschreven en ondertekend contract tussen de georganiseerde handelaars, lokale overheid en desgevallend het centrum- of gebiedsmanagement. Het contract legt afspraken vast over projecten op de korte, middellange en lange termijn om de handelsomgeving van de kernen te verbeteren. Voor elk project wordt bepaald wat moet gebeuren en wat iedere partner zal doen. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat de projecten een structurele oplossing moeten brengen. Sleutelbegrippen hierbij zijn ‘maatwerk’ en ‘samenwerking’. De schaal van de handelskern speelt in deze geen enkele rol. Een door alle partijen gedragen detailhandelsvisie, waarvan al meermaals sprake was in dit hoofdstuk, geeft natuurlijk al inzicht in wensen en noden van handelaars en zal dus de selectie van projecten vereenvoudigen. Provinciale en regionale afstemming De ervaring wijst uit dat er momenteel te weinig overleg is tussen de verschillende gemeenten enerzijds en tussen de provincie en de gemeenten anderzijds. Een belangrijke stap in de goede richting is het goedkeuren van een Streekpact binnen het RESOC. Toch zijn de gemeenten ook vandaag nog te weinig op de hoogte van bestaande beleidsvisies op vlak van detailhandel en/of concrete plannen van hun buurgemeenten of elders in de regio. In de vorige paragraaf onder 6.3.4. wordt al gesuggereerd om regionale afstemming een plaats te geven binnen de wellicht te evalueren wet op de handelsvestigingen. In afwachting daarvan kan het provinciebestuur een convenant opstellen met de gemeenten om ontwikkelingen vanaf een bepaalde oppervlakte te bespreken binnen het RESOC. Ook kan gedacht worden aan het ter beschikking stellen van kennis en coördinerend vermogen om dergelijke grootschalige(re) ontwikkelingen in goede banen te leiden. Een dergelijke coördinerende functie kan binnen één van de bestaande provinciale instanties worden ingepast of toegevoegd. Monitoren van ontwikkelingen Het is raadzaam om regelmatig een evaluatie te voorzien met betrekking tot de gewenste positionering van de detailhandelsstructuur in Limburg. Er zijn immers een aantal doelstellingen geformuleerd met betrekking tot het versterken van de provinciale koopbinding voor de verschillende productgroepen en met betrekking tot een verhoogde toevloeiing van buiten de provincie. Dit sluit aan bij eerdere doelstellingen om het merk Limburg te

64

Hoofdstuk 7


promoten in euregionale en nationale context. Verderop zal dit ‘promotioneel’ aspect nader besproken worden. Dergelijke evaluatie laat toe om na te gaan of de gewenste structuur ook daadwerkelijk gerealiseerd is en of de geformuleerde beleidsvoorstellen ook het beoogde resultaat hebben behaald. Tevens laat deze evaluatie toe om de vinger aan de pols te houden van de maatschappelijke veranderingen en daarop aansluitend van nieuwe trends en ontwikkelingen aan aanbod- en vraagzijde. De evaluatie kan bestaan uit een updating van het handelsapparaat op provinciale schaal, een vernieuwd koopstromenonderzoek binnen maar ook buiten de provincie.

7.5 Limburg Sterk Merk Een van de speerpunten binnen het Streekpact is het ontwikkelen van een koepelimago voor Limburg. Dit moet niet alleen het imago positief beïnvloeden maar er ook voor zorgen dat de mensen, bedrijven en kandidaat-inwoners meer naar Limburg komen uit toeristisch-recreatieve, economische, maatschappelijke of andere overwegingen. Dit koepelimago zal mee bepaald worden door de troeven die de provincie volop wil uitspelen en die af te leiden zijn uit het goedgekeurde streekpact: • innovatie en versterking van het economisch weefsel door in te zetten op speerpuntsectoren als de uitbouw van de tertiaire sector en toerisme. Detailhandel maakt hier integraal of indirect deel van uit; • profilering van het stedelijk weefsel van de regio; • versterken van de belevingswaarde. Versterken van de bovenregionale slagkracht Om koopbinding en koopattractie provinciaal te kunnen verhogen, dient de bestaande structuur te worden versterkt met vernieuwende en nieuwe concepten die vandaag volledig of gedeeltelijk ontbreken. De vernieuwing speelt zich af op formuleniveau (bijv. Fnac of Cora), op conceptueel niveau (bijv. MijnWereld in Beringen, FOC te Maasmechelen). De provincie moet een (pro-)actieve, adviserende en best coördinerende rol spelen om de bestaande detailhandelsstructuur op de best mogelijke manier te versterken en ervoor te zorgen dat de uniciteit van het Limburgs aanbod wordt aangescherpt. Vraag is natuurlijk hoe vernieuwend iets daadwerkelijk kan zijn. Concepten rond life style, sport, leisure en toerisme ogen vaak veelbelovend maar in de uitwerking blijkt het vaak een moeilijker verhaal. Het ruimtelijk kader voor deze formules of concepten is wel aanwezig maar vaak ontbreekt inzicht in de economische en structurele wenselijkheid van deze zaken. Welk concept draagt het meest bij tot kruisbestuiving met andere functies en verhoogt alzo de belevingswaarde voor de stad en voor de hele provincie? Welke formule heeft dermate bovenregionale impact dat een Limburgs filiaal niet mag ontbreken, dat de toevloeiing van nieuwe klanten in Limburg het verlies aan klanten van bestaande handelszaken overtreft?

Hoofdstuk 7

65


De provincie kan door het ter beschikking stellen van het eerder vernoemde coördinerend vermogen en kennis haar rol ten volle uitspelen. Voorzieningenstructuur op alle niveaus en in alle deelgebieden De provincie streeft er naar om de voorzieningenstructuur in alle deelgebieden te versterken middels een globale ruimtelijk-economische visie. Voorliggende studie is hier een uitwerking van. Elke regio maar ook elk niveau - van buitengebied tot regionaalstedelijk – moet hier mee van profiteren. De voorzieningenstructuur wordt best lokaal vastgelegd, hetgeen nu al ondersteund wordt in visies ter versterking van de handelskernen. Versterken van de belevingswaarde De binnensteden moeten hun rol als ontmoetingsplaats en als forum voor tal van socioculturele, toeristische, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen ten volle kunnen uitspelen. Voorts dienen andere concepten aan te haken op de toeristisch-recreatieve ambities die de provincie koestert en waarmee ze het onderscheidend vermogen ten opzichte van andere regio’s kunnen uitvergroten. Zo kan er echt werk gemaakt worden van een volledige, eigentijdse en vernieuwende voorzieningenstructuur voor de provincie en haar hinterland. Het Factory Outlet Center van Maasmechelen is hier een goed voorbeeld van. Dit trekt meer mensen van buiten de provincie dan van de provincie zelf, concurreert met gelijkaardige concentraties buiten de provincie. en zoekt constant kruisbestuiving met andere functies. Zo is er in het verleden al de link gelegd met Velocity en onderzoekt Value Retail welke relaties nog kunnen gelegd worden met toeristische en leisure-gerelateerde activiteiten. Dit alles met de bedoeling om de commerciële slagkracht van het FOC-concept veilig te stellen voor de toekomst. Dergelijke rol kan ook weggelegd worden voor andere hefboomprojecten zoals eveneens opgenomen in het Strategisch toeristisch actieplan Limburg. Detailhandel kan in deze projecten van toegevoegde waarde zijn zodat de attractiviteit enkel versterkt wordt. Uiteraard dient per project de commerciële haalbaarheid in relatie tot de bestaande voorzieningen nader te worden onderzocht. City- en regiomarketing Limburg zal krijt- en krachtlijnen uitwerken voor de ontwikkeling van een koepelimago en voor de promotie van de provincie en haar deelgebieden op de diverse deeldomeinen. Steden en gemeenten vertalen hun strategisch-commerciële visie en gewenste positionering best ook naar een marketingplan dat de verschillende troeven en USP’s van de res-

66

Hoofdstuk 7


pectievelijke gemeente in zich verenigt. Uiteraard wordt het onderscheidend vermogen van een gemeente niet enkel bepaald door de detailhandel maar wel door de mate waarin deze verweven is met andere toeristische en verzorgende functies, morfologische eigenschappen en bijzondere attractiepolen. De som der delen zal in dat geval meer zijn dan enkel een regionaal marketingplan voor de provincie. Dus ook hier is lokale verankering aangewezen. Net zoals de provincie visies en projecten ondersteunt ter versterking van de handelskernen, doet zij dit ook op vlak van citymarketing. Daarom is het reglement ter versterking van de handelskernen onlangs ook uitgebreid met projecten die specifiek het imago van een stad of stadskern ten goede komen. Het gaat immers niet alleen om het verkopen of vermarkten van winkels maar om de uniciteit van een centrum met haar verblijfskwaliteit, haar bijzonder historisch of toeristisch kader, de relatie met andere voorzieningen, de USP’s binnen een bepaalde kern, culturele of recreatieve voorzieningen.

7.6 Lokaal ondernemerschap De uniciteit van een kern wordt mede bepaald door de aanwezigheid van speciaalzaken, ambachten of andere voorzieningen die door plaatselijke ondernemers worden uitgebaat. Zij vormen de ‘couleur locale’ van een handelscentrum dat voorts ook meer voor de hand liggende zaken herbergt. Het is dus een en-en-verhaal. Vanuit de filiaalzaken gaat een nationale en internationale dynamiek uit in de zoektocht naar nieuwe vestigingslocaties. Voor de lokale ondernemer is deze luxe niet altijd weggelegd. Daarom verdient het aanbeveling om vanuit de overheid en belangenorganisaties specifieke acties op te zetten om het lokaal ondernemerschap in handelskernen te bevorderen. Ook hier heeft de provincie al op geanticipeerd door een ontwerpreglement goed te keuren om starters de nodige coaching en begeleiding te geven in samenwerking met de ondernemersorganisaties UNIZO en VOKA. Weliswaar worden hier allerhande zelfstandige initiatieven ondersteund, in dit geval gaat het toch specifiek om de opening van een eigen winkel, horecazaak of kantoor in een centrumgebied. Gezien het belang van de juiste vestigingsplaats voor detailhandel, adviseren we wel om ook richtlijnen naar locatie op te nemen in het reglement. De belangenorganisaties hebben verder nog een aantal initiatieven die specifiek voor starters zijn opgezet, in de vorm van opleidingen, netwerking events e.d. Deze moeten zeker verder ondersteund worden. De provincie doet dit ook. Een ander initiatief dat in het verleden al vaker is aangehaald, is het opzetten van een gemeentelijke helpdesk of ondernemersloket. Hier kunnen kandidaat-handelaars via een one-stopbenadering alle informatie inwinnen of zich laten begeleiden omtrent alle admini-

Hoofdstuk 7

67


stratieve plichtplegingen, zoals vergunningen, attesten, inschrijvingen‌.. Vaak worden ondernemers immers heen en weer geslingerd binnen en buiten de gemeentelijke diensten en is dus elke vorm van coÜrdinatie van toegevoegde waarde. Ondernemers hebben er alle belang bij zich ten volle te concentreren op hun zaak, dus elk overbodig tijdverlies of misverstand is uit den boze. Provincies en gemeenten kunnen een stap verder gaan in de ondersteuning van startende handelaars. Zo kan er een huurkostensubsidie in het leven worden geroepen. Deze regeling omvat het door de gemeente of provincie gedeeltelijk subsidiÍren van de huurlasten waardoor huurprijzen laag kunnen gehouden worden en starters sneller kunnen instappen. De bijdrage is best aflopend en beperkt in de tijd. Er kan een stimulans worden toegevoegd door opstart in kleine kernen extra te ondersteunen. Er kan een objectieve maatstaf voor kleinere handelskernen worden opgesteld. Hierdoor worden 2 doelstellingen bereikt, nl het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap en het leefbaar houden van kleine kernen.

7.7 De gemeente als regisseur De provincie kan een stimulerende en faciliterende rol spelen jegens gemeentebesturen en handelaars. De wettelijke instrumenten om ontwikkelingen in de gewenste richting te sturen zijn eerder beperkt. Het lokale bestuur heeft de meeste touwtjes in handen om het ondernemersklimaat te ondersteunen enerzijds en anderzijds borg te staan voor een voorzieningenapparaat aangepast aan de noden en behoeften van haar inwoners en bezoekers. Een aantal provinciale en gemeentelijke instrumenten en initiatieven hebben we al besproken. We zetten hier beknopt nog een aantal gemeentelijke instrumenten op een rijtje die het detailhandelsklimaat mee vorm kunnen geven. Opzetten pandenfonds Het principe van een handelspandenfonds is al niet meer nieuw en al op verschillende wijzen toegepast. Het kan wijzen op het ter beschikking stellen van middelen voor het wegwerken van leegstand, verfraaien van gevels of uitbreiding van belendende panden. Uitgangspunt is wel dat dergelijke middelen als hefboom moeten dienen om meer private investeringen te kunnen losweken. Ook kunnen via een autonoom gemeentebedrijf of door de gemeente zelf panden worden aangekocht die dan strategisch kunnen worden ingezet. De gemeente bepaalt de latere bestemming of biedt ze aan aan marktpartijen die een integrale gebiedsontwikkeling op poten zetten. De gemeente is dus niet enkel als regisseur maar ook als eigenaar betrokken partij, hetgeen sturing in de juiste richting vergemakkelijkt. Ook kunnen andere partijen die in de periferie noodzakelijke en grootschalige ontwikkelingen wensen te realiseren, verzocht worden in te stappen in dit pandenfonds. Het uit-

68

Hoofdstuk 7


gangspunt van een evenwichtig detailhandelsbeleid is immers dat binnenstedelijke en perifere concentraties elkaar dienen te versterken en zich daar ook bewust van worden. Dit principe komt later onder ‘financieel draagvlak’ aan bod. Beeldkwaliteitsplan Een beeldkwaliteitsplan heeft als bedoeling de kwaliteit van de openbare ruimte in beeld te brengen en de sterke punten extra te benadrukken. Beeldbepalende gebouwen, kwaliteit van pleinen en perken, verlichting, inrichtingsniveau van straten, terrassen, ….. Een inventarisatie en vervolgens bepaling van het ambitieniveau dragen bij tot de verblijfskwaliteit van centrumgebieden. Hierop kunnen verlichtingscomponenten, accenten, straatmeubilair, beplanting en dergelijke aangepast worden. Branchestudie Een distributieplanologische studie voor gemeenten geeft sterkten en zwakten weer in het handelsapparaat. Door aanbod en vraag met elkaar te confronteren ontstaat inzicht in de marktruimte van branches en sectoren. Afhankelijk van de ambitiebepaling en gewenste positionering kan een brancheringsmodel worden opgesteld voor de gemeente in haar totaliteit en voor de afzonderlijke concentraties in het bijzonder. Een uitgewerkte bandbreedte voor de verschillende branches is een interessante tool in de begeleiding van ontwikkelingen en in de benadering van marktpartijen. Promotiecampagnes Het geformuleerde ambitieniveau kan aanleiding geven tot een commercieel concept voor het gemeentelijk handelsapparaat en/of handelscentrum. Samen met een uit te werken marketingvisie kan verder werk gemaakt worden van het verkopen van het handelsapparaat aan de verschillende gebruikers. Een huisstijl voor het handelsapparaat verhoogt de herkenbaarheid en zal helpen bij een consequente toepassing hiervan in de verschillende communicatie-uitingen, promotionele activiteiten en andere initiatieven. Versterken financieel draagvlak ondernemers In deze studie is al meermaals gewezen op het belang van draagvlak voor een detailhandelsvisie bij de verschillende ‘actoren’. Overheid, handelaars, ontwikkelaars, horeca, andere aanbieders,.. allen hebben ze baat bij een herkenbaar kader dat realistische maar niet minder ambitieuze doelstellingen inhoudt voor de detailhandel als belangrijke economische motor. Dit gezamenlijk belang dient zich te vertalen naar een concreet afsprakenplan met financiële omkadering. Hoe meer financiële middelen kunnen samengevoegd worden, hoe beter en sneller schaalvoordelen kunnen worden bespeeld en doelstellingen bereikt. Er staan verschillende vormen van gezamenlijke financiering, afhankelijk van de gemeentelijke organisatie, commercieel draagvlak en te bereiken doelstellingen.

Hoofdstuk 7

69


Gemeentelijke reglementen Net zoals stedenbouwkundige verordeningen kan de gemeente ook reglementen opstellen die de goede werking en leefbaarheid van handelscentra nader kunnen faciliteren en de verblijfskwaliteit kunnen versterken. Het kan reglementen betreffen van stedenbouwkundige, verkeerskundige, functionele en zelfs maatschappelijke aard. Planeconomische onderbouwing binnenstedelijke locaties met het oog op ontwikkeling Bij het uitwerken van een detailhandelsvisie worden vaak strategische locaties aangeduid die een sleutelrol kunnen spelen bij de verdere uitbouw en groei van een handelscentrum of bij de slaagkansen van een bijzondere ontwikkeling. De gemeente kan het initiatief nemen van dergelijke ontwikkeling door zelf al kosten en baten te laten uitrekenen van het gewenste ‘programma’. Door te ‘tekenen en te rekenen’ kan de overheid zelf al stappen zetten met betrekking tot mogelijke eigen percelen en in de benadering van eigenaars. De visie kan zo niet alleen stedenbouwkundig worden gevisualiseerd, de financiële haalbaarheid kan ook getoetst worden met het oog op volgende stappen. Berekenen van residuele grondwaarde, inschatten van geldende verhuur- en verkoopprijzen, rendementen, kosten openbare infrastructuur, ... Het laat overheden toe om goed beslagen en met grondige voorkennis onderhandelingen aan te knopen met iedere partij die het aanbelangt. Parkeerbalans handelsapparaat Lokale overheden werken een mobiliteitsvisie uit die de leefbaarheid van alle doelgroepen moet verhogen en die zoveel mogelijk inspeelt op het gebruik van alle vormen van vervoer. In relatie tot handel leidt dit vaak tot vragen en misverstanden. Toch kan de handel niet zonder goede bereikbaarheid en vlotte parkeermogelijkheden maar anderzijds versterkt een aangenaam centrumgebied met ruimte voor handel, verblijf en recreatie de attractiviteit. Een goed evenwicht is hier belangrijk. Belangrijk bij het bepalen van een parkeerbeleid is de gewenste positionering. Spreken we over een recreatief of doelgericht centrum, zijn de voorzieningen gericht op langere verblijfstijden of speelt gemak en doeltreffendheid een grotere rol? Het totale handelsapparaat geeft inzicht in een minimaal aantal parkeerplaatsen die elk op hun beurt de verschillende doelgroepen kunnen bedienen. Ook nieuwe ontwikkelingen moeten in deze parkeerbalans worden meegenomen. Het gaat dus niet enkel om een theoretisch aantal maar vooral om de wijze waarop het parkeerbeleid het gewenste profiel van een winkelgebied helpt ondersteunen.

70

Hoofdstuk 7


Procesmanagement Procesmanagement dekt hier verschillende ladingen. Globaal kunnen we zeggen dat de gemeente hetzij zelf hetzij via externen het procesmanagement voert van een aantal geselecteerde ontwikkelingen. Coรถrdineren, marktpartijen consulteren, acquireren, bemiddelen, rekenen en tekenen, het zijn slechts enkele taken die bij procesmanagement horen en die het gemeentelijke takenpakket kunnen overstijgen omdat er vaak een publiek-privaat belang mee gemoeid is. Toch geldt ook hier dat de gemeente alles in het werk moet stellen om haar rol als regisseur ten volle te kunnen uitspelen.

Hoofdstuk 7

71


Cover studies detailhandel:A4

11-06-2009

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B–3500 HASSELT

09:32

Pagina 7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.