2010/2 Limburgs Erfgoed

Page 1

België-Belgique P.B. - P.P. 3500 Hasselt 1 BC 2630

Limburgs Erfgoed afgiftekantoor 3500 hasselt 1 april/mei/juni 2010 jaargang 15 nummer 2 3-maandelijks tijdschrift erkenningsnummer p 509 339

Proje

eg an Romeinse w ct “Kastanje. V

tot Fruitspoor”


Woord Vooraf door Gilbert Van Baelen gedeputeerde van Cultuur Limburg is rijk aan erfgoed en het provinciebestuur koestert dit. De voorbije jaren werd dan ook geïnvesteerd in een streekgericht cultureel erfgoedbeleid, gericht op de ontsluiting van ons erfgoed in de verschillende regio’s. Met het nieuwe subsidiereglement E-XTRA zetten we een volgende stap. Drie jaar lang geven we een extra impuls van in totaal 2,375 miljoen euro aan ontsluitingsprojecten van het Limburgs erfgoed. E-XTRA wil projecten die “E-XTRA” of met andere woorden onderscheidend zijn en aan het erfgoedbeleid van Limburg mee invulling geven, ondersteunen. In deze nieuwsbrief kan u uitvoerig kennismaken met dit nieuwe subsidiereglement voor de ontsluiting van cultureel erfgoed. Op 4 mei 2010 werd het nieuwe erfgoedproject “Kastanje. Van Romeinse weg tot Fruitspoor” voor de regio Haspengouw gepresenteerd. De Provincie Limburg gaf aan de Provinciale Hogeschool Limburg de opdracht een aantal duidingselementen en een huisstijl te ontwerpen die de inwoners en bezoekers van Haspengouw toelaten met het erfgoed van hun streek kennis te maken. Deze elementen kunnen nu worden toegepast door de Haspengouwse gemeenten. Daarnaast worden verhalen over het erfgoed ook digitaal ontsloten op de nieuwe website www.kastanje.org. Op 5 mei 2009 werd de website Erfgoedplus.be officieel gelanceerd. Sindsdien is niet alleen het aantal erfgoedobjecten en deelnemende collecties toegenomen, maar ook in samenwerkingsverbanden is het initiatief gegroeid. Het éénjarig bestaan vormt een geschikte aanleiding voor een terugblik en een stand van zaken. Feestvieren gebeurt overal en dat om de meest uiteenlopende redenen. Ook in Limburg zit het feesten in de genen. Ruim veertig geschied- en heemkundige kringen, hun koepel Heemkunde Limburg, de vier Limburgse Erfgoedcellen en de Provincie Limburg hebben de handen in elkaar geslagen om een kleurrijke publicatie te realiseren rond het thema “Limburg feest!”. Op 1 juni 2010 werden de Museumprijzen 2010 toegekend. Voor Vlaanderen ging zowel de PublieksPrijs als de Prijs van de Kinderjury naar het Openluchtmuseum Bokrijk. Vermeldenswaard is eveneens dat dit voorjaar het Gallo-Romeins Museum in Tongeren zowel voor de MuseumPrijs als voor de “Museums & Heritage Awards for Excellence” werd genomineerd in de categorie “international awards”. Wij wensen beide musea van ganser harte proficiat!

COLOFON De deputatie van de provincie Limburg Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Sylvain Sleypen, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Walter Creemers, Erika Thijs, gedeputeerden en Renata Camps, provinciegriffier Redactie: Limburgs Erfgoed. Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt tel. 011 23 75 75, fax 011 23 75 85, e-mail: pcce@limburg.be Tekst: Bart Bosmans, Stéphanie Mergeay, Anne Milkers en Betty Simon Fotografie en tekeningen: Eddy Daniels, Oswald Devisch, Stefan Dewickere, Tom Palmaers, Henri Savenay, Bert Van Doorslaer, het Gallo-Romeins Museum Tongeren en Het Belang van Limburg Lay-out & Drukwerk: Designpartner/Drukkerij Paesen, Opglabbeek Verantwoordelijke uitgever: Jean Pierre Dewael, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Website: www.limburg.be

| Musea |

Museumprijzen 2010 toegekend Op 1 juni zijn de Museumprijzen door Openbaar Kunstbezit Vlaanderen uitgereikt. De laureaten zijn gekozen uit een shortlist van telkens vijf musea in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het werden Cinematek (Brussel), In Flanders Fields Museum (Ieper) en het Musée de l’Hôpital Notre-Dame à la Rose (Lessen). Elke winnaar ontvangt 10000 euro. Sinds kort worden naast de MuseumPrijs ook de PublieksPrijs en de Prijs van de Kinderjury uitgereikt. Dit gebeurt met een stemming. Voor Vlaanderen won het Openluchtmuseum Bokrijk dit jaar zowel de PublieksPrijs als de Prijs van de Kinderjury. Aan de PublieksPrijs is een bedrag van 2 500 euro verbonden. Dit bedrag moet worden geïnvesteerd in het verbeteren van de toegankelijkheid van het museum. Bokrijk kreeg in Vlaanderen ook de meeste kinderstemmen en mag zich dus gedurende één jaar het meest kindvriendelijke museum in Vlaanderen noemen. De prijzen zijn ongetwijfeld een welkome opsteker voor het Openluchtmuseum. We feliciteren het museum en de museummedewerkers dan ook van harte!

Brood bakken in het Openluchtmuseum Bokrijk Vermeldenswaard is beslist ook dat dit voorjaar het Gallo-Romeins Museum in Tongeren zowel voor de MuseumPrijs als voor de “Museums & Heritage Awards for Excellence” werd genomineerd in de categorie “international awards”. De jury waardeerde met name dat de bezoekers in Tongeren “op een uitzonderlijke en kwaliteitsvolle manier leren over het verre verleden”. De “Museums & Heritage Awards” werden op 12 mei toegekend. Voor de internationale categorie werd de prijs toegekend aan Khasab Castle in het Sultanaat Oman. De “classic award” werd uit een shortlist van vier projecten toegekend aan de Romeinse Thermen in Bath. Ondanks het feit dat het Gallo-Romeins Museum niet in de prijzen viel, betekent deze nominatie een belangrijke (internationale) erkenning.

Meer over deze prijzen: www.museumprijs.be www.museumsandheritage.com


| Cultureel Erfgoed |

E-XTRA Nieuw subsidiereglement voor de ontsluiting van Limburgs erfgoed Erfgoed geeft ons niet alleen inzicht in de geschiedenis van onze regio, het vertelt ons ook wie we zijn. Logisch dus dat de bewaring van erfgoed belangrijk is. Conservatie alleen is echter niet voldoende. We moeten onze erfgoedsporen ook ontwikkelen en ontsluiten, zodat ze mee bijdragen tot de ontwikkeling van de hele regio – sociaal, economisch, toeristisch, maatschappelijk, ecologisch en op vlak van de natuur. Via het nieuwe subsidiereglement E-XTRA stimuleert de Provincie Limburg actoren drie jaar lang om hun erfgoed in een bredere context te plaatsen en dit door middel van een extra impuls van in totaal 2,375 miljoen euro aan ontsluitingsprojecten van Limburgs erfgoed. Hebt u plannen om uw erfgoed te ontsluiten en past uw project in de filosofie van het provinciale erfgoedbeleid? Dan komt het misschien wel in aanmerking voor een E-XTRA subsidie.

Projecten met een breed maatschappelijk draagvlak en met aandacht voor duurzaamheid en haalbaarheid, hebben een streepje voor.

Hoe hoog is het subsidiebedrag? • Voor investeringsprojecten: maximaal 50% van alle kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een plafond van 200 000 euro. • Voor ontwikkelings- en studieprojecten: maximaal 75% van alle kosten die voor subsidie in aanmerking komen met een plafond van 20 000 euro.

Wanneer vraagt u de subsidie aan? • In 2010 is er één subsidieronde. Uw aanvraag moet binnen zijn vóór 1 september 2010. • In 2011 en 2012 kent de provincie twee keer per jaar subsidies toe. Bij de eerste ronde moet uw aanvraag binnen zijn vóór 1 april, bij de tweede ronde is dat vóór 1 oktober.

Wie kan een subsidie aanvragen? • Limburgse (inter)lokale publiekrechtelijke instanties zoals steden, gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, autonome gemeente- en stadsbedrijven. • Privaatrechtelijke instanties zonder winstoogmerk zoals vzw’s en stichtingen met zetel in Limburg.

Hoe dient u de aanvraag in? U bezorgt uw subsidieaanvraag met alle vereiste documenten per post aan Provincie Limburg, Directie Mens, Beleidscel Cultuur, t.a.v. An Verhelst, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt. Of u geeft het dossier op hetzelfde adres af in ruil voor een ontvangstbewijs. U kunt uw aanvraag ook mailen naar cultuur@limburg.be.

Bijkomende voorwaarden Als indiener moet u zelf minstens 15% financieren van de kosten die aan het project verbonden zijn. U kunt pas een E-XTRA subsidie aanvragen, nadat u eerst alle andere mogelijke subsidiekanalen (gemeente, Limburg, Vlaanderen, Europa, ...) hebt aangesproken.

Welke erfgoedprojecten komen in aanmerking? Investerings-, ontwikkelings- en studieprojecten die binnen het Limburgs streekgericht cultureel erfgoedbeleid kaderen. Of die invulling geven aan of kaderen in één van de Limburgse masterplannen cultureel erfgoed. Het streekgericht cultureel erfgoedbeleid van de provincie Limburg en de toepassing ervan via de provinciale masterplannen maakt onderwerp uit van de brochure “Van denken naar doen. Het streekgericht erfgoedbeleid van de provincie Limburg”. U kan deze brochure samen met het reglement aanvragen bij het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed of de Beleidscel cultuur.

Concreet betekent dit dat uw project: • zich in Limburg of een Limburgse regio situeert; • een regionale en dus niet enkel een lokale uitstraling heeft.

Wanneer krijgt u antwoord? De commissie “Streekgericht erfgoedbeleid” buigt zich over uw aanvraag. Ze controleert of uw dossier tijdig werd ingediend, of het volledig is en of het aan alle inhoudelijke criteria beantwoordt. Binnen de drie maanden na indiening verneemt u per brief of uw aanvraag werd goedgekeurd.

Wenst u meer informatie of begeleiding bij de opmaak van uw dossier? • voor projecten die zich in Haspengouw en het Maasland situeren: Stéphanie Mergeay, projectverantwoordelijke Masterplan Haspengouw, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt, 011 23 75 74 of via smergeay@limburg.be • voor projecten die zich in de Mijnstreek situeren: Jos Biesmans, diensthoofd Cel Mijnerfgoed, Koolmijnlaan 201, 3582 Beringen, 0478 33 81 58 of via jbiesmans@limburg.be • voor projecten die zich in Noord-Limburg situeren: Annick Boemsans, afdelingshoofd Erfgoedwerking, Bokrijklaan 1, 3600 Genk, 011 26 53 22 of aboesmans@limburg.be

Uw project mag nog niet gestart zijn wanneer u de subsidie aanvraagt. Limburgs Erfgoed | 3


| Cultureel Erfgoed |

Lancering project “Kastanje. Van Romeinse weg tot Fruitspoor” Op 4 mei presenteerde gedeputeerde van Cultuur Gilbert Van Baelen het nieuwe erfgoedproject “Kastanje.Van Romeinse weg tot Fruitspoor” voor de regio Haspengouw. De Provincie Limburg vroeg aan de Provinciale Hogeschool Limburg een aantal duidingselementen en een huisstijl te ontwerpen die de Haspengouwers met het erfgoed van hun streek laten kennismaken. De ontwerpers stonden voor verschillende uitdagingen en kozen uiteindelijk ervoor landschappelijke elementen zelf te gebruiken in combinatie met duidingselementen uit roestkleurig cortenstaal. Deze elementen kunnen nu worden toegepast door de Haspengouwse gemeenten. Daarnaast worden verhalen over het erfgoed ook digitaal ontsloten op de nieuwe website www.kastanje.org. De ontsluiting van het Haspengouwse erfgoed ter plaatse gebeurt door gemeentebesturen en stopt hierdoor bij de gemeentegrenzen. De ontsluiting is in iedere gemeente anders, want elkeen heeft een andere werkwijze. De Provincie Limburg vindt het dan ook belangrijk een visie te ontwikkelen voor een hele streek en regio, waardoor de nodige inhoudelijke afstemming mogelijk is. Zo zal de Haspengouwer de hele coherente geschiedenis van zijn streek leren kennen en is het verhaal niet versnipperd. De Provincie gaf dan ook de opdracht een gemeenschappelijke huisstijl en duidingselementen te ontwikkelen om bij het erfgoed te plaatsen en het alzo éénduidig te ontsluiten. Gedeputeerde Van Baelen stelde tijdens de voorstelling het volgende: “Met dit project leggen we de fundamenten van de erfgoedontsluiting. Je kan het vergelijken met de bouw van een huis. Wij hebben de fundamenten gelegd. Het is nu aan de gemeentebesturen om de kamers van het huis te bouwen met de aangereikte bakstenen.” De ontwerpers stonden voor twee grote uitdagingen. Ze moesten rekening houden met de verschillende soorten erfgoed en met het bestaande aanbod. In Haspengouw vind je o.a. sporen van het Romeinse, middeleeuwse en religieuze verleden, maar ook sporen van landbouw en fruitteelt. Het erfgoed is heel divers ingeplant, op het platteland zijn er bv. kastelen, tumuli, vierkantshoeves, kapelletjes …, maar ook in de dorps- of stadskernen staat er erfgoed zoals kerken, herenhuizen, waterpompen, standbeelden ... Een tweede uitdaging was dat de verschillende spelers die in het Haspengouwse landschap actief zijn, elk hun eigen vormgeving hebben. 4 | Limburgs Erfgoed

Als wandelaar kom je soms vijf verschillende panelen, verschillende zitbanken en verouderde wegwijzers tegen, waardoor het voor een bezoeker vaak verwarrend is en een versnipperde indruk nalaat. De opdracht was een flexibel ontwerp te maken dat overal in Haspengouw inzetbaar was en dat door alle partners kon gebruikt worden (al dan niet als aanvulling op hun eigen stijl). De belangrijkste doelstelling is dat het landschap niet verder belast of “vervuild” wordt. De ontwerpers kozen ervoor gebruik te maken van landschappelijke elementen zelf zoals hagen, heuvels en bomen. Dit verstoort het landschap niet en is duurzaam. Deze landschappelijke elementen worden bij het aanwezige erfgoed geplaatst of geven een indruk van het verdwenen erfgoed. Zo wordt een haag geplant waar er vroeger een aquaduct liep. De keuze om landschappelijke elementen te gebruiken is innovatief en nog niet veel toegepast. Gecombineerd met deze landschapselementen zijn er vijf soorten multifunctionele informatiedragers ontworpen: een zitbank in verschillende vormen, een cilinder rond een boom, een oriëntatieschijf, een vuilbak en een informatiepaneel. Het materiaal van deze elementen is het roestkleurige cortenstaal. Het materiaal is zo gekozen dat het voor de bezoeker pas duidelijk wordt dat deze objecten informatie dragen als men dichterbij komt. Er werd ook een gemeenschappelijke huisstijl ontwikkeld en een logo. Om de centrale rol van het landschap te benadrukken, is ervoor gekozen één plantensoort tot ambassadeur uit te roepen. De tamme kastanje zal deze rol vervullen door deze stelselmatig aan te planten in de buurt van cultureel erfgoed. Het idee is dat de tamme kastanje het erfgoed als het ware aankondigt en zo het landschap van op afstand leesbaar maakt zonder dat er nood aan informatiepanelen is. De boom wordt al sinds de oudheid in Europa aangeplant, zelfs in nederzettingen uit de Bronstijd zijn kastanjeresten teruggevonden. Wat de tamme kastanje voor dit project zo bijzonder maakt, is dat deze boom (naar alle waarschijnlijkheid) hier vermoedelijk ingevoerd is door de Romeinen die verzot waren op kastanjes.

Meer info: Indien u graag meer info over de huisstijl wenst of graag in uw gemeente een dergelijk erfgoedontsluiting gerealiseerd zou zien, kan u contact opnemen met Stéphanie Mergeay, tel. 011 23 75 74, e-mail: smergeay@limburg.be, of een bezoekje brengen aan de website www.kastanje.org.


| Cultureel Erfgoed |

Erfgoedplus.be één jaar online Op 5 mei 2009 werd de website Erfgoedplus.be officieel gelanceerd. Sindsdien is niet alleen het aantal erfgoedobjecten en deelnemende collecties toegenomen, maar ook in samenwerkingsverbanden is het initiatief gegroeid. Het éénjarig bestaan vormt een geschikte aanleiding voor een terugblik en een stand van zaken. Aan de basis van Erfgoedplus.be ligt de idee dat iedereen snel en gericht informatie over erfgoed moet kunnen raadplegen. Dit leidde tot een belangrijk basisprincipe van Erfgoedplus.be: niet de aanbieder van erfgoed, maar de zoeker van informatie bepaalt wat hij of zij wil vinden. Erfgoed is een begrip dat zich moeilijk laat afbakenen. Erfgoedplus.be richt zich daarom op informatie over alle erfgoedtypes heen. Deze erfgoedinformatie is zeer verspreid over de provincie aanwezig. De Provincie Limburg wilde de beschikbare erfgoedinformatie op één platform samenbrengen en vervolgens centraal ontsluiten. Bovendien moest men verbanden kunnen leggen tussen deze veelvoud aan bronnen, locaties, collecties en gegevens. In 2002 werd hiervoor de “erfgoedbank” ontwikkeld. Een samenwerkingsverband, sinds 2006, met de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant resulteerde in de website Erfgoedplus.be. De website www.erfgoedplus.be brengt het erfgoedlandschap in kaart voor het ruime publiek. Informatie over erfgoedobjecten wordt onderling gelinkt via een achterliggende databank. Erfgoedplus.be is tegelijk een website én een digitale erfgoedinventaris. Erfgoedplus.be startte met het optekenen van het roerend erfgoed. Vanaf september 2009 werd het mogelijk om ook afbeeldingen en fotografie toe te voegen. Inmiddels wordt gewerkt aan de ontsluiting van het onroerend en het immateriële erfgoed. Eén van de meest markante realisaties van het afgelopen werkjaar situeert zich niet op het niveau van de erfgoedbank. Vanaf november 2009 werken Erfgoedplus.be en het Oost-Vlaamse MovE samen als partners in het Europese project EuropeanaLocal. EuropeanaLocal maakt deel uit van het initiatief Europeana. De schaalgrootte hiervan overstijgt het bereik van de provincies Limburg en Vlaams-Brabant, maar net zoals Erfgoedplus.be wil Europeana alle beschikbare erfgoedinformatie uit de Europese lidstaten voor een ruim publiek ontsluiten. Om dit te realiseren benoemt Europeana in elke lidstaat “verzamelaars” van lokale erfgoedinformatie. Erfgoedplus.be richt zich specifiek op lokale collecties en in het erfgoedlandschap is deze bottom-up structuur bijzonder. Juist deze ervaring in het ontsluiten van lokale erfgoedinformatie liet EuropeanaLocal kiezen voor Erfgoedplus.be, voor wie dit een belangrijke erkenning is. Deze erkenning betekent een concrete meerwaarde voor deelnemers aan Erfgoedplus.be. Erfgoedinformatie uit Limburg en Vlaams-Brabant

wordt hierdoor meteen ook via de Europese zoekwebsite Europeana ontsloten. Erfgoedplus.be. Een stand van zaken na één jaar werking: • op 5 mei 2009: de website www.erfgoedplus.be gaat officieel publiek • meer dan 47 500 erfgoedobjecten online • actieve deelname van 158 collecties (musea, kerkfabrieken, heemkundige kringen) • netwerken en ervaring in het ontsluiten van regionale en lokale erfgoedcollecties • erkenning als Europees voorbeeldproject voor de bundeling en ontsluiting van lokaal erfgoed • samen met MovE de Belgische “content partner” in het EU-project EuropeanaLocal.

Erfgoedplus.be legt nu nog steeds de nadruk op het maximaal samenbrengen van lokale, regionale en provinciale erfgoedinformatie. Om de databank en de website te voeden, doet Erfgoedplus.be een beroep op bestaande bronnen en collecties. Zonder medewerking van musea, kerkfabrieken, heemkundige kringen en lokale erfgoedorganisaties is dit een onhaalbare kaart. Elke organisatie of instelling kan met zijn of haar collectie deelnemen. Bestaande collecties en bronnen worden niet vervangen en elke deelnemer blijft in beheer van de eigen erfgoedinformatie. Erfgoedplus.be is hoofdzakelijk een wegwijzer voor het diverse en immens rijke potentieel aan erfgoedinformatie. Door informatie samen te brengen, wil men verbanden tonen die voordien verborgen bleven. Elke collectie voegt nieuwe informatie toe en verrijkt zichzelf met reeds aanwezige informatie. Zo vormt Erfgoedplus.be een meerwaarde voor zowel aanbieder als zoeker van erfgoedgegevens. Limburgs Erfgoed | 5


| Tentoonstelling |

L. De Trudofeesten in Sint-Truiden (1956) R. De Septennales in Hoei (1928)

Het zevende jaar. Zevenjaarlijkse feesten in de regio Maas-Rijn Tentoonstelling en publicatie in Het Stadsmus Hasselt “Het zevende jaar”: het klinkt een tikje magisch. Om de zeven jaar organiseren verschillende steden in de regio Maas-Rijn processies die een grote groep bewoners op de been brengen en een massa bezoekers naar die steden brengt. Deze processies zijn gekend als de Trudofeesten in Sint-Truiden (2005), de Kroningsfeesten in Tongeren (2009), de Virga-Jessefeesten in Hasselt (2010), de Septennales in Hoei (2012) en Verviers (2014), de Heiligdomsvaarten in Maastricht (2011) en Susteren (2014) en de Heiligtumsfahrt in Aken (2014). Het Stadsmus Hasselt belicht dit intrigerende fenomeen in een kleine, maar zeer fijne tentoonstelling die tot stand kwam in samenwerking met de erfgoedcellen van Hasselt, Sint-Truiden en Tongeren en met de comités van Tongeren, Hasselt, Maastricht en Susteren. Het avondspel naar aanleiding van de Kroningsfeesten in Tongeren (2009) De zevenjaarlijkse feesten raken vandaag nog steeds zeer veel mensen. Dat bleek vorig jaar nog tijdens de Kroningsfeesten van Tongeren en zal zeker ook blijken in augustus van dit jaar in Hasselt, waar de voorbereidingen volop aan de gang zijn. De zevenjaarlijkse feesten zijn geworteld in een eeuwenoude religieuze traditie, maar hebben in de loop der tijd een evolutie ondergaan. Ze vinden hun oorsprong voor een stuk in de Heiligdomsvaarten (een eeuwenoude traditie) en deels in de Mariaverering die pas later opgang vond. De Heiligdomsvaart was in onze contreien een religieus gebeuren waarbij de relieken publiek getoond werden aan de pelgrims. Dat gebeurde tijdens een genadetijd. De pelgrims konden aflaten verdienen wanneer ze het tonen van de relieken bijwoonden. Deze heiligdomsvaarttraditie taande gedurende de periode van de reformatie, maar werd later voor een deel opnieuw opgepikt. De Mariaverering vond vooral tijdens de periode van de contrareformatie vanaf de 17de eeuw ingang. Zij werd onder meer ook in zevenjaarlijkse processies gevierd. In Hasselt werd in 1682 voor de eerste maal een zevenjaarlijkse processie gehouden. In Hoei is de zevenjaarlijkse processie met zekerheid aanwijsbaar vanaf 1687. In de loop van de 19de eeuw nam de populariteit van Maria in belangrijke mate toe. Dit had te maken met het dogma van de onbevlekte ontvangenis (1854) en de Mariaverschijningen in Lourdes (1858). In verschillende Belgische steden werd bij wijze van ereteken het plaatselijk vereerde Mariabeeld met een pauselijke zegen gekroond. In Hasselt gebeurde dat al in 1867. Ook in Tongeren (1890), Verviers (1892) 6 | Limburgs Erfgoed

en Kortenbos (1898) werd het miraculeuze Mariabeeld tijdens een luisterrijke plechtigheid gekroond. De zevenjaarlijkse feestelijkheden herdachten de kroning met een processie die door de rijkelijk versierde stad trok. In Tongeren werd onder impuls van de deken bovendien het tonen van de relieken aan het publiek hernomen. Ook in de 20ste eeuw waren de feesten een moment waarop de bevolking van de stad zich gedurende lange tijd voorbereidde; werd het programma van de feesten door lokale organisatiecomités mee georganiseerd en breidde het programma uit met opvoeringen van een massaspel, tentoonstellingen en concerten. De stad werd feestelijk opgeluisterd. Het aantal deelnemers aan de processies nam geleidelijk ook toe (onder meer door de fusie van gemeenten); het aantal bezoekers groeide. De zevenjaarlijkse feesten zijn een opmerkelijk fenomeen, geworteld in een religieuze traditie en sterk verankerd in een lokaal stedelijk weefsel dat bij actuele trends en ontwikkelingen aanknoopt. De tentoonstelling geeft de essentie van de feesten in de Euregio aan, met onder meer relikwieën, Mariakronen en -manteltjes … maar schetst ook een mooi beeld van de evolutie doorheen de tijden (vooral de 20ste eeuw) aan de hand van affiches en foto’s. De bijhorende publicatie is uitgegeven bij Uitgeverij Peeters en kost 24 euro.

Meer info: www.hetstadsmus.be


| Cultureel erfgoed |

Feesten zit in de genen van de Limburgers Boek “Limburg feest” i.s.m. de geschied- en heemkundige kringen Ruim veertig geschied- en heemkundige kringen, hun koepel Heemkunde Limburg, de vier Limburgse Erfgoedcellen en de Provincie Limburg hebben de handen in elkaar geslagen om een kleurrijke publicatie te realiseren rond het thema “Limburg feest!”. Deze publicatie werd voor het eerst voorgesteld tijdens de gouwdag van Heemkunde Limburg op zaterdag 15 mei in Zolder.

De publicatie documenteert op die manier tal van feesten die universeel zijn of sterk verbonden met bepaalde regio’s: de schuttersfeesten, religieuze feesten en processies, carnavalsvieringen, Sint-Maartensvuren, Sint-Barbarafeesten, Hubertusvieringen of Sint-Jansfeesten, gouden en diamanten bruiloften, het in de bloemetjes zetten van eeuwelingen of feesten die een verjaardag van een heel specifieke historische en lokaal gebonden gebeurtenis herdenken. Te veel om op te

Het Oud Limburgs Schuttersfeest, een evenement dat in beide Limburgen nog steeds erg veel deelnemers en bezoekers op de been brengt

Het Sint-Evermarusspel vindt jaarlijks op 1 mei in Rutten (Tongeren) plaats

Feesten worden vandaag beschouwd als immaterieel erfgoed: ze zijn gebaseerd op tradities en maken deel uit van het collectieve geheugen van een gemeenschap. Ze zijn dus voor een stuk volkscultuur geworden. Talloze bekende en minder bekende feesten van vroeger en vandaag worden in de uitgave gedocumenteerd en uitgebreid geïllustreerd. Het resultaat is een mooi boek waaruit blijkt dat in Limburg vaak en uitbundig feest wordt gevierd. Bijna elke wijk, dorp of gemeente kent eigen festiviteiten. Feesten zijn wel een uitzonderlijk fenomeen; ze komen occasioneel voor en zijn vaak een uitgelezen moment om even te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit. Feesten worden vaak ook gedragen door een brede gemeenschap: een parochie, een vereniging, een organisatie of soms een spontaan gegroeide (sociale) groep van mensen. Feesten zijn belangrijk om mensen samen te brengen, al of niet rond een bepaald thema. Ze zijn vaak kenmerkend voor bepaalde gemeenten of regio’s of ze zijn historisch ermee verbonden. Via feesten onderscheiden gemeenschappen zich van elkaar. Een aantal feesten in Limburg zijn werkelijk uniek voor de brede regio: schuttersfeesten, een Sint-Evermarusspel op 1 mei in Rutten of een oud folkloristisch gebruik als het “grabbelen” dat nog steeds in Kinrooi leeft.

noemen, maar telkens wel gedragen door de lokale gemeenschap en soms gekend tot ver over de gemeentegrenzen. De publicatie “Limburg feest” kwam tot stand dankzij een actieve medewerking van de geschied- en heemkundige kringen die teksten en fotomateriaal aanleverden. De eindredactie gebeurde door Rombout Nijssen, rijksarchivaris. Een inleidend woord werd geschreven door Hilde Schoefs, conservator van het Openluchtmuseum Bokrijk. De publicatie werd gepresenteerd tijdens de gouwdag van Heemkunde Limburg op zaterdag 15 mei 2010 in het cultuurcentrum Muze van Heusden-Zolder. Met filmmateriaal dat menige geschied- en heemkundige kring over historische feesten in hun gemeente bezit, werd tevens een fijne compilatie gerealiseerd door Tom Voets. Een exemplaar van deze compilatie wordt nog bezorgd aan de geschied- en heemkundige kringen in Limburg.

Het boek “Limburg feest!” werd uitgegeven op 1 000 exemplaren, kost 25 euro en is te verkrijgen via het Rijksarchief Hasselt of in de Standaard Boekhandel. Limburgs Erfgoed | 7


| Dienst Documentatie |

Nieuwe aanwinsten over het cultureel erfgoed De onderstaande werken kunnen geraad­pleegd worden in het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, Universiteitslaan 1 te Hasselt, tel. 011 23 75 83, op werkdagen van 9 tot 12 uur en van 13.30 tot 17 uur. Ze kunnen er tevens gefotokopieerd worden.

Hoe we wonen, zegt veel over wie we zijn. Wie door wijken wandelt, leert ook dat ze weliswaar van steen gebouwd zijn, maar dat ze nooit verstenen. Ze leven, dus ze evolueren. De auteur loodst ons door 25 markante wijken – stedelijke, groene, liefelijk-romantische, strak-modernistische, arme en rijke – zodat we met bewoners, architecten en bouwheren mee kunnen mijmeren over wat was, is en zou kunnen zijn. Er is gestreefd naar een zo groot mogelijke diversiteit in de aard van de wijken en ze zijn zo gekozen dat elke Vlaamse provincie ongeveer evengoed vertegenwoordigd is. Brussel telt twee wandelingen. Het gaat meestal om lusvormige wandelingen, waarvan de afstand zich beperkt tot een vijftal kilometer. De diversiteit in het aanbod heeft gevolgen voor de manier waarop de wandelingen beschreven worden. Bij sommige wijken was er aanzienlijk meer achtergrondinformatie nodig dan bij andere. Er is dus niet alleen variatie in de soorten wijken, maar ook in de manier waarop ze worden benaderd. Hoe dan ook zit er voor elk wat wils bij en zullen velen plaatsen en waardevol erfgoed ontdekken waarvan ze het bestaan niet vermoeden. Voor Limburg worden volgende wijken beschreven: de tuinwijk van Winterslag (Genk), Kuringen en Herkenrode (Hasselt), Oud-Rekem (Lanaken), De Kolonie in Lommel en van Maaseik naar het bedevaartsoord Heppeneert.

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

Nathalie CEUNEN, Het verhaal achter de fruitteelt in Haspengouw, Erfgoedcel Sint-Truiden, 2010, 143 blz. (D/2010/11.586/1) Eind 2008 werd het project “Fruitverhalen” opgestart door de Erfgoedcel Sint-Truiden, het Centrum voor Agrarische Geschiedenis en Toerisme Sint-Truiden. De auteur verzamelde talloze mondelinge getuigenissen over alle aspecten van de fruitteelt vroeger en nu. Deze verhalen vormen de basis van de publicatie. In vijf thema’s wordt het verhaal van fruit in Haspengouw uit de doeken gedaan. Eerst worden de evoluties van de fruitteelt geschetst. Daarna komen de verhalen van de teler aan bod. In het derde deel worden de verhalen over sortering, verpakking, onderwijs en wetenschap gebundeld. Het verhaal van de veiling en de handel komt in het vierde deel aan bod en in het laatste deel wordt er ingezoomd op de fruitverwerking en de verwevenheid van de streek met het fruit. De persoonlijke getuigenissen in het boek wisselen af met veel uniek en origineel fotomateriaal, afkomstig uit privé-albums van de geïnterviewden en met beknopte, historisch onderbouwde en heldere informatie over de Haspengouwse en Sint-Truidense fruitgeschiedenis. “Sappig verteld” is slechts één luik in het project “Fruitverhalen”. De Erfgoedcel SintTruiden en Toerisme Sint-Truiden werken verder om de mondelinge fruitgeschiedenissen op verschillende manieren aan het grote publiek te presenteren. Zo zullen deze verhalen ook op de Sint-Truidense fietsroutes beluisterd kunnen worden.

Steven VANDEWAL, In de 23ste Hemel. Overzichtstentoonstelling van het kerkelijk erfgoed te Tongeren, Stedelijke Erfgoedcel Tongeren, 2009, 80 blz. Vanaf de jaren 1990 is het inventariseren van kerkelijk roerend erfgoed één van de belangrijkste peilers in het cultureel erfgoedbeleid van Tongeren. Met het afsluiten van een erfgoedconvenant tussen de Stad Tongeren en de Vlaamse Gemeenschap in 2002 werd ervoor gekozen om het inventariseren en ontsluiten van kerkelijk roerend patrimonium in grootTongeren als één van de belangrijkste doelstellingen op te nemen. Tongeren telt 23 kerken. Vanaf 2002 werden jaarlijks twee kerken geïnventariseerd en deze inventarissen werden aan het publiek voorgesteld. Deze publicatie is opgevat als een catalogus bij de tentoonstelling “In de 23ste Hemel. Overzichtstentoonstelling van het kerkelijk erfgoed te Tongeren” die vorig jaar n.a.v. de Kroningsfeesten in Tongeren georganiseerd werd. Zowel in de tentoonstelling als in de catalogus komt de geschiedenis van iedere kerk aan bod. Enkele bijzondere kunstvoorwerpen duiden dit verhaal. Bovendien wordt er aandacht geschonken aan de patroonheiligen van de verschillende kerken. Aan de hand van enkele nog nooit getoonde kaarten wordt een evolutie van de parochiale structuren getoond. Tot slot wordt er een beknopt overzicht van de kroningsfeesten gegeven.

v.u. Jean Pierre Dewael, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

Marie-Anne WILSSENS, Van Heppeneert tot Klein Rusland. 25 Wandelingen door markante wijken in Vlaanderen, Davidsfonds Leuven, 2010, 360 blz. (ISBN 978-90-5826-688-0)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.