2013/2 Limburgs Erfgoed

Page 1

BelgiĂŤ-Belgique P.B. - P.P. 3500 Hasselt 1 BC 2630

Limburgs Erfgoed afgiftekantoor 3500 hasselt 1 April/mei/ juni 2013 jaargang 18 nummer 2 3-maandelijks tijdschrift erkenningsnummer p 509 339

Graffititoren op

-plein (Bilzen)

het Jazz Bilzen


Woord Vooraf door Igor Philtjens gedeputeerde van Cultuur

Honderd jaar na de Eerste Wereldoorlog wil het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) zoveel mogelijk lokale verhalen uit die oorlog verzamelen in “Kleine verhalen in een Groote Oorlog” en verder uitdiepen om het grotere Limburgse verhaal te kunnen brengen. Op Erfgoeddag, zondag 21 april 2013, organiseerden het PCCE en de Provinciale Bibliotheek Limburg (PBL) in dat kader de Collectiedag WO I. Wie voorwerpen, foto’s, documenten, … uit WO I bezit, kon dit erfgoed in de Provinciale Bibliotheek laten registreren en digitaliseren. Die dag was een succes, ook dankzij de vlotte samenwerking tussen de provinciale diensten en het erfgoedwerkveld. Tien jaar geleden lanceerde de provincie Limburg een erfgoeddatabank, waarin het alle beschikbare erfgoedinformatie uit de provincie wou samenbrengen. In 2006 sloten de provincie Vlaams-Brabant en de stad Leuven mee aan in dit project en was de eerste regio-overschrijdende erfgoeddatabank in Vlaanderen een feit. In 2009 ging Erfgoedplus.be online. Omdat de bezoeker, erfgoedliefhebber en onderzoeker vandaag meer geïnteresseerd is in het achterliggende verhaal van een collectie of kunstwerk, was de website aan vernieuwing toe. Op 24 juni 2013 stelden we de vernieuwde website Erfgoedplus.be voor. Wat deze databank bijzonder waardevol maakt, is dat de collecties niet beperkt zijn tot die van de professionele instellingen en musea. Heel bewust is ervoor gekozen om ook de lokale actoren, heemkundige kringen, kerkfabrieken, privépersonen en geschiedkundige verenigingen toe te laten hun collecties te registreren. Als enige erfgoeddatabank in Vlaanderen en zelfs in Europa verzamelt én ontsluit het zowel lokale als museale collecties op een evenwaardige manier. Samenwerken is dus de boodschap, zowel om ons erfgoed optimaal in kaart te brengen en te ontsluiten als om onze eigen knowhow en expertise inzake erfgoed verder uit te breiden.

COLOFON De deputatie van de provincie Limburg Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens en Inge Moors, gedeputeerden en Renata Camps, provinciegriffier Redactie: Limburgs Erfgoed. Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt tel. 011 23 75 75, fax 011 23 75 85, e-mail: pcce@limburg.be Tekst: Peter Bloemen, Bart Bosmans, Anne Milkers en Betty Simon Fotografie en tekeningen: Peter Bloemen, Anne Milkers en Bert Van Doorslaer Lay-out & Drukwerk: Designpartner/Drukkerij Paesen, Opglabbeek Verantwoordelijke uitgever: Sandro Claes, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Website: www.pcce.be

| musea |

Gallo-Romeins Museum geeft prestigieuze prijs door Jaarlijks reikt het Europees Museum Forum (EMF) de prestigieuze prijs “European Museum of the Year Award (EMYA)” uit. In 2011 ging deze prijs naar het Gallo-Romeins Museum in Tongeren omwille van hun vernieuwende en doordachte aanpak van de presentatie en omwille van de sociale rol van het museum. In mei 2013 verzamelden vertegenwoordigers van het EMF en van diverse musea in Europa in het Gallo-Romeins Museum. Na een meerdaags Europees congres in het museum week men voor het afsluitende evenement op zaterdag 18 mei 2013 uit naar de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Tongeren. Het werd een druk bijgewoonde avond met tal van prominenten, waaronder Joke Schauvliege, Igor Philtjens en Patrick Dewael, die afwisselend prijzen aan de winnaars uitreikten. Carmen Willems nam de presentatie voor haar rekening samen met de “Amerikaanse Deen” Chris Torch. Voorzitter van ICOM-Vlaanderen, Wim De Vos, was voor de gelegenheid voorzitter van de jury voor deze editie 2013. De jury mocht een aantal laureaten bekronen. Naast vier eervolle vermeldingen werd de Kenneth Hudson-prijs aan het Gemeentelijk Museum van Batalha (Portugal) uitgereikt. De Siletto-prijs ging naar het Antwerpse MAS (Museum aan de Stroom) omwille van hun sterke participatieve projecten, waaronder het programma “In Jonge handen”, dat een team van een tiental jongeren als vrijwilliger in de museumwerking ervaring laat opdoen. Het nieuw opgerichte Museum of Liverpool (2011), gebouwd als een indrukwekkend “landmark” bij de dokken van de stad, ontving de Museumprijs van de Raad van Europa. De “European Museum of the Year Award 2013”, de belangrijkste prijs, was voor het Riverside Museum in het Schotse Glasgow. Dit museum over transport opende in juni 2011 en wordt sindsdien overrompeld door publieke belangstelling. De jury prees het museum omwille van de capaciteit om het thema transport en daarmee gepaard gaande technologie te koppelen aan het sociale en meer universele verhaal van de mensen. Zij creëren transportmiddelen en gebruiken ze ook. Het Riverside Museum ontving een beeldhouwwerk van Henry Moore, The Egg. Dit werk mogen ze gedurende één jaar in het museum presenteren om het dan weer door te geven. Het Gallo-Romeins Museum werd die avond nog erg geprezen voor de vlekkeloze organisatie van dit event. Riverside Museum, Glasgow


| Musea |

“Musea zonder drempels”, inspiratiedag over erfgoed en toegankelijkheid Zijn musea voldoende toegankelijk voor rolstoelgebruikers? Kunnen extra voorzieningen bijdragen aan de toegankelijkheid van een voor het publiek opengesteld historisch monument? Zijn tentoonstellingen ook wel eens te bezoeken door mensen met een visuele beperking? Hoe kan een muziekinstrumentenmuseum mensen met een auditieve handicap ontvangen? Is een historisch bezoekerscentrum voldoende beleefbaar voor senioren? Hoe kunnen we een presentatie leesbaar maken voor blinden? Of zijn de websites van erfgoedorganisaties voldoende raadpleegbaar? Volgens de vzw Toegankelijkheidsbureau wordt het aandeel van onze bevolking met een ernstige handicap geraamd op minstens 10%. Een groep waarmee openbare instellingen hoe langer hoe meer rekening moeten en willen houden. Niet alleen personen met een handicap hebben baat bij een toegankelijke omgeving, maar ook u en ik: minder mobiele ouderen, mensen met een beperkt gehoor, gezinnen met kinderen (en kinderwagens), mensen met fysieke kwetsuren (tijdelijk minder of niet mobiel), enz. Musea en bezoekerscentra hebben dus redenen te over om te kijken of en hoe bestaande voorzieningen eventueel aanpasbaar zijn. Een inspiratiedag over toegankelijkheid in het voorjaar 2013 in Herkenrode was gericht op verantwoordelijken van musea en erfgoedorganisaties. De dag liet de praktijk van mensen met een beperking “letterlijk” beleven. Verder werden er goede voorbeelden, blikopeners en tips gepresenteerd, alsook logistieke middelen ter beschikking gesteld van het erfgoedveld. Heel wat musea en monumenten hebben doorgaans al een toegankelijkheidsmeting laten uitvoeren. Niet alle openbare ruimten kunnen volledig toegankelijk gemaakt worden, zo blijkt. Dit is geenszins onoverkomelijk. Er zijn talloze andere instrumenten om de toegankelijkheid van de organisatie te versterken. Het Toegankelijkheidsbureau voorziet vorming op maat van organisaties om de dienstverlening of informatieoverdracht te verbeteren. In samenwerking met Toerisme Vlaanderen heeft het Toegankelijkheidsbureau een syllabus bij de cursus voor het rondleiden van personen met een handicap uitgegeven. In geval van verbouwingen of herinrichtingen is het wel extra nuttig tijdig een advies bij het Toegankelijkheidsbureau aan te vragen. De website van de organisatie heeft bij voorkeur een label van “Anysurfer”, maar het verkrijgen ervan is niet onoverbrugbaar. De vzw Intro stelt dan weer logistieke elementen tijdelijk en tegen een democratische huurprijs ter beschikking van organisaties. Voor mensen met een gehoorprobleem zijn er “ringleidingen” die storende geluiden voor mensen met een hoorapparaat wegfilteren. Het

afgeleide CM1-systeem maakt groepsrondleidingen comfortabeler hoorbaar voor iedere bezoeker. Met audiodescriptie kunnen blinden en slechtzienden door extra beschrijvende commentaren via koptelefoon ook voorstellingen bijwonen. Dit aanbod wordt op maat voorzien; materiaal en ondersteuning kan Intro hierbij bieden. Contactgegevens van gebarentolken zijn via Intro te verkrijgen. Om een grootschaliger evenement toegankelijk te maken kan Intro ondersteuning bieden bij het zoeken en huren van aangepaste toiletten, toegankelijke douches, rolstoelpodia, kleine metalen oprijplaten (hellend vlak), enz. Sommige locaties kan men met een beetje hulp wel bezoeken. Dit kan een museum of monument niet altijd zelf voorzien. Om hieraan tegemoet te komen, bestaat er de provinciale begeleiderspas. Met deze begeleiderspas kan een persoon met een handicap zelf gratis een begeleider meenemen bij deelnemende organisaties. De inspiratiedag werd georganiseerd door het Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid en het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, in samenwerking met de vzw Toegankelijkheidsbureau en de vzw Intro. Deze reeks “tips & tricks” zijn tijdens de inspiratiedag concreet toegelicht en maken mogelijk dat mensen met een beperking actief kunnen deelnemen aan het culturele gebeuren. Tegelijk betekent dit aanbod doorgaans ook dat de gemiddelde bezoeker een stuk comfortabeler een monument of museum kan beleven.

Meer info Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid, tel. 011 30 57 45 of e-mail: toegankelijkheid@limburg.be; vzw Toegankelijkheidsbureau Hasselt, tel. 011 87 41 38 of e-mail: info@toegankelijkheidsbureau.be; vzw Intro Hasselt, tel. 011 28 57 43 of e-mail: info@intro-events.be; PCCE, tel. 011 23 75 75 of e-mail: pcce@limburg.be Limburgs Erfgoed | 3


| tentoonstelling |

| Cultureel Erfgoed |

Doorzicht Hugo Duchateau

Vernieuwde website Erfgoedplus.be

Reeds enkele jaren werkt Hugo Duchateau aan een enorme reeks aquarellen. Hij maakt ze, selecteert, wikt en weegt, liquideert ze om uiteindelijk de 200 beste exemplaren over te houden. Dit alles resulteert vanaf 6 juli tot en met 31 oktober 2013 in een sublieme tentoonstelling in de Begijnhofkerk Sint-Truiden met als titel “Doorzicht”. Daaraan gekoppeld bouwt hij op het Begijnhofplein een indrukwekkende installatie met houten paletten.

Op 24 juni jongstleden werd in het Sint-Elisabethgasthuis in Diest de vernieuwde website van Erfgoedplus.be voorgesteld in aanwezigheid van gedeputeerde Igor Philtjens. De vernieuwde website www.erfgoedplus.be wil een wegwijzer en centraal ontmoetingspunt zijn voor wie erfgoedinformatie zoekt in de provincies Vlaams-Brabant en Limburg.

Hugo Duchateau maakt hedendaags werk dat vormelijk en inhoudelijk in de ruimte geïntegreerd is. Met dit tentoonstellingsproject zal hij sterk inspelen op de identiteit van het begijnhof van Sint-Truiden. De Begijnhofkerk van Sint-Truiden is vooral gekend om haar muurschilderingen (1300-1600) die wezenlijk deel uitmaken van de architectuur en die de ruimte en de geest van de kerk mee bepalen. Bovendien zijn de muurschilderingen als het ware transparant. De ondergrond waarop ze aangebracht zijn, is steeds doorzichtig. Het tentoonstellingsproject “Doorzicht” speelt in op dit laatste aspect van de muurschilderingen met het presenteren van 200 aquarellen die in wezen transparant zijn. De aquarellen worden gepresenteerd op een gestileerde smalle tafel van 32 m die het schip van de kerk doorklieft. Bij het binnenkomen zal de lange smalle strook glas op het tafelblad het bijzondere houten tongewelf reflecteren. Als men de tafel van dichterbij bekijkt, laten de aquarellen, die over de ganse lengte gepresenteerd zijn, zich één voor één ontdekken. Naar aanleiding van dit project wordt er een kunstenaarsboek uitgegeven waarin alle aquarellen van de tentoonstelling op ware grootte weergegeven worden (schaal 1:1). Voor het boek werd uitgekeken naar de beste keuze van papier en drukmethode om de werken optimaal tot hun recht te laten komen. De begeleidende tekst werd geschreven door kunstfilosoof Francis Smets. Het boek wordt gedrukt op 500 exemplaren, waarvan 100 gesigneerd en voorzien van een originele aquarel die weliswaar niet in de tentoonstelling opgenomen is.

Toen vier jaar geleden de zoekwebsite Erfgoedplus.be gelanceerd werd, kon men gegevens over 37 000 erfgoedobjecten uit een 137tal collec­ties opzoeken. Nu stelt Erfgoedplus.be gegevens van ruim 89 000 erfgoedobjecten uit 254 collecties doorzoekbaar. Het aantal deelnemende collecties heeft een sterke vlucht genomen. Hierdoor is niet enkel het aantal objecten toegenomen, maar ook de variatie aan erfgoed. Met de vernieuwde website wil Erfgoedplus.be de aandacht vestigen op deze rijkdom aan erfgoedinformatie binnen de Erfgoeddatabank van Limburg en Vlaams-Brabant. De ontsluiting van de Erfgoeddatabank blijft een cruciaal onderdeel, maar wordt verpakt in een dynamische, interactieve en publieksvriendelijke website. Erfgoedplus.be wil niet alleen de erfgoedobjecten inventariseren, samenbrengen en ontsluiten, maar ook de verhalen achter de collectiestukken vertellen. De redactionele items geven meer duiding. Dossiers en geregeld wisselende thema's laten telkens één van de mooie collecties van Erfgoedplus.be ontdekken en zorgen voor een geleide introductie tot de databank. Een koppeling met de UiTdatabank levert een permanent overzicht van erfgoedactiviteiten in beide provincies. Bezoekers kunnen voortaan ook zelf informatie aan de Erfgoeddatabank toevoegen. Via een webformulier kan men erfgoedgegevens met een afbeelding doorsturen. Voor meerdere objecten neemt men best contact op met het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed.

De tentoonstelling “Doorzicht” is een initiatief van de vzw “Villarte – een andere kijk op kunst”, die jaarlijks een tentoonstelling hedendaagse kunst op een historische locatie in Sint-Truiden brengt.

Meer info UiTbalie in CC de Bogaard, tel. 011 70 17 01 of www.debogaard.be. 4 | Limburgs Erfgoed

Postkaart uit het archief Eddy Verschueren, Culturele Kring “Dat Stedeken Peer”


| Cultureel Erfgoed |

Collectiedag WO I Op Erfgoeddag organiseerde het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) in samenwerking met de Provinciale Bibliotheek Limburg (PBL) de Collectiedag WO I. Wie erfgoed uit de Eerste Wereldoorlog bezat, kon zich op zondag 21 april in de Provinciale Bibliotheek Limburg aanbieden om dit te laten registreren en digitaliseren. Een enthousiaste groep erfgoedvrijwilligers noteerde de bijbehorende verhalen, deed opmetingen en fotografeerde of scande de objecten. Het materiaal kon men nadien terug naar huis meenemen. Het evenement was een succesvolle samenwerking tussen de provinciale diensten en het erfgoedwerkveld in het kader van een overkoepelend internationaal project. Het initiatief van de collectiedagen vindt haar oorsprong in “Europeana 1914-1918”. Gespreid over Europa werden “Roadshows” georganiseerd. Deze trachtten de laatste herinneringen en verhalen aan deze wereldbrand vast te leggen. De oorspronkelijke getuigen zijn er niet meer, maar binnen families circuleren nog steeds herinneringen en anekdotes over ouders en grootouders die de Eerste Wereldoorlog wel beleefd hebben. De eerste “Roadshows” werden al in 2010 in het Verenigd Koninkrijk georganiseerd. Eind 2012 kwam België aan de beurt met de eerste Collectiedag op 12 december in het In Flanders Fields Museum te Ieper. Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed kan terugkijken op een geslaagde Collectiedag WO I in de Provinciale Bibliotheek Limburg. De dag zelf hebben 33 deelnemers zich aangemeld. Hun verhalen en gegevens werden ter plaatse opgetekend. Erfgoedspecialisten en kenners van de Eerste Wereldoorlog stonden paraat om hun expertise met de deelnemers te delen. De deelnemers brachten een groot aantal voorwerpen en documentatie mee. Enkelen zelfs met vrij volledige dossiers over hun overgrootvader of grootoom met fotomateriaal, correspondentie, officiële documenten en handgeschreven stukken. In het totaal werden ruim 2 000 objecten ingezameld en gedigitaliseerd. Inhoudelijk kon men mooie en samenhangende verhalen optekenen. Omgekeerd leerden deelnemers hun voorouders beter kennen. Velen zijn na een gesprek met een specialist verrijkt met extra informatie over hun (over)grootouders naar huis teruggekeerd. De daarop volgende weken namen deelnemers terug contact op met het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed voor aanvullingen en extra gegevens. Ook konden zij familieleden en kennissen overhalen om ook hun verhalen en gegevens voor Limburg 1914-1918 ter beschikking te stellen. Inmiddels is het aantal deelnemers opgelopen tot 42. Het digitaliseren en verwerken van de verhalen is volop bezig. Het overgrote deel van de verhalen heeft betrekking op de militaire frontervaring of het krijgsgevangenschap. Toch werden ook civiele verhalen opgetekend. Het archief van een adolescente verzetsman, het verhaal

van een gedwongen arbeider en de verplichte documenten van pendelaars en reizigers geven een inzicht in het dagelijkse leven onder de Duitse bezetting. De Eerste Wereldoorlog is meer dan louter het frontgebeuren. Het is dit type van getuigen, het leven onder de bezetting, dat we graag verder zouden willen invullen. Wie gegevens over de Eerste Wereldoorlog uit familiale archieven bezit, kan nog steeds terecht bij het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed in het kader van de permanente registratie van het WO I-erfgoed. De gegevens van de Collectiedag WO I worden verwerkt in de Erfgoeddatabank van de provincie Limburg en de verhalendatabank van Europeana 1914-1918. Het verwerken van deze gegevens is een arbeidsintensief proces. Gaandeweg kan men deze gegevens raadplegen op de website Erfgoedplus.be. De publicatie van de verhalen op Europeana 1914-1918 wordt afgestemd met de andere organisatoren van Collectiedagen. De publicatie van alle Belgische verhalen op Europeana 19141918 is voorzien voor begin september 2013.

Permanente registratie WO I De afgelopen Collectiedag WO I is slechts één fase in het gericht inzamelen van erfgoed over de Eerste Wereldoorlog. Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed bemant een permanent registratiepunt voor verhalen en objecten die met de Eerste Wereldoorlog verband houden. We mikken op kleine getuigenissen, het verhaal van de gewone Limburger in en onder de Eerste Wereldoorlog. Wie bezit voorwerpen, foto’s, brieven of andere herinneringen in verband met de Eerste Wereldoorlog? Wat is het verhaal achter deze voorwerpen? Kan men vertellen waarom men ze bewaart? We zoeken verhalen van en over: DDoud-strijders, frontsoldaten en krijgsgevangenen DDde Duitse inval en de vergeldingsacties DDinkwartiering van Duitsers en Duitse oefenterreinen DDhet dagelijkse leven onder de bezetting DDvoedselvoorziening en smokkel DDde elektrische grensdraadversperring DDvluchtelingen en de aftocht van de Duitsers. Men kan nog het gehele jaar door WO I-erfgoed laten registreren en digitaliseren bij het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (toegankelijk tijdens de kantooruren: van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 17.00 uur. Voor een afspraak: PCCE, tel. 011 23 75 75 of e-mail: pcce@limburg.be. Limburgs Erfgoed | 5


| musea |

Willie Cole, “Made in the Philippines IV”, 1994, Caldic Collection, Wassenaar

Modemuseum Hasselt wint “MaakMee” Genomineerd voor de OKV-MuseumPrijs Het Modemuseum Hasselt heeft met de spraakmakende tentoonstelling “In her Shoes” (2009) de “MaakMee”-wedstrijd van de Kunsthal in Rotterdam gewonnen. Hiermee heeft het museum meteen de gerenommeerde musea The National History Museum uit Londen en het Musée en Herbe uit Parijs geklopt. “In her Shoes” was dan ook een opgemerkt evenement. De tentoonstelling bracht de geschiedenis van de damesschoen van 1900 tot nu, met oog voor kunstenaars en jonge designers en vormgegeven door Lien Wauters. Wat betekent deze “MaakMee”-prijs concreet? “MaakMee” is een interactief publieksproject van de Kunsthal Rotterdam en bestaat uit een formule waarbij iedereen voor één van de drie tentoonstellingen in bovenvermelde musea kan stemmen. De winnende expo wordt door het publiek vanuit heel persoonlijke invalshoeken opnieuw gemaakt in de Kunsthal. Aan de hand van veertien vragen nemen de participanten deel aan de totstandkoming ervan: van het kiezen van de werken tot het schrijven van een zaaltekst en het ontwerpen van een affiche. Iedereen kan deelnemen. Aanmelden kan zelfs nog tot 24 november 2013. De bijdragen van de “MaakMee”deelnemers zullen in de tentoonstelling zichtbaar zijn. Deze loopt van 14 december 2013 tot en met 23 maart 2014 in de Kunsthal Rotterdam. Het Modemuseum zet zich hiermee opnieuw op de internationale museumkaart. Gefeliciteerd! Het Modemuseum was overigens één van de vijf genomineerde musea voor de OKV-MuseumPrijs 2013, samen met het MAS en het MoMu in Antwerpen, het Talbot House in Poperinge en het MIAT in Gent. Dit laatste museum werd de laureaat voor Vlaanderen. Toch betekent ook deze nominatie andermaal een stevige opsteker voor het Modemuseum. Op 20 juni 2013 opent er de expo “Moda. Made in Italy”.

Meer info www.modemuseumhasselt.be www.kunsthalmaakmee.nl

| Cultureel Erfgoed |

Jazz Bilzen Zondag 19 mei 2013 vond in Bilzen de opening van de derde stap van het project Jazz Bilzen plaats. De eerste stap was een tot graffititoren getransformeerde elektriciteitstoren op het Jazz Bilzen-plein. De tweede stap was de eerste editie van de Jazz Bilzen Awards, een wedstrijd voor popfotografie. De derde stap is het oprichten van een “Meeting Point” in het oud stadhuis en het inrichten van een vaste tentoonstelling “The Stage” in het Borrehuis. Het studiebureau ontwierp het Meeting Point en The stage in een typische festivallook. Het Meeting Point in het oud stadhuis van Bilzen vormt een totem die uit kisten voor geluidsinstallaties opgebouwd is. Zij bevatten schermen die beelden en informatie aan de bezoekers tonen. De beelden kunnen aangevuld worden met nieuwe foto’s die mensen via sociale mediapagina’s van het project kunnen toevoegen. The Stage in het Borrehuis is een box met tekst en foto’s aan de buitenkant die het verhaal van Jazz Bilzen vertellen volgens een tijdlijn van de oprichting in 1965 tot de laatste editie in 1981 en de revivaleditie in 1998. Aan de binnenkant van de box waant de bezoeker zich backstage. Door luidsprekers klinken muziekfragmenten afgewisseld met stukjes interviews met bekende bezoekers en muzikanten. Op schermen worden foto’s en filmpjes van het festival getoond. Tussen het stadhuis en het Borrehuis is een wandeling, de “Demerwalk” genoemd, ontworpen langs de locaties van het festival met de Demer als rode draad. Voor deze wandeling bestaat ook een applicatie voor smartphone of tablet pc. Jazz Bilzen is hiermee nog niet voltooid. Dit najaar zal de tweede editie van de popfotografiewedstrijd plaatsvinden en er volgen nog meer edities in de toekomst.

Praktische info Het Meeting Point is geopend tijdens de openingsuren van Toerisme Bilzen. Het Borrehuis is op de volgende momenten geopend: DD22 mei-14 juni 2013 en 16 september-27 september 2013: van woensdag tot vrijdag van 11 tot 17 uur DD15 juni-15 september 2013: van woensdag tot zondag van 11 tot 17 uur. Een bezoek met gids is mogelijk na afspraak en er vertrekken ook gegidste wandelingen op vaste tijdstippen aan het stadhuis.

Meer info Toerisme Bilzen, tel. 089 51 98 59 of e-mail: toerisme@bilzen.be. 6 | Limburgs Erfgoed


Limburg in taalvariatie

| Cultureel Erfgoed |

Barak 15 opent in Beringen Vlak na de Tweede Wereldoorlog werden in Beringen krijgsgevangenen gehuisvest in kampen. Barak 15 is een reconstructie van één van de barakken, waarin deze krijgsgevangenen toen verbleven. Met de steun van de provincie Limburg heeft de stad Beringen Barak 15 ingericht als bezoekerscentrum voor migratie en sociale geschiedenis in een scenografie van Deusjevoo. De barakkenkampen werden voor het eerst opgericht in 1942 onder Duitse bezetting. De barakken werden ter beschikking gesteld van de mijnzetels die ze zelf moesten bestellen, bouwen en uitbaten. Op 25 juni 1942 arriveerden de eerste arbeiders uit Oost-Europa. Niet veel later verhuisden deze arbeiders naar een ander locatie dichter bij de mijn en werden de barakkenkampen gebruikt om Russische krijgsgevangenen die in de mijnen moesten werken, te huisvesten. “Die Ostarbeider” verhuisden uiteindelijk allemaal naar een kamp in Waterschei. Vlak na de Tweede Wereldoorlog huisvestte de barakkenkampen Duitse krijgsgevangen die in de mijn werkten, om tot 1947 het tekort aan mijnwerkers aan te vullen. Daarna werden de barakken gebruikt als huisvesting voor mijnwerkers in afwachting van een huis in de tuinwijk. De eerste groep nieuwe mijnwerkers werd geronseld in Italië en iets later in Polen. De huisvesting in de barakken was een noodoplossing door gebrek aan woningen en geleidelijk werden de inwoners elders ondergebracht. De oorspronkelijke barak 15 kreeg vanaf 1948 de functie van feestbarak. In 1963 werd ze uiteindelijk gesloopt. De nieuwe Barak 15 is ingericht als tentoonstellingsruimte en voorziet in een creatieve ontsluiting van migratie-erfgoed. Een tijdsbalk slingert door de kamer en midden in en aan de wanden zijn schermen voorzien als tentoonstellingspanelen. Er is ook een videohoek en een balie. Via de schermen wordt aan verenigingen de mogelijkheid geboden om hun eigen presentaties en audiovisueel materiaal te tonen. Zo kan de tentoonstelling variëren en kunnen tijdelijke tentoonstellingen plaatsvinden. Voor dit project werkte de stad Beringen samen met Het Vervolg, de Erfgoedcel Mijn-Erfgoed, de Cel Mijnerfgoed, de Poolse Vereniging, Monumentenzorg Beringen, Citévolk spreekt, Xios Hogeschool, het Mijnmuseum en vele vrijwilligers op het terrein. Barak 15 is voor hun een steun en basis voor allerhande projecten. Barak 15 is geopend tijdens de openingsuren van de Polonez: woensdag, donderdag en vrijdag vanaf 18 uur, zaterdag vanaf 15 uur en zondag vanaf 13.30 uur.

| Cultureel Erfgoed | Limburg in taalvariatie

Bokrijkdagen in gezelschap van Spraakma(k)kers Ontdek taalvariatie in Limburg

Het project Spraakma(k)kers onderzoekt en ontsluit de grote schat aan taalvariatie die Belgisch Limburg rijk is. Het is een erfgoedproject dat de Limburger wil aanspreken om het eigen taalgebruik vast te leggen en te delen met anderen. Doel is zoveel mogelijk taalvariëteiten van het Limburgs te verzamelen en te ontsluiten. Het gaat dan over onder meer citétaal, jongerentaal, dialecten, straattaal, standaardtaal, tussentaal, thuistaal, vaktaal of gebarentaal. Wil je de Limburgse taalvariëteiten beter leren kennen? Ben je gebeten door het taalvirus of ben je spreker van een Limburgse taalvariëteit en wil je deze graag vastleggen voor het nageslacht? Kom en ontdek dan de woonwagen van Spraakma(k)ers tijdens zes zomerse Bokrijkdagen. Doe mee aan een superquiz of laat jouw eigen taalgebruik vastleggen. Iedereen mag meedoen, ongeacht leeftijd, geslacht, opleiding, beroep, enz. Dankzij de vele opnamen die Spraakma(k)kers al gerealiseerd heeft, kan het project laten zien welke culturele rijkdom in Belgisch Limburg te vinden is en daarmee ook een greep uit taalvariaties op de kaart zetten. De woonwagen van Spraakma(k)kers vind je in het Oost- en West-Vlaamse deel van het Openluchtmuseum Bokrijk, tijdens de zondagen 7, 21 en 28 juli en op 4, 11 en 18 augustus 2013, telkens van 10 tot 18 uur. Deze woonwagen zal er staan tussen andere kleurrijke vormen van vervlogen passies en tradities: smeden, zuurdesembrood bakken, bierbrouwen, handmade markt, … en dus ook taal en taalvariatie. Het project Spraakma(k)ers is een tweejarig project dat nog tot en met september 2013 loopt. Het is een samenwerking tussen het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, de Limburgse erfgoedcellen, Faro, Bokrijk en de vzw Variaties. De Bokrijkdagen zijn de publieksmomenten voor het project dat met de streektaalconferentie & dialectendag op zaterdag 28 september 2013 in de Oude Gevangenis van Hasselt definitief afrondt.

Meer info www.spraakmakkers.be of neem contact met Aida De Rose, tel. 011 23 79 51 of e-mail: aida.derose@limburg.be; het PCCE, tel. 011 23 75 75 of e-mail: pcce@limburg.be.

Meer info Voor een bezoek o.l.v. een gids neem contact op met Toerisme Beringen tel. 011 42 15 52 of e-mail: toerisme@beringen.be. Limburgs Erfgoed | 7


| Cultureel Erfgoed |

Van de “Moelingse Jonkheyd” en de “Aoje Koster” uit Molenbeersel “Het dagelijkse leven. Geen alledaags verhaal.” Gemene geschiedenis in Limburg 1900-1913 Meer dan dertig geschied- en heemkundige kringen in Limburg hebben samen een bijzonder kleurrijk en treffend verhaal uit de periode 1900 tot 1913 in Limburg verzameld. In deze periode 1900-1913 – net aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog – kende men in Limburg geen schoolplicht tot 18 jaar, geen stemrecht voor iedereen, geen gelijkheid tussen man en vrouw, maar wel de eerste editie van de Ronde van Vlaanderen, in – jawel – 1913. De Eerste Wereldoorlog zou voor een eerste grote breuklijn zorgen, op verschillende vlakken. “Gemene geschiedenis” vormde het uitgangspunt voor dit boek: het dagelijkse leven van de gewone mens, anno 1900-1913, onderzocht aan de hand van authentiek bronnenmateriaal uit deze periode, een onontgonnen gebied.

Tongeren, Veemarkt (1906) © Collectie Limburgensia van de PBL In dit boek komen talloze aspecten van het dagelijkse leven aan bod: vrije tijd, eetcultuur, godsdienst, onderwijs, vervoer, ambachten, conflicten, … De leefwereld van de burgers voor de Eerste Wereldoorlog staat centraal. Die diversiteit aan authentieke verhalen en het rijke beeldmateriaal maken van deze publicatie een bijzonder aangenaam lees- en kijkboek. Je zit als het ware in de smidse van Pier van Hanske; je voelt de pijn van de molenaar in Houthalen of de wanhoop van vader Boonen die op zoek gaat naar zijn zoon aan het front. De lezer kan doorheen deze verhalen kennismaken met een compleet andere tijd. Een compleet andere tijd, met een verzuilde samenleving en een grote invloed van de kerk op het dagelijkse leven. Laat ons een tip van de sluier oplichten. In de 19de eeuw werd bijvoorbeeld de Limburgse heide bebost. Vanaf 1900 waren de eerste nieuwe bossen kaprijp. De moeilijkste karwei bij bosontginning was het ver-

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

wijderen van de achtergebleven stronken. Drie Limburgers losten dat probleem op: Ferdinand Smeets, de Gruitrodense smid J.L. Hubrechts en koster-uurwerkmaker Désiré Peters uit Zutendaal ontwikkelden een uniek systeem van stronkenuitroeiers. Authentiek verhaal. In Moelingen (Voeren) werd dan weer de spot gedreven met ongehuwde vrouwen van 30 jaar. De deur van hun ouderlijk huis werd door de Jonkheyd – de groep ongetrouwde jongemannen van het dorp – versierd met een pop van stro. Die schande kon het meisje afkopen met flessen jenever. Zo raakt de cirkel rond. Deze publicatie is het resultaat van de inzet van meer dan dertig geschied- en heemkringen. Het project is een initiatief van de koepel Heemkunde Limburg, de drie Limburgse Erfgoedcellen, het Rijksarchief Hasselt en het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed. Zij hebben de handen in elkaar geslagen om deze unieke publicatie te realiseren rond het thema “het dagelijkse leven vóór de Eerste Wereldoorlog”. De artikels zijn doorspekt met prachtig en uniek fotomateriaal dat voor het eerst gepubliceerd is. Sommige bijdragen zijn zo verhalend, sappig en anekdotisch, dat je helemaal terug in de tijd gekatapulteerd wordt. “Het dagelijkse leven. Geen alledaags verhaal. Gemene geschiedenis in Limburg 1900-1913”, Hasselt, mei 2013. Verkoopprijs: 18,00 euro, oplage: 500 exemplaren. Het boek is te koop in diverse boekhandels bij u in de buurt of te bestellen bij het Stadsarchief Hasselt (stadsarchief@hasselt.be), de Erfgoedcel Hasselt (erfgoedcel@hasselt.be) en het PCCE (pcce@limburg.be).

v.u. Sandro Claes, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

De werkhuizen Smeets-Clerx in Eksel met op de voorgrond een drietal verschillende types stronkenuitroeiers © Geschied- en Heemkundige Kring Zutendaal


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.