2017/2 Limburgs Erfgoed

Page 1

PB- PP B-

BELGIE(N) - BELGIQUE

Limburgs Erfgoed afgiftekantoor 3500 hasselt 1 april / mei / juni 2017 jaargang 22 nummer 2 3-maandelijks tijdschrift erkenningsnummer p 509 339

de

commanderij Al

tief van de land

Duits glasnega

) Š KIK - IRPA,

hoven (Bilzen n Biesen in Rijk

Brussel


Woord Vooraf door Igor Philtjens gedeputeerde van Cultuur, Erfgoed en Toerisme Naar aanleiding van de 25ste verjaardag van Monumentenwacht laten we in elke editie van de nieuwsbrief “Limburgs Erfgoed” 2017 iemand aan het woord die nauw betrokken is met de organisatie. In deze nieuwsbrief leest u het verhaal van het kerkbestuur SintGe­noveva in Zepperen (Sint-Truiden). Deze kerk was één van de eerste monumenten die, na een uiteenzetting door de provincie Limburg, aansloot bij Monumentenwacht. Ondertussen doet het kerkbestuur al 25 jaar een beroep op de diensten van Monumentenwacht. De jongere generaties komen dan weer aan bod in het project “Jong redt Oud”, waarbij het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed samen met de Limburgse gemeentebesturen op zoek gaat naar erfgoedsites waar kinderen en jongeren aan de slag kunnen met “hun” erfgoed. Kinderen en jongeren kunnen een erfgoedsite, monument, of landschap met erfgoedwaarde in hun omgeving “adopteren”. Door hen nauw te betrekken bij hun erfgoed, door hen de verhalen erachter te laten ontdekken én door hen (mede) verantwoordelijkheid te geven over het onderhoud en de ontsluiting, leren ze de waarde van het erfgoed beter kennen. In deze nieuwsbrief maakt u alvast kennis met de vijf pilootprojecten in Bilzen, Kinrooi, Kortessem, Meeuwen-Gruitrode en Peer. Een ander bijzonder project, waarin het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed architectuur en erfgoed zal combineren, is de Meesterproef 2017. Het initiatief van de Vlaamse Bouwmeester wil jonge ontwerpers een kans geven om een eerste opdracht voor een publieke opdrachtgever uit te voeren. Het PCCE stelde zich met de tumuli van Heers kandidaat om deel te nemen aan dit mooie project. Tot slot is er nog een ander groot Vlaams project waarop het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed graag aansluit. Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel organiseert in 2017 een project rond de Duitse glasnegatieven uit 19141918. Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed pikt hierop in met “Dit zien wij. 44 Lenzen, beelden, verhalen” waarvoor het 44 beelden selecteerde van gebouwen die u tijdens de Open Monumentendag 2017 in de 44 Limburgse gemeenten kan bezoeken. Daarnaast wordt elke Limburger uitgedaagd om deel te nemen aan een bijhorende fotowedstrijd die 44 hedendaagse beelden van monumentaal erfgoed uit de Limburgse gemeenten zal opleveren. Dit alles zal begin 2018 resulteren in één grote tentoonstelling.

COLOFON De deputatie van de provincie Limburg Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Frank Smeets, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Erik Gerits, Jean-Paul Peuskens en Inge Moors, gedeputeerden en Renata Camps, provinciegriffier Redactie: Limburgs Erfgoed. Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt tel. 011 23 75 75, e-mail: pcce@limburg.be Tekst: Peter Bloemen, Ellen Demuynck, Sara Gallasz, Carolien Goeleven, Anja Neskens en Betty Simon Lay-out & Drukwerk: Designpartner/Drukkerij Paesen, Opglabbeek Verantwoordelijke uitgever: Sandro Claes, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Website: www.limburg.be/pcce

Inspectie van het muurwerk van de Sint-Genovevakerk in Zepperen (Sint-Truiden) © Nico Vandepoel

25 jaar Monumentenwacht!

Eén van de eerste abonnees aan het woord

Al 25 jaar behartigt Monumentenwacht Limburg, als partner van eigenaars en beheerders van waardevol (on)roerend erfgoed, het belang van goed en regelmatig onderhoud. Aan de hand van periodieke inspecties en een nauw contact met de abonnee brengen de monumentenwachters de toestand van het erfgoed in Limburg in kaart en geven ze op maat geschreven aanbevelingen voor een goed beheer en behoud. De Sint-Genovevakerk in Zepperen (Sint-Truiden) was één van de eerste erfgoedobjecten die 25 jaar geleden, na een uiteenzetting door de provincie Limburg, bij Monumentenwacht aangesloten werd. Deze prachtige kerk werd samen met haar omgeving, de aanpalende pastorij en het rentmeesterhuis, in 1935 en 1983 beschermd als monument en dorpsgezicht. Richard Knapen, penningmeester van het kerkbestuur Sint-Genoveva te Zepperen en Willem Driesen, secretaris van deze kerkfabriek leggen uit waarom ze ondertussen al 25 jaar een beroep doen op de diensten van Monumentenwacht. Waarom hebben jullie 25 jaar geleden de Sint-Genovevakerk aangesloten bij Monumentenwacht? Omdat wij dit eeuwenoude monument koesteren en er fier op zijn. We vinden het onze plicht om dit erfgoed in de best mogelijke omstandigheden te bewaren en door te geven aan volgende generaties. We proberen hieraan, o.m. dankzij de ondersteuning van Monumentenwacht, al 25 jaar preventief te werken. Zoals Monumentenwacht steeds aangeeft, blijft “voorkomen beter en goed­ koper dan genezen”. Het stadsbestuur van Sint-Truiden steunt ons bij deze manier van werken. Zij financiert het jaarlijkse lidmaatschap van 40,00 euro. Dat doet ze trouwens voor al haar kerkbesturen. De inspectiekosten betalen we zelf. De essentie van Monumentenwacht is een periodieke controle van erfgoedobjecten. Laten jullie op regelmatige basis een bouwkundige inspectie en/of interieurinspectie uitvoeren? Monumentenwacht contacteert ons om de vier jaar met de vraag of er al dan niet een inspectie gewenst is. Zowel de bouwkundige monumentenwachters als de interieurwachters komen dan een integrale inspectie uitvoeren. Op die manier zijn wij gerust dat ons erfgoed in de best mogelijke staat blijft. Wat houdt een bouwkundige inspectie en een interieurinspectie concreet in? De bouwkundige wachters zijn uitgerust met industriële touwtechnieken. Zo geraken ze tot boven in de toren en op andere, voor ons,


Inspectie van de pastorij in Zepperen (Sint-Truiden) © Monumentenwacht Limburg, Rudi Steegmans

Inspectie van de muurschilderingen van de Sint-Genovevakerk in Zepperen (Sint-Truiden) door een interieurwachter © Nico Vandepoel

| MONUMENTENWACHT LIMBURG | onbereikbare plaatsen. Tijdens hun onderzoek stellen zij de aanwezige gebreken vast en - indien mogelijk - herstellen ze kleine mankementen ook meteen. Denk daarbij aan het terugplaatsen van een weggevallen lei of aan het herstellen van een gescheurde soldeernaad. Op die manier hoeven wij geen dure stelling te plaatsen en wordt verdere gevolgschade meteen vermeden. Daarnaast signaleren ze ons ook wanneer er zich grotere problemen voordoen waarvoor we externe hulp moeten inschakelen. De interieurwachters focussen zich op het waardevolle interieur van onze kerk. De bewaringstoestand van onze waardevolle roerende objecten zoals het edelsmeedwerk, beelden, schilderijen enz. worden door hen nauwkeurig onderzocht. De interieurwachters ondersteunen ons ook in een goed onderhoud van deze erfgoedelementen. Zo tonen ze bijvoorbeeld de juiste werkwijze van het poetsen van onze metalen objecten en geven ze advies welke producten we hiervoor best gebruiken. Tot slot voeren ze ook kleine instandhoudingswerken uit in afwachting tot een eventuele restauratie. Denk daarbij aan het fixeren van verflagen van een schilderij of het plaatselijk behandelen van houtborende insecten.

Zijn er nog andere dienstverleningen die Monumentenwacht aanbiedt waarop jullie als kerkfabriek de voorbije jaren een beroep deden? Een aantal jaren geleden hebben we een veiligheidsadvies aangevraagd. Hierbij werd de veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid van de kerk nader bekeken. Dit resulteerde in het plaatsen van genormeerde klim- en ladderhaken op de daken van de kerk, het aanbrengen van een loopbrug, loopverlichting en aluminium ladders en bordessen in de torenspits. Op deze manier kan het onderhoud en de inspectie door Monumentenwacht vlot en veilig verlopen. Een leuke anekdote was toen een oude buurman ons erop wees dat de torenhaan steeds in dezelfde windrichting bleef staan. Bij beklimming van de toren door de monumentenwachters bleek dat de kogellagers onder de haan door stof en vuil vastgelopen waren. Na herstelling draaide de kraaier weer op volle toeren. © ML, Rudi Steegmans

Elke inspectie levert een toestandsrapport op, een zéér gedetailleerd document waarin de hele toestand van het gebouw opgenomen staat, aangevuld met een volledige fotoreportage. De bouwkundige rapporten worden daarnaast nog aangevuld met een dakenplan en een onderhoudskalender die ons toelaat om het onderhoud van onze kerk voor een termijn van telkens 12 jaar in te plannen.

Je gaf reeds aan dat jullie naast de kerk ook met de pastorij bij Monumentenwacht aangesloten zijn. Zijn er nog andere erfgoedobjecten waarmee jullie lid zijn bij deze organisatie? Monumentenwacht neemt niet enkel het beschermde erfgoed voor haar rekening. Ook het niet-beschermde waardevolle erfgoed kan rekenen op hun ondersteuning. Zo hebben wij enkele nietbeschermde kapelletjes in onze eigendom die eveneens aan­gesloten zijn.

Voor welke doeleinden gebruikten jullie het toestandsrapport van Monumentenwacht al? We hebben het rapport al gebruikt bij het opmaken van het masterplan (architecten Bessemans-Verheyden 2000). In die zin is het toestandsrapport dat Monumentenwacht overhandigt, een goede basis om de grotere aanpak van restauraties te ondersteunen. Sinds het nieuwe onroerenderfgoeddecreet, dat sinds 2015 in voege is, vraagt het Agentschap Onroerend Erfgoed dat er een beheersplan opgemaakt wordt om een hogere premie te kunnen aanvragen. Bij het opmaken van het beheersplan van de pastorij, die trouwens ook bij Monumentenwacht aangesloten is, heeft het toestandsrapport ons heel goed geholpen. Dit rapport wordt dan ook officieel aanvaard als onderdeel van zo een beheersplan. Tot slot is het Centraal Kerkbestuur Sint-Truiden momenteel bezig met het opmaken van een Gemeentelijk Kerkenbeleidsplan. Volgens de richtlijnen die door het Agentschap Onroerend Erfgoed opgelegd zijn, moet er een visiedocument bestaan met o.m. de huidige toestand van de kerken om premies te kunnen aanvragen. De rapporten van Monumentenwacht zijn dus ook hier enorm bruikbaar.

Sint-Genovevakapel in Zepperen (Sint-Truiden) © Kristof Vrancken Als ik het goed begrijp, zijn jullie tevreden over de diensten van Monumentenwacht? Absoluut! Leden van een kerkfabriek worden tegenwoordig gedwongen om zich te profileren als monumentenbeheerders en erfgoedzorgers. Als vrijwilligers en leken inzake bouwkunde krijgen wij daarbij veel ondersteuning van Monumentenwacht. Zij doen dit op een nietcommerciële en dus objectieve basis. Wij zijn de provincie Limburg dan ook erg dankbaar dat zij deze dienst onder haar vleugels heeft genomen zodanig dat wij op een laagdrempelige manier een beroep op hen kunnen doen. Jullie blijven dus de volgende 25 jaar aangesloten bij Monumentenwacht? Uiteraard! Limburgs Erfgoed | 3


Tijdens het pilootproject in Bilzen gaan de leerlingen van de tweede graad van de Vrije Basisschool de Bammerd op verkenning op het oude kerkhof in Grote-Spouwen. © Karolien Coenen

| CULTUREEL ERFGOED |

“Jong redt Oud”: jongeren aan de slag met onroerend erfgoed Onder de naam “Jong redt Oud” gaat het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) samen met de Limburgse gemeente­ besturen op zoek naar erfgoedsites waar kinderen en jongeren aan de slag kunnen met “hun” erfgoed. “Jong redt Oud” is een educatief en participatief project, waarbij kinderen en jongeren een erfgoedsite, monument, of landschap met erfgoedwaarde in hun omgeving “adopteren”. In hun dagelijkse omgeving, op weg naar school, op weg naar de voetbalclub, tijdens een spel met de jeugdbeweging, … komen jongeren ongetwijfeld wel eens langs een kapel, een vakwerkhoeve, een molen, een bijzonder landschap, … “Jong redt Oud” wil hen bewustmaken van al dat waardevols in hun eigen omgeving. Door jongeren nauw te betrekken bij dat erfgoed, door hen de verhalen erachter te laten ontdekken én hen (mede)verantwoordelijkheid te geven over het onderhoud en de ontsluiting, leren ze de waarde van het erfgoed kennen. Bij elk “Jong redt Oud”-project worden experts met de nodige vakkennis betrokken. Zo wordt er samengewerkt met relevante partners zoals Monumentenwacht Limburg, het Agentschap Onroerend Erfgoed, de Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddiensten, natuurorganisaties, heem- en geschiedkundige kringen, de kerkbesturen, lokale verenigingen, historici, gidsen, erfgoedwerkers, …

Vijf pilootprojecten Tussen nu en oktober vinden vijf pilootprojecten plaats. Deze zijn uitgewerkt en worden begeleid door Mooss vzw in overleg met het PCCE. Na een oproep aan alle Limburgse gemeenten werden vijf projectvoorstellen geselecteerd die als pilootproject uitgevoerd worden. De educatieve omkadering en begeleiding op maat van kinderen en jongeren wordt voorzien door Mooss vzw. Twee van de vijf pilootprojecten zijn al zo goed als afgerond; de drie andere zullen plaatsvinden in de zomermaanden. Pilootproject Meeuwen-Gruitrode Voor de Duinengordel in Meeuwen-Gruitrode ontwikkelden leidsters en leiders van de lokale jeugdbewegingen KAJ Louwel, Chiro-meisjes Opglabbeek en Chiro Gruitrode een spel dat door alle jeugdverenigingen en andere groepen gespeeld kan worden. De Duinengordel met de Oudsberg en andere landduinen is een populaire activiteitenlocatie voor jeugdbewegingen, maar is bovenal een uniek natuurgebied. Tijdens het spel komen ze meer te weten over dit waardevolle natuurerfgoed en over het beheer ervan. De leiding van bovenvermelde jeugdbewegingen kwamen verschillende keren samen om het format van 4 | Limburgs Erfgoed

Bij het pilootproject in Meeuwen-Gruitrode ontwikkelen de leiding van enkele jeugdbewegingen een spel voor het gebied rond de Oudsberg. © Luc Flipkens het spel te bedenken en uit te werken. Natuurpunt, medewerkers van de Duinengordel en de boswachter van het gebied zaten mee rond de tafel. Tijdens de Week van het Bos, van 8 tot 15 oktober 2017, zal het spel voor het eerst gespeeld worden door de leden van de jeugdbewegingen die het spel bedachten. Nadien is het spel voor elke groep met natuur- en erfgoedinteresse beschikbaar. Pilootproject Bilzen Eind mei gingen de leerlingen van de tweede graad van de Vrije Basisschool de Bammerd in Grote-Spouwen (Bilzen) aan de slag op het lokale, oude kerkhof. Dit project startte met een algemene kennismaking met “erfgoed”. Om even stil te staan bij wat erfgoed nu eigenlijk is, brachten de kinderen voorwerpen die hen dierbaar zijn en die ze zeker willen bewaren, mee naar de klas. Daarna leerden ze wat “funerair” erfgoed is en onderzochten ze grafsymboliek door een zoektocht op het oude kerkhof. Door de graven goed te bekijken en met de gepaste begeleiding en hulp van experts, maakte de klas van juf Mieke kennis met heel wat boeiende verhalen en mooie herinneringen!


Het opgraven van de cultusplaats in Grote-Brogel (Peer) De leerlingen van de Bammerd (Bilzen) helpen o.a. met het verwijderen van het onkruid van de oude graven. © Karolien Coenen Hierdoor groeide het besef bij de leerlingen dat het belangrijk is om dit erfgoed te bewaren. Zo vertelde William uit het 4de leerjaar: “We moeten zorg dragen voor het kerkhof, want we zijn eigenlijk allemaal ergens familie van elkaar.” Daarom hielpen ze dan ook mee het kerkhof te onderhouden door zwerfvuil en onkruid te verwijderen. Op 12 juni 2017 werd het project afgerond met een toonmoment voor ouders en andere geïnteresseerden. De kinderen werden plechtig tot peters en meters van het kerkhof benoemd. De leerlingen van de Bammerd zullen vanaf nu ieder schooljaar opnieuw hun kennis van het funerair erfgoed in hun dorp doorgeven aan de nieuwe leerlingen van de tweede graad, de volgende generatie peters en meters van het kerkhof in Grote-Spouwen! Pilootproject Kinrooi Tijdens de molenstage van 5 tot 8 juli 2017 in en rond de Keijersmolen in Molenbeersel (Kinrooi) zullen kinderen tussen 8 en 12 jaar onder­ gedompeld worden in de wondere wereld van windmolens. Een molenaar zal hen tonen hoe de molen werkt, hoe de kinderen zelf graan kunnen malen en hoe de molen nadien ook weer grondig gepoetst moet worden. De kinderen zullen met hun zelfgemalen bloem brood-

in elkaar zit en hoe het hele bouwproces - van houtwerk tot vitsen en lemen - verloopt. De studenten van de houtafdeling van BuSO De Dageraad starten in het nieuwe schooljaar met het maken van een maquette van een vakwerkgebouw. Dit zal een uitdagend en educatief zelfbouwpakket worden dat bezoekers van De Alverberg in elkaar kunnen zetten. Pilootproject Peer Op de archeologische site Peer-Hoogstraat in Grote-Brogel werden onlangs twee cultusplaatsen met bijzondere voorwerpen ontdekt uit de overgang tussen de Keltische periode en de Romeinse tijd. De opgravingen brachten ware schatten en tot de verbeelding sprekende verhalen naar boven. Een groep jongeren zal in de zomer­ vakantie ingewijd worden in de archeologie en deze specifieke site. Dit traject zal starten met een opgravingsEén van de vondsten bij de opgraving in initiatie. Nadien krijgt de Grote Brogel (Peer). groep de kans om een kijkje te nemen achter de schermen van het depot waar de originele opgegraven artefacten momenteel bewaard en onderzocht worden. Ze brengen ook een interactief bezoek aan het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Er wordt met de jongeren stil­gestaan bij de verhalen die de opgravingen met zich meebrengen en bij wat er zich in het verleden op deze bijzondere plek heeft afgespeeld. Daarna gaan ze aan de slag om deze verhalen ter plaatse te ontsluiten. Via digitale hulpmiddelen zoals een app of QR-codes brengen ze deze onzichtbare geschiedenis terug tot leven voor buurtbewoners en wandelaars die nu geen idee hebben welke bijzondere verhalen deze plek herbergt.

Inspiratie voor de toekomst Keijersmolen in Molenbeersel (Kinrooi) © Stefan Dewickere jes of pizza bakken. Ze knutselen ook hun eigen windmolen in elkaar. Een stukje geschiedenis ontbreekt niet: er wordt een oud molenlied aangeleerd en de kinderen zullen een filmpje maken over de geschiedenis van de Keijersmolen. Aan het einde van de molenstage leiden de kinderen - als volleerde molengidsen - hun zusjes, broers, ouders en grootouders rond op de Keijersmolen. Bovendien laten ze hen een zelfgebakken broodje of pizza proeven. Tijdens de Molenfeesten, die op 28, 29 en 30 juli 2017 plaatsvinden, kan ook het grote publiek kennismaken met de jonge molengidsen! Pilootproject Kortessem De stro- en hooischuur van de bio-beleefboerderij De Alverberg in Kortessem staat er sinds 1890. Ze is opgebouwd uit authentiek vakwerk. Na al die jaren is deze schuur toe aan een opknapbeurt. Lokale jeugdbewegingen zullen hierbij helpen. Ze ontdekken zo hoe vakwerk

Op donderdag 26 oktober 2017 organiseert het PCCE een inspiratiedag over “Jong redt Oud”. De pilootprojecten, de inspiratiegids en de handleiding worden er voorgesteld. Het wordt een dag vol inspirerende voorbeelden en tips en tricks, zodat iedereen daarna zelf aan de slag kan om een “Jong redt Oud”-project te organiseren op een onroerend erfgoedsite in haar/zijn eigen buurt. Vanaf 1 september 2017 kunnen gemeentes een “Jong redt Oud”project indienen bij het PCCE en een financiële ondersteuning aan­ vragen (maximaal 2 500,00 euro) voor kosten die rechtstreeks aan het project verbonden zijn.

Meer info Volg de pilootprojecten op de Facebookpagina https: ://www.facebook.com/jongredtoud Wil je een uitnodiging voor de inspiratiedag ontvangen? Contacteer Ellen Demuynck, tel. 011 23 75 34 of e-mail: jro@limburg.be Limburgs Erfgoed | 5


Duits glasnegatief van het begijnhof van Tongeren © KIK - IRPA, Brussel

| CULTUREEL ERFGOED |

“Dit zien wij” 44 gemeenten nemen deel aan Open Monumentendag 2017! Niets is eindeloos, krachtig, statisch, rijkelijk of een lust voor het oog! Verandering bepaalt ons straatbeeld en dus ook onze identiteit. In het nieuwe project “Dit zien wij. 44 Lenzen, beelden, verhalen” van het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed (PCCE) worden 2 x 44 sterke erfgoedbeelden verzameld, van glasnegatief tot digitaal. Ze tonen hoe erfgoed mee onze identiteit bepaalt. Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel organiseert in 2017 een groot Vlaams project rond de Duitse glasnegatieven uit 1914-1918. Daarnaast start vanaf september 2017 ook in de provincie Limburg een groot project. Duitse kunsthistorici uit WO I beseften maar al te goed welke invloed gebouwen en objecten op onze identiteitsontwikkeling hebben, maar ook op ons samen­ horigheidsgevoel. Het behoud van kenmerkende elementen in ons straatbeeld is belangrijk! Tussen 1917 en 1918 erkenden Julius Baum en Paula Deetjen de kracht van de Limburgse cultuur en trokken door de provincie Limburg om van heel wat kenmerkende, cultuurhistorische gebouwen en kunstobjecten foto’s te nemen. Daarnaast zijn er ook veel foto’s van lokale fotografen bewaard gebleven, vóór, tijdens en na WO I. Het PCCE selecteerde 44 beelden met een boeiend verhaal die zorgvuldig op glas- en filmnegatieven werden vastgelegd. Deze unieke gebouwen worden in de 44 Limburgse gemeenten opengesteld tijdens Open Monumentendag. Daarnaast wordt elke Limburger uitgedaagd om deel te nemen aan een bijhorende fotowedstrijd die 44 hedendaagse beelden van monumentaal erfgoed uit de Limburgse gemeenten zal opleveren. De bezoekers worden getriggerd om op zoek te gaan naar een hedendaagse, verborgen parel! Fotografie is vandaag bereikbaar voor iedereen door de grote variabiliteit aan digitale media. Hierdoor is het ook een project voor iedereen! De twee confronterende projecten met 2 x 44 sterke beelden worden gebundeld in één grote tentoonstelling die begin 2018 geopend wordt. Het project “Dit zien wij” kadert binnen het project “Limburg 1914-1918. Kleine verhalen in een Groote Oorlog”, waarin 44 helmen evenveel persoonlijke verhalen uit WO I vertelden.

Ief Postino brengt een interactieve theatervoorstelling: “Post!” Elke dag komen er tientallen berichten en e-mails binnen op je smartphone, tablet of laptop. Gemiddeld kijk je om de zes minuten op je smartphone. Vroeger liep je één keer per dag naar je brievenbus om te kijken of er post was. Stel je voor dat je dit iedere zes minuten doet … ’s ochtends recht uit bed, tijdens het ontbijt, na ieder toiletbezoekje, nog snel voor je gaat slapen, … altijd opnieuw naar die brievenbus lopen! En wat vertellen we met al deze berichten? Was het vroeger allemaal beter? Neen, wel anders en daarover gaat deze voorstelling. Waarom zoveel tijd en moeite steken in het bezorgen van post als je ook met een simpele druk op je toetsenbord een bericht kan versturen? Ief Postino ging de uitdaging aan. Hij reed met zijn driewieler 7 000 km doorheen Italië om 16 brieven vanuit Limburg te brengen. Ief Postino kreeg het voorrecht om de brieven te bezorgen en mocht zo genieten van de verraste gezichten, de ontroering, de blijdschap en het ongeloof bij de ontvangers. Met deze ervaring komt Ief Postino naar jullie school of organisatie. Hij komt vertellen over de ontmoetingen met de schrijvers en ontvangers én wil samen met jullie even stilstaan bij hoe we vandaag communiceren. En wie weet zelfs het schrijven van brieven stimuleren. Hoe begin je eraan? Waarom, wat, naar wie? Ief Postino komt het samen met jou uitzoeken! Voor je het weet, heb je tijdens de voorstelling zelf die eerste brief geschreven. Een voorstelling geproduceerd door De Wenkbrauwerij en het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed.

Praktisch bestemd voor: - basisschool: het 5de en 6de leerjaar - middelbare school (alle leeftijden) - socio-culturele organisaties duur: 60 minuten technische fiche: - enkel een stopconcact nodig - voorstelling kan eenvoudig op locatie gespeeld worden speelperiode: van oktober 2017 tot en met maart 2018 (data op aanvraag en naar beschikbaarheid)

Meer info Meer info www.limburg 1914-1918.be 6 | Limburgs Erfgoed

De Wenkbrauwerij: gsm 0495 54 00 94 of e-mail: info@dewenkbrauwerij.be


Grafvondsten uit de tumulus van Gutshoven (Heers) © PCCE, Anja Neskens

Bezoek aan de tumulus van Vechmael (Heers) © PCCE, Anja Neskens

| CULTUREEL ERFGOED |

De tumuli van Heers doen mee met de Meesterproef Vlaamse Bouwmeester De provincie Limburg bezit twee Gallo-Romeinse tumuli. Allebei liggen ze in de gemeente Heers, in Gutschoven en Vechmaal. De tumuli, die we in Limburg vooral in Haspengouw vinden, waren de praalgraven van rijke herenboeren of villa-eigenaars. De heuvels waren vanaf het Romeinse wegennet goed zichtbaar. Binnenin of ernaast bevonden zich één of meerdere rijkelijk gevulde graf­ kamers.

De tumuli van Heers De tumulus van Gutschoven dateert uit de 1ste eeuw van onze jaartelling. In 1963 werd hij door de provincie Limburg aangekocht en in 1981 werd hij beschermd. Het Gallo-Romeins Museum voerde halverwege de jaren tachtig een intensieve opgraving uit onder leiding van Willy Vanvinckenroye. Hieruit is bijzonder waardevolle informatie verzameld en is een schat aan vondsten naar boven gekomen die in het Gallo-Romeins Museum te bezichtigen is. Uit de opgravingen leerden we dat de tumulus op een oudere begraafplaats aangelegd was. Het hoofdgraf onder de heuvel was van een welgestelde vrouw die gecremeerd werd en in een glazen urne begraven werd samen met rijke grafgiften. Voor de opgravingen is de tumulus grotendeels afgegraven. Na het archeologisch onderzoek is de heuvel gereconstrueerd. De tumulus van Vechmaal is een groot mysterie. Hij dateert mogelijk uit de 2de eeuw na Christus. In 1864 werd hij kort onderzocht tijdens een opgravingscampagne waarbij verschillende tumuli in Tongeren bekeken werden. De resultaten van dit onderzoek zijn erg beperkt. Er zou een poging tot plundering gevonden zijn en enkele potscherven. Is bij deze opgraving het hoofdgraf gevonden? Zijn er nog bijgraven in de heuvel aanwezig? We weten het niet. Hierdoor heeft de tumulus van Vechmaal een hoge archeologische waarde. De kans op archeologisch erfgoed in situ is bijzonder groot.

De Meesterproef Het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed stelde zich met de tumuli van Heers kandidaat voor deelname aan de Meesterproef 2017. De Meesterproef is een initiatief van de Vlaamse Bouwmeester om jonge ontwerpers de kans te geven een eerste opdracht voor een publieke opdrachtgever uit te voeren. 2017 is een speciale editie van de Meesterproef. De Vlaamse Bouwmeester werkt samen met het Agentschap Onroerend Erfgoed om specifiek de jonge ontwerpers te begeleiden om een ontwerp of een herbestemmingsonderzoek voor een beschermde erfgoedsite te maken. Uit Limburg doen de stad Genk mee met de Slagmolen en de provincie Limburg met de twee tumuli van Heers. Deelnemende sites krijgen een projectregisseur toegewezen door de Vlaamse Bouwmeester die de opdrachtgevers en de jonge kandida-

ten begeleidt bij het opmaken van een bestek en offerte. Uit de kandidaten voor de Meesterproef werden 42 jonge beloftevolle ontwerpers en 7 jonge kunstenaars gekozen die aan een inspiratieweek van 24 tot 28 april 2017 mochten deelnemen. Tijdens deze week volgden de ontwerpers een intensief vormingstraject over beschermd erfgoed, wat de wetgeving inhoudt, hoe ervoor te zorgen en hoe het een (her)bestemming te geven. Zij konden ook een eerste keer kennismaken met de deelnemende sites. Aan het einde van de week dienden de kandidaten een visietekst in over hun voorkeursproject. Voor de tumuli in Heers waren er twaalf geïnteresseerde kandidaten waaruit het provinciebestuur bijgestaan door de Bouwmeester, de projectregisseur, het Agentschap en de Kunstcel er vier selecteerde, waaronder één duo, om verder te gaan in het traject. Op 9 mei 2017 werd voor hen een inleefdag georganiseerd met bezoeken aan de sites in Heers, het Gallo-Romeins Museum en de tumuli in Gingelom die in 2015 voor het publiek vakkundig ontsloten werden. Van 15 tot 19 mei 2017 organiseerde de Vlaamse Bouwmeester een atelierweek waarin de ontwerpers hun offertes voor hun gekozen projecten moesten maken. Aan het einde van deze atelierweek koos een jury het beste voorstel en in juli 2017 wordt door de deputatie de winnende kandidaat aangesteld. Met dit project wil de provincie Limburg de tumuli van Gutschoven en Vechmaal, enerzijds ontsluiten voor een breed publiek en anderzijds beter beschermen. Door het verschillende archeologisch onderzoek hebben de twee tumuli vandaag elk hun eigenheid, hun specifieke noden en mogelijkheden voor ontsluiting en vrijwaring. De provincie Limburg wil uit de Meesterproef uiteindelijk een interessant, betekenisvol, hedendaags en duurzaam concept puren dat de sites samen ontsluit, maar ook de tegenstelling weet te vatten. Bovendien moet het uiteindelijke ontwerp twee uiteenlopende doelgroepen weten te prikkelen. De tumuli liggen aan het fietsroutenetwerk en kunnen een mooie nieuwe trekpleister worden voor fietsers en wandelaars. Anderzijds moet het project ook de lokale gemeenschap, de gezinnen, kinderen en jongeren rondom, kunnen overtuigen om mee te helpen zorg te dragen voor dit erfgoed, hun erfgoed. Limburgs Erfgoed | 7


| CULTUREEL ERFGOED |

Op vrijdag 16 juni 2017 ondertekenden de provincie Limburg, de Vlaamse Regering vertegenwoordigd door minister-president Geert Bourgois, de Haspengouwse gemeenten en lokale actoren een intentieverklaring om deel te nemen aan de opmaak van het onroerenderfgoedrichtplan voor Haspengouwse hoogstamboomgaarden. Dit plan bevat een langetermijnvisie om onroerend erfgoed te behouden en te ontwikkelen voor de toekomst. Hierbij staat samenwerken met verschillende actoren en de lokale bevolking centraal. Samen met het plan voor de mergelgrotten in Riemst heeft Limburg de twee primeurs voor een onroerenderfgoedrichtplan beet. Alle partners werken samen aan een visie voor het hoogstamboomgaarden­beleid in Haspengouw.

© PCCE, Peter Bloemen

Hoogstamboomgaarden in Haspengouw Hoogstamboomgaarden maken al sinds de middeleeuwen deel uit van het Limburgse landschap. Aanvankelijk sloten ze aan bij woonhuizen, voornamelijk (pacht)hoeven, of maakten ze deel uit van nuts­ tuinen van kastelen. In de 19de en 20ste eeuw groeiden boomgaarden uit tot uitgestrekte plantages, waarbij het fruit op grote schaal (o.a. ook als exportproduct) werd geteeld. In Haspengouw heeft de fruitindustrie geleid tot een uniek en gevarieerd cultuurlandschap met boomgaardengordels rondom de dorpskernen. Dit typische landschap is het uithangbord voor het toerisme in de streek. Sinds de Tweede Wereldoorlog schakelen boeren over naar de productievere en minder arbeidsintensieve laagstamteelt. Door de toenemende verstedelijking werden veel gronden rond de dorpskernen ontwikkeld. Zo verdween ongeveer 90% van de hoogstamboomgaarden. De weinige resterende hoogstamboomgaarden worden vandaag opnieuw gewaardeerd omwille van hun erfgoedwaarde, als genen­ databank van oude fruitrassen, omwille van hun ecologische en esthetische waarde.

Meer info Anse Kinnaer: tel. +32 (0)2 553 11 98 of e-mail: anse.kinnaer@vlaanderen.be.

provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

“Maison fondée en … / Huis gesticht in …” In een niet zo ver verleden telde zowat elke straat in de Hasseltse binnenstad een slager, een bakker, een kruidenier, een kapper, een café, ja zelfs een kleermaker, een schoenmaker, een schrijnwerker, een meubelmaker, … Voor de opkomst en de doorbraak van de televisie waren er zelfs meerdere cinema’s, theaters, balzalen en dancings, … in het centrum. Helaas, de tijden zijn veranderd en dus ook de stad. Zij verloor zowaar haar eigenheid, haar ziel, maar ook haar bewoners die, generatie na generatie, zorgden voor een bedrijvigheid die zijns gelijke nu niet meer heeft. Winkels zijn er uiteraard nog, allicht zelfs meer dan vroeger, maar ze hebben geen echt familiaal karakter meer. Ze behoren doorgaans tot internationale ketens en je vindt ze in elke stad, waar ook ter wereld. De echte beroepen zijn naar de buitenwijken verhuisd. Ambachten werden verwezen naar de kmo-zones een eind buiten de stad. Hoog tijd dus om die authentieke stadswinkels te inventariseren vooraleer er niemand meer is die er nog weet over te vertellen. Zij die nog zonder elektriciteit en stromend water geleefd hebben, de eerste auto’s door de straten zagen rijden en voor wie de radio het grote wonder was, hebben ons zo goed als bijna allemaal verlaten. Zulk een inventarisatie, gestart begin 2014, staat binnenkort te boek. Jean-Paul Lambrichts gaf er gestalte aan, net als in zijn boeken “Wa speele ze?” (verdwenen cinema’s en theaters) en “Hasselt Kèrremes” (herinneringen aan de Hasseltse kermissen van weleer). Beide projecten liepen in samenwerking met de Erfgoedcel en het Stadsarchief. In het najaar verschijnt het eerste van twee boeken over de commerçanten van toen. 75 Kronieken, aangevuld met honderden foto’s uit familiealbums van onder het stof gehaald. In het najaar van 2018 volgt het tweede boek. Getrouw aan de leefwereld van weleer krijgen beide boeken een Franstalige en Nederlandstalige titel mee: “Maison fondée en … / Huis gesticht in …”. Intekenen voor deze uitgaves kan door overschrijving van 5,00 euro op rekeningnummer van Jean-Paul Lambrichts, Meiliedstraat 18, 3500 Hasselt. Het boek kost 29,95 euro (32,95 euro zonder reservatie). Hoedenwinkel Vanlishout, Nieuwstraat 4-6 in Hasselt

v.u. Sandro Claes, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

“Onroerenderfgoedrichtplan voor hoogstamboomgaarden in Haspengouw”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.