Napoleon, van Boerenkrijg tot Waterloo

Page 1


Tentoonstelling met erfgoedstukken van de Provinciale Bibliotheek Limburg 10 oktober 2015 tot en met 24 april 2016


VOORWOORD

Zonder terugblik naar het verleden geen zicht op de toekomst. Erfgoed geeft ons niet alleen inzicht in de geschiedenis van Limburg, maar leert ons ook wie we vandaag zijn. Vanwaar we komen. Als erkende Vlaamse erfgoedbibliotheek weet de Provinciale Bibliotheek Limburg dit maar al te goed. In 2015 is het 200 jaar geleden dat Napoleon Bonaparte in Waterloo verslagen werd. De herdenking van de Slag bij Waterloo is een mooie gelegenheid om terug te blikken op de Franse periode in onze contreien. Zoals voor elke scholier waren Napoleon en de Slag bij Waterloo ook voor mij verplichte leerstof. Wat velen echter vergeten is dat de Franse Revolutie, de Franse Tijd en Napoleon een grote en blijvende invloed gehad hebben op het leven hier. Zo scheidde hij als eerste Kerk en Staat en legde Napoleon de fundamenten voor het Burgerlijk Wetboek. Napoleon blijft ook vandaag nog boeien. Zijn verwezenlijkingen en zijn legende leven nog altijd voort, ook in de populaire cultuur. Wie zingt niet spontaan Waterloo van ABBA mee of heeft nog nooit een Napoleon-snoepje geproefd? De Provinciale Bibliotheek Limburg, zowel erfgoedbibliotheek

als wetenschappelijke bibliotheek, bezit een schat aan bronnen om dit verhaal op een boeiende manier te brengen. Als openbare bibliotheek biedt ze haar bezoekers bovendien een laagdrempelige opstap naar erfgoed en naar cultuurparticipatie en -beleving. Bezoekers komen in de bibliotheek rechtstreeks in contact met unieke stukken en documenten uit de provinciale erfgoedcollecties. Ik ben opgetogen dat de Provinciale Bibliotheek Limburg opnieuw de gedurfde combinatie van erfgoed, educatie en mediawijsheid gemaakt heeft. Ze toont met een mediawijs educatief pakket aan dat erfgoed geen saaie materie hoeft te zijn. Sterke keuzes zorgen voor een uniek en inspirerend resultaat. Erfgoedinstellingen, bibliotheken uit heel Vlaanderen en mediacoaches in opleiding toonden al hun interesse in de educatieve werking van de Provinciale Bibliotheek Limburg. Ik wil dan ook iedereen van harte welkom heten in onze provinciale bibliotheek waar het verleden, het heden ĂŠn de toekomst van de Limburgers samenkomen in een inspirerende omgeving.

Igor Philtjens gedeputeerde van Cultuur, Erfgoed & Bibliotheekwezen


TENTOONSTELLING In 2015 is het 200 jaar geleden dat Napoleon in Waterloo verslagen werd. Wat betekenden de Franse Revolutie, het Franse bewind en Napoleon voor België en Limburg? Wie was Napoleon Bonaparte eigenlijk en hoe kon hij opklimmen van kapitein tot keizer? Napoleon, van Boerenkrijg tot Waterloo illustreert de Franse Tijd in België en het verhaal van Napoleon aan de hand van originele documenten en vele sprekende afbeeldingen uit die periode. EDUCATIEF PAKKET PBL Educatie koppelt aan deze tentoonstelling een mediawijs educatief pakket voor het secundair onderwijs. Leerlingen verkennen de tentoonstelling en de bibliotheek met de iPad en leren op die manier heel wat bij over geschiedenis én over mediawijsheid. LEZING Luistervinken met Johan Op de Beek: Napoleon Bonaparte Zaterdag 9 januari, 14 uur, gratis Napoleonkenner Johan Op de Beeck vertelt meesterlijk en meeslepend het fascinerende levensverhaal van Napoleon Bonaparte. Hij besteedt aandacht aan het woelige privéleven van de keizer, bekijkt Napoleons houding ten aanzien van de ‘lage landen’ en ontluistert de mythes die deze kolos van de geschiedenis nog steeds omsluieren. Johan Op de Beeck was journalist en hoofdredacteur. Als geschiedkundig auteur is hij gespecialiseerd in het napoleontische tijdperk en de Franse Revolutie. Hij schreef de bejubelde bestsellers Napoleons nachtmerrie (2012), Waterloo (2013) en het tweeluik Napoleon (2014). Deze activiteiten zijn gratis toegankelijk. Reserveer je plekje voor de lezing op pbllezingen@limburg.be. Boek het educatief pakket voor je klas op pbleducatie@limburg.be.

DE PROVINCIALE BIBLIOTHEEK LIMBURG IS EEN ERKENDE ERFGOEDBIBLIOTHEEK De Provinciale Bibliotheek Limburg neemt door haar geschiedenis en haar unieke drieledige opdracht als grootste openbare bibliotheek, erfgoedbibliotheek en wetenschappelijke bibliotheek een bijzondere plaats in het Limburgse en Vlaamse bibliotheeklandschap in. Ze beheert een cultuurhistorisch belangrijke verzameling van documenten, ontsluit ze bibliografisch en stelt ze, via het Historisch Informatiepunt Limburg, beschikbaar voor het publiek. In 2008 werd de vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheek opgericht. De Provinciale Bibliotheek Limburg zetelt samen met vijf andere belangrijke Vlaamse erfgoedbibliotheken in dit netwerk. In 2011 ontving de Provinciale Bibliotheek Limburg het kwaliteitslabel ‘Erkende Erfgoedbibliotheek’ van de Vlaamse overheid, een mooie beloning voor jaren intensief en gericht collectiebeleid. PRAKTISCH De tentoonstelling is gratis te bezoeken tijdens de openingsuren van de bib: MA—VR 10-19 uur ZA 10-17 uur Provinciale Bibliotheek Limburg Martelarenlaan 17 B-3500 Hasselt 011 29 59 00 www.limburg.be/pbl pbl@limburg.be volg ons op Facebook


18 juni 2015 was de tweehonderdste verjaardag van de Slag van Waterloo. De herdenking van deze slag, die Napoleon ten val bracht, is een mooie gelegenheid om terug te blikken op de Franse periode in België. In 1799 greep generaal Napoleon Bonaparte de macht in het Franse Rijk. Als consul en later als keizer legde hij vele verwezenlijkingen van de Franse Revolutie vast in onder andere de Code Napoléon. Deze codex ligt aan de basis van onze huidige wetgeving. Na vele overwinningen werd hij in 1815 uiteindelijk in Waterloo voorgoed verslagen. Meteen eindigde ook de Franse Tijd in België. De tentoonstelling geeft een beeld van een bewogen periode met onder andere de Franse Revolutie, de verovering van België en de Boerenkrijg, die in Hasselt tragisch eindigde. Daarnaast brengt de tentoonstelling ook het volledige verhaal van Napoleon. Zijn opkomst en zijn glansrijke jaren als veldheer en keizer komen aan bod, maar ook de keerzijde van zijn macht en zijn uiteindelijke ondergang. Napoleon blijft ook vandaag nog boeien, zijn verwezenlijkingen en zijn legende leven nog altijd voort. NAPOLEON, van Boerenkrijg tot Waterloo illustreert dit verhaal aan de hand van originele documenten en vele sprekende afbeeldingen uit die tijd.


1 DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN AAN DE VOORAVOND VAN DE FRANSE REVOLUTIE De gebieden van het latere België behoren op het einde van de 18de eeuw tot de Oostenrijkse Nederlanden en het prinsbisdom Luik. De aartshertog van Oostenrijk, die ook keizer van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie is, regeert over de Oostenrijkse Nederlanden. De prins-bisschop van Luik, die ook graaf van Loon is, regeert over het prinsbisdom Luik, waartoe ook het graafschap Loon behoort. De toenmalige staatsvorm van de Zuidelijke Nederlanden noemen we vandaag het ancien régime. Heren oefenen in eigen naam het overheidsgezag uit binnen hun eigen rechtsgebied, ook nog heerlijkheid genoemd. Hierbij zijn hun rechterlijke, wetgevende en uitvoerende bevoegdheden onlosmakelijk met elkaar verweven. De plaatselijke gewoonten zijn de bron van het recht en uit dat gewoonterecht komen de wetten voort. De talloze heerlijkheden hebben daarom elk hun eigen rechtspraak, wetgeving, bestuursapparaat, belastingen, maten en gewichten. Dat belemmert het handelsverkeer ernstig. De heerlijkheden zijn door feodale of leenheerlijke banden verenigd in vorstendommen. De vorsten zijn hiervan de opperste leenheer. Ze beweren hun gezag uitsluitend van God gekregen te hebben en streven naar absolute macht en centralisatie. Ze worden hierin tegengewerkt door de standenvergaderingen, die in naam van de bevolking spreken. Deze volksvertegenwoordigingen zijn verre van volmaakt want de geestelijkheid en de adel hebben het overwicht over de derde stand (dat zijn de boeren, de ambachtslui en de burgers). Tijdens het ancien régime heeft de kerk een grote invloed: de geestelijken oefenen ook wereldlijke macht uit, vallen onder een afzonderlijke rechtspraak en heffen belastingen in de vorm van tienden.


Het kasteel van Hasselbroek (Gingelom) rond 1740.


2 DE FRANSE REVOLUTIE

Opstandelingen bestormen op 14 juli 1789 de Bastille, een tot gevangenis omgebouwd fort in Parijs.

In 1789 roept de Franse koning Lodewijk XVI uit geldnood de nationale standenvergadering bijeen. Hier schuift de derde stand de geestelijkheid en de adel opzij en roept een nationale volksvertegenwoordiging samen. Deze schaft het ancien régime af, stemt de ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger’ en spreekt zich in 1791 uit voor een grondwettelijke monarchie. Omdat de koning zich hiertegen verzet laat de vergadering hem in 1793 terechtstellen en roept zij de Republiek uit. Onder druk van buitenlandse legers en binnenlandse wanorde grijpen vervolgens steeds radicalere strekkingen binnen de burgerij de macht. Dat loopt in 1794 uit op het jakobijnse terreurbewind van Maximilien de Robespierre. De hogere burgerij binnen de nationale volksvertegenwoordiging maakt hieraan een einde door hem terecht te stellen. Op 22 augustus 1794 stemt zij een nieuwe grondwet die het Directoire als regeringsvorm invoert. Vanuit de redelijke beginselen van de Verlichting willen de Franse revolutionairen een nieuwe samenleving tot stand brengen. Alle mensen zijn vrij en gelijk. Ze zijn elkaars broeders en vormen samen het volk. Dat volk is de drager van het hoogste gezag (volkssoevereiniteit). Het wordt vertegenwoordigd door een nationale volksvertegenwoordiging die de wetten maakt. Deze wetgeving is de bron van het recht, dat dus een wettenrecht is. Het volk is georganiseerd in de natie, die een eenvormig bestuur, rechtsapparaat, leger, belastingstelsel en maten en gewichten (metrieke stelsel) heeft. De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht zijn strikt gescheiden. Ook Kerk en Staat zijn voortaan gescheiden: de Kerk heeft geen enkele wereldlijke macht of rechtspraak meer en mag geen tienden meer heffen. De natie beschermt het particuliere eigendomsrecht en zorgt voor een vrije markt van personen, goederen en diensten.


3 DE FRANSE REVOLUTIONAIREN VEROVEREN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN (1792-1794) De Franse volksvertegenwoordiging wil de denkbeelden van de revolutie uitdragen naar het buitenland en de aandacht afleiden van de economische crisis. Zij verklaart daarom op 24 april 1792 de oorlog aan Oostenrijk, dat een maand later de hulp krijgt van Pruisen. Aanvankelijk in de verdediging, behaalt Frankrijk op 20 september 1792 in Valmy toch een overwinning en stuurt daarna haar legers over de grenzen. Generaal Charles-François Dumouriez overwint op 6 november 1792 de Oostenrijkers in Jemappes en verovert de Zuidelijke Nederlanden. De krijgskansen keren want Groot-Brittannië had ondertussen naast Oostenrijk en Pruisen ook andere Europese mogendheden, waaronder Spanje, Portugal, de Verenigde Provincies en een aantal Italiaanse staten, aangespoord tot de eerste coalitieoorlog tegen Frankrijk. Op 18 maart 1793 verslaan de Oostenrijkers generaal Dumouriez in Neerwinden. De Fransen moeten de Zuidelijke Nederlanden verlaten. De Franse volksvertegenwoordiging wordt op alle fronten in de verdediging gedwongen en stelt een algemene dienstplicht in. Het aantal soldaten verhogen ze zozeer dat de Franse legers opnieuw de overhand krijgen. Op 26 juni 1794 overwint generaal Jean-Baptiste Jourdan de Oostenrijkers in Fleurus. De Zuidelijke Nederlanden komen opnieuw in Franse handen. De revolutionairen eisen in het veroverde gebied veel goederen op en heffen hoge belastingen. De plaatselijke overheden vragen verenigd te worden met Frankrijk om aan deze militaire bezetting te ontsnappen. Dit gebeurt op 1 oktober 1795. Het verdrag van Campo Formio dat Frankrijk met Oostenrijk sluit op 18 oktober 1797, bevestigt deze inlijving en beëindigt meteen ook de eerste coalitieoorlog tegen Frankrijk.


Franse infanteriesoldaten van de halve brigaden (een nieuwe benaming voor legerregimenten) uit 1793. Het vaandel van het 1ste bataljon.

Franse cavaleriesoldaten van het Jagers te Paard uit de periode 1791 tot 1801. Bovenaan een soldaat van het 1ste regiment uit 1792 en van het 12de regiment. Onderaan een brigadier van het 4de regiment uit 1795, een trompetter van het 4de regiment uit 1792 en een soldaat van het 7de regiment uit 1795.


4 STRUCTURELE HERVORMINGEN TIJDENS HET DIRECTOIRE (1795-1799) Onder de naam van de ‘negen verenigde departementen’ lijft Frankrijk op 1 oktober 1795 de Zuidelijke Nederlanden in. Na een overgangsperiode voeren de Franse revolutionairen op 26 januari 1797 in het veroverde gebied alle Franse wetten in. Omdat zij zo het ancien régime afschaffen en volledig nieuwe structuren opzetten, brengen de Franse revolutionairen op verschillende vlakken een omwenteling teweeg. BESTUUR Het gebied wordt ingedeeld in departementen, kantons en gemeenten. De gemeenten staan voortaan in voor de registers van de burgerlijke stand. GERECHT De Franse revolutionairen geven elk departement een burgerlijke rechtbank, een strafrechtbank en drie tot zes correctionele rechtbanken. Elk kanton krijgt een vredesrechtbank. BELASTINGWEZEN Zij voeren grondbelasting, personele belasting, belasting op roerende goederen, patentrecht, douanerecht en fiscale rechten in. GODSDIENST Abdijen, kloosters, begijnhoven, kapittels en seminaries worden afgeschaft, hun goederen worden genationaliseerd en openbaar verkocht. De revolutionairen vragen aan alle priesters de eed van trouw aan de Republiek. De meesten weigeren. Ze worden veroordeeld tot deportatie en hun kerken worden gesloten. Elk uiterlijk teken van eredienst wordt verboden. De republikeinse kalender vervangt voortaan de gregoriaanse.

ONDERWIJS De revolutionairen sluiten de Leuvense universiteit en richten in elk departement een centrale school op die de taak van de colleges overneemt. ARMENZORG Alle kerkelijke hospitalen en liefdadigheidsinstellingen worden genationaliseerd. Hun goederen worden gebruikt om in elke gemeente een Bureel van Weldadigheid en een Commissie der Burgerlijke Godshuizen op te richten. ECONOMIE De revolutionairen schaffen alle beroepsverenigingen af en slaan hun goederen aan. Ze voeren het metrieke stelsel in en verplichten ‘assignaten’ als betaalmiddel te aanvaarden. Assignaten zijn papieren geld dat gedekt wordt door de genationaliseerde kerkelijke goederen.


5 NAPOLEONS GROEIENDE INVLOED TIJDENS HET DIRECTOIRE (1795-1799) In Frankrijk blijft de politieke onrust ook na 1795 voortduren. Het Uitvoerend Directoire houdt zich slechts staande tegenover de wetgevende macht door meermaals staatsgrepen te plegen. Bovendien kan het de financiële crisis enkel bedwingen door veel geld op te eisen van de veroverde gebieden. Het wordt daardoor steeds meer afhankelijk van het leger en dat is een gedroomde kans voor eerzuchtige militairen. Eén van hen is Napoleon Bonaparte, een jonge artilleriekapitein die in 1793 de Britse vloot uit Toulon verdrijft en tot brigadegeneraal bevorderd wordt. Wanneer in 1795 in Parijs een koningsgezinde opstand uitbreekt doet het Uitvoerend Directoire een beroep op hem. Napoleon slaat deze opstand neer en komt in de gunst van directeur Paul Barras. In 1796 huwt hij Barras’ voormalige maîtresse Joséphine de Beauharnais. Barras zorg ervoor dat de ambitieuze brigadegeneraal benoemd wordt tot opperbevelhebber van het Franse leger in Italië. Hij behaalt daar een hele reeks overwinningen op het Oostenrijks leger en sluit in 1797 de voordelige vrede van Campo Formio. Hij wordt als een held ontvangen en krijgt de opdracht om in Egypte de Britse vaarroute naar Indië af te sluiten. Hij verovert in 1798 het land, maar de vernietiging van de Franse vloot in Aboukir door de Britse admiraal Horatio Nelson maakt zijn expeditie uitzichtloos. Hij keert daarom in 1799 terug naar Frankrijk waar zijn populariteit groter is dan ooit. Ook in België heerst tijdens het Directoire grote onrust. De revolutionaire wetten, en vooral deze gericht tegen de Rooms-Katholieke kerk, stuiten op veel weerstand bij de bevolking. De druppel die de emmer doet overlopen is de invoering van de algemene dienstplicht in 1798. Een spontane opstand in Overmere op 12 oktober 1798 breidt zich uit over nagenoeg het hele Vlaamse platteland. De Fransen treden onmiddellijk op en het zwaartepunt van de

Boerenkrijg verplaatst zich naar de Kempen. Het Boerenleger trekt zich terug van Geel over Diest naar Hasselt, waar het op 4 december 1798 uiteengeslagen wordt.

Napoleon slaat als brigadegeneraal de koningsgezinde opstand van 5 oktober 1795 in Parijs neer.


6 CONSUL NAPOLEON CONSOLIDEERT DE VERWEZENLIJKINGEN VAN DE FRANSE REVOLUTIE (1799-1804) Het Uitvoerend Directoire geeft aan Napoleon Bonaparte opdracht om op 9 november 1799 een staatsgreep uit te voeren. Hij neemt echter de teugels over en dicteert een nieuwe grondwet die de uitvoerende macht aan drie consuls toekent. Hijzelf wordt de Eerste Consul en heeft voortaan alleen de macht in handen. Napoleon maakt een einde aan de wanorde en de verdeeldheid die de Franse Revolutie voortgebracht heeft. Hij kondigt de vrijheid van eredienst af en nodigt de geestelijken uit om terug te keren naar het land. Aan de gevluchte edellieden geeft hij een algemene amnestie. Door onderhandelingen maakt hij een einde aan de koningsgezinde opstanden in het binnenland. Hij wint in 1802 voor Frankrijk de tweede coalitieoorlog. Daarnaast weet hij de Franse Staat opnieuw te versterken. Door een fiscale en een monetaire hervorming brengt hij de overheidsfinanciĂŤn opnieuw in evenwicht. Hij hervormt de departementen en benoemt prefecten om ze te leiden. Hij zorgt ervoor dat bijna alle rechters voortaan voor het leven benoemd worden. De kroon op zijn werk is het Concordaat dat hij op 16 juli 1801 met paus Pius VII sluit. Dat normaliseert opnieuw de verhouding tussen Kerk en Staat. Zo erkent de Kerk de gedwongen verkoop van al haar goederen. In ruil hiervoor bezoldigt de Staat voortaan de bisschoppen en de pastoors en worden de kerkfabrieken opnieuw ingevoerd. Met al deze maatregelen ontdoet Napoleon de revolutionaire vernieuwingen van hun scherpe kanten en verankert ze voorgoed in de Franse samenleving. Hij verstevigt zijn gezag en laat zich op 4 augustus 1802 benoemen tot Consul voor het leven. Volgende pagina Eerste Consul Napoleon bezoekt de stad Antwerpen op 19 juli 1803.



7 GLANSRIJKE JAREN ALS KEIZER (1804-1812) Op 21 maart 1804 vaardigt Napoleon de ‘Code civil’ uit, een burgerlijk wetboek dat een geordende verzameling van de revolutionaire wetgeving is en ook wel de ‘Code Napoléon’ genoemd wordt. Hij verwerft faam als een groot wetgever en de bevolking vereert hem. Om zijn macht nog beter te grondvesten laat Napoleon zich op 18 mei 1804 door de senaat uitroepen tot keizer van de Fransen. Op 2 december van hetzelfde jaar kroont hij zichzelf en zijn echtgenote Joséphine in het bijzijn van de paus. Napoleon zet een luisterrijke hofhouding op en roept een keizerlijke adel in het leven. Ook op militair vlak schittert hij. In 1805 wint zijn Grande Armée glansrijk de derde en in 1807 de vierde coalitieoorlog. Met tsaar Alexander I sluit hij vervolgens de Vrede van Tilsit die Europa in een Frans en een Russisch machtsblok verdeelt. In 1809 overwint hij nogmaals Oostenrijk tijdens de vijfde coalitieoorlog. Omdat zijn huwelijk met Josephine kinderloos blijft, laat hij zich met pijn in het hart van haar scheiden. Hij sluit vervolgens op 2 april 1810 een huwelijk met Marie-Louise, de dochter van de keizer van Oostenrijk. Die schenkt hem op 20 maart 1811 een zoon, die ze Napoleon noemen. Napoleon bevindt zich nu op het toppunt van zijn macht. Het Franse keizerrijk heeft onder meer België, Nederland, Noord-Duitsland, de pauselijke staten, Catalonië en de Illyrische provincies aangehecht en strekt zich uit van Hamburg tot Rome en Barcelona. Het telt bovendien meerdere vazalstaten waaronder de Zwitserse confederatie, de koninkrijken Italië en Napels, de Rijnbond en het groothertogdom Warschau. In al deze aangehechte gebieden en vazalstaten voert Napoleon het Franse burgerlijk wetboek in. Dit wetboek is, aangevuld met andere wetboeken, tot vandaag de grondslag van de wetgeving gebleven in deze gebieden.

Napoleon als keizer in 1812.


Het eerste openbare optreden van keizerin Marie-Louise na haar bevalling. Ze wordt vergezeld door haar echtgenoot Napoleon I, enkele leden van het keizerlijk hof, twee hofdames en door de voedster, die haar pasgeboren kind Napoleon II vasthoudt.


8 DE SCHADUW VAN NAPOLEONS MACHT (1804-1812)

Joseph Bonaparte, broer van Napoleon en door hem pas benoemd tot koning van Spanje, vlucht in 1808 voor de naderende Spaanse troepen en opstandelingen. Engelse spotprent.

De glorie van het keizerrijk kent echter ook een keerzijde. Met de hulp van minister Joseph Fouché bouwt Napoleon een sterke politie uit om zijn politieke tegenstanders monddood te maken. Daarnaast censureert hij de pers steeds scherper. Groot-Brittannië blijft het brein en de geldschieter van alle coalitieoorlogen tegen Frankrijk. Wanneer admiraal Horatio Nelson in 1805 de Frans-Spaanse vloot in Trafalgar vernietigt, wordt een militaire invasie van Groot-Brittannië niet meer mogelijk. Napoleon kondigt daarom in 1806 het continentaal stelsel af: hij verbiedt Frankrijk, haar vazalstaten en haar bondgenoten om nog met Groot-Brittannië handel te drijven in de hoop zo de Britse economie te ontwrichten. Maar het continentaal stelsel keert zich tegen zijn bedenker. Vanaf 1810 gaan handel en economie in een groot deel van Europa snel achteruit. Om Spanje tot betere medewerking te dwingen, schuift Napoleon in 1808 de Spaanse koninklijke dynastie opzij en stelt zijn broer Joseph aan tot koning. De Spaanse bevolking komt echter in opstand en er ontstaat een guerrillaoorlog die jarenlang aanhoudt en zeer vele levens kost. Tegelijkertijd bekampt een Brits expeditiekorps onder leiding van Arthur Wellesley vanuit Portugal de Franse troepen en weet ze uiteindelijk in 1814 uit Spanje te verdrijven. De Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog toont voor het eerst aan dat het Franse leger niet onoverwinnelijk is. De vele oorlogen die Napoleon voert wegen steeds zwaarder op de bevolking van Frankrijk en haar vazalstaten: de jongemannen moeten in het leger dienen, velen sneuvelen of worden gewond en de belastingdruk stijgt sterk.


9. NAPOLEON OVERWONNEN (1812-1814) Omdat tsaar Alexander I weigert mee te werken aan het continentaal stelsel onderneemt Napoleon een grote veldtocht tegen Rusland. De Grande Armée, aangevuld met troepen van de vazalstaten, steekt op 24 juni 1812 met meer dan 550 000 soldaten de rivier de Memel over. Het Russische leger trekt zich terug zonder slag te leveren en past de tactiek van de verschroeide aarde toe. Een poging om bij Borodino de Fransen tegen te houden mislukt. Napoleon bereikt op 14 september het brandende Moskou maar moet, met de winter voor de deur, op 15 oktober de terugtocht aanvatten. Geteisterd door koude, honger en ziekte en voortdurend aangevallen door de Russen valt het Franse leger uiteen. Slechts 120 000 soldaten, grotendeels van de flankkorpsen, keren terug. De Grande Armée bestaat niet meer. Aangemoedigd door deze rampzalige nederlaag trekken nu ook de andere Europese mogendheden mee op met Rusland en GrootBrittannië. Tijdens een veldtocht in Duitsland behaalt Napoleon met een nieuw leger samengesteld uit jonge rekruten, nog enkele overwinningen. Toch wordt hij uiteindelijk tijdens de Volkerenslag bij Leipzig van 16 tot 19 oktober 1813 beslissend verslagen. Hij biedt nog verbeten weerstand in Frankrijk maar de geallieerde legers tellen veel meer soldaten en trekken op 31 maart 1814 Parijs binnen. Napoleon treedt op 6 april af en ondertekent op 11 april het Verdrag van Fontainebleau. Hij ziet af van elke eis op de Franse troon en aanvaardt een ballingschap op het Italiaanse eiland Elba, waarvan hij de soeverein wordt. Frankrijk geeft hem een jaarrente van 2.000.000 frank om van te leven. Op 20 april neemt hij in Fontainebleau afscheid van zijn oude garde. Op 5 mei landt hij op Elba. Dit betekent het einde van de zesde coalitieoorlog tegen Frankrijk. Volgende pagina Napoleon neemt afscheid van de soldaten van de oude garde in Fontainebleau op 20 april 1814.



10 WATERLOO: HET EINDE VAN EEN ONVERWACHTE TERUGKEER (1815) Op Elba stelt Napoleon Bonaparte vast dat de Franse regering hem de afgesproken jaarrente niet uitbetaalt. Hij verneemt ook dat zijn opvolger, koning Lodewijk XVIII, teruggrijpt naar het ancien régime en steeds meer ongenoegen opwekt bij de bevolking. Napoleon verlaat het eiland met een kleine groep getrouwen en landt op 1 maart 1815 onverwacht op Franse bodem. Dit is het begin van de zogenaamde Honderd Dagen. De troepen die uitgezonden zijn om hem aan te houden lopen naar hem over en Lodewijk XVIII slaat op de vlucht. Op 20 maart doet Napoleon zijn intrede in Parijs. Hij aanvaardt een liberaal gezinde grondwet en zegt enkel vrede te willen. Op het Congres van Wenen vergaderen de grote mogendheden nog steeds over de herordening van Europa. Zij verklaren Napoleon de oorlog en brengen snel legers op de been. Napoleon hoopt deze afzonderlijk te kunnen aanpakken en rukt op naar België. Op 16 juni verslaat hij in Ligny het Pruisische leger van Gebhart Leberecht von Blücher, dat zich echter geordend kan terugtrekken. Napoleons maarschalk Michel Ney wordt daarentegen in QuatreBras teruggeslagen door het Brits-Nederlandse leger van Arthur Wellesley, hertog van Wellington. Dit laatste neemt vervolgens defensieve stellingen in nabij het dorp Waterloo in afwachting van Pruisische versterking. Op 18 juni valt Napoleon aan, maar slaagt er niet in het Brits-Nederlandse leger tijdig te verdrijven. Wanneer het Pruisisch leger aankomt en hem op de rechterflank aanvalt, is de slag verloren. Napoleon keert terug naar Parijs en treedt op 22 juni af, wat meteen ook het einde van de zevende coalitieoorlog betekent. Volgende pagina Op de weg naar Parijs overtuigt Napoleon op 7 maart 1815 Franse soldaten om zich bij hem te voegen.



11 BALLINGSCHAP EN DOOD OP SINT-HELENA (1815-1821) Na zijn aftreden op 22 juni 1815 vraagt Napoleon de bescherming van het Britse volk en gaat op 15 juli aan boord van een Engels schip. De Britse regering stuurt hem in ballingschap op het barre eiland Sint-Helena midden in de zuidelijke Atlantische Oceaan, waar hij op 15 oktober aankomt. Hij verblijft onder voortdurende bewaking op Longwood House en staat onder toezicht van de gouverneur van het eiland. Een beperkte groep Fransen houdt hem gezelschap: generaal Henri Bertrand en zijn gezin, generaal Charles de Montholon en zijn echtgenote, generaal Gaspar Gourgaud, kamerheer Emmanuel-Joseph de Las Cases en zijn zoon en tenslotte twaalf bedienden. Hij brengt zijn eerste jaren door met het dicteren van zijn memoires aan Emmanuel-Joseph de las Cases en Gaspar Gourgaud en met het ontvangen van voorbijvarende bezoekers. Vanaf 1817 trekt hij zich meer en meer terug, dicteert nog, maar houdt zich vooral bezig met lezen. Zijn gezondheid gaat achteruit en uiteindelijk overlijdt hij op 5 mei 1821, vermoedelijk aan maagkanker. Hij had de wens uitgesproken voorgoed te mogen rusten aan de oevers van de Seine. Dit gebeurt uiteindelijk in 1840. Koning Louis Philippe laat Napoleons stoffelijke resten met veel pracht en praal overbrengen van het eiland Sint-Helena naar de D么me des Invalides in Parijs. Napoleon overlijdt op Sint-Helena op 5 mei 1821.


12 DE MYTHE VAN NAPOLEON IN BOEKEN (1821-1914) Napoleon Bonaparte was een meester in de propaganda. In al zijn doen en laten werkte hij onophoudelijk aan zijn imago: dat van de veldheer die Frankrijk met zijn overwinningen redde, dat van de erfgenaam van de Franse Revolutie die de positieve verwezenlijkingen ervan vastlegde, dat van de staatsman die orde en rust bracht, dat van de vaderlijke keizer die om zijn volk en vooral om zijn soldaten bekommerd was. Dat beeld dicteert hij aan zijn metgezellen op Sint-Helena en zij verspreiden het na zijn dood in hun memoires. Vooral het Mémorial de Sainte-Hélène van Emmanuel-Joseph de Las Cases, dat in 18221823 verschijnt, heeft een onwaarschijnlijk succes. Napoleon groeit zo in de romantische geest van die tijd uit tot een mythische en bijna bovennatuurlijke figuur die zich in het collectieve geheugen verankert. Historici zetten dat werk voort. In 1839 verschijnen de Histoire de Napoléon van Jacques Marquet de Montbreton de Norvins en de Histoire de l’Empereur Napoléon van Paul-Mathieu Laurent de l’Ardèche. Zij geven een grote impuls aan de legendevorming rond Napoleon en kennen talrijke herdrukken. Dat succes danken zij vooral aan de vele honderden houtgravures, in het eerste geval van Denis-Auguste-Marie Raffet, in het tweede geval van Horace Vernet. Het zijn deze beelden die zich in de geest prenten van vele generaties in Frankrijk en elders.

Volgende pagina M. de Norvins, Histoire de Napoléon, Parijs 1839 (titelpagina)



13 & 14 DE MYTHE VAN NAPOLEON IN PRENTEN (1821-1914) Boeken verspreiden de mythe van Napoleon onder de geletterde bovenlaag, prenten doen dit bij het brede, veelal analfabete publiek. Vooral de images d’Epinal spelen hierin een grote rol. Deze prenten met een volkse inhoud, naïeve voorstellingen en felle kleuren danken hun naam aan de stad Epinal waar Jean-Charles Pellerin ze voor het eerst drukt. Ze worden aanvankelijk door leurders rondgedragen en zijn omwille van hun lage prijs in vele huiskamers de eerste afbeeldingen. Door hun eenvoud gaat er ook vandaag nog een grote zeggingskracht van uit. Tijdens het keizerrijk maakt Jean-Charles Pellerin als eerste prenten van de familie, de generaals en de soldaten van Napoleon. Hij krijgt hiervoor van Napoleon het weinig toegekende en dus zeer gegeerde drukkersbrevet. Na 1815 begint hij met een reeks van grote formaten met daarop de veldslagen en andere taferelen uit het leven van Napoleon. Vooral vanaf 1830 dragen ze sterk bij tot de verspreiding van de napoleontische legende.

Volgende pagina De mammelukken vallen het Franse leger aan tijdens de slag bij de piramiden op 21 juli 1798. Deze prent is een ‘image d’Epinal’.



15 NAPOLEON BLIJFT OOK VANDAAG NOG BOEIEN De belangstelling voor Napoleon houdt nu al tweehonderd jaar aan. Ook recent zijn er heel wat overzichtswerken en stripverhalen over hem verschenen. In het Nederlandse taalgebied schreef Johan Op de Beeck met Napoleon een zeer uitgebreide, vlot leesbare biografie. Bart Van Loo publiceerde het kritischere maar eveneens laagdrempelige Napoleon. De schaduw van de Revolutie. Opvallend is dat Napoleon de laatste jaren vooral in stripverhalen nog tot de verbeelding spreekt. De reeks Napoleon Bonaparte van Jean Torton, Jacques Martin en Pascal Davoz brengt het historische verhaal vrij getrouw in beeld. Andere reeksen, zoals Dubbelmasker en Herinneringen aan de Grande ArmĂŠe, gebruiken de figuur van Napoleon als uitgangspunt om een fictief verhaal te brengen.


16 DE HERDENKING VAN DE BOERENKRIJG In vergelijking met de grote plattelandsopstand in de Vendée is de Boerenkrijg een beperkt militair gebeuren. In het kader van de Vlaamse Beweging en van de heropleving van de Vlaamse literatuur krijgt deze opstand in de tweede helft van de 19de eeuw toch een grote betekenis. Deze opstand noemen we sinds 1853 De Boerenkrijg dankzij de gelijknamige historische roman van Hendrik Conscience. Dit boek heeft veel succes in binnen- en buitenland en brengt ook de wetenschappelijke belangstelling op gang. Vanaf 1880 verschijnt een stroom aan literaire werken die het brede publiek wijzen op het Vlaamsgezinde en katholieke karakter van de opstand. Deze verheerlijking vindt een hoogtepunt in het eeuwfeest van 1898. De Vlaamsche Katholieke Landsbond en het Davidsfonds richten met steun van de Boerenbond in 1892 samen een comité op. Dit comité organiseert op 30 augustus 1898 in Hasselt een nationale herdenking en richt er een nationaal gedenkteken op. Nog tot ongeveer 1980 blijft de Boerenkrijg de aandacht vasthouden van wetenschappers en fictieschrijvers. Het hoogtepunt in deze periode is de oprichting van het Centrum voor de Studie van de Boerenkrijg in 1955, dat in Hasselt binnen de Provinciale Bibliotheek Limburg functioneert en er het Boerenkrijgfonds beheert. Sindsdien is de belangstelling gevoelig afgenomen, maar plaatselijke erfgoedverenigingen houden de waakvlam brandende. Zo houdt het Boerenkrijgcomité van Hasselt op 5 december een jaarlijkse Boerenkrijgviering aan de kapel van Hilst.

Het Boerenkrijgmonument in Hasselt werd ingehuldigd op 28 augustus 1898 tijdens het eeuwfeest van 1898.


EEN VORMGEVING VOLGENS DE REGELS

TYPOGRAFIE

Napoleon Bonaparte bepaalt nog steeds ons leven. We worden veel meer met de Franse keizer geconfronteerd dan we zelf beseffen. We rijden aan de rechterkant van de straat, zijn ingeschreven in de burgerlijke stand, drinken in liters en bezoeken de onder Napoleon opgerichte nationale musea, … De vormgeving van deze tentoonstelling is er ook eentje met betekenis. Heel wat regels die Napoleon heeft vastgelegd zie je letterlijk verwerkt in deze brochure.

Napoleon kroont zichzelf op 2 december 1804 tot keizer. Hij beslist om de uitnodigingen hiervoor te laten drukken bij Offizin Didot, de beste drukkerij van Parijs. Firmin Didot ontwerpt speciaal voor de kroning het elegante lettertype Romain de L’Empereur dat slechts één keer, enkel voor deze ene gelegenheid, gebruikt werd. Enkele jaren later verhuist de drukkerij naar de voormalige Imprimerie Royale in het Louvre. Hier perfectioneren Firmin en zijn broer Pierre het eerder ontworpen lettertype en geven het de naam Didot als ode aan hun vader, oprichter van Drukkerij Didot. De titel en tekst van onze tentoonstelling maakt gebruik van dit elegante Didot-lettertype, één van de vele lettertypen die vandaag de dag beschikbaar zijn. Dit neoklassieke ‘Roman’ lettertype wordt later het overheersende lettertype in heel Europa. Het lettertype van de tentoonstelling verbeeldt de verfijnde en ijdele Franse cultuur.

TRICOLORE Onder Napoleons bewind werd er opnieuw belang gehecht aan de tricolore. Voor Napoleons tijd bestond deze al, maar híj formaliseerde ze in een strakke regelgeving. Zo werden de verhoudingen van de kleurvlakken evenredig verdeeld en de kleurcodes vastgelegd, zodat er altijd hetzelfde blauw, wit en rood zou gebruikt worden. De kleuren van de Franse vlag zijn sinds Napoleon CMYK 100.70.0.5 (blauw) / 0.0.0.0 (wit) / 0.90.86.0 (rood). REGELGEVING De kleurkeuze en de brute geometrie van de vormgeving geven de afgemeten regelgeving van Napoleon weer. Het beeld wordt verdeeld in drie strakke vlakken en gevuld met de drie Franse kleuren. De neerwaartse beweging van het witte vlak verbeeldt de Franse overheersing en geeft het ontwerp dynamiek.

GRAFISCHE VORMGEVING DOOR WERKMANNEN Werkmannen is het alter ego van de Limburgse onafhankelijke grafische vormgever Stijn Segers. Zijn voorkeur gaat uit naar het vormgeven van drukwerk voor klanten in de culturele, creatieve of de commerciële sector. Daarnaast is hij ook initiatiefnemer van projecten die een band hebben met erfgoed, typografie en openbare ruimtes. Hij is medeoprichter van de print club KOPIJ en maakt muziek onder de naam TOUR.


COLOFON De deputatie van de provincie Limburg: Herman Reynders, gouverneur-voorzitter Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden Renata Camps, provinciegriffier Tekst: Karel Verhelst Eindredactie: Renate Maes Grafische vormgeving: Stijn Segers (Werkmannen) Fotografie: Provinciale Bibliotheek Limburg Drukwerk: Leën Oplage: 2 000 Wettelijk depotnummer: D/2015/5857/035 Verantwoordelijke uitgever: Martine Balcer, Martelarenlaan 17, 3500 Hasselt Website: www.limburg.be/pbl


Scan deze code en bezoek de digitale tentoonstelling.

Provinciale Bibliotheek Limburg Martelarenlaan 17 B-3500 Hasselt www.limburg.be/pbl pbl@limburg.be volg ons op Facebook


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.