Fleet & Business 181 NL

BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4700 EUPEN 1 BC 30805

HET AUTOMAGAZINE VAN DE BEHEERDERS

MMM BUSINESS MEDIA - Zeswekelijks informatietijdschrift - SEPTEMBER-OKTOBER 2010 - Nederlandstalige uitgave - Kantoor : Eupen 1 - P205029

I www.fleet-business.com I

I NR 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Etienne Verhelst, Belgacom

Fleet-owner of the Year 2010 DOSSIER LEASING DIENSTEN EN TRENDS

Member of

Network

FLEET-OWNER JAN VANNOPRÉ, BRUSSELS AIRLINES

ECOTECHNOLOGIE OPEL EN FIAT

Volgendesessie: 2/12/2010 – Ontdekt het programma! www.fleet-business.com

EDITO

INHOUD FLEET

04

Fleet Echo’s: de fleetactualiteit

06

3 Vragen aan…

Alain Peers, Volvo Cars Belgium

09 Dossier Leasing - Een volwassen marktgedrag - De juiste keuze - Advies voor de toekomst - Een verschil in visie - Vergroening in sneltempo - Fleet-owners vragen om transparantie - Korte termijnverhuur richt zich op maatwerk

28

p.09 p.10 p.12 p.14 p.16 p.21 p.25

Fleet-owner: Jan Vanoppré, Brussels Airlines

34

Fleet Management : - Fiscaliteit: firmawagens onder druk? p.34 - Restwaarden groene wagens: economie boven ecologie p.36

38

Fleet Partner : - Fleet Logistics: 15 jaar succesvolle consultancy - Experts4Fleet : “Fiscale impact op TCO wordt vaak onderschat” - J&T Autolease: “Altijd bereikbaar zijn”

42

p.38 p.40 p.41

AUTO Nieuwigheden: Ford Mondeo, Mini Countryman, KIA Sportage, Audi A7 en Nissan Juke

48

Ecotechnologie: Fiat biedt heilzaam hybrideperspectief

50

Ecotechnologie: Opel gelooft in dieselelektrificatie

TRENDS

53

Mobiliteitsmanagement: intelligente mobiliteit voor een efficiënte toekomst

57

Elektrische mobiliteit 2020: de weg ligt open

Steven SCHOEFS Hoofdredacteur

Alea jacta est En dat voor de negende keer alweer. De winnaars van de Fleet & Business Awards 2010 zijn bekend. Etienne Verhelst, Fleet Director van Belgacom, volgt Christophe Van Obergen op als Fleet-owner of the Year. De heer Verhelst slaagt er al jaren in om het vlootbeleid van de verschillende entiteiten van de groep Belgacom te harmoniseren met strenge aandacht voor het TCO-verhaal, ecologische verbeteringen en mobiliteitsinitiatieven.

Ruim 400 fleetspecialisten uit ons land zagen op 14 oktober ook hoe Carglass in de categorie Fleet Green Award beloond werd voor de groene inspanningen, hoe ING België met de Fleet Driver Care Award de bestuurdersmotivatie efficiënt verdedigt en hoe ElaN Languages naar huis mocht met de allereerste Small & Efficient Fleet Award. Leverancier Fleetexpert tot slot schreef de Fleet Internet Innovation Award op zijn naam. Ontdek alvast de winnaars via onze sfeerreportage in het begin van dit nummer. We willen iedereen die dit evenement steunt van harte bedanken.

Verder in dit magazine hebben we aandacht voor de leasingsituatie in ons land, met onder meer een overzicht van de diensten die de belangrijkste leasespelers aanbieden en hun kijk op de leasetoekomst.

Opvallend is alvast de groeiende aandacht voor reporting bij de verhuurders. Communicatie met fleet-owners en vlootbestuurders lijkt een sleutelelement bij de verdere professionalisering van het fleet management in ons land en bij de zoektocht naar een intelligente mobiliteit. Een initiatief dat Fleet & Business volledig onderschrijft en waar wij graag bij willen helpen, door u op de gepaste manier te informeren.

“Communicatie lijkt een sleutelelement bij de verdere professionalisering van het fleet management in ons land”.

®

REDACTIE Hoofdredacteur: Steven Schoefs Algemeen redactiesecretariaat: Pierre Ambinet Medewerkers: Ferre Beyens, Frédéric De Backer, Charles Demoulin, Jean-Marc Hardy, Olivier Maloteaux, Stijn Phlix, Michaël Vandamme, Jan Voet Consultants: EuroFleet Consult, PricewaterhouseCoopers

UITGEVER Gedelegeerd Bestuurder / Directeur van de uitgave: Jean-Marie Becker Algemeen Directeur: Thierry Degives (tdegives@mmm.be) Directeur Redactie: Caroline Thonnon (cthonnon@mmm.be)

PRODUCTIE Verantwoordelijke vakbladen: Sonia Counet Layout: Stéphane Andry, Stéphane Boland, Vincent Neissen, Nathalie Wiertz Druk: Kliemo nv

PUBLICITEIT & MARKETING Sales Director : Marleen Neukermans Account Managers : David Baudeweyns, Freddy Van Daele Assistente : Patricia Lavergne Marketing : Kathleen Hubert, Sophie Demeny, Laurent Goor ABONNEMENTEN Online : www.fleet-business.com/shop Contact : Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be) 1 jaar: 65 EUR Betaling per overschrijving op nr 348-0485495-74 Verantwoordelijke uitgever: Jean-Marie Becker, Parc Artisanal 11-13 - BE 4671 BLEGNY-Barchon © Overname van artikelen en afbeeldingen, zelfs gedeeltelijk, gebeurt enkel na schriftelijke toestemming van de uitgever.

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

MMM Business Media nv Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 BE 4671 BLEGNY-Barchon (Belgïe) Tel. 00 32 (0)4 387 87 87 Fax. 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com

3

FLEET ECHO’S

Proefproject rond mobiliteitsleasing in Nederland

In Nederland wordt nagegaan in welke mate mobiliteitsleasing een kans op slagen heeft.

In Nederland hebben bedrijven, overheden en leasemaatschappijen een proefproject met mobiliteitsleasing

opgestart. Het gaat om een nieuwe leasevorm, die een traditioneel leasecontract combineert met een mobili-

teitsbudget. Het principe is dat de leaserijder een deel van zijn van tevoren vastgestelde budget verbruikt bij elke kilometer die hij of zij in zijn leaseauto aflegt. Budget wat hij of zij niet gebruikt, wordt uitgekeerd. De leaserijder wordt zo aangespoord om zijn auto slimmer en selectiever te gaan gebruiken. Dat kan bijvoorbeeld door thuis te werken of door alternatieven te kiezen zoals trein, taxi of fiets. Het proefproject loopt twee jaar in Maastricht.

Nadien volgt een evaluatie. I

Ssangyong officieel terug in de Belux De Belgische Alcopa-groep heeft de import van het Koreaanse merk Ssangyong overgenomen. Naast België en Luxemburg zal Alcopa Ssangyong ook in Nederland, Duitsland, Polen en Zwitserland vertegenwoordigen. Alcopa is ook al importeur van Hyundai, Suzuki en Isuzu. Lange tijd zag het er niet goed uit voor het noodlijdende Ssangyong. Maar nu ziet het merk de toekomst weer met vertrouwen tegemoet.

De nieuwe Korando moet een nieuwe start inluiden voor SsangYong.

Onlangs heeft Mahindra uit India een princiepsakkoord gesloten om SsangYong

over te nemen. Bovendien wordt eind dit jaar de nieuwe I Korando gelanceerd.

FLEET PEOPLE STEF HOLEMANS is onlangs aangesteld als de nieuwe Fleet Manager bij Volkswagen Hij volgt Luc Van Hoeydonck op. Holemans kan bogen op heel wat ervaring in de fleetsector, bij Arval en Alphabet.

KRISTOF JANSSENS is niet langer Fleet Manager bij Opel Sales Manager Peter Bertin neemt tijdelijk de leiding over van de fleetafdeling in afwachting.

Intussen zoekt Opel naar een opvolger voor Kristof Janssens.

LUC FREDERIX is benoemd tot Managing Director van Avis Belgium.

In deze functie neemt hij de taken over van Stephane Soille, die zelf General Manager Austria, Benelux, Switzerland & Group Operations werd.

Luc Frederix heeft meer dan twintig jaar ervaring binnen Avis Belux.

PETER VERVERS IS DE NIEUWE FLEET MANAGER VAN FORD BELGIUM. Hij volgt Dirk Dens op die recent de overstap maakte naar THINK, specialist in elektrische voertuigen.

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Forse vergroening bij leasebestuurders ING Car Lease

4

De recent ingevoerde fiscale overheidsmaatregelen rond de bedrijfswagen missen hun effect niet bij de leasebestuurders van ING Car Lease.

80% van de bestelde voertuigen in het eerste semester 2010 bij ING Car Lease is voor minstens 75% fiscaal aftrekbaar. Dat blijkt uit een vergelijkende studie die ING Car Lease maakte van de gemaakte bestellingen in het eerste semester van 2009 (periode 1) en het eerste semester van 2010 (periode 2). 13% van de bestelde wagens over periode 2 is voor 90% aftrekbaar (tegenover 2,5% één jaar geleden) en 10% voor 80% aftrekbaar (tegenover

6% één jaar geleden). Meer dan 55% van de dit jaar bestelde voertuigen is voor 75% aftrekbaar.

Wat betreft het aantal bestellingen in periode 2 kan opnieuw van een positieve trend worden gesproken (18% voor de markt – Bron Renta), terwijl ING Car Lease een stijging van 27% van de bestellingen noteert tegenover dezelfde periode vorig jaar. Voorts blijkt uit een recente bevraging onder ruim 1200 bestuurders van ING Car Lease dat meer dan

53% van de respondenten verkondigt bij hetzelfde merk te willen blijven. 57% geeft zelfs aan, indien zij bij hetzelfde merk blijven, hetzelfde model te willen kiezen.

Bovenaan de lijst prijken BMW, Audi, Volkswagen en Opel. Wanneer een nieuwe leasewagen wordt gekozen, wordt de meeste waarde gehecht aan het merk en het imago. Maar ook milieuvriendelijkheid, groen imago en verbruik zijn voortaan doorI slaggevend.

FLEET ECHO’S

3 vragen aan...

BMW levert benzinemotoren aan Saab

Alain Peers, Volvo Cars Belgium Sinds 1 september is Alain Peers de nieuwe Fleet Manager van Volvo Cars Belgium. Hij volgt Mathias Goos op die de overstap maakte naar concessiegroep ACG/Bellevue.

De heer Peers is ruim 10 jaar actief in de fleetsector.

Ervaring deed hij vooral op bij BMW met managementsfuncties binnen BMW Financial Services en BMW Group Belux.

1.

Gefeliciteerd met uw nieuwe functie.

U hebt heel wat fleet- en lease-ervaring.

Vanwaar de keuze voor Volvo?

“Eerst en vooral omdat Volvo een belangrijke speler is op de premiummarkt. In tweede instantie omdat het voor mij persoonlijk een mooie stap vooruit is en tot slot omdat Volvo sterke resultaten kan voorleggen op vlak van fleet-

modellen met als uitschieters de V50 en XC60 en de nieuwe S60 en V60.

De knappe motorisaties zoals de 1.6DRIVe en de nieuwe vijfcilinder 2.0 diesel met 163pk zijn hierbij uiteraard belangrijk.”

Kunt u uw toekomstige fleetstrategie bij Volvo al toelichten?

2.

“De fleetpolitiek van Volvo is allang gekend en goed aanvaard in de bedrijfswereld omwille van zijn stabiliteit.

Het is zeker niet mijn bedoeling om in onze huidige fleetpolitiek grote wijzigingen aan te brengen. De fleetpolitiek beantwoordt perfect de vraag

van de markt. Misschien dat er in de toekomst kleine bijschavingen zullen gebeuren, maar zeker niets spectaculairs. Het is onze bedoeling een lange termijnrelatie met onze klanten op te bouwen waarbij stabiliteit een heel belangrijke factor is.”

De verkoop van Volvo loopt zeer goed, mede dankzij het milieuvriendelijke DRIVe-gamma.

Hoe denkt u deze troef naar de fleet toe uit te spelen ?

3.

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

“Ik denk dat het antwoord hier voor de hand ligt. De resultaten van Volvo in 2009 en tot op heden bewijzen dat Volvo de juiste kaart getrokken heeft met het DRIVeverhaal. De Volvo S40 en V50 zullen nu op de markt komen met 99g CO2 uitstoot i.p.v.

6

voordien 104g en met 115pk en zesversnellingsbak. Ik ben ervan overtuigd dat mede dankzij ons gamma fleetmodellen met uitstekende motorisaties en de nieuwe S60 en V60, Volvo een mooie toekomst tegemoet gaat.”

Saab gaat een eerste partnerschap aan met BMW.

Bij de overname van Saab door Spyker had topman Victor Muller al aangekondigd om te gaan samenwerken met andere constructeurs. De eerste deal is nu een feit.

Saab Automobile bereikte met BMW een akkoord over het gebruik van motoren voor de nieuwe generatie Saabs.

Volgens het akkoord zal BMW vanaf 2012 viercilinder 1.6 liter

turbobenzinemotoren leveren aan Saab. Bij de ondertekening waren Jan Åke Jonsson, CEO van Saab Automobile, Victor Muller, Voorzitter van Saab Automobile en Ian Robertson, Lid van de Raad van Bestuur van BMW AG en verantwoordelijk voor de verkoop en marketing van BMW aanwezig.

I

CarsOnTheWeb lanceert My COTW CarsOnTheWeb.com heeft met “My COTW” een nieuw, gebruiksvriendelijk platform voor haar klanten ontwikkeld. Dankzij het platform kunnen gebrui-

kers van de online autoveilingsite voortaan het volledige koopproces van A tot Z zelf opvolgen en sturen.

I

LeasePlan geeft 453.000 euro terug aan klanten

Stijn PHLIX

“De resultaten van Volvo in 2009 en tot op heden bewijzen dat Volvo met het milieuvriendelijke DRIVe-verhaal de juiste kaart getrokken heeft.”

LeasePlan Belgium crediteert dit jaar 453.533 euro aan haar klanten die gebruikmaken van de open calculatieformule, voor voertuigen waarvan de contracten in 2009 werden beëindigd. Michel Van den Broeck, Managing Director bij LeasePlan Belgium: “We zijn er in geslaagd om in het crisis-

jaar de kosten van de wagenparken zo laag mogelijk te houden. Het resultaat is een positief verschil van bijna een half miljoen euro, dat wij integraal aan onze klanten teruggeven. Een mooie som die altijd van pas komt, zeker in de huidige economische situatie.”

I

DOSSIER LEASING

Een volwassen marktgedrag Eind 2009 telde de Belgische langetermijnvloot in totaal iets meer dan 300.000 voertuigen.

Als we het afgelopen decennium bekijken, merken we een gestage toename van de Belgische vloot in langetermijnverhuur, van 107.803 voertuigen in 1997 tot 303.143 in 2009. En dit jaar lijkt de lichte opmars zich door te zetten met in het eerste semester een stijging van het wagenpark in langetermijnverhuur met ongeveer 1% ten opzichte van vorig jaar. Dat is niets wereldschokkends, maar het duidt wel op een mature markt in operationele leasing, die zelfs door een der zwaarste economische crises niet echt van de wijs wordt gebracht. Onder impuls van diezelfde crisis is de gemiddelde duurtijd van de contracten wat toegenomen.

Ruim de helft van de contracten heeft een looptijd van 37 tot 48 maanden. Verder heeft de crisis het vlootbeleid ook gerationaliseerd. Het kostenplaatje met bijzondere aandacht voor de totale gebruikskost van het voertuig (TCO) en de ecologische fiscale wetmatigheden sturen meer en meer car policies. Zo heeft vandaag goed 60% van de nieuw bestelde dieselvoertuigen in operationele leasing een CO2-uitstoot lager dan 145 g/km*.

Een mooi cijfer, dat in de toekomst nog zal verbeteren. Die aandacht voor ecologie zet zich net als de zoektocht naar een geĂŻntegreerde mobiliteit ook door bij de leasemaatschappijen.

Meer hierover leest u op de volgende pagina’s. *Bron: Renta 2010.

INHOUD Een volwassen marktgedrag De juiste keuze Advies voor de toekomst Een verschil in visie Vergroening in sneltempo Fleet-owners vragen om transparantie

09 10 12 14 16 21

Korte termijnverhuur

Vandaag heeft ongeveer 60% van de nieuw bestelde dieselvoertuigen in operationele leasing in ons land een CO2-uitstoot lager dan 145 g/km.

25

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

richt zich op maatwerk

9

DOSSIER LEASING

De juiste keuze Wanneer je een wagen aan de vloot van de onderneming toevoegt, zal je die ofwel aankopen ofwel huren (leasen). De precieze keuze hangt af van de bedrijfsstrategie, de beschikbare financiële middelen en de mate van controle die je als bedrijf over de vloot wilt behouden.

I

n België waren eind 2009 ruim 1 miljoen personenwagens ingeschreven op naam van een onderneming.

Een gedeelte daarvan, iets meer dan 303.000 exemplaren wordt gefinancierd via operationele leasing of langetermijnverhuur. Deze financieringsformule wint sinds jaar en dag aan populariteit, maar er zijn nog andere financieringsmethoden die u kunt hanteren.

neer je het weer verkoopt. De eventuele winsten/verliezen hieraan verbonden zijn voor de rekening van jouw bedrijf. + vrijheid en controle over de aanschaf en het beheer van het voertuig - investeren van eigen middelen in voertuig ipv in core business - niet optimaal beheer van diensten rond het voertuig : verzekering, banden, brandstof, schades…

Aankoop met eigen middelen

Krediet

Wil je de controle over de firmavoertuigen zelf goed in de hand houden, heb je voldoende liquide middelen in kas, dan kan het interessant zijn om de voertuigen zelf aan te kopen. Dit betekent dat het aangekochte voertuig deel uitmaakt van de vaste activa van de onderneming.

Je bepaalt zelf wanneer je het voertuig aanschaft en wan-

Je kunt ook een autokrediet aanvragen bij de bank of de autoverdeler. In tegenstelling tot Aankoop met eigen middelen kan je met een Autokrediet de afbetaling van het voertuig, alsook de BTW-financiering in de tijd spreiden. Maar deze formule heeft wel een impact op de kredietlijn van het bedrijf. Bovendien ben je ook hier zelf verantwoordelijk

De keuze van de financieringsmethode hangt af van de bedrijfsstrategie, de beschikbare financiële middelen en de mate van controle die je over de vloot wilt behouden.

voor het beheer van de voertuigen en de diensten eromheen. + vrijheid en controle over de aanschaf en het beheer van het voertuig - investeren van eigen middelen in voertuig ipv in core business - negatieve impact op kredietlijn - niet optimaal beheer van diensten rond het voertuig : verzekering, banden, brandstof, schades…

Financiële leasing Bij financiële leasing koopt een leasemaatschappij de wagen en verhuurt die wagen voor een bepaalde periode in ruil voor een maandelijks bedrag.

Na afloop van de huurperiode kun je als klant het voertuig aankopen tegen de restwaarde (in principe tussen 5% en maximum 15% van de initiële waarde). De auto staat bij op de balans van jouw bedrijf.

De kosten voor elementen als onderhoud, verzekering en andere servicecomponenten zijn voor jouw rekening, al kunnen sommige leasemaatschappijen deze servicecomponenten verzorgen tegen een meerprijs. + De financiering is op de auto afgestemd + op het einde van het contract wordt u eigenaar van de auto - Betaling van BTW verschuldigd op de gefactureerde belastingen - niet optimaal beheer van diensten rond het voertuig : verzekering, banden, brandstof, schades…

Operationele leasing Operationele leasing of lan-

10

getermijnverhuur is een all-in verhuurformule. U ontvangt een compleet verhuurpakket voor een welbepaalde periode en/of een welbepaald aantal te rijden kilometers waar zowel de financiering (afschrijving, rente, taksen) als de beheerdiensten (onderhoud, brandstof, herstellingen, banden, verzekering en vervangend vervoer) inbegrepen zijn.

U betaalt een maandelijks bedrag, dat niet noodzakelijk de investering terugbetaalt, omdat er rekening wordt gehouden met de restwaarde en de auto blijft eigendom van de leasemaatschappij. De dienstverlening van de leasemaatschappij is erop gericht dat u mobiel blijft.

Wil je een goede controle behouden, kan je kiezen voor operationele leasing in open boek. Je krijgt inzage in het huurdossier en op het einde van het contract wordt de afrekening gemaakt. Heb je de voertuigen als een “goed huisvader” behandeld, bestaat de kans dat je geld terugkrijgt, in het andere geval mag je wat toeleggen. Kies je voor operationele leasing in gesloten boek dan heb je geen inzage, maar ligt het risico van de exploitatie bij de leasemaatschappij. + geen invloed op de schuldratio van de onderneming + omvattende kosten- en dienstenbeheersing + meer tijd voor uw core business door de uitbesteding van de vloot - u moet vertrouwen op expertise en opvolging van de leasepartner - vroegtijdige stopzetting of verlenging kan extra kosten genereren

DOSSIER LEASING

Advies voor de toekomst Als wagenparkverantwoordelijke wilt u het beste voor uw vloot, uw onderneming en uw bestuurders. Maar wat is het beste? Wij vroegen de langetermijnverhuurders naar hun tip voor fleet-owners als het gaat om de keuze van een leasemaatschappij.

D

e raad die de leasemaatschappijen voor fleetprospecten hebben, richt zich tot de relatie tussen fleetklant en verhuurder, tot de adviserende rol en tot de kennis van de markt.

“Denk aan de langetermijnrelatie”, zo luidt het bij ING Car Lease. “De leasemaatschappij moet u de beste economisch verantwoorde keuze voorstellen en u adviseren op het vlak van car policy. Kies daarom een leasemaatshappij die u groed begrijpt en waarvan de visie aansluit bij die van uw onderneming.”

Eenzelfde geluid bij Athlon Car Lease: “Kies voor een partner die verder kijkt dan vandaag, die de uitdagingen van morgen onderzoekt en u het juiste advies bezorgt.”

“Een leasepartner dient een klant bij te staan met betrekking tot de ontwikkelingen in

de fleetmarkt en dit zowel nationaal als internationaal.

Het formuleren van ideeën is niet voldoende, de implementatie van die ideeën is even belangrijk”, aldus GE Capital Services.

“Het is erg belangrijk dat de fleet-owner de langetermijnrelatie met de leasepartner waardeert”, klinkt het bij Dexia Auto Lease “zodat alle kansen bewaard blijven om langdurige resultaten te boeken, niet enkel financieel, maar ook inzake duurzaamheid, HR-beleid en stabiliteit.”

“Niet alleen het budget speelt een rol, ook de ondersteuning, opvolging en flexibiliteit tijdens de contractduur. Het gaat om een langetermijncontract en de keuze moet dan ook op lange termijn gebeuren”, aldus CIACfleet.

Arval verwoordt het zo: “Zorg ervoor dat de leasepartner zijn kennis en ervaring benut op

Als fleetklant heeft u recht op een proactief advies, dat rekening houdt met uw bedrijfsstrategie. (Copyright – Arval)

het vlak van kostenbeheer, personeelsmotivatie en duurzaamheid en in dit in overeenstemming met uw bedrijfsstrategie. Het is zijn rol als specialist om u bij te staan en u te helpen bij de implementering van de juiste oplossingen.”

Dialoog & begrip Bij LeasePlan Belgium wordt het belang van de dialoog onderstreept: “Een open dialoog is noodzakelijk om een vlootbeheer op maat te waarborgen, met aandacht voor kostencontrole, efficiency en gemak, zonder de bestuurders te vergeten. Kies een oplossing voor vlootbeheer die gebaseerd is op de ervaring en de internationale knowhow van de leasemaatschappij.”

Ook J&T Autolease denkt in deze richting: “kies een partner die u begrijpt en die bereid is voor u en uw bestuurders te

vechten. Peil naar de ervaringen van gelijkaardige klanten die met de leasepartner samenwerken.”

“Als klant mag je geen nummer zijn”, zo zegt Vancia Rent.

“Naast prijszetting en het goed aanvoelen van de klantenbehoeftes is de persoonlijke aanpak een must.”

Nabijheid En zo zijn we aanbeland bij de impact van de nabijheid van de verhuurder. Een troef van lokale specialisten en de captives of merkgebonden verhuurders.

“Kies voor een leasemaatschappij die bereikbaar is”, zo stelt Excelease. Samen met de collega’s van Peugeot Lease en RCI Banque wordt ook verwezen naar het onestop-shopping gegeven en de kracht van de eenvoud door één bekend aanspreekpunt te hebben. “Via het netwerk van dealers garanderen we kwaliteit, maatwerk en persoonlijk contact.” “Denk aan het beheergemak en aan de mobiliteit van de bestuurders”, aldus Ford Business Partner, “en zorg dat uw contract een perfect budgetbeheer mogelijk maakt, zonder dat u voor onaagename verrassingen komt te staan bij een eventuele aanpassing.”

Het laatste woord is voor KBC Autolease: “Fleet-owners die opteren voor leasing zijn in de eerste plaats op zoek naar een optimale mobiliteit zonder administratieve kopzorgen of financiële verrassingen en dit tegen de best mogelijke voorwaarden. De ervaring leert dat een onberispelijke dienstverlening op maat voor een klant doorslaggevend is.”

Steven SCHOEFS

12

DOSSIER LEASING

Een verschil in visie Autoleasing bestaat sinds het begin van de 20ste eeuw in Frankrijk, maar pas vanaf de jaren ’50 doet het verhuur van voertuigen ook in ons land zijn intrede*. In de loop der jaren is het autoverhuurgebeuren geprofessionaliseerd en ingeburgerd. Vandaag vertegenwoordigt Renta, de vereniging van Voertuigenverhuurders in ons land, 95% van de verhuurders, goed voor een vloot van ruim 350.000 voertuigen. Maar wat zijn de verschillen tussen de verhuurders en waar gaan we naartoe?

“Leasemaatschappijen willen een zo volledig mogelijk servicepakket aanbieden, waarbij ze hun rol van fleetadviseur ten volle kunnen laten gelden”, zegt Daniel Debrouwer van EuroFleet Consult.

FLEET & BUSINESS DIRECTORY U vindt een overzicht van de leasemaatschappijen en hun contactgevens in de Fleet & Business Directory online. Surf naar www.fleet-business.com, onder het luik Directory, waar u een overzicht heeft van de belangrijkste multimerkverhuurders en captive verhuurders.

14

S

amen met Daniel Debrouwer, managing partner van EuroFleet Consult, bekijken we het leaselandschap. Een eerste vaststelling is dat België een matuur leaseland is. Het verhuurproduct is gekend, de markt van langetermijnverhuur kende de afgelopen 15 jaren een mooie en gestage groei.

De financiële en economische crisis leken het verhuurlandschap te veranderen, omdat het enerzijds moeilijker werd om aan de nodige kredieten te geraken, want geld ontlenen werd fors duurder, en anderzijds omdat de terugval op de occasiemarkt zorgde voor verliezen bij de leasemaatschappijen doordat de vooropgestelde doorverkoopprijs niet langer realistisch bleek.

Daarenboven kozen de fleetklanten, aangemoedigd door fiscale maatregelen en kostenbesparingen voor een zekere rationalisering van de voertuigpolitiek. “Toch is het landschap niet opvallend veranderd”, opent Daniel Debrouwer de discussie. “De leasemaatschappijen hebben hun groeiverwachtingen bijgesteld, ze hebben waar nodig reserves moeten aanspreken om bepaalde verliezen te dekken, maar haast iedereen is tot vandaag overeind gebleven en dat wijst op zekere graad van volwassenheid en gezondheid van de verhuurders.”

Adviesrol Net doordat België een matuur leaseland is – al blijft er zeker bij de KMO-markt en de kleine bedrijven nog een

enorme speelruimte en een dito groeimarge – en het product langetermijnverhuur vastomlijnd is, is er weinig marge tot productinnovatie. Zo kiezen de internationaal georiënteerde ondernemingen en de grote nationale bedrijven nu al in grote meerderheid voor langetermijnverhuur. Bij de kleine bedrijven is dit volgens Daniel Debrouwer amper 20%, omdat deze zich minder bewust zijn van enerzijds de toegevoegde waarde van een leasemaatschappij en anderzijds de reële kostprijs van een wagen in de vloot. “De innovatie en herpositionering van de langetermijnverhuurders is niet meteen productgelinkt”, bevestigt Daniel Debrouwer “maar behelst de interne productiviteit van de verhuurders zelf en de uitbreiding van hun identiteit naar mobiliteitsadviseurs. De afgelopen jaren hebben de verhuurders hun interne processen verbeterd en is er een duidelijke trend naar service providing toe.

Leasemaatschappijen willen een zo volledig mogelijk servicepakket aanbieden, waarbij ze hun rol van fleetadviseur ten volle kunnen laten gelden. Voor een stuk is deze trend een reactie op het succes van bepaalde fleetconsultants in de markt.

Leasemaatschappijen bekijken steeds meer waar u als klant strategisch naartoe wilt en begeleiden de vloot van de klant ook na het afsluiten van het contract in het kader van een optimale TCO of gebruikskost. Ik denk hier aan initiatieven rond online reporting, driver

Lokale spelers plukken de vruchten van een persoonlijke aanpak.

coaching, CO2-optimalisatie, ecodrivingcursussen, enz.

Deze trend zal in de toekomst nog duidelijker worden en waar mogelijk ook het algemene mobiliteitsvraagstuk omhelzen.”

DNA Iedereen probeert te groeien, maar de gekozen groeistrategie hangt nauw samen met de identiteit van de verhuurder.

Eerst en vooral is er een verschil tussen de multimerkverhuurders en de captive verhuurders of verhuurders die afhangen van een constructeur of invoerder en enkel die merken vertegenwoordigen.

“Algemeen gesteld zijn de troeven van de captive verhuurder de knowhow van het merk, de uitbouw van het netwerk van concessies en garages waarbij de concessie van jouw keuze de gepriviligieerde gesprekspartner is en het onestop-shopping principe of het feit dat de verschillende fleetdiensten bij die ene gesprekspartner gebundeld kunnen worden. Door de nabijheid van het netwerk is de captive een gemakkelijke partner voor kleine ondernemingen”, zegt Daniel Debrouwer. “De multimerkmaatschappij profileert zich via een uitgebreide dienstverlening over de verschillende automerken heen.

Ze werkt met een relatief gezien beperkte verkoopploeg, maar heeft een sterke ICT-gedreven back office en een doorgedreven reportinginfrastructuur. Het clienteel

bestaat vooral uit grote bedrijven en KMO’s. Bovendien is de insteek voor beide verhuurders verschillend.

Captives zijn een mooi indirect verkoopkanaal voor het merk dat ze vertegenwoordigen en ze doen dit via het aanbieden van een financiering.

Multimerkverhuurders proberen een financiële beheerdienst te verkopen met het voertuig als kapstok en dat is wat anders. Zo was het opvallend dat vooral de multimerkverhuurders bij hun klanten bekeken waar eventuele contractverlengingen mogelijk waren om de klappen van de crisis te overbruggen. De captives deden dit veel minder, omdat zij er alle baat bij hebben zo veel mogelijk nieuwe voertuigen van hun merk in het verkeer te plaatsen.”

worden”, stelt Daniel Debrouwer. “Maar een ALD bijvoorbeeld kiest in België ook resoluut voor een versterking van de back office, om zo de administratie en de opvolging voor een aantal captive maatschappijen te verzorgen.

Een andere tak zijn de nationale spelers, die gelieerd zijn aan een sterk banknetwerk, zoals KBC Autolease, Dexia Auto Lease of nog Athlon Car Lease en die naar prospectie toe hierop kunnen terugvallen. Met in het achterhoofd de grote speelruimte binnen de KMO’s is dit een interessante piste voor de toekomst.

Tot slot zijn er dan de lokale spelers, zoals J&T Autolease, Vancia Rent of West Lease, die zich via een doorgedreven persoonlijke aanpak binnen een regio en een op maat verzorgde dienstverlening specialiseren en daarvan ook de vruchten plukken. Je mag het belang van lokale aanwezigheid niet onderschatten in een people business als de

fleet business.”

Welke strategie een langetermijnverhuurder ook kiest, het belangrijkste is dat die strategie aansluit bij de doelgroep die wilt bereikt worden.

Als afsluiter gelooft Daniel Debrouwer dat het van belang is dat leasemaatschappijen nog meer dan vandaag de klant proactief informeren over markttrends en nieuwe oplossingen, met als centraal uitgangspunt niet ‘Leasing is de oplossing voor u’, maar wel ‘Wat is de mobiliteitsoplossing voor u en hoe past leasing daarin?’ De tijd zal het uitwijzen.

Steven SCHOEFS * Bron: Renta Jaarverslag 2009

Daniel Debrouwer Managing partner EuroFleet Consult

Nabijheid Als we de multimerkverhuurders van nabij bekijken, onderscheiden we grofweg drie categorieën. Er zijn de spelers die een sterke internationale activiteit hebben ontwikkeld, zoals LeasePlan, Arval en ALD Automotive, en die hier strategische voordelen uithalen, zoals schaalvoordelen, benchmarking, integratie van best practices en klanten die via de internationale cel aan de nationale tak van de leasemaatschappij gebonden worden. “Zij zullen dit in de toekomst verder ontwikkelen, omdat op internationaal vlak steeds meer strategische beslissingen gecentraliseerd

15

DOSSIER LEASING

Vergroening in sneltempo Maatschappelijke ontwikkelingen zoals de economische crisis, de milieukwestie en de fileproblematiek maken dat leasemaatschappijen in ons land hun diensten- en productenaanbod voortdurend uitbreiden en afstemmen op de behoeften van de fleetklant.

Dat is een van de belangrijkste conclusies die we kunnen trekken uit een rondvraag die Fleet & Business deed bij 12 multimerkverhuurders en 6 captives (zie ook p.18).

Ook opvallend is het toenemende gebruik van online-tools.

E

en vergroening van het wagenpark is misschien wel de belangrijkste uitdaging waar de hedendaagse vlootbeheerder mee te maken krijgt. Zeker in deze toch nog altijd economisch wankele tijden die tot gevolg heeft dat bedrijven de TCO van hun wagenpark nauwlettender dan ooit in de gaten houden.

Leasemaatschappijen hebben daarom zonder uitzondering de grote middelen ingezet om op deze behoeften in te spelen. Onder invloed van de recente fiscale wijzigingen inzake bedrijfswagens die wagens CO2-vriendelijke begunstigt, zal de dienstverlening van leasemaatschappijen nog meer in een groenere

richting geduwd worden. Een recent bewijs daarvan is het Cleaner Car Contract dat vier leasemaatschappijen (Athlon Car Lease, Dexia Auto Lease, KBC Autolease, ING Car Lease) en 2 korte termijnverhuurders (Avis en Dockx) hebben ondertekend.

Daarmee beloven de 6 voornoemde bedrijven om de

gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe bestelde leasewagens tegen 2012 terug te brengen tot 120 g/km of minder. Het initiatief kent grote interesse in ons land. Volgens Athlon hebben al 10 bedrijven zich ingeschreven in het Cleaner Car Contract-programma. Nog 50 andere klanten hebben plannen.

Leasemaatschappijen maken steeds meer gebruik van de digitale weg om vlootverantwoordelijken bij hun beheer bij te staan.

16

Advies en analyse Klanten adviseren en hen bijstaan bij het samenstellen van de vloot behoort tot een van de kerntaken van een leasemaatschappij. Uiteraard wordt deze service in eerste instantie aangeboden via consultants die in rechtstreeks contact met de klant advies verlenen. Bij GE Capital bijvoorbeeld analyseert een team van experten via het Key Solutions-programma een wijd scala aan variabelen waaronder merkkeuze, verzekeringen, banden, brandstofverbruik, …

Dexia Auto Lease zet het Dexia Green Fleet-programma in waarbij tevens een ecodriving-cursusaanbod in vervat zit, een service die ook steeds meer opgang maakt bij andere leasemaatschappijen.

Wat opvalt is dat leasemaatschappijen steeds vaker online-tools aanbieden.

Alphabet maakt gebruik van de consultingtool Alpha Tact waarbij niet alleen rekening gehouden wordt met de CO2uitstoot maar ook met de motivatie van de bestuurder alsook diens veiligheid.

LeasePlan lanceerde recent voor het grote publiek de Fleet Balance-tool. Op basis van een vragenlijst die de prospects en klanten kunnen invullen, krijgt deze een idee in welke richting zijn of haar vlootbeheer moet evolueren.

Doel is uiteindelijk een juiste balans te vinden tussen ‘people’ (motivatie van de bestuurder), ‘profit’ (kosteneeficiëntie) en ‘planet’ (milieuvriendelijkheid). Interessant is ook de Fleet Performance Indicator, ontwikkeld door KBC Autolease. Deze simulatietool reikt de klant die zijn huidige vloot wil vergroenen, voorstellen aan die meteen kwantificeerbaar zijn. KBC Autolease werkt momenteel aan de verdere uitbouw van deze tool.

Bij ING Car Lease wordt de Fleet Agent ter beschikking gesteld. Bij het berekenen van offertes houdt deze online tool tevens rekening met de bestaande car policy van de klant.

Bovendien kunnen de berekende voertuigen onderling vergeleken worden. De digitale leasemaatschappij DirectLease is het uiteraard aan zijn status verplicht om de klant online van dienst te zijn. De DirectSearch-tool laat toe om heel snel het voertuig op te zoeken dat het beste past binnen de car policy van de klant.

Overzicht Het samenstellen van een CO2-vriendelijke vloot is al een goed begin. Minstens zo essentieel is dat de vlootverantwoordelijke een goed overzicht bewaart over zijn vlootbeheer en de middelen krijgt aangereikt om deze blijvend te kunnen optimaliseren.

Ook voor deze toepassingen rijzen de online-tools als paddenstoelen uit de grond.

Online leasemaatschappij DirectLease bijvoorbeeld werkt hiervoor met de gratis CarManager. Deze tool geeft een rapportage van alle vlootdata en KPI’s: van de afwijking op kilometergebruik over schades en boetes tot tankgegevens. Arval biedt o.a. de My Arval-tool aan waar zowel de klant als de bestuurder statistieken omtrent schades en boetes evenals hun brandstofverbruik online kunnen opvolgen.

Onder de noemer Clear Solutions reikt ook GE Capital een reeks tools aan zoals iManage en Online Key die de klant helpen bij zijn wagenparkbeheer en een vergroening ervan.

J&T Autolease integreert volgend jaar de ECO-lease-formule die nu al wordt toegepast door de collega’s in Nederland. Bij ECO lease zit onder meer een module vervat die berekent hoeveel er bespaard wordt bij een vergroening van de vloot.

advies. Niets is minder waar.

LeasePlan denkt zelfs dat het belang van fleet consultancy alleen maar zal toenemen. Ter ondersteuning van de account & sales managers heeft het overigens zopas 2 nieuwe fleet consultants aangeworven.

Mobiliteit Een onmiskenbare trend die zich de laatste tijd afspeelt, is de stijgende mobiliteitsbehoefte van de leasebestuurder. De aanhoudende filedruk beu zoekt deze naar alternatieven om zijn bestemmingen tijdig te kunnen bereiken. Hierbij gesteund door de vlootverantwoordelijke die het adagio ‘time is money’ hanteert. Elke minuut stilstand van een werknemer, weegt immers op de kostenefficiëntie van een bedrijf.

Leasemaatschappijen beginnen hier stukje bij beetje op in te spelen. Vooral Athlon Car Lease heeft zich met zijn ‘Smarter Mobility Pyramid’ opgeworpen als een mobili-

teitspartner. Het programma gaat onder meer na welk vervoermiddel het beste past bij elke verplaatsing. Wie met de trein wil reizen kan een beroep doen op de Railease-formule die de NMBS samen met Ahtlon aanbiedt. Athlon biedt tevens de mogelijkheid om een vouwfiets in het leasecontract op te nemen. Bij Alphabet wordt eind dit jaar het autodeelprogramma Alphacity aangeboden aan bedrijven. Via dit programma kan de werknemer een poolauto vooraf reserveren voor een maximale duur van 5 uur.

Het zijn allemaal vormen van mobiliteitsbudgetten die nu nog een eerder fragmentarisch karakter hebben. Zonder twijfel zullen ze in de toekomst door nog meer leasemaatschappijen worden aangeboden, bovendien in een meer coherente vorm.

Stijn PHLIX

DE KOMST VAN DE ELEKTRISCHE AUTO In 2011 worden de eerste elektrische wagens op de Belgische markt gelanceerd. Een mijlpaal die de leasemaatschappijen met argusogen volgen. Sommigen zijn zelfs al in actie getreden.

Zo hebben ALD Automotive, Arval, Athlon Car Lease en LeasePlan al een akkoord gesloten met Renault-Nissan om elektrische voertuigen op de Belgische markt te promoten. De elektrische Renault-modellen die vanaf 2011 op de markt verschijnen, zullen aan klanten worden aangeboden. Ook de captives zoals Citroën Financial Services, Peugeot Lease en de RCI Bank van Renault zijn goed geplaatst om deze voertuigen aan te bieden.

Met deze lawine aan digitale tools, zou de wagenparkbeerder misschien de indruk krijgen dat hij aan zijn lot wordt overgelaten qua persoonlijk

17

DOSSIER LEASING DIENSTEN EN SERVICES BELGIË (MULTIMERK EN CAPTIVES) Belangrijkste leaseformules

Advies & Analyse

Reporting & Controle Fleet Green Management

- Full Service Renting - Financiële Renting

ja, o.a. via Alpha Tact

ja

Arval

Operationele leasing

- Advies klant over - Ja, beschikbaar via o.a. elektrische voertuigen - Ja, o.a. via My Arval My Arval voor zowel de - Toekomstig aanbieden - Specifieke klant als de bestuurder - Advies rond de car policy rapportages - Analyse van car policy rond duurzaamheid, beschikbaar voor de voor zowel klanten als - Sensibiliseren van klant /bestuurder prospects bestuurders (kwartaal analyse, eco-driving, ...)

- Unieke organisatie in Account Teams - Service Level Agreement - Rechtstreekse communicatie met de bestuurders

Athlon Car Lease

Operationele leasing via Athlon Partner en Athlon Essential

Ja, o.a. via vaste Account Manager en vergelijkingsmodule Car Budget Catalogue

ja, o.a. via Athlononline , exception reporting en Ecocoach

Fleet Management, Korte termijn oplossingen, Full Outsourcing, web-quoter, beheer poolwagens

CIACFleet

Operationele leasing

ja

ja

Dexia Auto Lease

Operationele leasing, financiële renting met diensten

ja

ja

O.a. via Dexia Green Fleetprogramma

DirectLease

- Operationele leasing - Renting met diensten

ja

ja via CarManager

Klantencontact gebeurt online

Aanloopwagens, gratis carpark inspectie, gepersonaliseerde leaseregeling online, DirectSearch tool

GE Capital

- Operationele leasing via Fleet Key en Flex Key - Fleet Management via Control Key

ja, o.a. Key Solutions

ja, o.a. via iManage en Online Key

Via Clear Solutions en eco driving-tool

Volledig wagenparkbeheer namens de klant

ING Car Lease

- Operationele leasing - Renting

ja, o.a. via Fleet Agent

ja

Via Cleaner Car Contracts, recent inzet 17 CNG voertuigen bij klant

J&T Autolease

- Operationele leasing, personenen bestelwagens, alle merken - Renting op maat - Sale & Lease back

ja, volledige doorlichting van de vloot, of analyse ja via CarManager van één of meerdere servicedomeinen

ECO-lease (in 2011)

KBC Autolease

Alle vormen van leasing

ja

ja

Fleet Performance Indicator, Financiële 'groene TCO Consultancy aanmoedingsbonus' (tijdelijke actie), via Cleaner Car Contracts

LeasePlan

Alle vormen van leasing met nadruk op Open Calculatie

ja, o.a. via Fleet Balance-tool

FleetReporting & DriverReporting

Vancia Rent

- Operationele leasing - Financiële renting

ja

Citroën Financial Services

Alle vormen van leasing

D'Ieteren Lease (Audi, VW, VW CVI, SEAT, Skoda)

Alphabet

Autodeelprogramma Alpha City

Railease, Plooifiets, Applied Change in Thinking (ACT), El. Voertuigen in operationele leasing

Andere diensten E- en F-Invoicing, Elektronisch versturen boetes, Accident- en Fuel Management, Home Service, Alphabet Mobile Tyre

Fleet Management, outsourcing, behoeftenanalyse, breed aanbod aanloop- en vervangwagens, tussentijdse carpark inspecties, e-invoicing, TCO benadering

Via GreenPlan

Eigen afdeling Lichte Bedrijfsvoertuigen, Fleet Outsourcing, Carwash, Cambio, aanwezig in 30 landen, internationale contracten ook voor kleiner vloten, …

ja

ja

Verhuur mogelijk van wagens in Frankrijk met Franse nummerplaten aan Belgische of Franse bedrijven, sterke persoonlijke aanpak

ja

ja, via Interparcplatform

Binnenkort elektrisch en hybride-diesel aanbod

Schade-expertise, dealernetwerk ter beschikking van de klant

Alle vormen van leasing

ja

ja

ja, o.a. via autodeelplan MyMove

Ford Business Partner

Operationele leasing

ja

ja, via Matrix 100%

ja

Dealernetwerk ter beschikking van de klant

Peugeot Lease

Alle vormen van leasing

ja

ja, via Interparcplatform

Binnenkort elektrisch en hybride aanbod

Dealernetwerk ter beschikking van de klant, Elasti Lease, schade-expertise

Renault, Dacia en Nissan (RCI Bank)

- Operationele leasing - Financiële renting

ja

ja

Binnenkort aanbod elektrische Renaults

Toyota en Lexus (Excelease)

Alle vormen van leasing

ja

ja

Hybride aanbod

* Deze tabel is gebaseerd op de antwoorden die de geënquêteerden ons hebben doorgegeven.

18

Demorenting voor dealers

DOSSIER LEASING

Fleet-owners vragen om transparantie In de vorige pagina’s brachten we u een overzicht van de diensten en producten die leasemaatschappijen vandaag in ons land aanbieden en hoe ze elk op hun manier daarmee omgaan om hun klanten ten dienste te staan. We legden ons oor te luisteren bij 4 ervaren fleet-owners en bekeken samen met hen wat zij precies verwachten van een leasemaatschappij en op welke gronden zij hun keuze bepalen.

M

et Philippe Everaert van McKinsey, Ronny Van Den Driesch van Carglass, Linda Mannaert van Randstad en Ghislain Vanfraechem van Ernst & Young brachten we 4 vlootverantwoordelijken met een karrenvracht aan ervaring samen. Personen bij uitstek dus om meer te weten te komen over hoe zij in relatie staan met leasemaatschappijen.

Op een eerste vraag welke criteria ze toepassen bij de keuze van een leasemaatschappij is het antwoord niet eenduidig. “Deze keuze wordt bepaald door verschillende factoren zoals competiviteit in prijs, after sales en back office-support en het klanten-

contact”, aldus Philippe Everaert. “Bovendien houd ik rekening met hoe snel en correct de offertes worden afgehandeld, naar de lange termijnvisie van de leasemaatschappij en de flexibiliteit van de voorgestelde diensten.

Voorts maak ik mijn keuze op basis van feedback van andere vlootverantwoordelijken en kijk ik naar de referenties.” Linda Mannaert hecht belang aan een goede communicatie met de klant alsook een hulpverlenende en probleemoplossende attitude.

“Voorts moeten de offerteprijzen transparant, concurrentieel en consistent zijn wat ik ook verwacht van de doorfacturatie in de loop en bij het einde van het contract. » Philippe Everaert voegt eraan

PHILIPPE EVERAERT (MC KINSEY)

“Weinig leasemaatschappijen zijn echt neutraal en functioneren als ‘kleine banken’”

toe dat afhandeling van einde contracten bij de meeste leasemaatschappijen nog een ‘gevoelig punt’ is.

Welke leaseformule?

De keuze van het soort leaseformule in het vlootbeheer is een strategische beslissing die elk bedrijf voor zichzelf moet nemen en die vooral in functie staat van rendement en flexibiliteit van werken.

“Bij Carglass werken we voornamelijk met financiële leasing, wat voor ons de beste vorm is”, zegt Ronny Van Den Driesch. “Waarom? Enerzijds behouden we zo een zekere flexibiliteit van leverancierskeuze. Anderzijds verkrijgen we contracten met interessante voorwaarden, sommi-

gen zelfs op Europees vlak, en dit niet enkel op aankoopniveau maar ook voor o.a. onderhoud, carrosserie, bijstand, etc. “ Ghislain Vanfraechem van Ernst & Young opteert voor de operationele leaseformule.

“En dit met unbundling van verzekeringen, brandstof, koetswerkherstellingen en vervangwagen. Tevens vragen wij een matrix waarbij kostprijs op voorhand wordt opgegeven in functie van looptijden en kilometers. De belangrijkste reden voor deze keuze is de transparantie van de kostprijs op langere termijn.” Ook Linda Mannaert kiest voor operationele lease wegens « het prijsvoordeel dat we hier kunnen halen en omdat het

LINDA MANNAERT (RANDSTAD)

“Leasemaatschappijen zouden tegen een bepaalde ‘lease’prijs een mobiliteitspakket kunnen aanbieden.”

21

DOSSIER LEASING RONNY VAN DEN DRIESCH (CARGLASS)

GHISLAIN VANFRAECHEM (ERNST & YOUNG)

“Misschien moet er nog meer dan nu het geval is, ingespeeld worden op alternatieven zoals hybride modellen en voertuigen op CNG.”

werk op deze vlakken operationeel te overzien is (eventueel met een makelaar als tussenpersoon). Bovendien is bij operationele leasing een gelijke aanpak mogelijk bij al onze bestuurders, ongeacht de leasemaatschappij van hun respectievelijke leasewagen.”

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Andere diensten

22

Naast het leasingproduct bieden leasemaatschappijen tal van andere diensten aan zoals fleet management, reporting & controle van de vloot, schadeexpertise, remarketing, …

De meesten van de ondervraagde fleet-owners maken hiervan weinig gebruik.

Linda Mannaert: “we werken met een gemeenschappelijk beheerssysteem waar we zelf de meeste informatie uithalen.

In beperkte mate doen we een beroep op reporting van de leasemaatschappij en enige benchmarking.

Ook Philippe Everaert doet weinig beroep op bijkomende diensten. “Eventueel wat reporting en control. Ik ben nog steeds van oordeel: schoenmaker, blijf bij je leest en spits je toe op je core business. Weinig leasemaatschappijen zijn neutraal en functioneren per slot van rekening als ‘kleine banken’. Waar op de

ene post verlies wordt geleden, zal men proberen te compenseren langs een andere kant. De sector kampt bovendien met een groot personeelsverloop, echte ‘experts’ zijn moeilijk te vinden. Vele bovenvermelde nevenactiviteiten worden dan nog eens uitbesteed in onderaanneming. Wij hebben sinds kort ons management in eigen handen (via Dragintra)”, aldus Philippe Everaert.

Op de vraag met hoeveel leasemaatschappijen gewerkt wordt, antwoordt Linda Mannaert dat dit idealiter er 2 à 3 zouden moeten zijn.

“Om historische redenen zijn er dat bij ons meer. Maar nooit werken we met één leasemaatschappij omdat we altijd een gezonde vorm van concurrentie willen.” Bij Ernst & Young werken ze met 3 leasemaatschappijen. “Op regelmatige basis gaan we de markt op om te vergelijken en eventueel te veranderen”, aldus Ghislain Vanfraechem.

Mobilititeitspakket Vlootbeheer is niet onveranderlijk. Het is zaak van leasemaatschappijen om trends en maatschappelijke evoluties op te volgen en daarop in te spelen. “Klopt”, aldus Ghislain

“Inzake milieu en duurzaamheid overleggen wij met onze leveranciers en vragen hen hierover mee na te denken.”

Vanfraechem. “Bij Ernst & Young volgen we alle nieuwe trends kort op. Vandaag staan mobiliteit, CO2-uitstoot en alternatieve energiebronnen daarbij centraal. Wij overleggen daarover met onze leveranciers en vragen hen hierop mee te denken.” Linda Mannaert zit op dezelfde lijn.

“Bedrijven worstelen vandaag vaak met de integratie van mobiliteit binnen de bedrijfsvloot. Het is een nogal complex kluwen om hier operationeel, fiscaal en praktisch een weg in te vinden”, aldus Mannaert die een goed advies over heeft voor de leasemaatschappijen. “Ze zouden bijvoorbeeld tegen een bepaalde ‘lease’prijs een mobiliteitspakket kunnen aanbieden. Ik versta daaronder een keuze uit een menu van wagen, plooifiets, bus- en treintickets, korte termijn vakantiewagen, …) met daaraan gekoppeld een operationele uitwerking en ondersteuning van dat pakket.” Ook Philippe Everaert denkt dat toekomstige formules zullen evolueren van een leasebudget naar – eerder - een mobiliteitsbudget.

“Op dat vlak dient zich een mentaliteits- en cultuurwijziging aan. Ik ben benieuwd hoe

snel deze evolutie zal plaatsvinden.” Ook volgens Ronny Van Den Driesch is een combinatie van meerdere vervoersmiddelen binnen één leasecontract een te overwegen optie.

“En misschien dient er nog meer dan nu het geval is, ingespeeld te worden op alternatieven zoals hybride modellen en het verkopen of promoten van voertuigen op CNG bij overheidsinstanties zodat er in België meer tankstations komen. Want alleen dan kunnen bedrijven, die decentraal gelegen zijn, ook gebruikmaken van deze toepassingen”, besluit Ronny Van Den Driesch.

Stijn PHLIX

DOSSIER LEASING

Korte termijnverhuur richt zich op maatwerk Geen fleet-owner die zal ontkennen dat kortetermijnverhuur een nuttig instrument kan zijn.

Op de vraag waarom met een kortetermijnverhuurder scheep te gaan, is flexibiliteit het belangrijkste antwoord. En dat deze formule net om die reden een nuttig antwoord op de typische problemen van vlootbeheer kan zijn, daar zijn de spelers op die markt zich afdoende van bewust. Nieuwe producten zien het licht en maatwerk is de norm geworden.

D

e korte termijnverhuur heeft een moeilijke periode achter de rug.

Want korte termijnverhuur, dat is toch vergelijkbaar met interimwerk? Althans, zo klinkt het vaak. Een barometer voor de conjunctuur dus, wat betekent dat de sector in tijden van crisis zwarte sneeuw zit.

Barometer "De vergelijking gaat op, maar moet op één vlak toch genuanceerd worden", legt Caroline Simmerman, Marketing Manager Benelux bij Hertz, uit.

"Eigenlijk heeft de financiële crisis in twee richtingen gewerkt. Het klopt dat grote bedrijven minder zijn gaan huren, gewoon omdat er minder gereisd werd. Dit heeft een vergaand effect gehad op onze airport business. Anderzijds is het ook zo dat zeker KMO’s net meer zijn gaan huren, omdat de kost voor een eigen wagenpark te hoog lag en ze behoefte hadden aan flexibele oplossingen. De crisis werkte creativiteit in de hand. Dit stelde ons in staat kort op de bal te spelen en tegemoet te

Marc Buschen, Athlon Car Lease Rental Services: "Een kortetermijnverhuurder biedt vandaag meer dan producten aan. Het is een brede dienstverlening die begint met een gedegen advies."

komen aan de snel veranderende wensen bij klanten."

Mogen we stellen dat het moeilijkste achter de rug ligt? "Er is duidelijk sprake van een zekere heropleving", merkt Marc Buschen, Directeur bij Athlon Car Lease Rental Services, op.

"Dit bleek tijdens de zomermaanden, wat eigenaardig is aangezien dat doorgaans een iets mindere periode is. Op dit moment zitten we al aan 20% meer activiteit dan op hetzelfde tijdstip vorig jaar."

Caroline Simmerman beaamt.

"De noden zijn vooral maand-

huren", legt ze uit. "We zien ook dat de expat markt terug aantrekt. Maar we staan nog lang niet op het niveau van twee jaar geleden. Verder stellen we ook veel extra business vast in het vervangend vervoer, aanloopwagens en het leasingsegment."

Flexibiliteit Wanneer we peilen naar de grote meerwaarde van de kortetermijnsector voor de fleet, steekt één antwoord er met kop en schouders bovenuit.

"Flexibiliteit", klinkt het unisono.

Caroline Simmerman, Hertz: "De financiële crisis werkte in twee richtingen. Zo zijn KMO's meer gaan huren, omdat de kost voor een eigen wagenpark te hoog lag."

25

DOSSIER LEASING "Ook op dat vlak kan je de vergelijking met de interimmarkt maken", antwoordt Olivier Draps, Sales & Marketing Manager bij Athlon Car Lease Rental Services. "Doorgaans luidt ons advies naar klanten toe om 4 à 5% van de vloot voor korte termijnvoertuigen te reserveren. Elk geval is natuurlijk afhankelijk, toch leert de ervaring dat je me dit aandeel een optimale flexibiliteit behaalt. Het streefdoel is immobiele voertuigen in een vloot – een pure kost – uit te schakelen. En op deze manier vang je het best de komst en het plotse vertrek van werknemers op."

"Steeds meer bedrijven beseffen dit ook", stelt Caroline Simmerman vast. "Vlootbeheer wordt ruimer benaderd dan voorheen. Tegenwoordig kaderen steeds meer bedrijven dit in een bredere mobiliteitspolitiek.

En daarin willen ze flexibele oplossingen. Als kortetermijnverhuurders beschikken wij over de beste tools om hen dit te bieden."

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Aangepaste producten

26

In welk soort producten vertaalt zich deze flexibiliteit? "Sta me toe er één uit te halen: de Hertz Minilease", zegt Caroline Simmerman. "Deze formule maakt het mogelijk te huren vanaf 30 dagen. Daarna is het contact opzegbaar zonder extra kosten. Er zijn ook speciale programma's die het mogelijk maken vanaf 1 dag aan zeer aantrekkelijke tarieven te huren. Alles – of toch heel veel (lacht) – is mogelijk, precies omdat wij de pakketten samenstellen op basis van de wensen van de klant. Dàt is ons vertrekpunt."

"Een kortetermijnverhuurder biedt vandaag meer aan dan enkel producten", benadrukt Marc Buschen. "Het is een brede dienstverlening die begint met een gedegen advies. De diagnose van een vloot. Als bedrijf dat zowel over een korte termijnpoot als leasingpoot beschikt slagen

HÉLÈNE LIPPENS (ORDINA) "IMMOBILISME VALT DUURDER UIT DAN RENTING" "Vorig jaar was een moeilijk jaar", legt Hélène Lippens uit. "Bij gebrek aan aanwervingen, werden er gedurende 12 maanden geen bestellingen geplaatst. Maar laat ons de periode eerder beschouwen als een uitzondering die de regel bevestigt. Van zodra de zaken weer normaliseren - en dat is nu aan de gang, zal kortetermijnverhuur terug een handig gebruikte tool voor ons worden. In welke gevallen dit opgaat? Vaak doen we dit voor nieuwe krachten in het bedrijf die hun proefperiode doorlopen.

Het gebeurt ook dat leasemaatschappijen een contract verbreken omdat een voertuig plots voor hen te duur blijkt te worden. Deze mogelijkheid mag dan al contractueel voorzien zijn, ze plaatst ons wel voor een praktisch probleem waar korte termijnhuur het geknipte antwoord op is. Je mag ervan uitgaan dat we op een vloot van om en bij de 500 wagens zo'n 10 voertuigen gebruiken via korte termijnhuur. Hiervoor kloppen we steeds bij dezelfde partner aan, Avis Kempen gevestigd in Geel en Hasselt. Gewoon omdat we daar de beste voorwaarden en dito service krijgen. Uiteraard is korte termijnhuur een formule die duurder uitvalt. Anderzijds weegt de kost van een voertuig waarvoor betaald wordt zonder gebruik zwaarder door."

JOHAN VERBIST (FABRICOM FLEET - GDF SUEZ) "EERST DE POOLWAGENS GEBRUIKEN" "We beschikken over een aantal poolwagens die eerst aangesproken worden om aan de behoefte op korte termijn te voldoen, hetzij als vervangwagen, hetzij voor een nieuwe medewerker. Pas indien via deze weg geen oplossing gevonden kan worden, doen we een beroep op kortetermijnhuur. Het feit dat we in onze vloot zowel personenwagens als utilitaire voertuigen tellen maakt het er niet makkelijker op. Voor beide soorten hebben we een aantal vaste partners en oplossingen.

Er zitten ook verschillende bedrijven in de groep, wat verschillende car policies oplevert. In het ene geval wordt al sneller de stap gezet naar een korte termijn wagen voor een nieuwe werknemers dan in het andere. Flexibiliteit is zonder meer een voordeel van korte termijnhuur. Anderzijds biedt de omvang van onze vloot - ongeveer 7.300 wagens - de mogelijkheid om op een erg flexibele manier met die pool om te springen. Idealiter slagen we erin om met deze pool onze noden volledig te dekken, maar dit is voorlopig nog niet het geval."

we erin onze dienstverlening te integreren. We bieden bijvoorbeeld klanten de 'switch driver' formule aan. Dit wil zeggen dat tijdens een lopend leasecontract een wagen door onze mensen getest en volledig klaar wordt gemaakt om aan een andere werknemer toe te wijzen. Hoe ver dit in gereedheid brengen gaat, bepaalt de klant autonoom. Een andere mogelijkheid is het zogenaamde 'pool management', waarbij de klant bijgestaan wordt in een optimale beheersing van zijn vloot. Eigenlijk willen we een signaal geven dat er alterna-

tieven voor leasing zijn. Een kortermijnverhuurder, daar moet men zich toch goed van bewust zijn, is één actor in een langere keten. Je hebt de fleetowner, de invoerder, de garage, de leasemaatschappij, en daarmee is het lijstje nog lang niet voltooid."

Groene wagens "Ziet u, als korte termijnverhuurders kunnen we een voortrekkersrol spelen", legt Olivier Draps uit. "Denk maar aan de intrede van hybride of zelfs elektrische wagens. Vaak wordt de stap om zo'n voertuig te

leasen net iets te groot bevonden. Onbekend is per slot van rekening onbemind. Korte termijnhuur kan hier een belangrijke rol spelen. Waarom maakt men er niet een gelegenheid van om dergelijke nieuwigheden beter te leren kennen?

Anders dan bij leasing is de huur sowieso een zaak van relatief korte duur. En beslissen om te leasen kan achteraf nog steeds. Ik denk niet dat ik overdrijf als ik korte termijnverhuurders als promotoren van nieuwe groene wagens omschrijf."

Michaël VANDAMME

FLEET-OWNER

JAN VANOPPRÉ, BRUSSELS AIRLINES

Fleetbeleid op 10.000 meter hoogte De luchtvaart is een aparte sector. Jan Vanoppré, vlootverantwoordelijke bij Brussels Airlines, weet het als geen ander. Maar er zijn ook de wetmatigheden van de Fleet.

Hoe slaag je erin om beide anno 2010 te verzoenen? Het antwoord levert een vertrouwd beeld. Leasebudgetten die onder controle worden gehouden, het sturen in groene richting, maar ook de vraag in hoeverre de car policy de vergelijking met de concurrentie kan weerstaan. Een portret van het vlootbeleid van Brussels Airlines.

A

an vliegtuiglawaai geen gebrek in het kantoor van Jan Vanoppré, VP Compensation and Benefits bij Brussels Airlines. Gelukkig – zo blijkt wanneer hij het raam sluit – is het gebouw waar sinds enkele jaren de zetel van Brussels Airlines gevestigd is stevig geïsoleerd. Meer dan Fleet is luchtvaart de rode draad doorheen zijn loopbaan. En dan in het bijzonder de HR binnen deze luchtvaartsector.

Luchtvaart

Jan Vanoppré: "Je moet er constant over waken dat je met je fleetbeleid concurrentieel bent én blijft."

"Begin jaren negentig ging ik na het vervullen van mijn legerdienst op het sociaal secretariaat van een fiduciaire werken", legt Jan Vanoppré uit. "Een van de klanten die ik toen in mijn portefeuille had was de VLM. Het werd mijn eerste contact met de luchtvaartsector. Uiteindelijk maakte ik de overstap. Ik zou 3 jaar bij de VLM blijven, vervolgens 1 jaar bij Luxair en 4 jaar bij Thomas Cook. In 2007 kwam ik uiteindelijk bij Brussels Airlines terecht.

Bij deze verschillende bedrijven stond ik in voor de HR en daar zat ook vlootbeheer bij. Het Fleet gedeelte van mijn takenpakket was eerder miniem. Om u een idee te geven: bij de VLM bestond het wagenpark uit nauwelijks 6 voertuigen. Maar daar kwam verandering in toen ik bij Brussels Airlines terecht kwam. Een vloot van 240 vergt nu eenmaal een heel andere aanpak."

Herstructurering "Enkele jaren geleden werd orde in de chaos geschapen", zegt Jan Vanoppré.

"We zaten in een realiteit dat mensen een bedrijfswagen kregen, zonder dat die echt noodzakelijk voor hun functie was.

Het voertuig werd echter beschouwd als een beloning voor bijvoorbeeld de onregelmatige werkuren van de job. In 2007 is het roer helemaal omgedraaid.

28

Voortaan stemde elke functie met een bepaalde graad en eens een zeker niveau behaald, kwam men in aanmerking voor een bedrijfsvoertuig. Het moet gezegd dat deze operatie voor mijn komst ingezet werd, vernoem mij dus niet als architect ervan (lacht). Eigenlijk kan je zeggen dat de bedrijfswagen op die manier onderdeel werd gekaderd in een ruimere structurele hervorming van de verloningspolitiek."

Enkele cijfers...

Met cijfers moet men opletten. De vloot van Brussels Airlines telt 240 voertuigen.

Daarin zitten enkele busjes die als shuttle dienst doen en wat maintenance voertuigen die de luchthaven niet verlaten.

Op een personeelsbestand van 2.605 – goed voor 2.241 full time equivalents (FTE's) – beschikt dus minder dan 10% van de werknemers over een bedrijfswagen? "Klopt", bevestigt Jan Vanoppré, "maar je moet ook naar de samenstelling van ons personeelsbestand kijken. Van die 2.605 zijn er 801 die tot de cabin crew worden gerekend en 486 piloten, cockpit crew dus. Deze categorieën vallen sowieso buiten de toebedeling van bedrijfswagen, enkele leidinggevende functies buiten beschouwing gelaten.

Hierdoor wordt het globale plaatje enigszins bijgestuurd."

Concurrentie "Vele van onze personeelsleden komen met de wagen", legt Jan Vanoppré uit.

"Sowieso. Gezien onze ligging hier op de luchthaven, maar vooral de erg variabele werktijden, is dit nu eenmaal onvermijdelijk. In die zin zou je een keuze voor een firmawagen een ecologische daad kunnen noemen. Firmawagens zijn nu eenmaal de minst vervuilende voertuigen die op onze wegen rondrijden.

Bovendien werken we in een sector waar de concurrentie niet enkel keihard is, ze heeft ook een belangrijke internationale dimensie, waarbij onze concurrenten aan een gunstiger kostprijs-netto verhouding kunnen werken. Er is ook een lagere loonkost. Het komt er dus op neer constant te zoeken naar manieren om onze mensen een zo groot mogelijk netto-voordeel op te leveren. In die zoektocht kom je al snel bij het voordeel van de firmawagen terecht."

Even concreet "Wie recht heeft op een firmawagen?

Van zodra men een bepaalde graad bereikt, komt men hiervoor in aanmerking. Met elke graad - wat vlootwagens

betreft zijn er vier - komt een bepaald budget overeen. Dit is ofwel 400, 500, 600 of 700 euro. Dat lijkt relatief weinig, maar deze bedragen hebben enkel betrekking op de leaseprijs van het voertuig en de niet-aftrekbare BTW. Verzekeringen vallen hierbuiten, net als de brandstofkost en uiteraard ook de CO2taks. Toch is dit budget geen vrijgeleide voor een onbeperkt keuzerecht. Dit is beperkt tot enkele merken: Volkswagen, Audi, BMW, Mercedes, Volvo, Renault en Ford. Rekening houdend met die ene beperking, kan men er vrij voor gaan."

"Op ons systeem met budgetten wordt één groen correctief toegepast. Voor de CO2-taks gaan we uit van een gemiddelde van 75 euro. Valt dit door de keuze van een model met hogere CO2-uitstoot duurder uit, dan zal het verschil met het budget verrekend worden. Heb je dat bedrag niet nodig dan kan je het aan het leasebedrag toevoegen. De achterliggende filosofie is duidelijk en ze mist haar effect duidelijk niet. Op zich dwingen we onze mensen tot niets, maar op een zachte manier trachten we ze toch te steunen. Wie een CO2-vriendelijke keuze maakt, kiest automatisch voor meer auto.

En vice versa in het omgekeerde geval."

"Zoals ik daarnet zei, wordt bij de becijfering van de budgetten geen rekening gehouden met de brandstof- of verzekeringskost", vervolgt Jan Vanoppré. "Dit vertaalt zich ook in de contracten die we met onze drie leasemaatschappijen gesloten hebben. Brandstof loopt via een contract met een andere leverancier, en wat verzekeringen betreft hebben we gewoonweg betere voorwaarden als we onze vloot afzonderlijk laten verzekeren.

Zopas nog werd dit dossier getenderd en waar we van uit gingen bleek nogmaals te kloppen: de prijzen en voorwaarden die we thans genieten zijn scherper."

Gepersonaliseerd voordeel “Het aantal wagens dat wordt bestuurd door andere werknemers dan degene die de bestelling heeft geplaatst is significant. Er is een mobiele arbeidsmarkt en je merkt ook dat het voordeel soms wordt toegekend in een vrij vroege fase van de carrière. Het feit dat wagens moeten kunnen worden doorgeschoven is de reden van onze beperkte lijst. Dit buiten beschouwing gelaten, blijft een firmawagen een gepersonaliseerd voordeel.

Precies daarom dat onze mensen ook

Jan Vanoppré, vlootverantwoordelijke van Brussels Airlines: "Met cijfers moet je opletten: het vliegend personeel komt sowieso niet in aanmerking voor een firmawagen."

CONCURRENTIEEL OF NIET? "Wanneer je als bedrijf firmawagens aanbiedt als onderdeel van het loonpakket van je mensen, is de vraag in hoeverre je concurrentieel bent én blijft essentieel. Er is veel energie in onze car policy gestopt. En deze up-to-date houden is een permanente oefening. Zo te zien zitten we op een stevige lijn, wat een grote voldoening is voor elke vlootverantwoordelijke."

29

FLEET MANAGEMENT

JAN VANOPPRÉ, BRUSSELS AIRLINES

Jan Vanoppré: "Wij zorgen ervoor dat het gebruik van de trein verenigbaar blijft met een firmawagen."

vrij kunnen kiezen bij welke garage besteld wordt. Ze worden met twee elementen op stap gestuurd: hun budget en de kennis van de merken tot welke hun keuze beperkt moet blijven. Aan hen om te vergelijken. Of het niet wenselijk is om zelf als bedrijf te onderhandelen met de invoerder of bepaalde key dealers is een vraag die me wel eens gesteld wordt!

Er valt iets voor te zeggen, maar op die manier verlies je een deel van dat geper-

sonaliseerde karakter van de bedrijfswagen. En dat dragen we net hoog in het vaandel. Anderzijds: de praktijk leert dat we de facto goede klanten zijn bij verschillende garages. In het lijstje van zij met de scherpste prijzen zie je steeds dezelfde namen opduiken. Het laat vermoeden dat onze aanpak waarbij de werknemer erg veel vrijheid gegund wordt vrij mooie resultaten oplevert, op alle vlakken trouwens."

VLOOTSAMENSTELLING Het basisprincipe van het vlootbeleid bij Brussels Airlines is een budget voor elke werknemer die recht heeft op een bedrijfswagen. Hiermee kan hij vrij een voertuig kiezen ("extravagante kleuren en uitvoeringen buiten beschouwing gelaten", drukt fleet-owner Jan Vanoppré ons op het hart), zij het beperkt tot enkele merken. Concreet tref je er 7 aan in de vloot van Brussels Airlines: Volkwagen, Audi, BMW, Mercedes, Volvo, Renault en Ford. Dit resulteert in volgende samenstelling: AANTAL

%

AUDI

61

26,0%

VOLVO

14

6,0%

FORD

8

3,4%

BMW

63

26,8%

VOLKSWAGEN

42

17,9%

MERCEDES

34

14,5%

3

5,5%

RENAULT

30

Mobiliteit "Een bedrijf met een ligging als de onze is wellicht het sprekende voorbeeld van hoe een firmawagen als mobiliteitsoplossing op zijn grenzen kan botsten", meent Jan Vanoppré. "De voordelen van een firmawagen zijn onmiskenbaar.

Werknemers die recht hebben op dit voordeel kunnen vrij kiezen hieraan te verzaken. In de plaats wordt hen het equivalent aan bruto loon uitgekeerd, met als gevolg dat een sterke hap hieruit sneuvelt. Slechts weinigen gaan hier dan ook op in. Anderzijds merk je dat ook de bereikbaarheid van deze locatie met de dag moeilijker wordt. Als bedrijf voorzien we in een tussenoplossing. Wie als bestuurder van bedrijfswagen met het openbaar vervoer wil komen, kan dat.

Wij betalen, zoals voor de overige werknemers zijn treinkaart volledig terug, en verrekenen de helft van dit bedrag op het leasebudget. Op die manier blijft een combinatie mogelijk. Men kan gratis met trein op het werk raken, zonder dat men dient te verzaken aan de bedrijfswagen.

De vraag naar een combinatie van firmawagen en dito moto is hier nog niet binnengelopen, maar wie weet? Punt is dat het mobiliteitsvraagstuk actueler dan ooit is."

Michaël VANDAMME Foto’s : Erik DUCKERS

FLEET MANAGEMENT

FLEET BUSINESS AWARD 2010

Etienne Verhelst (Belgacom) is Fleet-owner of the Year 2010 De Bozar in Brussel vormde op 14 oktober het sfeervolle decor voor de 9de editie van de Fleet & Business Awards 2010. De hoofdprijs ging naar Etienne Verhelst van Belgacom.

Hij werd uitgeroepen tot Fleet-owner of the Year.

Om en bij de 400 genodigden uit de fleet- en leasesector woonden de ceremonie bij die zich aankondigde als een ware titanenstrijd. 11 Bedrijven met naam en faam dongen mee naar de hoofdprijs van Fleet-owner of the Year. De jury oordeelde dat Etienne Verhelst de beste case study kon voorleggen. Françoise Bellot van Delhaize en Luc Pissens van ING Bank eindigden respectievelijk tweede en derde.

Organisator MMM Business Media reikte daarnaast nog 4 andere prijzen uit.

Ronny Van Den Driesch van Carglass won de Fleet Green Award terwijl Luc Pissens van ING Bank de Fleet Driver Care Award in de lucht mocht steken. De Small & Efficient Fleet Award ging naar ElaN Languages. Johan Baele van Fleetexpert tot slot ging naar huis met de Fleet Internet Innovation Award.

Wo on Aw Bro

In een volgende editie van Fleet & Business komen we uitgebreid terug op deze Awards-uitreiking. Nu al willen we alle kandidaten, juryleden en sponsors van harte bedanken voor een alweer geslaagde editie.

Stijn PHLIX

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Vo Va er

32

Zo’n 400 fleetspecialisten en vlootbeheerders tekenden present in de Bozar voor de 9de editie van de Fleet & Business Awards 2010.

De presentatie van de feestelijke avond lag in handen van Steven Schoefs en ex-Miss België Tatjana Silva.

Jo na Fle

Wouter Timmers van ElaN Languages ontving de eerste Small & Efficient Fleet Award uit handen van Michel Van den Broeck van LeasePlan.

Yves Boone (Touring) overhandigde de Fleet Driver Care Award aan Luc Pissens van ING BelgiĂŤ. De heer Pissens behaalde tevens de bronzen plak in de Fleet-owner of the Year-verkiezing.

Voordat Fleet-owner of the Year 2009 Christophe Van Obergen zijn opvolger bekendmaakte, mocht er nog even gelachen worden.

Johan Baele van Fleetexpert luistert met spanning naar de bekendmaking van de laureaten voor de Fleet Internet Innovation Awards.

Stef Holemans (Volkswagen Import) reikte de Fleet Green Awards uit. De hoofdprijs ging naar Ronny Van Den Driesch van Carglass. Karel Boussu (Mobistar) en Etienne Verhelst (Belgacom) eindigden respectievelijk 2de en 3de.

Fleet-owner of the Year 2010 Etienne Verhelst benadrukte in zijn dankwoord dat het vlootbeheer bij Belgacom een werk is van een heel team.

Even later staat Johan Baele zelf op het podium om de Fleet Internet Innovation Award in ontvangst te nemen.

Missie volbracht!

Winnaar Ronny Van Den Driesch van de Fleet Green Award geeft tekst en uitleg bij de groene vlootpolitiek van Carglass.

Allemaal blije gezichten. Vlnr : Yves Boone (Touring) Anne Guns (Excelease), Paul Dewit (Athlon Car Lease) en Erwin Ollivier (Athlon Car Lease).

Voor meer foto’s: ga naar www.fleet-business.com

33

FLEET MANAGEMENT

FISCALITEIT

Firmawagens onder druk?

België leeft in een ander politiek klimaat, zo heeft de kiezer beslist. Zoals het er naar uitziet zal Didier Reynders niet langer zijn functie als minister van Financiën waarnemen.

Ook op Europees gebied zijn er tal van verschuivingen. Voeg daar een vleugje crisis, mobiliteits- en veiligheidsproblemen en nieuwe technologieën aan toe en je kan begrijpen dat ook de fleetwereld in volle beweging is. Hierna een poging tot kort overzicht, gekruid met lessen getrokken uit de International Fleet Guide 2010.

H

et succes van de firmawagens in België is in grote mate gelinkt aan het gunstige fiscale klimaat voor het privé-gebruik van de firmawagens in België. Dat heeft vooral te maken met het hanteren van de 5000 en 7500 km-limiet voor de bepaling van het aantal privé gereden kilometers. Minister Reynders heeft deze regeling ingevoerd om enerzijds duidelijkheid te creëren (het aantal privé-kilometers was steeds een discussiepunt tijdens fiscale controles), gelijkheid met de ambtenaren (deze regeling gold reeds voor de ambtenaren) en om een middel aan te reiken om de fiscale druk op de Belgische loonkosten wat te milderen…

Maar wat zal er gebeuren als Minister Reynders één van zijn paradepaardjes niet langer zal kunnen verdedigen? Het is afwachten. Zeker nu uit een studie besteld door de Europese Commissie is gebleken dat de prijs die firmawagenrijders voor het privégebruik moeten betalen in Europa minder dan de werkelijke waarde vertegenwoordigd van dit voordeel(1). Bovendien blijkt uit andere recente studies dat de firmawagenrijders niet de meest voorbeeldige chauffeurs zijn en het vaakst bij ongevallen betrokken zijn. Ook inzake mobiliteit worden firmawagens met de vinger gewezen… Het imago van de firmawagen is dus niet opperbest.

Er lijken dan ook voldoende

De firmawagen is een ideaal middel om de nieuwste (en milieuvriendelijke) technologieën in te voeren op de markt.

34

redenen voorhanden te zijn om de firmawagens in België aan te pakken (en de staatskas te spijzen…).

Firmawagen is middel Echter, indien dat ondoordacht zou gebeuren kan dit een door de crisis getroffen sector verdere pijnscheuten opleveren.

Bovendien is een firmawagen een ideaal middel om de nieuwste (milieuvriendelijke) technologieën in te voeren op de markt. Indien wij als chauffeur ook een voorbeeld kunnen zijn voor onze medemensen en inderdaad openstaan voor andere mobiliteitsvormen en als een gentleman in het verkeer deelnemen, dan zijn er geen redenen om

bestaande regels te veranderen. Integendeel, de firmawagen en de gelinkte mobiliteitsoplossingen kunnen als versneller van het invoeren van nieuwe oplossingen, technologieën en diensten fungeren

Lessen van Europa?

Om ideeën te verzamelen is het vaak voldoende om eens over de grenzen te kijken. Wie de International Fleet Guide 2010 openslaat, is ongetwijfeld de grote hoeveelheid en diversiteit van de verschillende regels in de verschillende Lidstaten opgevallen. Niet eenvoudig om daarop een internationale strategie of product af te stemmen.

CO2-uitstoot Hoewel, in deze diversiteit hanteren nu reeds een 17-tal landen de CO2-uitstoot voor het bepalen van één of meerdere autobelastingen en/of kostenaftrekken. Internationale fleet managers kunnen bijgevolg hun strategie mede baseren op deze CO2-uitstoot en de vermindering hiervan. De impact in euro’s uitgedrukt is wederom omslachtig maar beschikbare tools(2) helpen hierbij. België is hier te vinden onder de koplopers en “going green” betekent in België belangrijke besparingen zowel voor werkgever als werknemer.

Een nieuwe trend is het invoeren van regels om de mobiliteitsproblematiek aan te pakken. We kenden reeds de “congestion charge“ in Londen en het bannen van de

meest vervuilende wagens uit bepaalde Duitse stadskernen.

In Vlaanderen wordt gedacht aan het invoeren van een kilometerheffing.

Elektrische wagens Net zoals in België stimuleren bijna alle landen de invoering van elektrische voertuigen via subsidies, verhoogde aftrekken en/of vrijstellingen van de diverse autobelastingen. De impact van deze maatregelen verschilt van land tot land en de (nabije) toekomst zal uitwijzen of deze stimuli voldoende zijn om bepaalde beperkingen inzake gebruikscapaciteit, vraagtekens m.b.t. residuele waarde en infrastructuur te overkomen. Vergeleken met andere (West-Europese) landen moet België hier nog echt uit de startblokken komen.

Stof tot nadenken Alle omgevingsfactoren in acht genomen lijkt het de hoogste tijd dat alle actoren op de firmawagenmarkt; constructeurs, leasemaatschappijen, werkgevers maar zeker ook de werknemers zelf werken aan een positief imago van de firmawagen zodat deze ,nog lang en gelukkig, veilig, milieubewust en duurzaam kan worden gebruikt op het juiste moment voor de juiste verplaatsing in combinatie met andere mobiliteitsvormen.

Allen aan de slag...

(http://ec.europa.eu/taxation_ customs/resources/documents/taxation /gen_info/economic_analysis/tax_papers/ taxation_paper_22_en.pdf).

[1]

[2]

www.tcoplus.com

Bart Vanham Specialist Indirecte Belastingen en Autofiscaliteit

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

en zo milieu, mobiliteit en veiligheid ten goede komen.

Het invoeren van de juiste maatregelen om gedragswijzigingen te stimuleren lijkt eerder een piste om over na te denken door deze nieuwe overheid. Een transparante eenvoudige fiscale regeling voor het belasten van multimodale mobiliteitsoplossingen is er zo één die zich opdringt.

Kilometerheffing is een andere om verder te bestuderen. En waarom niet een verhoogde fiscale aftrek voor veiligheidsmaatregelen genomen door werkgevers in het kader van hun wagenvloot en vooral hun werknemers? Iets waarbij nogmaals het milieu en de veiligheid wel bij varen.

35

FLEET MANAGEMENT

RESTWAARDE VAN « GROENE » AUTO’S

Economie primeert op ecologie BlueMotion, ECOnetic, Greenline, Eco2, enz., de « groene » versies lijken zich te vermenigvuldigen bij de verschillende autofabrikanten. Waarborgen deze uitvoeringen echter ook een hogere restwaarde? En wat met de hybride auto’s of de verwachte elektrische voertuigen?

Wij hadden het erover met Jean Thomas, CEO van de groep Macadam Automotive Support.

Z

oals iedereen weet, hangt de restwaarde van een bedrijfswagen voor een groot deel af van zijn maandelijkse huurprijs. Deze restwaarde wordt in het begin van het contract vastgesteld en kan evolueren in de loop van de tijd. De economische crisis heeft de wederverkoopwaarde van een occasiewagen doen dalen. En sommige soorten modellen zagen hun restwaarde al voor de economische crisis achteruitgaan. Het blijft dus belangrijk om nieuwe auto’s te kiezen, die aantrekkelijk blijven op de tweedehands markt. Zullen de “groene”

auto’s de ideale occasies van morgen zijn?

Uit het dal klimmen Laten we eerst ingaan op de algemene context. De occasiemarkt kende een erg grote achteruitgang tussen eind 2008 en eind 2009. We praten over een prijsvermindering van 20 tot 25%. “Op Europese schaal zagen we een gemiddelde daling van ongeveer 1.800 euro per voertuig”, preciseert Jean Thomas, CEO bij Macadam Automotive Support, gespecialiseerd in logistieke diensten

voor de autowereld.

“Sindsdien valt een lichte heropleving te noteren : + 700 tot 1.000 euro per voertuig. We klimmen zoetjesaan uit het dal, maar we blijven nog altijd ver van de wederverkoopwaardes die we voor 2008 konden realiseren”.

Wat zijn « groene » labels waard ?

Ook al zou de restwaarde omhooggaan in de komende jaren, toch zullen bepaalde modellen meer gezocht zijn dan anderen. Betekent het feit dat “groene” uitvoeringen overal in

De « groene » labels hebben geen positieve invloed op de restwaarde, ook al blijken ze echt zuiniger in gebruik. Here a picture of the Skoda Superb Greenline.

36

Europa groot succes kennen op de markt van de nieuwe auto’s ook dat zij de ideale tweedehands wagens van morgen zijn ?

“Men moet eerst kijken waar dat ecolabel echt voor staat”, waarschuwt Jean Thomas. Geloof het of niet, maar het enige ecologische aan sommige modellen, is net hun eco-label. Andere modellen profiteren ook echt van de technische verbeteringen, die het brandstofverbruik doen dalen (langere versnellingsbakverhoudingen, banden met lage rolweerstand, enz.). Men mag ook niet uit het oog verliezen dat

KIES VOOR EEN WAGEN «BINNEN DE NORMEN» Ecologie mag dan al geen fundamenteel aankoopcriterium zijn, toch worden de milieunormen altijd maar strenger en de meest vervuilende voertuigen zouden op termijn wel eens het slachtoffer kunnen worden van uit de pan swingende belastingen, waardoor ze minder gevraagd zullen worden op de tweedehands markt. Bij de samenstelling van de vloot kiest men dan ook best voor modellen die aan de meest recente uitstootnormen voldoen, met name Euro 5 of Euro 6 voor sommige modellen, die uitgerust zijn met een katalysator die specifiek de strijd aanbindt met stikstofoxiden (De-NOx, SCR).

Hybride en elektrisch ?

Ook hier blijft Jean Thomas sceptisch: “De markt stelt zich nog altijd vragen bij de restwaarde van hybride wagens. Het werkt in sommige landen, in andere dan weer niet. Alles hangt af van de subsidies. Die zijn niet eeuwig en worden vaak niet aangeboden op de occasiemarkt, waar hybride voertuigen zich bovendien ook nog eens duur in onderhoud tonen”.

Wat de elektrische voertuigen betreft, is de situatie nog onzekerder, aangezien er eigenlijk nog geen enkel voertuig op dit moment gecommercialiseerd wordt. “Het is evident dat we richting elektrische voertuigen evolueren, maar hun aandeel zal nog een aantal jaren marginaal

blijven. Hun restwaarde is momenteel dan ook heel erg moeilijk in te schatten. Een belangrijk punt daarbij zal het statuut van de batterijen worden : worden zij samen met het voertuig verkocht of blijven zij eigendom van de constructeur ? Dat zal hoe dan ook voor een groot deel de restwaarde beïnvloeden, want zonder batterijen is een elektrisch voertuig eigenlijk niets !”, verzekert Jean Thomas.

Zekere waarden Kortom, volgens Jean Thomas staan “groene” labels niet automatisch borg voor een winst in restwaarde. De markt zoekt geen ecologische auto, maar een auto die in gebruik spaarzaam uit de hoek komt. “In Europa is de enige echte zekere waarde een polyvalente auto.

Een auto dus die men voor meerdere doelen kan gebruiken. Die zich zowel thuis voelt in de stad als op de autoweg en aangedreven wordt door een motor met kleine cilinderinhoud, die weinig brandstof verbruikt.

Op de Europese markt blijft de diesel koning. Enige uitzonderingen op die regel zijn Nederland en Groot-Brittannië. In de fleetmarkt is de zelfontbrander trouwens nog dominanter, want hij biedt een grote flexibiliteit. Om een goede restwaarde te behouden is het eveneens belangrijk te kiezen voor een bekend merk, zodat men volop kan profiteren van een sterk imago”, besluit Jean Thomas.

Olivier MALOTEAUX

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

deze groene modellen niet interessant zouden zijn wanneer ze geen premies van de overheid zouden opleveren. Op de Europese tweedehands markt bestaan die premies echter vaak niet. Bovendien doen de ontvangen premies de nieuwprijs van het voertuig dalen. En dus ook de restwaarde. Hier geldt een beetje hetzelfde principe als voor nieuwe auto’s, die met grote kortingen verkocht worden : hun restwaarde krijgt onvermijdelijk van bij de start al een knauw”, analyseert Jean Thomas, die een beetje wantrouwig lijkt te staan tegenover de groene labels, de situatie. “Wat telt is niet het ecologische label, maar wat men in gebruik kan besparen. Want laten we duidelijk zijn : op de markt primeert economie nog altijd boven ecologie”.

37

FLEET PARTNER

FLEET LOGISTICS

15 jaar succesvolle fleet consultancy Peter Soliman, CEO van Fleet Logistics, is een trots man. Zijn onderneming viert haar 15e verjaardag. In die 15 jaar heeft het bedrijf, nu ingeburgerd als een mainstream fleet management specialist, een hoge vlucht genomen en een vrijwel ononderbroken groei gekend.

D

e voorbije 4 jaar zijn wij meer dan drie keer zo groot geworden", verheugt Peter Soliman zich. "Wij dekken nu heel West-Europa met onze eigen kantoren, en aan het einde van vorig jaar bereikten we een stabiele rentabiliteit. Alles is opgebouwd rond 4 value propositions. Vooreerst is er de verlaging van de TCO via het multibidding concept. Doorgaans besparen wij ongeveer 10% aan kosten. De voorbije 15 jaar hebben wij meer dan een half miljard euro aan TCO-besparingen gerealiseerd voor onze klanten. Naast de verlaging van de TCO bieden wij transparantie, omdat ons IT-systeem onze ruggengraat is en wij lokaal aanwezig zijn. Ten derde nemen wij in het algemeen de administratieprocessen over en herstructureren we waar nodig om het rendement te verhogen en meer besparingen te genereren voor de klant.

Tenslotte zijn wij ervan overtuigd dat onze ervaring ontzettend belangrijk is."

"

I U beheert nu een park van ongeveer 75.000 voertuigen in een twintigtal landen. Vergeleken met de groot-

ste leasingondernemingen is dat nog altijd vrij weinig. Er is dus nog potentieel ...

P. Soliman: "In België, onze oudste markt, hebben wij een marktaandeel van ongeveer 10%. Als we dit marktaandeel over West-Europa extrapoleren, komen wij aan meer dan 1 miljoen wagens voor Fleet Logistics. Het zou onrealistisch zijn te geloven dat wij hetzelfde marktaandeel kunnen bereiken op alle West-Europese markten. Als we slechts 50% bereiken van wat we in België hebben, is er nog een enorm potentieel, zelfs zonder nieuwe markten en producten toe te voegen.

Maar hoewel wij absoluut ons marktaandeel willen vergroten in bestaande markten en producten, ontwikkelen wij ook nieuwe producten zoals Global Reporting, dat ons in staat stelt fleetgegevens uit de hele wereld te verzamelen en één specifiek rapport voor een specifieke klant in te dienen. Wij blijven ook nieuwe markten toevoegen. Recent openden we kantoren in de Tsjechische Republiek en Slowakije, en zetten we Rusland en Oekraïne op de kaart. Wij breiden naar het Oosten uit, en met

Global Reporting richten wij onze blik op nieuwe markten zoals Brazilië en Azië."

I Zit er geen tegenstrijdigheid in uw stelling dat het multi-bidding concept de belangrijkste business driver is, als u terzelfder tijd goede betrekkingen onderhoudt met leasingondernemingen?

P. Soliman: "Ons bedrijfsmodel waarborgt een value proposition voor de klant, maar ook voor de leasingmaatschappij.

Wij geloven dat we een rendabel secundair verkoopkanaal kunnen zijn voor de leasingondernemingen, zonder daarom het primaire single-source kanaal te vervangen. De business die wij inbrengen, is even winstgevend als de business van hun verkoopteams, omdat wij over een doeltreffend procesmanagement beschikken en er achter iedere wagen waarvoor wij bij een leasingmaatschappij een offerte vragen, daadwerkelijk een bestelling zit. Het tweede aspect is dat wij geen losse diensten verkopen en dus in het verlengde van de leasingsector blijven werken."

Steven SCHOEFS

Peter Soliman, CEO Fleet Logistics: "Ons bedrijfsmodel waarborgt een value proposition voor de klant, en ook voor de leasingmaatschappij."

DE TOEKOMST VAN DE INTERNATIONALE FLEETBUSINESS? "Wij geloven dat het kostenaspect aan belang zal winnen, dat de concurrentie scherper zal worden en dat de grote ondernemingen steeds meer naar transparantie zullen streven en de kosten zullen drukken. We evolueren ook naar de ontwikkeling van verschillende bedrijfsmodellen. Nauwelijks 10 jaar geleden was single supply het model. Vandaag bestaan single supply en multi-bidding naast elkaar. En in de toekomst zullen er vele modellen zijn, waarvan sommige binnen één fleet worden toegepast. De tijd van "één model voor alles" is definitief voorbij."

38

FLEET PARTNER

EXPERTS4FLEET

“Fiscale impact op TCO wordt vaak onderschat” “Als we nu eens samen een consultingbureau opstarten?” Zo moet het ongeveer gegaan zijn toen Marc Spooren en Paul Gestels elkaar vorig jaar terug ontmoetten.

En zo geschiedde. Sinds maart van dit jaar runnen deze twee ervaren rotten uit het fleet- en leasevak het consultancybedrijf Experts4Fleet. Een naam waarvan geen letter (of cijfer) is gelogen.

B

eide heren hebben al een zeer lange staat van dienst in de automobielsector: Paul Gestels als B2B-manager bij General Motors, Marc Spooren als oprichter en CEO van Arval Benelux. Allebei beslisten ze om als zelfstandige hun carrière voor te zetten. Marc Spooren is al enkele jaren actief als fiscaal adviseur terwijl Paul Gestels zich ondermeer toespitste op het opleiden van B2B-verkopers. Vorig jaar besloten ze de handen in elkaar te slaan en het consultingbureau Experts4Fleet op te richten.

Een perfect match, zo lijkt het wel.

“Inderdaad”, aldus Paul Gestels. “Marc heeft tonnen expertise op lease-vlak, en ik heb jaren ervaring in de omgeving van de invoerders. Qua kennis zijn we dus meer dan complementair.”

De activiteiten van Experts4 Fleet zijn velerlei maar in eerste instantie wordt in opleidingen voorzien van B2B-verkopers. “Tot nu toe hebben een zestal invoerders ons hiervoor gevraagd. De opleidingen die we geven, worPaul Gestels en Marc Spooren stellen hun opgedane expertise ter beschikking van de automobielsector.

den per merk en op maat gemaakt. Er is een versie voor gevorderden en een ‘light’versie voor minder gevorderden. Sowieso, geven we duiding bij de specificiteiten van de fleetmarkt, welke verwachtingen de fleetklant heeft, etc.”, aldus Paul Gestels. “Maar bovenal focussen we op de fiscaliteit van de bedrijfswagen”, voegt Marc Spooren eraan toe. “Want deze fiscaliteit heeft een enorme impact op de kostenstructuur van een bedrijfswagenvloot, en dus ook op de Total Cost of Ownership (TCO) ervan. Zeker in België waar de overheid in vergelijking met andere landen tamelijk complexe fiscale maatregelen heeft ingevoerd op de aanschaf en het gebruik van de bedrijfswagen. Het is dus erg belangrijk dat B2B-verkopers hun klanten de nodige kennis kunnen bijbrengen. Want de ervaring leert ons dat sommige fleetklanten niet altijd op de hoogte zijn van de fiscale impact op de TCO en deze verkeerd inschatten.”

TCO-tool Op basis van zijn kennis en ervaring, ontwikkelde Experts4Fleet een eigen TCO-tool. ”Deze webtool bevat alle belangrijke data die een invloed hebben op de berekening van de TCO waarde van de merken en modellen aanwezig op de Belgische markt.

Deze data worden trouwens maandelijks geupdatet (nieuwe modellen, motorisaties, aangepaste CO2- en verbruiksgegevens, …). Dit maakt het mogelijk om de TCO van een voertuig te berekenen, rekening houdend met àlle fiscale parameters.

Dus niet enkel de fiscale aftrekbaarheid in functie van de CO2-uitstoot of de CO2-bijdrage maar ook specifieke fiscale toepassingen, zoals de Recuperatie van Verworpen Uitgaven op het Voordeel van alle Aard, alsook de verschuldigde btw op het Voordeel van alle Aard”, zegt Paul Gestels. De tool maakt het bovendien mogelijk om per financieringsvorm de TCO te berekenen en aldus te vergelijken.”

Stijn PHLIX

BEZIGE BIJEN Paul Gestels en Marc Spooren zijn bezige bijen. Want de activiteiten van Experts4Fleet beperken zich niet alleen tot de opleiding en begeleiding van B2B-verkopers. “Via onze TCO-tool bieden we tevens een efficiënte kostenanalyse van een wagenpark. De ambitie is om het gebruik van onze tool verder te introduceren, maar dit vooral bij de invoerders en hun verdelers. We merken in elk geval dat er een enorme interesse is. Ook hebben we intussen al diverse workshops gegeven over de bedrijfswagenfiscaliteit en de invloed ervan op de TCO, dit bij merkverdelers voor een publiek van door hen uitgenodigde fleetklanten”, aldus Paul Gestels. “Tot slot assisteren we merkverdelers bij de selectie en assessments van kandidaat-fleetverantwoordelijken”, besluit Paul Gestels.

40

FLEET PARTNER

FLEET PARTNER JAN DEKNUYDT, J&T AUTOLEASE

“Altijd bereikbaar zijn” Dit jaar fuseerde J&T Autolease in Nederland met A.R.M. Autoleasing. “Een mijlpaal in onze geschiedenis”, aldus Jan Deknuydt, Managing Director van J&T Autolease. ling voor 2010, en het ziet er naar uit dat we die ambitieuze targets zullen realiseren.”

Jullie zijn van huisstijl/logo veranderd. Waarom eigenlijk en is dit een voorbode van een nieuw elan voor J&T Autolease?

“In Nederland zijn J&T Autolease en A.R.M. Autoleasing afgelopen zomer gefuseerd tot een top-10 autoleasemaatschappij, die verdergaat onder de naam J&T Autolease. Om die belangrijke mijlpaal kracht bij te zetten hebben we het logo in beide landen in een modern jasje gestoken.

Onze nieuwe tagline “People with drive” vertaalt voortaan perfect waar J&T Autolease voor staat. Onze kracht schuilt in een team van gedreven mensen die continu streven naar een klantgerichte service.”

I

I Wat zijn de troeven naar fleet-owners toe als lokale marktspeler?

“J&T Autolease wil de meest klantgerichte leasemaatschappij op de markt zijn, en dit zowel voor personen- als bestelwagens. Daartoe stellen we in samenspraak met onze klanten regelmatig een Service Level Agreement op dat in detail de voorwaarden van ons lange termijnpartnership omschrijft. Het sleutelwoord hier is bereikbaarheid. Een klant die een vraag heeft en ons contacteert, stuit niet op een computerstem, maar wordt meteen door een van onze medewerkers te woord gestaan. Wij luisteren nog echt naar de wensen en problemen van onze klanten en stellen alles in het werk om hen constructieve oplossingen voor te stellen.”

Steven SCHOEFS

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Hoe verloopt 2010 voor J&T Autolease en wat zijn de voornaamste doelstellingen dit jaar?

“2010 is een erg succesvol jaar. De fundamenten hiervan hebben we vorig jaar gelegd, door binnen onze organisatie een aantal structuren en procedures te optimaliseren, de processen met leveranciers te finetunen, en vooral door te blijven investeren in onze medewerkers.

Onze klanten waarderen deze servicegerichte aanpak, want per eind september keek J&T Autolease tegen een mooie groei van 3.3% aan.

Samen met een gezond rendement was een keurige groei de voornaamste doelstel-

I

41

AUTO

NIEUW

Ford Mondeo: Rationeel maar niet saai Na een loopbaan van drie jaar, is de grote berline van Ford aan een verfrissingsbeurt toe.

De modernisering zit vooral in de uitrusting en in de dieselmotoren, die aangenamer en zuiniger geworden zijn.

Binnenin. Uiterlijk ondergaat de Mondeo een lichte evolutie.

Aan de buitenkant vallen het radiatorrooster en de hertekende spatborden op, net als de komst van achterlichten met LED-technologie. Vooraan zijn de daglichten eveneens met LED-lampen leverbaar, standaard of in optie al naargelang de uitvoering. Ook binnenin hoeft u niets revolutionairs te verwachten. De centrale console werd weliswaar hertekend, terwijl er ook binnenin LED-verlichting voorzien is. De kwaliteit van het weinig flatterende plastic blijft echter betreurenswaardig. De interieurruimte en het koffervolume behoren dan weer wel tot de top in hun segment. Inzake uitrusting valt de komst van

nieuwe accessoires op zoals een dodehoekcontrole, een snelheidsbegrenzer, de elektrisch bedienbare kinderbeveiliging, de achteruitrijcamera, de slaperigheidsdetectie (een camera bewaakt de waakzaamheid van de bestuurder en waarschuwt hem met een visueel en geluidssignaal) of nog de automatische rijlichten (de “grote lichten” doven automatisch wanneer men een tegenligger kruist). Nieuwe multimediasystemen en navigatie worden uiteraard eveneens aangeboden.

Op de weg. De Mondeo is familiaal en rationeel, maar wordt nooit saai. Zijn doeltreffend onderstel, gekoppeld aan een directe besturing

(stuurgevoel en bediening van de versnellingsbak) staan garant voor veel rijplezier, zonder dat zoiets ten koste van het comfortniveau gaat, dat immers globaal gezien bevredigend is. De facelift luidt ook de komst van nieuwe motoren in. Op benzinevlak gaat het om een 1.6 ECOboost van 160 pk en een 2.0 ECOboost met 240 pk. Aan dieselkant debuteert dan weer een 2.2 TDCi, die voortaan 200 in plaats van 175 pk heeft. Het is echter vooral de jongste generatie van de 2.0 TDCi (Euro 5), die voor de nodige animo zorgt. Dit motorblok, dat in de lente van 2010 het levenslicht zag, is leverbaar met 115, 136 of 163 pk. Deze krachtbron onderscheidt zich

door zijn aangenaam en zuinig karakter (5,3 l/100 km en 139 g/km CO2 bij alle drie de motoren). Een gerobotiseerde versnellingsbak met dubbele ontkoppeling is leverbaar op de 136 en 163 pk versie en deze uitvoeringen van de 2.0 TDCi zijn voorzien van de nieuwe brandstofbesparende ECOnetic technieken, zoals het opladen van de batterij door de recuperatie van kinetische energie en het radiatorrooster met actieve luchtkleppen, die de luchtweerstand verminderen wanneer de motor niet hoeft te worden afgekoeld. Bovendien komt een 1.6 TDCi binnen afzienbare tijd het motorenpalet vervoegen.

Olivier MALOTEAUX

De gerestylde Mondeo blijft trouw aan zichzelf : hij is ruim, doeltreffend en aangenaam geprijsd.

FLEETBALANS De Mondeo is een fleetwagen bij uitstek. 58% van de verkochte voertuigen worden gebruikt door bedrijven.

Ondanks de restyling blijft de afwerking voor verbetering vatbaar, maar deze rationele familiewagen onderscheidt zich met zijn rijkelijke ruimte, een concurrentiële prijszetting (haast ongewijzigd) en een dynamisch chassis. In afwachting van de 1.6 TDCi versie, vallen de 115 en 136 pk uitvoeringen van de 2.0 TDCi, waarvan de laatste beschikbaar is met automaat, aan te raden.

MONDEO 2.0 TDCI 136 PK Prijs zonder BTW : 23.174 EUR BIV : 495 EUR Verbruik : 5,3 l/100 km Onderhoud : 20.000 km CO2-uitstoot : 139 g/km CO2-bijdrage : 717 EUR

42

AUTO

NIEUW

MINI Countryman: maxi MINI Een Mini is niet echt groot, dus ontwikkelde het merk om zijn klantenbestand uit te breiden de Clubman (break). De Countryman vormt de volgende stap in dezelfde logica. Een voertuig voor de liefhebbers van het genre, die echter nood hebben aan meer ruimte voor de kinderen en voor bagage.

Uiterlijk bleef het essentiële behouden, maar… deze Mini meet 4,11 meter in de lengte.

Het is dus geen klein autootje gebleven.

kelijk van elkaar over een lengte van 13 cm. Een achterbank met drie zitjes en dezelfde functionaliteit is tegen meerprijs leverbaar. Het volume van de koffer varieert tussen 350 en 450 liter al naargelang de positie van de zetels.

Op de weg. Voor de eerste kennismaking hadden we niet echt keuze. Willen of niet, we mochten de weg op met de

Cooper S. Jammer, als je weet dat Mini een nieuwe 1,6-liter dieselkrachtbron van 112 pk achter de hand hield. Maar goed… terug naar de Cooper S, die gebruik maakt van een aangeblazen 1,6-liter motor met turbocompressie in twee stappen en een variabele distributie. De voornaamste kwaliteit van deze Twin Scroll turbo is dat hij bijzonder vroeg ontwaakt, want al bij 1.600 t/min is de push van de

De Countryman nodigt de familie uit in de atmosfeer van de Mini.

Binnenin. Eens men achter het stuur zit, vindt men de atmosfeer van de moderne Mini terug, inclusief enkele specifieke trekjes. De wielbasis bedraagt 2,59 meter, wat uiteraard de interieurruimte ten goede komt.

Vooraan valt vooral de hoge zitpositie op. Achteraan schuiven de twee achterzetels onafhan-

turbo voelbaar. Wat de auto bijzonder polyvalent maakt.

F. D. B.

FLEETBALANS De Countryman komt goed beslagen ten ijs op de fleetmarkt, want hij kan niet alleen terugvallen op het ijzersterke imago van Mini, maar biedt voortaan ook de mogelijkheid om er met zowel familie als bagage op uit te trekken. Bovendien zorgt de mogelijkheid te kiezen voor een integraal aangedreven versie voor nog wat meer polyvalentie en veiligheid.

Tot slot heeft de nieuwe dieselmotor (1,6-liter, 112 pk), die eraan zit te komen, gemiddeld niet meer dan 4,4 liter nodig om 100 km rond te maken, wat overeenkomt met 115 g CO2 per km.

MINI COUNTRYMAN COOPER S Prijs zonder BTW : 23.264 EUR BIV : 2.478 EUR Verbruik : 6,1 l/100 km Onderhoud : variabel CO2-uitstoot : 143 g/km CO2-bijdrage : 756 EUR/jaar

KIA Sportage: gemaakt voor de weg

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Langer, lager en breder en ook nog eens een goede honderd kilo lichter dan zijn voorganger, zo kan men de nieuwe Sportage het best beschrijven. Dat al deze kwaliteiten de wegligging en het verbruik ten goede komen, moge duidelijk zijn. Hij is ook aerodynamischer geworden, want zijn Cx ging van 0,40 naar 0,37. De nieuwe Kia Sportage, die gebouwd wordt in Slowakije, onderscheidt zicht uiterlijk door een behoorlijk hoog koetswerk en voor dit type voertuig eerder lage ruiten.

44

Binnenin. In het interieur verbaast vooral de golfvormige boordplank.

Net als het koetswerk is dit een creatie die 100% Kia is. Op die manier wil men zich duidelijk onderscheiden van de Hyundai IX 35, waarvan de Sportage op technisch vlak wel het voornaamste overneemt. De laadruimte is erop vooruitgegaan, dankzij de verlenging van de overhang achteraan. De koffer

is 8 cm langer en 11 cm breder dan bij het vorige model. Daardoor beschikt de Sportage over een laadvolume van 564 liter. De achterbank is niet in de diepte verstelbaar. En wat erger is, de rugleuning kan enkel op de zit geplooid worden, waardoor een vlakke laadvloer niet voorhanden is.

Op de weg. De 2.0 CRDI maakt zijn opwachting onder de motorkap van de Sportage. Het gaat hier om een motor die 136 paarden

mobiliseert (een ideale krachtontplooiing op fiscaal gebied) en uitpakt met een maximaal koppel van 319 Nm, dat beschikbaar is vanaf 1.800 t/min. Binnen enkele maanden krijgt deze krachtbron trouwens het gezelschap van een andere dieselmotor. De 1,7-liter met 115 pk, die voorzien is van een start/stopsysteem.

In afwachting daarvan toonde de 2.0 CRDI al zijn kwaliteiten. Hij is soepel, smeuïg, potent en erg goed geïsoleerd, waardoor hij

duidelijk in de kopgroep van de 2-liter diesels zit.

F. D. B.

FLEETBALANS Het segment van de compacte SUV’s (C) is in België goed voor 64% van alle verkochte SUV’s en het groeit nog. Kia heeft met zijn nieuwe Sportage voortaan goede kaarten in handen om zich hierin waar te maken.

Wij onthouden vooral de garantie van 7 jaar, een bijzonder interessante standaarduitrusting en een aangename en zuinige diesel. Het enige minpuntje is zijn basisprijs, die hoger uitkomt dan bij zijn neef de Hyundai IX35. Een schoonheidsfoutje dat echter weggegomd kan worden bij de komst van de 1.7 CRDI met 115 pk.

KIA SPORTAGE 2.0 CRDI

De Kia Sportage beschikt over een 2-liter dieselmotor die aangenaam en zuinig in gebruik is.

Prijs zonder BTW : 19.734 EUR BIV : 495 EUR Verbruik : 5,5 l/100 km Onderhoud : variabel CO2-uitstoot : 147 g/km CO2-bijdrage : 796 EUR/jaar

AUTO

NIEUW

Audi A7 Sportback: beter dan de A8 ?

De A7 Sportback is het antwoord van Audi aan Mercedes, dat bijna gelijktijdig zijn nieuwe generatie van de CLS voorstelt. De nieuwe Audi is als vierdeurscoupé (met vier plaatsen) en een vijfde deur achteraan tegelijk elegant, sportief en praktisch.

De A7 Sportback is laag (met amper 1,42 m hoogte) en lang (bijna 5 m) en haalt zijn stilistische inspiratie uit de jaren ’70, toen het merk nog een zekere Coupé S in zijn gamma had.

Binnenin. Het volledig uit aluminium bestaande koetswerk is niet alleen licht, maar ook bijzonder stijf. Dit zorgt enkel voor een trillingsvrij akoestisch comfort, maar eveneens voor een grote stuurprecisie. Eens men zit, zit men ook echt op zijn gemak, zowel voor- als achteraan. De echte toegevoegde waarde van een auto

uit deze klasse is echter zijn koffer. De achterklep verleent toegang tot een laadruimte van 535 liter en dankzij het modulaire karakter van de achterbank kan de A7 Sportback tot 1.390 liter bagage aan boord nemen.

Niet slecht voor een limousine.

Op de weg. De A7 Sportback is niet alleen stil en comfortabel,

hij laat ook gemakkelijk toe om het ritme op te drijven.

Ondanks zijn gewicht en zijn afmetingen ontpopt de A7 Sportback zich als een plezierige auto, die ook nog eens bewonderenswaardig doeltreffend is. En dat alles terwijl hij een indrukwekkend gevoel van veiligheid tentoonspreidt.

F. D. B.

FLEETBALANS Audi biedt onder de motorkap van dit nieuwe model een onuitgegeven versie van de 3.0 TDI, die 204 paardjes mobiliseert (de versie met 245 pk blijft eveneens beschikbaar). Dit motorblok is lichter en wordt gevoed voor een gemeenschappelijke inspuitbuis, waarin de druk 2.000 bar bereikt. En wie verfijnde brandstofinjectie zegt, zegt laag verbruik. Het normverbruik bedraagt 5,3 l/100 km, wat overeenkomt met 139 g CO2/km.

Het is geen toeval dat Audi nog altijd niet is overgeschakeld op hybride aandrijving…

AUDI A7 SPORTBACK 3.0 TDI

De A7 Sportback is elegant en sportief tegelijk en beschikt dankzij zijn vijfde deur ook over een gezonde dosis praktisch nut.

Prijs zonder BTW : NB BIV : 2.478 EUR Consommation : 5,3 l/100 km Verbruik : variabel CO2-uitstoot : 139 g/km CO2-bijdrage : 717 EUR/jaar

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Nissan Juke: mix van stijlen

46

De Juke, die rechtstreeks afgeleid is van het Qazana concept, dat in 2009 tijdens het Salon van Genève werd onthuld, neemt de plaats in van de kleine broer van de Qashqai (die 50% van de verkopen van het merk vertegenwoordigt) binnen de Nissan-familie. Hij krijgt daarvoor een persoonlijkheid die iets sprekender is dan die van zijn voorganger. Zijn stijl, die gedomineerd wordt door een complex lijnenspel, oogt origineel. Het “coupé”-profiel wordt benadrukt door lage zijruiten en een hoge schouderlijn. Toch is de Juke echt wel een compacte SUV met een ruime vrije hoogte en grote wielen, die voorzien zijn van al even grote banden.

Binnenin. Dat de ontwikkelingslui de voorkeur gaven aan stijlkenmerken gaat niet ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. Achteraan is er, vooral

door de gelimiteerde hoofdruimte net voldoende plaats voor twee volwassenen. Het stuurwiel is niet in de diepte verstelbaar. De koffer heeft een laadvolume van 251 liter, wat naar SUV-normen maar net voldoende is. Gelukkig kunnen de achterzetels in een handomdraai neergeklapt worden, waardoor een vlakke laadvloer ontstaat, die 830 liter laadvolume biedt.

Op de weg. De versie die fleetklanten op het lijf geschreven is, is zonder twijfel de 1.5 dCi, die 110 pk in huis heeft. Met deze krachtbron toont de Juke zich een snelle jongen, want hij bereikt zijn topsnelheid bij 175 km/u en accelereert van 0 naar 100 km/u in 11,2 seconden. Kers op de taart is ontegensprekelijk zijn gemiddeld verbruik van 5,1 l/100 km (134 g de CO2) en dat ondanks zijn hoge architectuur.

De Juke is eveneens goed geïsoleerd en afgeveerd en gedraagt zich behoorlijk sportief. F. D. B.

FLEETBALANS De Juke biedt met zijn compacte afmetingen en zijn origineel design een interessant alternatief voor de kleinere klassieke berlines, zonder meteen het vaak negatieve predicaat van een SUV opgeplakt te krijgen.

De tweewielaangedreven versie met zijn zuinige en performante dieselmotor heeft alle troeven in handen om een vast plekje onder de zon af te dwingen binnen de vloten. Hij biedt bestuurders immers de mogelijkheid zich te onderscheiden en af te wijken van de gebaande wegen.

NISSAN JUKE 1.5 DCI

De Juke is in meer dan één opzicht origineel te noemen als half-SUV, half-coupé met sportieve allures, die ook nog eens beschikt over een motor die zowel performant als zuinig is.

Prijs zonder BTW : 15.000 EUR BIV : 123 EUR Verbruik : 5,2 l/100 km Onderhoud : variabel CO2-uitstoot : 134 g/km CO2-bijdrage : 667 EUR/jaar

AUTO

ECOTECHNOLOGIE

Naast in eigen huis ontwikkelde motortechnologie, die de traditionele verbrandingsmotor een nog mooie hybridetoekomst voorspelt, dankt Fiat zijn lage vlootuitstoot aan het succes van het Natural Power-gamma. Hier de Fiat Bravo in GPLuitvoering.

Fiat biedt heilzaam hybrideperspectief Fiat commercialiseert pas in 2012 een eerste hybrideauto. Die ietwat treuzelende stap naar auto-elektrificatie getuigt geenszins van een besluiteloze milieustrategie. Voor het derde jaar op rij blijkt Fiat de meest ecologische van de 10 best verkopende autoconstructeurs in Europa.

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

D

48

e auto-elektrificatie is in opmars, maar de definitieve overgang naar grootschalig gebruik van elektrische voertuigen zal geleidelijk verlopen, zo weet ook Fiat. Hybrides en plug-in hybrides zullen de overgang dirigeren naar aanvankelijk gedeeltelijke en nadien volledige elektrische mobiliteit. Het rijpingsproces van de hybridetechnologie - waarmee we start/stop, smart-, micro-, mild-, full-, serie-, parallel-, one-mode of two-mode hybrids bedoelen - beperkt zich niet tot het optimaliseren van elektrische componenten.

Even belangrijk in dat rijpingsproces wordt de verdere ontwikkeling van de traditionele verbrandingsmotor. Ook diesel- en benzinemotoren blijven dus nog vele jaren een rol spelen in ons streven naar full electric mobility.

Het is precies op dit terrein dat Fiat zijn glorieuze know-

how op het vlak van verbrandingsmotoren weet te consolideren. Blijkt vandaag dat een aantal door Fiat ontwikkelde technieken pasklare munt zijn in het terugdringen van de schadelijke uitstoot. Hierdoor bezorgt Fiat de klassieke verbrandingsmotor een heilzaam hybrideperspectief in de onomkeerbare trend naar emissieloze, individuele mobiliteit.

TwinAir Fiat Auto is de pionier van de algemeen toegepaste common rail dieselinjectie. Fiat is een expert in MultiJet injectietechniek, die vandaag al acht injecties per motorcyclus in praktijk brengt. Fiat bedacht de MultiAir-beademing. Sinds kort werd het door downsizebezieling gedreven motoruniversum door Fiat geïntensifieerd met een 900cc 2-cilinder waarvan de CO2-uitstoot 30% lager ligt dan die van een, naar

vermogenopbrengst, evenwaardige 4-cilinder. Die 2-cilinder wordt TwinAir-beademd en maakt gebruik van een elektrohydraulische klepsturing waarmee cilinderafhankelijke, dynamische luchttoevoer mogelijk wordt en definitief wordt afgerekend met voor benzinemotoren inherente smoorklepverliezen.

En jawel, er is een meerwaarde van MultiAir of – in het geval van de 2-cilinder – TwinAir. Hogere vermogenopbrengst bij identieke cilinderinhoud, meer motorkoppel bij laag toerental, verbruiksdaling door de eliminatie van die smoorverliezen, emissiebeperking omwille van de geoptimaliseerde klepsturing gedurende de inlaatslag, gunstigere motorrespons door constante luchtdruk in de cilinders en ononderbroken snelle (bij)sturing van de inlaatkleppen.

TwinAir vormt zo een nieuwe mijlpaal, in de lange reeks van

opmerkelijke technieken, waarmee Fiat Auto de cursussen autotechnologie aandikt.

Bovendien schept deze TwinAir motor “ruimtelijk” perspectief op deels geëlektrificeerde toepassingen, op de verdere evolutie van remenergierecuperatie en op andere geoptimaliseerde Stop&Startuitkomsten. Een compacte verbrandingsmotor zorgt trouwens voor extra plaatsaanbod in de alsmaar krapper bemeten motorcompartimenten, waarin in de nabije toekomst ook elektromotoren, generatoren, energiestokkerende vliegwielen, batterijen en andere vormen van energieopslag onderkomen zoeken.

Milieutechnische knowhow TwinAir is niet het enige bravourestukje waarmee Fiat zijn milieuengagement belichaamt en een milieubewuster autogebruik promoot. Sinds 2003

LAAGSTE GEMIDDELDE CO2-UITSTOOT

wordt praktijkervaring opgedaan met de MultiJet SDE (Small Diesel Engine) van 1,3 liter, de kleinste direct geinjecteerde diesel ooit.

Sinds 2003 is Fiat ook naarstig doende met FlexFuel-uitkomsten (benzine en ethanol), inmiddels aangeboden in het in Brazilië gecommercialiseerde gamma. In 2006 com-

Fiats MultiAir vormt een nieuwe mijlpaal in de autotechnologie.

mercialiseerde Fiat zijn Tetrafuel-motor, die draait op ethanol, benzine of een mengsel van beide en die bovendien compatibel is met aardgas. In Europa toont hetzelfde Fiat zich al jaren bijzonder bedrijvig op CNG- en LPGvlak.

Het Europees parlement zal, naar het voorbeeld van de

personenwagens, ook voor bestelwagens een limitering van de CO2-uitstoot opleggen. Fiat reageert hier consequent. Zuinige en CO2-vriendelijke motoren - de 1.3 JTD 16v MultiJet diesel als mooi voorbeeld - drukt meteen de CO2-uitstoot van de bestelwagenvloot. Trouwens, in de top 5 van de vandaag meest

CO2-vriendelijke, kleine bestelwagens schittert die kleine diesel drie keer. Op één, in de Fiorino (119 g), op drie, in de Opel Combo (134 g) en op vijf, in de Fiat Doblo Cargo (146 g). En zeggen dat Fiat pas in 2012 zijn eerste deels geëlektrificeerde model voorrijdt.

Ferre BEYENS

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Gerekend naar de gemiddelde CO2-uitstoot van het gecommercialiseerde gamma is Fiat voor het derde jaar op rij uitgeroepen tot de meest ecologische van de tien bestverkopende autoconstructeurs in Europa.

De gemiddelde CO2-uitstoot van het Fiat-gamma bedroeg 127,8 g/km. Dit terwijl het algemeen marktgemiddelde 145,8 g/km is. (Volgens analyses van het onafhankelijke instituut Jato Dynamics).

Fiat dankt dat gunstig cijfer mede aan het succes van zijn Natural Power-gamma, dat 14 modellen personenwagens en bedrijfsvoertuigen bevat en waarvan vorig jaar meer dan 400.000 voertuigen werden gecommercialiseerd.

49

AUTO

ECOTECHNOLOGIE

Opel gelooft in dieselelektrificatie

In afwachting van de brandstofcel, stort GM zich met o.a. de Chevrolet Volt voluit op de hybrideproductie.

Ondanks de economische strubbelingen speurt GM onverstoord naar alternatieve opties om de traditionele aandrijving door nieuwe technologie te vervangen. De NoordAmerikaanse markten worden al enkele maanden overspoeld met GM-hybrides en in Europa toont Opel uitzonderlijke belangstelling in dieselelektrificatie.

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

G

50

M’s milieustrategie focust zich op stapsgewijze vervanging van de fossiele brandstoffen.

Uitgaande van een gevarieerde energiediversiteit, van conventionele aardolie, natuurlijke gassen tot hernieuwbare en nucleaire energie. Vloeibare brandstoffen, waterstoffen (voor koude verbranding in brandstofcellen) en elektromechanische opties worden door GM beschouwd als energiedragers die verbrandingsmotor, hybride, plug-in hybride, batterijen of brandstofcel zullen “bevoorraden”. Het klopt dat GM – na een economisch minder welvarend hoofdstuk – de nadruk op de brandstofcel temperde. Niet dat men het lange termijngeloof in die technologie liet varen. Wel omdat zich op korte termijn een snel-

ler en financieel beter haalbaar uitzicht op autoelektrificatie opdringt.

Ad interim Als interimoplossing is het onafwendbare elektrificatieproces – in afwachting van de brandstofcel – niet mogelijk zonder de hulp van een traditionele verbrandingsmotor.

Daarom heeft GM zich voluit op de hybrideproductie gestort. In Europa valt daar weinig van te merken, maar de roll out van GM-modellen met hybride-aandrijving is in NoordAmerika frappant te noemen.

Na de Saturn Vue (nvdr: Saturn is intussen in handen van Penske Automotive Group) en de Chevrolet Malibu in 2007, verraste GM met een “dual mode” hybride techniek (nvdr: Dual Mode of Plug In

Hybride) in de Chevrolet Tahoe en GMC Yukon Denali hybrid.

Het gaat om Full Size SUV’s (8 zitplaatsen en naar Europese maatstaf reuzengrote mobielen) waarvan de gedeeltelijke elektrificatie de CO2-uitstoot met 50% naar beneden “boost”. Waardoor ze in stadsverkeer met 1 liter fossiele brandstof net even ver geraken als de compactere Toyota V6 Camry.

Praktijkervaring toont GM intussen met de Plug-In, serie hybride (Chevrolet Volt). Die rijdt op batterijen en gebruikt een range extender om de batterij op niveau te houden. Een compacte, stationair draaiende en CO2-arme verbrandingsmotor drijft een generator aan die op zijn beurt laadstroom voor de accu’s genereert.

Met voorwiel aangedreven

dual mode hybridetechniek – die GM commercialiseert in Amerikaanse sedans, crossovers en SUV’s – en met achterwiel aangedreven dual mode hybrides – voor full-size SUV’s en light trucks – biedt GM vandaag een breed gamma hybrides aan ….waarin het ontbreekt aan kleinereen voor de Europese markt beter geschikte hybrides.

Competence Centre Hoe zit het met dat GM-plan om Toyota Hybrid techniek te gebruiken voor Europese modellen die bij Vauxhall zouden geassembleerd worden?

Naar aanleiding van de introductie van de nieuwe diesels in de Meriva en Corsa praten we met Dr Thomas Wagner en Riccardo Graglia, assistent chief engineers bij de Opel

Opel intact bleef. Intussen heeft het Opel Diesel Electrification Competence Centre succesvol bijgedragen tot optimalisering van de nieuwe 1.7 diesel. Een motor die onder deskundig elektronisch beheer staat van een krachtige 32-Bit, full integrated motorsturing. Inbreng van het Competence Center leidde ook tot de ontwikkeling van de, in de nieuwe Meriva Ecoflex debuterende 1.3 CDTI, de eerste kleine diesel die – naar het voorbeeld van de eerder in de Insigna 2.0 CDTI Ecoflex gebouwde diesel – gebruik maakt van “closed loup” verbrandingscontrole.

Op de eerste deels geëlektrificeerde Opel diesel is het nog even wachten. Intussen laten de Opel diesels – ook zonder elektrificatie of Start&Stop – CO2-cijfers noteren die de concurrentie zenuwachtig zullen maken.

Olie, conventioneel

Portable Energy

Olie, zand en leisteen

Motor met interne verbranding Hybride

Vloeibare brandstoffen Biomassa

PHEV Plug-in hybride voertuig

Kolen Elektromechanica Aardgas

E-REV

Elektrisch voertuig met verhoogde autonomie

Batterijen EV

Batterijen voor elektrische voertuigen

Hernieuwbare energie Waterstof Nucleair

FCEV

Voertuig met brandstofcel

Zowel vloeibare brandstoffen, elektromechanische uitkomsten en waterstof gelden in GM’s milieustrategie als de energiedragers om interne verbrandingsmotor, hybride, plug-in hybride, batterijen en brandstofcellen te bevoorraden.

DIESELELEKTRIFICATIE GEBASEERD OP DIESELCOMPETENTIE In afwachting van mild dieselhybrides liet Opel ons kennismaken met zijn nieuwste diesels. Dankzij het Diesel Electrification Competence Centre kunnen die hun competenties met verve illustreren. Het gaat om de nieuwe 1.7 CDTI (D1) (Meriva en Corsa) met de eigen ontwikkelde motorelektronica en de in de Meriva debuterende 1.3 CDTI met zijn “Closed loop combustion control”.

Geavanceerde, brandstofbesparende technologie, die voor het eerst wordt toegepast op een kleine diesel en waarmee de traditionele, interne verbrandingsmotor andermaal werd verfijnd.

Ferre BEYENS

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Powertrain divisie. Beiden ontkennen noch bevestigen dat gerucht. Beiden zijn van nabij betrokken in de al enkele jaren lopende samenwerking tussen GM Europe, lees Opel, de Italiaanse Engineering University, Politecnico di Torino en de Regione Piemonte. Deze tripartite specialiseerde zich diepgaand in de verdere ontwikkeling van alternatieve aandrijftechnologie met sterke nadruk op dieselelektrificatie.

Binnen het GM Advanced Engeneering Center werd zo het Diesel Electrification Competence Centre opgericht, dat zich de snelle ontwikkeling van financieel verantwoorde hybride technologie voor het Opel (Vauxhall) dieselgamma voorhoudt.

Ook Wagner en Graglia ontkennen niet dat GM de long term ontwikkelingsambities van Fuel Cell auto’s wat terugschroefde. Wel bevestigen ze dat de hybridebetrachting van

51

TRENDS

MOBILITEITSMANAGEMENT

Intelligente mobiliteit voor een efficiĂŤnte toekomst Uit diepgravende marktanalyses en gedachtewisselingen met opiniemakers uit de sectoren Fleet, Travel en Conferencing die tijdens de eerste helft van 2010 werden gevoerd om inzicht te verwerven in de opkomende nieuwe behoeften van internationaal actieve ondernemingen, distilleerden wij een identieke ontwikkeling en een gemeenschappelijke trend voor deze drie sectoren.

D

e FLEET sector (autoconstructeurs, leasing, fleetmanagement), die geconfronteerd wordt met een onderbroken druk op kosten en leveranciers, introduceert nu in versneld tempo de dimensie Corporate Social Responsibility (CSR) terwijl veiligheid, milieu (CO2) en de eerste multimodale vervoersoplossingen essentieel worden in de moderne automobielbeleidsopties.

"Fleetmanagement" evolueert naar "mobiliteitsmanagement" naarmate de business drivers tot een toenemende behoefte aan alternatieve en innovatieve oplossingen voor pendelverkeer leiden.

De TRAVEL sector (vliegtuigvervoer, spoorwegen, travel management) krijgt af te rekenen met reisbeperkingen, moeilijke inkoopstrategieĂŤn en internationale akkoorden, maar staat nu ook voor nieuwe uitdagingen zoals betrouwbare data reporting en de verschuiving van de beslissingsmacht naar de individuele reiziger. "Travel management" evolueert naar "mobiliteitsmanagement" naarmate zakenreizigers steeds meer op zoek gaan naar multimodale vervoersoplossingen die individueel geselecteerd worden op basis van realtime-gegevens, overgebracht naar intelligente communicatiesystemen.

De MEETING & CONFERENCING sector (online-vergaderingen en -opleidingen, collaborative tools, web en video conferencing) houdt zich voorlopig nog op de achtergrond, maar komt stilaan tot wasdom en ontwikkelt steeds meer verfijnde, gebruiksvriendelijke en rendabele digitale mediatools die de virtuele face-toface en connectiviteitservaring verbeteren.

"Meeting management" evolueert naar "mobiliteitsmanagement" naarmate de zakenlieden virtuele vergaderingen gaan beschouwen als een betrouwbaar alternatief binnen het kader van het "connectiviteits- en mobiliteitsmanagement".

MMM Business Media lanceerde het magazine Smart Mobility Management omdat er een duidelijke link is tussen de sectoren Travel, Fleet en Conferencing.

53

Intelligent Mobiliteitsmanagement begint bij een eenvoudige vraag: is pendelverkeer werkelijk nodig?

Intelligent mobiliteitsmanagement Intelligent Mobiliteitsmanagement begint bij een eenvoudige vraag: is pendelverkeer werkelijk nodig?

Fleet&business I 181 I SEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Onder invloed van de toenemende verontreinigingsproblemen, de dreigende uitputting van de olievoorraden, de vulkaanuitbarstingen, de stress, de debatten over het evenwicht tussen werk en privéleven en de nieuwe MVO-gerelateerde plannen spoort deze vraag alle werknemers, teams, beleidsmakers aan om vooraf daadwerkelijke doelstellingen en behoeften te omschrijven.

54

• Als pendelverkeer nodig is, wat zijn dan de alternatieve multimodale vervoerswijzen die de globale mobiliteitskosten voor de onderneming (neutraal of voordelig) optimaliseren en het rendement voor de werknemers maximaliseren (de optimale mobiliteitservaring, rekening houdend met de impact van afstand (stedelijk, regionaal, internationaal), snelheid, veiligheid, comfort, milieu, praktische overwegingen (bv. aflevering van goederen vs. brainstormvergadering) en emotionele elementen (bv. voordelen van persoonlijke vs. virtuele ontmoetingen).

in een connectiviteitsuitdaging.

Connectiviteit is erop gericht mensen tijdens vergaderingen en opleidingen goed met elkaar in verbinding te stellen door middel van moderne technologieën zoals web- of video-conferencing. De beslissing om fysieke ontmoetingen te vervangen door virtuele ontmoetingen, roept vragen op zoals: Wat zijn de meest kostenbesparende tools? Wie zijn de beste fabrikanten en service providers? Waar moet dit gebeuren? (intern of in gespecialiseerde business centers). Hoe betrek ik lokale teams en organiseer ik de opleiding in vergaderingsprocessen en doelstellingen?

• De ontwikkeling van geavanceerde intelligente vervoers- en communicatiesystemen en van diensten gebaseerd op gangbare technologie zal de belangrijkste driver zijn voor toekomstige efficiënte connectiviteit en geïntegreerde mobiliteit. Systemen en tools moeten echter kostenefficiënt zijn, zinvol zijn en snel en gebruiksvriendelijk zijn om mensen ervan te overtuigen alternatieven te overwegen, vooral dan voor de auto, die nog altijd "king of the road" blijft ...

Doelstellingen • Als pendelverkeer niet nodig is, vertaalt het mobiliteitsvraagstuk zich

• Het eerste doel van het initiatief rond intelligent mobiliteitsmanagement is de

introductie van een centraal kenniscentrum dat de drie sectoren bijgewerkte informatie verstrekt over het marktklimaat, de trends, de beste praktijken, nieuws uit de sector, diepgravende artikels over internationale beleidsopties en processen en toegang tot relevante mobiliteitstools.

• De tweede doelstelling voor een langere termijn is het bevorderen van de integratie van internationale corporate mobiliteitsdoelstellingen en –instrumenten. De integratie wordt daarbij gedefinieerd als het aanmoedigen van uitwisselingen en partnerships om te komen tot het samensmelten van diensten, operatoren, agentschappen en toepassingen in gezamenlijke entiteiten die de connectiviteit en het pendelverkeer in de toekomst gemakkelijk en eenvoudig zullen maken.

De uitdaging heeft niet alleen een technisch, maar ook een economisch en een cultureel karakter. Ze vergt immers een verschuiving van de klassieke opvattingen en gewoonten naar een andere wereld waarbij beter werken, beter leven en een beter welzijn samen borg staan voor een mooie toekomst.

Filip VAN MULLEM

TRENDS

ELEKTRISCHE MOBILITEIT 2020

De weg ligt open Onder het motto “Elektrische Mobiliteit 2020” organiseerde de Bond Beter Leefmilieu op 16 september van dit jaar een eerste Vlaamse studiedag rond alternatieve mobiliteit.

De Vlaamse minister van Innovatie, Ingrid Lieten, kondigde aan dat er 30 miljoen euro wordt geïnvesteerd om de invoering van elektrische voertuigen in Vlaanderen verder te ondersteunen.

O

p deze conferentie hebben heel wat marktspelers lang gewacht nadat in het nabije verleden de indruk was ontstaan dat ons land tegenover de ons omliggende landen sterk achterop was geraakt op het gebied van elektromobiliteit. Vlaams minister Ingrid Lieten beloofde op de conferentie dat er gesleuteld wordt aan een Vlaams Actieplan Elektrische Voertuigen. Dit plan zal alle acties rond het ‘e-voertuig’ bundelen en coördineren. Het initiatief Elektrische Mobiliteit 2020 wil de paden verkennen voor de ontwikkeling van de

elektrische mobiliteit in Vlaanderen en wordt gesteund door Vlaanderen in Actie (VIA). Tegen het einde van het jaar zal Bond Beter Leefmilieu in samenwerking met Argus, het milieupunt van KBC en Cera, een ‘road map elektrische mobiliteit’ aan de Vlaamse regering en het parlement overhandigen om de invoering van elektrische mobiliteit in Vlaanderen te versnellen. Er wordt voor de nabije toekomst 17,25 miljoen euro uitgetrokken voor proefprojecten die het gebruik en de ontwikkeling van elektrische voertuigen moeten stimuleren. Deze middelen zullen

via het technologie-instituut IWT verder vloeien naar bedrijven en onderzoekscentra die de facetten onderzoeken van de problematiek rond het elektrisch rijden, het gebruiksgemak, de oplaadpalen, de koppeling met het elektriciteitsnet enz.

Proefprojecten in een reële omgeving moeten duidelijk maken welke obstakels nog moeten worden weggewerkt om het elektrisch rijden op ruime schaal in Vlaanderen naadloos te introduceren. De technologie rond de elektrische voertuigen zal verder op punt gesteld worden met de ondersteuning van ‘Flanders

Tijdens de conferentie over Elektrische Mobiliteit 2020 bleek al snel dat het bedrijfsleven openstaat voor een dergelijke mobiliteit. (Copyright: Mobilitas)

57

TRENDS

ELEKTRISCHE MOBILITEIT 2020

in de toekomst een voertuig wordt aangeboden samen met een batterij, die men verplicht zal moeten leasen, heeft meer kans op succes. Gezien de prijs van de batterijen pas vanaf 2014-2015 merkbaar verlagen zullen de voertuigen die vroeger op de markt komen nog een belangrijke prijshandicap met zich dragen.

Kritische bedenkingen

Volgens de Bond Beter Leefmilieu worden we in de toekomst steeds minder eigenaars van een auto en steeds meer consumenten van een mobiliteitspakket.

Drive’. Deze competentietool trekt hiervoor 12,25 miljoen euro uit. Dit platform werkt ook samen om het productieproces van hybride en elektrische voertuigen in een traditionele fabriek te vereenvoudigen. Hierbij werd ook uitdrukkelijk verwezen naar onze Vlaamse busbouwers.

Fleet&business I 181 I STEPTEMBER-OKTOBER 2010 I

Nieuwe mobiliteit

58

Overschakeling van de verbrandingsmotor naar elektrische motor zal onze verplaatsinggewoonten ingrijpend veranderen,” aldus Jan Turf van Bond Beter Leefmilieu. In het rapport staat te lezen dat de overschakeling op elektrische voertuigen de impact van het verkeer op het leefmilieu gevoelig zal doen dalen.

Men verwacht een tendens naar lichte elektrische één- of tweepersoonsvoertuigen die goedkoop, praktisch en milieuvriendelijk zullen zijn en die vlot de dagelijkse verplaatsingen van en naar het werk, al dan niet in naadloze aansluiting met het openbaar vervoer, kunnen verzekeren in een stedelijke omgeving. Door de korte afstanden, de matige snelheid en de lichte materialen, zullen deze voertuigen slechts kleine batterijen nodig hebben die vlot kunnen worden opgeladen op het werk, op de parking aan de stadsrand, of aan het spoorwegstation.

Een tweede heldere tendens is deze van het ‘mobiliteitspakket’. Hierbij worden wij in de toekomst steeds minder eigenaars van een auto en steeds meer consumenten van een mobiliteitspakket. Het is vergelijkbaar met de communicatiepakketten met telefoon, internet en televisie die vandaag worden aangeboden. Een mobiliteitspakket bevat in de toekomst bijv. een ultra licht elektrisch voertuig, het

gebruik van een (al dan niet elektrische) gezinswagen, een huurabonnement voor een hybride voertuig voor lange afstanden en een abonnement op het openbaar vervoer.

Elektrische en hybride gezinswagens Maar ook voor de meer complexe elektrische gezinswagen ziet het rapport een toekomst. Deze voertuigen, die een elektrische motor zullen combineren met een kleine generator met laag brandstofverbruik, zullen worden ingezet voor familieuitstappen over langere afstanden. Ze zullen een elektrische autonomie hebben van een honderd kilometer en verder rijden op elektriciteit, aangeleverd door de ingebouwde generator gevoed door fossiele brandstof. Deze wagens zijn echter complexer (twee motoren), zwaarder en dus gevoelig duurder dan de zeer lichte elektrische voertuigen. Het valt dan ook te voorzien dat ze meer in leaseformules of in systemen van autodelen zullen worden aangeboden. Op de conferentie was enige terughoudendheid te bespeuren tegenover het systeem van uitwisselbare batterijen volgens het principe van “Better Place”. Het zou de constructeurs te sterk binden aan één firma. Bovendien is de infrastructuur zeer duur ten opzichte van klassieke laadpalen. Een ander probleem vormt het ontwerp van het chassis van een elektrisch voertuig dat in het geval van compatibiliteit met het systeem van “Better Place” niet maximaal plaatsbesparend kan ontworpen worden voor batterijen omdat men dient rekening te houden met een standaardvorm van de uitwisselbare batterij. De formule waarbij

Vanuit het oogpunt van de Belgische sector van de autoleasebedrijven dienen er een aantal kritische opmerkingen te worden geformuleerd. Op de conferentie was geen enkele autoconstructeur of autoverdeler als spreker uitgenodigd en bij het deelnemerspubliek was de sector van de autodistributie en autogebruikers sterk ondervertegenwoordigd. Deze conferentie was zo een gemiste kans om een dialoog op te zetten tussen enerzijds de overheidssector, de universiteiten en technische labo’s en de talloze VZW’s die zich om mobiliteit bekommeren en anderzijds de sector van de autoconstructeurs, de distributeurs en de autoleasebedrijven. Uiteindelijk zullen het de autoconsumenten zijn, zowel in de sector van de bedrijfswagens als de privévoertuigen, die het toekomstige succes van het elektrische rijden zullen bepalen, niet enkele universiteiten of laboratoria.

Meteen was ook duidelijk dat veel aspecten nog niet zijn geregeld en dat het niet volstaat her en der een laadpaal te installeren. Een typisch Belgische probleem blijft het feit dat er onvoldoende communicatie bestaat tussen de verschillende beleidsniveaus (gewesten en federaal) om een “Belgisch nationale politiek van elektromobiliteit” te ontwikkelen. Brussel, Wallonië en Vlaanderen zijn in dat opzicht drie eilanden. Het bedrijfsleven staat open voor elektrische mobiliteit maar binnen een praktische en economisch haalbare context. Voor FEBIAC en Renta is I hier zeker nog een rol weggelegd.

Het volledige rapport Elektrische Mobiliteit 2020 is raadpleegbaar onder : http://ikdoe.vlaandereninactie.be/wp-content/uploads/ 2010/09/Rapport-uitdagingen-voor-elektrische-mobiliteit.pdf

Michel Willems Fleet, ecology en mobility consultant in België en Duitsland MOBILITAS (in samenwerking met EUROFLEET CONSULT)