8 minute read

Elfstedenkoorts: Erik Wijtsma

Elfsteden

"De weg ernaar toe is veel mooier dan het doel"

Het is tweede pinksterdag 2022, ongeveer 3 uur in de ochtend. Het is dit weekend nagenoeg precies 10 jaar geleden, dat ik de vrijdag voor die Pinksteren voorzien ben van een nieuwe lever en dus aan een nieuw leven mocht beginnen

Terwijl mijn wekker op 03.15 uur staat, ben ik toch al klaarwakker. Om 4 uur word ik opgehaald door een maat, om voor de vierde keer de (fiets)elfstedentocht te gaan fietsen. Omdat we op 25 juni 2022 met zo’n 20 orgaanontvangers de Mont Ventoux willen gaan beklimmen, zien we dit als een goede duurtraining. Het is nog droog, maar onderweg begint het bij Meppel al te regenen…

Bolsward, de start

Tja, ik weet het eigenlijk ook wel: je moet een beetje gestoord zijn om 230 km te gaan fietsen. Maar ik ben niet alleen, zei de gek, gelukkig zijn er nòg 12.000 deelnemers. Allemaal deelnemers met een eigen plan en doel. Àlles voor het elfstedenkruisje! Met 8 personen: 3 orgaanontvangers (2x lever, 1x nier), 1 arts en 4 maten/ sterke fietsers, spreken we af bij de plaatselijke supermarkt in Bolsward. Twee vrienden hebben al vooraf besloten in IJlst af te stappen. Normaal gesproken kunnen we elkaar met onze roze donorshirts makkelijk vinden, maar we komen terecht in een massa van zwarte en vooral fluoriderende gele regenjassen. Even zoeken...

Om 05.32 uur starten we vanuit Bolsward. Ik heb het gevoel, dat ik qua controle bij checkpoint Charley ben, want voordat je mag starten loop je vooral met je fiets en word je 3 keer gecontroleerd. Uiteraard word je ook toegejuicht door de burgemeester en zo’n spreker die erg enthousiast probeert te zijn, ondanks dat het steeds harder regent. Er zijn eigenlijk al opvallend veel supporters in Bolsward. Of dit komt, omdat we door covid dit soort gelegenheden wat jaartjes hebben moeten missen weet ik niet, maar het is in ieder geval niet vanwege het mooie weer. Opvallend aanwezig is ook de plaatselijke jeugd die de hele nacht heeft doorgehaald en natuurlijk ook gewoon recht heeft op een feestje: kleine oogjes, een walm van alcohol en een lucht van wiet. Ook goedemorgen!

Redelijk afgekoeld door het vele stilstaan fietsen we Bolsward uit. Het regent, regent en het regent. Mijn zemen wielrenbroek, met uitstekende absorberende kwaliteiten, is een kilo zwaarder van al dat water en vertoont “intussen” in het midden zo’n mooie rechtopstaande streep van modder, naadloos overgaand in de onderrug. Het achterwiel moet zijn straatvuil natuurlijk ook ergens kwijt. Ik ben echter niet de enige en kan het hebben. “Laten we maar wat harder fietsen dan worden we niet zo koud”. Het plan om zeker in het begin niet te veel energie te stoppen in het inhalen wordt eigenlijk vrijwel direct in de prullenbak gegooid. Het eerste stuk hebben we gelukkig de wind mee en als je dan toch eenmaal nat bent maar flink in beweging blijft, voel je de regen ook niet meer.

"Laten we maar wat harder fietsen dan worden we niet zo koud."

De eerste 100 kilometer

Vanaf het noordelijkste puntje krijgen we stukken met forse tegenwind. Ik kies er bewust voor niet direct al kopwerk te doen, omdat ik met een groepje ben waar betere fietsers bij zijn. Dat lijkt mij verstandig. Aanhaken en bijblijven is het credo: Albert (ook met een tweede lever) en Willem houden ons uit de wind. In Leeuwarden is de groep, waarin ik fiets elkaar ietwat kwijtgeraakt, maar na wat rondbellen blijkt dat er ergens even een band moet worden geplakt. De eerste 100 kilometer zijn er trouwens opvallend veel lekke banden, enerzijds door het weer en anderzijds wellicht doordat we door covid een paar jaar niet hebben gefietst en niet iedereen zijn fiets goed heeft onderhouden, al is dat een aanname.

Elfstedenkoorts

Erik Wijtsma

Getransplanteerd 24-05-2012

Nadat we herenigd zijn nemen we een bak koffie en gaan weer verder. Het lijkt zelfs droog te worden...

Remi, even alleen op de wereld Bij terugkomst in Bolsward is het droog en in Sneek schijnt zelfs even de zon. Onderweg zijn we Remi (nier getransplanteerd) al kwijt geraakt. Hij voelt zich niet goed en besluit in overleg met onze arts Andrea om medische redenen stoppen. Hij besluit in zijn auto te stappen en zal zijns weegs gaan. De rest fietst door, want in IJlst staat er warme pasta en nog veel meer eten voor ons klaar. Er wordt flink gegeten en ja hoor, daar komt de altijd optimistische Remi binnen stappen: ”Pilletje gehad, even goed nagedacht en toen besloten toch maar door te gaan. Maar gaan jullie maar door, ik fiets mijn eigen tempo en ik vermaak mij in Friesland altijd prima. Ik doe mijn naam graag eer aan”, aldus Remi. Wij geloven Remi direct, want hij is in staat met iedere deelnemer een positief gesprekje aan te gaan en begint daar meteen maar weer mee. Een ras optimist!

Wind en regen

Nadat we onze buiken goed gevuld hebben fietsen we door. We missen één van onze betere fietsers. We bellen, we wachten en gelukkig: daar komt hij aan. Gesloopt door een hongerklop... Na een korte pauze fietsen we weer door. Inmiddels regent het ook weer eens. Geen gewone regen, maar stortregen, nog net geen hagel, maar wel met een stormachtige wind. We komen bij de Zeedijk en zien de koppen op het IJsselmeer: volle bak tegenwind tot Stavoren. Omdat ik me wel goed voel is het de hoogste tijd ook maar eens wat kopwerk te verrichten. Mijn maten lachen er om: “Hoe slechter het weer, hoe beter hij begint te fietsen. Alles goed met je Wijtsie?”

Onderkoeld voor de vlakte

In Stavoren staan we bij de stempelpost toch weer net even te lang stil. Omdat we wederom kletsnat zijn willen we eigenlijk zo snel mogelijk door. In deze editie van de elfstedentocht koel je eigenlijk bij iedere stempelpost te veel af, terwijl je dat qua temperatuur eigenlijk niet verwacht. We hebben nu de wind weer in de rug en knallen richting Workum. Met nog 20 kilometer voor de boeg moeten we vlak voor Workum over een soort dijkje met een smal fietspad. Met mijn achterwiel rij ik over hooi, dat vreemd genoeg op meerdere plekken op dit smalle fietspad ligt. Mijn achterwiel glijdt weg en ik kom in de berm. Vervolgens probeer ik weer op het fietspad te komen. Met mijn voorwiel lukt dat, maar mijn achterwiel glijdt wederom weg op de hoge rand. Na een mooie schuiver voel ik dat ik gelukkig niets heb gebroken. Het was een mooie >

"Zelden was een patatje zó lekker en een verhaal zo warm..."

sliding op het asfalt met slechts een klein schaafwondje tot gevolg. Niet piepen maar doorgaan. Ik pak mijn fiets en wil verder, maar mijn derailleur is afgebroken. Tja, wat nu. Verderop is een boerderij. Ik loop met mijn fiets op mijn schouder door de berm naar deze dichtstbijzijnde boerderij. Onderweg word ik nog uitgescholden door een paar al te fanatieke fietsers, die waarschijnlijk denken dat het een hobby is om met een fiets op de schouder in de regen door de berm te lopen. Slechts één voorbijganger vraagt of ik fysieke schade heb. We besluiten dat mijn maten doorfietsen en mijn auto ophalen. Ik stel nog voor om zolang buiten te wachten. Eén van mijn vrienden spreekt mij wat dwingend aan: “Je raakt onderkoeld en je belt gewoon aan bij die mensen!” Daar sta ik dan: bloed aan de knie en voor mij een hele grote hond die gelukkig nog net niet aan mijn bloedende knie begint te likken. Ik maak contact met de hond: lief beest wel en zie nu ook een grote schuur op het erf. Ongevraagd wachten in een grote schuur is ook niet echt een optie. Ik besluit maar aan te bellen.

Friese gastvrijheid

“Kom erin”. Ik zit nog niet of heb al koffie en appeltaart te pakken en krijg daarbij ook nog eens een warme deken om mij heen gewikkeld. “Zal ik je fiets lassen?” Ik ben kennelijk bij een vakman beland. Ik vertel hem, dat ik word opgehaald. Hij observeert me met een scherp oog en concludeert: “Jij bent onderkoeld”. Hij zegt dat hij ook als vrijwilliger werkt bij de reddingsbrigade op het IJsselmeer en dat hij de symptomen van onderkoeling kent. Er wordt kleding voor me klaargelegd en krijg de boodschap, dat ik maar eens goed warm moet gaan douchen. Zo gezegd zo gedaan. Ik moet eerlijk zeggen: zelden was een douche zo fijn! Na het douchen word ik ook nog eens gepamperd met een warme kruik onder mijn voeten en eentje tegen mijn lijf en onder een warme deken kom ik langzaam weer op temperatuur en komen mijn babbels ook weer terug.

Na contact met mijn maat en overredingskracht richting de mannen in de welbekende gele hesjes mag hij me op komen halen, bij het allerlaatste huisje, dat nog bij Workum hoort. Onderkoeld staat hij voor de deur. Omdat ik droge kleding in de auto heb liggen doen we de grote wisseltruc: ik trek mijn eigen kleren aan en hij de kleren die ik net geleend heb. Natuurlijk krijgt ook hij eerst een heerlijk warme douche aangeboden. Koud klaar met douchen of de Friese friet en snacks staan al op tafel! Zelden was een patatje zó lekker en een verhaal zo warm…

Ten slotte

Ik maak me wel eens zorgen over de maakbare wereld, waarin we allemaal zo perfect en individualistisch willen zijn en elkaar daarbij vaak uit het oog verliezen. Wat fijn, dat er ook mensen zijn die geheel onbaatzuchtig en vanzelfsprekend bereid zijn je te helpen als het even een beetje tegen zit. Deze groep maakt minder lawaai, maar is absoluut in de meerderheid. Eigenlijk weet ik dat ook wel, maar vergeet het ook wel eens. Wat een vriendelijkheid en gastvrijheid, maar ook wat heerlijk ‘normaal’. Ik had vandaag voor de vierde keer de Elfstedentocht uit kunnen fietsen, maar eigenlijk is dit verhaal veel mooier dan een elfstedenkruisje. Ik hoop dat veel deelnemers zich realiseren dat het met oogkleppen op fietsen van een elfstedentocht eigenlijk maar weinig waard is. Geniet van de weg ernaar toe, dan is het fietsen zelf, maar eigenlijk het hele leven liever en veel leuker. En Remi? Remi is met een vrolijke lach verder fluitend rondgefietst. Leuke gesprekken gevoerd, gelachen en tevreden en voldaan met zijn elfstedenkruisje weer naar zijn liefje in Drenthe gegaan.

Friesland: Bedankt voor dit avontuur! \

This article is from: