5 minute read

Een topper in de bak

Next Article
Holten bruist weer

Holten bruist weer

Hij was amper zes weken oud toen hij aanwezig was bij zijn eerste WK zijspancross. Nog geen achttien jaar later rijdt de Holtense Jens Vincent zelf mee in de hoogste klasse van deze zware, motorische sport. Wat begon als een gave hobby groeide al snel uit tot een serieuze topsport. Jens (17) trapt af: “Het was nooit tot me doorgedrongen dat dit mogelijk zou zijn. Maar nu ik de kans heb, vind ik het super gaaf!”

Zijn interesse voor zijspancross komt niet uit de lucht vallen. Jens: “Mijn vader heeft dit op jonge leeftijd lang gedaan. Daardoor werden mijn beide opa’s ook fan en stonden we vaak met de hele familie te kijken bij wedstrijden. Ook nadat mijn vader al gestopt was met crossen.” Toch begon Jens op jonge leeftijd, net als veel leeftijdsgenoten, met voetbal. “Dat liep toen zo. Ik heb wel een keer, toen ik nog heel klein was, samen met Dirk Jansen (ook uit Holten) een vriendschappelijk wedstrijdje gereden. Toen reden we op een brommertje met een bakje eraan, maar daar bleef het bij. Totdat ik zo’n vijf jaar geleden steeds meer interesse kreeg voor het racen. Ik vertelde mijn vader dat ik het zijspancrossen weleens wilde proberen. Dat vond hij prima, maar dan wel samen met hem.” En zo geschiedde. Met zijn vader op de motor en Jens als bakkenist.

In de hoogste versnelling

De bakkenist bij zijspancross is de persoon die het voertuig in balans houdt. Jens licht toe: “De bakkenist staat in een bak die vastzit aan het frame van de motor. En richting de bochten hang je als het ware uit de bak om de motor in balans te houden. Als ik dat niet goed doe of op het verkeerde moment, kan de rijder sturen wat hij wil, maar dan gaan we over de kop of schiet je rechtdoor.” Samen met zijn vader kreeg Jens de smaak goed te pakken. Totdat corona roet in het eten gooide. “De coronaregels maakten het lastig om nog samen te trainen tijdens de pandemie. Uiteindelijk mocht je onder de achttien jaar weer samen sporten en kon ik dus aan de slag. Alleen mocht dat toen niet samen met mijn vader.” Dus moest Jens op zoek naar een teamgenoot van zijn eigen leeftijd. Gelukkig kende hij nog iemand van vroeger: Dirk Jansen.

“Ik zocht contact met Dirk. Ik wist dat hij ook weer actief was in het zijspancrossen. Hij stond toevallig ook in de bak, maar we besloten het samen te proberen. Hij op de motor en ik als bakkenist. En dat ging al snel heel erg mooi! In 2022 trapten we het seizoen weer goed af, totdat we vlak voor de zomer van de baan raakten bij een race. Hierbij brak Dirk zijn pols en kon hij dus niet verder. Ik dacht dat daarmee mijn seizoen ook voorbij was, totdat ik gebeld werd met de vraag of ik wilde invallen bij een andere rijder. Als bakkenist mag je in principe vrij wisselen, want de rijder op de motor is officieel gezien het team. Zo had ik al eens ingevallen bij een team op een amateur NK. Nu werd ik gebeld of ik wilde meetrainen met mijn huidige team, team Wisselink. Ze zochten namelijk een nieuwe bakkenist.

De training verliep lekker en een week later reed ik mijn eerste clubwedstrijd. Dit ging ook weer goed. Dus vroegen ze me om met hen mee te gaan naar het Open Nederlands Kampioenschap (ONK). Dit is in Nederland het hoogste niveau waaraan je kan meedoen. Wat het extra gaaf maakte, was dat dit ONK werd gereden op het circuit van de Zwarte Cross tijdens het festival. Ook deze wedstrijd verliep top en de klik met mijn rijder, Sven Wisselink, was inmiddels zo goed dat ze me vroegen voor de laatste twee WK-wedstrijden van dat jaar. En voor het seizoen 2023. Dit vond ik wel lastig, omdat ik natuurlijk daarvoor al lekker bezig was met Dirk. Hij zat met een blessure thuis en ondertussen ging het voor mij in sneltreinvaart… Maar hij reageerde gelukkig heel positief. We hebben eind 2022 ook nog een paar wedstrijden samen gereden.”

Een volle planning

Het raceseizoen 2023 belooft een druk jaar te worden voor Jens. Er staan alleen al 14 WK-wedstrijden op de agenda door heel Europa. Daarnaast rijdt hij diverse ONK’s en neemt hij ook nog deel aan verschillende amateurwedstrijden.

“Een wedstrijd begint altijd op zaterdag met een half uur trainingstijd. Vervolgens rijd je een wedstrijd om je te plaatsen. Je hebt dan 20 minuten + 2 rondes de tijd om in de top 12 te eindigen. Als dat lukt, kwalificeer je je voor de race op zondag. Deze wordt gereden in 2 manches. Een manche duurt 30 minuten + 2 rondes. Eigenlijk heb je dus 2 keer de kans om punten te halen. Als je de snelste bent op zaterdag, mag je op zondag als eerste een plek kiezen achter het starthek. Het verschilt per baan heel erg waar je wilt staan. Bijvoorbeeld door de eerste bocht op het circuit of door de kwaliteit van de grond. De eerste 20 crossers die finishen, verdienen punten. De deelnemer die tijdens de 2 manches de meeste punten verdient, is de dagwinnaar. En degene die aan het einde van het seizoen de meeste WK-punten heeft, wordt wereldkampioen!”

Alles met mate(n)

Zijspancross is echt topsport. Er gaat heel wat tijd en voorbereiding in zitten. Jens moet vrijwel elke dag aan de bak. “Ik wissel hardlopen af met krachttraining. In de zomer ga ik vaak zwemmen hier in het buitenbad in Holten. Zijspancrossen vraagt veel uithoudingsvermogen en conditie. Daarnaast train ik ook nog twee dagen in de week op de motor. Ik heb op school een topsportstatus, waardoor ik vrij kan krijgen voor trainingen en wedstrijden. Dat ondersteunen ze gelukkig heel goed.” Dat betekent ook dat Jens er in zijn vrije tijd wel eens wat voor moet laten. “Ik ga zeker met mijn vrienden weg, maar ik kies er natuurlijk zelf voor om topsport te doen. Ik kan het in de meeste weekenden dus niet heel laat maken. Maar ik weet waar ik het voor doe en dat weten mijn vrienden ook. Zeker nu ik op een hoog niveau rijd. Ze snappen het goed en dat is fijn.”

Knappe prestaties

Ondanks dat hij nog helemaal niet zo lang rijdt, heeft Jens al wel een aantal onvergetelijke momenten meegemaakt. “Mijn eerste ONK op de Zwarte Cross was fantastisch. Er stonden duizenden mensen langs de baan en de sfeer was goed. Mijn eerste WK-wedstrijd in Tsjechië was ook gaaf. Die baan was erg mooi en het was bijzonder om voor de eerste keer op zo’n hoog niveau mee te mogen rijden. Daarnaast kijk ik erg uit naar de WK-wedstrijd in Duitsland komende zomer. Ze hebben een mooie baan in Bessenbach en ik heb daar denk ik al wel tien keer een Grand Prix gekeken samen met mijn vader en broertje. Ook reed ik daar al eens mee tijdens een Duits kampioenschap.”

Jens gaat dit seizoen in elk geval zijn uiterste best doen en optimaal genieten van elke wedstrijd. Want op dit niveau kunnen en mogen racen, is bijzonder. Daarvan is Jens zich bewust. “Ik wil via deze weg graag mijn ouders en alle sponsoren bedanken die dit voor me mogelijk maken. Mijn ouders zijn er maar wat druk mee. Zo timmeren mijn broertje en neefje samen ook aardig aan de weg. Daarnaast is het gaaf dat zijspancross echt leeft in Holten. Hier wonen best veel liefhebbers en ook toprijders van vroeger. Neem bijvoorbeeld August Muller uit de jaren 80/90. Die heeft een aantal mooie prestaties behaald.” Of Jens die prestaties op een dag gaat evenaren, dat zal erom spannen. Wij wensen hem in elk geval heel veel succes!

Hallo Romée Groothuis

This article is from: