6 minute read
35 jaar medicijnen bedenken en mensen helpen
from Hallo Holten #6
Regelmatig wordt onze redactie getipt door enthousiaste lezers over leuke onderwerpen. Zo ontvingen we een mail van Linda Sluiter, werkzaam bij Apotheek Vroom. Na 35 jaar stopte eigenaar en naamgever Jan Vroom met zijn Service Apotheek in Holten. Begin dit jaar droeg hij het stokje over aan de nieuwe eigenaren. Wat Linda betreft een mooi moment voor een terugblik. Dat vond de redactie ook, dus we zochten hem op.
- Door Ronny Veldhuis | Fotografie Jennita Stegeman
Al 35 jaar woont en werkt Jan in Holten, maar hij komt hier niet vandaan. Zijn roots liggen noordelijker, in het Groningse Glimmen. “Ik kan me nog goed herinneren dat ik vroeger vanuit huis door het dal van de Drentse Aa en het veengebied daarachter trok op de rug van onze pony, een Haflinger. Vaak besef je pas later hoe mooi het ergens is… Wat overigens ook geldt voor de regio Holten hoor”, zegt hij er snel achteraan. “Mijn vader was er boomkweker. Dat lijkt heel idyllisch, maar in de praktijk was het vaak stressen. Je bent afhankelijk van het weer en dat heb je niet in de hand. Na een bezoek aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen wist ik dat ik dat niet wilde, te specialistisch. Zelfstandig kunnen werken, trok me wel aan.” Op de middelbare school was Jan goed in natuur- en scheikunde en dat vond hij ook leuk. “Daarom koos ik voor de studie Farmacie in Groningen. Daar kon je apotheker mee worden. Dús eigen baas. Bovendien was ik slecht in Franse woordjes. Eén van de redenen om geen Geneeskunde te studeren, want ik zag er tegen op om alle botjes in het lichaam uit mijn hoofd te leren.”
Van Apeldoorn naar Holten
Na zijn studie lagen de banen niet voor het oprapen. “Het was heel moeilijk om aan werk te komen. Bovendien wilde ik niet verder dan Gelderland.” Jan sloeg een baan in Rotterdam af en kwam zo terecht in Apeldoorn. “Daar gebeurde niet alles zoals ik geleerd had. ‘De praktijk is anders’, werd gezegd. Of… ‘wij hebben een andere cultuur’.” Na drie jaar vond hij een uitweg. “In 1985 was Holten nog één van de weinige plekken waar geen aparte apotheek was. De huisartsen deden dat erbij. Ze hadden dit lang kunnen verdedigen, maar zagen in dat dit niet langer kon. Er waren meerdere kapers op de kust, maar na een aantal persoonlijke gesprekken kozen ze voor mij. Ook de gemeente was heel coöperatief.”
Verbeteren service
Ondernemend als hij was, ging Jan vanaf het begin aan de slag met het verbeteren van de dienstverlening. “We bezorgden bijvoorbeeld al snel medicijnen. Ik nam een dame in dienst die op de fiets door het dorp ging en ik reed zelf met de auto door het buitengebied. Later werd dat een jongen op de brommer en nog later iemand met een auto. De service werd op prijs gesteld, want de Holtenaren waren altijd heel tevreden.”
Vanuit de apotheek werd ook veel moeite gedaan voor een goede voorlichting. “Dat deed ik niet alleen voor de eigen apotheek. Ik keek ook naar het grotere plaatje. Samen met een computerleverancier hebben we een systeem bedacht om bijsluiters leesbaarder te maken. De basis hiervan wordt nog steeds gebruikt door zo’n 400 apothekers”, vertelt hij trots.
Denken in oplossingen
De meerwaarde van een apotheker werd al snel duidelijk voor de huisartsen in Holten. “Ze waren blij dat we zelf medicijnen konden maken en soms oplossingen verzonnen die niet standaard waren. Ik weet nog dat we een keer iemand met lasogen hadden. Daar zijn pijnstillende druppels voor, maar dat zorgt voor beschadiging van de oogzenuw. Dus die mag je niet te veel en te lang gebruiken. In overleg met de huisarts voegden we 1 milliliter flesjes met lidocaïne toe aan de oogdruppels, zodat de patiënt in ieder geval de nacht goed doorkwam en niet wakker lag van de pijn tussen twaalf en één ’s nachts.” Of die keer dat Jan rond een uur of vier in de middag een plaatselijke boer aan de telefoon had. “Hij was door zijn rug gegaan, maar moest nog melken. Normaal gesproken, is direct rust nemen het beste. Ik bedacht een capsule met paracetamol en een spierverslapper, zodat hij in ieder geval die middag zijn werk kon afmaken. Voor de dagen daarna moest hij natuurlijk wel een goede oplossing zoeken.”
Tijd vooruit
“In al die jaren heb ik met allerlei verschillende mensen gewerkt, maar ook jarenlang met dezelfde huisartsen. Ten tijde van dokter Sijtsema, begin jaren 90, werd het aantal griepprikken fors verhoogd. Van 300 naar ieder jaar steeds meer. Dat was wel even een hoofdbreker, want hoe pak je dat nu aan… Ik dacht aan het verstrekken van maaltijden in de Mensa (studentenrestaurant) van mijn studententijd. Daar gingen 200 mensen in twee uur eten aan lange eettafels. Ik vroeg de huisartsen of we een sporthal mochten huren. De intake werd gedaan door de assistentes van de apotheek en de artsen stonden hierachter en gaven de prik. Bijna net zoals we de afgelopen jaren hebben gezien met de coronavaccinaties.”
Veranderingen
Eén van de ontwikkelingen die veel invloed had op het vak, is de niet te stoppen automatisering. Jan zag van dichtbij dat dit voor een enorme kwaliteitsverbetering heeft gezorgd. “In 1986 begonnen we te werken met een computer. Zo’n twee jaar later konden huisartsen er ook eenvoudige dingen in doen en daarna ook de groene kaart erin bijhouden. We kregen daardoor veel betere recepten. We hoefden dus minder na te vragen en het zorgde voor minder fouten. Bovendien kon je daardoor veel gemakkelijker gegevens boven water krijgen en de data van groepen patiënten vergelijken”, vertelt Jan. Iets wat direct invloed had op Jans (gezins)leven, was de komst van de mobiele telefoon. “Ik hoefde ineens niet meer te zorgen dat er iemand thuis bij de telefoon bleef, want ik kon de lijn doorschakelen naar mijn mobiele telefoon. De komst van de dienstapotheek had ook grote invloed. Die werden opgezet bij huisartsenposten, zodat mensen buiten normale openingstijden medicijnen konden krijgen. Dat betekende dat onze eigen apotheek in de avond en in het weekend niet meer open hoefde.
Dat gaf veel rust. Al met al vind ik het geweldig mooi dat ik met mijn kennis en de technieken die er zijn, mensen heb kunnen helpen. Dat is toch wel mijn belangrijkste motivatie geweest al die jaren!”
Dubbeltjesjacht
Een ontwikkeling waar hij minder blij mee is, is de continue druk op de zorgkosten. “Ziektekostenverzekeraars hebben de opdracht om de kosten van geneesmiddelen zo ver mogelijk te verlagen. Dit doen ze bijvoorbeeld via aanbestedingen. Vooral bij goedkopere medicijnen gaan ze tot op het bot, omdat het hierbij om grote aantallen gaat. Het gevolg is dat mensen soms jaarlijks over moeten stappen naar een ander medicijn. Ik noem dit ook wel de dubbeltjesjacht. Laat mensen toch gewoon hun eigen, bekende medicijn gebruiken.”
In gesprek met mensen
Een belangrijk onderdeel van zijn werk, was het contact met mensen en de huisbezoeken. “Jaarlijks bezocht ik zo’n tachtig mensen om hun medicijngebruik te bespreken. Dit leverde veel informatie op, die ik dan weer doornam met de huisarts. Gelukkig is de zorg thuis, ten opzichte van vroeger, sterk verbeterd. Onder andere door de wijkverpleging. Het is ontzettend belangrijk om gewoon met mensen te praten. Door alle aandacht voor cholesterol merkte ik bijvoorbeeld eens dat een stel 70-plussers geen melk of kaas meer nam… dat heeft natuurlijk effect op de botten. Daarvoor is voldoende calcium juist goed. Of die keer dat ik er bij een mevrouw achter kwam, dat ze niet tegen de naalden van de spuit met bloedverdunners kon. Doordat we de spullen in de apotheek hadden, konden we het overzetten in een andere spuit en haar zo toch helpen.”
Tijd voor de ‘talenknobbel’
“Ik ben uiteindelijk relatief laat gestopt. Deels door corona, maar vooral door de goede hulp van mijn medewerkers en collega’s”, verklaart Jan. “Ik ben heel blij met de mensen met wie ik heb samengewerkt. Zij pasten als een handschoen om me heen. Zo heb ik veel bewondering voor de assistentes en hoe ze aan de balie omgingen met emoties. En degenen die de roosters maakten, want ik vond het maar wat lastig om met alle individuele wensen rekening te houden. Zij zorgden er met elkaar voor dat ik me kon focussen op mijn vak en de tijd had om met mensen te praten.” Toch is Jan ook blij met de verkoop van zijn apotheek. “Ik heb met de nieuwe eigenaren samengewerkt in de dienstapotheek in Deventer. Dus ik weet hoe ze werken. Bovendien heb ik de afspraak dat ze de apotheek de komende tien jaar niet aan een grote keten mogen verkopen.” En valt hij nu in een gat? “Nee hoor, ik blijf voorlopig lekker in de bedrijfswoning naast de apotheek wonen. Ik ben lid geworden van de post-Rotary en probeer nu toch iets aan mijn ‘talenknobbel’ te doen. Ik was altijd slecht in talen, maar via de app Duolingo leer ik mezelf nu Russisch en lees boeken in het Duits. Zeg maar een soort bucketlist ding!”
Hallo Kim Kortlever en Hessel Rood