4 minute read
Hoe Gerrit Toon kunst werd
In het dorp kent iedereen hem als Gert. Vandaar dat er niet meteen bellen gingen rinkelen, toen in 1989 de naam Gerrit Toon in neonletters op de gevel van het stationsgebouw kwam te staan. Gert Bolte, caféhouder te Gramsbergen, over kunst en eeuwige roem: “Op een gegeven moment valt het niet meer op.”
Gert Bolte herinnert zich nog die oefening met de vrijwillige brandweer bij het stationsemplacement. “‘Gerrit Toon’, vroeg een van de spuitgasten, ‘wie is dat eigenlijk’?” Bolte zal niet triomfantelijk hebben gedaan, want daar is hij de man niet naar. Maar de lach waarmee hij deze anekdote vertelt verraadt dat hij stiekem wel een beetje moet hebben genoten van de verbazing onder zijn makkers. Dat de Gerrit Toon van die neonletters daar gewoon naast ze stond, in brandweeruitrusting.
“In het begin wisten meer mensen ervan, want toen had het net in de krant gestaan”, vertelt Gert Bolte aan de stamtafel in zijn café, recht tegenover het station. Bij het artikel van destijds stond een foto van de kunstenaar en hem in de stationsruimte, klinkend met een glas champagne. “Ik heb die man daarna nooit weer gezien.”
Braco Dimitrijević (1949) was op dat moment al een gevierd kunstenaar, als een van de pioniers van de conceptuele kunst. In de jaren zeventig maakte hij internationaal naam met zijn Casual passer-by-series: portretten van anonieme mensen die op reuzenformaat aan prominente gevels van wereldsteden hingen. Dimitrijevic is gefascineerd door de manier waarop ieders plek in de geschiedenis wordt bepaald door toevalligheid, willekeur maar ook opvattingen en afspraken. Zijn werk bevindt zich in grote musea over de hele wereld.
Voor de route Kunstlijn, een van de voorlopers van Kunstwegen, werd de Bosniër gevraagd ‘te reageren op het station van Gramsbergen’, zoals dat dan in kunstjargon heet. Dat deed hij met in het achterhoofd een ‘legende’ waarin een vorst bij toeval het genie van Leonardo da Vinci ontdekt, terwijl van een tweede kunstenaar aan wiens deur hij voorbij ging nooit meer iets werd vernomen.
Koffie op het terras
In Gramsbergen wilde Dimitrijević Leonardo koppelen aan de eerste toevallige voorbijganger die hij zelf in het dorp tegenkwam. Al kun je erover twisten hoe toevallig de kennismaking tussen kunstenaar en kroegbaas was. “Hij kwam hier met Rudolph Krudop, een van de initiatiefnemers van de kunstroute. Ze dronken een kop koffie op het terras. Ik wist op dat moment niet dat die ander een kunstenaar was. Ik kende Krudop al wel, dus ik raakte eigenlijk vooral met hem aan de praat.” Later belde Krudop naar het café. “Of ze mijn naam mochten gebruiken. ‘Als je het maar netties doet’, zei ik. Ik had
Gert Bolte (rechts) en kunstenaar Braco Dimitrijević in 1990. Links voorzitter Gerrit Jan Polderman van de toenmalige stichting Beeldenroute Overijssel.
toen nog geen idee wat er precies zou gebeuren, ook niet dat het om het station ging. Dat hoorde ik later pas.”
Zo staan zijn officiële voornamen nu al meer dan dertig jaar naast de naam Leonardo op de gevel van het uit 1905 daterende stationsgebouw. Aanvankelijk knipperden de verlichte namen ook nog beurtelings, wanneer de stoptrein Zwolle-Emmen het station naderde of verliet. Stond de trein stil dan brandden ze allebei. De schakeltechniek heeft het jaren geleden al begeven. Het deert Bolte niet. “Het is mooi als je naam wordt vereeuwigd. Ik heb nog nooit een negatieve reactie gehad. Soms hoor je van mensen dat de vraag wie Gerrit Toon is voorbij kwam in een quiz, of in een oriënteringsrit.”
Op de foto
En dan zijn er natuurlijk nog de mensen die de Kunstwegenroute bezoeken, al zijn dat er minder dan de Pieterpad-wandelaars. Bolte pikt ze er zo uit. “Vaak hebben ze
dat boek van Kunstwegen bij zich. Daar kun je mooi op inhaken als je een praatje maakt.” Als het zo uitkomt vertelt hij dan ook dat hij er zelf in staat. “Ik ben al geregeld op de foto gezet.” Toen Kunstlijn in 2000 onderdeel werd van Kunstwegen en koningin Beatrix op bezoek kwam mocht Bolte een deel van de catering verzorgen. De eer om de majesteit in een weiland aan de Vilsterborg een glas witte wijn aan te bieden liet hij aan zijn vaste ober Bert Veurink.
Dankbaar gespreksonderwerp
Inmiddels is het werk van Dimitrijević, maar ook de sculptuur ‘Verzameling retour’ van Tine van de Weyer pal voor het café een vanzelfsprekend onderdeel geworden van Boltes dagelijkse decor. Wat de kunst voor hem betekent? Met een licht schouderophalen: “Ik ben eraan gewend. Op een gegeven moment valt het niet meer op. Zeker nu de verlichting het niet meer doet. Dan hangt het er gewoon.” Een dankbaar gespreksonderwerp blijft het, vindt Bolte. “Het is met kunst net als met het weer: je kunt er altijd over praten maar je bent het nooit eens.” In het begin leidden de kunstwerken in het dorp nog wel tot discussie. “Nu weet je niet meer anders. Ik denk dat de meeste mensen het ook wel zijn gaan waarderen.” \