5 minute read
Evelien De Munck Mortier van Bureau Spoorbouwmeester over Kunstlijn
Kunst die aanspoort tot denken
De spoorlijn Zwolle-Emmen is een bijzonder onderdeel van Kunstwegen. Omdat er op of bij elk station kunst is te vinden, maar ook omdat die kunst tot denken aanspoort. Evelien de Munck Mortier van Bureau Spoorbouwmeester: “Het is een bijna filosofische kijk op reizen.”
Ze kent het gebied uit haar jeugd. “Mijn grootouders hadden een stukje land bij Ommen”, vertelt Evelien de Munck Mortier. “We kwamen er regelmatig. Ook op de stationnetjes van architect Eduard Cuypers in de omgeving.” Van de verhalen erachter kreeg ze pas een goed beeld toen ze recent werkte aan de inventarisatie van alle kunst op en rond Nederlandse stations. Die verscheen vorig jaar in boekvorm, naast het online overzicht van de 350 werken op de website spoorbeeld.nl.
Evelien de Munck Mortier is als adviseur verbonden aan Bureau Spoorbouwmeester. Dat onafhankelijke orgaan, in 2001 opgericht door NS en ProRail, is de hoeder van wat ‘Het Spoorbeeld’ wordt genoemd: het ontwerp- en vormgevingsbeleid van het spoor. Sinds 2016 ontfermt een kunstcommissie van NS, ProRail, een externe kunstadviseur en Bureau Spoorbouwmeester zich over bestaande en nieuwe kunst op stations, met De Munck Mortier als voorzitter.
De werken op en bij de elf stations tussen Zwolle en Emmen nemen in het nationale overzicht een prominente plek in. Want Kunstlijn - zoals het project destijds heette - is in meer opzichten speciaal, volgens adviseur De Munck Mortier. Alleen al omdat het een ambitieus programma was, waarvoor de NS als ‘nationale trots’ en de kleine maar dappere stichting Beeldenroute Overijssel de handen ineen sloegen. Nadat de stichting in 1987 al was begonnen met fotokunst op de stations werd Kunstlijn vanaf 1989 uitgebreid met sculpturen, installaties en ander werk van kunstenaars uit binnen- en buitenland. Het was een belangrijk onderdeel van de viering van het 150-jarig bestaan van de spoorwegen in 1989.
Ook inhoudelijk springt Kunstlijn eruit, stelt Evelien de Munck Mortier vast. Omdat de conceptuele kunst, waarbij het idee belangrijker is dan vorm of materiaal, hier veel sterker naar voren komt dan in die tijd bij stations gebruikelijk was. “In de jaren tachtig en negentig lag het accent meer op monumentale kunst en op kunst die deel uitmaakte van de stationsarchitectuur. Kunstlijn bevat een aantal werken die veel conceptueler zijn, en op een bijna filosofische manier de thematiek van het reizen en de ervaring van het onderweg zijn belichten.”
Onderweg vervloeit alles
Twee sprekende voorbeelden zijn wat haar betreft de werken van de Rotterdamse kunstenaar Rien Monshouwer en de Amerikaan Lawrence Weiner. Met het Huis van reizen (1990) op een zijspoor in Ommen maakt Monshouwer duidelijk dat er zonder thuis geen reis is. “Het leuke is ook dat dit werk vanaf het station niet goed is te zien maar zich in een flits aandient wanneer je in de trein zit.” In Mariënberg laat Weiner je stilstaan bij het passeren, met de tekst Wegvloeien, met of zonder (1991) op de zijgevel van het stationsgebouw. De Munck Mortier: “Onderweg zijn betekent ook dat alles vervloeit: de omgeving, het denken, de ontmoetingen. En soms blijven indrukken tijdens de reis je bij, terwijl andere vervliegen.”
Niet toevallig zijn dit ook twee van haar persoonlijke favorieten. Naast De L’s (1990), twee verlichte zitbanken van de Amerikaanse kunstenaar Nan Hoover in het station van Hardenberg. “Subtiel en krachtig tegelijk. De bewegingen van mensen zorgen voor heel bijzondere spelingen van het licht in de wachtruimte, al zal het misschien niet elke reiziger opvallen.”
Haar ervaring onderstreept het effect dat kunst op en rond het spoor van oudsher wordt toegedicht, als een verrijking van het reizen. Voorbeelden van meer recente kunstprogramma’s zijn Atelier HSL (hogesnelheidslijn), Sunny Cloud (2016) van John Körmeling (de ‘lichtwolken’ die werken als ontmoetingspunt op de vernieuwde stations van Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Breda) en De reiziger (2011) van Sanja Medić in Breukelen.
Andere gedachten
Kunstlijn werd door de initiatiefnemers destijds neergezet als de voorbode van een nieuwe trend: kunsttoerisme per trein. Of dat echt zo werkte waagt De Munck Mortier te betwijfelen. “Ik denk dat het toen al een claim met een knipoog was. Weinigen pakken de trein om op stations kunst te gaan bekijken.” Maar dat kunst en stations een sterke combinatie vormen is een feit, zoals ze opmerkt. “Het is de ultieme vorm van kunst in de openbare ruimte. Stations nemen in stad en dorp een belangrijke plek in. Veel verschillende mensen komen er samen, brengen er tijd door. Hun routines, maar ook het stationsmeubilair, de bewegwijzering en het soort ruimtes op de stations zijn min of meer hetzelfde. Kunstenaars doorbreken dat. Ze brengen mensen op andere gedachten, laten hen iets specifieks van de plek ervaren.”
Dat Kunstlijn sinds 2000 deel uitmaakt van de grensoverschrijdende kunstroute Kunstwegen maakt het effect alleen maar groter, vermoedt ze. Juist omdat het werk op de stations nu onderdeel is van een grotere verscheidenheid aan kunst, die soms tot diep in het omringende landschap verscholen ligt. “Het is een prachtig gebied om op zoek te gaan naar kunst.” \
Künstlerische Denkanstöße per Bahn
Die Bahnlinie Zwolle-Emmen ist ein besonderes Element von Kunstwegen. Nicht nur weil auf jedem Bahnhof Kunst zu entdecken ist, sondern auch weil diese Kunst zum Nachdenken anregt, findet Eveline de Munck Mortier. „Es vermittelt einen beinah philosophischen Blick auf das Reisen.“ Evelien de Munck Mortier ist Beraterin bei Bureau Spoorbouwmeester. Dies ist ein unabhängiger Träger, der im Jahre 2001 durch die Niederländische Bahn und ihre Infrastrukturverwaltung ProRail als Hüter des sogenannten ‚Gesamtbildes der Bahn‘ gegründet wurde: der Richtlinien für Gestaltung und Design der Bahn. Seit 2016 ist sie zudem Vorsitzende des Kunstausschusses, der sich mit bestehender und neuer Kunst auf Bahnhöfen beschäftigt.
Evelien de Munck Mortier trug ebenfalls bei zur der Kunstübersicht auf Bahnhöfen und in deren Umgebung, die im Jahre 2019 erschien. Darin stehen die Werke auf den elf Bahnhöfen zwischen Zwolle und Emmen an prominenter Stelle. Die Kunstwerke wurden ab 1989 im Rahmen des Projekts ‚Kunstlijn‘ der Niederländischen Bahn installiert, in Zusammenarbeit mit der damaligen Stiftung Beeldenroute Overijssel.
Inhaltlich springt ‘Kunstlijn’ vor allem ins Auge, weil die konzeptuelle Kunst - bei der die Idee wichtiger ist als Form oder Material - hier viel nachdrücklicher hervorsticht als es derzeit bei Bahnhöfen üblich war. „Kunstlijn umfasst eine Anzahl Werke, die auf eine beinah philosophische Weise die Thematik des Reisens und die Erfahrungen des Unterwegsseins beleuchten.“