6 minute read
Kort & bondig n
Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling
Begin juli is het rapport ‘Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit is het eindrapport van de werkgroep Vermogensverdeling van het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) die afgelopen Prinsjesdag is ingesteld. Naar verwachting komt rond Prinsjesdag 2022 het kabinet met een reactie op dit rapport.
Advertisement
Het rapport brengt de vermogensverdeling in beeld en constateert op basis daarvan dat de vermogensverdeling de afgelopen 15 jaar over het geheel genomen relatief constant, maar schever is dan eerder gedacht. Er zijn grote en groeiende verschillen tussen groepen huishoudens in de vermogensverdeling. Daar velt de werkgroep geen oordeel over, maar benoemt wel dat een te hoge concentratie van vermogen en een te scheve verdeling van vermogen economisch schadelijk is.
Fiscaal beleid
Vervolgens wordt geconstateerd dat het huidige fiscaal beleid de verschillen tussen huishoudens in de bestaande vermogensverdeling vergroot. De top 1% ervaart een lagere gemiddelde belastingdruk dan andere huishoudens. Door de lagere belastingdruk op inkomen uit vermogen wordt ook het inkomen van verschillende typen werkenden ( werknemers, zelfstandig ondernemers en dga’s) verschillend belast. Ongemerkt is de doelstelling van het huidige belastingstelsel – een evenwichtige belasting van het inkomen tussen verschillende typen werkenden – uit zicht geraakt. Ook vergroot de ruime vrijstelling in de schenk- en erfbelasting via de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) de vermogensongelijkheid binnen de volgende generaties. Tot slot versterken de fiscale subsidiëring van de eigen woning en pensioenen het verschil tussen huishoudens. Onevenwichtige belastingheffing en complexiteit binnen het huidige belastingstelsel leiden tot belastingconstructies en lokken oneigenlijk gebruik uit.
Het rapport beschrijft de volgende beleidsrichtingen op korte termijn binnen het huidige stelsel:
1 Meten is weten: samenhang in beeld brengen van de vermogensverdeling In beeld brengen en monitoren van n belastingtarieven verschillende typen werkenden en belastingdruk van verschillende vermogenssoorten; specifiek ook bij besluitvorming n periodiek/jaarlijks in beeld brengen van opmerkelijke belastingconstructies (beschreven in bijlage van 10 van rapport) n vermogensverdeling blijvend in beeld brengen en daarmee de aandacht hiervoor meer in de beleidscyclus verankeren.
Data n continue overheidsbrede aandacht voor verbetering en borging van data over (nieuwe) vermogensvormen en de daarop gebaseerde statistieken. n borgen van aangiftedata over vermogen en daarbij overwegen om een aandeelhoudersregister in te voeren
2 Fiscale onevenwichtigheden
aanpakken: pakketten die bijdragen aan het beperken van bestaande fiscale onevenwichtigheden
Pakket A Gelijker belasten van verschillende typen werkenden n afschaffen lage Vpb-tarief n afschaffen lenen van de eigen bv inclusief eigenwoningschuld n afschaffen mkb-winstvrijstelling n afschaffen doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon
Pakket B Gelijker belasten van verschillende vermogensoverdrachten n afschaffen vrijstelling goingconcernwaarde in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en vervangen door gunstigere betalingsregeling n afschaffen doorschuifregeling (DSR) voor het aanmerkelijk belang
Pakket C Gelijker belasten van verschillende vermogensvormen
Eigen woning
n gelijker belasten eigen woning met andere vermogensvormen door verhogen eigenwoningforfait en verlagen hypotheekrenteaftrek n waardeontwikkeling belasten bij verkoop
Pensioen
n aftoppingsgrens waarboven pensioen wordt opgebouwd naar € 68.000 n afschaffen netto pensioenregeling
3 Bevorderen van kansengelijkheid via vermogensoverdrachten tussen generaties
n meer progressie in het belasten van schenkingen en erfenissen
4 Richten op verdeling top/midden/
onderkant: het nemen maatregelen vanuit de verschillende groepen in de vermogensverdeling
Top n box 2 vermogen meenemen in bepaling eigen bijdrage langdurige zorg en in vermogenstoetsen toeslagen n brede vermogensbelasting box 1, 2 en 3
Midden n overwaarde eigen woning meenemen in eigen bijdrage langdurige zorg
Onderkant n vermogenstoetsen harmoniseren of geleidelijke vermogenstoets invoeren n verhoging van het wettelijk minimumloon n verplichte winstuitkering van grote bedrijven aan werknemers n monitoren onderkant d.m.v. stresstesten n monitoren problematische schulden n op peil houden van het collectieve stelsel
5 Richten op (internationale) financialisering
n invoeren van box 3 stelsel naar werkelijk rendement, ook voor onroerend goed in box 3 n introduceren vastgoedbelasting (RijksOZB of toeslag op gemeentelijke OZB) n de waarde grond/locatie (gedeeltelijk) belasten
n Zie: www.rijksoverheid.nl/documenten/ rapporten/2022/07/08/ibovermogensverdeling-5-juli-2022
CPB categoriseert bv’s
Na de eenmanszaak is de bv de meest gebruikte ondernemingsvorm in Nederland. Op macroniveau is weinig bekend over bv’s. In het rapport ‘De economische activiteit van besloten vennootschappen’ vult het CPB deze lacune op. Aan de hand van de classificatie van bv’s kunnen de effecten van beleid op bv’s en aanmerkelijk-belanghouders beter in kaart worden gebracht.
Veel bv’s zijn een onderneming in de zin dat met behulp van arbeid en kapitaal een dienst verricht of een goed geproduceerd wordt. Deze bv’s worden werkmaatschappijen genoemd. Er worden ook veel bv’s opgericht om te sparen, te beleggen, een pensioen op te bouwen en vastgoed of deelnemingen in andere ondernemingen te beheren. De fiscale behandeling van alle bv’s is hetzelfde ongeacht het type of de rechtsvorm. Dat contrasteert met de maatschappelijke opvattingen over bv’s. Voor de een staat een bv synoniem met ondernemen en economische activiteit en voor de ander met een manier om de belastingdruk te verminderen. Dit leidt tot verschillende voorstellen om de bv te belasten.
n Zie: www.cpb.nl/sites/default/files/ omnidownload/CPB-Publicatie-Deeconomische-activiteit-van-beslotenvennootschappen.pdf
Aanpak dividendstripping
Half juli heeft het ministerie van Financiën aangekondigd dat het Kabinet aanvullende maatregelen wil nemen om dividendstripping aan te pakken.
De afgelopen periode is onderzocht hoe de aanpak van dividendstripping het beste kan worden verbeterd. Zo is door middel van internetconsultatie de impact van mogelijke alternatieve maatregelen in kaart gebracht. De komende tijd gaat het kabinet de volgende aanvullende maatregelen onderzoeken en verder uitwerken om dividendstripping effectiever te bestrijden: n Beperken verrekening of teruggaaf van dividendbelasting (netto rendement/grondslag-benadering); n Strengere documentatieverplichtingen; n Wettelijk vastleggen van de peildatum waarop wordt bepaald wie het recht heeft het dividend te ontvangen; n Introductie van een wettelijke bepaling waarmee kan worden bepaald of een persoon (samen met verbonden partijen) het economisch belang bij de aandelen houdt. Er wordt verder onderzocht of het mogelijk is om deze alternatieven om te zetten in goed werkende en goed uitvoerbare maatregelen. Ook wordt er gekeken op welke wijze de informatie- en bewijspositie van de Belastingdienst kan worden verbeterd. Daarnaast wordt er ook verder onderzocht of er een aanvullende maatregel moet komen die zich richt op pensioenfondsen. Internationale ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving worden ook gevolgd, omdat dividendstripping zich veelal over landsgrenzen heen afspeelt. Omdat dividendstripping zich steeds verder ontwikkeld, is het ook belangrijk tijdig bij te kunnen sturen waar nodig. Daarom gaat het kabinet de nieuw in te voeren maatregelen monitoren.
n Bron: nieuwsbericht ministerie van Financiën, 15 juli 2022.
Monitoring effecten aanpak belastingontduiking
Eind juni heeft het ministerie van Financiën de Tweede Kamer een update gestuurd over de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontduiking.
Nederland heeft de afgelopen periode veel maatregelen tegen belastingontwijking genomen en uitgebreid beschreven hoe dit wordt gemonitord. Daarbij heeft het kabinet aangegeven dat vooral het effect van de conditionele bronbelasting op renten en royalty’s naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties (de bronbelasting) goed te monitoren is. De bronbelasting pakt rente- en royaltybetalingen (en vanaf 2024 ook dividenden) vanuit Nederland naar laagbelastende jurisdicties namelijk gericht aan.
Belangrijkste boodschap is dat door de verschillende maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen tegen belastingontwijking het geld dat vanuit Nederland naar landen met een laag belastingtarief stroomt, flink is afgenomen. De totale inkomensstroom naar deze landen is op basis van voorlopige cijfers met bijna 85 procent afgenomen van € 38,5 miljard in 2019 naar bijna € 6 miljard in 2021. Dit wordt veroorzaakt doordat de uitgaande geldstroom van renten en royalty’s naar landen met een laag belastingtarief is gedaald van € 36,4 miljard in 2019 naar een voorlopig geschatte € 1,5 miljard in 2021.
Nederland heeft zowel internationale afspraken tegen belastingontwijking streng geïmplementeerd als aanvullend (eenzijdig) nationale maatregelen genomen om belastingontwijking aan te pakken. Verder heeft Nederland actief en constructief meegewerkt aan de afspraken die in internationaal verband zijn gemaakt over een herziening van het internationale belastingsysteem. De Europese Commissie heeft recent aangegeven dat Nederland de afgelopen jaren voortgang heeft geboekt in de aanpak van belastingontwijking.
n Bron: nieuwsbericht ministerie van Financiën, 28 juni 2022.