9 minute read
Bart Snels: Never a dull moment n
Never a dull moment
Advertisement
Bart Snels (1966) studeerde algemene economie aan de KU Brabant. Zijn vervangende dienstplicht volbracht hij bij het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. In 1997 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift genaamd ‘Political mechanisms and institutional interaction: politics in the Dutch economy’. Daarna volgde een opvallend diverse loopbaan, als – onder meer - beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks, universitair docent, ambtenaar op het ministerie van Financiën, journalist, en directeur van het hiervoor genoemde wetenschappelijk bureau. Van 2017 tot 2021 was hij Tweede Kamerlid voor GroenLinks. ‘Ik ben nergens blijven hangen’, constateert Snels zelf tijdens het interview.
Tekst Sylvester Schenk | interview Wil Vennix en Sylvester Schenk | foto’s Marieke Duijsters
Het moet een enerverend jaar zijn geweest voor dr. B.A.W. (Bart) Snels. Op 14 oktober 2021 liet hij weten de Tweede Kamer per 27 oktober 2021 te zullen gaan verlaten. De reden daarvoor was dat hij zich niet kon vinden in de (later overigens door de leden van beide partijen goedgekeurde) nauwe samenwerking van zijn partij GroenLinks met de PvdA. Snels schuwde grote woorden niet en had het in zijn ontslagbrief aan Tweede Kamervoorzitter Bergkamp over kiezersbedrog. Maar – hoe prijzenswaardig – lang genoten van zijn wachtgeld heeft hij niet. Het kabinet benoemde hem namelijk al met ingang van 1 februari 2022 tot inspecteur-generaal bij de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (Inspectie BTD) op het ministerie van Financiën.
In een niet al te ver verleden heeft het Register Belastingadviseurs al eens uitgebreid gesproken met – toen nog – Tweede Kamerlid Bart Snels. Vertrekpunt van de bespreking was het door Snels ingediende wetsvoorstel om (grote) bedrijven bij vertrek uit Nederland een exitheffing te laten betalen. Het wetsvoorstel was natuurlijk vooral bestemd voor Shell en Unilever, bedrijven die Nederland overigens inmiddels verlaten hebben. Het was een genoeglijk gesprek, en er werd – voor op termijn – een vervolgafspraak gemaakt. Toen bekend werd dat Snels tot hoge ambten was geroepen lag een gesprek met hem voor Het Register voor de hand. Maar soms helpt het toeval een handje, want recent liepen de hoofdredacteur van Het Register en de pasbenoemde IG (zie kader) elkaar op station Den Haag CS tegen het lijf. En toen voornoemde hoofdredacteur de fraaie benaming van de functie ter sprake bracht, kwam Snels met het nog veel mooiere verhaal van de speelfilm ‘The Inspector General’ (met in de hoofdrol Danny Kaye) op de proppen (zie kader).
Inspectie belastingen, toeslagen en douane
Een nieuwe inspectie dus, die zich richt op de gang van zaken bij het ministerie van Financiën in de ruimste zin van het woord. Recente gebeurtenissen – die hier niet verder toegelicht hoeven te worden omdat ze genoegzaam bekend mogen worden verondersteld – zullen hierbij een rol hebben gespeeld. Het is hierbij goed om te weten dat de Inspectie BTD niet aan individuele rechtshulpverlening doet. Daarover later meer, maar duidelijkheid over dit vertrekpunt kan teleurstellingen bij gedupeerden (bijvoorbeeld van de Toeslagenaffaire) voorkomen. De Inspectie BTD onderzoekt enkel (mogelijke) structurele risico’s die burgers en bedrijven lopen. Daarbij wordt gekeken naar het hele proces van de totstandkoming van wetten en regels tot de uitvoering. De Inspectie BTD zou dan ook gezien kunnen worden als een bestuurskundig studiecentrum, uiteraard toegespitst op de fiscaliteit. Het doel van de inspectie is dan ook om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en daarmee het vertrouwen van burgers en medewerkers te herwinnen. Dit blijkt ook uit de woorden van Snels kort na zijn benoeming als IG BTD: ‘Ik ben zeer gemotiveerd om vorm te gaan geven aan deze nieuwe inspectie die toezicht gaat houden op belastingzaken, toeslagen en douane. Het is belangrijk om dat te doen vanuit het perspectief van de samenleving. Dan kan de inspectie bijdragen aan betere uitvoering van beleid, waarbij de menselijke maat en voldoen aan rechtsstatelijke normen belangrijke uitgangspunten zijn. Zo wil ik meewerken aan een overheid waar de samenleving op kan vertrouwen.’
Werkwijze
De inspectie valt onder het ministerie van Financiën, maar is onafhankelijk. Ze bepaalt zelf hoe en welke onderzoeken ze zal gaan doen. Alle rapporten van de door de inspectie verrichte onderzoeken worden naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd en staan op de eigen site. De inspectie is volledig vrij in de besteding van het haar toekomende budget en gaat over haar eigen communicatie. De inspectie is verder nadrukkelijk niet gehuisvest op het ministerie van Financiën maar heeft een eigen onderkomen in de Haagse Hoftoren. Weliswaar op een steenworp afstand van het ministerie (dat vanaf de 28e verdieping van de Hoftoren goed te zien is), maar de symboliek is duidelijk. Formeel zou de minister van Financiën de inspectie wellicht nog een zogeheten ‘ministeriële aanwijzing’ kunnen geven, maar ongetwijfeld zal voor Snels hetzelfde gelden als wat Jelle Zijlstra (die destijds als president van De Nederlandse Bank in een vergelijkbare onafhankelijke positie verkeerde) daarover liet weten; ‘dat zal ik niet gaan meemaken’. Kortom, men heeft veel – zo niet alles gedaan – om de onafhankelijkheid van (ook) deze inspectie te garanderen. Toch lijkt een formeel wettelijk kader voor deze onafhankelijkheid te ontbreken. Dat zou er kunnen komen met de komende invoering van de ‘Wet op de rijksinspecties’. De komst van die wet is opgenomen in het coalitieakkoord van 15 december 2021. Tijdens het vraaggesprek betoont Snels zich een voorstander van een snelle invoering van deze wet, waarop ook vanuit de Inspectieraad is aangedrongen. De Inspectieraad (www.rijksinspecties.nl) wordt gevormd door de Rijksinspecties (waaronder de Inspectie BTD), in de woorden van de Raad ‘alle Rijksorganisaties met toezicht als kerntaak, die onderdeel zijn van een ministerie en onafhankelijk zijn’. Naast deze rijksinspecties nemen ook andere organisaties deel aan de Inspectieraad. Deze organisaties zijn de geassocieerd leden. Daarbij kan gedacht worden aan de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht en aan de Nederlandse Emissieautoriteit. Heel veel nieuws ten opzichte van de nu al bij de Inspectie BTD bestaande situatie aangaande de onafhankelijkheid van die inspectie zou de nieuwe Wet op de rijksinspecties niet bevatten, maar het kan natuurlijk geen kwaad om een al bestaande situatie een formeel kader toe te kennen.
Inspecteur-generaal
Volgens de onvolprezen Wikipedia is een inspecteur-generaal (IG) een hoge ambtenaar op een ministerie, rechtstreeks rapporterend aan de minister. De minister fungeert – wat oneerbiedig gezegd – vooral als postbus, want de bevindingen van de IG worden onverwijld ter kennis van het parlement gebracht. Nederland kent op dit moment een tiental IG’s, waaronder dus Bart Snels op Financiën. ’s Lands bekendste inspecteur-generaal was uiteraard Prins Bernard, die van 1945 tot zijn gedwongen vertrek in 1976 (Lockheed affaire) Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) was.
The Inspector General
The Inspector General is een Amerikaanse film, met in de hoofdrol de destijds wereldberoemde komiek Danny Kaye. De film speelt in Rusland waar de burgemeester van een kleine stad te weten komt dat een inspecteurgeneraal incognito op weg is om de corruptie in zijn stad te onderzoeken. Georgi – een kleine oplichter die op de vlucht is voor de politie – wordt voor de onbekende maar gevreesde inspecteur aangezien. De ene helft van de plaatselijke ambtenarij probeert hem te vermoorden, de andere helft probeert hem om te kopen. Als tenslotte de echte inspecteur-generaal arriveert is de verwarring compleet. Maar alles loopt natuurlijk goed af.
Fiscale rechtsbijstand
Een onderwerp dat op dit moment volop in de belangstelling staat, is individuele fiscale rechtshulp. Het gaat daarbij vanzelfsprekend niet in de eerste plaats om belastingplichtigen (en in het verlengde daarvan toeslaggerechtigden) die zich op dit moment al kunnen verzekeren van professionele fiscale rechtshulp, het gaat om – wat in onnavolgbaar Haags jargon heet – de on- en minvermogenden. De Adviescommissie praktische rechtsbescherming in belastingzaken (commissie Van Hout) bracht in april 2021 over deze problematiek al een rapport uit, getiteld ‘Burgers beter beschermd’. De belangstelling vanuit de politiek voor dit onderwerp is waarschijnlijk verder ingegeven vanuit de gedachte dat als benadeelden van recente ‘affaires’ (de toeslagenaffaire werd al genoemd) zich van de bijstand van een belastingadviseur hadden kunnen voorzien – wat betekent: als die bijstand voor hen betaalbaar zou zijn geweest – de problemen niet zo onvoorstelbaar uit de hand gelopen zouden zijn. Al deze politieke belangstelling heeft er toe geleid dat in het hiervoor al genoemde coalitieakkoord – na een beperkte ingroeiperiode – jaarlijks een bedrag van 14 miljoen euro gereserveerd zal worden voor ‘laagdrempelige fiscale rechtshulp en directe fiscale bijstand aan burgers’. Hoe dat geld besteed zal gaan worden in nog niet helemaal zeker, maar de invoering van een onafhankelijke fiscale rechtshulp naar voorbeeld van de Amerikaanse ‘Taxpayers Advocate Service’ (TAS) lijkt voor de hand te liggen. Ook bij het ministerie van Financiën wordt er op dit moment nader onderzoek gedaan naar dit fenomeen, en daarmee wellicht naar zoiets als sociale fiscale rechtshulp. Deze problematiek heeft vanzelfsprekend ook de aandacht van de Inspectie BTD. Het gaat dan niet – het werd al aangegeven – om de individuele problemen van ‘Piet uit Zundert’ (een uit de koker van wijlen ons erelid prof. Geppaart afkomstige fictieve belastingplichtige) maar om dit vraagstuk als structureel probleem.
TAS
Een lichtend voorbeeld op dit gebied is de – grote, machtige en dus gevreesde Amerikaanse – Taxpayer Advocate Service (TAS) (www.taxpayeradvocate.irs.gov). De TAS is een instituut met 2.000 medewerkers en in elke staat een of meer vertegenwoordigingen. Weliswaar is de TAS – net als de Inspectie BTD – onderdeel van de belastingdienst, maar in haar functioneren volkomen onafhankelijk. De grootste bedreiging lijkt nog te komen van het Congres, dat de laatste jaren stevig bezuinigd heeft op het TAS budget. Het kan geen toeval geweest zijn dat het boegbeeld van deze organisatie – voormalig National Taxpayers Advocate Nina Olson – op 8 juni 2022 een uur lang sprak met de commissie Financiën van de Tweede Kamer. Daarvoor sprak zij echter eerst met Bart Snels. Want de problematiek waar Olsen expert in is, kan voor de Inspectie BTD niet anders dan van het grootste belang zijn. Tijdens haar bezoek aan Nederland gebruikte Olsen grote woorden: ‘Met een Nederlandse TAS had de kindertoeslagaffaire naar alle waarschijnlijkheid voorkomen kunnen worden’. Olsen signaleerde ook dat de problemen op dit gebied in de Verenigde Staten opvallend vaak lijken op die in Nederland. Belangrijk daarbij is onder meer dat een dienst (in dit geval de Rijksbelastingdienst) die inkomsten voor de staat moet innen maar zelden de cultuur en expertise in huis heeft om burgers tegelijkertijd te voorzien van inkomensondersteuning. Verder pleitte Olsen voor een ‘dubbele pet’: een Taxpayer Advocate-organisatie moet individuele gevallen onderzoeken en ondersteunen en daarnaast systemische analyses maken en lessen trekken voor beter beleid. Tijdens ons gesprek wees Snels op een belangrijke bevoegdheid van de TAS, die voor de individuele belastingplichtige die in de knel is gekomen (of dat in ieder geval dreigt te komen) van groot belang zijn: de mogelijkheid om – zowel op individueel als op algemeen niveau – de belastingdienst een aanwijzing te geven. Met zo’n aanwijzing (al blijkt het dreigen met het geven van een aanwijzing in de regel voldoende te zijn) wordt de ambtelijke keten doorbroken, en kan er vervolgens snel geschakeld worden. Wat die bevoegdheid van een onafhankelijke Nederlandse organisatie in de Toeslagenaffaire voor betrokkenen had kunnen betekenen, laat zich raden.
Tot slot
Zoals al aan de orde kwam, staat het de Inspectie BTD volledig vrij om haar eigen onderzoeksonderwerpen te kiezen. Maar omdat belastingheffing haast onvermijdelijk plaatsvindt in een samenspel tussen de overheid, de belastingplichtige en diens adviseur en wij als adviseurs dichter dan wie ook met onze neus op de praktijk gedrukt worden, kan het niet anders dan dat wij de Inspectie BTD van uitstekende input kunnen voorzien daar waar het gaat om onderwerpen die zich lenen voor nader onderzoek. Enige tijd geleden heeft de inspectie al contact met ons gehad over haar eerste onderzoeken. Het zou nuttig kunnen zijn als we aan het einde van dit jaar nadere suggesties voor onderzoek kunnen doen. We horen graag van u! <<<