14 minute read
en trusted advisor n
Verslag RB-dag Duurzaamheid
Twee rollen: fiscaal adviseur en trusted advisor
Advertisement
Tijdens de RB-dag stonden RB’s live (eindelijk weer!) en online met elkaar stil bij het thema duurzaamheid. Wat betekent de verduurzaming die volop bezig is voor de belastingadviseur? Wat is de rol van de belastingadviseur bij deze transitie? Is het de taak van de belastingadviseur om op duurzaamheid in te spelen? En: zijn er lessen?
Verslag: Wilma Straathof | Foto’s Manola de Leeuwe
Onder leiding van gespreksleider Simone van Trier start de middag met een korte introductie op het thema duurzaamheid - die zij bij afwezigheid van de zieke Kees Klomp voor haar rekening neemt. Allereerst krijgt CU-kamerlid Pieter Grinwis het woord. Het stikstofdebat waar hij de vorig avond aan heeft deelgenomen, wasemt hij bij wijze van spreken nog uit. Hij begrijpt dat boeren duidelijkheid willen maar voegt daar ook aan toe dat het ook duidelijk is dat we over de ecologische grenzen leven en duurzamer moeten worden. ‘De aarde is gemeenschappelijk bezit, natuur van intrinsieke waarde, daar moeten we beter mee omgaan. Met het oog op biodiversiteit moeten de consequenties op lange termijn meer in ogenschouw worden genomen.’ Kort schetst hij wat er te verwachten is. Dat bijvoorbeeld beprijzen de norm wordt. Ook benoemt hij dat het duidelijk is dat is geen toekomst is voor sommige processen en sectoren. En dat we met schaarstes te maken (gaan) krijgen. Doel is een circulaire economie en de aandachtspunten wat dit betreft voor fiscalisten zijn de milieuinvesteringsafschrijvingen en subsidies. Nu zijn deze 50 procent doelmatig. ‘Toetst u dat?’, vraagt hij aan de zaal. En legt vervolgens uit dat het noodzakelijk is bij beslissingen meer naar de toekomst te kijken. Maar voegt daar ook aan toe dat bij investeringen timing van groot belang is. Soms is het juist beter om te wachten. Zijn boodschap is luid en duidelijk: ‘Kijk vooruit. Het is tijd voor een transitie. Stel je als belastingadviseur daarom de vraag of je advies met het oog op de toekomst houdbaar is.’
Eigen woning en duurzaamheid
Jeroen Strumpel en Pino Vacirca van Woonnu stellen als start van deze kennissessie dat verduurzaming een afname van 35 procent energieverbruik kan opleveren. Naast deze ‘wortel’ noemde ze ook de ‘stok’: Europese regels die verplichten om te verduurzamen. Ofwel: wie hier niet toe wordt verleid, wordt gedwongen. Dat geldt zowel voor nieuwbouw als bestaande bouw. Het betekent concreet transitieplannen op nationaal niveau, energielabels in hypotheekportefeuilles. En financiële instellingen en hypotheekverstrekkers worden verplicht om hun productaanbod te verduurzamen. Nog slecht 2.700 woningen hebben energielabel A++++ en zijn daarmee ‘Parisproof’. Nog zo’n 40 procent van de woningen valt in energieklasse F of G of hoger. Hier moet komende jaren verandering in komen: alle woningen moet op A-niveau zijn in 2050. Wie stilstaat bij deze transitie realiseert zich dat dit een enorme impact gaat hebben. Uit hun verhaal wordt duidelijk dat duurzaamheidsniveau van een woning mede de hoogte van de financiering gaat bepalen. Hoe energiezuiniger je woont, hoe meer je kan lenen. En door alle regels zal ‘grijs’ geld afnemen. Op dit vlak is de transitie ook volop in gang gezet.
Alfa als aanjager
Vervolgens is het woord aan bestuurder Marco Vermin van Alfa Accountants en Adviseurs. Hij licht overtuigend toe hoe zijn organisatie, die voor veel agrarische bedrijven werkt, vormgeeft aan duurzaamheid. Zijn verhaal geeft inzicht hoe je dit kan doen en wat het oplevert. Voor Alfa is duurzaamheid onderdeel van de visie. Vermin: ‘Groeien bij Alfa is van betekenis zijn voor de wereld om je heen. Dat is voor ons geen reclameboodschap, maar een overtuiging die we echt vorm willen geven’. Alfa is een zogenaamde B-Corps, dat is een internationale certificering voor organisaties die hun winstoogmerk
verzoenen met het collectieve belang en de hoogste normen halen op sociale en ecologische prestaties. Vermin noemt heel concrete voorbeelden en vertelt dat dit voor Alfa nadrukkelijk een gezamenlijke opgave is, die ook zo wordt ervaren, want elke medewerker is eigenaar; de organisatie is honderd procent eigendom van de medewerkers. Zijn boodschap is dat duurzaamheid die van bovenaf wordt opgelegd geen goede richting is. ‘Winst is niet vies, maar er meer. Het gaat om een intrinsieke motivatie; stimuleren en normeren. Bij een advies is dat na te gaan door de vraag te stellen of dit advies de wereld ten goede komt. Kun jij je kinderen hiervan overtuigen?’ Alfa ziet zichzelf als aanjager van verduurzaming. Klanten informeren ze over de verschillende mogelijkheden. Ondernemers helpen ze om hun bedrijf toekomstbestendig te maken. Hij eindigt met een overzicht van wat er zijns inziens op het gebied van fiscaliteit en subsidies zou moeten komen (zie kader). Na deze eerste inleiding wordt in de zaal meermalen naar de microfoon gelopen om een vraag te stellen en online stromen vragen binnen. Ter plekke vraagt bijvoorbeeld erelid Leo Stevens zich hardop af: ‘Wat heeft
Arbeid en duurzaamheid
Hoogleraar Kilian Wawoe van de VU projecteert een foto van een groep olifanten en vraagt zich vervolgens af wat het weer terugkeren naar de werkplek voor deze kudde zou betekenen. De leider van de groep is blij als alles weer draait als vanouds, de senioren ervaren vooral beperking van de vrijheid en de baby-olifant voelt zich meer gesteund door weer als kudde te functioneren. En – benadrukt hij – daar gaat het om bij een kudde: steun. Deze steun is gericht op de zwaksten van de groep. Net zoals op kantoor de aandacht gericht zou moeten zijn op de jongsten en nieuwelingen, die het meest gebaat zijn bij het samen optrekken. Senioren ervaren door de omstandigheden waarin ze verkeren, zoals de doorgaans grotere huizen en een levensfase waarin kinderen minder verzorging nodig hebben, het thuiswerken als zeer prettig, terwijl jonge ouders vooral knelpunten ondervinden. In veel organisaties leeft nu de vraag: hoeveel dagen gaan we na corona weer naar kantoor? Dit vindt Wawoe niet de juiste vraag. ‘Een betere vraag is: wat gaan we na corona op de werkplek doen? Welke rol heeft het samenkomen?’ Daarbij onderscheidt hij onder andere creëren, connecten en coördineren. Tot slot heeft hij handige tips voor werkgevers en werknemers.
Beleggen en duurzaamheid
Deze kennissessie van Edin Mujagic macro-econoom en hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer, is een macroeconomische analyse waarin hij het verband tussen duurzaamheid en beleggen uitlegt. Titel van zijn bijdrage is dan ook: beleggen en duurzaamheid zijn Siamese tweelingen. Hij legt haarfijn uit dat het er niet toe doet of je al dan niet gemotiveerd bent om je duurzaam te gedragen. De beleidsbeslissingen die al zijn genomen en worden gemaakt, maken dat je er iets mee moet. Als voorbeeld noemt hij dat NextGen EU is gekoppeld aan duurzaamheid en de voorwaarden op het gebied van duurzaamheid die de ECB stelt aan obligaties, de ESG’s (Environmental Society Governance). Bedrijven die niet inspelen op deze vernieuwing, zetten zichzelf buiten spel. Bij het vormen van een beleggingsportefeuille moet je hiermee rekening houden.
Hans Hauwe tijdens de kennissessie ‘Bedrijfsonroerend goed’. de RB op het gebied van duurzaamheid tot nu toe betekent? Is dat heel veel, of kan het beter? Dan somt hij op: ‘Er zijn fiscale instrumenten. Er is agrofiscale kennis. Mijn gevoel is dat het allemaal nog concreet moet worden. Dat vraagt om fiscale techniek. Is er bijvoorbeeld een blauwdruk naar de agrarische omslag? Wat vindt de politiek?’ Waarna hij aangeeft dat het nodig is om de blauwdruk te maken. Aansluitend hierop voegt oud-voorzitter Wil Vennix hieraan toe dat het RB hier iets in kan betekenen: ‘Wij hebben verstand van het mkb. Daar wordt nu geen gebruik van gemaakt, terwijl het mkb de ruggengraad van de economie is’.
Paneldiscussie
Na de verschillende kennissessies (zie kaders) eindigt de bijeenkomst met een paneldiscussie over de rol van de belastingadviseur op het gebied van duurzaamheid. Op het podium zitten Diana Clement, voorzitter van de SRA, Rogier Prins, zelfstandig belastingadviseur en de man achter duurzaambelastingadvies.nl, Fred de Jong, lector Sustainable Finance & Tax bij de HAN, Ralph Rijnders, oud-voorzitter Jong RB, Barto Piersma, directeur bij RVO en bestuurder Willem Faassen van RB. ‘Bereiken we een meer duurzame samenleving alleen door meer regelgeving?’ is de eerste stelling die aan het
panel wordt voorgelegd. Als opmaat wordt eerst de mening van de deelnemers gepeild. Zo’n zestig procent blijkt het met deze stelling eens te zijn, tegen 40 procent oneens. In het panel zijn de stemverhoudingen anders. Daarbij wordt gewezen dat het niet alleen om regelgeving gaat. ‘Naast regelgeving is er ook intrinsieke motivatie nodig’, betoogt Barto Piersma. Hij is het vooral niet eens met het woordje ‘alleen’ in de stelling. Dat blijkt voor meer panelleden te gelden. Regels kunnen wel helpen. Fred de Jong benadrukt dat regelgeving vooral kan versnellen. Diana Clement: ‘Wij zijn de blauwe professionals; wij gaan uit van regels’. ‘De duidelijkheid en structuur die regelgeving ons biedt, vinden wij fijn’ vult Ralph Rijnders aan. ‘De wet- en regelgeving helpt ook om het vliegwiel op gang te brengen.’ Barto Piersma noemt daarop dat regelgeving niet het enige is, maar wel ondersteunt. ‘Het zorgt ook voor een level playing field.’ Tot slot voegt Roger Prins hieraan toe dat bij de regels niet alleen naar de Nederlandse, maar ook Europese
Veel RB’s waren voor het themadeel naar Den Bosch gekomen.
regels moet worden gekeken. ‘Het is belangrijk dat die in lijn zijn. Net zoals het belangrijk is dat deze worden gemonitord.’ Als voorbeeld noemt hij hybride auto’s, die aanvankelijk zijn gestimuleerd, maar achteraf niet zo duurzaam zijn.
Lichtblauwe adviseur
De tweede stelling is ‘Een belastingadviseur moet zich alleen richten op de fiscale aspecten van duurzaamheid’. Daar blijkt meer dan 70 procent van de deelnemers het niet mee eens te zijn. Willem Faassen toont zich blij verrast over deze uitkomst. ‘Goed dat er breder wordt gekeken dan alleen de fiscale aspecten. Onze klanten verwachten denk ook de komende jaren een iets meer ‘lichtblauwe adviseur’.’ Waarmee hij doelt op een adviseur die ook een sparringpartner is op het gebied van andere dan de fiscale tools. Wat heb je nodig aan tools om die rol waar te kunnen maken?, stelt gespreksleider Simone van Trier als vervolgvraag. Ralph Rijnders: ‘Onze basis is kennis van de wet- en regelgeving – zo zijn wij opgeleid – dat zit in onze rugzak. Maar de klant verwacht meer. En dan gaat het om oprechte interesse en een proactieve houding. Wij moeten kunnen doorvragen – waar wil de klant naar toe en wat is daarbij de rol van duurzaamheid? Is duurzaamheid een belemmering of een kans? Je moet dat soort vragen durven te stellen. De markt heeft steeds meer behoefte aan een integraal advies. Als je een deel van de kennis niet in huis hebt – zoals subsidie of financiering – dan moet je een goed
Bedrijfsonroerend goed en duurzaamheid
‘Wat kunnen jullie je klant hierin bieden?’ vraagt Hans Hauwe, adviseur Energie en Duurzaamheid aan het begin van deze kennissessie. ‘De klant zit altijd tussen angst en spijt. Angst om de keuze te maken, en spijt dat hij de keuze niet heeft gemaakt. De vraag is: wanneer stap je in?’ Aan die verschillende stadia (en ook risico’s) zijn verschillende subsidies gekoppeld. Innovatie wordt vaak ondersteund met een eenmalig bedrag waarmee de techniek getest kan worden. Om meer ervaring op te doen zijn er ontwikkelingsubisidies, investeringssubsidies en fiscale regelingen en tot slot is er een wettelijke verplichting. Tegen die tijd zijn er geen subsidies meer, dan ben je te laat.’ Daarna geeft hij antwoord op de eerder gesteld vraag: Wat kan je als adviseur? De klant helpen met het nemen van de juiste beslissing; ofwel adviseren over de juiste keuze op een passend moment. Hij benadrukt vervolgens het belang van meten. ‘Als je weet wat je verbruikt, kan je terugverdientijden in beeld brengen. Het grootste effect wordt bereikt door de opgewerkt energie zelf te gebruiken. Bedrijven zouden een energetische aanpak moeten maken en die laten aansluiten op het productieproces, want met het terugleveren verdien je immers veel minder - de opslagen maken energie duur.’ Hij voorspelt ook dat er techniek gaat komen die daarop in gaat spelen door te reageren op de energiecapaciteit. Dus dat bijvoorbeeld de vaatwasser gaat draaien op het moment dat er een overproductie is van energie door de zonnepanelen.
In de zaal werd meermalen naar de microfoon gelopen. Ook online stroomden vragen binnen.
Duurzaam vervoersbeleid
‘Vervoer is een onderwerp waar de leiding van organisatie altijd wel aandacht voor heeft omdat het direct heeft te maken de arbeidsvoorwaarden en er kosten mee gemoeid zijn’, stellen inleiders Wesley van der Wal en Arjos Bot van leasemaatschappij Arval. Tijdens de kennissessie zelf blijkt dat het onderwerp ook bij de RB zeer leeft – er zijn veel vragen en levendige discussies. Bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheid van de werkgever over de vervoerskeuze (en de uitstoot) en het beprijzen. ‘Aandacht voor vervoer is nodig, want de wereld verandert in hoog tempo’, is hun belangrijkste boodschap. ‘Nieuwe generaties wensen meer flexibiliteit en vinden het zelf kunnen kiezen belangrijk. Steeds meer werkgevers richten zich hierop, want hierop kunnen ze zich onderscheiden. Ook nieuw is dat ze de vervoervraag zich niet alleen richt op de keuze tussen de verschillende vervoersoorten, maar dat meer in vervoerketens wordt gedacht. Het gaat ook niet meer alleen over auto’s maar ook over vele andere vervoersmiddelen, zoals e-bikes. Door meer in vervoerketens te denken, kan vervoer ook efficiënter worden of minder tijd kosten.’ De toekomst is ook deelmobiliteit. Als je als werkgever hier actief in wordt, dus zelf een dashboard hebt, dan kan je de gewenste flexibiliteit bieden en het maatwerk, waar behoefte aan is. En ben je als werkgever aantrekkelijker. netwerk hebben.’ Hij benadrukt vervolgens dat het gevaar schuilt dat duurzaamheid te groot wordt gemaakt. ‘Mijn advies zou zijn: maak het kleiner en zo concreet mogelijk. Houd het dicht bij huis, denk vanuit de wet- en regelgeving. Ik denk dat dat dat de meeste kans van slagen heeft.’ Kennis op het gebied van duurzaamheid hoeft de belastingadviseur niet zelf te hebben. ‘Je hoeft de wereld niet te kennen, maar wel je netwerk. Kortom weten waar je kennis kan halen, bij RVO bijvoorbeeld’, zegt Barto Piersma. Fred de Jong legt een net iets ander accent. ‘Je hoeft niet integraal te adviseren, maar je moet wel steeds integraler kunnen denken. Duurzaamheid heeft te maken met arbeidsmarkt, met digitalisering. Al die grote thema’s komen bij elkaar en klanten hebben daarmee te maken. Daar moet je op aanhaken.’ Vervolgens vertelt hij dat de hogeschool dit zelf ook doet. ‘Onze toekomstige belastingadviseurs leiden we op met het dna van duurzaamheid. Duurzaamheid is – net als ethiek - niet iets aparts, maar verweven in alle onderdelen van de studie.’
Omslag
De derde stelling is dat de omslag naar duurzaamheid makkelijker is voor kleine kantoren dan grote. Tachtig procent van de deelnemers is het hier niet mee eens. Willem Faassen: ‘Misschien zijn kleine kantoren wel wend-
baarder. Allesbepalend is hoe de directie hierin staat’. Diana Clement: ‘In kleine organisaties spreek je elkaar misschien eerder aan’. Aan de orde komt ook dat kleine bedrijven bij de dga aan tafel zitten die van nature al meer gericht zijn op duurzaamheid. Dat biedt veel kansen.
Intrinsieke motivatie
Zo’n tachtig procent van de zaal is het eens met de stelling dat de intrinsieke motivatie van de adviseur belangrijker is dan de wet- en regelgeving. Bij de discussie hierover komt er een reactie uit de zaal van Henk Oostdam, die de paneldiscussie samenvat. ‘Ik onderscheid twee rollen. Als belastingadviseur zit ik op ongelijk niveau met mijn klant. Als trusted advisor zit ik op gelijk niveau en praat ik over alle onderwerpen die op dat moment voor de klant belangrijk zijn. Vooral als trusted advisor is duurzaamheid een onderwerp van gesprek. En dan is de intrinsieke motivatie om duurzaamheid te bespreken van wezenlijk belang. Als fiscalist ga ik uit en baseer ik me op regelgeving. Leg ik deze uit of licht ik deze toe.’ Dit rol-onderscheid herkennen de panelleden en wordt een goede invulling gevonden van de rol van de RB. Waarbij wel de vraag wordt gesteld of klanten dit rolonderscheid in een gesprek kunnen herkennen. Tot slot komt aan de orde welke redenen er zijn om duurzaamheid te agenderen. Fred de Jong geeft daarop antwoord. ‘Er is wet- en regelgeving en die wordt alleen maar uitgebreider. Het kan een rationele beslissing zijn om aantrekkelijk te blijven als bedrijf, ofwel een bedrijfseconomische prikkel.’ Hij vat dit samen met het volgende citaat: ‘omdat het hoort, omdat het moet, omdat het loont’. En daarmee besluit hij de paneldiscussie. <<<
Fiscaliteit & Subsidies:
Voorstellen van Alfa
Algemeen
n Verschuiving van belasting van het wenselijke (arbeid) naar het onwenselijke (vervuiling, overconsumptie). n Introductie van grensbelasting (bijv. op CO₂-uitstoot) n Differentiatie van btw-tarief o.b.v. schadelijkheid of wenselijkheid van de belaste goederen/diensten. n Energieprijsreparatie d.m.v. algemene teruggave i.p.v. met prijscorrectie door belastingverlaging.
Onroerende zaken
n Maak uitgaven voor verduurzaming aftrekbaar van de winst (nu veelal activering als verbetering).
Personeel
n Fiscaal aantrekkelijke medewerkers participatieregeling (box 3). n Stimuleer duurzame inzetbaarheid van de werknemer. n Verlaag LH op medewerkers die bij NET Zero bedrijven werken. n Stimuleren van medewerkers om duurzame investeringen in huis/ woonomgeving te doen. n Hybride werken (thuiswerken) fiscaal stimuleren. n Differentiëren in kilometervergoeding.
Vervoer
n Bijtelling auto van de zaak is een te lange periode een percentage van de volledige cataloguswaarde, dit stimuleert vervanging: 5 jaar lage bijtelling, 15 jaar catalogusprijs en daarna pas naar werkelijke waarde. n Bijtelling afhankelijk maken van werkelijk privégebruik (gps-tracking). n Rekeningrijden invoeren, vervuiler betaalt. n Afbouw van fiscale voordelen voor vervuiling/uitputting van grondstoffen. Bijv. accijnsvrije kerosine. n Verlaag btw op reizen met de trein (verder, nu 9%), vliegen is nu nagenoeg belastingvrij. n Belast CO₂ uitstoot/emissies.