6 minute read

Kleermaker in Auschwitz

Next Article
COLOFON

COLOFON

IDE LEIB KARTUZ

Toen David Van Turnhout aan Dirk Verhofstadt vertelde dat zijn grootvader een Pools-Joodse immigrant was die als kleermaker Auschwitz had overleefd, ontstond het idee om hierover een boek te schrijven: Ide Leib Kartuz. Kleermaker in Auschwitz. Het resultaat van hun onderzoek is indrukwekkend.

Advertisement

Kurt Beckers

De auteurs hebben grondig onderzoek verricht in de archieven van België en Polen, interviewden getuigen en reisden voor dit boek naar Polen, Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk en Miami. Zo zijn ze erin geslaagd het leven van Ide te reconstrueren, een leven dat ze tegen de achtergrond hebben geplaatst van de politieke ontwikkelingen van de jaren 20, 30 en 40 van vorige eeuw. Wanneer ze op zoek gaan naar de plaats in Polen waar Ide is opgegroeid, krijgt de lezer een bijzonder scherpzinnige analyse van het groeiende antisemitisme in Polen. Nog voor de nazi’s Polen binnenvielen, werd het leven voor de Joden alsmaar moeilijker. ‘Vooral het opkomende extreme Poolse nationalisme, dat gebaseerd was op een anti-Joods christelijk denken, beïnvloedde steeds meer mensen.’ Joodse winkels, handelaars, ingenieurs en artsen werden geboycot. Het werd Joden verboden om verder te studeren en de eerste pogroms werden georganiseerd. We zijn dan nog maar halverwege jaren 30.

We zien hoe nationalistische en racistische ideeën deel gaan uitmaken van het politieke bestel. De auteurs lijken ons wel te waarschuwen. Ide vlucht van dit antisemitisch geweld en vestigt zich met zijn vrouw en kinderen in Antwerpen, waar hij het beroep van kleermaker uitoefent. David Van Turnhout en Dirk Verhofstadt zijn benieuwd hoe het leven is verlopen van Ide’s familieleden, die wel in Polen zijn gebleven.

Ide heeft nog een hele strijd met de Belgische overheid moeten aangaan om erkend te worden als politiek gevangene, om zijn erkenning als weerstander en als nabestaande en ook om het verkrijgen van de Belgische nationaliteit

Allen belandden ze in het getto van Radomsko en de auteurs kwamen tot de gruwelijke vaststelling dat ze allemaal vergast zijn in het concentratiekamp Treblinka. ‘De poort valt dicht. Een motor slaat aan en het gas verspreidt zich. Een half uur later liggen de lichamen in een van de reusachtige putten die een zware graafmachine heeft uitgegraven. Zo moet het ongeveer gebeurd zijn voor hen en honderdduizenden anderen.’ De auteurs zijn emotioneel aangedaan. ‘Het maakte een verpletterende indruk op ons. De stilte is hier oorverdovend, de aanblik overrompelend. We willen even alleen zijn en elk apart de emoties van deze plek verwerken. Compleet van de kaart keren we terug naar de parking. Treblinka is een mokerslag.’

Intussen verblijft Ide met zijn vrouw Chaja en hun kinderen in Antwerpen waar de antisemitische ressentimenten ervoor zorgen dat de strop steeds strakker en strakker wordt aangespannen voor de Antwerpse Joden. Ide gaat in het verzet en wordt lid van de verzetsgroep Onafhankelijkheidsfront (OF) waar hij de opdracht krijgt om sluikpers te verspreiden, manifesten aan te plakken en financiële steun te verdelen. De arrestaties van de

Joden lieten niet op zich wachten en Ide werd op 22 juli 1942 opgepakt en afgevoerd naar Breendonk, waar hij ongeveer één maand verbleef. De volgende halte was de Dossinkazerne in Mechelen. Op 25 augustus 1942 stapt Ide met zijn vrouw en kinderen op de treinwagon oostwaarts richting een kamp waarvan men nooit eerder had gehoord: Auschwitz. Bij aankomst werden zijn vrouw en kinderen onmiddellijk naar de gaskamers afgevoerd. ‘We hebben er het raden naar hoe Chaja, Charles-Victor en Simone zich voelden toen ze van de trein werden gebruld. Zonder twijfel waren ze enorm angstig en verward. Zouden ze hebben gehuild? Hebben ze nog hun papa gezien? We kunnen alleen maar hopen dat ze niet te veel hebben afgezien. Dat ze niet te veel klappen hebben gekregen en dat ze bij elkaar mochten blijven. Dat de warme knuffels van hun mama het laatste is wat de kinderen hebben mogen voelen toen ze met honderden andere naakte mensen in de gaskamers werden gepropt.’ Ide bleef leven omdat hij geselecteerd werd om te werken. Omdat hij kleermaker was, was hij nuttig en wie nuttig was had een kans om Auschwitz te overleven.

Aan de hand van verslagen van getuigen proberen de auteurs een beeld te schetsen van hoe het leven voor Ide in Auschwitz eruit moet gezien hebben. Hij werkte in Blok 1 en omdat hij ook kleren moest herstellen van SS’ers geraakte hij aan extra voedsel en andere voordelen. Toch was het leven bijzonder hard en heeft Ide het sadistische gedrag van SS’ers aan den lijve moeten ondervinden. ‘De SS’ers riepen dat hij en zijn kameraden moesten aantreden. ‘Het is een feestdag’ zo zeiden de nazi’s, ‘en jullie mogen op de eerste rij staan om het mee te maken.’ Om de hoek hing echter een lange balk waaraan nog drie levende Joden bengelden. Ze waren opgehangen en Kartuz en zijn makkers kregen het bevel om naar hun doodsstrijd te kijken.’

Toen het Rode Leger op 12 januari 1945 Polen binnenstormde, gaf de SS-leiding van Auschwitz de opdracht om te evacueren. Ide moest in de vrieskoude een dodenmars wandelen naar Loslau waar ze in goederenwagons werden geladen richting het vernietigingskamp van Mauthausen in Oostenrijk. Mauthausen had verschillende subkampen waar de gevangen van onder andere Auschwitz naartoe werden gebracht toen het Duitse Rijk op instorten stond. Er was een enorm capaciteitsprobleem en de levensomstandigheden waren gruwelijk. Duizenden gevangen stierven door uitputting, honger en ziekte. Op 21 februari werd Ide opnieuw afgevoerd naar het subkamp Sankt Aegyd am Neuwalde in Neder-Oostenrijk. De horror die de auteurs vervolgens omschrijven is verbijsterend. ‘Ze sliepen in het slijk, er waren geen toiletten, er was nauwelijks eten en drinken en de rottende lijken lagen naast de zieken mee onder de zeilen.’ Na een week werd Ide opnieuw op transport gezet, richting Gunskirchen. Ook daar waren de levensomstandigheden weerzinwekkend. ‘Bijna alle gedetineerden waren ondervoed of ernstig ziek. Dagelijks stierven gemiddeld 200 mensen. Hun lijken lagen opgestapeld in de barakken of verspreid in de modder over het domein tussen de bomen in het bos.’

De auteurs brengen een krachtig pleidooi voor herinneringseducatie in het onderwijs

Op 4 mei 1945 is het dan zover. Ide heeft de hel op aarde overleefd en wordt bevrijd door het Amerikaanse leger. Hij woog nog slechts 38 kilogram en was helemaal aan het einde van zijn krachten. Maar daar eindigt het boek nog niet. Ide keert terug naar Antwerpen, waar hij zich opnieuw als meester kleermaker vestigt. Van Turnhout en Verhofstadt richten vervolgens onze aandacht op een onderbelichte kant van de overlevenden die uit die hel zijn teruggekeerd: Ide heeft nog een hele strijd met de Belgische overheid moeten aangaan om erkend te worden als politiek gevangene, om zijn erkenning als weerstander en als nabestaande en ook om het verkrijgen van de Belgische nationaliteit. Hij huwt met Joséphine Vervloet en het koppel krijgt twee kinderen, Benno en Ellen. Ide sterft op 8 september 1995 en werd als politieke gevangene begraven op het militair erepark op het Schoonselhof in Antwerpen.

WIR SIND ZURÜCK

Naast een eerbetoon voor de grootvader van David, wil dit boek een dam opwerpen tegen de vergetelheid van Auschwitz en de vernietigende kracht van totalitaire regimes. De kracht van het vergeten is immers bijzonder actueel. Met het verdwijnen van de laatste rechtstreekse getuigen bestaat het gevaar dat de herinnering uiteindelijk verdampt. Om deze herinnering levend te houden, brengen David Van Turnhout en Dirk Verhofstadt een krachtig pleidooi voor herinneringseducatie in het onderwijs. ‘Om te begrijpen wat het nationalisme en het nazisme hebben aangericht zou elke scholier en elke burger minstens drie plaatsen moeten bezoeken: het In Flanders Field Museum in Ieper over de Eerste Wereldoorlog, die een enorme impact had op het interbellum, het Fort van Breendonk, waar vooral politieke andersdenkenden tijdens de oorlogsjaren werden opgesloten en de Kazerne Dossin in Mechelen, waar ruim 25.000 Joden en zigeuners werden verzameld om te worden afgevoerd naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau.’

Dit boek waarschuwt ons. De lokroep van het autoritarisme en nationalisme wint vandaag overal aan kracht. Volgens de auteurs hebben we allemaal de opdracht om in de eerste plaats jongeren bewust te maken van één van de grootste tragedies van de vorige eeuw waarin, naar de woorden van György Konrad, de mens werd verpulverd tot een ding.

David Van Turnhout en Dirk Verhofstadt, Kleermaker in Auschwitz: Ide Leib Kartuz. Uitgeverij Houtekiet, 2019, 332 p.

This article is from: