02 nieuwsbladrgdispuut, nr 2 (november 2013)

Page 1

NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

2013

JA A R G AN G 1

| A F LE V ER IN G 2

| 22 N O V E M BE R 20 13

NIEUWSBLAD RGDispuut COLOFON Nieuwsblad RGDispuut is het verenigingsblad van het Rotterdams Gezondheidsrecht Dispuut en verschijnt circa tienmaal per jaar. Jaargang 1 Aflevering 2 November 2013 Hoofdredacteur Astrid van der Wal Redactie Iris Bakx Claudia de Geus Ietje Kok Maitri Ramadhin Sanne Vos Eindredactie Iris Bakx Astrid van der Wal Digitale media Ietje Kok Maitri Ramadhin Sanne Vos Lithografie & vormgeving Ietje Kok Sanne Vos Reacties en contact redactie@rgdispuut.nl Social media facebook.nl/RGDispuut

Woord van de redactie Beste lezer, Allereerst willen wij iedereen heel hartelijk bedanken voor de enthousiaste reacties op de eerste nieuwsbrief! Wij hopen dat jullie het tweede nieuwsblad met net zoveel plezier zullen lezen. Aan nieuws en interessante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen in ieder geval geen gebrek. Zo zijn de strafzaken tegen huisarts Tromp (‘zaak Tuitjenhorn’) en neuroloog Jansen Steur de afgelopen maand vrijwel dagelijks in het nieuws geweest. Wij hebben voor jullie in deze zaken de belangrijkste ontwikkelingen samengevat. Ook het zorgverzekeringsrecht is een ´hot item´ in november: zorgverzekeraars dingen om de gunst van de verzekerde. In de column van promovenda Danielle Duijmelinck kunnen jullie meer lezen over het belang van keuzevrijheid voor verzekerden. Naast deze actuele ontwikkelingen is er ook ruimte voor verdieping. Allereerst is er een interview met advocaat Ernst Van Bemmelen Van Gent over drie recente, niet onomstreden tuchtzaken waarin het handelen van holistisch verloskundige Laura van Deth en twee collegaverloskundigen ter discussie stond. Ernst van Bemmelen Van Gent heeft in deze zaken opgetreden als belangenbehartiger van de verloskundigen. Daarnaast kunnen jullie in de column van Lisette Figueiredo lezen hoe het is om stage te lopen op de juridische afdeling van een academisch ziekenhuis. Tot slot willen wij jullie graag voorstellen aan Sanne Vos, die met haar praktijkervaring in de zorg én juridische kennis de redactiecommissie komt versterken. Veel leesplezier! Hartelijke groet,

1e bestuur RGDispuut Elisabeth Paarlberg – Voorzitter Varsha Sewnath-Sewcharan – Vice-

voorzitter

Francis de Vries – Secretaris Tessa van der Plicht – Penningmeester Claudia de Haan – Commissiaris

Interne Betrekkingen Marieke Huijgens – Webmaster Mai Fleetwood Bird – Adviseur Kenneth Watson – Adviseur

Astrid van der Wal & Iris Bakx redactie@rgdispuut.nl IN DEZE AFLEVERING:

Woord van de redactie 1 | Even voorstellen 2 | Interview mr. Van Bemmelen van Gent 3 | Actualiteiten zorgverleningsrecht 7 | Uitgelicht: de zaak Tuitjenhorn 24 | Gastcolumn Lisette Figueiredo 26 | Actualiteiten zorgfinancieringsrecht 27 | Verslag thema-avond Orgaandonatie 31 | Gastcolumn Danielle Duijmelinck 33 | Uitgelicht: de zaak Jansen Steur 34 | Actualiteiten zorgverzekeringsrecht 36 | Jurisprudentie 40 | Literatuur 49 |

1


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Even voorstellen: een nieuw redactielid!

Commissaris Digitale Media & Vormgeving Mijn naam is Sanne Vos en ik ben vanaf november lid van de redactiecommissie van het Rotterdamse Gezondheidsrecht Dispuut. Ik heb afgelopen zomer de master Recht van de Gezondheidszorg afgerond met mijn scriptie over euthanasie bij mensen met dementie. De master Recht van de Gezondheidszorg was voor mij een logische keuze. Ik heb altijd al in de gezondheidszorg gewerkt: zo was ik tijdens mijn studie medewerker communicatie van een grote zorginstelling in Rotterdam. Na het lezen van de nieuwsbrief van het dispuut was ik gelijk enthousiast en wilde ik mijn steentje bijdragen. Voor mij de perfecte manier om op de hoogte te blijven van alles rondom het gezondheidsrecht en om een link te houden met de universiteit. Ik ga mij met plezier inzetten voor de nieuwsbrief en de andere communicatiemiddelen van het dispuut!

Facebook

Logo

Het RGDispuut heeft sinds een tijdje een eigen groepspagina op Facebook: Facebook/rgdispuut. Word lid, ´like´ ons en blijf op de hoogte van alles rondom het RGDispuut! Op dit moment is het bestuur ook druk bezig met het ontwikkelen van haar eigen website. Wordt vervolgd…

Met trots presenteert het bestuur aan jullie het logo van het RGDispuut! Het logo vertegenwoordigt de drie pijlers van het RGDipuut: ten eerste de stad Rotterdam, ten tweede de gezondheidszorg en ten derde het recht. Kortom, alles waar het RGD zich sterk voor maakt!

2


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Interview mr. Van Bemmelen van Gent

Binnen de beroepsgroep van verloskundigen bestaat sinds enige tijd discussie over de vraag in hoeverre een verloskundige mag meegaan met de wensen van de moeder wanneer die een bevalling wenst die afwijkt van de geldende beroepsnormen voor verloskundigen. De belangrijkste relevante beroepsnormen zijn neergelegd in de beroepscode van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (hierna: KNOV), het Verloskundig Vademecum en de Verloskundige IndicatieLijst (hierna afgekort als de ‘VIL 2003’). Ook van belang is de ‘28 maart -brief’, waarin de NVOG en KNOV recent hebben aangegeven hoe verloskundigen om dienen te gaan met “een zorgvraag die buiten de gangbare protocollen en/of richtlijnen ligt”. De meerderheid van de beroepsgroep houdt vast aan de bestaande praktijk om een bevalling vooral als een medische (geïndiceerde) handeling te benaderen. Zij volgen daarbij de in het Vademecum en de VIL 2003 neergelegde beroepsnormen, die invulling geven aan de professionele standaard van art. 7:453 BW. Daarentegen is een kleine groep verloskundigen van mening dat deze ‘medicalisering’ en ´protocollisering´ van de bevalling een onwenselijke ontwikkeling is: zij bepleit de methode van de “hands off” bevalling, die erop neerkomt dat de vrouw op eigen kracht haar kind baart en medisch ingrijpen bij de bevalling zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Deze discussie kreeg onlangs een nieuwe impuls door drie uitspraken van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam van 4 juni jl. In alle zaken ging het kort gezegd om het volgende. Een vrouw die zwanger is van een tweeling of een kind in een stuitligging wenst een thuisbevalling, maar vindt voor die wens geen of onvoldoende gehoor bij haar gynaecoloog in het ziekenhuis. De vrouw zoekt daarop elders hulp om de door haar gewenste thuisbevalling mogelijk te maken. Zij vindt die hulp bij holistisch verloskundige Laura van Deth en haar collega’s Rebekka Visser en Elisabeth Polak. De IGZ begint een tuchtrechtelijke prcoedure tegen deze verloskundigen. Volgens de IGZ handelden de drie verloskundigen in strijd met de eigen beroepsnormen, die voorschrijven dat zij in een dergelijke situatie de vrouw hadden moeten overtuigen om toch in het ziekenhuis te bevallen dan wel, indien dit niet lukte, de zorgrelatie met de vrouwen hadden moeten beëindigen. De tuchtrechter oordeelde dat het handelen van de drie verloskundigen inderdaad tuchtrechtelijk verwijtbaar was. Laura van Deth kreeg de zwaarste maatregel opgelegd: onvoorwaardelijke doorhaling uit het BIG-register.

3

Ernst van Bemmelen Van Gent studeerde rechtsgeleerdheid aan de UvA en heeft daarna cum laude een LLM-graad behaald aan de Universiteit van Dresden. Hij begon zijn juridische carrière in als advocaat in het ondernemingsrecht. In die hoedanigheid heeft hij een groot aantal bekende bedrijven van juridisch advies voorzien, waaronder ABN Amro, Shell, Burger King en Heineken. Inmiddels legt hij zich ook toe op het gezondheidsrecht, in het bijzonder op vraagstukken rondom het begin en het einde van het leven. Naast zelfstandig advocaat is Ernst Van Bemmelen Van Gent werkzaam als docent HBO-Rechten aan de Haagse Hogeschool en is hij directeur van het Bynkershoek Instituut.


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Binnen de beroepsgroep van verloskundigen zijn er op dit moment dus belangrijke ontwikkelingen gaande. Wij spraken hierover met mr. Ernst Van Bemmelen Van Gent, advocaat van Laura van Deth en Elisabeth Polak die zich tuchtrechtelijk moesten verantwoorden voor hun handelen. U heeft zich in uw carrière als advocaat voornamelijk gericht op de ondernemingsrechtelijke praktijk. Het gezondheidsrecht is bij u pas later in beeld gekomen. Hoe bent u als advocaat bij deze tuchtzaken betrokken geraakt? Een collega die een tijdens haar bevalling geholpen was door Laura van Deth hoorde dat zij op zoek was naar een advocaat, omdat de IGZ een tuchtklacht tegen haar had ingediend. Zij heeft ons met elkaar in contact gebracht. In mijn ondernemingsrechtleijke praktijk heb ik mij bezig gehouden met het bijstaan van maatschappen in ziekenhuizen en andere ondernemingen in “Ik heb niet de de zorgsector. Ik ben dus al geruime tijd bekend met de juridische kant van de traditionele zorgsector. Daarnaast probeer ik als docent het concrete belang van gezondheidsmensenrechten voor de dagelijkse praktijk over te brengen aan mijn studenten. rechtelijke De bescherming van mensenrechten is altijd relevant, niet alleen in de meest benadering schrijnende gevallen. Ik probeer in mijn werk mijn specialisaties – gevolgd.” ondernemingsrecht, gezondheidsrecht en mensenrechten (red.) – continu met elkaar in verbinding te brengen en op die manier een juridische ‘meerwaarde’ te creëren. Zo heb ik deze tuchtzaken ook vanuit van verschillende invalshoeken benaderd: ik heb niet de traditionele gezondheidsrechtelijke benadering van het al dan niet opvolgen van de professionele standaard gevolgd, maar juist ondernemingsrechtelijke en mensenrechtelijke aspecten van de voorliggende casus aan de orde gesteld. In uw pleidooi stelt u zich op het standpunt dat het Regionaal Tuchtcollege niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. Volgens u dient het college eerst een aantal prejudiciële vragen aan het HvJ-EU te stellen alvorens het de aan de orde zijnde problematiek kan behandelen. In het medisch tuchtrecht is dit een vrij ongebruikelijk verweer. Waarom heeft u deze strategie gekozen? Allereerst zal iedere beginnende advocaat je kunnen vertellen dat wanneer je als advocaat de gedaagde partij in rechte bijstaat, een beroep op de onbevoegdheid van het gerecht een vast onderdeel van de processtrategie is. Naar mijn mening leent de zaak van Laura Van Deth zich voor behandeling door het HvJ-EU en kunnen er dus prejudiciële vragen worden gesteld. Via deze ingang wilde ik het juridische leerstuk waar het eigenlijk om ging – het zelfbeschikkingsrecht van de moeder – door middel van een prejudiciële vraag aan het HvJ-EU voorleggen. In de jurisprudentie van het HvJ-EU zien we namelijk steeds vaker dat mensenrechten een rol spelen. Ik verwacht dat deze ontwikkeling zich in de toekomst alleen maar sterker zal doorzetten. Een belangrijke reden hiervoor is dat sinds december 2007 het (herziene) Handvest van Grondrechten van de EU van kracht is. Daarin is voor alle EU-burgers het grondrecht op toegang tot de gezondheidzorg en bescherming van de gezondheid expliciet genoemd (art. 35 Handvest; red.). Daarnaast speelt de politiek een rol: iedere (internationale) rechtelijke instantie wil zichzelf profileren als een instantie met een zeker gewicht en de manier bij uitstek om dit te doen is door de beoordeling van mensenrechten naar zich toe trekken. Tel hierbij op de omstandigheid dat het EHRM in Straatsburg structureel overbelast is en enorme achterstanden heeft bij de zaaksbehandeling. Ik voorspel dat het HvJ-EU in de toekomst steeds belangrijker gaat worden voor de bescherming van de mensenrechten van EU-burgers.

4


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Het Regionaal Tuchtcollege was in haar uitspraak nogal kortaf over deze prejudiciële vragen. Wat is uw reactie hierop? Naar mijn mening heeft het Regionaal Tuchtcollege niet goed op haar netvlies welke rol het EUrecht in de dagelijkse praktijk van justitiabelen speelt, althans zou moeten spelen. Dit blijkt wel doordat ze mijn standpunt hebben verworpen met een beroep op een verouderde verdragsbepaling: art. 234 EG-Verdrag. (Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, zijn het EG- en het EU-Verdrag gewijzigd in het VEU en VWEU. De prejudiciële vragen zijn sinds die wijziging geregeld in art. 267 VWEU; red.) De drie tuchtzaken hebben veel aandacht gekregen binnen de beroepsgroep, maar ook in de nationale pers. Naast de Volkskrant, het Parool en Trouw, heeft ook het televisieprogramma EenVandaag aandacht besteed aan de uitspraken van de tuchtrechter. Wat is uw mening over de discussie zoals die binnen de beroepsgroep en de media gevoerd wordt? De discussie zoals die nu gevoerd wordt, vind ik juridisch gezien niet altijd zinvol. De uitspraken van het Regionaal Tuchtcollege worden vooral geplaatst in de sleutel van een (te) vergaande protocollisering van de zorg en een te sterke nadruk op de professionele standaard. Ik zeg dit met alle respect, maar te weinig betrokkenen, zowel voor- als tegenstanders van deze protocollisering, stellen daarmee de juridische vraag aan de orde waar het in deze zaken echt om gaat: het zelfbeschikkingsrecht van een zwangere vrouw. Dat recht is onder meer mooi verwoord in de recente uitspraak van het EHRM in de zaak Ternovszky vs. Hongarije. In de huidige discussie over botsende belangen tussen moeder en kind zijn er een aantal juristen, waaronder jullie docent Rob Kottenhagen, die het belang van de ongeborene sterk benadrukken. Ik denk dat hierin te ver doorgeschoten wordt: de belangen en rechten van de vrouw worden te makkelijk opzij geschoven zodra zij zwanger is. Wanneer we het belang van het ongeboren kind als enig uitgangspunt nemen, is de situatie waarin een vrouw in barensnood tegen haar zin in een ambulance en met politiebegeleiding naar het ziekenhuis wordt gebracht niet ver weg meer. Het grootste probleem in deze zaken is dat er niet naar de vrouwen in kwestie geluisterd is. De vrouwen voelden zich in hun sterke voorkeur voor een thuisbevalling niet gehoord en niet serieus genomen door hun gyneacologen. Door de moeizame relatie met de gyneacoloog kwam het contact tussen de vrouw en mijn cliënte pas vlak voor de bevalling tot stand. De verloskundigen treffen dan een situatie aan waarin een vrouw binnen een aantal dagen of weken, en in één geval zelfs ieder moment, kan gaan bevallen, maar pertinent niet naar het ziekenhuis wil. Volgens hun beroepscode moeten zij deze vrouwen aan hun lot overlaten - hoewel dit later in de 28-maart brief door de NVOG en de KNOV weer sterk wordt genuanceerd. Mijn cliënte kon het in deze zaak daarom eigenlijk nooit goed doen: enerzijds voelde zij zich juridisch en moreel verplicht om de vrouwen te helpen, anderzijds schrijft de VIL 2003 voor om de zorgrelatie met de vrouw te beëindigen en haar niet te helpen. “Het grootste probleem in Wat op dit moment geldt ten aanzien van dit laatste punt is echter deze zaken is dat er niet niet geheel duidelijk, omdat de 28 maart-brief deze beroepsnorm naar de vrouwen in sterk nuanceert: volgens die brief mag een zwangere vrouw nooit kwestie geluisterd is.” aan haar lot worden overgelaten. Dit is precies wat mijn cliënte heeft gedaan: zij heeft de vrouw in een moeilijke periode naar beste kunnen bijgestaan. In de procedure betwist de IGZ de juridische status van deze brief en het Regionaal Tuchtcollege gaat hier – naar mijn mening te gemakkelijk – in mee. Een dergelijk standpunt van twee gezaghebbende beroepsverenigingen mag bij de beantwoording van de vraag of mijn cliënte tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld niet zonder meer worden gepasseerd. Dit doet de tuchtrechter echter wel.

5


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Gelukkig zien we in Nederland inmiddels ook initiatieven ontstaan waarin meer wordt geluisterd naar de wens van de vrouw. Het mooiste voorbeeld hiervan vind ik de polikliniek die het AMC binnen de muren van het ziekenhuis heeft opgericht. In deze polikliniek wordt samengewerkt door gyneacologen, verloskundigen, doula’s, vroedvrouwen, jeugdzorg en maatschappelijk werkers. Deze polikliniek is speciaal gericht op vrouwen die een thuisbevalling wensen, ook wanneer dit niet in overeenstemming zou zijn met de in de beroepsnormen voorgeschreven procedure. Hier wordt weer echt geluisterd naar de vrouw: de wens van de vrouw is leidend voor de inrichting van het behandelplan: zowel voor, tijdens als na de bevalling. Dit is essentieel voor het verlenen van goede verloskundige zorg. Deze Poli op Maat levert ondertussen goede resultaten op in dit soort zaken waarin de professionele mening van (medisch) specialisten over de te geven zorg botst met de sterk ontwikkelde inzichten van intelligente zwangeren die gedocumenteerd vraagtekens plaatsen bij de wetenschappelijke basis van die professionele mening. Door goede communicatie komen alle partijen eruit en bereiken datgene dat iedereen wenst: een gezonde baby en een gezonde en tevreden moeder. Hoe gaat het nu met Laura Van Deth? Voor zover ik weet gaat het prima met mijn cliënte. Ze mag haar praktijk niet meer uitoefenen, omdat ze niet meer als verloskundige in het BIG-register staat. Ze is dus werkloos. Wel wordt ze regelmatig uitgenodigd als gastspreker bij bijeenkomsten over dit thema. We hebben inmiddels hoger beroep tegen de uitspraak ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege. Er zijn veel punten waarop het Regionaal Tuchtcollege naar mijn idee steken heeft laten vallen. Het is nu afwachten wanneer het hoger beroep zal dienen, maar wij zien dit vol vertrouwen tegemoet. En indien nodig, gaan we door tot “Straatsburg”! Tuchtzaken  RTG Amsterdam 4 juni 2013, ECLI:NL:TGZRAMS:2013:12.  RTG Amsterdam 4 juni 2013, ECLI:NL:TGZRAMS:2013:13.  RTG Amsterdam 4 juni 2013, ECLI:NL:TGZRAMS:2013:14. Beroepsnormen  De KNOV Beroepscode.  Verloskundig Vadecum 2003, waarvan de Verloskundige Indicatielijst onderdeel uitmaakt.  ‘28 maart’-brief van NVOG en KNOV, dd. 28 maart 2013. Meer lezen en zien?  EHRM 14 december 2010, no. 67545/09 (Ternovszky v. hungary)  S. Jans, ‘De tuchtzaken en het TvV’, TvV oktober 2013, p. 33-34.  Reactie KNOV op uitspraken tuchrechter over verloskundig handelen, TvV oktober 2013, p. 35-36.  Hendriks, ‘Verloskundigen terecht veroordeeld wegens schenden professionele normen’, TvV oktober 2013, p. 36-37.  J. Nijhuis, ‘Het moet niet veel gekker worden: verloskundige zorg in Nederland anno 2013’, TvV oktober 2013, p. 38.  Verbeek, ‘Baren buiten het boekje’, TvV oktober 2013, p. 40-43.  S. Valk, ‘Veiligheidsbeleid is uitdrukking van versimpelde werkelijkheid’, TvV oktober 2013, p. 44.  M. Verkerk, ‘Het goede doen is meer dan het goed doen’. TvV oktober 2013, p. 45-46.  M. van Diem, ‘De tuchtzaken door audit-ogen’, TvV oktober 2013, p. 47-48.  Hendriks & E. Kingma, ‘Tuchtzaak verloskundigen grote misser’, Medisch Contact 40, 2 oktober 2013.  W.L.J.M. Duijst, J. van Eyck & R.J.P. Kottenhagen, Perinataal beleid; uiteindelijk eigen keuze van de zwangere?, NTOG 2013, p. 351-354 en reactie van E.A.F. Dancet e.a., NTOG 2013, p. 355-357.  Bekijk hier het item ‘Verloskundige uit ambt om risicovolle thuisbevalling’, EenVandaag dd. 18 juli 2013.

6


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Actualiteiten zorgverleningsrecht

Medische machtigingen in letselzaken geheel herzien De Werkgroep Implementatie Medische Paragraaf heeft twee nieuwe machtigingsformulieren ontwikkeld bij de Medische Paragraaf van de Gedragscode Behandeling Letselschade. Het gaat om de ‘Medische volmacht’ en de ‘Gerichte medische machtiging’. De werkgroep hoopt hiermee dat

in de toekomst de overdracht van medische gegevens in letselschade-zaken zorgvuldig(er) zal verlopen. Verder hoopt zij dat het gebruik van medische machtigingen zal toenemen. De nieuwe machtigingsformulieren zijn hier te downloaden.

TAGS: letselschade, medische aansprakelijkheid, procesrecht | BRON: DeLetselschaderaad.nl

Onduidelijkheid over nieuwe Jeugdwet en licht verstandelijk beperkten Op donderdag 17 oktober jl. is de Jeugdwet door een ruime meerderheid in de Tweede Kamer (VVD, PvdA, CDA, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP) aangenomen. Toch blijven er onduidelijkheden bestaan. Zo leek het er tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel lange tijd op dat de Jeugdwet binnen de gehandicaptensector alleen betrekking zou hebben op de behandeling en ondersteuning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen. Onduidelijk is echter hoe deze groep precies moest worden afgebakend: een IQ-grens bleek geen goed criterium te zijn. Inmiddels is duidelijk dat de ondersteuning (overigens is onduidelijk is of dit ook geldt voor behandeling!) van alle jongeren met een

verstandelijke beperking onder de Jeugdwet zal vallen. Hierop bestond aanvankelijk één uitzondering: de zorg voor jongeren die levenslang intramurale zorg nodig hebben; deze zorg zal vanuit de nieuwe kern-AWBZ gefinancierd worden. Onlangs is deze uitzondering verruimd. Een motie van D66 en ChristenUnie heeft ertoe geleid dat de zorg van jongeren die niet intramuraal zijn opgenomen, maar thuis wonen en overdag begeleiding krijgen in een kinderdienstencentrum ook vanuit de kern-AWBZ gefinancierd zal worden. Op deze manier wordt kinderen de mogelijkheid geboden zo lang mogelijk thuis te wonen. Een motie van de ChristenUnie en D66 om hetzelfde te regelen voor logeren is aangehouden.

Kamerstukken II 2012/13, 33 684, nr. A.

TAGS: Jeugdwet, jeugdzorg, kern-AWBZ, minderjarigen | BRON: VGN.nl

Regionaal meldpunt voor kindermishandeling en huiselijk geweld Vanaf 2015 moeten gemeenten op grond van de nieuwe Jeugdwet een regionaal meldpunt voor kindermishandeling en huiselijk geweld hebben. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is begonnen met een programma om gemeenten te ondersteunen bij het opzetten van een regionaal meldpunt. Het ondersteuningsprogramma Adviesen

Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) van de VNG gaat gemeenten hierbij helpen met deskundig advies, producten en instrumenten. Het programmateam bestaat uit zeven deskundigen op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld.

TAGS: jeugdzorg, Jeugdwet, | BRON: Nationalezorggids.nl

7


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Wetsvoorstel Wet Zorg en dwang aangenomen door de Tweede Kamer Na vier jaar voorwerp van behandeling te zijn geweest, is op 19 september jl. is het voorstel voor de Wet Zorg en dwang aangenomen door de Tweede Kamer. De Wet Zorg en dwang zal de Wet Bopz vervangen voor zover het de zorg voor patiënten met een verstandelijke beperking betreft. Uitgangspunt van de Wet Zorg en dwang is het waarborgen van een betere rechtsbescherming van cliënten door het zgn. 'nee tenzij'-principe, waarmee wordt getracht vrijheidsbeperking terug te dringen. Verder worden zorgaanbieders verplicht

toegang te bieden tot een onafhankelijke vertrouwenspersoon en wordt het begrip ‘onvrijwillige zorg’ uitgebreid. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel heeft staatssecretaris Van Rijn aangegeven dat het de bedoeling is dat de wet ook in de thuissituatie gaat gelden. Hiermee wordt de wet niet locatiegebonden maar cliëntgebonden. Dit is een groot verschil met de Wet Bopz, die slechts geldt binnen aangemerkte instellingen. Het wetsvoorstel ligt nu ter goedkeuring voor bij de Eerste Kamer

Kamerstukken II 2008/09, 31996, nr. 2 (wetsvoorstel) en nr. 3 (MvT).

TAGS: Wet Zorg en dwang, Wet Bopz | BRON: Rijksoverheid.nl

Meisje blijvend gehandicapt door te laat gestelde diagnose Een meisje van 8 jaar is gehandicapt geworden door een gemiste diagnose in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). In 2003 is het meisje door haar ouders naar het ziekenhuis gebracht met verschijnselen van sufheid. Pas negen uur later werd de diagnose hersenvliesontsteking gesteld. Het meisje had toen echter al blijvende schade opgelopen. Door de te late diagnose kan het meisje niet meer lopen; zij mist een onderbeen en een aantal vingers. Haar ouders hebben de artsen voor het medisch tuchtcollege gedaagd. Ook

eisen zij schadevergoeding en hebben zij aangifte gedaan bij het OM. De ouders hebben in deze zaak een deskundige ingeschakeld, die concludeert dat het UMCG inderdaad fouten heeft gemaakt. Het UMCG heeft in reactie hierop deels aansprakelijkheid voor de fouten erkend. De betrokken kinderartsen weerspreken de fouten: zij zijn van mening dat de deskundige zich gebaseerd heeft op foutieve en eenzijdige, door de ouders gekleurde, informatie. Over acht weken zal het tuchtcollege uitspraak doen in deze zaak.

TAGS: centrale aansprakelijkheid ziekenhuis, letselschade, medische aansprakelijkheid, tuchtrecht, WGBO | BRON:

DvhN.nl, Skipr.nl,

Neuroloog moet stoppen met behandeling patiënten na verdedigen Jansen Steur Neuroloog Rien Vermeulen, werkzaam bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, heeft het behandelen van zijn patiënten nadat hij collega-neuroloog Jansen Steur in de media heeft verdedigd. Zo verklaarde Vermeulen onder meer dat er vaker diagnostische fouten Alzheimer gemaakt worden. Daarnaast gaf heeft hij toe zelf ook weleens gegevens heeft vervalst om het

medicijn Exelon te kunnen voorschrijven bij patiënten met Alzheimer. Na deze uitspraken heeft het AMC gevraagd of Vermeulen per direct wil stoppen met zijn behandelingen. Zijn patiënten worden overgenomen door colleganeurologen. Desgevraagd is de reactie van het AMC kort maar krachtig: “Wat hij heeft gezegd, wordt niet als verstandig gezien.”

TAGS: beroepsbeoefenaar, Jansen Steur, schorsing | BRON: NRC.nl

8


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Wetsvoorstel Wet langdurige zorg voor advies naar de Raad van State De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Van Rijn wetsvoorstel Wet langdurige zorg naar de Raad van State gezonden. De Wet langdurige zorg zal per 1 januari 2015 de AWBZ gaan vervangen. Doel van de Wet langdurige zorg is dat ouderen en mensen met verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperkingen, passende zorg krijgen

met aandacht voor het individuele welzijn. Ook in de Wet langdurige zorg blijft het recht op zorg bestaan, maar is er voor zowel patiënten als zorgverleners meerr ruimte voor ‘zorg op maat’, waarbij de wensen en mogelijkheden van de cliënt als uitgangspunt dienen. De regering streeft ernaar het wetsvoorstel begin 2014 bij de Tweede Kamer in te dienen.

TAGS: AWBZ, patiëntenrechten, Wet langdurige zorg | BRON: Rijksoverheid.nl

Rapport VWS: Medisch Tuchtcollege schiet zijn doel voorbij Het aantal klachten dat door het Medisch Tuchtcollege gegrond wordt verklaard is te laag, aldus het het rapport ‘Tweede Evaluatie Wet BIG’. Dit rapport is gemaakt in opdracht van minister Schippers en op 13 november jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd. Een belangrijke oorzaak hiervoor is dat veel klachten bij het Medisch Tuchtcollege terechtkomen die eigenlijk bij een klachtencommissie van het ziekenhuis of de huisartsenpost thuishoren. Een van de aanbevelingen die wordt gedaan in het rapport is het openstellen van de mogelijkheid voor het tuchtcollege om deze klachten door te verwijzen in plaats van direct afwijzen. Uit het rapport blijkt dat gemiddeld slechts 14 procent van de klachten die in een jaar ingediend

worden gegrond worden verklaard. Hubben, lid van de commissie en hoogleraar gezondheidsrecht, beveelt aan om de bevoegdheden van het tuchtcollege uit te breiden. Zo moet het college klachten die beter door een andere instantie behandeld kunnen worden niet alleen doorverwijzen, ook moet het college klachten kunnen aanpassen en moeten patiënten waar nodig ondersteund worden, ook in financiële zin. Verder wordt aanbevolen om voor het tuchtcollege de mogelijkheid te creëeren een arts direct te schorsen en niet pas na afloop van de zaak. Bekijk hier het item over het functioneren van het Medisch Tuchtcollege in het programma ‘Nieuwsuur’ van 12 november jl.

TAGS: klachtrecht, klachtencommissie, tuchtrecht, Wet BIG | BRON: Medisch Contact, Volkskrant.nl

IGZ: ‘PIP-borstimplantaten brengen geen verhoogd risico voor de gezondheid mee’ Volgens de IGZ zijn PIP-borstimplantaten veilig voor de gezondheid. De IGZ meldt dit naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. De PIP-implantaten kwam in 2011 in opspraak, omdat veel vrouwen bang waren dat ze door lekken in de implantaten auto-immuunziekten of bindweefselziekten hebben gekregen. Volgens de onderzoekers vormen de stoffen in de implantaten geen risico

voor de gezondheid. Er is geen bewijs gevonden dat de stoffen kankerverwekkend zijn. Wel hebben de PIP-implantaten een hoge kans op scheuren en lekken. In 2012 hebben de IGZ en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie vrouwen die een PIPimplantaat hadden geadviseerd dit preventief te verwijderen. Momenteel wordt er bekeken wat de uitkomsten van het onderzoek betekenen voor dit advies.

TAGS: Europees gezondheidsrecht, medische hulpmiddelen, preventie | BRON: EC.Europa.eu, Volkskrant.nl

9


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Moordaanslag geen beletsel arts te blijven De arts die in juli 2003 een aanslag op zijn vrouw liet plegen, mag als arts aan de slag blijven, dat blijkt uit een vonnis van het Regionaal Tuchtcollege Zwolle. De IGZ is in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het tuchtcollege pleegde de gedaagde de aanslag op zijn ex-vrouw niet in zijn hoedanigheid van arts. De tuchtrechter kan alleen zijn handelen als arts toetsen. De arts werd in 2004 tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld nadat hij in juli 2003 twee junks

opdracht had gegeven zijn ex-vrouw met benzine te overgieten en in brand te steken. Het gezicht van de vrouw is sindsdien onherkenbaar verminkt. De arts had bijna tweederde deel van zijn straf uitgezeten toen hij in vrijheid werd gesteld. Vanaf juli vorig jaar ging hij aan de slag in een verpleeghuis in Enschede. Toen het verpleeghuis eind 2012 achter zijn strafrechtelijk verleden kwam, is de man op staande voet ontslagen.

RTG Zwolle 15 november 2013, nr. 175/2013 (klik hier voor de hele uitspraak). TAGS: beroepsbeoefenaar, disfunctioneren, strafrecht, tuchtrecht | BRON: Medisch Contact

Strengere regels voor cosmetische ingrepen Minister Schippers heeft een brief geschreven aan de Tweede Kamer waarin ze maatregelen aankondigt om de cosmetische sector te reguleren. Maatregelen die de minister heeft aangekondigd zijn onder meer: het aanpakken van cosmetische televisieprogramma’s, het opstellen van een reclamecode, het opstellen van meer specifieke normen voor de betrokken beroepsgroepen en een verbod op cosmetische ingrepen zonder medische noodzaak bij

minderjarigen. Daarnaast krijgt de IGZ middelen en bevoegdheden om de wetgeving ook daadwerkelijk te handhaven. De Nederlandse Vereniging voor Plastisch Chirurgen (NVPC) is blij met deze ontwikkeling. De sector zelf dringt al tijden aan op regulering, omdat cosmetische behandelingen vaak in een slecht daglicht komen te staan doordat ze ondeskundig zijn uitgevoerd of worden uitgevoerd in klinieken die zich kunnen onttrekken aan de regels.

TAGS: kwaliteit van zorgverlening | BRON: Rijksoverheid.nl

Maasstad Ziekenhuis doet aangifte wegens smaad en laster Het Maasstad Ziekenhuis heeft aangifte van smaad gedaan tegen een patiënte die beweert onjuist te zijn behandeld door een plastisch chirurg van het ziekenhuis. De vrouw beschuldigde in een recente uitzending van DWDD de arts van onethisch gedrag bij een door haar in 2000 ondergane cosmetische behandeling. Op televisie gaf de vrouw aan dat zij niet is voorgelicht door de arts over de behandeling om een rimpel op te vullen, dat de arts direct de behandeling heeft uitgevoerd en op meer plekken in haar gezicht dan zij had gewild. Het Maasstad Ziekenhuis weerspreekt alle beschuldigingen aan het adres van de arts.

‘Er is niet onethisch gehandeld’, aldus het ziekenhuis. De vrouw is al lange tijd in conflict met het ziekenhuis, maar tot nu toe werden haar klachten steevast afgewezen door achtereenvolgens de aansprakelijkheidsverzekeraar, de klachtencommissie van het Maasstad Ziekenhuis en het Regionaal Tuchtcollege. Een aangifte tegen de arts is door het OM geseponeerd en de daarop volgende klacht bij het gerechtshof wegens nietvervolging (‘art. 12Sv-procedure’) is afgewezen. De vrouw heeft nu bij het Medisch Tuchtcollege een verzoek ingediend om haar klacht opnieuw te beoordelen.

TAGS: informed consent, kwaliteit van zorgverlening, strafrecht | BRON: MaasstadZiekenhuis.nl, Zorgvisie.nl

10


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Mogelijk 27 doden door Diane-35 In Zembla van donderdag 24 oktober jl. stelt het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb dat mogelijk 27 vrouwen overleden zijn door het gebruik van de Diane-35-pil. Het ging hierbij meestal om longembolie’s bij vrouwen jonger dan 30 jaar. Op 28 oktober zijn er door Tweede Kamerlid Van Gerven (SP) vragen gesteld over deze kwestie. Van Gerven heeft de kwestie in mei ook al aangekaart bij de Minister. Frankrijk had toen de Diane-35-pil van de markt gehaald, dit ondanks de uitspraak van het Pharmacoviglinace Risk Assessment Committee (PRAC) dat Diane-35 onder omstandigheden wel mag worden voorgeschreven. De minister gaf toentertijd aan dat het ANSM voor Frankrijk de geneesmiddelenbewaking zelfstandig uitvoerde en dat dit een nationale bevoegdheid is. Hierdoor kan de weging van baten en risico’s anders uitvallen als de bevindingen van het CBG. Deze inschatting is nationaal tot er een uitkomst is van de Unie-spoedprocedure. Deze was toen nog niet voltooid en de Minister gaf aan dat het aan het CBG is om Nederland te vertegenwoordigen bij het Europees

Geneesmiddelenbureau EMA. Ook wijst ze op de verantwoordelijkheid van het CBG in de procedures voor herbeoordeling van Diane-35 en generieke varianten. Het Risicobeoordelingscomité is op basis van de rapportage van Nederland met een meerderheid van 31 tegen 1 tot de aanbeveling gekomen om Diane-35 en generieken niet uit de handel te halen. Deze aanbeveling is op 30 mei jl. met dezelfde stemverhouding overgenomen door de CMDh. Nu geen sprake is van unanimiteit dient de Europese Commissie een besluit te nemen. Op de vraag van Van Gerven of Nederlandse autoriteiten een mogelijkheid hebben tegen de beslissingen op Europees niveau in te gaan, geeft de Minister aan dat Nederlandse autoriteiten als het gaat om decentraal toegelaten geneesmiddelen zoals Diane-35 onafhankelijk bevoegd zijn te beslissen over het intrekken van een handelsvergunning. Dit kan totdat een besluit in de Unie-spoedprocedure is genomen, deze besluiten zijn bindend voor alle lidstaten.

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, kamervragen 4 juni 2013 en 28 oktober 2013

TAGS: Europees gezondheidsrecht, geneesmiddelen,overlijdensschade| BRON: Ansm.sante.fr, CBG-MED.nl, EMA.europa.eu

Nationaal Contactpunt Grensoverschrijdende Zorg gaat van start Op grond van Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, is Nederland verplicht een nationaal contactpunt voor grensoverschrijdende zorg in te stellen. Daar is het CVZ nu mee bezig, concreet gaat het hierbij om het opzetten van website www.cbhc.nl. Het is mogelijk via de website een vragenlijst in te vullen, dit wordt in de toekomst uitgebreid met informatie. De richtlijn waarop het meldpunt is gebaseerd, vormt een codering van rechtspraak van het HvJ-EU, met name hetgeen is bepaald in het arrest Kohll en Decker in 1998. Op grond hiervan kunnen onderdanen van een lidstaat

een vergoeding krijgen voor medische behandelingen die ze hebben ondergaan in een andere lidstaat. Algemeen doel van de richtlijn is het verduidelijken van patiëntenrechten in een andere lidstaat en financiering van deze zorg. Het meldpunt moet overleg plegen met patiëntenverenigingen, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Hier kunnen patiënten hun vragen over behandelingen in het buitenland voorleggen. Het meldpunt moet bovendien contactgegevens verstrekken van de andere contactpunten in de lidstaten. De richtlijn (en het meldpunt dus ook niet) is niet van toepassing op langdurige zorg, orgaantransplantatie en vaccinatieprogramma’s.

Richtlijn 2011/24/EU, HvJ-EG 28 april 1998 C-120/95 (Decker) en C-158/96 (Kohll) TAGS: Europees gezondheidsrecht, grensoverschrijdende zorg, patiëntenrechten, zorgverzekering | BRON: Skipr.nl

11


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Tot 120.000 zorgbanen op de tocht door bezuinigingen in de zorg Bezuinigen in de ouderen-, jeugd- en thuiszorg zullen leiden tot een verlies van 57.000 tot 120.000 banen in 2017. Dat blijkt uit een rapport opgesteld door van Arbeidsmarktinformatie Zorg en Wel (AZW) over de gevolgen van het huidige kabinetsbeleid voor de arbeidsmarkt in de zorg- en welzijnssector. Het grootste banenverlies zal zich voordoen in de sectoren verpleging en verzorging. De vraag naar laagopgeleide verzorgenden neemt af

vanwege het sluiten van verzorgingshuizen. In de thuiszorg zijn de bezuinigen door de overheid de belangrijkste reden voor de afnemende vraag aan thuishulpen. De SP is verontrust over het kabinetbeleid: “Het rapport toont aan dat het kabinet mensen die werken in de zorg hun baan ontneemt en erger nog, vele hulpbehoevende mensen zonder zorg zal laten ziten. Dit beleid moet zo snel mogelijk van tafel”.

TAGS: bezuinigingen, jeugdzorg, langdurige zorg, thuiszorg | BRON: AZWinfo.nl, Zorgvisie.nl

Arts moet patiënt informeren over risico’s geneesmiddelen Artsen en andere voorschrijvers moeten patiënten beter informeren bij de keuze voor geneesmiddelen. Zij moeten de patiënt altijd op de hoogte stellen van de risico’s en de alternatieven. Dat zegt patiëntenfederatie NPCF in reactie op de Zembla-uitzending van donderdag. Daarin werd duidelijk dat 27 Nederlandse vrouwen mogelijk zijn overleden door de bijwerkingen van Diane-35, een middel tegen acne dat met name werd gebruikt als anticonceptiepil. Volgens de richtlijnen moeten artsen zodra ze bekend zijn met bijwerkingen, deze melden bij Lareb (het instituut dat bijwerkingen van medicijnen registreert). Dat

blijkt nu nagenoeg niet te zijn gebeurd. Blijkbaar is het feit dat dit wel moet volgens de richtlijnen niet voldoende, aldus Wilna Wind, directeur van patiëntenfederatie NPCF. Patiëntenfederatie NPCF vindt dat in de voorschrijfsystemen een signaalfunctie verankerd moet worden, dat artsen erop attendeert als geneesmiddelen een mogelijk verhoogd risico hebben. Met deze aanvullende informatie is de patiënt beter in staat om samen met de arts een besluit te nemen over zijn medicijngebruik. Deze signalering en gedeelde besluitvorming stimuleert zowel de arts als de patiënt om bijwerkingen te melden.

TAGS: geneesmiddelen, informed consent, patiëntenrechten, WGBO | BRON: NCPF.nl

Ernstig zieke kinderen hebben recht op gezonde zorg Een onderzoek dat is uitgevoerd onder 300 gezinnen met zorgbehoevende kinderen heeft geleid tot de conclusie dat er op dit moment vijf knelpunten bestaan die kwalitatief hoogstaande en doelmatige zorg aan ernstig zieke kinderen in de weg staan. De knelpunten lopen uiteen van versnippering in de zorgverlening naar verhoogde kans op mishandelingverrassende inzichten die Het onderzoek, en bijbehorend rapport ‘Ernstig

zieke kinderen hebben recht op gezonde zorg’, is tot stand gekomen door een samenwerking tussen V&VN Kinderverpleegkunde, Stichting Pal, Stichting KinderThuisZorg en Stichting Kind en Ziekenhuis. Daarnaast hebben nog zestien landelijke organisaties het rapport onderschreven. Het is uniek dat een dergelijk rapport wordt ondersteund door zowel patiëntorganisaties, beroepsverenigingen en zorgorganisaties. Klik hier om het rapport te lezen.

TAGS: grondrechten, minderjarigen | BRON: kindenziekenhuis.nl

12


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Nederlandse kankerpatiënten wijken uit naar buitenland voor behandeling Steeds meer kankerpatiënten in Nederland wijken voor een behandeling uit naar het buitenland. Volgens hoogleraren en chirurgen oncologie in België en Duitsland komt dat door de starre, rigide en bureaucratische cultuur van de Nederlandse medische sector. Er is te weinig oog voor de individuele patiënt en er wordt teveel vastgehouden aan protocollen en statistieken, aldus de hoogleraren. De Nederlandse hoogleraar chirurgische oncologie Rob Tollenaar noemt de beweringen van zijn buitenlandse collega’s 'onzin'. 'Richtlijnen zijn er

niet voor niets. Ze zorgen ervoor dat wat je doet, bewezen goed is. Mede hierdoor staat de zorg in Nederland op een zeer hoog peil.' Minister Schippers onderzoekt waarom steeds meer patiënten naar het buitenland gaan. Daarbij gaat het overigens niet alleen om kankerbehandelingen, maar ook om bijvoorbeeld staar- en heupoperaties. Een mogelijke verklaring is het vergoedingenbleid van Nederlandse zorgverzekeraars, waardoor een behandeling enkel vergoed wordt wanneer deze ‘doelmatig’ is.

TAGS: medisch toerisme | BRON: AD. Nl

Organisatie voor mantelzorg vreest voor gevolgen regeldrift overheid ,

Mezzo, organisatie voor mantelzorgers en vrijwilligers, vindt dat patiënten en hun mantelzorgers de dupe worden van de regeldrift van de overheid. De beoogde participatiesamenleving wordt onmogelijk gemaakt door de combinatie van allerlei regels, richtlijnen en protocollen en grootschalige bezuinigingen. Mezzo is bang dat door deze ontwikkelingen de rekening straks bij de mantelzorgers wordt neergelegd. De

organisatie gruwelt van het idee dat naasten verplicht worden mantelzorg te verlenen en ziet meer in vrijwillige hulp van familieleden. Mezzo roept de overheid op het aantal regels te verminderen in plaats van de vermeerderen; instanties worden aangespoord om uit te gaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen. Werkgevers zouden werk moeten maken van een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid, aldus Mezzo.

TAGS: mantelzorg, participatiesamenleving, Wmo | BRON: Parool.nl

Gemeenten zeggen medewerking decentralisatie op Staatssecretaris Van Rijn heeft besloten om verzorging en verpleging voor kwetsbare mensen met een lichamelijke aandoening in één hand te houden binnen de Zvw. Door de maatregel gaan de zorgpremie en het eigen risico waarschijnlijk omhoog. Eerder was er sprake van dat gemeenten verantwoordelijk zouden worden voor de verzorging van mensen thuis. Verzekeraars zouden de verpleging moeten vergoeden. Blijkens de brief van Van Rijn worden gemeenten wel verantwoordelijk voor taken als huishoudelijke hulp en begeleiding van kwetsbare mensen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is boos over deze beslissing van Van Rijn. De koepelorganisatie heeft daarom de mede-

werking met Van Rijn daarom voorlopig opgezegd. De VNG wil 29 november tijdens een bijzondere algemene ledenvergadering aan gemeenten de vraag voorleggen óf en hoe het nu verder moet met de decentralisatie. Tot die tijd werkt de VNG niet samen met het ministerie van VWS. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de NPCF zijn verheugd over de beleidswijziging. Volgens hen komt dit de koppeling van verzorging en verpleging de kwaliteit van de zorgverlening ten goede. Staatssecretaris Van Rijn verwacht naar eigen zeggen niet dat zijn plannen voor de decentralisatie van de zorg vertraging zullen oplopen nu de VNG het overleg hierover heeft opgeschort.

TAGS: AWBZ, decentralisatie, huishoudelijk hulp, verpleging, verzorging, Zvw | BRON: Skipr.nl, Zorgvisie.nl

13


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

ActiZ: ‘Gezonde ouderen te duur voor zorg’ Tehuizen die relatief vitale ouderen huisvesten, komen geld tekort. Doordat zorgkantoren de geldkraan van het overheidsbudget te snel dichtdraaien, dreigen verzorgingsen verpleeghuizen in de knel te raken. Dat stelt brancheorganisatie Actiz. Het gaat om geld voor ouderen die relatief gezond zijn. Omdat zij sinds 1 januari niet meer in een verzorgingshuis mogen wonen, verlaagt de overheid via de zorgkantoren het budget voor de slinkende groep achterblijvers. De instellingen klagen vooral over het tempo waarin dat gebeurt; het budget slinkt sneller dan de groep ouderen die het betreft. Margriet Hommes, bestuurder van ZorgGroep Groningen: 'Wij krijgen in 2014 van het Menzis zorgkantoor voor 100 cliënten geld,

maar er wonen nu 112 mensen. Dat betekent dat Menzis eigenlijk zegt: voor het einde van het jaar moeten 12 mensen zijn overleden.' Menzis erkent dat fors wordt gekort, maar zegt slechts overheidsbeleid uit te voeren. Alle cliënten hebben het recht in het verzorgingshuis te blijven, aldus het zorgkantoor. Het inhuren van externe thuiszorg is een optie. Daarvoor is meer geld gekomen. Maar volgens een woordvoerder is dat niet genoeg om de bezuiniging op zorg in instellingen op te vangen. 'Een instelling kan het tekort omzeilen door een thuiszorgorganisatie in te huren, maar dan heeft dáár een overschrijding van het budget plaats. Dat verplaatst het probleem.'

TAGS: langdurige zorg, thuiszorg, zorgfinanciering, zorgkosten | BRON: Nationalezorggids.nl, Trouw.nl

NPCF: ‘Veel patiënten kennen hun rechten niet’ De meeste vragen die bij de NPCF binnenkomen, gaan over patiëntenrechten. In het derde kwartaal van 2013 zijn in totaal 765 vragen en klachten binnengekomen, 17 procent meer dan vorig jaar. Naast vragen over patiëntenrechten gaan veel vragen over

huisartsenzorg, zorginstellingen, medicijnen en zorgverzekeringen. Uit de vragen die bij de NCPF binnenkomen, blijkt ook dat mensen vaak niet goed weten waar ze met een klacht terecht kunnen als ze het idee hebben dat er een fout is gemaakt.

TAGS: patiëntenrechten | BRON: NPCF.nl

IGZ: beroepsverbod voor arts met kinderporno De IGZ wil een definitief beroepsverbod voor een huisarts uit Oss die in 2007 is veroordeeld voor het bezit van kinderporno. Het beroepsverbod is nodig omdat er een grote kans bestaat de arts weer medische handelingen gaat verrichten. De huisarts werd in 2001 ook al veroordeeld voor ontucht met minderjarigen en kreeg destijds van de strafrechter een beroepsverbod voor de duur van vier jaar. Hij liet zich na die periode weer in het BIG-register inschrijven

als arts. De IGZ was niet op de hoogte van deze veroordeling totdat er begin dit jaar Kamervragen over de zaak werden gesteld. De huisarts mocht vanaf dat moment op basis van een tijdelijk bevel al geen kinderen meer behandelen. De IGZ wil de huisarts nu definitief uit het BIG-register verwijderen. De huisarts meent dat hij het slachtoffer is van karaktermoord door de IGZ. De tuchtrechter doet op 8 januari uitspraak.

TAGS: beroepsbeoefenaar, disfunctioneren, tuchtrecht, Wet BIG | BRON: Skipr.nl

14


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorg voor dementerenden goed geregeld in Nederland De zorg voor demente ouderen is in Nederland bovengemiddeld goed vergeleken met andere Europese landen. Dat blijkt uit onderzoek onder 2.000 dementerenden in acht Europese landen onder leiding van de Universiteit Maastricht. Het door de Europese Unie gefinancierde onderzoek vond plaats in Nederland, Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Frankrijk, Spanje en Zweden. De resultaten verschijnen binnenkort in het Journal of the American Directors Association (JAMDA). De deelnemers aan het onderzoek waren onlangs opgenomen in een verpleeghuis of woonden nog net thuis.De kwaliteit van de zorg werd afgemeten aan de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen, gewichtsverlies, pijn, doorligwonden,

valincidenten, medicijngebruik, depressieve symptomen en overlijden binnen drie maanden na verhuizing naar een verpleeghuis.Over de hele linie scoort Nederland goed en op sommigen punten als beste. Dat zegt Jan Hamers, hoogleraar ouderenzorg aan de Universiteit Maastricht en onderzoeksleider. Vrijheidsbeperkende maat-regelen voor thuiswonende demente ouderen, zoals afzondering of het gebruik van bedhekken, blijken hier bijna niet voor te komen. Het vastbinden van mensen is in Nederland helemaal niet gebruikelijk. In Duitsland en Spanje blijken dergelijke maatregelen het vaakst te worden toegepast.

TAGS: drang, dwang, ouderenzorg, kwaliteit van zorgverlening | BRON: NRC.nl

IGZ: ‘Diagnose Renata kon eerder, maar zorg voldeed’ De diagnose van het Georgische meisje Renata dat vorig jaar november met haar familie werd uitgezet naar Polen, had eerder in Nederland kunnen worden gesteld. De verlate diagnose heeft de prognose en het beloop van de behandeling van het meisje, dat kort na aankomst in Polen acute leukemie bleek te hebben, echter niet negatief beïnvloed. Dit concluderen de Inspectie Veiligheid en Justitie en de IGZ na een onderzoek dat in augustus werd aangekondigd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het meisje en haar vader, moeder, zusje en grootmoeder uit Georgië deden in juni vorig jaar bij de Nederlandse autoriteiten een asielaanvraag. Eind november vorig jaar werd de familie

uitgezet naar Polen, omdat het gezin eerder in dat land verbleef. Volgens Europese regels kunnen ze daarom alleen in Polen asiel aanvragen. Beide inspecties oordelen dat de medische zorg aan het meisje voldeed aan de normen. De betrokken individuele zorgverleners zijn niet nalatig geweest en hebben niet verwijtbaar gehandeld. Wel oordelen de inspecties kritisch over de gebrekkige overdracht van medische gegevens tussen de betrokken zorgverleners. Het medisch beroepsgeheim belemmert volgens de onderzoekers de informatieoverdracht en kan nadelig uitpakken voor een patiënt die zelf niet mondig genoeg is.

TAGS: geneeskundige behandelingsovereenkomst, kwaliteit van zorgverlening, mensenrechten, medisch beroepsgeheim, minderjarigen | BRON: Medisch Contact

15


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Wetenschappers en medici: ‘Verklaring euthanasie jaarlijks verlengen’ Een schriftelijke wilsverklaring voor euthanasie zou jaarlijks moeten worden verlengd om de arts meer houvast te geven voor het geval een patiënt zijn wil niet meer kan uiten, aldus een groep van zes medici en wetenschappers. Door de schriftelijke euthanasieverklaring beperkt houdbaar te maken – maximaal 2 jaar – en deze het liefst jaarlijks te actualiseren, ontstaat meer duidelijkheid in situaties waarin er twijfel kan bestaan over de mate van wilsbekwaamheid van een patiënt die

euthanasie wenst. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een herseninfarct of dementie. Het is van belang dat tijdens het ziekteproces regelmatig door arts en patiënt over de wilsverklaring wordt gesproken. Dit zou dan ook schriftelijk moeten worden vastgelegd, met een herbevestiging van de wilsverklaring en een aantekening in het medisch dossier. De wilsverklaring is dan geen eenmalige uiting, maar een ‘levend document’.

TAGS: euthanasie, wilsbekwaamheid, Wtl | BRON: Parool.nl

OM in beroep tegen vonnis Heringa Het OM gaat in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank in de zaak Heringa. Albert Heringa hielp in 2008 zijn 99-jarige moeder aan haar vrijwillige levenseinde. Hij verzamelde pillen voor haar, omdat ze van mening was dat haar leven was voltooid. Het OM eiste voor de rechtbank een voorwaardelijke celstraf van drie maanden geëist. De rechtbank oordeelde dat Heringa wel schuldig was, maar legde geen

straf op as. Het OM vindt dat in deze zaak een straf wel op zijn plaats is. Het wil een voorwaardelijke straf eisen, omdat het uitgaat van zuivere motieven bij Heringa. Ook houdt het OM bij zijn strafeis rekening met de tijd die is verstreken sinds de dood van Moek. ‘Het buiten de wettelijke kaders hulp verlenen bij zelfdoding mag niet straffeloos, ook al gebeurt het met de beste bedoelingen’, aldus het OM.

TAGS: Heringa, hulp bij zelfdoding, strafrecht | BRON: Medisch Contact, OM.nl

Straf cardioloog lager in hoger beroep De Amsterdamse cardioloog Eli Bialoglowski mag zijn specialsme cardiologie niet meer uitoefenen. Dit is onlangs bepaald door het Centraal Tuchtcollege. Daarmee is het vonnis in hoger beroep minder zwaar dan de straf die de ex-cardioloog eerder dit jaar opgelegd kreeg bij het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam. Die oordeelde dat hij geheel geschrapt diende te worden uit het artsenregister. De IGZ had een tuchtzaak tegen Bialoglowski aangespannen nadat de IGZ een enorme chaos op de praktijk

van de arts had aangetroffen. Zo lagen er stapels dossiers, losse documenten met patiëntengegevens en uitkomsten van onderzoeken zonder naam van de patiënten. Ook de hygiëne was niet in orde en de apparatuur was niet goed onderhouden. Volgens de cardioloog was de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel ‘disproportioneel’ zwaar. Hij ging in hoger beroep. Met succes, zo is gebleken.

RTG Amsterdam 15 januari 2013, ECLI:NL:TGZRAMS:2013:YG2697 De uitspraak van het Centraal Tuchtcollege in deze zaak (nr. C2013/151) is nog niet beschikbaar via tuchtrecht.nl, maar wel al te raadplegen in Stcrt. 2013, 31958. TAGS: beroepsbeoefenaar, disfunctioneren, tuchtrecht, Wet BIG | BRON: Medisch Contact

16


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Slotervaart verliest hoger beroep megalening Uit een arrest van het Hof Amsterdam blijkt dat het Slotervaartziekenhuis de gemeente Amsterdam maar liefst 5,5 miljoen euro moet terugbetalen. In 1997 verstrekte de gemeente een bedrag van 10 miljoen gulden aan het het Slotervaartziekenhuis om het ziekenhuis voor een faillissement te behoeden. In 2008 eiste de gemeente Amsterdam tevergeefs van het Slotervaartziekenhuis terugbetaling van dit bedrag. De nieuwe investeerders, Jan Schram en Aysel Erbudak, waren destijds namelijk van mening dat de leningen niet terugbetaald hoefden te worden, omdat deze door onbevoegde bestuurders en tegen onbillijke

voorwaarden waren afgesloten. Hierop startte de gemeente in 2011 toen een procedure bij de rechtbank; in die procedure werd beslist dat het Slotervaart 5,5 miljoen euro aan de gemeente verschuldigd was. In het hoger beroep is dit oordeel bevestigd, zo blijkt uit het het recent gepubliceerde arrest van het Hof Amsterdam. Het Hof Amsterdam oordeelde dat de lening op de juiste wijze tot stand gekomen was en bovendien dat de vordering niet verjaard was. Inmiddels is het Slotervaartziekenhuis begonnen met het terugbetalen van haar schuld.

Hof Amsterdam 18 december 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:4039. TAGS: faillissement, Slotervaartziekenhuis | BRON: Medisch Contact.

Erbudak werkt aan alternatieve financiering voor Slotervaart Zorginvesteerder Erbudak werkt aan een alternatief reddingsplan voor ‘haar’ Slotervaartziekenhuis. Ook de MC Groep van zorgondernemer Loek Winter wil het noodlijdende ziekenhuis kopen. Winter, die in 2009 al hij de IJsselmeerziekenhuizen kocht, zou naar eigen zeggen een ´geheime koopovereenkomst´ hebben gesloten met de familie Schram, medeeigenaren van het ziekenhuis. In de overeenkomst zou zijn vastgelegd dat Winter de lening van 21 miljoen euro, die de familie Schram aan het Slotervaartziekenhuis heeft verschaft, overneemt. Als de overname doorgaat, verschuift een deel van de activiteiten van het Slotervaartziekenhuis naar het nabijgelegen Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Volgens Erbudak is de overeenkomst tussen Winter en de familie Schram ‘onrechtmatig’, omdat deze enkele

dagen voor de uitspraak van de Ondernemingskamer gesloten zou zijn. Vorige maand bepaalde de Ondernemingskamer namelijk dat de aandelen van het Slotervaartziekenhuis ‘bevroren’ moesten worden en dat er voldoende redenen waren om een onderzoek naar wanbeleid in te stellen bij de houdstervennootschappen van het ziekenhuis. Vorig jaar boekte het Slotervaartziekenhuis ruim 2 miljoen euro verlies. Dit jaar kwamen de aandeelhouders van het ziekenhuis in conflict met elkaar, en draaide huisbankier ING de geldkraan dichter. Begin juli waarschuwde accountant KPMG voor ‘onzekerheden omtrent de continuïteit’ van het ziekenhuis. Twee maanden later liet minister Schippers weten bij een dreigend faillissement niet te zullen ingrijpen.

Hof Amsterdam (OK) 18 oktober 2010, ECLI:NL:GHAMS:2013:3386. TAGS: faillissement, overname, Slotervaartziekenhuis, zorgverlener | BRON: Parool.nl, Medisch Contact

17


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Tuchtklacht IGZ tegen cardiologen Ruwaard De IGZ gaat een tuchtklacht indienen tegen drie cardiologen van het voormalige Ruwaard van Putten Ziekenhuis. Op dit moment heeft de IGZ de tuchtklacht in voorbereiding; over de aard ervan en de termijn waarop deze wordt ingediend is nog niets bekend. De klacht wordt ingediend naar aanleiding van de onverklaarbaar hoge sterfte op de afdeling Cardiologie in 2010. Na een intern onderzoek door het ziekenhuis, besloot de IGZ het

ziekenhuis onder verscherpt te stellen en vervolgonderzoek te doen. Daaruit bleek dat er ook problemen waren bij de vakgroep anesthesiologie. De problemen betekenden uiteindelijk de genadeklap voor het ziekenhuis: eind juni ging het ziekenhuis failliet. Vervolgens is de failliete boedel overgenomen door drie regionale ziekenhuizen en een doorstart gemaakt onder de naam Spijkenisse Medisch Centrum.

TAGS: beroepsbeoefenaren, disfunctioneren, tuchtrecht | BRON: Medisch Contact, RTVRijnmond.nl

IGZ: ‘GGZ en ziekenhuizen moeten beter samenwerken’ De samenwerking in de ketenzorg tussen ziekenhuizen en ggz-instellingen moet beter, aldus de IGZ Directe aanleiding voor dit nieuwe thematoezicht van de IGZ is het overlijden van een psychiatrische patiënt in het Deventer Ziekenhuis. Dee patiënt, die leed aan ernstige somatische comorbiditeit, werd tienmaal van het kastje (Deventer Ziekenhuis) naar de muur (ggz-instelling Dimence) gestuurd. Uiteindelijk overleed de patiënt in het ziekenhuis. Van de 140 zorgketens heeft 30 procent geen afspraken op papier staan over samenwerking. Dat bleek uit de rondvraag die de Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft gedaan in 2012. In 2011 had maar liefst 70 procent van de

ketens geen afspraken over de wederzijdse samenwerking op papier staan. De instellingen die het nu niet goed hebben geregeld, krijgen sinds begin dit jaar inspectiebezoek. Het gaat daarbij om meer dan alleen de formele samenwerking op papier. De IGZ stelt: ‘Collegialiteit en goed hulpverlenerschap zijn van eminent belang om verantwoorde en veilige zorg te verlenen aan deze groep zeer kwetsbare patiënten’. Gebrekkige communicatie tussen de artsen over diagnose en behandeling is het vaakst de bottleneck in de samenwerking, zeggen zowel de ggzinstellingen als de ziekenhuizen.

TAGS: ketenzorg, kwaliteit, samenwerkingsprotocol, toezicht, zorgverleners | BRON: Medisch Contact

Commissie-Hubben: ‘Toedienen spierverslappers moet toetsbaar zijn’ Het toedienen of continueren van spierverslappers aan stervende pasgeborenen moet altijd getoetst kunnen worden. Dat stelt de commissie-Hubben in een reactie op het KNMG-standpunt over medische beslissingen rond het levenseinde bij pasgeborenen met zeer ernstige afwijkingen. Pasgeborenen met zeer ernstige afwijkingen krijgen soms spierverslappers toegediend nadat de

beademing is gestaakt, om symptomen van gaspen te verlichten of om het onvermijdelijke sterven niet te lang te laten duren. In al die gevallen moet het toedienen of continueren van spierverslappers getoetst kunnen worden, zo schrijft de Centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen, in een brief aan minister Schippers.

TAGS: kwaliteit, levensbeeidiging pasgeborenen, zorg rondom begin van het leven | BRON: KNMG.nl, Rijksoverheid.nl

18


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

17-jarig meisje overleden aan mazelen Het RIVM heeft bekendgemaakt dat onlangs een 17-jarig meisje uit de provincie Zeeland is overleden aan de complicaties van de mazelen. Het meisje was niet ingeënt tegen de ziekte. In Nederland heerst sinds mei van dit jaar een mazelenepidemie. Het meisje is het eerste dodelijke slachtoffer van deze epidemie. Er zijn 2016 gevallen van besmetting bekend bij het

RIVM. Volgens het RIVM ligt het werkelijke aantal mazelenpatiënten veel hoger, omdat niet iedereen naar de huisarts gaat. Vooral streng gereformeerde kinderen, wiens ouders vanuit geloofsovertuigingen afzien van vaccinatie, raken besmet. Sinds de uitbraak van de mazelenepidemie hebben in totaal 121 patiënten in het ziekenhuis gelegen.

TAGS: epidimie, volksgezondheid | BRON: Medisch Contact, RIVM.nl

Ombudsman tikt azM op de vingers De Nationale Ombudsman, Alex Brenninkmeijer, beveelt het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) aan om met patiënten te communiceren over het afstoten van klinische zorg. Bij de Ombudsman zijn klachten binnengekomen over het afstoten van de topreferente taken klinische immuno-logische zorg door het azM. Patiënten klagen over de matige informatieverstrekking en vrezen voor het verlies van deze specifieke vorm van zorg. Naar aanleiding van deze klachten heeft de Ombudsman een eigen onderzoek uitgevoerd over de vraag of bij de uitvoering van het besluit tot het afstoten van de topreferente taken het azM de kwaliteit en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voldoende heeft gewaarborgd. ‘Uit de bevindingen komt naar voren dat er in ieder geval niet tijdig zorgplannen zijn opgesteld voor alle patiënten. Hiermee heeft de raad van bestuur onvoldoende oog gehad voor de belangen van de patiënten en alleen daarom al

heeft de raad van bestuur gehandeld in strijd met het recht op (zorg voor de) gezondheid,’ zo schrijft de Ombudsman in zijn rapport. Brenninkmeijer heeft ook gekeken naar de rol van de IGZ. Volgens hem heeft de IGZ vele pogingen gedaan om het ziekenhuisbestuur te bewegen op korte termijn zorgplannen te laten opstellen voor de betrokken patiënten. ‘Het is de IGZ echter tot nu toe niet gelukt om de raad van bestuur voor alle patiënten een zorgplan te laten opstellen. Het toezicht van de IGZ heeft op dit punt gefaald. En daarmee heeft ook de IGZ gehandeld in strijd met het recht op (zorg voor de) gezondheid. De onderzochte gedragingen van het azM en de IGZ zijn daarom niet behoorlijk.’ De Nationale ombudsman beveelt het azM aan om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen zes weken na het verschijnen van zijn rapport, voor zover mogelijk met alle betreffende patiënten schriftelijk contact te zoeken om zo alsnog duidelijkheid te scheppen.

TAGS: grondrechten, Nationale Ombudsman, zorgverlening | BRON: NationaleOmbudsman.nl, Zorgvisie.nl

IGZ: ‘incidenten verpleegzorg draaien vaak om deskundigheid’ Als er iets mis is in de verpleegzorg, komt dat vaak doordat de deskundigheid van het personeel of de medicatieveiligheid te wensen overlaat. Dat stelt de IGZ in reactie op een uitzending van het tv-programma Meldpunt! van Omroep Max. Volgens het tv-programma is

de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen ondermaats. Het tv-programma baseerde zich daarbij op 89 rapporten van de IGZ. De IGZ bestrijdt dit algemene beeld, maar maakt zich wel zorgen over de incidenten die met deskundigheid samenhangen.

TAGS: kwaliteit van zorgverlening, langdurige zorg | BRON: Meldpunt.tv, Skipr.nl.

19


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorginstellingen moeten beter letten op naleving compliance codes Veel zorginstellingen hebben compliance codes, waarin met name veel aandacht wordt besteed aan de naleving van veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften. Het kan echter nog beter, zo stelt de Vereniging Compliance In De Zorg die een "nulmeting" uitvoerde naar aanleiding van haar recente oprichting. Alle 150 leden van de vereniging zijn aangeschreven; 50 leden hebben gereageerd. Van de respondenten zegt 75 procent een code te hebben voor kwaliteit en veiligheid, 67 procent een code voor privacy en 56 procent een code voor governance. Marktgedrag en andere soorten van voorschriften krijgen minder

aandacht. ´Compliance´ is een verzamelterm voor het naleven van richtlijnen op allerlei gebieden. Daar hoort niet alleen het treffen van maatregelen ter voorkoming van overtredingen bij maar ook het handelen bij een overtreding. Vroeger was dit een taak voor de raad van bestuur, maar de laatste tijd komen er steeds meer compliance-officers. Ook de verschillende toezichthouders in de zorg, waaronder de IGZ, de NZa en de ACM, spelen een rol bij compliance. Zij kunnen maatregelen treffen of boetes uitdelen als bestuurders van instellingen zich niet aan de compliance-code houden.

TAGS: compliance, kwaliteit, toezicht, zorgverlening | BRON: Zorgvisie.nl

Massaontslag bij Philadelphia Zorg Gehandicaptenzorgorganisatie Philadelphia Zorg zal in de komende twee jaar maar liefst 900 banen gaan schrappen, waarbij gedwongen ontslagen niet uitgesloten kunnen worden. Dit schrijft het bestuur in een brief aan de 7.600 werkenemers van de zorginstelling. Het bestuur van Philadelphia voert een reorganisatie door waarin het aantal en de complexiteit van de ondersteunende processen sterk moet reduceren. Door de reorganisatie zal een onbekend aantal locaties gesloten moeten worden. In de komende periode wordt bekend welke locaties exact gaan sluiten en welke medewerkers boventallig worden. Het bestuur van de zorginstelling heeft binnenkort een gesprek met de ministeries van VWS en SZW

om te bezien hoe de sectorplannen kunnen helpen bij het voorkomen van werkgelegenheidsverlies. Met vakbonden wordt onder meer gesproken over een nieuw sociaal plan voor de betrokken werknemers. De CG-raad, die de belangen van chronisch zieken en gehandicapten behartigt, vreest dat de reorganisatie grote problemen zal opleveren bij bewoners. "Organisaties moeten eerst met cliënten en hun familie om tafel, om te voorkomen dat er brokken van komen", aldus de raad. Inmiddels heeft de CG-raad een meldpunt geopend waar mensen terecht kunnen met hun klachten en opmerkingen over de gevolgen van de reorganisatie.

TAGS: arbeidsrecht, gehandicaptenzorg, reorganisatie, sociaal plan | BRON: Skipr.nl

20


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Asscher: ‘geen schijnconstructie bij Sensire’ Wat er met de medewerkers van thuiszorgorganisatie Sensire is gebeurd, vindt minister Asscher ‘bijzonder onwenselijk’. Maar volgens hem zijn er onvoldoende aanwijzingen om te concluderen dat er sprake was van een schijnconstructie. Dit standpunt nam de minister in in een Kamerdebat over de zaakSensire. De Tweede Kamer wilde weten hoe voorkomen kan worden dat er juridische

constructies worden opgezet waarbij thuiszorgmedewerkers eerst worden ontslagen en tegen mindere arbeidsvoorwaarden weer aan het werk kunnen als alfahulp. Alle partijen in de Kamer reageerden verheugd op de afspraken die het mogelijk maken dat 800 medewerkers van Sensire bij een nieuwe instelling aan de slag kunnen.

TAGS: aanbesteding, arbeidsrecht, thuiszorg | BRON: Skipr.nl

VVD: ‘geen aparte wet voor combinatie werk-mantelzorg’ Wat de VVD betreft hoeft er geen aparte wet te komen die werkgevers verplicht hun werknemers tijd en ruimte te geven voor mantelzorg. Volgens de VVD kunnen bedrijven en werknemers dit prima onderling regelen, omdat mantelzorg een maatschappelijke trend is waarop werkgevers wel in móeten spelen. Doen werkgevers dit niet, dan zullen ze vanzelf te maken krijgen met een torenhoog ziekteverzuim in hun bedrijf. Bovendien hebben mantelzorgers hebben vooral behoefte aan

flexibiliteit en begrip en dat zijn zaken die je niet bij wet kunt regelen, aldus de VVD. Het aantal mensen dat mantelzorg verleent aan familie of naasten is inmiddels opgelopen tot meer dan 3,5 miljoen. Van de werkende beroepsbevolking combineert naar schatting 1 op de 8 werknemers werk met mantelzorg. Gemiddeld besteden zij 17 uur per week aan mantelzorg. Van hen voelen 450.000 mensen overbelast, vaak door de combinatie van zorg en hun eigen werk.

TAGS: mantelzorg, participatiesamenleving | BRON: Skipr.nl

CBP: 'Privacyrisico als zorgtaken naar gemeente gaan' Het CBP maakt zich zorgen over de wijze waarop de privacy gewaarborgd kan worden bij overheveling van taken van provincie en Rijk naar gemeenten. Met name waar het gaat taken in de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen is dit niet goed uitgewerkt. Dit levert ernstige risico's op voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen, aldus het CBP. Het college vreest

onder meer voor het ‘bovenmatig delen van persoonsgegevens, het gebruiken van de gegevens voor een doel dat niet verenigbaar is met het oorspronkelijke doel waarvoor zij zijn verzameld en de beveiliging’. Bovendien dreigt volstrekte ondoorzichtigheid over wat er met de gegevens gebeurt, zo stelt het CPB in een brief aan minister Plasterk.

TAGS: decentralisatie, jeugdzorg, privacy, langdurige zorg | BRON: CPB.nl, Medisch Contact, Rijksoverheid.nl

21


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

KNMG wil fundamenteel debat over zelfbeschikking rond levenseinde De KNMG wil een fundamenteel debat over zelfbeschikking rondom het levenseinde en de rol die de arts hierin kan vervullen. Dat zegt algemeen directeur van de KNMG, Lode Wigersma, in een reactie op het voorstel van minister Schippers om een ‘commissie van wijzen’ te laten kijken naar de regels op het gebied van euthanasie en te bezien of deze verruimd moeten worden. De KNMG vind dat de minister handelt ‘op basis van veronderstellingen en gedreven door emotie en

casuïstiek’. De KNMG ziet meer in een goed onderzoek om vervolgens een discussie op basis van feiten en reële mogelijkheden te kunnen voeren. Volgens Schippers functioneert de huidige Wtl nog goed en is zij niet van plan deze aan te passen, maar zie je in het algemeen dat de maatschappij op dit punt meer wil dan wettelijk toegestaan is. Minister Schippers benadrukte dat haar uitlatingen over euthanasie op geen enkele manier in verband staan met de zaken Tuitjenhorn en Heringa.

TAGS: euthanasie, zorg rond levenseinde, zelfbeschikking | BRON: KNMG.nl

'Ruimere regels onderzoek bij zieke kinderen' De regels voor medisch-wetenschappelijk onderzoek naar ernstige ziektes bij kinderen moeten worden verruim. Doordat in Nederland strengere regels gelden dan in andere Europese landen, kunnen zieke kinderen niet profiteren van nieuw wetenschappelijk onderzoek. Dit schrijven de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), onderzoekers en

organisaties van patiënten en ouders van zieke kinderen in een gezamenlijke brief aan minister Schippers. In de Tweede Kamer wordt binnenkort gesproken over mogelijke verruiming van de regels. Medisch onderzoek bij kinderen is nu alleen bij hoge uitzondering en onder zeer strikte voorwaarden toegestaan.

TAGS: minderjarigen, WMOM | BRON: NVK.nl, Skipr.nl

Familie stelt GGZ aansprakelijk na moord Nabestaanden van een vermoorde patiënt van psychiatrische kliniek Vrederust in Halsteren stellen de GGZ-instelling aansprakelijk. Ze vinden dat GGZ fouten heeft gemaakt waardoor een patiënt kon worden vermoord. Het 27jarige slachtoffer, een vaste klant van Vrederust, werd afgelopen oktober geweigerd toen hij weer opgenomen wilde worden in de kliniek. Een andere patiënt van Vrederust biechtte korte tijd later op dat hij de man had vermoord en begraven in een nabijgelegen bos. De verdachte werd behandeld op een gesloten afdeling, maar had toestemming om de kliniek

te verlaten. Er zijn bovendien aanwijzingen dat in het verleden meer is misgegaan. Het slachtoffer werd in de kliniek eerder bedreigd met een groot mes en er werd in drugs gehandeld, aldus de advocaat van de nabestaanden. De nabestaanden willen de begrafeniskosten terug en eisen smartengeld. Het gaat om een bedrag van tienduizenden euro's. Geestelijke Gezondheidszorg Westelijk Noord-Brabant (GGZWNB) laat onderzoek doen naar de gebeurtenissen die hebben geleid tot de moord. De resultaten worden volgende maand verwacht.

TAGS: aansprakelijkheid, kwaliteit van zorgverlening. smartengeld, strafrecht | BRON: AD.nl, Skipr.nl

22


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Holistische thuiszorgaanbieder moet stoppen van IGZ Bira Tax Thuiszorg in Den Haag moet dicht. De IGZ heeft bevolen dat de instelling binnen twee weken moet stoppen met de zorgverlening en haar cliënten moet overdragen aan een andere zorgaanbieder. Bira Tax is naar eigen zeggen een holistische thuiszorgorganisatie, die niet alleen kijkt naar fysieke gezondheid van haar cliënten, maar ook rekening houdt met hun mentale en spirituele gezondheid. De instelling

heeft ongeveer 10 cliënten. Volgens de IGZ werkt Bira Tax met onvolledige zorgdossiers, is het onduidelijk welke zorg de cliënten krijgen en is niet duidelijk welke medewerkers er werken. Pas wanneer de IGZ vindt dat de thuiszorginstelling voldoet aan de voorwaarden om verantwoorde zorg te kunnen leveren, mag de instelling weer open.

TAGS: KZi, thuiszorg, verantwoorde zorg | BRON: IGZ.nl, Skipr.nl

Opstelten wil slechte toezichthouder aanpakken Slecht presterende toezichthouders van scholen, ziekenhuizen en woningcorporaties kunnen voortaan eenvoudiger aansprakelijk worden gesteld of ontslagen. Minister Opstelten heeft aangekondigd aan dat hij het toezicht in deze sectoren wil versterken. Naar verwachting komt er in december een wetsvoorstel met daarin duidelijke regels over de taken en functie van de toezichthouder. Als het aan Opstelten ligt, leunen toezichthouders niet alleen maar

achterover, maar zijn ze voldoende op de hoogte om goede besluiten te kunnen nemen en indien nodig tegenwicht te kunnen bieden aan het bestuur. Falende toezichthouders kunnen op basis van de huidige wet- en regelgeving wel worden aangepakt, maar in de praktijk blijkt het juridisch omslachtig te bewijzen waar ze precies de fout in zijn gegaan. Door met duidelijkere regels te komen, wil de minister dit probleem oplossen.

TAGS: kwaliteit van zorgverlening, raad van toezicht | BRON: Skipr.nl

23


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Uitgelicht: de zaak Tuitjenhorn

Afgelopen maand is er veel geschreven over de ‘zaak Tuitjenhorn’, zoals deze zaak in de media bekend staat. Het gaat hier om het handelen van huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn, die zichzelf van het leven beroofde nadat hij gedurende een tegen hem ingesteld tucht- en strafrechtelijk onderzoek naar zijn handelen door de IGZ op non-actief werd gesteld. Een aantal weken daarvoor had hij een terminale patiënt morfine en het slaapmiddel Dormicum toegediend als gevolg waarvan deze patiënt is overleden. Hieronder een beknopt overzicht van wat er nu allemaal in deze zaak gebeurd is. De casus Op maandag 19 augustus 2013 wordt Nico Tromp bij een terminaal zieke patiënt geroepen. Hij schrikt van de toestand van de patiënt en is, evenals de echtgenote van de patiënt, bang dat de patiënt zal stikken. Hij geeft hem 1000 mg morfine en 350 mg dormicum, een hoeveelheid die dodelijk kan zijn. Ongeveer een half uur na het toedienen van de medicatie is de patiënt overleden. De coassistente van de huisarts, die bij het toedienen van de medicatie aanwezig was, stapt een dag later met twijfels over de gang van zaken naar haar stagebegeleider van het AMC. De stagebegeleider bespreekt dit vervolgens met de hoogleraar huisartsgeneeskunde en besluit een melding te doen bij de IGZ. De co-assistente en haar stagebegeleider worden vervolgens gehoord door zowel de IGZ als het OM. Ook huisarts Tromp wordt op twee dagen verhoord. Daarnaast doen de officier van justitie, een rechtercommissaris en twee politieagenten om elf uur ‘s avonds een huiszoeking bij de echtelijke woning van de huisarts. Op 2 oktober stelt de IGZ de huisarts op non-actief en wordt er tevens een strafrechtelijk onderzoek door het OM gestart. Vijf dagen later pleegt Nico Tromp zelfmoord. Het bevel van de IGZ Deze zaak heeft veel los gemaakt bij patiënten, maar vooral ook bij collega’s van Tromp. Artsen worden bang: zij willen niet dat de politie of het OM ineens bij hen op de stoep staat. Deze onrust en rechtsonzekerheid onder artsen doet de IGZ besluiten om op 25 oktober het bevel tot nonactiefstelling (ex art. 8 Kzi) van huisarts Tromp openbaar te maken. Een niet gebruikelijke stap, maar volgens de IGZ wel noodzakelijk. Zij schrijft hierover:

“Met het alsnog openbaar maken van het integrale bevel beoogt de inspectie meer duidelijkheid te geven hoe zij dit deel van haar toezicht op de terminale zorgverlening aan de betrokken patiënt heeft uitgevoerd. Daarmee hoopt zij een bijdrage te leveren aan het vertrouwen dat patiënten en zorgverleners kunnen hebben in goede terminale zorg en de zorgvuldige beoordeling daarvan”. Met het openbaar maken van het bevel van de IGZ is meer duidelijk geworden over de precieze reden voor de non-actiefstelling. Zo blijkt uit het bevel van de IGZ dat de huisarts de patiënt een bovenmatige hoeveelheid morfine en Dormicum heeft gegeven. Hij heeft deze medicatie uit een kast in zijn praktijk gehaald, die morfine en Dormicum bevatte die was teruggekomen van patiënten die deze middelen niet hadden gebruikt. De patiënt in kwestie had zelf aangegeven liever geen euthanasietraject, maar een palliatief traject in te gaan. Volgens Tromp had palliatieve sedatie op het moment van toediening van de medicatie echter geen zin meer. Vervolgens heeft hij - zonder de patiënt en zijn familie uitleg over de eventuele gevolgen te geven - de medicijnen toegediend bij

24


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

de patiënt. Ook heeft hij geen overleg gevoerd met andere hulpverleners, zoals de ter plekke aanwezige thuiszorgmedewerker. Tromp heeft geen antwoord gegeven op vraag van deze thuiszorgmedewerker of hij de “De patiënt in kwestie had patiënt 50 mg morfine toediende, en heeft gelogen door te zelf aangegeven liever geen zeggen dat het medicijn verdund was. Later heeft hij euthanasietraject, maar een aangegeven dit te hebben gezegd om de hoge dosering op palliatief traject in te gaan.” dat moment niet meer verder te hoeven bespreken. Verder geeft hij aan niets over de eventuele gevolgen te hebben gezegd, omdat hij het idee had dat het doel voor een ieder duidelijk was. Hij was zich er naar eigen zeggen van bewust dat hij van de richtlijnen is afgeweken, maar gaf aan dat er geen tijd was om het protocol te volgen. De huisarts heeft vervolgens een verklaring van natuurlijk overlijden afgegeven (art. 7 Wet op de lijkbezorging). Het onderzoek Na het overlijden van huisarts Tromp is de tenlastelegging, waarin hem moord ten laste werd gelegd, door het OM ingetrokken en is het strafrechtelijk onderzoek stopgezet. De IGZ heeft besloten wel verder te gaan met haar onderzoek. In dit onderzoek wordt ook het handelen van een apotheker uit Tuitjenhorn, een huisartsenpost, een individuele huisarts en ten minste twee andere betrokkenen onderzocht. Verwacht wordt dat de IGZ voor dit onderzoek zo’n drie maanden nodig zal hebben. Minister Schippers heeft op 12 november aangegeven dat er ook een brede en onafhankelijke evaluatie zal plaatsvinden naar het handelen van de IGZ, het AMC en het OM in deze zaak. Dit onderzoek zal starten nadat de IGZ haar onderzoek afgerond heeft.

Meer lezen en zien?  Het bevel tot non-actiefstelling van de IGZ (art. 8 KZi).  De antwoorden van het OM en de IGZ op veelgstelde vragen van huisartsen.  De brief van het AMC aan aangesloten huisartsen.  De reactie van de KNMG op zaak Tuitjenhorn.  De brief van minister Schippers aan de Tweede Kamer.  J. Visser, ‘Coassistent loopt nauwelijks juridisch risico’, Medisch Contact 6 november 2013.  Bekijk hier het item ‘AMC over zaak-Tuitjenhorn’, Nieuwsuur dd. 24 oktober 2013.

Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in deze zaak?  Lees hier het dossier over de zaak Tuitjenhorn op de website van Medisch Contact.

25


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Gastcolumn Lisette Figueiredo

Het leven als doktersroman “NEE, IK GA HELEMAAL NERGENS HEEN!” “Maar meneer, u bent al 7 maanden uitbehandeld in dit ziekenhuis en daarom zeggen wij u het ontslag aan.” Daar sta je dan als stagiaire van de afdeling Juridische Bestuurlijke Zaken in het UMC Utrecht - regelrecht in een soap beland… Wie denkt dat werken in een ziekenhuis saai is, moet zich maar eens afvragen waarom er zoveel televisieseries bestaan die zich afspelen in of rondom een ziekenhuis. Van Grey’s Anatomy tot Scrubs en van E.R. tot HOUSE M.D., en natuurlijk het oerdegelijke Medisch Centrum West. Men smult van de veelal dramatische verhaallijnen in televisieseries. Toch vraagt iedereen zich weleens af of het er in een ziekenhuis echt ‘zo’ aan toegaat. Ik kan na mijn werk in het Groene Hart Ziekenhuis en mijn stage in het UMC Utrecht vertellen dat de soaps minder ver van de werkelijkheid verwijderd zijn dan je zou denken. Het werken in een ziekenhuis is alles behalve saai en er spelen zich wel degelijk sappige en dramatische verhalen af achter de muren van menig ziekenhuis. De afgelopen twee maanden heb ik stage gelopen in het UMC Utrecht. De afdeling bestaat uit een zevental juristen, met allen een eigen specialisatie. Van aanbestedingsrecht tot contractenrecht en van intellectueel eigendomsrecht tot gezondheidsrecht is vertegenwoordigd. De twee gezondheidsrechtjuristen maken oprecht het ‘spannendste’ mee. Zij houden zich bezig met aansprakelijkheidstellingen, tuchtzaken en ziekenhuis brede adviezen. Daarnaast geven zij les aan geneeskunde studenten, zijn zij onderdeel van de Medisch Ethische Toetsingscommissie en de Commissie Biobanken. Er gebeurd veel op een normale werkdag van een jurist in een Universitair Medisch Centrum. Behalve de veelal heftige aansprakelijkheidszaken, heb je ook te maken met psychiatrische patiënten die een BOPZ-klacht indienen (meestal tegen dwangmedicatie) en zaken omtrent kindermishandeling en medisch wetenschappelijk onderzoek. Al met al heb ik mijn stage als erg leuk en leerzaam ervaren. Toen ik liefdesbrieven las van een patiënte aan haar arts met daarin de gekste ideeën en fantasieën moest ik ook mijn lachen inhouden. En ja, ik zeg het eerlijk; toen ik een psychiatrische patiënt op een gesloten afdeling bezocht en hem zag zitten met een veiligheidskoptelefoon op, moest ik mijn lachen inhouden. En ook toen een oude dame eiste dat de chirurg ontslagen werd omdat haar operatie verzet was... Naast alle juridische kennis en ervaring die ik heb opgedaan, heb ik ook geleerd ga zelfs juristen doodnormale mensen zijn, die zo nu en dan ook smullen van een goede roddel of een gek verhaal.

26

Mr. Lisette Figueiredo is recent afgestudeerd in de master Recht van de Gezondheidszorg. Naar aanleiding van haar masterscriptie ´De mobiele applicatie als medisch hulpmiddel´, heeft zij stage gelopen bij het UMC Utrecht. Tijdens haar stage heeft zij in opdracht van het UMC onderzocht welk juridisch kader van toepassing is op het gebruik van medische apps.


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Actualiteiten zorgfinancieringsrecht

Toezicht op aanbesteding thuiszorg in Achterhoek na massaontslagen bij Sensire RvS-lid Borstlap gaat als onafhankelijk waarnemer de aanbesteding van de thuiszorg in de Achterhoek volgen. Directe aanleiding is het massaontslag van 1100 thuishulpen door thuiszorgorganisatie Sensire. Volgens de vakbond Abvakabo FNV zou Sensire het ontslag al eerder hebben bedacht en met gemeenten hebben afgesproken dat de medewerkers na ontslag konden terugkeren als goedkopere alfahulp. Sensire zegt dat het niet meer betrokken is bij welke opvolging van de thuis-

hulp dan ook. De positie van de ontslagen thuishulpen is onzeker. Om die reden gaat Borstlap, op verzoek van minister Asscher en staatssecretaris Van Rijn, in de gaten houden of afspraken met de gemeenten over werkzekerheid en naleving van de cao worden nagekomen. Daarnaast moet hij knelpunten signaleren om een beeld te vormen voor toekomstige aanbestedingen in de zorg. Borstlap zal voor 1 februari 2014 rapporteren over zijn bevindingen.

TAGS: aanbesteding, thuiszorg, Wmo | BRON: Nationalezorggids.nl

CZ mag investeren in luxe verpleeghuizen Zorgverzekeraar CZ heeft onlangs geïnvesteerd in luxueuze verpleeghuizen waarvoor de bewoner tot 2000 euro in de maand extra betaald. Cbusinez heeft een substantieel minderheidsbelang in de Martha Florahuizen, gespecialiseerd in luxe zorg voor Alzheimerpatiënten. Ze wil hiermee de innovatie in de ouderenzorg stimuleren. Dit is een vorm van samenwerking tussen een zorgaanbieder en zorgverzekeraar die in 2010 nog onder het inmiddels teruggedraaide fusieverbod zou

vallen. In reactie op vragen uit de Tweede Kamer, laat minister Schippers weten dat wat haar betreft samenwerking tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders geen probleem is, zolang er geen sprake is van verticale integratie. Ze wijst hierbij naar het wetsvoorstel dat deze integratie wenst te verbieden. Bovendien vind ze niet dat er een tweedeling in de zorg wordt gecreëerd, maar gaat zij er vanuit dat door de samenwerking tussen CZ en de Martha Florahuizen innovatie teweeggebracht wordt.

Kamerstukken II 2011/12, 33 362, nr, 2 (wetsvoorstel) en nr 3 (MvT); Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 137. TAGS: marktwerking, mededinging, langdurige zorg, zorgverzekeraar | BRON: TweedeKamer.nl, Zorgvisie.nl

27


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

NZa roept op tot melden AWBZ-fraude De NZa doet een oproep aan cliënten(raden) om melding te maken van AWBZ-declaraties waar twijfels over bestaan. Als overleg met de instelling of het zorgkantoor niets oplevert, gaat de NZa namens cliënten het zorgkantoor aanspreken. De NZa geeft aan vorig jaar verschillende meldingen te hebben ontvangen en deze doorgestuurd te hebben naar het FIOD en het OM. De NZa benadrukt in dit kader de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor: "We

kijken extra naar de AWBZ de komende tijd en met name naar de zorgkantoren. Zij zijn een spil in het opsporen van mogelijke fraude. Zij zien precies wat instellingen declareren en kunnen patronen ontdekken. Zo kunnen zij via controle achteraf misstanden aanpakken, maar ook vooraf via de inkoop van zorg besluiten minder of geen zorg in te kopen bij AWBZ-instellingen of thuiszorgorganisaties die niet correct declareren."

TAGS: AWBZ, cliëntenraden, zorgfraude, zorgkantoren | BRON: NZa.nl

PvdA: ‘Bureaucratie in langdurige zorg moet worden aangepakt’ De PvdA wil bureaucratie in de langdurige zorg aanpakken met een ‘overheadnorm’: een maximumpercentage op overheadkosten. Instellingen in de langdurige zorg moeten zo veel mogelijk zorggeld besteden aan zorg en minder uitgeven aan papierwerk, managers, gebouwen en auto's. Volgens de PvdA bestaan er grote onderlinge verschillen tussen

zorginstellingen in de mate waarin ze geld kwijt zijn aan overhead. Dat varieert van enkele procenten tot soms wel tientallen procenten van hun budget. Het is de bedoeling dat de nieuwe norm in de toekomst leidend wordt bij het inkopen van zorg door gemeenten en zorgverzekeraars.

TAGS: bureaucratie, langdurige zorg | BRON: Trouw.nl

Onderzoek wanbeleid Slotervaartziekenhuis Er komt een onderzoek naar wanbeleid bij de houdstervennootschappen van het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis. Dit heeft de Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam bepaald. De houdstervennootschappen zijn de vennootschappen waarin de aandelen van, en dus de zeggenschap over, het Slotervaartziekenhuis zijn ondergebracht, zijn sinds begin dit jaar het toneel van een harde strijd tussen de private investeerders die de zorginstelling in 2006 kochten. Na het overlijden van zakenman Jan Schram kwamen zijn erven in conflict met mede-investeerder

Aysel Erbudak. Erbudak stapte dit voorjaar naar de Ondernemingskamer. Die rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid bij de Slotervaart-holdings Jeemer en Meromi en heeft een onderzoek naar de gang van zaken gelast. Van dit onderzoek zal een rapport worden opgesteld, dat zal worden ingediend bij de Ondernemingskamer. Als het rapport daartoe aanleiding geeft, kunnen de partijen de Ondernemingskamer vervolgens verzoeken om wanbeleid vast te stellen.

Hof Amsterdam (OK) 18 oktober 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3386. TAGS: Slotervaartziekenhuis, wanbeleid | BRON: Medisch Contact

28


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Amsterdamse apothekers spannen kort geding aan tegen Achmea Voor het eerst sinds de stelselwijziging spannen zorgverleners een rechtszaak aan tegen een zorgverzekeraar. Twintig Amsterdamse apothekers hebben een kort geding aanhangig gemaakt jegens Achmea, omdat zij vinden dat Achmea misbruik maakt van haar economische machtspositie. Volgens de apothekers dwingt Achmea hen geneesmiddelen onder de kostprijs te leveren. Het doel van het kort geding is afdwingen dat de zorgverzekeraar hen hogere vergoedingen voor geneesmiddelen betaalt. Juridisch gezien staat daarbij de vraag centraal of Achmea al dan niet wanprestatie heeft gepleegd door eerdere afspraken over vergoedingen niet na te komen. Achmea betaalt vergoedingen die zij zelf redelijk vindt. Met de rechtszaak willen de apothekers ook een politiek debat uitlokken over de macht die grote zorgverzekeraars hebben ten aanzien van het bepalen van de tarieven. Volgens minister Schippers is dit geen probleem, omdat zorgverzekeraars juist tot taak hebben de kosten van de zorg te drukken. Brancheverenigingen van vrijwel alle zorgaanbieders zijn echter van mening dat de marktmacht van de zorgverzekeraars zorgt voor wurgcontracten. Bovendien wijzen ze op het marktaandeel van maar liefst 75 procent dat

Achmea heeft in Amsterdam. Zonder een contract met hen gaan veel zorgaanbieders direct failliet. De NZa heeft zich ook uitgelaten over deze problematiek. De NZa stelt dat ze niet ingrijpt zolang de zorgverzekeraars voldoen aan hun zorgplicht jegens hun verzekeraars en zolang de marktmacht geen negatieve gevolgen heeft voor de consument. Volgens de NZa is het niet haar taak om direct in te grijpen indien het marktgedrag van een zorgverzekeraar negatieve gevolgen heeft voor zorgverleners. De voorzieningenrechter heeft op 20 november uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat Achmea niets hoeft te veranderen aan de vergoedingssystematiek voor medicijnen. De vergoeding die apothekers van Achmea ontvangen is weliswaar lager dan de apothekersinkoopprijs, maar dat is volgens de rechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Rond de kwestie van medicijnvergoedingen spelen tal van omstandigheden een rol en die zijn in dit kort geding onvoldoende helder geworden, aldus de rechtbank. Onduidelijk is met name wat nu precies de gevolgen zijn voor de bedrijfsvoering van apotheken. Zo is de omvang van het 'verlies' van de apothekers onduidelijk.

Rb Midden-Nederland 20 november 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:5758. TAGS: economische machtspositie, marktwerking, zorginkoop, zorgverlener, zorgverzekeraar | BRON: KNMP.nl, NZa.nl

Rivas en Albert Schweitzer willen bestuurlijk fuseren De Rivas Zorggroep/Beatrixziekenhuis en het Albert Schweitzer ziekenhuis bereiden een bestuurlijke fusie voor. De organisaties willen één gezamenlijke raad van bestuur en één gezamenlijke raad van toezicht. Verder behouden zij hun eigen identiteit, naam, locaties en zelfstandigheid. De organisaties werken al jaren nauw samen zonder juridische basis. Deze manier van samenwerking zou volgens de ziekenhuizen op den duur eindig zijn geweest. “De ACM stelt namelijk strikte voorwaarden aan de samenwerking tussen

afzonderlijke organisaties, om eerlijke mededinging te bewaken. Bij centrale aansturing zijn de mogelijkheden veel ruimer.” Noodzaak tot een volledige juridische fusie is er volgens de bestuurders van de ziekenhuizen niet. De besturen van de medische staven van beide ziekenhuizen staan positief tegenover het voornemen. Het voorgenomen fusiebesluit wordt ter advies voorgelegd aan de ondernemings- en cliëntenraden van beide organisaties. Het fusiebesluit moet nog worden goedgekeurd door de ACM.

TAGS: cliëntenraad, fusie, marktwerking, mededinging, ondernemingsraad | BRON: Skipr.nl

29


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Ziekenhuizen regio Leiden willen fuseren Ook drie ziekenhuizen uit Leiden en omgeving willen fuseren. Het gaat om het Diaconessenhuis in Leiden en het Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp en dat in Alphen aan den Rijn.Door samen te gaan, kunnen de ziekenhuizen blijven voldoen aan de steeds strengere kwaliteits- en volumenormen vanuit beroepsgroepen en verzekeraars, aldus de betrokken ziekenhuisbesturen. Het is de bedoeling dat de ziekenhuizen elk een eigen ‘zorgprofiel’ krijgen. Dit betekent dat patiënten voor bepaalde

operaties en behandelingen in de toekomst niet meer in alledrie de vestigingen terecht kunnen. Of de fusie ook gevolgen zal hebben voor het personeel is nog niet duidelijk. Het voornemen om te fuseren moet nog worden voorgelegd aan de ondernemingsraden, de cliëntenraden en de Verenigingen Medische Staf van de betrokken ziekenhuizen. Het voornemen tot fuseren moet ook goedkeuring worden door de ACM.

TAGS: cliëntenraad, fusie, marktwerking, mededinging, ondernemingsraad | BRON: Skipr.nl

Amsterdam en Rotterdam gaan zorginstellingen met ‘veelverdieners’ korten Met ingang van 1 januari 2014 gaat de gemeente Amsterdam gaat zorginstellingen die een gemeentelijke subsidie ontvangen korten indien hun bestuurders een salaris krijgen dat hoger ligt dan de Balkenendenorm. Amsterdam zegt met het nieuwe beleid voorbeeld te nemen aan de gemeente Rotterdam. Deze heeft in oktober een soortgelijk beleid aangekondigd. Als het salaris van bestuurders boven de Balkenendenorm ligt, kort de gemeente

Rotterdam de instellingen op hun subsidie. Het bedrag dat bestuurders teveel verdienen, gaat van de subsidie af. In Rotterdam gaat de regeling in per 1 januari 2015. De gemeente Den Haag besloot in september 2012 al de topinkomens van onder meer zorgbestuurders aan te pakken. De gemeente maakte toen bekend de subsidies te korten van instellingen met bestuurders die boven de Balkenendenorm verdienen.

TAGS: beloning bestuurders, subsidie | BRON: Skipr.nl

30


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Verslag thema-avond Orgaandonatie

De eerste activiteit van het Rotterdams Gezondheidsrechtdispuut is een feit! Op woensdagavond 23 oktober vond de filmavond plaats. Deze hele avond draaide om het thema orgaandonatie, een zeer interessant thema dat dikwijls vragen oproept en regelmatig voor discussie zorgt, zo ook op deze avond! Nadat we werden ontvangen met een hapje en een drankje kon de avond beginnen. Het programma bestond uit twee onderdelen: ´nierdonatie bij leven´ en ´ illegale orgaanhandel en transplantatietoerisme ´. In het kader van het eerste onderwerp werd een documentaire getoond over twee broers waarvan de ene broer nierdonor was voor de andere broer. De documentaire werd gevolgd door een interessante presentatie en toelichting over orgaandonatie bij leven in Nederland van de gastspreker, mevrouw Willij Zuidema. Als stafadviseur niertransplantatie van het Erasmus MC wist zij ons hierover veel te vertellen. Nadat al onze vragen beantwoord waren, kon de discussie over twee door de activiteitencommissie bedachte stellingen losbarsten. En een pittige discussie werd het zeker, met stellingen als: “vrijwillige donatie aan een onbekende zou financieel moeten worden beloond” en “gevangenen moeten de mogelijkheid krijgen om geheel belangeloos een nier bij leven af te staan, om zogezegd hun geweten te sussen.” De stellingen riepen bij alle aanwezigen veel ethische en juridische vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld met de vrijwilligheid van de donatie in bovenstaande gevallen? Moeten gevangenen niet juist extra beschermd worden vanwege hun kwetsbare positie? Als mensen geld kunnen krijgen voor het vrijwillig doneren van een nier ontstaat het gevaar dat mensen die geld nodig hebben gaan doneren vanwege het financiële gewin en niet vanuit altruisme of anderszins op vrijwillige basis. Wat als aangeraden wordt om eerst te doneren alvorens een lening aan te vragen? Na een weging van alle argumenten voor en tegen, kwam de groep tot de conclusie dat deze eerste stelling niet houdbaar was. Over de tweede stelling was meer verdeeldheid: een deel van de aanwezigen vond dat het toegestaan moest worden dat gevangenen vrijwillig een nier konden doneren om daarmee hun geweten te sussen. Anderen brachten daartegenin dat donatie geen geschikt middel is om iemands geweten te sussen. Het aanbieden van excuses aan het slachtoffer is een betere manier om het eigen geweten te sussen. Bovendien is een slachtoffer er niet mee geholpen als iemand anders een nier krijgt, hoe wenselijk het ook is dat het tekort aan donoren wordt verholpen. Na deze interessante discussie was het tijd voor pauze en kon iedereen even bijkomen onder het genot van een hapje en een drankje.

31

Stellingen: 1. “Vrijwillige donatie aan een onbekende zou financieel moeten worden beloond.” 2. “Gevangenen moeten de mogelijkheid krijgen om belangeloos een nier bij leven af te staan om daarmee hun geweten te sussen.” 3. “Het ontvangen van geld voor orgaandonatie bij leven ontneemt het altruïstische karakter daarvan”.


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Na de pauze kregen we nog een documentaire te zien, die betrekking had op het tweede onderwerp van de avond: illegale orgaanhandel en transplantatietoerisme. Deze indringende documentaire werd gevolgd door een boeiende presentatie, gegeven door de tweede gastspreker van de avond, mevrouw Frederike Ambagtsheer. Frederike Ambagtsheer is Researcher & Coördinator bij het Erasmus MC. Haar presentatie werd afgesloten met een levendig debat over Richtlijn 5 van de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization; WHO): “het ontvangen van geld voor orgaandonatie bij leven ontneemt het altruïstische karakter daarvan”. Ook hier kwamen alle denkbare argumenten voor en tegen de stelling langs. Enkele van de aanwezige studenten wierpen zelfs de filosofische vraag op of altruïsme eigenlijk wel bestaat. Een stuk wijzer en gewapend met stof tot nadenken, verlieten wij na deze eerste geslaagde activiteit van het Rotterdams Gezondheidsrechtdispuut de zaal.

Op deze plaats willen wij namens de activiteitencommissie mevrouw Willij Zijdema en mevrouw Frederike Ambagtsheer nogmaals hartelijk bedanken voor hun interessante en enthousaiste bijdrage. Dan rest ons nu enkel nog te zeggen dat we jullie allemaal hopen te zien bij de volgende activiteit. Wij zijn in ieder geval erg benieuwd! Reageren op de stellingen die op deze avond voorbij zijn gekomen? Stuur een e-mail naar redactie@rgdispuut.nl.

32


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Gastcolumn Danielle Duijmelinck

Het cruciale belang van keuzevrijheid van verzekerden De afgelopen weken hebben de eerste zorgverzekeraars hun premie voor 2014 bekend gemaakt. Dit vormt de start van de jaarlijkse overstapperiode waarin verzekerden hun zorgverzekeraar voor volgend jaar kunnen kiezen. De dreiging dat verzekerden overstappen naar een andere zorgverzekeraar, dient zorgverzekeraars het gehele jaar tot doelmatigheid en klantgerichtheid te stimuleren. Een verzekerde zal overstappen indien zijn of haar verwachte overstapbaten (bijvoorbeeld prijs) per saldo groter zijn dan zijn of haar verwachte overstapkosten (bijvoorbeeld transactiekosten). Jongeren en gezonden blijken vaker over te stappen naar een andere zorgverzekeraar dan ouderen en ongezonden. Deze bevinding hoeft niet per definitie zorgwekkend te zijn, omdat het mogelijk is dat ouderen en ongezonden uit tevredenheid met hun huidige zorgverzekeraar niet zijn overgestapt. Onderzoek heeft echter aangetoond dat ouderen en ongezonden substantiële belemmeringen ervaren bij het overstappen naar een andere zorgverzekeraar. Zo verwachtte meer dan de helft van de verzekerden met een slechte of matige gezondheidstoestand niet geaccepteerd te worden voor de aanvullende verzekering door een andere zorgverzekeraar of alleen tegen een hoge premie. In de gezondheidszorg zijn de preferenties van subgroepen van verzekerden uiterst heterogeen. Jongeren en gezonden verzekerden zijn voornamelijk geïnteresseerd in prijs. Ouderen en ongezonden, oftewel de grootgebruikers in de gezondheidszorg, zijn daarnaast mogelijk ook geïnteresseerd in de kwaliteit van zorg. Indien de keuzevrijheid van ouderen en ongezonden beperkt wordt door overstapbelemmeringen, zullen zorgverzekeraars verminderde prikkels ervaren om bij hun inkoopbeleid optimaal in te spelen op de specifieke preferenties van deze verzekerden. Dit kan op termijn de kwaliteit van zorg aantasten. Deze nadelige gevolgen vragen om nader onderzoek naar de specifieke overstapbelemmeringen die verschillende subgroepen van verzekerden ervaren. Voorts richt ons onderzoek zich op het formuleren van oplossingsrichtingen om de keuzevrijheid van verzekerden te vergroten. Alleen als alle verzekerden zich gedurende de jaarlijkse periode onbelemmerd voelen om desgewenst over te stappen naar een andere zorgverzekeraar, kunnen de beoogde effecten van een systeem van gereguleerde concurrentie gerealiseerd worden.

33

Danielle Duijmelinck MSc is in 2011 afgestudeerd in de master Health, Policy and Law aan het iBMG. Op dit moment is zij bij het iBMG werkzaam als promovenda. Haar onderzoek richt zich op het keuzegedrag van verzekerden op de zorgverzekeringsmarkt. Een belangrijk doel van haar onderzoek is het identificeren van mogelijke overstapbelemmeringen voor verzekerden en het formuleren van oplossingsrichtingen om de keuzevrijheid van verzekerden te vergroten.


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Uitgelicht: de zaak Jansen Steur

Het is een zaak die de gemoederen veel heeft beziggehouden: de zaak Jansen Steur. Op 1 november jl. is de rechtszaak begonnen die nu al “de grootste medische strafzaak in Nederland ooit” wordt genoemd. De casus in een notendop Jansen Steur. Er is geen bijna niemand in Nederland te vinden die nog nooit van deze ex-neuroloog heeft gehoord. Het begon in 2003, toen de ooit gerenommeerde neuroloog werd ontslagen nadat aan het licht kwam dat hij medicijnen stal voor zijn medicijnverslaving. Niet lang daarna werd duidelijk dat Jansen Steur ook diverse medische fouten had gemaakt. Zo zou hij foute diagnoses hebben gesteld, zou hij patiënten ten onrechte hebben verteld dat zij ernstig ziek waren en zou hij medicijnen hebben voorgeschreven die patiënten helemaal niet nodig hadden. Ook werd hij beschuldigd van het onnodig uitvoeren van hersenoperaties. In 2006 gaat Jansen Steur in Duitsland aan de slag, overigens met medeweten en toestemming van de IGZ. Nog in datzelfde jaar wordt hij door deze instelling ontslagen wegens het stellen van naar schatting zo´n 40 foute diagnoses. Hij gaat vervolgens aan het werk in een andere kliniek, maar wordt ook daar ontslagen als deze kliniek via de media hoort over zijn verleden. In 2009 wordt in Nederland bekend dat Jansen Steur inmiddels werkzaam is in de Klinik am Gesundbrunnen in het Duitse Heilbronn. In datzelfde jaar laat Jansen Steur zich onder druk van de IGZ uitschrijven uit het BIG-register. Het OM start niet veel later een strafrechtelijk onderzoek tegen hem. De casus van Jansen Steur heeft tot veel discussie geleid. Een belangrijk deel van die discussie is bepaald door de vraag over het nut en de noodzaak van het al dan niet invoeren van een Europese ´zwarte lijst´ voor disfunctionerende beroepsbeoefenaren. Het doel van de zwarte lijst is het voor de toekomst voorkomen van situaties waarin artsen die in het ene land de bevoegdheid verliezen om hun berope uit te oefenen, in het andere land gewoon aan de slag kunnen gaan.

“De zaak Jansen Steur is de directe aanleiding geweest voor de discussie over het invoeren van Europese ´zwarte lijsten´ voor disfunctionerende beroepsbeoefenaren.”

De tuchtzaak tegen Jansen Steur Op 1 november 2013 is de tuchtzaak omtrent Jansen Steur begonnen. Niet alleen Jansen Steur zelf, maar ook drie oud-bestuurders van het Medisch Spectrum Twente (MST) moesten voor het Regionaal Tuchtcollege Zwolle verschijnen. Tom Zijlstra en Ruud Ramaker moesten zich voor de tuchtrechter verantwoorden, omdat hen verweten wordt dat zij het disfunctioneren van Jansen Steur destijds in de doofpot gestopt hebben. Een andere oud-bestuurder van het MST, Herre Kingma, wordt verweten dat hij zich te laat heeft bekommerd om het lot van de ex-patiënten van de neuroloog. Deze openbare tuchtzitting vond op 12 november jl. plaats. Het tuchtcollege hoopt rond de jaarwisseling uitspraak te doen over deze zaken. De zwaarste maatregel die aan Jansen Steur opgelegd kan worden is die van de onvoorwaardelijke doorhaling van de inschrijving in het BIGregister (ex art. 48 lid 1 aanhef en sub f Wet BIG). Oplegging van deze maatregel zal voor Jansen Steur echter geen directe gevolgen hebben, omdat hij zich reeds in 2009 heeft laten uitschrijven uit

34


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

het BIG-register. De tuchtrechtelijke uitspraak is dus vooral van betekenis als een signaal aan de medische wereld en de slachtoffers van Jansen Steur. De strafzaak tegen Jansen Steur De strafzaak tegen Jansen Steur is op 4 november van dit jaar van start gegaan. De rechtbank Almelo heeft 15 zittingsdagen uitgetrokken voor wat nu al “de grootste medische strafzaak in Nederland ooit” wordt genoemd. Aan Jansen Steur zijn 21 feiten ten laste gelegd. Het gaat onder meer om het (opzettelijk) stellen van verkeerde diagnoses, diefstal, verduistering en valsheid in geschrifte. Als al deze feiten bewezen worden kan aan hem een straf van maximaal 12 jaren worden opgelegd. De uitspraak zal in februari worden gedaan. De stand van zaken Inmiddels heeft Jansen Steur nu ook in Duitsland een beroepsverbod opgelegd gekregen. Dit schrijft De Volkskrant. Jansen Steur was al eerder uit de Duitse kliniek in Heilbronn ontslagen, nadat hij in de Nederlandse media in opspraak was geraakt. De neuroloog heeft zelf een verklaring waarin hij aangeeft dat hij afstand doet van de goedkeuring arts aan de gezondheidsautoriteiten in de deelstaat Baden-Württemberg gestuurd. En hoe reageert Jansen Steur op alle commotie rondom zijn persoon? Hij heeft in de tuchtzaak toegegeven dat hij een persoonlijke crisis doorgemaakt heeft. Hij stelt dat hij de weg is kwijtgeraakt, aan medicijnen verslaafd was, maar ook dat hij nog wel kon functioneren. Hij vraagt zich af of het überhaupt wel zin heeft dat hij er iets over zegt, omdat er in de media veel negatieve berichtgeving is geweest. Op 1 november heeft Jansen Steur een interview gegeven in de NRC. Hij wil verantwoordeling afleggen, maar is tegelijkertijd bang voor de reacties van zijn ex-patiënten. Hij betreurt het dat geen van zijn ex-patiënten op zijn uitnodiging is ingegaan om gezamenlijk over de gebeurtenissen te praten. Hij zegt dat hij spijt heeft van wat hij zijn patiënten destijds heeft aangedaan. Jansen Steur houdt er rekening mee dat hij een gevangenisstraf kan krijgen, maar naar eigen zeggen heeft hij al ´levenslang´. Hij weet dat hij leed heeft veroorzaakt en daar schaamt hij zich diep voor. Meer lezen en zien?  ‘Ruim ton voor nabestaanden oud-patiënt Jansen’, NRC 21 november 2013  ‘Duits beroepsverbod voor neuroloog Ernst Jansen’, NRC 11 november 2013.  ‘Jansen Steur mag ook niet meer werken in Duitsland’, De Volkskrant 11 november 2013.  Lees hier het interview dat het NRC had met Jansen Steur.  Bekijk hier en hier twee items van het NOS Journaal over de tuchtzaak tegen Jansen Steur en het bestuur van het MST. Bekijk hier een interview met Joke Prins, één van de slachtoffers van Jansen Steur die aanwezig was bij de tuchtzaak.  Bekijk hier een item van het NOS Journaal over de strafzaak tegen Jansen Steur.  Ook interessant: de reactie van MST-directeur Herre Kingma op het feit dat Jansen Steur als neuroloog in Duitsland werkzaam is. De afloop van de zaak in de gaten houden?  Lees hier het dossier over de zaak Jansen Steur op de website van Medisch Contact.  Lees hier het dossier wordt bijgehouden door de Twenste Courant Tubantia.

35


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Actualiteiten zorgverzekeringsrecht Zorgmijding als gevolg van de verhoging van het eigen risico beperkt Uit een enquête die het ministerie van VWS heeft laten uitvoeren onder verzekerden blijkt dat de verhoging van het eigen risico beperkt van invloed is op het zorggebruik. Dit schrijft minister Schippers aan de Tweede Kamer. Uit de enquête blijkt daarnaast dat er veel misvattingen over het eigen risico bestaan: 19% van de mensen denkt onterecht dat een bezoek aan de huisarts onder het eigen risico valt en 41% van de ondervraagden denkt onterecht dat een bezoek aan een medisch specialist niet onder het eigen risico valt. Uit de enquête blijkt verder dat slechts 2% van de verzekerden wel eens ongewenst van zorg te hebben afgezien

vanwege de kosten. Van de mensen die waarschijnlijk ongewenst afzien van zorg bezoekt de helft de huisarts niet omdat zij denken dat ze voor het bezoek aan de huisarts moeten betalen, terwijl dat niet zo is. Het gaat dan om 1,8% van de verzekerden. Naast de enquête wordt door het NIVEL onderzoek gedaan op basis van daadwerkelijke zorggegevens over 2013 en wordt een internationale verkenning gedaan naar (de financiering van) het pakket, waaronder het eigen risico. De eerste resultaten daarvan zullen in het voorjaar van 2014 beschikbaar zijn.

TAGS: basispakket, eigen risico, zorgkosten, zorgmijding, zorgverzekeraar | BRON: Rijksoverheid.nl

Ziekenhuizen en HEMA bieden eigen zorgverzekering aan Er zijn al honderden aanvragen binnen voor de zorgverzekering van de HEMA. HEMA gaat in samenwekring met Menzis de zorgmarkt op met een eigen zorgverzekering: het basispakket kost voor 89 euro bij een eigen risico van 360 euro. Verzekerden krijgen als extraatje 10 procent korting op vrijwel alle HEMAproducten. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) kijkt niet op van de samenwerking tussen HEMA en Menzis. Volgens ZN is er sprake van een normale ontwikkeling in de zorgver-

zekeringsmarkt waarin zorgverzekeraars hun eigen keuzes maken. Niet alleen de winkelketen HEMA, ook regionale ziekenhuizen hebben het initiatief genomen voor een eigen zorgverzekeringspolis: de BeterDichtbij-polis. 42 ziekenhuizen zijn verenigd in de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ). Zorgverzekeraars ASR en DSW zullen de nieuwe polis gaan aanbieden. De BeterDichtbijpolis is vooral gericht op het aanbieden van zoveel mogelijk regionale zorg.

TAGS: marktwerking, zorgverlener, zorgverzekeraar | BRON: BeterDichtbij.nl, Medisch Contact

Tandartsen richten eigen tandartsverzekering op Op initiatief van de beroepsvereniging voor tandartsen (NMT) hebben de Nederlandse tandartsen het verzekeringsbedrijf ixorg opgezet. Dit bedrijf gaat een eigen verzekering tegen tandartskosten beheren. Bij het nieuwe product kunnen klanten een persoonlijk budget opbouwen voor de tandartskosten in combinatie met een goedkope calamiteiten-

verzekering. ixorg beschikt inmiddels over een vergunning van de AFM om in de verzekeringsbranch werkzaam te mogen zijn. De tandartsen richtten het bedrijf ixorg op voor een groeiend aantal mensen dat zich vanuit kostenoverwegingen niet meer verzekert voor tandartskosten. Momenteel zou dit aantal liggen rond 30 procent van alle Nederlanders.

TAGS: beroepsbeoerenaren, martkwerking, zorgverzekering | BRON: NationaleZorggids.nl, Trouw.nl

36


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Nieuwe zorgverzekeraar trekt zich terug De nieuwe zorgverzekeraar Anno12 gaat niet van start per 1 januari 2014. De premieverlagingen van de gevestigde zorgverzekeraars maken het voor de nieuwe verzekeraar onmogelijk om de concurrentie aan te gaan. De nieuwe zorgverzekaar wilde terug naar de basis

van het verzekeren: het afdekken van ondraagbare financiële risico's. Ook wilde Anno12 gezond gedrag stimuleren. De verzekerden zouden als lid mede-eigenaar worden en zo meer zeggenschap hebben.

TAGS: martkwerking, zorgverzekeraar | BRON: NationaleZorggids.nl, Skipr.nl

Aantal wanbetalers zorgpremie bereikt record; aantal onverzekerden daalt In Nederland staan sinds eind september 319.000 mensen onder curatele omdat ze hun zorgpremie niet hebben betaald. Dit blijkt uit stukken van het ministerie van VWS. Daarmee heeft het aantal wanbetalers in de zorg een record bereikt: eind 2012 waren er ruim 300.000. Sinds de invoering van de Wet Structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering (‘wanbetalersregeling’) per 1 september 2009 is het aantal wanbetalers niet zo hoog geweest. Verzekerden die langer dan zes maanden geen premie hebben betaald, worden als ‘wanbetaler’ aangemerkt. Het CvZ int vervolgens een premie van 160 euro per

maand op loon, pensioen of uitkering. Minister Schippers kondigde afgelopen juli aan om mensen die hun zorgpremie niet betalen harder aan te pakken door aanscherping van de maatregelen die gericht zijn op enerzijds het voorkomen van instroom in de wanbetalersregeling en anderzijds het bevorderen van uitstroom uit deze regeling. Zij heeft hiertoe een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Positief is weld at sinds 2011 het aantal mensen dat onverzekerd is met 80 procent is gedaald. Op dit moment zijn naar schatting 28.500 mensen niet verzekerd tegen zorgkosten.

TAGS: wanbetalingsregeling, zorgpremie, zorgverzekering | BRON: AD.nl, NationaleZorggids.nl, Rijksoverheid.nl

Duidelijkere zorgnota moet kostenbewustzijn verzekerden vergroten Vanaf begin 2014 moeten alle verzekerden duidelijke zorgnota’s ontvangen van hun zorgverzekeraar. De zorgverzekeraars moeten daarop specifieke informatie vermelden, zoals het specialisme van de behandelaar, de diagnose, de naam van de zorgaanbieder en de kosten van de behandeling. Vanaf 1 juni 2014 worden ook zorgverleners verplicht om aan de zorgverzekeraar op te geven welke zorgactiviteiten ze precies hebben uitgevoerd. Dit betekent dat ook deze gegevens vanaf eind 2014 op de zorgnota terug te vinden zijn. Op de zorgnota’s van geestelijke gezondheidszorg wordt in 2014 onder andere informatie over de hoofdbehandelaar, de verwijzer, en de zwaarte TAGS: fraude, Rijksoverheid.nl

kostenbewustzijn,

transparatie,

van de zorgvraag toegevoegd. Deze maatregelen maken deel uit van de plannen om het kostenbewustzijn van burgers te verhogen en fraude tegen te gaan, zo is te lezen in de brief die minister Schippers hierover onlangs aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Zorgverzekeraars zijn het eerste aanspreekpunt voor het beantwoorden van vragen over zorgnota’s en het behandelen van klachten over onjuiste declaraties. Zo nodig nemen ze hierover namens de verzekerde contact op met de zorgaanbieder. In het voorjaar van 2014 informeert de minister de Tweede Kamer opnieuw over de voortgang van bovengenoemde maatregelen.

zorgkosten,

37

zorgnota,

zorgverlener,

zorgverzekeraar

|

BRON:


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

CU: ‘Inspraak nodig bij zorgverzekeraars’ Zorgverzekeraars zouden zich veel meer als coöperaties moeten opstellen en verzekerden inspraak moeten geven in het beleid en de manier waarop de zorg wordt ingekocht. Het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie stelt dat voor in de vandaag verschenen publicatie ‘Zorg met een hart’. In die notitie worden manieren gezocht om de zorg toekomstbestendig te maken. Mondigere

burgers zijn daarvoor onmisbaar. Essentieel is wel dat zij ook serieus genomen worden. Op dit moment kunnen zelfs de meest zelfbewuste mensen maar moeizaam hun weg kunnen vinden in het zorgaanbod. Verder wordt in de notitie gepleit om meer werk te maken van preventie en om scherper te letten op ‘overbehandeling’.

TAGS: patiëntenrechten, zorgverzekeraars | BRON: CU.nl

VGZ vergoedt levenseindekliniek Zorgverzekeraar VGZ heeft een overeenkomst gesloten met de Levenseindekliniek in Den Haag om de behandelingen van de kliniek te vergoeden. Achmea, de grootste zorgverzekeraar van Nederland, vergoedt de behandelingen niet. De NVVE en de Levenseindekliniek zijn vorige maand een brievenactie gestart om de verzekeraars op te roepen de zorg van de kliniek te vergoeden. Verzekeraars krijgen in die actie brieven van verzekerden waarin die op de vergoeding aandringen. Ook Multizorg (een samenwerking

tussen ASR, ONVZ, Zorg en Zekerheid en ENO) heeft zich inmiddels bereid verklaard tot een overeenkomst met de kliniek. CZ wil wel vergoeden, maar alleen als de patiënt eerst is geweigerd door een eigen huisarts en het ook na zorgbemiddeling niet lukt een andere arts te vinden. De kliniek bekijkt nu hoe dat in de praktijk uitwerkt. Achmea wil behandelingen van de Levenseindekliniek niet vergoeden, omdat de verzekeraar zich bij euthanasie richt op het versterken van de huisartszorg.

TAGS: ehtiek, euthanasie, hulp bij zelfdoding, zorgkosten, zorgverzekeraar | BRON: Levenseindekliniek.nl

Schippers onderzoekt meerjarige zorgverzekering Minister Schippers laat onderzoeken wat de gevolgen zouden zijn van een meerjarige zorgverzekering. Door verzekerden voor meerdere jaren aan zich te binden worden zorgverzekeraars mogelijk gestimuleerd om meer te investeren in preventie. De mogelijkheid om jaarlijks te wisselen van zorgverzekeraar is een belangrijk onderdeel van de concurrentie. Steeds vaker maken mensen hier gebruik van. Vorig jaar stapten 1,4

miljoen mensen over en de verwachting is dat dit aantal dit jaar opnieuw toeneemt, door prijzenslag onder zorgverzekeraars. Er kleven ook nadelen aan dat jaarlijkse overstappen. Zo is het voor verzekeraars lastig om met ziekenhuizen en andere zorgaanbieders meerjarige afspraken te maken. Door lagere premies aan te bieden bij een meerjarig contract, zouden mensen ertoe moeten worden verleid zich langer te binden aan een zorgverzekeraar.

TAGS: preventie, overstappen van verzekerden, zorgverzekeraar, zorgverzekering | BRON: Rijksoverheid.nl, Zorgvisie.nl

38


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Rotterdam kocht heimelijk schuld minima af bij Zilveren Kruis De voormalige Sociale Dienst van de gemeente Rotterdam heeft in 2011 met 1 miljoen euro een schuldenlast van 2500 uitkeringsgerechtigden bij Zilveren Kruis afbetaald. De gemeenteraad is daar destijds niet over ingelicht, omdat de dienst bevoegd was deze overeenkomst zelf af te sluiten met de ziektekostenverzekeraar. Dit stelt de gemeente Rotterdam naar aanleiding van berichtgeving in de media. In totaal ging het om een schuld van 7 miljoen euro, waarvan de gemeente Rotterdam 1 miljoen heeft betaald. Ook het

CVZ heeft een bedrag betaald aan Zilveren Kruis. Het resterende bedrag is door Zilveren Kruis gewoon afgeboekt als verlies. De gemeente Rotterdam ging over tot betaling om te voorkomen dat de wanbetalers niet daadwerkelijk als wanbetalers geregistreerd zouden worden. Daardoor zouden zij naast hun premie-achterstand een boete moeten betalen en konden ze geen andere financiële verplichtingen meer aangaan. De gemeente stelt dat het geld wel zal worden teruggevorderd bij de individuele wanbetalers.

TAGS: wanbetaling, zorgverzekering | BRON: AD.nl

Zorgverzekeraars zijn ‘too big to fail’ Zorgverzekeraars zijn te groot geworden om ze failliet te laten gaan. Zij genieten, net als sommige banken, impliciete staatssteun. Dat stelt Chris Oomen, bestuursvoorzitter van DSW Zorgverzekeraar. “Achmea, dat in 2008 al staatssteun kreeg, heeft nu een derde van de markt. Stel dat Achmea omvalt. Er is geen zorgverzekeraar in Nederland die de verzekerden kan overnemen. Want niemand

heeft voldoende eigen vermogen om 5 miljoen verzekerden erbij te nemen. Dat vereist zoveel kapitaal, dan ben je meteen failliet. Too big to fail”, aldus Oomen. Volgens de bestuursvoorzitter jagen de beloningen in de sector schaalvergrotingen alleen maar aan. “In de beloningscode krijg je als bestuurder van een grote verzekeraar meer betaald. Dat is belachelijk.”

TAGS: marktwerking, schaalvergroting, staatssteun, zorgverzekeraar | BRON: NRC.nl

Zorgpremie in 2015 weer omhoog De zorgpremie gaat in 2015 weer stijgen. Door de overheveling van zorgtaken van de AWBZ naar de verzekeraars moeten verzekerden in 2015 zo'n vijftig euro meer premie betalen. Dat schrijft minister Schippers in een brief aan de Tweede Kamer over de ontwerpbegroting van

het Ministerie van VWS voor het volgende kalenderjaar. Omdat in 2015 onder meer de ggz en de thuisverpleging naar de zorgverzekeraars wordt doorgeschoven, komt er voor ongeveer 2,5 miljard euro aan AWBZ-taken op hun bordje.

TAGS: zorgpremie | BRON: NationaleZorggids.nl; Rijksoverheid.nl

39


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Jurisprudentie

Zorgverleningsrecht Werkstraf en geldboete voor voormalige directrice Haagse abortuskliniek In twee strafzaken tegen de voormalig directrice en een werkneemster van de failliet verklaarde Haagse abortuskliniek Stichting PretermRutgers is een persoonlijke boete van 25.000 euro opgelegd, 20.000 euro van dit bedrag is opgelegd onder de algemene voorwaarde dat zij gedurende een proeftijd van 2 jaar hetzelfde feit niet nogmaals zal begaan. De werkneemster heeft een werkstraf van 120 uur gekregen wegens valsheid in geschrifte. De opgelegde straffen vallen aanzienlijk lager uit dan de strafeis van het OM. Het OM eiste dat de directrice veroordeeld zou worden tot 21

maanden celstraf en 150.000 euro boete; tegen een baliemedewerkster werd één jaar celstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk, geeist. Bijzonder was dat de rechtbank in haar uitspraak van oordeel was dat directrice niet handelde om er zelf beter van te worden, maar uit ideëele motieven. De fraude betrof namelijk het valselijk aanvragen van AWBZvergoedingen voor abortusbehandelingen van buitenlandse niet-AWBZ verzekerde patiënten. Volgens de rechtbank is er is voor ongeveer 30.000 euro onterecht aangevraagd door de kliniek.

Rb Den Haag 1 november 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:14630, Rb Den Haag 1 november 2013 ECLI:NL:RBDHA:2013:14632.

Ondanks vrijspraak van diefstal ontslag op staande voet door zorginstelling rechtsgeldig Een bewoonster klaagt dat er herhaaldelijk geld uit haar portomonnee verdwijnt. Uit opnamen met een verborgen camera blijkt dat een verzorgende in dienst van de zorginstelling waar bewoonster verblijft geld pakt uit de portomonee van de bewoonster in kwestie. Naar aanleiding van dit incident ontslaat de zorginstelling de verzorgende op staande voet. Tevens deed de instelling aangifte van diefstal. De politierechter sprak de verzorgende vrij. Een verzoek bij de kantonrechter om loondoorbetaling wordt echter niet gehonoreerd. In hoger beroep oordeelt het hof dat de beelden

goed in het scenario van de bewoonster passen, waarin de verzorgende de tas heeft gepakt, geld uit de tas heeft gehaald en in haar zak gestoken. De werkgever heeft daarom voorshands voldoende aangevoerd om geslaagd te zijn in het bewijs van de dringende reden. Het ligt op de weg van de werkneemster om een andere plausibele verklaring te geven voor de gefilmde handelingen. Hiervoor is onvoldoende dat zij is vrijgesproken door de politierechter. Wel krijgt de werkneemster de gelegenheid om tegenbewijs te leveren.

Hof Arnhem-Leeuwarden 8 oktober 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7544, JAR 2013/276.

40


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Rapport partijdeskundige heeft zelfde bewijskracht als rapport afkomstig van door partijen gezamenlijk aangestelde deskundige Na een zwangerschap van 39 weken is een vrouw op 17 oktober 2003 bevallen van een dochter, Er was sprake van een stuitligging. De dochter heeft tijdens de bevalling letsel opgelopen. De ouders vorderen (voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordigers van hun dochter) schadevergoeding van het ziekenhuis vanwege het door de dochter opgelopen letsel. De behandelend gynaecoloog (in opleiding) wordt verweten dat hij tijdens de keizersnede zijn vinger in de anus/vagina van de baby, die in stuit lag, heeft ingevoerd en daarbij kracht heeft gezet, waardoor een ‘totaalruptuur’ is ontstaan. Deskundige 1, die door partijen gezamenlijk is aangesteld, is tot de conclusie gekomen dat sprake is van een zeer zeldzame complicatie en dat geen sprake is van verwijtbaar medisch handelen. Deskundige 2, die (nadien) door de ouders is geraadpleegd, is

daarentegen van mening dat het letsel wel is veroorzaakt door verwijtbaar handelen van de gynaecoloog. De rechtbank heeft dit laatste oordeel overgenomen en heeft het ziekenhuis veroordeeld tot schadevergoeding. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Het hof stelt daarbij voorop dat beide rapporten tot bewijs kunnen dienen. De omstandigheid dat deskundige 1 zijn rapport heeft geschreven op eenparig verzoek van partijen, terwijl deskundige 2 uitsluitend op verzoek van eisers heeft gerapporteerd, betekent niet dat aan het rapport van deskundige 2 in bewijsrechtelijk opzicht geen of minder waarde toekomt. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat deskundige 2 de gynaecoloog in de gelegenheid heeft gesteld een toelichting te geven, waarvan de gynaecoloog ook gebruik heeft gemaakt.

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 juni 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4401, RAV 2013/95.

Geneesheer-directeur na afloop geldigheidsduur voorwaardelijke machtiging onder omstandigheden bevoegd te besluiten tot onvrijwillige opneming in psychiatrisch ziekenhuis Volgens de Hoge Raad is een geneesheerdirecteur niet alleen tijdens de geldigheidsduur van de voorwaardelijke machtiging bevoegd tot het nemen van een besluit tot opneming van een persoon in een psychiatrisch ziekenhuis, maar onder omstandigheden ook nog daarna (art. 14d lid 1 jo. art. 14f sub b Wet Bopz). Dit laatste is het geval zolang niet afwijzend is beslist op een - voor het einde van de termijn ingediend - verzoekschrift tot verlenen van een aansluitende machtiging en de termijn voor het geven van de beschikking nog niet is verstreken. In een geval waarin het verzoek tot het verlenen van een aansluitende machtiging wordt gedaan op een tijdstip waarop betrokkene nog niet in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, bepaalt de wet slechts dat de rechter ‘zo spoedig mogelijk’ beslist, zonder een uiterste beslistermijn te bepalen. Mede

gelet op het in art. 5 lid 1 sub ee EVRM opgenomen vereiste dat een ‘rechtmatige’ vrijheidsbeneming van geesteszieken moet plaatsvinden ‘overeenkomstig een wettelijk voorgeschreven procedure’, moet art. 14d lid 1 Wet Bopz aldus worden uitgelegd dat de aan de geneesheer-directeur gegeven bevoegdheid aan een termijn is gebonden. De geneesheerdirecteur kan daarom een besluit tot opneming in een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 14d lid 1 Wet Bopz niet alleen nemen gedurende de geldigheidsduur van de rechterlijke machtiging, maar ook nog gedurende een termijn van vier weken na afloop van deze geldigheidsduur, mits vóór het verstrijken van de voorwaardelijke machtiging een verzoek is ingediend tot het verlenen van een aansluitende rechterlijke machtiging.

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1040, RvdW 2013/1282.

41


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Bijzondere voorwaarde bij voorlopige hechtenis schorst machtiging tot voortgezet verblijf In deze cassatieprocedure staat de vraag centraal of een machtiging tot voorgezet verblijf ex art. 15 Wet Bopz samen kan gaan met een voorwaardelijke veroordeling tot vrijheidsstraf, waaraan als bijzondere voorwaarde is gekoppeld gedwongen opneming in een forensisch-psychiatrische kliniek. De Hoge Raad is van oordeel dat samenloop inderdaad mogelijk is. Volgens de Hoge Raad brengt de omstandigheid dat betrokkene in voorlopige hechtenis is genomen niet mee dat de voorlopige machtiging tot voortgezet verblijf ten einde is gekomen. Weliswaar is de tenuitvoerlegging van de voorlopige machtiging onderbroken, doordat het OM voorrang heeft gegeven aan het strafrechtelijke traject en betrokkene in voorlopige hechtenis

heeft doen stellen, maar uit de omstandigheden van het geval blijkt niet dat betrokkene op de voet van art. 48 of 49 Wet Bopz is ontslagen uit het psychiatrisch ziekenhuis of dat de officier van justitie heeft afgezien van verdere tenuitvoerlegging van de voorlopige machtiging. Dit brengt mee dat na afloop van de voorlopige hechtenis de voorlopige machtiging nog vatbaar was voor verdere tenuitvoerlegging voor het restant van de geldigheidsduur daarvan en dat op de voet van art. 15 Wet Bopz een machtiging tot voortgezet verblijf kon worden verleend. Het feit dat betrokkene - doordat hij de hem in het strafvonnis opgelegde bijzondere voorwaarde naleefde - op basis van vrijwilligheid in de kliniek verbleef staat daaraan niet in de weg.

HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1038, RvdW 2013/1283 en HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1039, RvdW 2013/1296.

Alphahulpen zijn werkzaam ‘bemiddelingskantoor’

op

basis

Volgens het Hof Leeuwarden zijn alphahulpen wel degelijk (ook) werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst met het WMOuitvoerende bemiddelingskantoor. De volgende zes omstandigheden zijn daarbij volgens het hof bepalend. Ten eerste werft het bemiddelingskantoor de alphahulpen in het kader van de uitvoering van (het pakket van) de zorgtaken die het jegens de gemeente op zich heeft genomen. Ten tweede is de organisatie van een bemiddelingskantoor feitelijk en juridisch (in)gericht op het uitvoeren van haar verplichtingen jegens de gemeente, door middel van onder meer alphahulpen, waartoe zij alphahulpen werft en deze koppelt aan hulpgeïndiceerde cliënten. Ten derde heeft het bemiddelingskantoor enige instructiebevoegdheid jegens de alphahulpen, bijvoorbeeld ten aanzien van het ondertekenen en laten onder-

van

arbeidsovereenkomst

met

het

tekenen door de cliënt van de ‘arbeidsovereenkomst’, het inleveren van het urenbriefje en hoe te handelen bij ziekte of verhindering. Ten vierde is de verhouding tussen alphahulp en cliënt voor het overgrote deel (tevoren) vastgelegd in door het bemiddelingskantoor opgestelde contracten. Ten vijfde blijft ook na bemiddeling sprake van een voortdurende inhoudelijke en administratieve betrokkenheid van het bemiddelingskantoor bij de door de alphahulp verrichte werkzaamheden. Ten zesde wordt de hoogte van het loon bepaald in de verhouding tussen de alphahulpen en het bemiddelingskantoor, de loonbetaling geschiedt in overwegende mate (feitelijk) door het kantoor en die betaling heeft slechts een verwijderd en indirect verband met de afdracht van de eigen bijdrage van cliënten aan het CAK.

Hof Arnhem-Leeuwarden 5 november 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8304.

42


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Voormalig huisarts krijgt maand voorwaardelijke celstraf Voormalig huisarts Cornelis H. is door de rechtbank in Utrecht veroordeeld tot een maand voorwaardelijke celstraf omdat hij tijdens een inwendig onderzoek stiekem foto's maakte van het geslachtsdeel van een patiënte. De 86-jarige H. werd drie jaar geleden voor eenzelfde feit veroordeeld tot dezelfde straf, maar werkte daarna gewoon door als huisarts. Door de publiciteit rond die zaak meldde zich in 2012 een andere vrouw. Zij bleek ook op de in

2008 gevonden foto's voor te komen. Pas begin dit jaar beëindigde H. zijn artsenpraktijk. De advocaat van H. liet weten dat hij zijn cliënt zal adviseren in hoger beroep te gaan. Volgens hem had justitie de foto's van H. niet mogen bekijken, omdat die onder het beroepsgeheim vielen. In de zaak uit 2008 moest het OM tot de Hoge Raad door procederen om de foto’s te mogen gebruiken voor het strafdossier.

Rb Utrecht 30 september 2008, ECLI:NL:RBUTR:2008:BG1561. HR 10 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7259. Rb Midden-Nederland 19 november 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:5737.

ADRZ mag cardiologen niet ontslaan Het Admiraal de Ruyterziekenhuis (ADRZ) in Vlissingen en Goes mag twee cardiologen die behoorden tot de disfunctionerende vakgroep cardiologie niet ontslaan. Omdat het ziekenhuis toch van de artsen af wil, onderhandelt het momenteel over een afkoopsom. De cardiologen eisen elk ruim 6,5 ton. Het ADRZ ontstond in 2010 uit een fusie tussen het Oosterscheldeziekenhuis en het Ziekenhuis Walcheren. Als gevolg van die fusie moesten ook de vakgroepen cardiologie van beide ziekenhuizen samensmelten. Maar door cultuurverschillen en onverenigbare karakters mislukte dat en kwamen de continuïteit en de

kwaliteit van de zorgverlening in gevaar. Begin van dit jaar besloot het ADRZ de hele vakgroep cardiologie ‘op te schonen’. In dat kader werden zes nieuwe cardiologen aangetrokken. Slechts enkele artsen uit de ‘oude’ vakgroep mochten blijven. Eind februari stapte het ADRZ naar het Scheidsgerecht Gezondheidszorg om twee cardiologen die niet uit zichzelf vertrokken, zonder vergoeding te kunnen ontslaan. Onlangs oordeelde het Scheidsgerecht echter dat het ziekenhuis de cardiologen niet mag ontslaan. ‘Ontbinding van de arbeidsovereenkomst is een disproportionele maatregel’, aldus de arbiter.

Scheidsgerecht Gezondheidszorg 29 augustus 2013 (kenmerk 13/11 en kenmerk 13/12).

IJsselmeerziekenhuizen ontslaan anesthesioloog Uit een vonnis van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg blijkt dat de anesthesioloogintensivist in het verleden al herhaaldelijk op de vingers was getikt. Zo zou hij te veel tijd besteden aan zijn eigen bedrijven en te weinig betrokken zijn bij het ziekenhuis. Rond de jaarwisseling vonden opnieuw enkele incidenten plaats die volgens het ziekenhuis hebben geleid tot onveilige situaties voor patiënten. Begin januari schorste bestuursvoorzitter Loek Winter de arts, waarna het ziekenhuis een

onderzoek liet verrichten naar zijn mogelijk disfunctioneren. Mede op basis van dat onderzoek werd hij in augustus ontslagen. Omdat het Scheidsgerecht oordeelde dat het ziekenhuis hem eerder ‘indringend had moeten waarschuwen’ dat hij onvoldoende functioneerde en hem in staat had moeten stellen zijn gedrag te verbeteren, krijgt de arts een ontslagvergoeding van 90.000 euro. Hij had een vergoeding van ruim een kwart miljoen geëist.

Scheidsgerecht Gezondheidszorg 21 juni 2013 (kenmerk 13/20).

43


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorgverzekeraars voorkomen oprichting zbc Twee zorgverzekeraars hebben ervoor gezorgd dat een anesthesioloog zijn diensten aan het ziekenhuis niet kon aanbieden via een zelfstandig behandelcentrum (zbc). Dit blijkt uit een recent vonnis van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. De arts werkte sinds 1992 in het ziekenhuis als anesthesioloog/pijnbestrijder, maar wilde vanaf januari 2012 gaan werken via een zbc. Aanvankelijk was het ziekenhuis bereid die private pijnkliniek te ondersteunen. Eind 2011 kreeg het echter te horen dat de twee grootste zorgverzekeraars in de regio niet wilden meewerken aan deze

constructie. De anesthesioloog eiste daarop dat het ziekenhuis toch zou blijven meewerken aan de private pijnkliniek. Toen dat niet gebeurde, verbrak de arts de banden en ging aan de slag voor een ander ziekenhuis. Vervolgens stapte hij naar het Scheidsgerecht, waar hij 6,5 ton claimde voor gemaakte kosten voor de oprichting van het zbc, de geleden schade, misgelopen goodwill en juridische kosten. In een onlangs openbaar geworden vonnis uit oktober wees de arbitragerechtbank alle eisen van de arts af.

Scheidsgerecht Gezondheidszorg 7 oktober 2013 (kenmerk 13/18).

Kaakchirurgen Catharina toucheerden vijf ton Een maatschap bestaande uit vier kaakchirurgen van het Eindhovense Catharina Ziekenhuis hebben ruim een half miljoen euro opgestreken als vergoeding voor het gebruik van röntgenapparatuur die niet in hun bezit was. De kaakchirurgen gebruikten tot 2008 hun eigen röntgenapparatuur en kregen daarvoor een vergoeding ter compensatie voor aanschafkosten en onderhoud. In 2008 wilde de maatschap zelf haar apparatuur vervangen en uitbreiden. Het ziekenhuis hanteerde op dat moment echter een nieuw beleid, waarin werd bepaald dat de apparatuur in eigendom van de zorginstelling moest zijn wegens haar aansprakelijkheid in geval van ongelukken door gebrekkig onderhoud. Het ziekenhuis kocht derhalve zelf de benodigde röntgenapparatuur voor circa 300.000 euro, maar liet ook de vergoedingsregeling aan de kaakchirurgen in

stand. Toen het ziekenhuis per januari 2013 besloot deze vergoedingsregeling te beëindigen, stapten de kaakchirurgen naar het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. Het Scheidsgerehct oordeelde dat het ziekenhuis de afspraak eenzijdig mag opzeggen. Uit het vonnis blijkt dat de maatschap van kaakchirurgen ongeveer vier jaar lang een voordeel had van 135.000 tot 150.000 euro per jaar. In totaal toucheerden zij zo dus € 540.000 tot 6 ton. Het ziekenhuis draaide op voor het exploitatietekort op de röntgenapparatuur. Volgens het Scheidsgerecht speelt daarbij een rol dat de voor het ziekenhuis nadelige afspraak ‘binnen en buiten de organisatie’ moeilijk valt uit te leggen. ‘De maatschap krijgt immers (…) een aanmerkelijk jaarlijks bedrag waar geen kosten of noemenswaardige werkzaamheden tegenover staan.’

Scheidsgerecht Gezondheidszorg 5 september 2013 (kenmerk 13/23).

44


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorgfinancieringsrecht NZa stelt foutieve maximumtarieven vast voor de curatieve GGZ Op 1 oktober 2009 heeft de NZa de maximumtarieven voor de curatieve GGZ vastgesteld. In deze tariefbeschikking was sprake van wijzigingen in de DBCproductstructuur, waardoor voor sommige behandelgroepen activiteiten werden aangemerkt als psychotherapie in plaats van farmacotherapie, terwijl in andere behandelgroepen deze varianten verdwenen waren en er nog maar één DBC-product bestond. De Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (NVVPP) ging tegen deze tariefbeschikking in bezwaar bij de NZa. De NZa verklaarde het bezwaar echter ongegrond, waarna de NVVPP beroep ingesteld heeft bij het CBb. De NZa, NVVPP en auditor KPMG stellen allemaal dat het rapport van DBC-Onderhoud (het advies voor de product-structuur) ondeugdelijk is. Het CBb

constateert dat de wijzigingen in productstructuur waar het hier om gaat, mede berusten op dit foutieve rapport. De NZa stelt dus ten onrechte dat bij het vaststellen van de productstructuur het rapport geen of in mindere mate een rol speelde. Doordat het onderzoek niet betrouwbaar is, mag de NZa het niet zonder nadere en deugdelijke motivering gebruiken. Het CBb oordeelt bovendien dat de NZa onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de effecten van de wijzigingen van de activiteit (in de DBC-productstructuur) op het inkomen van vrijgevestigde psychotherapeuten en zich bovendien geen oordeel heeft gevormd over de aanvaardbaarheid van de effecten. De bestreden tariefbeschikking wordt niet definitief vernietigd. Het CBb verwijst voor nader onderzoek terug naar de NZa, die opnieuw moet beslissen op het bezwaar van de NVVPP.

ECLI:NL:CBB:2013:72CBb 16 juli 2013, ECLI:NL:CBB:2013:72, RZA 2013/26.

Preferentiebeleid zorgverzekeraars inzake dieetpreparaten onrechtmatig In een kort geding dat Nutricia heeft aangespannen tegen een aantal zorgverzekeraars ging het om de vraag of een preferentiebeleid met betrekking tot drinkvoedingen in zorg-(inkoop)contracten voor 2014 tussen zorgverzekeraars en afleveraars onrechtmatig is. De rechter is van oordeel dat dit het geval is. Volgens de rechter is het aannemelijk dat verplichting in de zorgcontracten om in minimaal 75 procent van de gevallen een door de zorgverzekeraars geselecteerd voorkeursproduct af te leveren, in feite een beperking oplevert of kan opleveren van de aanspraak die verzekerden hebben op verstrekking of vergoeding van dieetpreparaten. Dit is strijdig met de Zvw en de daarop gebaseerde regelgeving, die - anders dan ten aanzien van geneesmiddelen - niet voorziet in de mogelijkheid van het voeren van een preferentiebeleid ten aanzien van dieetpreparaten, aldus de rechter. De vergoedingen

die de zorgverzekeraars hebben vastgesteld voor geconcentreerde drinkvoedingen die buiten het preferentiebeleid vallen, met kortingspercentages van 48 tot 56 procent op de apotheekinkoopprijs, zijn zodanig willekeurig jegens Nutricia, dat alle omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder de kans op aanmerkelijke schade voor Nutricia, onzorgvuldig en onrechtmatig jegens haar zijn. De voorzieningenrechter verbiedt de zorgverzekeraars aan een aantal onderdelen van de reeds gesloten zorgcontracten verder uitvoering te geven of contracten voor wat betreft die onderdelen af te sluiten. De eis van Nutricia om de zorgverzekeraars te gebieden bepaalde vergoedingen in de contracten op te nemen, wordt afgewezen. Het staat de zorgverzekeraars in beginsel vrij die vergoedingen te bepalen en met de afleveraars overeen te komen, mits dat niet gebeurt op een wijze die onrechtmatig is jegens Nutricia.

Rb Gelderland 15 november 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4583.

45


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorgverzekeringsrecht Seksuele dienstverlening wordt niet vergoed door AWBZ De CRvB heeft beslist dat seksuele dienstverlening niet kan worden aangemerkt als ‘ondersteunende en activerende begeleiding’ in de zin van artikelen 6 en 7 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ. Appellant had een bedrag van meer dat 1.000 euro gedeclareerd onder de noemer ‘ondersteunende begeleiding’ en was van mening dat zorgkantoor Trias hiervoor vergoeding moest bieden. Opvallend

is dat appellant deze mening was toegedaan op basis van een telefonische toezegging door een medewerker van Trias. Een beroep op het vertrouwensbeginsel werd echter verworpen door de CRvB doordat appellant niet voldoende aannemelijk gemaakt heeft dat hem een toezegging is gedaan die bij hem een te rechtvaardigen verwachting heeft gewekt dat de zorg door Trias zal worden vergoed.

CRvB 6 november 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:2362.

Pensionado’s moeten bijdrage Zvw afstaan terwijl Nederland geen ziektenkosten vergoed Met de invoering van de Zvw is de ‘pensionadoproblematiek’ ontstaan: pensionado’s vallen in het buitenland onder de EU-richtlijnen voor sociale zekerheid, terwijl vóór invoering van de Zvw deze pensionado’s particulier verzekerd waren en derhalve niet onder de EU-richtlijnen vielen). Concreet betekent toepassing van de EU-richtlijnen dat de pensionado’s recht op zorg hebben in hun woonland, maar zij daarvoor wel moeten betalen. Betaling geschiedt doordat de fiscus een bedrag inhoudt op het Nederlandse pensioen; de hoogte van het bedrag dat wordt ingehouden is afhankelijk van de ‘woonland-factor’. Door deze constructie zijn de pensionado’s uiteindelijk meer geld kwijt dan in de situatie waarin zij particulier verzekerd waren. In deze zaak voor de CRvB gaat het om het volgende. Een Nederlander en een Brit, thans niet woonachtig in Nederland hebben het grootste deel van hun carrière in Nederland gewerkt. Hierdoor zijn ze een periode onderworpen geweest aan de Nederlandse socialezekerheidswetgeving. Zij ontvangen momenteel op die grond een AOWuitkering. Het CVZ is van mening dat de Brit en Nederlander door invoering van de Zvw in 2006 onder het begrip ‘verdragsgerechtigde’ (art. 69 Zvw) zijn gaan vallen, zodat op de AOW een

zorgbijdrage mag worden ingehouden. De Nederlander en Brit vinden dit niet terecht, omdat ze in Nederland niet verplicht verzekerd zijn geweest tegen ziektekosten. Bovendien stellen zij dat Nederland niet bijdraagt in hun zorgkosten. De CRvB heeft over deze problematiek een prejudiciële vraag gesteld. Volgens het HvJ-EU refereert de zinsnede “aan de wettelijke regeling waarvan de rechthebbende het langst onderworpen is geweest” in art. 28 lid 2 onderdeel b van de Verordening (EEG) 1408/71 aan de wettelijke regeling die betrekking heeft op pensioenen of renten. Het HvJ-EU merkt verder nog op dat het antwoord op de vraag of alleen de tijdvakken van verplichte verzekering en die welke hebben geleid tot betaling van bijdragen, in aanmerking moeten worden genomen, niet van belang is, omdat de wettelijke regeling inzake pensioenen en renten waaraan de Nederlander en de Brit het langst onderworpen zijn geweest, in elk geval de Nederlandse wettelijke regeling is. Deze prejudiciele uitspraak biedt de CRvB de mogelijkheid te beslissen dat de ziektekosten op grond van art. 28 lid 2 onderdeel b Verordening ten laste van Nederland komen, waardoor Nederland een bijdrage via de AOW mag heffen voor de financiering van de kosten.

HvJ-EU 10 oktober 2013, C-321/12, Vakstudie Nieuws 2013/53.15., CRvB 27 juni 2012 nrs. 10/2175, 09/5262 en 11/3594, ECLI:NL:CRVB:2012:BW9410,

46


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Geneesmiddel dient onder zeer bijzondere omstandigheden ook te worden vergoed indien niet is voldaan aan alle cumulatieve criteria van art. 2.5 lid 1 Regeling zorgverzekering Een 11-jarig meisje, via haar ouders tegen ziektekosten verzekerd bij VGZ staat bij een specialist onder behandeling voor een zeer zeldzame bindweefselaandoening. Het door de specialist voorgeschreven geneesmiddel Bosentan wordt door VGZ in het kader van de zorgverzekering niet vergoed, omdat niet is voldaan aan de in art. 2.5 lid 1 Regeling zorgverzekering gestelde leeftijdseis van 18 jaar of ouder. De ouders en hun dochter vorderen in kort geding bij wijze van voorlopige voorziening VGZ te gebieden de feitelijke behandeling met het betreffende geneesmiddel toch mogelijk te maken, zolang dit ten minste medisch geĂŻndiceerd is, zulks op verbeurte van een dwangsom. De rechtbank wijst deze vordering toe. Volgens de rechtbank heeft het meisje in beginsel op grond van de zorgverzekeringsovereenkomst met VGZ geen recht op verstrekking/vergoeding van Bosentan, maar zijn er in casu zeer bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat VGZ (binnen zekere grenzen) toch de kosten van het

middel moet te vergoeden, ook nu het meisje niet voldaan heeft aan een van de drie cumulatieve eisen in art. 2.5 lid 1 Regeling zorgverzekering. De zeer bijzondere omstandigheden bestaan volgens de rechter uit het feit dat zich een zeer ernstige aandoening voordoet waarvan de gevolgen voor de gezondheid van het meisje onomkeerbaar en zeer ernstig kunnen zijn, dat de aandoening buitengewoon pijnlijk is en ernstig afbreuk doet aan de kwaliteit van het leven, en dat het meisje in ernstige mate in haar dagelijkse leven wordt beperkt. De rechter stelt bovendien vast dat de leeftijdsgrens van 18 jaar alleen maar is gesteld omdat er ten aanzien van personen onder de 18 jaar geen onderzoeksgegevens voorhanden zijn. Ten slotte is de omstandigheid relevant dat de door eisers gestelde en door VGZ als zodanig niet weersproken aanwijzingen uit case-studies dat Bosentan ook voor kinderen met systematische sclerose effectief is.

Rb Gelderland 19 juli 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2327, RAV 2013/107.

Terecht minder uren zorg In hoger beroep oordeelt de CRvB dat het college van B&W van de gemeente Rotterdam niet hoeft te motiveren waarom op grond van de Wmo minder uren zorg worden toegekend dan appellant had onder de AWBZ. Een dergelijke verplichting vloeit uit de Wmo noch uit de Awb voort. Het college heeft zijn besluit tot toekenning van huishoudelijke verzorging op grond van de Wmo terecht gemotiveerd op basis van hetgeen in en krachtens de Wmo is

bepaald. Bovendien heeft het college gehandeld conform de normtijden zoals neergelegd in de Beleidsregels Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Rotterdam. Er is geen reden om een uitzondering te maken op het gemeentelijk beleid. Van onjuistheid of onredelijkheid van deze normtijden dan wel van bijzondere omstandigheden op grond waarvan van deze regels zou moeten worden afgeweken is namelijk niet gebleken.

CRvB 11 september 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1754, JWWB 2013/163.

47


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorgverzekeraar mag patiënten informeren over bovenmatig declaratiegedrag zorgverlener VGZ zag zich geconfronteerd met een tandarts die per verzekerde per jaar ongeveer het dubbele declareerde ten opzichte van het landelijke gemiddelde en die bij voortduring weigerde behoorlijk inlichtingen te verschaffen en vragen hierover te beantwoorden. VGZ heeft toen aan haar verzekerden die patiënt zijn bij deze tandarts uiteindelijk een brief gestuurd waarin geïnformeerd wordt dat hun tandarts bovengemiddeld declareert en welke gevolgen dat voor hen kan hebben. De tandarts stelt dat VGZ onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld en eist in kort geding onder meer rectificatie van de brief. De kernoverweging van rechtbank luidt als volgt. “De vraag of het aanschrijven van de verzekerden die patiënt van eiser waren in de gegeven omstandigheden geoorloofd was, moet worden beoordeeld in het kader van de wettelijke regelingen en de mogelijkheden die VGZ ten dienste stonden. Het stond VGZ vrij eiser de gegevens uit het onderzoek voor te leggen en hem daarover vragen te stellen en verklaringen te vragen. Op grond van art. 88 lid 1 Zvw en art. 7.2 onder i jo 7.3 lid 2 Regeling zorgverzekering was eiser verplicht alle

inlichtingen en gegevens te verschaffen. Het lijdt geen twijfel dat het hier om inlichtingen gaat die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de zorgverzekering en/of de Zvw, want daartoe behoort dat vastgesteld kan worden dat niet meer kosten worden vergoed dan de uitgevoerde behandelingen rechtvaardigen (rechtmatigheid) en geen behandelingen worden vergoed waarvoor medisch geen of onvoldoende indicatie is (doelmatigheid). Voldoende aannemelijk is geworden dat, bij weigering door eiser, VGZ geen andere adequate middelen ten dienste stonden om voldoende zekerheid te krijgen over de rechtmatigheid en doelmatigheid van het declareergedrag van eiser. Het aanschrijven van patiënten, zoals is gebeurd, is op zichzelf een tamelijk ingrijpend middel dat de kans op ernstig nadeel voor de zorgverlener inhoudt. Aan het gebruik daarvan zullen hoge eisen van zorgvuldigheid en behoedzaamheid moeten worden gesteld. Het gebruik van dit middel is onder de gegeven omstandigheden aanvaardbaar.”

Rb Gelderland 30 augustus 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2581, RAV 2013/108.

48


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Literatuur

Zorgverleningsrecht R. Pierik – ‘Dan toch maar een vaccinatieplicht?’. De auteur pleit in dit artikel voor de invoering van een gekwalificeerde vaccinatieplicht voor kinderen onder de twaalf jaar. Vaccinatie van deze kinderen tegen de meest risicovolle infectieziekten volgens hem zou verplicht moeten worden, terwijl tegelijkertijd de ouders de mogelijkheid moet worden gegeven om op basis van een gewetensbezwaardeprocedure ontheffing te vragen. Herhaaldelijk gebruikte argumenten, dat zo’n plicht strijdig zou zijn met de vrijheid van godsdienst van de ouders, met het recht op onaantastbaarheid van het lichaam van het kind en met het recht op gezinsleven, worden ontkracht. Door deze maatregel kan het aantal vaccinaties op de biblebelt worden vergroot waardoor de vaccinatiegraad stijgt, de groepsimmuniteit worden bevorderd en de kans op toekomstige uitbraken verder worden verkleind, zonder dat een complete vaccinatieplicht hoeft te worden ingesteld. | R. Pierik, ´Dan toch maar een vaccinatieplicht?’, NJB 2013/2362, p. 2798-2807.

R.P. Wijne - Tandarts kan aansprakelijk zijn voor schade door ongeschikte gebitsprothese. Het plaatsen van een gebitsprothese kan tot klachten leiden. Soms zijn deze klachten inherent aan de toestand van de mond van de patiënt, maar soms zijn de klachten het gevolg van een gebrek aan de gebitsprothese. Wanneer de patiënt hierdoor schade lijdt, is het de vraag of en op wie hij zijn schade kan verhalen. Volgens de auteur kan de tandarts of tandprotheticus in zo’n geval aansprakelijk zijn wanneer de tekortkoming hem kan worden toegerekend krachtens schuld of krachtens de wet voor zijn risico komt. | R.P. Wijne, ‘Tandarts kan aansprakelijk zijn voor schade door ongeschikte gebitsprothese’, Ned Tijdschr Tandheelkd 2013, p. 516-520.

J.A. Hofman & D.J. Verhey – Het pgb onder de Wmo: afbraak of verbetering van de zorg? De samenleving wil dat de kwaliteit van zorg verbeterd wordt, terwijl de politiek vele miljarden moet bezuinigen. Het kabinet-Rutte II heeft afgelopen zomer een conceptwetsvoorstel voor de zorg gepresenteerd, waarin onder andere wordt voorgesteld dat gemeenten grotere bevoegdheden en verantwoordelijkheden krijgen op het gebied van de zorg. Eén verandering ziet op de toekenning van het persoonsgebonden budget (pgb). Rechthebbenden op zorg hebben thans de keus tussen zorg in natura of de uitkering van een pgb, maar onder de Wmo vervalt deze keuzemogelijkheid. Gemeenten kunnen alleen een pgb toekennen als zorg in natura voor de rechthebbende ontoereikend is. Kan de voorgestelde regeling van het pgb de doelstellingen van kwaliteitsverhoging en kostenverlaging met succes verenigen? | J.A. Hofman & D.J. Verhey, ‘Het pgb onder de Wmo: afbraak of verbetering van de zorg?’, AA 2013, p.

J. Pellen – Handtekeningen jagen. In dit artikel uit de auteur zijn zorgen over de hoeveelheid en de wijze waarop instemming vastgelegd wordt in de zorg. Hij meent dat de huidige praktijk van vastlegging van instemming een schijnzekerheid creëert en vraagt zich af hoe instemming en toestemming in de zorg beter vastgelegd kan worden. | J. Pellen, ‘Handtekeningen jagen’, JGGZR 2013/84, p. 172-175.

49


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

J. Dute – ‘Een rechterlijk vooroordeel als feit van algemene bekendheid? Een meisje wordt op 10-jarige leeftijd aangereden door een motorrijder. Zij loopt daardoor zodanig ernstig hersenletsel op dat zij nooit zal kunnen werken. De verzekeraar van de motorrijder, Reaal, erkent aansprakelijkheid voor de letselschade. Er blijft echter conflict bestaan over de schadebegroting, in het bijzonder op de wijze waarop de omvang van het verlies van verdienvermogen van het (nu 20jarige) slachtoffer vastgesteld dient te worden. Partijen zijn het niet eens over de uitgangspunten die daarbij gehanteerd moeten worden. De rechtbank stelt deze uitgangspunten vast. Daarbij gaat zij uit van het volgende. De rechtbank acht het redelijk te veronderstellen dat het slachtoffer als vrouw in Nederland en gegeven haar culturele achtergrond en persoonlijke omstandigheden een partner zou hebben gevonden en rond haar 26e levensjaar kinderen zou hebben gekregen. Gezien de huidige en te verwachten economische situatie, ook in de kinderopvang, is het volgens de rechtbank verder redelijk om ervan uit te gaan dat de vrouw vanaf de geboorte van haar kinderen gedurende 10 jaar niet zou hebben gewerkt en vervolgens tot haar 67e levensjaar 20 uur per week werkzaam zou zijn geweest. De auteur is kritisch over deze motivering. Het is de bedoeling dat de rechtbank beslist zonder aanziens des persoons. In deze zaak is dat duidelijk niet geval, aldus de auteur. | J. Dute, ‘Een rechterlijk vooroordeel als feit van algemene bekendheid?’, NJB 2013/2192, p. 2610-2611; Rb Den Haag 23 juli 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:9276.

R. Knuiman – Wet Zorg en dwang: heiligt het doel het middel? Op 19 september jl. is het wetsvoorstel Zorg en dwang door de Tweede Kamer aangenomen. Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel, werden door de Kamerleden onder andere de volgende aspecten aan de orde gesteld: de rechtspositie van patiënten in de Wet zorg en dwang en het verschil in rechtspositie met de Wvggz, de toepasbaarheid van de wet in de thuissituatie, de reikwijdte van het begrip ‘onvrijwillige zorg’ en de knelpunten in de uitvoerbaarheid. Het debat toonde aan dat onvrijwillige zorg en de juridische regeling daarvan zeer complexe materie is. Vanuit het perspectief van uitvoerbaarheid bespreekt de auteur de hoofdlijnen van het wetsvoorstel. Hij staat stil bij de vraag of de nieuwe regeling een adequaat middel vormt om het doel van minder dwangtoepassing in de zorgverlening aan dementerende en verstandelijk beperkte patiënten te bereiken. | R. Knuiman, Wet Zorg en dwang: heiligt het doel het middel?, JGGZR 2013/80, p. 161-164.

R. Brouwers – Dilemma bij cliënten met een justiële titel die dwangbehandeling nodig hebben. Wat te doen bij een patiënt die door de strafrechter is geplaatst in een behandelinstelling maar die zich tegen die behandeling verzet? Aan de hand van een casus toont de auteur aan dat er naar huidig recht geen juridische oplossing is om een verstandelijk beperkte persoon die risicovol gedrag vertoont en zich verzet tegen behandeling legaal in een instelling opgenomen te houden. De Wet Bopz biedt hiervoor namelijk geen adequate bevoegdheidsgrondslag. Daarnaast vreest de auteur, gelet op de huidige trend in het wetgevingsbeleid om dwangtoepassing in de zorg zo veel mogelijk terug te dringen, dat toekomstige wetgeving evenmin een oplossing zal bieden voor deze situatie. | R. Brouwers, ‘Dilemma bij cliënten met een justiële titel die dwangbehandeling nodig hebben’, JGGZR 2013/82, p. 166168.

50


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

J. Santegoeds - Herstel de depressie in het cliëntenrecht. De rechtsbescherming van cliënten bij dwang in de zorg. De wetsvoorstellen Zorg en dwang en Verplichte ggz intensiveren het debat over dwang in de zorg. Volgens de auteur brerusten deze wetsvoorstellen op verouderde uitgangspunten en zijn zij in strijd met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met beperkingen en het verdrag tegen foltering en andere wrede, inhumane en vernederende behandelingen of bestraffingen. De auteur betoogt dat in de nieuwe wetgeving het recht op zorg en de bescherming van de persoon centraal moeten staan. Verder dient de wetgeving als uitgangspunt vrijwaring van iedere vorm van dwang in de zorg te hanteren. | J. Santegoeds, ‘Herstel de depressie in het cliëntenrecht. De rechtsbescherming van cliënten bij dwang in de zorg’, JGGZR 2013/85, p. 175-185.

E. Noorlander – Uit de cel naar het psychiatrisch ziekenhuis. Bij gedetineerden komt veel psychopathologie voor. Het klinkt logisch dat dit nadelig kan zijn voor de komende resocialisatie, dus is behandelen aan de orde. In dat verband kan het de moeite lonen om mensen via een justitiekanaal behandelafdelingen binnen de ggz binnen te loodsen. Daartoe zijn nu reeds vele mogelijkheden in de diverse fasen van het strafproces en binnen het regime van de tbs. De nieuwe Wet forensische zorg zal deze mogelijkheden nog verder verruimen. Dit geldt met name voor artikel 37 Sr, dat het mogelijk maakt om gedetineerden in een psychiatrisch ziekenhuis te plaatsen. De auteur staat stil bij de ingrijpende gevolgen van de Wet forensische zorg voor de dagelijkse praktijk in psychiatrische ziekenhuizen. | E. Noorlander, ‘Uit de cel naar het psychiatrisch ziekenhuis’, JGGZR 2013/86, p. 185-189.

C. van den Bos & T.P.J.C. Widdershoven – Verlofbeperking op financiële gronden en het recht. Patiëntenvertrouwenspersonen krijgen sinds enige tijd vragen en klachten van opgenomen cliënten over verlofbeperkingen op financiële gronden. Cliënten geven aan dat ze niet meer als voorheen met weekendverlof of met vakantie mogen. Zij worden geconfronteerd met uitspraken als: "Het kost ons 250 euro als u een nacht wegblijft" of "Als cliënten te vaak met verlof gaan, dan kan dat tot gevolg hebben dat de afdeling dicht moet". Klopt het nu dat ggz-instellingen niet meer betaald krijgen als cliënten met verlof zijn? Het lijkt een eenvoudige vraag, maar het blijkt een ingewikkelde materie. Verschillende financieringsstromen (AWBZ en Zvw) zijn aan de orde en diverse actoren (zoals zorgkantoren, zorgverzekeraars, NZa en de instellingen zelf) spelen een rol. In dit artikel worden zowel de financiële als algemene gezondheidsrechtelijke aspecten van dit onderwerp uitgediept. | C. van den Bos & T.P.J.C. Widdershoven, ‘Verlofbeperking op financiële gronden en het recht’, JGGZR 2013/87, p. 190192.

M. Biezeman-Roest – Beter. Over ethiek en gezondheidszorg. In dit boek brengt Mary BiezemanRoest, filosoof en ethicus, het belang van ethiek in de gezondheidszorg in kaart. Het boek bespreekt verschillende filosofen, maar wordt vooral gekleurd door haar persoonlijke ervaringen over de periode waarin zij behandeld werd voor kanker. Vanuit haar perspectief als patiënt, maar ook als filosoof, geeft de auteur voorbeelden van wat in haar ogen wel of niet kan, van al dan niet correcte houdingen van zorgverleners, en van al dan niet opzettelijk (on)ethisch gedrag. Daarbij schemert naast de ethiek vooral ook de (in)efficiëntie in ziekenhuizen door. | M. Biezeman-Roest, Beter. Over ethiek en gezondheidszorg, Nijmegen: Valkhof Pers 2013.

51


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

A.H. de Wolf e.a. – Nieuw Facultatief Protocol bij het VN Anti-folterverdrag dwingt Nederland om misstanden in de ggz serieuzer te nemen. Op 5 augustus jl. zond Nieuwsuur een rapportage uit waaruit bleek dat er nogal wat mis gaat in de gehandicaptenzorg. Directe aanleiding voor deze reportage was de dood van een verstandelijk gehandicapte vrouw op 13 maart 2012 in het behandelcentrum van NOVO te Onnen. Het door Nieuwsuur uitgevoerde onderzoek naar de situatie in de Nederlandse gehandicaptenzorg toonde aan dat misstanden op grote schaal voorkomen en er in de (geestelijke) gezondheidszorg nog veel te verbeteren valt. De auteurs bespreken de rol die het Optionele Protocol bij het VN-Anti-folterverdrag, een voor Nederland nieuw mensenrechteninstrument, in dit verband kan spelen. | A.H. de Wolf e.a., ‘Nieuw Facultatief Protocol bij het VN Anti-folterverdrag dwingt Nederland om misstanden in de ggz serieuzer te nemen’, JGZZR 2013/88, p. 192-196.

I. Sengers – De notaris, de medisch deskundige en de wilsonbekwame comparant. In de afgelopen tijd is er meer aandacht gekomen voor wilsonbekwame comparanten en de rol van de notaris in dit verband. Een verklaring hiervoor is dat door de vergrijzing het aantal dementerende wilsonbekwame ouderen sterk is gestegen en dat daarmee ook het risico van financieel misbruik van ouderen is toegenomen. Wanneer de term 'wilsbekwaamheid' nader wordt bekeken, blijkt dat deze term geen algemene wettelijke definitie kent. Een definitie die in de praktijk veel wordt gebruikt, is: “het in staat zijn tot een redelijke waardering van de bij de handeling betrokken belangen ter zake”. Kennelijk gaat het dus om het vermogen een besluit te nemen. Dit besluitvormingsvermogen is echter geen absoluut gegeven, waardoor een harde scheiding tussen wilsbekwaam en wilsonbekwaam meestal niet te maken is. De auteur bespreekt de gevolgen van deze problematiek voor de notariele praktijk en de status van een medische verklaring voor de beslissing van de notaris in een individueel geval. | I. Sengers, ‘De notaris, de medisch deskundige en de wilsonbekwame comparant’, JGGZR 2013/89, p. 196-199.

S.W.A.M. Visée & M.J. van Uchelen-Schippe – Bestuur en toezicht bij stichtingen. Governance bij zorginstellingen en pensioenfondsen. Zorginstellingen worden regelmatig georganiseerd in de vorm van een stichting. Omdat de overheid en de praktijk onderkennen dat de wettelijke regeling in Boek 2 BW ten aanzien van het bestuur en toezicht van de stichting met onvoldoende waarborgen is omkleed, zijn governancecodes tot stand gekomen en worden extra voorschriften vastgelegd in sectorwetgeving. In dit preadvies wordt onder andere aandacht besteed aan de de zorgsector. | S.W.A.M. Visée & M.J. van Uchelen-Schippe, Bestuur en toezicht bij stichtingen. Governance bij zorginstellingen en pensioenfondsen. Zuthpen: Uitgeverij Paris 2013.

52


NIEUWSBRIEF RGDISPUUT – NOVEMBER 2013

Zorgfinancieringsrecht S.A.J. Munneke – Decentralisatie op grote schaal. Aandachtspunten en uitgangspunten voor de decentralisaties in het sociale domein. Dit artikel gaat over de vraag met welke juridische grenzen en uitgangspunten de wetgever rekening moet houden bij het op grote schaal decentraliseren van taken in het sociale domein. Hoewel de wetgever bij deze operatie een grote vrijheid heeft, en nauwelijks door juridische grenzen wordt belemmerd, dient hij met het oog op de uitvoerbaarheid en doeltreffendheid van de wet wel met een groot aantal aandachtspunten rekening te houden. | S.A.J. Munneke, ‘Decentralisatie op grote schaal. Aandachtspunten en uitgangspunten voor de decentralisaties in het sociale domein’, RegelMaat 2013, p. 283-297.

J. van den Berg e.a. – Decentraliseren zonder recentralisatiereflex. De verwachtingen over de uitwerking van decentralisaties in het sociale domein zijn hooggespannen: efficiëntere dienstverlening, een grotere doelmatigheid en meer responsiviteit liggen in het verschiet. Maar zijn deze verwachtingen realistisch? De praktijk leert dat decentralisaties vaak worden gevolgd door recentraliserende maatregelen, waardoor de rijksoverheid de verantwoordelijkheid weer in handen neemt. | J. van den Berg e.a.,´Decentraliseren zonder recentralisatiereflex´, RegelMaat 2013, p. 298-311.

F.M.H. Hoens – ‘AWBZ: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? HR 1 februari 1991, NJ 1992, 259: vrijwillig uitbetalen revisited’ De sinds 1 januari 2013 ingevoerde vermogensinkomensbijtelling van de AWBZ en de WMO roept vragen op voor de testamentenpraktijk. Met name of AWBZ-opeisbaarheidsclausules nodig zijn zodra er sprake is van een door de vermogensinkomensbijtelling veroorzaakte vermogensintering. Ook wordt ingegaan op de verhouding tussen de AWBZ-opeisbaarheidsclausules en de ‘oude’ uiterste wilsbeschikkingen. Zijn deze afdoende voor de AWBZ of moet iedereen een nieuwe clausule op laten stellen? | F.M.H. Hoens – ‘AWBZ: nieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? HR 1 februari 1991, NJ 1992, 259: vrijwillig uitbetalen revisited’, Tijdschrift Erfrecht 2013, p. 65-74.

Zorgverzekeringsrecht Geen publicaties.

In verband met de feestdagen zal het volgende Nieuwsblad van het RGDispuut verschijnen op of omstreeks 10 januari 2014.

53


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.