4 minute read
Pech onderweg
Leuk is het allemaal niet, maar onderweg kun je pech krijgen. Je fiets is wat kwetsbaarder dan dat barrel waarmee je naar het station of de kroeg fietst en daar kun je beter rekening mee houden. We helpen je op weg en houden je op weg.
1. Meenemen onderweg
Advertisement
Een lekke band is vervelend, maar kan je nu eenmaal overkomen. Het gebeurt zo vaak zelfs, dat je beter goed voorbereid op pad kan. Handig is een tasje onder je zadel met wat spulletjes om je voornaamste problemen op te lossen. Daarin zit een binnenbandje, twee bandenlichters en een klein handpompje. Eventueel neem je een mini-tooltje mee om bijvoorbeeld je stuur wat vaster te draaien. Wat ook mee moet is je bankkaart en je IDkaart. En je telefoon, voor als je net een beetje meer pech hebt dan je aankunt.
2. Wiel eruit
Je hebt het wellicht al eens op televisie gezien bij de profs: bij een lekke band wisselen ze snel van wiel. We hebben wellicht geen materiaalwagen bij ons, maar ons wiel kan er wel uit. Voor is simpel, achter iets lastiger. Maar zo gaat het: 1. Zet je ketting achter op het kleinste tandwiel 2. Draai de snelspanner open of de steekas los 3. Til de fiets een beetje op, geef een klein tikje op het wiel om het wiel eruit te laten vallen. 4. Haal het wiel eruit door langs te ketting te bewegen.
Om onderweg bij je te hebben!
2
3
4
1
2 3
5
3. Band verwisselen
1. Maak de hieldraad los van de velg. 2. Steek de bandenlichters tussen band en velg 3. Wip de band los over de velgrand.
Eerst een beetje, dan helemaal. 4. Haal de lekke binnenband eruit. 5. Blaas een beetje lucht in de nieuwe binnenband en leg die in de buitenband op de velg.
Met een beetje lucht erin zit er vorm in en past alles sneller. 6. Wip de hieldraad van de buitenband weer terug op de velg. 7. Wrijf de band op om ruimte te maken. 8. Wip het laatste stukje buitenband erover.
Zorg ervoor dat er geen binnenband komt tussen hieldraad en velg. 9. Pomp de band op
8
9
4. Wiel erin
1. Til je fiets een beetje op aan het zadel. 2. Beweeg je achterwiel op zijn plek langs de ketting. 3. Leg de ketting terug op het kleinste verzet. 4. Trek het wiel voorzichtig op zijn plek. 5. Monteer de snelspanner of de steekas.
6. Kapotte buitenband
Dat is balen: niet alleen een lekke binnenband, maar ook een scheur in de buitenband. Geen nood, met een beetje improvisatie kom je weer thuis. Kijk of je iets bij je hebt dat kan helpen de scheur provisorisch te repareren. Denk aan een wikkel van een reepje of zo. Haal wiel en band eraf zoals is aangegeven en dek de scheur af met de wikkel aan de binnenkant, net voor je de boel weer gaat monteren. Zorg dat de wikkel op zijn plaats blijft, dan zorgt de luchtdruk ervoor dat je ‘m los kunt laten. Nu
1
2
3
4
voorkom je dat de binnenband door de scheur naar buiten komt en weer lek gaat.
7. Gebroken spaak
Een spaak kan breken en dat is moeilijk te herstellen. Het is vervelend, want je wiel verliest spanning en raakt krom. Het is dan een kwestie van thuiskomen. Dat doe je door de spaak eruit te halen of vast te zetten tussen de andere spaken, om te voorkomen dat de spaak tegen je frame gaat klapperen en de boel beschadigen. Heb je schijfremmen, dan is dit het en kun je gaan. Bij velgremmen moet je de spanning van de rem halen door die open te zetten of de kabel los te maken. Dan kan de velg vrij tussen de blokken bewegen en kun je naar huis fietsen. Wees voorzichtig!
Noodspaak
Quick link van Shimano 8. Ketting breekt
Bij verkeerd schakelen kan het gebeuren: je ketting breekt. Het is op te lossen, maar dan heb je wel een handig stukje materiaal nodig: een speciale link voor je ketting. Je kunt ‘m bij je steken en zeker als je gaat mountainbiken is dat wel nodig.
9. & 10. & 11. Accepteer: Je kunt niet alles zelf
Eigenlijk is dit wel een mooie opsomming van alle ellende die je onderweg kunt tegenkomen op materiaalgebied, en die je onderweg nog kunt oplossen. Grotere reparaties vereisen meer gereedschap en je kunt simpelweg niet op álles voorbereid zijn. Maar maak je geen zorgen. We hebben hier al heel wat kilometers gefietst en de problemen zijn op de vingers van één hand te tellen.