2 minute read

Eten & drinken onderweg

Profs krijgen in een zakje eten en drinken aangereikt. Moeten wij dat ook? Zo’n vaart loopt het allemaal niet.

Al eens gehoord van een hongerklop? Het is de schrik van iedere fietser want het fenomeen zorgt ervoor dat je ineens geen energie meer hebt. In werkelijkheid is het niet zo dat je geen energie meer hebt, maar wel dat de suikervoorraad in je spieren is uitgeput en je lijf naarstig op zoek gaat naar brandstof. Dat is het moment dat een gelletje, vloeibare suikers in een soort van jamvorm samengeperst in een klein zakje, zijn werk kan doen. Een hongerklop komt niet vaak voor, want het is iets dat je gewoon kunt voorkomen. Zeker in het begin van je loopbaan als fietser blijf je toch wat meer binnen de grenzen van je lichaam en zul je de ‘bonk’ niet merken. Als je gewoon je maaltijden blijft nuttigen en niet te lang wacht met vertrekken, ga je geen hongerklop krijgen.

Advertisement

Eiwitten

Je hoort vaak dat topsporters een speciaal dieet volgen. Dat is zo. Zij verbranden heel veel energie en moeten die voorraden als de brandweer aanvullen, als ze de volgende dag weer aan de bak moeten. Daarom nemen ze voeding die sneller de maag passeert en laten de vezels wat makkelijker staan. Maar gewone sporters hebben voldoende aan de doodgewone voedzame maaltijd, met je groentes, je fruit, je koolhydraten en je eiwitten. We breken een lans voor de eiwitten, omdat die eigenlijk er een beetje te veel

tussendoor glippen en wel erg nuttig zijn bij het herstel van je spieren. Eiwitten zitten vooral in kwark, noten en kip. Koolhydraten zitten in pasta’s en rijst, vetten in avocado’s en olijfolie. Schrik niet van vetten: veel vetten zijn gezond (want bijvoorbeeld onverzadigd) en ook noodzakelijk om gezond te blijven.

Afwisseling

Als je gezond eet en niet te veel en niet te weinig, zul je onderweg niet al te veel problemen tegenkomen. Dan is zo’n sportdrank en gelletje vooral marketing; je kunt prima met water vooruit, al dan niet met een smaakje. Reken op een bidon van een halve liter per half tot heel uur en probeer ze echt leeg te drinken. Ook drinken kun je oefenen. Heb je je doelen scherper gesteld, omdat je een lange tocht gaat maken, dan is het de moeite om over je voeding na te denken. En uit te proberen. Technisch gezien kan je lijf rond de 60 gram suikers per uur verwerken, de rest is te veel. Op de verpakking lees je of je product eraan voldoet. Maar waaruit die suikers dan bestaan, een gelletje, een reep, of een dorstlesser, is ook heel afhankelijk van je voorkeur en wat je maag lekker vindt tijdens een inspanning. Neem verschillende dingen, want afwisseling is fijn. Ook hiervoor geldt: van proberen kun je leren.

This article is from: