8 minute read
Nieuw bij het orkest
The French Connection
Ze studeerden beiden aan het conservatorium in Parijs, waar de Nederlander León van den Berg zijn master altviool deed – en goed Frans leerde spreken – en de Française Justine Caillé haar master fluit. Behalve in het Franse vinden ze elkaar in de prille liefde voor het orkest.
» Jong geleerd Justine: ‘Na een jaar muziekoriëntatie koos ik op mijn vijfde voor de piccolo. Mijn ouders waren geen musici maar moedigden mij en mijn broer wel aan muziek te maken. Hij is scheikundige en speelt nog graag piano en saxofoon.’ León: ‘Mijn vader gaf pianoles op de Rotterdamse muziekschool en mijn moeder was sopraan bij het Groot Omroepkoor. Op mijn zesde begon ik met viool, mijn broer was eerder begonnen met gitaar. Hij volgde later de popopleiding op het conservatorium in Amsterdam. Als kleine jongetjes hebben we een keer samen gespeeld in een concert voor mijn oma. Mijn vader maakte daarvoor eigen arrangementen van bekende liedjes.’ Justine: ‘Gewoonlijk komen we met kerst en in de zomer met de hele familie bij elkaar. Mijn broer en ik spelen dan altijd iets samen. We zingen vaak Franse chansons waarbij we eigen teksten verzinnen.’
» Keuze voor het instrument Justine: ‘Piccolo spelen voelde voor mij altijd al heel natuurlijk. Fluit speel ik ook graag, maar op de piccolo voel ik meer muzikale en expressieve vrijheid. Ik houd van dat warme, woody geluid.’ León: ‘Tot mijn achttiende had ik vioolles bij Coosje Wijzenbeek. Zij leidt het strijkersensemble Fancy Fiddlers waarin
al haar leerlingen samenspelen met cellostudenten van Monique Bartels. Daarin liet ze altijd een aantal van haar eigen leerlingen altviool spelen en dat deed ik blijkbaar goed, want voor haar was het logisch dat ik altviool zou gaan studeren. Maar voor mij was dat helemaal niet vanzelfsprekend! Ik nam toch les bij Marjolein Dispa en ben al snel geswitcht. De nadruk op het virtuose repertoire van de viool past toch minder goed bij mij.’
» Rollenspel León: ‘Als altviolist zit je meer in het middenregister; zo kun je mee met de cello’s, contrabassen en de violen. Dat vind ik fijn. De rol van een violist is vaak eenzijdiger.’ Grappend: ‘Ik denk ook dat altviolisten leukere mensen zijn.’ Justine: ‘Helemaal mee eens, haha. Nee serieus, dat van rol veranderen is leuk. Dat doe ik ook als ik tweede of derde fluit speel. Dan laat ik mijn klank samensmelten met die van mijn collega’s. Voor de piccolo ligt dat anders, dan moet ik een solistenrol aannemen. Het is het hoogste instrument, daar kun je niet omheen. Ik houd van die rol: hij brengt verlichting, sprankeling en kleur.’ León: ‘Met de altviool zit je in het midden van de hele orkest- en muziekconstructie en speel je bijna altijd, de piccolo komt vaak pas in actie bij de climax. Het is wonderbaarlijk dat je met zo'n klein instrument overal bovenuit torent. Dat vind ik fantastisch.’ Justine: ‘Ik heb altijd medelijden met de violisten die voor me zitten. Ook op anderhalve meter. Voor bepaalde repetities zoals de Vijftiende of Achtste symfonie van Sjostakovitsj heb ik ze oordoppen aangeraden omdat ik daarin zo hoog speel. Ze waardeerden het zeer.’
» RPhO León: ‘Van mijn vader kreeg ik als jongetje een dvd cadeau: de opname van Moessorgki’s ‘De Schilderijententoonstelling door Gergiev. Die dvd was lange tijd mijn enige referentiekader van het orkest. Later volgde de eerste cd die gemaakt is met Yannick, waarop ‘La Valse’ van Ravel stond. Gek genoeg ging ik eigenlijk nooit naar een concert in Rotterdam. De eerste keer was pas tijdens de filmvoorstelling van Lord of the Rings.’ Justine: ‘Ik leerde het orkest kennen via Joséphine Olech. We kenden elkaar al een tijd omdat we samen hebben gestudeerd in Parijs. Ze had me verteld over de vacature voor solo-piccolo maar ik was niet van plan om het proefspel te doen omdat ik blij was met mijn baan in Parijs. Ze heeft me toen wel uitgenodigd om een week te komen remplaçeren, dat was in december 2018 met onder andere de Klassieke Symfonie van Prokofiev met Lahav Shani. Dat was toen zo’n fantastische week dat ik van gedachten ben veranderd en me heb aangemeld voor het proefspel. Nu ben ik haar heel dankbaar.’
» De auditie León: ‘Ik zorg er eerst voor dat ik de muziek technisch meester ben, daarna ontwikkel ik een eigen interpretatie. Vroeger wilde ik vooral voldoen aan de muzikale verwachtingen van het comité. Maar het is onmogelijk om het iedereen naar de zin te maken, het is beter bij jezelf te blijven. Als je zelf achter jouw versie staat is het makkelijker zelfverzekerd op het podium te staan. Ik doe thuis auditie voor de muren. Daarbij boots ik alles na: het binnenlopen, de muziek klaarzetten en het nemen van een moment rust. Daarna speel ik alles door, zoals je op een proefspel ook doet. Op die manier wen ik aan die situatie. Dat helpt me mijn zenuwen onder controle te houden, want wanneer ik eenmaal op de dag zelf op het podium sta, voelt het vertrouwd.’ even voorstellen
Naam: León van den Berg Instrument: altviool Geboren: 1992, Hilversum Opleiding: Conservatorium van Amsterdam (bachelor), Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse de Paris (master) Loopbaan: freelance bij o.a. Radio Filharmonisch Orkest, Orkest van het Oosten en Orchestre National de France Bij het Rotterdams Philharmonisch: sinds september 2018
Naam: Justine Caillé Instrument: piccolo en fluit Geboren: 1993, Aubigny-sur-Nère Opleiding: Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse de Paris (master) Loopbaan: Orchestre National d’Île de France (piccolo en tweede fluit) Bij het Rotterdams Philharmonisch: sinds september 2019
–Justine Caillé
Justine: ‘Ik voelde me sereen voordat ik het podium opging. Toen ik de deur opende en deze enorme zaal zag en het aantal zittende muzikanten, werd ik overweldigd door een golf van stress en adrenaline. Gevoelens van stress zijn onvermijdelijk, die accepteer ik, ik speel er sensitiever door. Bij deze auditie stond ik minder onder druk, omdat ik gelukkig was met mijn baan in Parijs. Er ging in de eerste ronde iets niet goed en ik dacht ik: oké, het is voorbij. Daardoor voelde ik me heel vrij en rustig voor de finale. Toen ik de auditie won had ik gemengde gevoelens: ik was ontzettend blij maar huilde ook omdat ik mijn orkest in Parijs moest verlaten.’
» Parijs – Rotterdam Justine: ‘Ik vind het fijn om in Rotterdam te wonen. Parijs is een mooie stad, maar niet om te wonen. Hier is het rustig en ben ik op de fiets snel op mijn werk. Wat ik wel mis, is het goede eten. Maar gelukkig hebben we Giuliano Sommerhalder in het orkest. Hij houdt van koken en organiseerde voor corona vaak diners. Hij kookt net zo goed als dat hij trompet speelt. Bedankt Giuliano!’ León: ‘Ik woon nu in Amsterdam, maar op termijn zou ik misschien graag hier willen wonen. Ik heb anderhalf jaar in Parijs gestudeerd en daarvan genoten, maar als woonplaats trekt het ook mij niet. In Rotterdam vind ik de sfeer op straat vriendelijker.’
» Typisch voor het orkest Justine: ‘Ik kreeg zo’n warme ontvangst. De musici zijn vriendelijk, inspirerend en betrokken. Typisch is het professionalisme, de wil en zin om samen een topprestatie neer te zetten.’ León: ‘Ik voelde me ook meteen welkom en had snel het gevoel er echt bij te horen. Dat geeft zelfvertrouwen. Wat ik opvallend vind is de dynamiek tussen jong en oud. Leeftijd maakt niets uit, maar die mengeling tussen jong en oud geeft wel de eigenzinnige spirit aan het orkest.’
» Buiten de muziekbubbel León: ‘In mijn vrije tijd ga ik zelden naar concerten. Focussen op muziek of welke kunstvorm ook vergt tijd en energie en daar ga ik zuinig mee om. Ik ga drie keer per week naar de sportschool, dat vind ik fijn. Tijdens de lockdown in maart kon dat niet en dat maakte het zoeken naar dagbesteding extra ingewikkeld. Ik ben blij dat dat nu vooralsnog gewoon mag want ik kan daar veel in kwijt. Verder mis ik de tournees ontzettend. De combinatie van werk en reizen is heerlijk en dat samen met je collega's te ervaren geeft een extra dimensie aan onze concerten en aan de band die je met hen hebt.” Justine: ‘Ja, dat heb ik ook. Je komt op andere plekken en mengt met musici die je in het normale leven minder vaak spreekt.’ León: ‘Je voert andere gesprekken tijdens een vlucht, treinreis of busrit. Dat werkt verrijkend voor het samen spelen.’ Justine: ‘Ik heb Franse vrienden hier, met wie ik af en toe koffie drink. Ik doe aan sport als tennis en joggen. Als ik dat niet doe, voel ik me fysiek en mentaal minder. Eigenlijk haat ik joggen. Maar het ontspant wel. Met joggen train je ook je hersenen.’
» Toekomstmuziek Justine: ‘Ik heb nog veel ambitie om mezelf muzikaal te ontwikkelen. Daarnaast heb ik andere doelen. Na lange maanden van schorsing, waarin ik veel in de natuur doorbracht, kwam ik erachter dat de mens en de natuur elkaar meer dan ooit nodig hebben. Uit zorg voor de toekomst wil ik actie ondernemen. Ik hoop dat mensen nu beseffen dat zij hun gewoonten en denkwijze moeten veranderen om te kunnen blijven leven.’ León: ‘Zoals iedereen hoop ik dat de greep van het virus op de wereld zo snel mogelijk verslapt, en dat we weer voor grote aantallen publiek concerten kunnen geven. Ik houd zielsveel van mijn werk, er is niet veel wat dat kan overtreffen, dus het huidige gemis is groot. Naast het orkest speel ik in het kamermuziekensemble De Bezetting Speelt, met collega-violist Melanie Broers, en ga ik graag op reis. Allemaal activiteiten die door de omstandigheden zijn beperkt, dus ik wacht met smart op de dag dat we ‘weer mogen’.’ ◆