6 minute read

Terug in de zaal

Next Article
Ready to Play

Ready to Play

Door de versoepeling van de RIVM-regels kon er in het najaar weer (even) in de Doelen worden gespeeld. Een groot cadeau, ook voor de musici.

Giuliano Sommerhalder, solotrompettist:

‘Een muzikaal feest’ ‘Na een lange tijd thuis van maart tot september, met alleen een paar producties in juni, voelde het natuurlijk als een groot cadeau om weer op het podium van de Doelen te mogen zitten. Je zou misschien verwachten dat het voor een trompettist minder aantrekkelijk was; door de aangepaste programmering waren er minder solo’s te spelen. Maar zo heb ik dat niet ervaren. We spelen zulke prachtige muziek dat het alleen maar genieten is. Onze chef-dirigent Lahav komt veel met ons werken en dat is iedere keer een groot muzikaal feest. Ik heb de grootste bewondering voor alles wat hij kan. Als hij bijvoorbeeld in Beethovens Tripelconcert vanachter de piano het orkest dirigeert en tegelijkertijd geweldig speelt, zit ik vanuit mijn plek in het orkest naar hem te kijken en kan ik bijna niet geloven dat ik dit mag meemaken. Wat een geluk!’

Weer terug in de zaal

Annerien Stuker, eerste violiste:

‘Belangrijk om in contact te blijven’

‘Tijdens de eerste lockdown heb ik mogen meewerken aan het immens populaire filmpje van onze Beethoven 9. Het was heel leuk en niemand had gedacht dat dit zo de wereld over zou gaan. Achteraf gezien ook maar beter, want dan was ik veel nerveuzer geweest bij het opnemen van mijn stukje! Toch is echt samen spelen waar we het voor doen. Beethoven 6 was de eerste symfonie die we speelden na de lockdown. Ik was erg gespannen, op een positieve manier. Hoe zou het zijn: spelen op afstand van elkaar, iedereen met een eigen lessenaar? Het leek me heel ongezellig om geen maatje naast je te hebben, maar zou het ook iets positiefs brengen? Wennen was het zeker, maar er waren ook goede punten. Het is (soms) leuk dat je jezelf beter kunt horen. Ook word je uitgedaagd om meer initiatief te nemen. Met meer afstand tussen de musici is het extra belangrijk om in contact te blijven met elkaar. Omdat we ons aan de anderhalve meter stand moeten houden, probeerden we verschillende opstellingen uit. Vooral de kring vond ik fijn. Je kunt elkaar aankijken en zo beter communiceren. Ik kon opeens de fluitiste of hoboïst recht van voren aankijken tijdens hun mooie solo’s. Ondanks dat kan ik niet wachten tot we weer lekker naast elkaar aan één lessenaar mogen zitten.’

Joséphine Olech, solofluitiste:

‘Lockdown als inspiratiebron’

‘Na de intelligente lockdown stond voor mij Sjostakovitsj 9 op het programma onder leiding van Lahav. Ik keek er ontzettend naar uit, want het werk stond gepland voor een uitvoering in Granada, die helaas werd geannuleerd. Ik had het stuk nog nooit gespeeld, maar nu ging het dan toch gebeuren. Het is prachtige muziek en heel uitdagend voor de houtblazers. Vooral de piccolo-partij is beroemd en berucht onder fluitisten en werd briljant uitgevoerd door onze piccolo-speelster Justine. We speelden het stuk in een ronde opstelling die door Lahav was bedacht in verband met de anderhalve meter afstand-regel. Het was interessant, omdat het voor ons meer aanvoelde als kamermuziek. Ik was heel blij om het stuk te mogen spelen en hiermee 'Ik hoop van harte dat we snel weer samen mogen komen om live muziek te maken, muziek het einde van de lockdown te marke- van vlees en ren. Na een aantal weken spelen in de bloed' nieuwe opstellingen en de onderlinge afstand voelde ik dat het orkest zich langzaam maar zeker comfortabeler ging voelen. We waren klaar voor een nieuw seizoen! De aankondiging van de wederom verscherpte maatregelen, waarmee weer een streep werd gezet door onze concertagenda, was een enorme teleurstelling. Ironisch genoeg speelden we tijdens onze laatste repetitie het nieuwe werk Sound Garden van Florian Magnus Maier. Hij schreef het stuk voor ons orkest en nam hierbij de lockdown als inspiratiebron. Het stuk begon met een koor van smartphones, die symbool stonden voor het feit dat de meeste muziek die we tijdens de lockdown tot ons namen, via onze smartphones werd beluisterd. Het gemis van live muziek werd hiermee benadrukt. Ik hoop van harte dat we snel weer samen mogen komen om live muziek te maken, muziek van vlees en bloed.’ ◆

In memoriam

Gerard Hettema

Op 27 november overleed Gerard Hettema, onze Eerste concertmeester van 1969 tot 2002. Hij is 79 jaar geworden.

Toen Gerard Hettema op 28-jarige leeftijd naar Rotterdam kwam, speelde hij al twintig jaar viool. ‘Ik was acht,’ herinnerde hij zich over het begin, ‘mijn vader besliste dat ik vioolles en mijn broertje pianoles zou krijgen. Voor hetzelfde geld zou het andersom geweest zijn. Door toeval ben ik violist geworden.’ Vader Hettema koos de beste leraar die er in Leeuwarden te vinden was, en zo kreeg de jonge Gerard zijn eerste vioollessen van Jan Elzinga, die toen concertmeester van het Frysk Orkest was. Concertmeester werd Gerard Hettema zelf ook al vroeg – te beginnen in het Nationaal Jeugdorkest, dat hem op veertienjarige leeftijd ontdekte. Na een studie bij Herman Krebbers en een periode als violist in het Concertgebouworkest werd hij concertmeester in het Zürcher Kammerorchester, en daarna in het Südwestfunkorchester Baden Baden.

Bestemming Maar het was in Rotterdam dat hij zijn muzikale bestemming vond. Concertmeester werd hij niet alleen van ons orkest, maar ook van Concerto Rotterdam en Camarata Rotterdam. Met Rotterdamse collega’s vormde hij het Nederlands Strijktrio en het Nederlands Strijkkwartet. Talloze malen stond Gerard Hettema als solist voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hij oogstte veel bewondering voor zijn heldere klank en briljante techniek, maar zelf was hij de eerste om die prestaties te relativeren. ‘Het zijn niet de grote soli die problematisch zijn, maar juist de kleine zijn moeilijk,’ vond hij. ‘Het is vaak moeilijk om uit dat machtige apparaat van honderd man in je eentje naar voren te komen. Je blijft in je piere-eentje over.’ In de decennia met Gerard Hettema groeide het Rotterdams Philharmonisch van een goed bewaard geheim tot een wereldorkest met een geroemde strijkersklank. Ook over zijn aandeel daarin was hij bescheiden. ‘Wat is de rol van de concertmeester, die er op dat moment zit?’ vroeg hij zich hardop af in een interview met Trouw. ‘Het heeft met zoveel dingen te maken. Het niveau van de mensen: de eisen bij het proefspel zijn omhooggegaan, we letten sterk op de klank.’ Hij benadrukte ook het belang van hoogwaardige instrumenten – en liet zo op een subtiele manier de Vrienden en mecenassen van ons orkest meedelen in de eer.

Afscheid Ook bij zijn afscheid koos Gerard Hettema ervoor niet te veel in de schijnwerpers te staan. In plaats van nog eenmaal te soleren in een groot concert gaf hij er de voorkeur aan te schitteren naast Rebecca Evans in Mozartaria’s voor sopraan, viool en orkest. Na zijn pensionering bleven we hem gelukkig nog vaak zien. Ons orkest lag hem na aan het hart, hij volgde nauwlettend de nieuwe ontwikkelingen. Ook in de laatste jaren, toen zijn gezondheid hem in de steek begon te laten, bleef hij onze concerten bezoeken en was dan altijd bij de musici te vinden. Muziek was zijn leven, maar zijn collega’s waren dat misschien wel net zozeer. Nu zullen wij hem moeten missen. Het is een onwerkelijk idee dat hij nooit meer bij ons zal komen binnenwandelen: voor ons blijft hij de intens muzikale, toegewijde en beminnelijke collega die hij vanaf zijn aantreden in 1969 altijd is geweest. ◆

This article is from: