4 minute read
Nalatenschappen
Nalatenschappen zijn een steeds belangrijkere inkomstenbron voor culturele instellingen. Hoe gaat deze bijzondere financiële steun in zijn werk en wat doet het Rotterdams Philharmonisch Orkest met deze persoonlijke giften? Vriend, mecenas én legator Rinus Degeling en Anne Sjoukema van RPhO’s afdeling Fondsenwerving en Relatiemanagement leggen het graag uit. ‘Dat cultuur een goed doel is, is nog niet breed bekend.’
Hij werd naar eigen zeggen ‘vrij laat’ door klassieke muziek gegrepen, maar hoe dat ging vergeet geboren en getogen Rotterdammer Rinus Degeling (80) nooit meer. ‘In de jaren tachtig werd de opera I Pagliacci met Luciano Pavarotti uitgezonden op televisie. Ik kwam toevallig net de huiskamer binnenlopen bij de grote aria van Tonio. Ik stond als aan de grond genageld, zo mooi vond ik het.’ Vanaf dat moment werd hij fervent opera-en concertbezoeker, ook van het
Rotterdams Philharmonisch Orkest. En het eerste concert dat hij in de Doelen bijwoonde (‘ze speelden een symfonie van
Mozart’) markeerde meteen het begin van een lange vriendschap. Jaren waarin hij zowel actief vriend als mecenas werd, en uiteindelijk zelfs legator. Die laatste beslissing diende zich in 2004 aan, toen hij besloot om een testament op te laten stellen. ‘Omdat ik geen nabestaanden heb, besloot ik bij de notaris om via een verdeelsleutel mijn geld na te laten aan een aantal organisaties, waaronder dit orkest. Ik vond het belangrijk om dat goed te regelen. En ik dacht: ik ben lid van deze club, laat ik er dan ook helemaal voor gaan.’
Voorkeuren Dat een nalatenschap aan een culturele instelling een prachtige en persoonlijke manier kan zijn om de wereld goed achter te laten in de ogen van de legator, onderstreept ook Anne Sjoukema van de afdeling Fondsenwerving en Relatiemanagement van het orkest. En zij en haar collega Petra Roozendaal zien daarin sinds een paar jaar een duidelijke verandering. Anne Sjoukema: ‘Wereldwijd en ook in Nederland groeit de bereidwilligheid van mensen om iets na te laten aan een organisatie als de onze, omdat ze er bij leven van hebben genoten. We zien zelfs dat nalatenschappen of legaten steeds belangrijker worden, ook als er wel nabestaanden aanwezig zijn.’ Toch weet nog lang niet iedereen wat er op het gebied van financiële steun mogelijk is. En dat culturele instellingen een goed doel zijn, is ook nog niet breed bekend. Anne Sjoukema: ‘Bovendien gaat deze steun lang niet alleen om grote bedragen, ieder bedrag kan al helpen om iets in gang te zetten wat daarvoor niet mogelijk was.’ Ook bestaat de optie om voorkeuren aan te geven voor de bestemming van de gift. Ook bij donaties die al bij leven worden gedaan. Anne Sjoukema: ‘Sommige mensen geven bijvoorbeeld aan de educatieve projecten te willen ondersteunen. Ook steun aan onze andere vier aandachtsgebieden talentontwikkeling, innovatie, buitenlandse tournees of de aanschaf van instrumenten is mogelijk. Daar houden we rekening mee en dat gaat in wederzijds overleg.’
Persoonlijke laatste groet De verantwoordelijkheid die Anne Sjoukema en haar collega’s voelen is, groot voor álle giften die het orkest ontvangt, zegt ze. ‘Maar een legaat blijft altijd heel speciaal, omdat het zo’n persoonlijke laatste groet van iemand is. Die veel zegt over waar in dat betreffende leven grote waarde aan werd gehecht.’ Die laatste groet ligt dan ook in diverse protocollen vast bij zowel het RPhO als bij de notaris van de legator. En ook het persoonlijke contact speelt uiteraard een belangrijke rol. Sjoukema: ‘De mensen die ons geld nalaten kennen wij, we zagen ze tijdens de concerten of bijvoorbeeld tijdens openbare repetities. Die persoonlijke en wederzijdse waardering is heel waardevol voor het orkest, musici én staf. Bij leven, en ook bij overlijden.’ Voor Rinus Degeling is het een prettig idee dat hij zijn persoonlijke wensen heeft laten vastleggen, maar voorlopig vindt hij het veel belangrijker dat het concertleven snel weer bij het oude is. Hij was erbij op 4 september, vanaf zijn vaste plek op de eerste rij, toen het orkest voor het eerst in maanden weer met publiek speelde. ‘Dat was prachtig. Want ik mis het orkest, deze club zit voor altijd in mijn hart. Voordat Corona uitbrak woonde ik zo’n twintig concerten per jaar bij. Als dit straks achter de rug is, ga ik daar dus gewoon weer mee verder. En dat zal ik net zolang doen als ik kan.’ ◆
Toegift Rotterdam Op woensdag 2 december a.s. start de publiekscampagne van Stichting Toegift Rotterdam waarmee aandacht wordt gevraagd voor deze vorm van financiële steun aan de culturele sector in Rotterdam. Tegelijkertijd wordt het online platform gelanceerd waarop informatie te vinden is over de culturele instellingen in Rotterdam die nalatenschappen kunnen ontvangen. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest is een van de zeven initiatiefnemers van de stichting.
Steunmogelijkheden: Direct - een zelf te bepalen bedrag via een Tikkie overmaken is mogelijk via de website van het orkest. Vriend - vanaf 50 euro per jaar bestaan er verschillende mogelijkheden; Begunstiger – leden van de Vriendenvereniging kunnen de vereniging extra te steunen met een bedrag van minimaal 150 euro boven op de Vriendenbijdrage. Mecenasfonds - voor particuliere donateurs vanaf 500 euro bruto (175 euro netto) per jaar; Nalatenschap - via het testament bij de notaris, persoonlijk overleg hierover is altijd mogelijk via 010-2177921 of via petraroozendaal@rpho.nl. Fonds op naam - bij leven of via het testament, de bestemming wordt gekozen op basis van wederzijds overleg, voorwaarden zijn van toepassing. Zakelijk - via (bijvoorbeeld) een partnerschap, een van de twee businessclubs of inhoudelijke samenwerkingen. Meer informatie op rotterdamsphilharmonisch.nl (onder knop ‘steun ons’)