Tekst: Femke Steketee Foto's: Hans van der Woerd, Bruno Bonansea
Door de versoepeling van de RIVM-regels kon er in het najaar weer (even) in de Doelen worden gespeeld. Een groot cadeau, ook voor de musici. Giuliano Sommerhalder, solotrompettist:
‘Een muzikaal feest’ ‘Na een lange tijd thuis van maart tot september, met alleen een paar producties in juni, voelde het natuurlijk als een groot cadeau om weer op het podium van de Doelen te mogen zitten. Je zou misschien verwachten dat het voor een trompettist minder aantrekkelijk was; door de aangepaste programmering waren er minder solo’s te spelen. Maar zo heb ik dat niet ervaren. We spelen zulke prachtige muziek dat het alleen maar genieten is. Onze chef-dirigent Lahav komt veel met ons werken en dat is iedere keer een groot muzikaal feest. Ik heb de grootste bewondering voor alles wat hij kan. Als hij bijvoorbeeld in Beethovens Tripelconcert vanachter de piano het orkest dirigeert en tegelijkertijd geweldig speelt, zit ik vanuit mijn plek in het orkest naar hem te kijken en kan ik bijna niet geloven dat ik dit mag meemaken. Wat een geluk!’ Annerien Stuker, eerste violiste:
‘ Belangrijk om in contact te blijven’
Weer terug in de zaal
‘Tijdens de eerste lockdown heb ik mogen meewerken aan het immens populaire filmpje van onze Beethoven 9. Het was heel leuk en niemand had gedacht dat dit zo de wereld over zou gaan. Achteraf gezien ook maar beter, want dan was ik veel nerveuzer geweest bij het opnemen van mijn stukje! Toch is echt samen spelen waar we het voor doen. Beethoven 6 was de eerste symfonie die we speelden na de lockdown. Ik was erg gespannen, op een positieve manier. Hoe zou het zijn: spelen op afstand van elkaar, iedereen met een eigen lessenaar? Het leek me heel ongezellig om geen maatje naast je te hebben, maar zou het ook iets positiefs brengen? 12
Wennen was het zeker, maar er waren ook goede punten. Het is (soms) leuk dat je jezelf beter kunt horen. Ook word je uitgedaagd om meer initiatief te nemen. Met meer afstand tussen de musici is het extra belangrijk om in contact te blijven met elkaar. Omdat we ons aan de anderhalve meter stand moeten houden, probeerden we verschillende opstellingen uit. Vooral de kring vond ik fijn. Je kunt elkaar aankijken en zo beter communiceren. Ik kon opeens de fluitiste of hoboïst recht van voren aankijken tijdens hun mooie solo’s. Ondanks dat kan ik niet wachten tot we weer lekker naast elkaar aan één lessenaar mogen zitten.’