Confisiologie: de zoektocht naar de balans tussen vertrouwen en wantrouwen

Page 1

CONFISIOLOGIE MAGAZINE OVER DE ESSENTIE VAN HET LEVEN:

VERTROUWEN VERSUS

WANTROUWEN

AUTEUR: RUUD VAN LENT UITGAVE: SCHOOL VOOR ZELFWAARDERING - VLCOUNSELING


Welkom! Dit magazine gaat over de essentie van vertrouwen versus wantrouwen. Beide gevoelsthema’s treffen ons dagelijks in ons leven. Lees en leer over het ontstaan ervan, of leer om vervelende gevoelens om te zetten in gevoelens van geluk en ervaar wat je eraan kunt doen door te leren jongleren met bepaalde gedachten. Dit magazine staat boordevol tips en advies en is opgesteld door Ruud van Lent. Hij is tevens auteur van diverse boeken over zelfwaardering. Zijn boek “de ontwikkeling van een gelukkig kind” is een aanvulling op de theorie van confisiologie. Ieder mens kan leren gelukkig te zijn. Zijn nieuwste boek gaat over: “de essentie van het leven”. Veel leesplezier!

Ruud van Lent

SCHOOL VOOR

ZELFWAARDERING ontwikkel de superheld in jezelf.


Inhoudsopgave: Matrix Model van Vertrouwen - Wantrouwen Psychologische en sociale uitleg van vertrouwen Ontwikkeling van Vertrouwen Wat gebeurt er in ons brein? Balans tussen vertrouwen - wantrouwen Alles over de ontwikkeling van ons wantrouwen: Wantrouwen verlagen door leren te jongleren Overtuigingen die niet werken en perfectionisme Destructieve communicatie Erkenning & Afwijzing Jaloezie Oplossende adviezen om wantrouwen te verminderen: Sta stil bij het gevoel van vertrouwen Alertheid ontwikkelen Gelukkig leven, hoe doe je dat? Dit is een product van VLCounseling en School voor Zelfwaardering.

Š VLCounseling 2019


Waar investeer jij in?

kritisch perfectionistisch controlerend twijfel onzeker gevoel van: angst irritaties frustraties woede afwijzing schuld schaamte jaloezie

alertheid

JEZELF

Verwachtingen Overtuigingen Verlangens Geloof Hoop

ongeluk bevorderend

zelfvertrouwen kwetsbaarheid moed respect vreugde betrouwbaar keuze vrijheid zelfbeheersing kracht geduld optimisme vervult behoeftes integer

geluk bevorderend

VERTROUWEN

WANTROUWEN

relatie vriendschap sociaal empathie

ANDEREN argwaan achterdocht kritisch sceptisch veroordelend sarcasme cynisme negatief ingesteld gevoel van: angst irritaties frustraties woede afwijzing schuld belazerd zijn

Model voor vertrouwen versus wantrouwen Alle energie die je stopt in wantrouwen, vanwege ervaringen/herinneringen, gaat ten koste van je geluk. Om vertrouwen in anderen te blijven houden is een gezonde alertheid ontwikkeling noodzakelijk. Door anders te kijken naar je ervaringen (leren omdenken) ontwikkel je jouw specifieke alertheid. Deze alertheid heb je nodig om in de toekomst te investeren in je vertrouwen in anderen en in je zelfvertrouwen. De kunst is niet te blijven hangen in wantrouwen. Verwacht niets, vergeet je overtuigingen, heb geen hoop en geloof en matig je verlangens.


Het gaat uiteindelijk om de balans! VERTROUWEN

WANTROUWEN

VOORWAARDE:VEILIGHEID & LIEFDE ANDEREN: *Geloven dat de persoon die je vertrouwt zal doen wat je van hem verlangt; *Vertrouwen is een risicovolle onderneming; *vertrouwen in anderen creëert afhankelijkheid; *vertrouwen creëert verbinding met anderen

DOOR ERVARINGEN VAN AFWIJZING BEVORDERT:

JEZELF:

*achterdocht *argwaan *onzekerheid *twijfel *sarcasme *cynisme *sceptisch *kritisch *controle *perfectie *beoordeling *veroordeling *negativisme

kwetsbaarheid* moed* empathie* respect* vreugde* betrouwbaarheid* integer* kracht* vervult behoeftes* maak keuzes* optimisme* zelfbeheersing* prestatie gericht*

VOEDT GEVOELENS VAN: *angst *onzekerheid *verdriet *boosheid *frustraties *irritaties *schaamte *schuld *eenzaamheid *machteloosheid *jaloezie

alertheid

Ideale levenselixer is te leren omgaan met de balans tussen vertrouwen & wantrouwen.

Een leven met alleen maar “vertrouwen” is onmogelijk. Je hebt nu eenmaal met anderen te maken en je ervaringen uit je opvoeding bepalen in hoeverre jij positief kijkt naar je eigen kwaliteiten. Alertheid heb je nodig om te overleven en de balans te houden. Alertheid leer je door ervaringen uit je opvoeding en verdere leven. Met alertheid kun je het aanwezige wantrouwen omzetten in vertrouwen.

De formule om balans te krijgen tussen vertrouwen en wantrouwen bestaat uit de volgende principes: ① ② ③ ④

Wees eerst trouw aan jezelf, voordat je trouw bent aan een ander; Zorg eerst voor een gezonde dosis zelfvertrouwen, voordat je een ander vertrouwt; Wees alert op je eigen integriteit, kwetsbaarheid en gebruik je wijsheid om anderen te vertrouwen; Voel jij je vaak afgewezen, dan ben je te afhankelijk van een ander. Erken dan positieve eigenschappen aan jezelf en blijf investeren in jouw zelfvertrouwen.

Gelukkig zijn er voldoende trainingen om te investeren in vertrouwen als de balans te ver doorschiet in wantrouwen. Het magazine geeft je inzicht in hoe het in de praktijk werkt.


Psychologische uitleg van vertrouwen: Vertrouwen voeding geven begint bij jezelf! Vertrouwen betekent in werkelijkheid niets anders dan “zeg jij wat je doet en doe jij wat je zegt�. Vertrouwen is dus een kwestie van woorden die matchen met daden. Daarnaast heeft vertrouwen te maken met het vertrouwen van je eigen perceptie. Als jij jezelf kunt vertrouwen verhoogt dat het zelfvertrouwen. Je vertrouwt erop, datgene je onderneemt, voelt en ervaart, een positieve bijdrage levert aan je zelfbeeld. Je uitstraling van zelfvertrouwen bevordert weer een basis van vertrouwen bij de ander. Leren om op een realistische manier te vertrouwen op je eigen perceptievermogen is een leerproces dat tijd kost. Relaties met jezelf en met anderen zijn gebouwd op veiligheid en vertrouwen dat je niet fysiek of emotioneel wordt gekwetst. Wanneer dit vertrouwen is beschadigd, is het gevoel van veiligheid in het geding. Wanneer het vertrouwen continu is beschadigd is er op den duur helemaal geen gevoel meer van veiligheid.


Sociologische uitleg van vertrouwen: Bereidheid van een persoon of groep om afhankelijk te zijn van de daden van een andere persoon of groep. Is iemand betrouwbaar, eerlijk, integer, loyaal, is een maatstaf welke wij hanteren bij het beoordelen van een ander. Het vertrouwen bloeit op als er wederzijds een gevoel ontstaat van welbehagen/welbevinden. Als jezelf te vertrouwen bent biedt je dat de ander. De ander heeft zijn of haar vertrouwen ook te verdienen. Vertrouwen kent een begin en een einde en is altijd gebonden aan een tijdsindeling. Iedere decennia veranderen de behoeftes van de mens en kunnen een vertrouwensrelatie gaan verstoren. Stijl van communiceren is ook erg belangrijk om vertrouwensrelaties met anderen aan te gaan. Vertrouwen in anderen is context gericht. Iedere situatie kan weer anders zijn.


Het natuurlijke vertrouwen ontwikkelt zich al vóór de geboorte in de baarmoeder en duurt tot circa 6 jaar. Erik H. Erikson heeft de levenscycli van de mens in kaart gebracht. De eerste levensfase na geboorte is de ontdekking van vertrouwen versus het wantrouwen. Een baby reageert met huilen om de aandacht te vragen als er een behoefte is. Als de verzorgster(er) de behoefte vervult ontstaat er vertrouwen. Als de moeder de behoefte niet vervult, ontstaat er wantrouwen. Aangezien de baby geheel afhankelijk is van een ander om verzorgt en gevoed te worden is de enige communicatie het huilen.

“Als de baby het lange termijn geheugen gaat ontwikkelen aan de hand van ervaringen en herinneringen (vanaf circa 9 maanden), slaat het de ervaringen op. Vertrouwen krijgt een cognitieve lading”. In de eenkennigheidsfase (12-24 maanden) ontwikkelt de amygdala zich verder in het brein van het kind en veroorzaakt veel angstgevoelens. Het kind beseft ineens, dat het een eigen wil aan het ontwikkelen is. Verloopt deze fase veilig in de ogen van het kind, dan begint het te beseffen, dat EGO nodig is om zelfvertrouwen te ontwikkelen. De peuter krijgt ineens allemaal ideeën om te ondernemen en ervaart in het hier

en nu, wat zelfvertrouwen ondersteunt en wat niet. Het laatste betekent een verplichte aanpassing. Als ouders correcties uitvoeren, gaat het ten koste van de eigen ontwikkeling in vertrouwen en voedt het ons wantrouwen. We noemen dit conditionering. De motoriek van de peuter wordt ook afgestemd op de eigen mogelijkheden. De peuter dient uitgedaagd te worden om bijvoorbeeld te gaan fietsen, schaatsen, zwemmen, hardlopen, gymmen en dergelijke oefeningen. Op deze wijze ervaart het kind of het op zichzelf kan vertrouwen. Alle ervaringen slaat het op in de cortex (lange termijn geheugen). Als kleuter gaat het kind meestal experimenteren om te kijken waar zijn eigen grenzen liggen. Ouders doen er goed aan, het kind te volgen in zijn ontwikkeling, door zo min mogelijk te corrigeren. Als het regent en je kind wil naar buiten, corrigeren we vaak met opdrachten zoals niet in plassen springen, doe je regenjas aan of je laarzen. Je kind leert beter van zichzelf door te ervaren wat nat worden voor hem of haar zelf betekent. Dan is het beter je kind uit te dagen en te laten experimenteren wat het oplevert, als je zonder jas aan naar buiten gaat. Je zult zien, dat het kind zelf vaak gelijk terugkomt om te vragen naar de jas. Houdt als ouder maar eens bij hoeveel correcties je per dag vaak onbewust aan het kindje geeft!


Het wantrouwen ontwikkelt zich gelijk aan het vertrouwen. Als de peuter in zijn ontwikkeling te veel gecorrigeerd wordt of geremd, dan krijgt het geen zelfvertrouwen en wakkert het wantrouwen aan. Met name als angst ontstaat. Dat kan al snel tot een terugtrekkende reactie leiden, of in zichzelf gekeerd raken. Ouders dienen alert te zijn op de reacties van hun peuters en kleuters als het zich moet aanpassen (conditioneren) aan de wens van de ouder. Nu hoort een aanpassing bij het leven, zeker als er gevaar dreigt. Dus ouders reageren vaak vanuit eigen ervaringen en angsten. Alleen die horen ouders niet te ventileren, maar met ondersteuning op te lossen. Het ontstaan van irreële angsten en fobieën is gerelateerd aan de voorbeelden uit de omgeving. Als een kind bang is van honden of spinnen, ziet het vaak de reactie van de ouder. Het kan ook betekenen, dat in de levenscycli van de families voldoende patronen waarneembaar zijn, waarbij een fobie is af te leiden. Zo wordt het generatie na generatie overgedragen.

Deze angsten zorgen voor onlogische verklaringen welke niet worden begrepen door het jonge kind. Het gaat een eigen leven leiden. Je doet er goed aan als ouder je eigen patronen te doorbreken, anders gaat het vaak onbewust door je mind overgenomen worden.

“Tijdens de ontwikkeling van het jonge kind tot een jaar of zes, krijg je voortdurend te maken met het spanningsveld tussen vertrouwen en wantrouwen. Als jij als ouder zelf denkt dat de relatie met de ouder veilig is voor je kind, wil dat niet zeggen, dat het veilig is. Het kind bepaalt dat zelf”. Wantrouwen heeft een eigen bestaansrecht en verder in het magazine wordt daar uitleg aan gegeven. Het beste is je kinderen om te leren gaan met tegenvallers, teleurstellingen en het maken van fouten. Dat bevordert weer het vertrouwen.


Fusiforme gyrus Het staat in voor de zintuiglijke gezichtsherkenning. Het speelt een rol in de visuele waarneming en geheugen van visuele objecten zoals voorwerpen, woorden en gezichten.

De cingulate cortex speelt een rol bij: aandacht gedrag zelfcontrole leren en geheugen verwerking van pijn verwerking van emoties probleemoplossing ademhaling

Orbitofrontale cortex Dit gebied is betrokken bij het maken van beslissingen, en zo het aansturen van geschikte acties. Ook is dit hersengebied onderdeel van het beloningssysteem van de hersenen. Dit systeem zorgt ervoor dat sommige acties vaker uitgevoerd worden dan anderen. Dit hersengebied is betrokken bij plannen, redeneren en bij het maken van beslissingen.

Sociaal-emotionele informatieverwerking in ons brein welke betrokken is bij vertrouwen & wantrouwen


Prefrontale cortex Dit gebied is betrokken bij een heleboel verschillende vaardigheden, zoals hogere cognitie, doelen stellen, plannen maken, geheugen en het uitvoeren van motorische volgordes. Ook wordt dit gebied actief wanneer een risicovolle beslissing wordt genomen. Consequenties van eigen waarneming en handelen is mogelijk bij vergroeiing (> 16 jaar).

De amygdala speelt een belangrijke rol bij het vormen en opslaan van herinneringen aan emotionele gebeurtenissen. De amygdala speelt ook een belangrijke rol in positief conditioneren. Het lijkt erop dat afzonderlijke neuronen reageren op positieve en negatieve prikkels.


Een arsenaal aan verbindingen worden in luttele seconden gelegd als het gaat om vertrouwen of wantrouwen. Bij sociaal-emotionele informatieverwerking zijn vijf hersengebieden actief. Alles begint met een zintuigelijke ervaring. Vlak na de geboorte herkent een baby auditief en kinesthetisch wie zich als gehechtheidsfiguur zich aanbiedt. Een gehechtheidsfiguur is iemand die de baby bij herhaling verzorgt, verschoond en ondersteund. In de praktijk is de moeder vaak de eerste gehechtheidsfiguur voor de baby, maar het hoeft niet. Iedereen kan die rol aannemen, het gaat erom welke persoon of dier zich voortdurend aandient als verzorger. Gezichtsherkenning is belangrijk om vast te stellen of je iemand vertrouwen kunt of niet. Het begint allemaal al in de vroege jeugdjaren. De baby herkent een gezicht pas na enkele weken. Het gezicht krijgt langzaam vaste contouren en de baby koppelt er een gevoel aan. De fusiforme gyrus in het brein is verantwoordelijk voor gezichtsherkenning. Het auditieve, kinesthetische wordt gekoppeld aan het visuele. De ervaring met een gehechtheidsfiguur is erg belangrijk.

geheel symbiotisch afhankelijk is van een gehechtheidsfiguur. De dreumes ervaart een ontwikkeling in bewustzijn (cortex welke zich na circa 9 maanden vult aan de hand van herinneringen en ervaringen). Dat is best eng. Eerst altijd verzorgt en nu zelfstandig een waarde toekennen aan het leven. Deze ontwikkeling krijgt pas echt een functie in de ontwikkeling als de dreumes een peuter is geworden (vaak na circa 24 maanden). De peuter ervaart ineens, dat het zelf iemand is. Het begin van de ontwikkeling van zelfvertrouwen, identiteit, EGO kondigt zich aan. Tegelijk met de noodzakelijk aanpassing aan de omgeving (conditionering) en het inhoud geven aan ontwikkelt het gedrag zich. Zowel door ervaringen als onbewuste waarnemingen (spiegelneuronen).

Als verzorger/ster voldoet aan de behoeftes van de baby, krijgt het in de cingulate cortex een verwerking van vertrouwen. Voldoet de ouder niet aan de behoeftes, dan wordt de link gelegd met het wantrouwen. Alles heeft te maken met de aandacht die een gehechtheidsfiguur geeft.

Actief binnen de orbitofrontale cortex spelen ineens herinneringen een belangrijke rol. Is de persoon een vertrouwt iemand, voelt het veilig voor het kind. Wantrouwt de dreumes de persoon, dan volgt angst. Uiteindelijk zal het kind de uitdrukking op het gezicht van de ouder herkennen en als veilig of onveilig bestempelen. De uitdrukking op het gezicht wordt opgeslagen in de prefrontale cortex en blijft levenslang herinnering houden aan de gezichtsuitdrukking welke het kind als onveilig bestempelt. Later als volwassenen kan er nog teruggekeken worden naar de gezichtsuitdrukking van een persoon of iemand te vertrouwen is of niet.

Rond de eenkennigheidsfase (circa 12 maanden) zal de dreumes een ontwikkelingsspurt ervaren in het limbisch systeem met name de amygdala. Emoties gaan een rol spelen, met name angst komt om de hoek kijken. De dreumes gaat ineens beseffen, dat het niet

De prefrontale cortex is pas volgroeit rond de leeftijd van 16 jaar. Dit betekent, dat een jongere pas over eigen handelingen kan nadenken welke consequenties het krijgt. Bewust kunnen ze vanaf deze leeftijd pas inschatten wat de reactie is van de ander of eigen gedragingen.

Voor de leeftijd van 16 jaar nemen de kinderen dus het gedrag of de uiting over van de ouder die het kind verzorgt, onderwijst of regelmatig ondersteunt. De hersenen zijn voortdurend bezig herinneringen vast te leggen en het begint bij gezichtsuitdrukkingen.

De cingulate cortex maakt voortdurend inschattingen of iets veilig is of niet. Het staat direct in contact met de amygdala en uiteindelijk het lange termijn geheugen (cortex). De beslissingen die we nemen vinden vaak plaats in de orbitofrontale cortex. Dit gebied is betrokken bij het maken van beslissingen en zo het aansturen van geschikte acties.


Alles begint met je zelfvertrouwen. Wat je kunt doen om het zelfvertrouwen te laten groeien op latere leeftijd wordt hier beschreven. In ieder geval als ouder heb je alert te zijn bij het natuurlijk ontwikkelen van zelfvertrouwen in de eerste zes jaar. De opvoeding dient ondersteundend te zijn en niet kritisch.

Zelfvertrouwen ontwikkel je door de volgende aandachtspunten in acht te nemen: 1. Durf kwetsbaar te zijn. Alleen door kwetsbaar te zijn laat je zien wie je bent en wat je kunt. Moeilijke opdracht als je vroeger veel gepest bent en toch zit hier het herstel mechanisme. Vroeger betekent niet nu in het heden. Het is een herinnering en deze kun je markeren als “iets van toen”. 2. Prestatie gerichtheid afstemmen op je mogelijkheden. Ga je niet beter voordoen dan je bent. 3. Heb empathie voor anderen, ook al geven zij het jou niet. 4. Treed krachtig op, als je het ergens niet mee eens bent. Dit betekent niet, dat je ruzie moet maken. 5. Behoeftes kunnen benoemen en vervolgens ook daadwerkelijk uitvoeren/doen. 6. Zelfbeheersing en geduld te hebben. Bij irritatie en frustratie komt er woede in je en uit je die ook. Je grens aangeven kan ook, door krachtig te zeggen, als je het er niet mee eens bent. Woede zorgt weer voor agressie en je investeert weer in wantrouwen, zowel bij jezelf (de veroordeling) als bij de ander.

“Geef je kind de ruimte zelf te ervaren wat het gevolg is van een handeling/gedraging. Leer je kind ermee om te gaan als het schrikt van zichzelf”.

7. Ga compassievol om met je gemaakte fouten. De mens is gemaakt voor het leren van fouten. Juist om herhaling te voorkomen. 8. Wees integer naar jezelf. Doe de dingen die jij wil doen. Stem het af met de ander.

9. Durf keuzes te maken. De mens maakt voortdurend keuzes om te ervaren of het een positieve of negatieve keuze was. Beiden leveren informatie en gevoelens op waar jij verder mee kunt leven. Maak je steeds de verkeerde keuzes, onderzoek de wijze van keuzes maken. Vaak komt het voort uit een destructieve en kritische opvoeding. 10. Sta optimistisch in het hier en nu. Kijk niet te veel naar het verleden, doch ook niet naar de toekomst. Richt je op het hier en nu. Wees nieuwsgierig. 11. Creëer een gezonde afhankelijkheid. De mens is meer afhankelijk dan het vaak denkt te zijn. Wij zijn afhankelijk van cultuur, maatschappij, ouders, collega’s, vrienden, etc. Onderzoek wat voldoening geeft en blijft niet hangen in alles wat geen voldoening geeft. Los het voor jezelf op. Bovenstaande punten zijn slechts enkele aandachtspunten welke je kunt hanteren bij het verwerven van zelfvertrouwen. Is je zelfvertrouwen aan de lage kant en je zelfbeeld negatief, investeer dan in een training. Gun jezelf vertrouwen in jezelf en dat kun je leren. Al de verbindingen in het brein welke gemaakt worden bij onze sociaal-emotionele verwerking kun je aanleren nieuwe verbindingen te maken, zodat je niet blijft hangen in het verleden.


De balans tussen vertr

Een ander vertrouwen is een keuze. Gezichtsherkenning zorgt voor betrouwbaarheid, mits je ervaring op deze wijze is gevormd. Het puzzelstukje moet “klikken�. Zo ontstaan relaties, het klikt of het klikt niet. De kunst is door te krijgen wat de klik is. Alles begint met je eigen wijze van omgang met trouw & vertrouwen & wantrouwen. Vertrouwen in de ander betekent: geloven dat de persoon die je vertrouwt zal doen wat je van hem/haar verwacht.

Bij te veel zelfvertrouwen ligt arrogantie, egoĂŻsme, narcisme op de loer.

De kunst is om je vertrouwen en je wantrouwen in balans te brengen.Vanuit angst ontwikkel je alertheid. Luister naar je alertheid, richt je op je zelfvertrouwen.


ouwen & wantrouwen Niemand wil graag investeren in wantrouwen. Toch hebben we wantrouwen nodig om alertheid te ontwikkelen. Alertheid welke ons waarschuwt voor de gevaren. Je steekt niet blindelings de snelweg over. Je leert eerst naar links, daarna naar rechts en vervolgens weer naar links te kijken of het veilig is om over te steken. Alertheid hebben wij ook nodig om anderen in vertrouwen te nemen. Gedurende de opvoeding van je kinderen kun jij als ouder niet voorkomen, dat je kind valt, gepest wordt of de verkeerde handelingen doet. Overbescherming van je kind betekent ook voor het kind een onveilige gehechtheid. Je peuter wil namelijk zelf alles ontdekken. Je puber heeft te leren om te gaan met de consequenties van het gedrag of handelen. Daarom moet de puber over jouw en andermans grenzen gaan. Beschermen betekent het wegnemen van eigen groei en ontwikkeling. De beste wijze om je kind gedurende de opvoeding tot een jaar of 16 te ondersteunen bevat de volgende ingrediĂŤnten: verzorgen, geruststellen, aanmoedigen, steunen, luisteren, observeren. Vermijd iedere vorm van autoriteit, dat zorgt ervoor dat je kind het tegenovergestelde leert en ervaart. Straffen van kinderen onder de 6 jaar heeft totaal geen zin, vanwege het niet kunnen begrijpen, waarvoor het gestraft wordt. Door je kind mentaal te begeleiden in wat het onderneemt en welke grenzen het overtreedt, leert het kind zich aan te passen. Tijdens de opvoeding gaat het om veiligheid te mogen en kunnen experimenteren/ontwikkelen en het vertrouwen op zichzelf. Leer je kind om te gaan met negatieve gevoelens, falen en het maken van fouten. Deze opvoedingsstijl levert je kind zelfvertrouwen op. Je kind reageert spontaan, energiek, nieuwsgierig en speels. Als volwassene zal je kind de volgende vaardigheden gebruiken: ruimdenkend, minder veroordelen, alert reageren, zelfverzekerd zijn, realistisch zijn en geĂŻnteresseerd raken in anderen. Met andere woorden: je kind heeft geleerd wat respect inhoudt en past dit toe om voor zichzelf meer te bereiken. Wantrouwen leert je kind vanzelf, zodra er te veel overtuigingen, geloof, hoop, verlangens en verwachtingen aanwezig zijn.

Wantrouwen krijgt voeding door: negatieve herinneringen/ ervaringen; geloof; hoop; verwachtingen; verlangens; overtuigingen.

Wa ntro u ver oor wen w zaa kt d ordt ach oor te : onz rdocht e sarc kerhei & argw d a a sce sme & & twij an; p f con tisch & cynism el; tr be- ole & kritisc e; p h &v ero erfecti ; o neg e ativ rdeling ; ism ; e


3 Verlangens

2 Overtuigingen

4 Geloof

5

1

Hoop

Verwachtingen

n

lere e t or o d en g a l er v n we u o r t Wan

ler g n jo

en


1 Verwachting is de aanname of hoop dat een handeling of gebeurtenis ook werkelijk plaats gaat vinden. Een verwachting kan realistisch zijn, maar dat hoeft niet. Als een verwachting niet uitkomt, kan er sprake zijn van acceptatie, maar ook van teleurstelling, verwarring, onzekerheid en angst.

①Wat zou er gebeuren als je zou leven zonder verwachtingen? Je leven zou nooit meer tegenvallen. Je zou je laten meevoeren met alle gebeurtenissen en je zou nooit teleurgesteld zijn. ②Je verwachtingen over je leven zetten je gevangen. Je verwachtingen zorgen er namelijk voor dat je het leven steeds op één manier benadert, namelijk de manier die aansluit bij je verwachtingen. ③Wat verwacht jij van dat feestje van vanavond? Wat verwacht je van het kerstdiner, die vakantie? Hoe hoger je verwachtingen, des te groter je kans op teleurstellingen. Laat het leven over je heen spoelen, ga er zonder verwachtingen in. Je zult net zoveel lol beleven. Misschien zelfs wel meer. ④Want wie zegt dat iedere gebeurtenis alleen maar leuk is als deze aan jouw verwachtingen voldoet? Misschien ontdek je wel hele nieuwe mogelijkheden die ook mooi zijn, iets wat je nooit had verwacht!

“Dus maak het jezelf makkelijker. Geniet van je leven, en verwacht niet zoveel. Kom uit je gevangenis van verwachtingen en ervaar het moment zoals het zich aandient”.


2 Onze overtuigingen hebben een sterke invloed op ons gedrag. Ze motiveren ons en geven vorm aan wat we doen.

Vrij zijn van overtuigingen geven je leven glans. Je kunt gaan ontdekken, leren, nieuwsgierig zijn. Als persoon ben je prettig voor de ander. Vaste denkpatronen (overtuigingen) zorgen voor toename wantrouwen en afname zelfvertrouwen, omdat je investeert in iets wat je zeker weet en dat patroon zorgt voor een minder flexibele en oplossingsgerichte houding.


*Hebben wij als mens wel overtuigingen nodig? *Willen wij echt iets zeker weten? *Een sterke mening: Ik ben overtuigd dat ik gelijk heb, betekent toch einde discussie, einde nieuwsgierigheid of het wel zo is, einde creativiteit. *Een overtuiging is een georganiseerd patroon van opvattingen dat door een persoon als waar wordt beschouwd. Maar wat is waar? *Stel dat je geen gelijk hebt, wat gebeurt er dan met je? * Overtuigingen kunnen belemmerend zijn. Met name bij perfectionisten.

Principes, normen & waarden zijn onder meer overtuigingen. Je stelt iets vast, want dan heb je het gevoel houvast te hebben. Echter ons leven kent maar 1 zekerheid en dat is dat wij allemaal ooit dood gaan.


3

Verlangens Het is jezelf iets wensen wat er niet is, maar waarvan je wel ongeveer weet, of denkt, of voelt te weten wat het je zal bieden. Verlangens zijn gevoelsmatige prikkels die aangeven wat je nodig hebt om geluk, voldoening en vervulling te vinden. e

OM JE VERLANGENS TE REALISEREN MOET JE SOMS JE VERWACHTINGEN LOSLATEN


①Hoop is de onzekere verwachting dat een bepaalde gewenste gebeurtenis zal plaatsvinden; ②Eindeloos hopen over iets wat je niet weet is destructief voor je vertrouwen en bevordert het wantrouwen; ③Hoop omzetten in daden levert je antwoorden, zelfvertrouwen op;

4

P O O

H

④Hoop doet leven gebeurt alleen als jij zelf iets onderneemt; ⑤Hoop is nooit een voorschot op toekomstig geluk, als je het niet zelf omzet in daden.

5

F O O

L E G

Geloven is de psychische toestand waarin iemand verkeert die bereid is om onder bepaalde voorwaarden een bepaalde bewering voor waar aan te nemen. Een ander geloven doe je, omdat het je een beter gevoel geeft. Je verlaat je op een ander en dat blijft altijd gevaarlijk, waardoor het je wantrouwen in jezelf doet toenemen. Geloof in je eigen wijsheid, onderzoek, leer, analyseer welke waarde jij zelf aan het geloof toekent.


n e w u o r en t n a r e w l e t te m a uns t n f e a k m , r e o n d Vo het glere ngen gens, is jon achti erlan w n, v of. r e v nge o l e i g g i n e u t r p ove hoo

Met jongleren wordt tegenwoordig vooral geduid op een aantal vaardigheden waarmee objecten gegooid en opgevangen, of in de lucht gehouden worden. Jongleren is een kunst. Door het veel te oefenen krijg je routine. Je moet het ook bijhouden, anders moet je steeds opnieuw beginnen. Hoop kun je koesteren, wanneer je te horen krijgt dat je nog maar een paar maanden te leven hebt. Verder levert hoop geen bijdrage aan je vertrouwen als je niets onderneemt het te realiseren. Geloof kun je koesteren, als jij 100% overtuigd bent, dat het jouw pad van het leven verrijkt. Geloof heeft geen enkele waarde als je voortdurend afwijkt van datgene je zelf gelooft. Een religie nastreven levert je helaas meer vragen op, dan antwoorden. Een overtuiging heeft zin, als het niet belemmerend is of werkt. Verwachtingen hebben is een gok op 50% realisatie of 50% teleurstelling. Levert de gok je energie op, dan is het de moeite waard. De moeilijkste van allemaal is het verlangen. Schakel die maar eens uit, dat wordt best moeilijk. Door het leven in het “hier en nu� kun je vaak veel verlangens direct realiseren. Bij verlangens zijn de kleine stapjes die je neemt de meest motiverende gevoelens.


Individuele therapeutische trainingen om je zelfwaardering te verhogen! Test je hoogte van zelfwaardering op de gratis online test. Een score in het heden van een 8 of hoger betekent een gezonde zelfwaardering. Een score van 6 of hoger een gemiddelde zelfwaardering en lager dan 6 een lage zelfwaardering. Een lage zelfwaardering staat garant voor ziektes, ongezond leven, verkeerde keuzes, problemen met partners, loopbaan problemen, burn-out en depressies. Leer jongleren met de eigenschappen van wantrouwen om meer vertrouwen op te bouwen. Vertrouwen in jezelf en daarna het vertrouwen in anderen.

www.zelfwaardering.school

Speciaal voor ouders/verzorgers een animatie over het boek “De ontwikkeling van een gelukkig kind�.


Buig een belemmerende overtuiging om in iets wat wel werkt!

Iedere perfectionist weet hoe de uitspraak: “ik kan het niet” voelt. De kunst is deze belemmerende overtuiging om te buigen in iets dat wel werkt. Kijk naar de vrouw op de foto. Vraag jezelf af, wat kan zij doen om toch haar haar te kammen, zoals zij dat wenst? “Ik kan het niet”, lijkt te worden gevoed door “het lukt mij niet”. Het wordt een frustratie als iets niet lukt. Frustratie hoort bij de familie Boosheid. Het is dan normaal dat je doorgaat op dezelfde wijze. Eerst gooi je de frustratie over boord, door even boos te zijn. Dat doe je op de wijze wat voor jou helpt om weer te kunnen relativeren. Dat kan eenvoudig door bijvoorbeeld een handdoek uit te wringen. Gooi je woede in de handdoek en de boosheid verdwijnt. Vervolgens ga je in kleine stapjes verder. Je kijkt niet naar het einddoel, maar naar de kleine stapjes die je maakt. Door bijvoorbeeld plukjes haar uit te kammen. Dat doe je net zolang jij vertrouwen krijgt in de kleine stapjes. Als het niet lukt, investeer je niet in de frustratie, echter onderzoek je wat er nu voor zorgt dat het niet lukt. Vaak kan al de oplossing voor handen liggen, door bijvoorbeeld je haar weer nat te maken. Het gaat om de ervaring om uit je frustratie te blijven en jezelf het “ik kan het niet” gevoel te bevestigen. Voor ieder obstakel in je leven helpt het om in kleine stapjes vooruit te denken en de handelingen zo te verrichten, dat je inderdaad verbetering ontdekt in de nieuwe methode. Reflectie over je handelen, je gevoel en wat je hebt bereikt zorgt in een oogwenk, dat je oplossingsgericht verder ontwikkelt. Een lat hoog leggen of in de frustratie blijven hangen bevestigt helaas je onkunde.



Perfectionisme is een obsessief verlangen om handelingen perfect uit te voeren.

Je wilt altijd maar ‘pleasen’. Je bent je ervan bewust dat je jezelf gek maakt, maar je bent van mening dat het er nou eenmaal bij hoort. Je vertoont vaak uitstelgedrag. Je bent uiterst kritisch op anderen. Je denkt enorm zwart-wit. Je hebt moeite om je open te stellen naar anderen. Je hebt de neiging obsessief te doen over nutteloze dingen. Je vat alles persoonlijk op. Je kunt heel slecht tegen kritiek. Je glas is altijd half leeg. Je haalt stiekem genoegen uit het falen van andere mensen.


Perfectionisme is een gedrag, een handeling vanuit een gedachte: ik wil‌!


Faalangst hoort bij Perfectionisme Faalangst is een vorm van angst waar veel mensen mee te maken hebben. In de meeste woordenboeken wordt het omschreven als: “Angst dat je niet voldoet aan de gestelde verwachtingen”. Kinderen krijgen soms op jonge leeftijd al last van faalangst, vaak veroorzaakt door de druk die volwassenen (vooral de ouders, opvang en school) op hun uitoefenen.

Hoe je jouw perfectionisme solide krijgt: ① Definieer ‘n haalbaar doel (leg de lat niet te hoog); ② Duidelijke criteria op inzet en strategie (kleine stapjes); ③ Nieuwe manier van feedback zoeken (anders bekrachtigen); ④ Focus op groei (wat heb je nodig om je beter te voelen); ⑤ Train vermogen om te falen (stijlvol omgaan met falen); ⑥ Focus op: van je probleem afkomen, dan het probleem op te lossen; ⑦ Faalangst bestrijden door duidelijke regels en consequenties inzichtelijk te maken met een warme begeleiding.


Leer kinderen om te gaan met falen, fouten maken en corrigeer zo min mogelijk!


De manier van communiceren bepaald of je investeert in vertrouwen of in wantrouwen! Communicatie is vaak de oorzaak van conflicten die overal kunnen ontstaan. Op je werk, met je partner, in het verkeer, op school, gedurende de opvoeding komt het veelvuldig voor, dat de verbale en zelfs de non-verbale communicatie de boosdoener is, waarbij je investeert in wantrouwen.

Jij hebt het gedaan,

Het is niet vreemd, dat wij conflicten beter onthouden, dan de complimentjes die wij gehad hebben. In de transacties zijn Nederlanders erg kritisch. Het is ons erfgoed, wat cultureel al eeuwen voortgezet wordt. Een kritische communicatieve uitspraak begint met JE of JIJ. Vanuit een autoritaire houding wordt je aangesproken en je kunt alleen nog maar reageren op de wijze waar je als kind destijds voor gekozen hebt. Dat is vaak een passieve reactie of kan zelfs rebellerend zijn. De reactie komt uit verdediging.

“De ander overtuigen van je gelijk is zinloos”! Volwassenen reageren vaak afkeurend naar kinderen. Kinderen voelen zich vaak niet gehoord, afgewezen en passen zich aan. Het kind kan niet anders. In de pubertijd zetten jongeren zich af tegen deze kritische houding. Het kindsdeel als reactie blijft vaak levenslang aanwezig, waardoor een volwassene vaak reageert op een kinderachtige wijze. Op deze manier krijgen kinderen nog eens bevestigd hoe onrechtvaardig de stijl van communiceren is.

De studie welke diverse communicatiestijlen in kaart brengt noemen wij Transactionele Analyse. Een interventie welke helpt bij het omschakelen naar een meer ondersteunende communicatie stijl. In ons leven hangt alles samen met communicatie. Zowel verbaal als non-verbaal leren wij onze kinderen wat wij als volwassenen liever niet graag horen. De kreet: “ ik bedoelde het anders”, komt veel over onze lippen. Excuses worden veelvuldig gemaakt. De mens is voortdurend bezig een ander te overtuigen van zijn of haar gelijk. Vaak is het niet belangrijk wie gelijk heeft, het gaat om de boodschap die je uitspreekt of uitdraagt.


Een stijl van communiceren wat wel werkt komt voort uit een ondersteunende basis. De taal die je spreekt werkt met de volgende EGO toestanden:

neen jij

Geruststellend Aanmoedigend Verzorgend Steunend Begrijpend Je bereikt op deze wijze een ander kindsdeel. Het kind is spontaan, nieuwsgierig, energiek en speels. Zo werkt het ook op de werkvloer. Als je als volwassene op een ruimdenkende, geïnteresseerde, zelfverzekerde, realistische en niet oordelende wijze communiceert krijg je veel meer voor elkaar en stimuleert deze wijze het wederzijds vertrouwen. Als jij en je partner voortdurend communiceren in de JIJ taal, groeien de irritaties, frustraties en komt er een uiting van woede. Het wordt steeds erger en vervolgens ebt het vertrouwen helemaal weg. Als je spreekt in de IK en WIJ taal, zal je partner zich niet aangevallen voelen en is een verdediging niet nodig.

“Je bereikt het door HOE en WAT vragen te stellen”. Bij hoe en wat of wanneer vragen stel je een concreet probleem aan de orde welke je wilt oplossen. In discussies is het beter voortdurend in deze vorm het gesprek te voeren. Moeilijk is het wel je eraan te houden, want je bent het niet gewend. Maar hoe vaker je dit toepast, des te makkelijk gaat het. Je hoeft je niet meer te verdedigen en de ander ook niet.

“Doe niet mee met welles & nietes”!

Kinderen en volwassenen vinden het heerlijk om welles-nietes spelletjes te spelen. Je krijgt dan hetzelfde effect als: “JIJ hebt het gedaan, neen JIJ”. Je stelt steeds de schuldvraag centraal. Bij juristen is dat normaal, echter dat gebeurt alleen in uitzonderlijke gevallen, waarbij de norm van vertrouwen ver overschreden is. Verder heb je deze nutteloze discussies niet nodig, dus waarom investeert de mens toch zo in wantrouwen? Het antwoord is simpel, liever naar de ander wijzen, dan zelf je kwetsbaarheid tonen. Terwijl kwetsbaarheid in communicatie juist het mooiste instrument is in ons leven. Het verrijkt, het verbindt, het leeft! In welke communicatiestijl investeer JIJ?


ERKENNING voedt je vertrouwen “De grootste uitdaging in het leven is als je erkent wordt door een ander in wie je bent, die je bent”. Dat is een compliment waard. Maar hoe voelt het nu om erkent te worden, of om complimentjes te krijgen? Het gevaar van de ander voortdurend te erkennen is, dat het geen waarde meer heeft. Heb je een hoge zelfwaardering is het prima om steeds erkent te worden. Heb je toch een lage zelfwaardering, dan ontstaat arrogantie, egoïsme en narcisme. Hoe voel jij je, als je partner iedere dag zegt: “ik hou van je”? Ik kan mij voorstellen, dat de waarde van een dagelijkse bevestiging zienderogen afneemt naarmate het herhaald wordt. Wat maakt nu, dat mijn partner dat dagelijks moet melden? Je gaat hem anders zien en onbewust investeer je in wantrouwen. Terwijl de boodschap mooi en lief is. Erkenning van een ander is een tijdelijke opdracht. Je kunt als baas niet je ondergeschikten vertellen hoe geweldig ze zijn. Ze hebben ook recht op een kritische beoordeling. Erkenning voelt pas lekker, als het zo nu en dan in woorden benoemd wordt. Een erkenning op non-verbaal niveau is altijd een warme reactie en levert wel een fijn gevoel op. Metname op de werkvloer is het van belang het gevoel van erkenning te beleven. OP SOCIAL MEDIA leren kinderen al jong om te gaan met likes! Helaas frustreert het velen als ze geen of naar hun mening te weinig likes krijgen. Ze gaan twijfelen aan zichzelf, voelen zich ongewenst. Veel jonge kinderen geven overal likes op, ook al weten ze niet of zij het wel echt leuk vinden. Als jij mij een like geef, krijg je er eentje terug. Een goedkope uitwisseling van complimentjes (vaak onbewust ongemeend). Uit onderzoek blijkt, dat deze ontwikkeling zorgt voor toename depressiviteit onder jongeren, met zelfdoding tot gevolg. Toename pestgedrag is vaak hieraan gerelateerd. Likes leveren op deze wijze een negatief gevoel op.


AFWIJZING voedt je wantrouwen

Het gevoel kent een diepe laag van onveiligheid in de gehechtheidstheorie. Vaak blijft het levenslang aanwezig. Als je grotendeels het met omdenken hebt omgevormd tot een ander gevoel kun je steeds teruggeworpen worden in het oude gevoel. Zoveel impact heeft het. Vaak heeft het iets met de ander te maken en niet met jou. Daarom is het belangrijk als jij een gevoel van afwijzing krijgt, dat je kijkt naar wie is de ander. Bedoelt de ander wel, wat ik voel. Is de ander uit op het geven van een rotgevoel. De context is de totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt. Hierbij kan zowel letterlijk “tekst� worden bedoeld als een situatie of betrokken personen. De context is de achtergrond of referentie van een uitdrukking, idee of gebeurtenis waaraan het zijn betekenis ontleent. Please gedrag is het gevaar als jij je afgewezen voelt. Je blijft je best doen om aardig gevonden te worden. Ook al zit jezelf al in een gevorderd stadium van volwassenheid, je kunt geraakt blijven worden, waardoor je snel pleasegedrag gebruikt. Mensen die hier last van hebben doen er goed aan hun gedachten anders te kaderen. Het is altijd de ander wiens gedrag of uitspraak je beloond. Jezelf haal je onderuit. Vaak is het zo, dat je liever pleasegedrag vertoont, dan jezelf in de spiegel aan te kijken om sterker te worden. De afwijzing door de ander voelt nu eenmaal bekend aan en vaak wil je daar toch niet vanaf. Je vergeet zelf te leven.

Context is belangrijk

Ieder mens kent wel het gevoel van afwijzing. Dat gebeurt als jij je helemaal focust op anderen. Je bent teleurgesteld, voelt je niet erkent, niemand luistert naar je. Ieder kind ervaart dit gevoel al op jonge leeftijd, zodra de ouder of de ander het kind corrigeert/afwijst. Als het regelmatig gebeurt krijg je een gevoel van onzekerheid in wie jezelf bent en wat je kunt.


Heb je last van jaloezie? Jaloezie of ijverzucht is een gemoedstoestand of emotie waarbij men datgene wenst te krijgen wat een ander reeds heeft gekregen, of wenst dat de ander datgene niet had. Dit kan zowel om materie, eigenschappen als om relaties gaan. Jaloers zijn betekent investeren in wantrouwen.

Zo jammer! Zeker als het iemand is van wie je houdt of die gewoon belangrijk voor je is. Jaloezie kan ontaarden in afgunst, waarbij je jouw pijlen richt op degene die heeft wat jij niet hebt – pijlen die een relatie kunnen verzieken, en bovendien uiteindelijk vooral jou zelf treffen, en je vervullen met wrok en andere emotionele narigheid.

Als je snel jaloers bent, terwijl daar weinig reden voor is, dan kan dat grote problemen opleveren. De partner voelt zich gewantrouwd en gecontroleerd, terwijl je zelf een geestelijk wrak dreigt te worden door al het getwijfel. Het is handig om te beseffen dat het vaak niet de situatie zelf is die onredelijke jaloezie opwekt, maar de gedachten die je over die situatie hebt. Alleen al door te beseffen dat je denkfouten maakt, zit je op de goede weg.

Dat pad wil je echt niet op. Maar wat dan? Het lastige is dat je jaloezie het liefste zou willen ontkennen. Je wilt helemaal niet jaloers zijn. Je wilt juist graag, vanuit de nobelheid van je ziel en alles, vervuld zijn van die emotie, het gevoel wanneer je plezier beleeft aan het geluk en de voorspoed van anderen. Maar dat dwing je niet af. Jaloezie ontkennen werkt niet, het maakt het vaak alleen maar erger.

Een steek van jaloezie Het lastige aan jaloezie is dat het zo’n lichamelijke emotie is. Je kunt echt een steek voelen van jaloezie. Je kunt er naar van zijn, echt lichamelijk pijn voelen. ‘Groen zien van jaloezie,’ moet je dan misschien niet letterlijk nemen, maar je kunt er wel letterlijk misselijk van worden. En de meest voor de hand liggende oplossing is om je af te keren van degene op wie je jaloers bent.

Eigenlijk is dit de oplossing: niet ontkennen, maar erin duiken en onderzoeken wat het precies is dat je jaloezie opwekt – en dat vervolgens gebruiken om je eigen geluk en voorspoed een tandje vooruit te helpen.


Jaloezie oplossen? 1. Wat is je verlangen? Als je jaloers bent, verlang je ergens naar. Je wilt iets hebben dat je nu niet hebt. Dus dit is de eerste vraag: waarop ben je eigenlijk precies jaloers? Als je jaloers bent op een collega die een nieuwe baan heeft gekregen, wat is het dan precies in die baan dat jouw jaloezie opwekt? Is het die baan zelf (en wat is daar dan precies zo bijzonder aan)? Of puur het feit dat ze stappen durft te ondernemen? Of dat ze haar droom durft na te jagen? Denk hierover na, en probeer het zo precies mogelijk te omschrijven. 2. Hoe zou je het kunnen bereiken? Dit is al een inzicht: als je jaloers bent, gaat het vrijwel altijd om iets dat binnen je bereik ligt. Dat jij óók had kunnen hebben. (Ga maar na: als je zelf niet sportief bent, ben je echt niet jaloers op een topsporter.) Je zou jaloezie kunnen zien als een signaal van een ongelijkheid en een impuls om die ongelijkheid recht te trekken. Jaloezie geeft je, plat gezegd, een schop onder je kont. Het spoort je aan om in actie te komen en op je doel af te gaan – een doel dat kennelijk binnen je bereik ligt. Dus vraag je af: hoe zou je kunnen bereiken wat je kennelijk zo graag wilt? Welke stappen zijn nodig?

3. Wie kan je daarbij helpen? Het kan zijn dat het zomaar de persoon kan zijn op wie je jaloers bent. Geef gewoon eerlijk toe dat je jaloers bent (dat haalt eigenlijk al de angel eruit) en vraag haar: wat heeft ze gedaan om te komen waar ze is? Heeft ze tips? Leerzaam! Kijk vervolgens om je heen. Zijn er anderen die je kunnen helpen – kun je een coach inschakelen, vrienden? Kort gezegd: schakel hulp in, en kom in actie.

“Gebruik jaloezie positief” En dat laatste, in actie komen, is het begin van de oplossing. Je zou het zelfs kunnen zien als de bedoeling van jaloezie – als je in actie komt, en je éigen doel dichterbij probeert te brengen, verdwijnt jaloezie. Het gaat misschien wat ver om voortaan blij te zijn met jaloezie, want fijn zal het nooit voelen. Maar je kunt, als je daarvoor kiest, er ook juist positieve energie uit halen en die inzetten voor iets dat je graag wilt hebben of bereiken. En dat is een heel ander verhaal!


Irritaties & Frustraties zorgen voor toename wantrouwen Je irriteert je aan je partner. Uiteindelijk gaat je partner zich ook aan jou irriteren. Irritaties zorgen voor toename wantrouwen en nemen de overhand in de communicatieve vaardigheden. Een cluster van irritaties noemen we frustraties. Bij frustraties blijft het in je systeem hangen en leidt uiteindelijk tot woede. De kunst is om met je zelf aan de slag te gaan, want het is jouw eigen irritatie. Alleen een irritatie van jezelf kun je ombouwen tot acceptatie. Een ander kun je vaak niet er toe brengen om te veranderen, zeker niet in de sfeer van irritatie, frustratie en woede. Onderzoek bij jezelf wat nu de irritatie is en wat zegt dat over jou? Vaak is de oplossing simpel. Als jij je ergert aan bepaalde gedragingen of uitingen van je partner bespreek dit met je partner. Echter vaak zijn het gewoonten welke je moeilijk kunt afleren. Vraag jezelf af hoe jij zelf anders om kunt gaan met je irritaties. Want investeren in irritaties en frustraties betekent investeren in wantrouwen. Een beetje wantrouwen is gezond hebben wij gelezen in dit magazine, echter als het ten koste gaat van je eigen geluk, heb jij jezelf te transformeren. Als beide partners vol zitten met irritaties naar elkaar, dan is het slopend en betekent vaak het einde van je liefdesrelatie. Dan is er slechts 1 partner nodig die uit zichzelf stopt en de ander zijn of haar irritaties ongewenst verklaart door het niet meer te laten binnenkomen of er tijd aan te besteden. “Stop! Hier heb ik geen zin in”, helpt je in ieder geval de woorden van je partner niet binnen te laten komen.

“Hoe komt het dat ik me met vlagen zo ontzettend kan irriteren? Aan mijn vriend dus. Maar ook aan mijn kinderen. En vooral ook aan mezelf”. Wat zelf te doen bij irritatie Je kunt je irritatie verminderen of zelfs stoppen door verantwoording te nemen. Alleen jij kunt iets stoppen wat je niet meer wilt. Dit kun je doen door te onderzoeken of de irritatie reëel is, of iets expres gebeurt en wat voor emoties het oproept. Als iets reëel is moet je je verantwoording nemen en het probleem proberen op te lossen.

Spreek de persoon aan waar je je aan irriteert. En ga lekker sporten als je je irriteert aan je dikke billen. Als je irritatie niet reëel is maar wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld vermoeidheid moet je ook hier je verantwoording nemen. Ga op tijd naar bed en sla een keertje een feestje over als je weet dat het een latertje gaat worden.


Oefening Als je het lastig vindt om helder te krijgen waarom je je irriteert kun je onderstaande oefening doen. ①Ga zitten met pen en papier ②Stel je zelf de vraag: Waar irriteer ik mij aan? Schrijf het antwoord op ③Stel jezelf de vraag: waarom irriteer ik mij hieraan? Schrijf het antwoord op ④Werk ieder antwoord wat je gegeven hebt uit met de vraag waarom dat zo is.

“Mensen raken niet gefrustreerd door dingen, maar door de visie die ze er op hebben.” Frustratie is de emotionele toestand van iemand die belemmerd wordt zijn verwachtingen, behoeften of doel te verwezenlijken. De oorzaak kan liggen in invloeden van buitenaf. Wederom spelen “verwachtingen” en “overtuigingen”weer een rol in de opbouw van wantrouwen.

“Frustratie komt niet voort uit gebeurtenissen of personen, maar uit jouw overtuigingen.”


Beoordeling - Veroordeling - Schuldgevoel

Roddelen

‘opzettelijk vaak slechte dingen van iemand vertellen’. Roddelen is een menselijke activiteit waarbij over iemand wordt gesproken in ongunstige zin en vaak onwaar - zonder dat de persoon in kwestie bij het gesprek aanwezig is.

Eigenlijk is niemand dol op negativiteit, maar waarom roddelen we dan toch zo onwijs veel? De meest logische reden waarom we roddelen, is omdat we een onaangenaam gevoel kwijt willen. We zitten ergens mee, of iemand irriteert ons en dat wil je ventileren. Vanuit dit idee zeg je ook stoom af te willen blazen. Het doel hiervan is dan om het gevoel te dumpen, maar waarschijnlijk wordt je nare gevoel alleen maar groter, omdat je er zoveel aandacht aan besteedt. Eigenlijk is het beter om in de spiegel te kijken wat nu het negatieve gevoel bij jezelf is, zonder af te geven op een ander. Roddelen kan verhelderend zijn, maar kan ook schade aanbrengen. Uiteindelijk investeer je in wantrouwen!


Beoordeling & veroordeling zorgen voor investering in wantrouwen! Het beoordelen van anderen is niet meer van deze tijd. Beoordelingsgesprekken leveren geen verbeteringen, omdat je altijd te maken heb met de perceptie van een ander. Ben je ook nog eens een perfectionist, dan beoordeel jij jezelf ook minder positief. Je investeert in beide voorbeelden in toename van wantrouwen en afname vertrouwen. Een oordeel betekent dat je een mening over iets of iemand hebt, die voor jou telt als een feit. Als je het op mensen betrekt, dan heb je een mening over hoe iemand is of handelt. Een vooroordeel is een oordeel dat voorafgaat aan de feitelijke waarneming. Het is vaak ongegrond en is vaak gegrond op onjuiste veronderstellingen en aannames. Je hebt dan een mening over iemand die je eigenlijk niet goed kent. Veroordelen is het berechten van iemand of bepaald gedrag afkeuren of afwijzen. Je levert dan een vernietigend en definitief oordeel of kritiek. Vaak oordeel je om jezelf beter te voelen dan een ander. Je denkt dan een gevoel van waarde te krijgen, waardoor je voor je gevoel misschien meer respect krijgt van anderen. Uiteindelijk doe jij jezelf tekort en neemt je zelfvertrouwen af, waardoor je vertrouwen weer in de ander afneemt. Zo investeer je weer in wantrouwen. Alles valt en staat met je intentie en daarin heb je een keuze. Die keuze heeft gevolgen, voor de ander, maar ook voor jezelf. Door het goede in iemand te zien, los je veel oordelen op. Door de ander te leren begrijpen, lost dat de rest van de oordelen op. Investeer in vertrouwen en geef de ander een kans.

“Niets is goed of slecht, alleen hoe we er over denken.” Schuldgevoel Schuldgevoel heb je niet voor niks, net zoals alles in je systeem wel een functie heeft. Het is er om je sociale gedrag in toom te houden. Het belangrijkste voor je evolutionaire overleving is namelijk dat je geaccepteerd wordt door je omgeving. Samen red je het namelijk, als soort. Doe je iets wat niet acceptabel is, dan lig je eruit. Dat is de theorie van je vernuftige evolutionaire menselijke systeem. Mensen die zich gemakkelijk schuldig voelen, werken dus hartstikke goed. Dat blijkt wel uit het feit dat aanleg voor schuldgevoel ervan getuigt dat je een goede vriend, partner, baas of werknemer bent.

Schuldgevoel heeft namelijk, in het geval van de grenzen van anderen overschrijden, alles te maken met de mate van empathie die je bezit. Je kunt je inleven in de ander en begrijpt dat je iets pijnlijks hebt veroorzaakt. Je hebt een sterke moraal en bent minder snel geneigd om te liegen en bedriegen. Je gedrag is, kortweg, acceptabel – volgens de normen van onze samenleving.


DE ONTWIKKELING VAN GEDRAG De mens vertoont gedrag. Gedrag ontstaat op het moment als het lange termijngeheugen zich begint te ontwikkelen (vanaf ca. 9 mnd). De neo-cortex vult zich namelijk met ervaringen en herinneringen welke veelvuldig herhaald worden. Door de spiegelneuronen wordt gedrag letterlijk gekopieerd van de ander. De aanpassingen (conditionering) gebeurt, omdat de omgeving dit van je verlangt. Op jonge leeftijd leer jij al hoe jij jezelf hebt te verdedigen of te beschermen. Een afweermechanisme is noodzakelijk om te overleven. Je kunt kiezen uit vermijdend, terugtrekkend of rebels gedrag. Naast de eigenschappen uit ons DNA (nature) krijg je te maken met de invloed vanuit je omgeving (nurture). Opvoeding is cruciaal om de balans te krijgen tussen vertrouwen en wantrouwen. Alleen geldt het voor menigeen dat er geinvesteerd wordt in het wantrouwen. Hier kan confisiologie verandering in brengen. Door het accent te leggen op investeren in vertrouwen, lukt het de balans in evenwicht te houden. We noemen dit proces de ontwikkeling van alertheid. Alertheid is onze redder. De omgeving reageert op het gedrag wat vertoond wordt. Is het gewenst of ongewenst gedrag? Vandaar dat gedrag een belangrijke schakel is in de groei naar vertrouwen in jezelf te krijgen. Gedrag heeft een functie, het is het instrument om vertrouwen te krijgen.

Hoe ontstaat gedrag? Ons brein is daar verantwoordelijk voor. Met name het limbisch systeem in ons brein zorgt voor opslag van hoe wij ons voordoen, acteren in het leven. Hoe wij ons beschermen. Het gedrag groeit aan de hand van de verkregen bekrachtigingen uit onze omgeving. De oorzaak van een gedrag dat we vertonen zit vooreerst in de behoeften die we hebben en willen bevredigen. Maslow toonde met zijn behoeftenpiramide reeds aan welke behoeften we voorrang zullen geven aan de anderen. Deze behoeften zijn gerangschikt volgens een piramidevorm, omdat wanneer we tekort schieten in het bevredigen van de behoeften onderaan de ladder, we minder tot geen motivatie zullen kunnen vinden om de andere behoeften te verwezenlijken. Achter het waarom we een bepaald gedrag zullen stellen zit er een hele cyclus van redenen.

Maar welke zijn deze, hoe zullen ze ons uiteindelijk gedrag veroorzaken en wat is juist het verband tussen de behoeften piramide van Maslow en het stellen van adaptief of mal-adaptief gedrag? Emotionele toestand Wanneer we een behoefte willen bevredigen zorgt dit voor een emotionele toestand. Voor iedere behoefte kan er zo’n emotionele toestand worden gevonden die we eigenlijk zo goed mogelijk willen aanpakken. Van Emotionele toestand naar motivatie Een normale reflex van ons lichaam is dat we een emotionele toestand willen verhelpen, zodat we zo snel mogelijk ons terug goed voelen en verder kunnen in het leven. Het willen oplossen van iets noemen we dus de motivatie. Van motivatie naar zoekgedrag Er kan wel een motivatie zijn, maar dan komt het er op aan om zo snel mogelijk deze motivatie te verwezenlijken. Als mens zullen we in het voorbeeld van de basisbehoeften bijvoorbeeld op zoek gaan naar eten. Dit zoekgedrag noemen we een uiting van de motivatie. Adaptief gedrag In het beste geval zullen we onze behoefte kunnen bevredigen door als we honger hebben ook werkelijk voedsel te verkrijgen en zo onze honger te kunnen stillen. Het oplossen van deze behoefte noemen we de beloning en deze zorgt er voor dat we reeds adaptief gedrag hebben vertoond. Het eten zelf, maar ook het plezier en de bevrediging die we ervaren vallen onder dit type gedrag. Mal-adaptief gedrag Wanneer we in dit geval op een slechte manier zullen omgaan om onze emotionele toestand te verhelpen, zal dit leiden tot mal-adaptief gedrag. Voorbeelden hiervan zijn angstig rondlopen, frustratie tonen, vermijding, teruggetrokkenheid, verwaarlozing of het grijpen naar verdovende middelen om dit aan te pakken.


GEDRAG IS HET INSTRUMENT VOOR VERTROUWEN Tijd voor een extreem voorbeeld bij mal-adaptief gedrag: gedrag bij een obsessie Gebeurtenis: ik moet voortdurend mijn handen wassen; Gedachten: als ik mijn handen was, dan gaat er niets mis (overtuiging); als ik mijn handen niet was dan gaat er iets mis (obsessieve gedachte); de wereld vergaat als ik mijn handen nu niet was; ik word ernstig ziek als ik mijn handen nu niet was; ik kan niet naar school als ik mijn handen niet was; ik kan niet de straat op als ik mijn handen niet was; ik kan niet naar een feestje als ik mijn handen niet was. Gevoel: ik ben bang dat er iets mis gaat; ik ben boos op mij zelf, omdat ik vast zit aan het handen wassen; ik ben teleurgesteld in mezelf; mijn handen doen pijn van al dat wassen. Gedrag: ik raak in paniek als ik iets doe zonder dat ik mijn handen heb gewassen; ik was de hele dag door mijn handen, want ik ben erg actief; mijn handen zijn ruw geworden en dan moet ik er weer zalf op doen.

Vooreerst ervaren we dus een behoefte die we zo goed als mogelijk willen bevredigen. Hiervoor is het belangrijk dat we ons ook bewust zijn van deze behoeften en deze ook werkelijk willen bevredigen. Zoals eerder uitgelegd krijgen we bij het ervaren van een behoefte een gevoel wat tot een emotionele toestand leidt. Om deze emotionele toestand aan te pakken ervaren we een drang tot handelen, wat uiteindelijk als we deze emotionele toestand willen bevredigen zal leiden tot gedrag. Bij een goede emotionele ontwikkeling zijn mensen zich ervan bewust dat emoties en de drang om deze te willen bevredigen niet altijd meteen of totaal niet mogelijk zijn, en op die manier hun emoties te kunnen bedwingen en dit niet in mal-adaptief gedrag om te zetten. Wanneer mensen dit echter niet of onvoldoende kunnen zal dit in extreme vorm mogelijk kunnen leiden tot verslavingen of gedragsstoornissen zoals bijvoorbeeld anorexia en boulimie. Alles heeft te maken met de vorm van bekrachtiging welke de opvoeder heeft gegeven. Gedurende het leven vormen al de bekrachtigingen een patroon of wel een gedragsstijl. Een stijl is een uniek ontwerp van jouw persoonlijkheid.

“De ontwikkeling van gedrag hangt af van de bekrachtigingen van de ouders gedurende de eerste zes levensjaren.” Bekrachtigingen 0-2 jaar spiegelneuronen kopiëren het gedrag van een ander aan de hand van herhalingen en vanaf 9 maanden door herinneringen (ontstaan bewustzijn/lange termijn geheugen). Motto: wat je ziet is wat je krijgt 2-4 jaar alles speelt zich af in het hier en nu en beleving is magisch en fantasierijk, begin conditionering vanuit angst (verzet). Grenzen moeten overschreden worden om het zelfvertrouwen te kunnen ontdekken. Motto: bekrachtiging zorgt voor toe- of afname gedrag 4-6 jaar intensiefste periode om gedrag te gaan begrijpen. Taal wordt nu langzaam aan begrepen. Gaat gepaard met experimenteren met emoties. Motto: afstemming dialoog met beleving kind en sociaal gewenst 6-8 jaar denkpatronen worden nu geautomatiseerd (denk aan rekenmethodes, begrip van taal, ruimtelijk inzicht). Startfase socialisatieproces (bijv. Manifestaties rond pesten-meelopen-gepest worden). Gedrag krijgt nu pas uitwerking op kind en de ander. Motto: leren is het mooiste wat er bestaat 8-10 jaar kinderen gaan zich onderscheiden (ontstaan competities, competenties). Alle bekrachtigingen uit voorgaande jaren werken door en verdienen aandacht om veranderingen aan te brengen. Volgroeiing amygdala op volwassen niveau. Veel uitleg nodig. Motto: ik ben wie ik ben 12-14 jaar ontwikkeling “anti” gedachten. Alles draait om vrienden. Zelfverstandig leren omgaan met consequenties van gedrag. Uitdagingen nodig. Motto: ik ben anders


GEDRAG IN KAART GEBRACHT Gedrag is het meest besproken onderwerp in de ontwikkeling van de mens. Complex geheel aan oorzaken, gevolgen. Er zijn vele studies voortgekomen uit het behaviorisme (o.a. cognitieve gedragstherapie) in de vorige eeuw. Een verhelderend beeld over de aanwezigheid van gedrag schetst de DISC. Om het simpel te houden heeft DISC een vragenlijst ontworpen. Jij als respondent reageert op de vragen, zoals jij het beleeft. De methode heeft eraan toegevoed hoe anderen jouw zien en wat je valkuilen zijn, als jij je gedraagt zoals jij je dat hebt aangeleerd. Gelukkig is datgene je hebt aangeleerd ook weer af te leren, zodat inzicht nodig is in jouw gedragsstijl. Zoals jij naar jezelf kijkt.

een profiel gemaakt van jouw gedrags- en communicatie eigenschappen. De namen van de steden, rivieren, bergen en zeeën op jouw kaart vertellen alles over jouw gedragsstijl. Daarnaast toont de kaart hoe anderen jouw gedrag ervaren en waar jouw valkuilen en uitdagingen liggen. Je leert jezelf daardoor (nog) beter kennen en anderen echt begrijpen! Een landkaart is overzichtelijk en makkelijker te lezen landkaart dan dikke rapporten die meestal half- of ongelezen in een la verdwijnen.

Wat is jouw gedragsstijl? Mensen lijken op elkaar maar gelukkig zijn we ook allemaal weer verschillend. Zo ook in ons gedrag. De één is direct en enthousiast terwijl de ander juist stil en afwachtend is. En waar sommigen nauwkeurig te werk gaan, pakken anderen het weer wat rommeliger aan. We doen het allemaal op onze eigen manier. Maar hoe komt dat eigenlijk en hoe gedraag jij je? Hoe kijken anderen naar jou? Het zijn herkenbare vragen, de antwoorden erop zijn interessant! Het leuke van gedragsstijl is dat je er in de dagelijkse omgang met anderen direct mee te maken hebt. De ene gedragsstijl is niet beter dan de andere en een gedragsstijl is dan ook geen prestatie of iets waar je trots op hoeft te zijn. William Marston ontwikkelde DISC-model. Dit model maakt onderscheid tussen zestien verschillende gedragsstijlen die vallen binnen de vier zogenaamde hoofdstijlen: Daadkrachtig, Invloedrijk, Stabiel en Consciëntieus. Deze vier hoofdstijlen (en de onderliggende zestien gedragsstijlen) vormen samen de Wereld van Verschil. Een map welke de gedragsstijlen in kaart brengt. De resultaten van de vragenlijst uit de DISC geven een beeld welk type gedrag bij jou past. Op basis van de door jou ingevulde vragenlijst, is er

Hoe moet ik mijn PersonalMap lezen? Op jouw PersonalMap zie je de volgende vier gebieden: 1. Het Landschap van mijn Gedrag 2. Mijn Valkuilen 3. Hoe anderen het zien en ervaren 4. Mijn Stad (hoe zie jij jezelf?)


IN DE WERELD VAN VERSCHIL Het Landschap van mijn Gedrag Dit deel van de PersonalMap toont jouw gedragsstijl. De namen van de dorpen, steden, bergen, rivieren en wegen in dit gebied hebben specifiek betrekking op jou. Het zijn kern- woorden waarvan de betekenis voor zich spreekt, zoals de stad ‘Overtui- ging’ of het dorpje ‘Spraakzaam’. Jij, maar ook anderen, zullen veel van jou herkennen in dit gebied!

Dit is handig want wanneer jij jouw valkuilen herkent, zal je effectiever te werk gaan! Hoe anderen het zien en ervaren Op jouw PersonalMap vind je ook het gebied “Hoe anderen het zien en ervaren?”. Dit gedeelte van de kaart toont hoe anderen, bijvoorbeeld je vrienden, familie of collega’s jouw gedrag kunnen ervaren. In de mees- te kernwoorden zul je jezelf zeker herkennen, maar andere zullen je misschien wel een beetje verrassen. Het kan zo zijn dat jouw gedrag wel eens anders overkomt dan je zelf denkt. Dat kan prettig zijn of het kan je zelfs een beetje verbazen. Maar wanneer je weet hoe anderen jouw gedrag ervaren, kan je daar in de toekomst rekening mee houden! Mijn Stad Op het eiland ‘Zelfbeeld’ ligt ‘Mijn Stad’. Deze stad vind je rechtsboven op de kaart uitvergroot terug als stadsplattegrond. Al de (straat) namen in deze plattegrond zeggen vooral iets over hoe jij jezelf ziet. In deze stad zal je dus niet snel verdwalen! Breng jouw gedragsstijl in kaart en begrijp hoe jouw gedrag invloed heeft op de balans tussen vertrouwen en wantrouwen.

Mijn Valkuilen In het gebied ‘Mijn Valkuilen’ (ook wel ‘’Uitdagingen’’ genoemd) zijn de steden en dorpen genoemd naar gedrag dat je soms vertoont en waar je zelf last van kan hebben. Het is niet zozeer fout gedrag, maar ‘ineffectief’ gedrag. Bijvoorbeeld de steden ‘Fel’, ‘Wispelturig’ of ‘Emotioneel’. De na- men van de blauw gekleurde steden in dit gebied adviseren je hoe met deze valkuilen om te gaan. Zoals ‘Be- heers je!’ en ‘Focus!’ of ‘Tel tot Tien’.

De wereld van Verschil is een product van MapsTell. Als Guide van de organisatie kan ik je meenemen op ontdekkingsreis over je gedragsstijl of die van je afdeling, collega’s, vrienden, familie. Le leert jezelf begrijpen en het gedrag van anderen. Als onderdeel van de training om je zelfwaardering te verhogen wordt jouw PersonalMap meegenomen. Voor meer informatie over de Wereld van Verschil: www.zelfwaardering.school of www.vlcounseling.nl.


Manipulatie betekent het indirect proberen te beïnvloeden van andermans gedrag of daden. Onze emoties vertroebelen vaak ons beoordelingsvermogen, waardoor het moeilijk is om de realiteit achter een verborgen agenda of geheime motieven in bepaald gedrag te herkennen. Het controlerende aspect dat vaak met manipulatie gepaard gaat kan erg subtiel zijn waardoor het haast niet merkbaar is, en het kan ook verstopt zijn onder gevoelens van loyaliteit, liefde of gewoonte. Je kunt de tekenen leren herkennen zodat je voorkomt dat je er het slachtoffer van wordt. Daarnaast kun je ook jezelf manipuleren. Manipulerend gedrag is wantrouwen bevorderend, mits je door hebt dat er sprake is van manipulerend gedrag. Nu zijn er twee soorten manipulaties: 1. 2.

positieve manipulaties negatieve manipulaties

Positieve manipulatie Iedere baby leert al vroeg te manipuleren. Zodra de baby na 9 maanden zich kan herinneren wat het gevolg is op het huilen (de aandacht) zal het dit instrument vaker inzetten. We noemen dit positieve manipulatie ten behoeve van de bouw aan eigen autonomie. Een andere vorm van positieve manipulatie is een arts die een afwijking of ziekte in het DNA verwijdert of vervangt. De patiënt zal hiervan kunnen profiteren. Bij positieve manipulatie heeft de ander voordeel aan wat jij aanbiedt.

Negatieve manipulatie Een ander heeft de touwtjes in handen en manipuleert je hiermee. Dit zie je vaak terug bij ondernemingen waarbij vanuit hiërarchie leidinggegeven wordt. Vaak met de bedoeling om zelf voordeel te halen. Als het ver gaat, zeggen we vaak: “hij gaat over lijken”. Narcisten hebben een handje van voortdurende negatieve manipulatieve communicatie, zodat de ander zich minder voelt.

MANIPULATIEF


GEDRAG

Jezelf manipuleren Als je gewend bent kritisch naar jezelf te kijken, dan voel jij je vaak streng naar jezelf toe, waardoor schuldgevoelens toenemen. Schuld gevoel komt uit wantrouwen, met andere woorden je vertrouwt jezelf niet. Terwijl jij de enige bent die weet hoe jij het ervaart. Heb jij last van zelfkritiek? Vind je zelden dat je iets goed doet? Verwacht je altijd meer inzet dan je kunt geven? Ben jij iemand die zichzelf regelmatig toespreekt: “Ik had dit beter moeten doen. Ik had dit anders moeten aanpakken. Zie je wel, het lukt me niet, ik ben gewoon niet goed genoeg!”

Zelfkritiek is funest voor je zelfvertrouwen. Een gezonde zelfanalyse is natuurlijk prima. Als je jezelf analyseert, leert van je acties en ziet wat je volgende keer beter kan doen. Zo heb je een krachtig hulpmiddel voor persoonlijke groei in handen. Zelfkritiek is aangeleerd door anderen en verstevigd door jezelf. Kritiek hoort bij opvoeding, maar kan soms doorslaan. Als je erg kritische ouders, leraren, vrienden of partners hebt gehad, kan dat een grote invloed hebben in hoe je met jezelf omgaat. Als je maar vaak genoeg hoort dat je het beter moet doen en dat het niet genoeg is, begin je op een gegeven moment dat zelf te geloven. Hoe kunnen we zelfkritiek loslaten? • Door te realiseren dat je een mens bent en geen machine. • Door te accepteren dat je ook fouten kan en mag maken en het niet altijd perfect hoeft te doen. • Door geen onrealistische doelen of eisen aan jezelf te stellen. • Bepaal wat je kunt doen en wat je van jezelf verwacht onder normale omstan digheden. Je hoeft niet te lanterfanten, maar ook geen topsporter te zijn. Gewoon je best doen is genoeg. • Door in te zien hoezeer je daarmee jezelf saboteert. • Je wordt niet een beter mens door zelf kritiek. Integendeel, door zelfkritiek wor- den je acties krampachtig.


Het gedrag observeren ① Let op of de ander altijd wil dat jij begint met praten. Manipulatieve mensen willen graag luisteren naar wat jij te zeggen hebt, zodat ze je sterke en zwakke kanten kunnen ontdekken. Ze zullen je aftastende vragen stellen zodat je over je persoonlijke meningen en gevoelens moet praten. Deze vragen beginnen meestal met “Wat”, “Waarom” of “Hoe”. Hun antwoorden en daden zijn meestal gebaseerd op de informatie die jij hen hebt gegeven. ◦ Het is niet zo dat iemand die wil dat jij altijd begint met praten perse manipulatief is. Hou ook rekening met andere dingen die hij/zij doet. ◦ Een manipulatief persoon deelt zelf niet zo veel persoonlijke informatie tijdens deze gesprekken, maar is meer op jou gericht. ◦ Als je dit gedrag gedurende de meeste gesprekken met hem/haar opmerkt, kan dat een teken van manipulatie zijn. ◦ Hoewel het misschien voelt als oprechte interesse, moet je in gedachten houden dat er een verborgen agenda achter deze vragen kan zitten. Als je de ander probeert te leren kennen en hij/zij weigert antwoord te geven of verandert snel van onderwerp, kan het zijn dat het geen oprechte interesse is. ② Let op of de ander zijn/haar charme gebruikt om dingen voor elkaar te krijgen. Sommige mensen zijn van nature heel charmant, maar een manipulator gebruikt zijn/haar charme om dingen gedaan te krijgen. Deze persoon kan je bijvoorbeeld eerst een compliment geven voordat hij/zij je om een gunst vraagt. Misschien krijg je eerst een klein cadeautje, of zegt de ander dat hij/zij iets voor je zal doen, voordat je gevraagd wordt om iets te regelen. ◦ Iemand kan bijvoorbeeld lekker voor je koken en doet heel aardig tegen je, voordat hij/zij je om geld vraagt, of om hulp vraagt bij een project. ③ Let op dwingend gedrag. Een manipulatief persoon probeert mensen over te halen om dingen te doen door geweld of dreigementen te gebruiken. Hij/zij kan tegen de ander schreeuwen, iemand bekritiseren, of bedreigen om iets gedaan te krijgen. De ander kan beginnen door te zeggen: “Als je dit of dat niet doet, zal ik ____”, of “Ik doe ______niet, tot jij _______”. Een manipulator zal deze tactiek niet alleen gebruiken om je dingen te laten doen, maar ook om je te laten ophouden met bepaald gedrag.

④ Let op hoe de ander met feiten omgaat. Als iemand feiten verdraait, of probeert je te overweldigen met feiten en informatie, kan het zijn dat hij/zij je probeert te manipuleren. De feiten kunnen worden verdraaid door te liegen, smoesjes te verzinnen, informatie achter te houden, of te overdrijven. Iemand kan doen alsof hij/zij altijd overal iets vanaf weet en jou overstelpen met feiten en statistieken. Dit doet hij/zij om zich machtiger te voelen dan jij. ⑤ Let op of de ander vaak een slachtofferrol aanneemt. Misschien doet de ander dingen voor je waar je niet voor gevraagd hebt, en gebruikt dat dan tegen je. Door je “een dienst te bewijzen”, verwacht hij/zij dat je er iets voor terug doet, en kan hij/zij klagen als dat niet gebeurt. ◦ Een manipulator kan ook klagen en zeggen: “Niemand houdt van me/ik ben zo ziek/ze moeten mij altijd hebben, etc.” om je sympathie op te wekken zodat je dingen voor hem/haar gaat doen. ⑥ Overweeg of de vriendelijkheid van de andere persoon voorwaardelijk is. Ze kunnen lief en aardig tegen je zijn als je een bepaalde taak goed genoeg uitvoert, maar de hel kan losbarsten als je het waagt om iets verkeerd te doen. Dit soort manipulator lijkt twee gezichten te hebben: een engelachtige voor wanneer ze willen dat je ze aardig vindt, en een afschuwelijke voor wanneer ze willen dat je bang voor ze bent. Alles lijkt prima tot je niet aan hun verwachtingen voldoet. ◦ Het kan zijn dat je op eieren loopt, bang om de ander boos te maken. ⑦ Observeer gedragspatronen. Alle mensen zijn wel eens manipulatief. Maar mensen die echte manipulators zijn, vertonen dit gedrag regelmatig. Een manipulator heeft een persoonlijke agenda en probeert anderen uit te buiten zodat hij/zij macht, controle en privileges krijgt ten koste van de andere persoon. Als dit gedrag regelmatig voorkomt, kan deze persoon manipulatief zijn. ◦ Als je wordt gemanipuleerd, komen jouw rechten of interesses in het gedrang en zijn niet belangrijk voor de ander. ◦ Realiseer je dat handicaps of geestelijke stoornissen een rol kunnen spelen. Een persoon met een depressie kan bijvoorbeeld in een echte schuldspiraal belanden zonder de bedoeling te hebben manipulatief te zijn, en een persoon met ADHD kan problemen hebben met het regelmatig controleren van de e-mail. Dit maakt iemand niet manipulatief.


De communicatie beoordelen ①Let op of je het gevoel krijgt dat je ontoereikend bent, of beoordeeld wordt. Een veelgebruikte techniek is je voor gek te zetten of je te plagen zodat je je ontoereikend voelt. Wat je ook doet, deze persoon vindt altijd wel iets wat niet goed is aan je. Niemand zal ooit goed genoeg zijn. In plaats van nuttige tips of opbouwende kritiek te geven, kraakt de ander je alleen maar af. ◦ Dit kan ook bereikt worden door sarcastische opmerkingen of grappen. Een manipulator maakt misschien grappen over je kleding, je auto, je baan, je familie, etc. Hoewel het wordt gebracht als een grap, kun je er toch onzeker door worden. ② Let op of je wordt genegeerd. Een manipulator kan je soms negeren om meer macht over je te krijgen. Hij/ zij neemt de telefoon misschien niet op, of reageert een onredelijk lange tijd niet op sms-jes of e-mails. Jij vraagt je af wat er aan de hand is, terwijl de ander macht over je heeft. ◦ Het negeren heeft meestal geen enkele aanleiding. Als een manipulatief persoon de andere persoon onzeker wil maken, dan is het willekeurig alle contact verbreken heel geschikt. - Als je de ander vraagt waarom je zo lang niets hebt gehoord, zal hij/zij misschien ontkennen dat er iets aan de hand is, en zegt wellicht dat je paranoïde of onredelijk bent. ③ Let op of hij/zij je een schuldgevoel probeert aan te smeren. Als iemand je een schuldgevoel probeert aan te praten, wil hij/zij dat jij je verantwoordelijk voelt voor zijn/haar gedrag, geluk, falen of succes. Uiteindelijk voel je je verplicht om dingen te doen voor hem/ haar, ook al is dat volkomen onredelijk. ◦ Een schuldgevoel aanpraten begint vaak met uitspraken zoals: “Als jij wat meer begrip zou tonen, zou je…”, of “Als je echt van me zou houden dan zou je...”, of “Ik heb dit voor jou gedaan, waarom wil jij dit niet voor mij doen? “ (Voor iets waar je niet om gevraagd hebt). ◦ Als je merkt dat je aan dingen toegeeft die je normaal niet zou doen omdat je je er ongemakkelijk door voelt, ben je misschien het slachtoffer van een manipulator. ④ Bekijk of je altijd maar je excuses moet aanbieden. Een manipulator kan een situatie zo verdraaien dat jij het gevoel hebt dat je iets verkeerd hebt gedaan. Dat

kan komen omdat jij de schuld krijgt van iets dat je wel of niet hebt gedaan, of door je het gevoel te geven dat je verantwoordelijk bent voor een situatie. Stel dat jij hebt afgesproken met de ander om 13.00u, en hij/zij komt twee uur te laat. Als je er iets van zegt, kan hij/ zij reageren met: “Je hebt gelijk. Ik kan ook nooit iets goed doen. Ik verdien je vriendschap niet”. De ander probeert zo je medelijden op te wekken, en heeft het gesprek een heel andere draai gegeven. ◦ Een schuldgevoel aanpraten begint vaak met uitspraken zoals: “Als jij wat meer begrip zou tonen, zou je…”, of “Als je echt van me zou houden dan zou je...”, of “Ik heb dit voor jou gedaan, waarom wil jij dit niet voor mij doen? “ (Voor iets waar je niet om gevraagd hebt). ◦ Als je merkt dat je aan dingen toegeeft die je normaal niet zou doen omdat je je er ongemakkelijk door voelt, ben je misschien het slachtoffer van een manipulator.van zegt, kan hij/zij reageren met: “Je hebt gelijk. Ik kan ook nooit iets goed doen. Ik verdien je vriendschap niet”. De ander probeert zo je medelijden op te wekken, en heeft het gesprek een heel andere draai gegeven. ◦ Een manipulator zal ook dingen die jij zegt expres verkeerd interpreteren, zodat jij je excuses moet aanbieden voor wat je hebt gezegd. ⑤ Let op of de ander je altijd met andere mensen vergelijkt. Als hij/zij iets van je gedaan wil krijgen, kan hij/zij ook zeggen dat iedereen het doet, of je namen noemen van vrienden die het wel doen. Hij/zij kan je ook zeggen dat het stom is als je het niet doet. Dit doet hij/zij om je een schuldgevoel te geven en druk op je uit te oefenen zodat je toch doet wat hij/zij wil. ◦ “Anderen mensen zouden wel____”, of “Als ik het aan Marie zou vragen, zou die het wel doen”, of “Iedereen denkt dat het goed is, behalve jij”, zijn allemaal manieren om je proberen over te halen iets te doen, door middel van vergelijking.


Alertheid De moeilijkste opdracht om de balans te houden tussen vertrouwen & wantrouwen is de ontwikkeling van onze alertheid. Alert wordt je vanuit een onzeker - angstig moment. Daar waar het vertrouwen overgaat in wantrouwen. Alertheid hebben we nodig om te overleven. Een weg steek je niet zomaar over. Je leert in het leven, dat je eerst naar links, dan naar rechts om vervolgens weer naar links te kijken alvorens je de weg oversteekt. Het is een ingebouwd mechanisme in ons brein, dat ervoor zorgt. Hoe het werkt kun je lezen bij het verhaal over de werking van ons brein in sociaal-emotionele momenten. Het wordt problematisch als jij je eigen alertheid niet meer kunt vertrouwen. Je krijgt geen alarmeringen meer en herhaalt het probleem zich voortdurend. Zelfvertrouwen ebt weg.

“Je moet dus eerst wantrouwen ervaren, alvorens je alert kunt worden�. Bij een baby gebeurt het automatisch in de eerste ontwikkelingsfase van gehechtheid. De baby maakt contact met een ander door te lachen of te huilen. De ander moet nu vertalen wat de baby nodig heeft. De baby verwacht van de ander dat de behoefte wordt bevredigd. Op deze wijze ontstaat het vertrouwen of ontstaat het wantrouwen. Afhankelijk van de behoefte van de baby leert de baby hoe het voelt. Door herhalingen slaat het in het brein op. Als de baby peuter wordt groeit zijn geheugen door alle herinneringen en ervaringen. De eenkennigheidsperiode is cruciaal voor de ontwikkeling van alertheid. Waar zijn mama of papa gebleven? De dreumes gaat op onderzoek uit. De amandelkern in ons brein veroorzaakt een angstig gevoel en onze alertheid krijgt een impuls. Hou de ander in de gaten. Deze periode leert de dreumes beseffen, dat het ook een eigen willetje krijgt en zichzelf leert beschermen. Deze ontdekking voedt de angst, want

de dreumes zit tussen zelfstandigheid en complete afhankelijk in. Daarom is de eenkennigheidsperiode (12-24 maanden) cruciaal om alertheid te leren ontwikkelen vanuit eigen bevindingen. Zoals de stokstaartjes hier op de foto’s reageren, kijkt je kind ook om zich heen. Als volwassene heb je veel angstige ervaringen gedurende je leven opgeslagen waarbij alertheid noodzakelijk was om te overleven. Ook bouw je een bibliotheek in je brein op, hoe je jouw overlevingsmodus hebt ingezet. Ook de ervaringen in vertrouwen en wantrouwen worden opgeslagen. Het gaat zelfs zover, dat als je iemand niet vertrouwt dat voortkomt uit zijn gezichtsuitdrukking of houding. Uit het verleden heb je deze gezichtsuitdrukkingen opgeslagen en blijven je wantrouwen aanwakkeren, zonder dat je de ander nog niet nader heb gesproken. Mensen kunnen zelfs in paniek raken, als ze soortgelijke uitstraling opnieuw zien.


ontwikkelen Alertheid heeft een beschermende functie en is voor ieder mens uniek, vanwege de opgeslagen herinneringen en ervaringen. Zelfs trauma’s zorgen ervoor dat je helemaal vast kunt zitten in overtuigingen. Is je alertheid volledig afgestemd op wantrouwen en vertrouw jij je eigen zelfvertrouwen niet meer, dan kun je letterlijk vastzitten in het leven. Depressies, stoornissen, burn-out, ziektes liggen op de loer. Het is erg belangrijk te investeren in een gezonde afhankelijkheid, een gezonde alertheid en een gezonde dosis wantrouwen. Daar zijn speciale trainingen op afgestemd. Omdenken is een instrument wat helpt om bepaalde overtuigingen om te zetten in gezonde overtuigingen. Wat ook helpt is om andere overtuigingen tot je te nemen, zoals spiritualiteit. De bedoeling is dat je uit je belemmerende overtuigingen stapt. Daar heb je moed bij nodig.

“Vertrouw je eigen alertheid is het motto om vriendschappen te sluiten”. Als volwassenen hun wantrouwen willen omzetten in vertrouwen is alertheid nodig, waarbij stapje voor stapje gewerkt wordt aan het omdenken van het probleem. Meestal is het verstandig niemand te vertrouwen en eerst te werken aan je zelfvertrouwen. Als het zelfvertrouwen op redelijk niveau zit, kun je beginnen te benoemen (alertheid) welke mensen je wil vertrouwen. Je zult merken dat je steeds teleurgesteld kunt raken als je er verwachtingen aan toevoegt. Door altijd in het hier en nu te luisteren en te observeren wat de ander is, ontdek je kwaliteiten van jezelf om je eigen ongezonde comfortzône te verlaten. Als de ander uiteindelijk doet en uitstraalt wat hij/zij beweerd groeit vanzelf je vertrouwen in de ander.

Hoe leer je een kind een gezonde alertheid te ontwikkelen? ❶Wees zelf alert op de eenkennigheidsperiode (12-24 maanden). Doe wegloop en verstop spelletjes. ❷Leer je kind om te gaan met gevaren. Desnoods laat je het kind blunders maken, zodat het de gevaren gaat inzien. ❸Je kind overal tegen te beschermen is geen optie en zorgt niet voor de juiste middelen om zelfstandig oplossingen te gaan zoeken. ❹Je kind hoeft geen anderen leuk te vinden. Kinderen laten zien wie ze wel vertrouwen en wie niet. Volg hun daarin, ook al snap je het zelf als ouder niet. ❺Oplettend zijn door erover te praten en te laten ervaren. Waakzaamheid ontstaat vanzelf als het gevaar of de angst reëel is. Fobieën zijn irreële angsten.


Accepteer ik mezelf?

Heb ik voldoende energie?

Jezelf accepteren is hetzelfde als jezelf respecteren. Een leerproces welke je aangeleerd krijgt in je pubertijd. Als je ouders ondersteunend geweest zijn voel jij je spontaan en open. Als je ouders kritisch met je omgesprongen zijn en altijd vanuit een autoritaire houding met je gecommuniceerd hebben, zoek je voortdurend naar vrijheid en ruimte voor jezelf. Je vrienden begrijpen jou veel beter, echter zijn niet het voorbeeld om respectvol in het leven te staan, zij hebben het zelf nog te leren.

In alles wat je doet of onderneemt is het handig om energiek te zijn. Als je een goede nachtrust hebt genoten is het begin al energievol. Heb je dat niet, om welke reden dan ook, dan zit je al op achterstand.

Op latere leeftijd (rond de veertig) kun je ineens weer dat gevoel krijgen van overal tegen te zijn. Je wilt een andere partner, een andere baan, opnieuw naar school of als zelfstandige ondernemer beginnen. Je werkt wederom aan je onzekerheden om te zetten in nieuwe energie. Net zoals jij dat ervaren had in je pubertijd. Helaas is de nieuwe levensvorm vaak weer gedoemd te mislukken. Je hebt nooit geleerd jezelf echt te respecteren. Compassievol omgaan met je fouten. Een echte mislukking is het vreemdgaan. Je gebruikt vaak respectloosheid naar je ex partner om te scoren bij je nieuwe partner. Jezelf accepteren of respecteren is niet gemakkelijk. Door een andere focus neer te zetten en je gedachten en handelen daaraan te committeren gaat het je lukken bepaalde negatieve gedachten om te zetten in positieve gedachten.

Voel ik mij vrij? Vrijheid is een belangrijke voorwaarde om gelukkig te zijn. Ook al zit je in een relatie, dan kun jij je nog steeds vrij voelen. Je relatie hoort je te ondersteunen, dus ook in je zoektocht naar geluk. Verder is vrij zijn in het maken van keuzes een voorwaarde om zelfvertrouwen te ontwikkelen. Als kind heb je geleerd je aan te passen aan de wensen van je ouders (dit noemen wij conditionering). Als je ouders voortdurend corrigerend waren onthielden zij zelfvertrouwen te ontwikkelen. Ouders zijn alleen nodig om je veiligheid te bieden in je zoektocht naar vertrouwen. Helaas zijn Nederlandse ouders vaak kritisch en corrigeren je voortdurend. Je past je aan, omdat je geen andere keuze hebt (cultuur). Vrij zijn in het maken van keuzes, vereist moed, durf en inlevingsvermogen. Er is altijd een kans op teleurstelling (50%) en dat levert geen vertrouwen op. Je weet nooit van te voren of je keuze de juiste is. Pas achteraf kun je jouw keuze waarderen. Deze beslissingsruimte is nodig om je vrij te kunnen voelen. Ook in relaties gaat het er niet om wie er gelijk of ongelijk heeft, het gaat erom hoe je het beste kunt leren van een gemaakte keuze.

Energie opbouwen doe je door voldoende beweging te hebben (sporten), en door de juiste voeding tot je te nemen. Dit laatste is altijd een gok, want je weet vaak niet, waar de voeding vandaan komt en hoe het bereid wordt.

Heb ik zelfvertrouwen? Geluk hangt veel af van je zelfvertrouwen. Daarom is het van groot belang eerst jezelf te vertrouwen, alvorens jij een ander vertrouwt. Maar vergeet niet, dat je vaak het vertrouwen van de ander nodig hebt om bevestiging te krijgen. Ben jij voortdurend opzoek naar erkenning, dan investeer je in wantrouwen en is afwijzing beter op zijn plaats. Deze ervaring doet dan afbreuk aan je geluk. Zelfvertrouwen krijg je niet vanzelf. Je hebt namelijk veel te doen om zelfvertrouwen aan te leren. Kijk maar naar de dreumes die graag wil leren lopen. Met vallen en opstaan blijft hij zich inzetten om het uiteindelijk te leren. Zo gebeurt het ook in ons verdere leven. Bij het zoeken naar werk, komt het vaak genoeg voor, dat jij ergens op solliciteert, zonder je af te vragen, past het wel bij mij? De meeste jongeren beginnen al met deze achterstand, door niet te weten wat hun kwaliteiten zijn en hun wensen. Zelfs bij het maken van een keuze voor een partner, kies je vaak uit de eigenschappen die je bewust bent. Die je van je ouders of grootouders hebt overgenomen, zonder jezelf af te vragen of de persoon wel jouw echte liefde is. Door het te aanvaarden, dat het bij het leven hoort om eerst ervaring op te doen, alvorens te kijken of het wel bij je past, groeit je zelfvertrouwen.

Leef ik in het heden? Door in het heden te leven, hoef je geen zware beslissingen te nemen en investeer je in je eigen geluk! Lange termijn focus is eigenlijk nutteloos. Je hebt het alleen nodig om je pad uit te zetten. Blijf verder in het hier en nu leven en je voelt je een stuk gelukkiger, omdat je dingen realiseer die je momenteel kunt. Lange termijn denken voeden je verwachtingen, teleurstellingen, hoop en verlangens.


Hoe voelt vertrouwen?

Wat heb ik ervoor over om een stuk gelukkiger te zijn?


K U L E

ijn z n j e i d b e r r e i v te n. H t e e ties h d e s l h mo a g i n d e id, e n v a e e t v r s e e h i h t m c i g s nso i s d o m e p o r e v v e n , e d e l e n rd dige ille ugd id. o h vre e w hui c h s n Ka t de r ver oals rolijk v z e e , n m nen zijn d e i n g i e u z h k we n e n n n a a spa t n o

G



Positief denken Gelukkige mensen denken positief. Ze laten zich niet uit het veld slaan door tegenslagen en zitten niet in de put door wat zou kunnen gebeuren. Ze geloven in zichzelf en hun omgeving. Ze buigen risico’s om in kansen en tegenslagen in uitdagingen. Een positieve instelling leidt tot gelukkigere gedachten en minder stress, waardoor alles gemakkelijker vol te houden is, ook als niet alles meezit.

Vergeven Boosheid en wrok vreet aan een mens. Gelukkige mensen vergeven anderen, ook als ze alle reden hebben om boos te blijven. Echt vergeven en de ander dat laten merken, scheelt veel stress. Vergeven is daardoor niet alleen goed voor de ander, maar zeker ook voor jezelf.

Oog hebben voor de omgeving Gelukkige mensen kijken om zich heen. Ze zien anderen en kunnen van anderen genieten. Ze genieten van kleine momenten zonder steeds alle negatieve dingen groot te maken. Gelukkige mensen genieten bijvoorbeeld van lekker eten, staan even stil bij wat ze eten en vergeten dan voor een moment al het andere. Kortom, gelukkige mensen nemen tijd om te doen wat er NU is, zonder bezig te zijn met allerlei andere dingen. Dat vermindert opnieuw stress, maar geeft daarnaast ook tal van mogelijkheden om te genieten van alle kleine dingen die het leven iedere dag biedt.

Verantwoordelijkheid nemen Een ander belangrijke manier van leven, is het nemen van verantwoordelijkheid. Mensen bij wie het tegenzit in het leven, hebben vaak de neiging anderen de schuld te geven. Het ligt aan de werkgever, de opvoeding, de partner of de kinderen. Gelukkige mensen zijn in staat om te erkennen dat zij zelf veel invloed kunnen uitoefenen op hun leven, dat ze zelf verantwoordelijkheid voor hun leven moeten nemen. Zo nemen ze het heft in eigen hand en zijn ze ook in staat om daadwerkelijk dingen te veranderen. Als je gelooft dat je omstandigheden de schuld zijn van anderen,

lijken de mogelijkheden om de omstandigheden te veranderen veel kleiner. Bovendien leidt anderen de schuld geven ook weer tot wrok, wat ook niet bijdraagt aan een geluksgevoel.

Anderen helpen Gelukkige mensen staan open voor noden van anderen. Ze helpen een ander als dat nodig is. Dat maakt allereerst gelukkig omdat de dankbaarheid van de ander een gelukkig gevoel geeft. Daarnaast is het vaak zo dat ‘wie goed doet, goed ontmoet’. Iemand die ervoor open staat om anderen te helpen, zal merken dat anderen tot hetzelfde bereid zijn. Zo kan anderen helpen leiden tot een hoop geluksmomenten.

Omgaan met anderen Gelukkige mensen zijn kritisch op met wie ze omgaan. Verbreek (op een respectvolle manier!) contacten met mensen die energie kosten en ga om met gelukkige mensen. Gelukkig zijn is besmettelijk en kan dus helpen om zelf ook gelukkig te zijn. Bovendien kosten gelukkige mensen vaak geen energie, maar geeft hun positieve houding juist energie aan de mensen om hen heen.

Respect Anderen helpen leidt tot ontvangen van hulp van anderen. Zo werkt het ook als je respectvol omgaat met mensen, je krijgt dan respect terug. Probeer relaties met anderen te verbeteren en problemen binnen relaties op te lossen. Respecteer en accepteer de mensen om je heen, zo krijg je respect terug. Verbetering binnen relaties leidt tot meer rust en zorgt voor een groter geluksgevoel.

Balans tussen Vertrouwen & Wantrouwen Wantrouwen verminderen leer je door de ontwikkeling van je alertheid. Dit komt voort uit ervaringen en herinneringen. Door het accent te leggen op je zelfvertrouwen en het respect op te brengen voor anderen, krijg je het sneeuwbaleffect in vertrouwen.


Vragen die jij jezelf kunt stellen om vast te stellen of je gelukkig bent of niet: Accepteer ik mezelf? Voel ik me vrij? Heb ik energie? Heb ik zelfvertrouwen? Leef ik in het heden?


Het boek geeft ouders & opvoeders inzicht in belangrijke ontwikkelingsfasen van een kind. Het geeft inzicht in wat veilige gehechtheid gemeen heeft met een hoge zelfwaardering. Vooral het zelfvertrouwen en respect uit de formule van zelfwaardering zijn van groot belang. Ga compassievol om met je fouten als opvoeders/ouders is een mooi voorbeeld om je kind jouw betrokkenheid te tonen. Leer te luisteren wat het kind echt zegt en kijk naar het kind wat het echt al kan. Het boek geeft voorbeelden en behandeld casussen. De gehechtheidstheorie komt geheel uit de slaapmodus. Ideaal boek voor alle toekomstige ouders en bestaande ouders. Het boek is tevens te gebruiken bij opleidingen/trainingen pedagogisch/opvoedkundig of psychologisch van opzet.

Auteur Ruud van Lent doet al jaren onderzoek naar de ontwikkeling van het kind. In zijn praktijk ontmoet hij vele volwassenen met verschillende problemen welke vaak te herleiden zijn naar het verleden – de opvoeding. Zelf is Ruud ouder van meerdere kinderen en heeft hij het vaderschap in alle gradaties kunnen ervaren. Als oprichter van de School voor Zelfwaardering helpt hij ouders inzicht te krijgen hoe hun opvoedstijl is en communicatiestijl

ISBN 9789402179385

De ontwikkeling van een gelukkig kind

Ruud van Lent Het leven begint vlak na de conceptie. Het nieuwe mensje groeit en ontwikkelt zich aan de hand van vertrouwelijke celdelingen. Als het mensje geboren is krijgt het 6 jaar de tijd, uit de vele verbindingen die in die periode gemaakt worden (neuro-plasticiteit), een gedragsstijl te ontwikkelen. De omgeving is daarbij een belangrijke bron. Bij een veilige gehechtheid krijgt het kind voldoende vertrouwen om te ontdekken hoe zijn eigen zelfvertrouwen zich ontwikkelt. Iedere baby krijgt al te maken met de eerste levenscyclus over vertrouwen versus wantrouwen ervaren. Bij een onveilige gehechtheid zal het kind onbewust gaan investeren in wantrouwen. Opzich is het geen probleem om met wantrouwen te maken te krijgen, vanwege de ontwikkeling van je alertheid. Alleen hoort er een balans te zijn tussen vertrouwen & wantrouwen.

De essentie van het leven De zoektocht naar de balans tussen vertrouwen & wantrouwen

Dit boek geeft uitleg over een nieuwe kijk op het leven. Veel ziektes en geestelijke ziektes kunnen voorkomen worden, als er sprake is van een gezonde balans. Ons gedrag is het instrument om een balans te realiseren. Opvoeders krijgen tips om hun kinderen om te leren gaan met gevoelens van wantrouwen. Het boek geeft inzicht in gedragsstijlen wat een geweldig instrument is. Ruud van Lent onderzoekt naar mogelijkheden om mensen bewust te maken over grote vraagstukken in hun leven. Naast therapie verzorgt hij trainingen om zelfwaardering te verhogen en gelukkiger in het leven te staan. Een hele nieuwe dimensie in de psychologie noemt hij confisiologie, ofwel de wetenschap van vertrouwen. Zijn eerste boek heeft hij in 2018 uitgegeven en gaat over “de ontwikkeling van een gelukkig kind”.

Ruud van Lent

ISBN 9789402191103

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit, sed diam Confisiologie: De wetenschap van vertrouwen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.