Meurisse chocolade_Citta magazine_21 januari 2017

Page 1

Zaterdag 21 januari 2017 - N° 193

Expo’s tonen Antwerpen als chocoladestad

Smelten voor Perrette De rare kronkels van kunstenaar Gerard Herman

Vincent Banic en zijn haat-liefde voor Antwerpen

De hergeboorte van het oude gerechtshof

De origineelste tattooshops van ‘t Stad


Tekst: Sandra Gasten Foto’s: Patrick De Roo

MEURISSE De eerste chocoladefabriek van België Antwerpen en chocolade: al eeuwenlang zijn die twee met elkaar verbonden. Antwerpen Koekenstad brengt in twee expo’s hulde aan al die lekkere rijkdom en aan Meurisse, dé oudste chocoladefabriek van België en uitvinder van de populaire chocoladereep: de Perrette. Antwerpen Koekenstad brengt de reep in de Chocoladeweek zelfs even opnieuw op de markt. Een dun reepje melkchocolade gewikkeld in een rode verpakking. Veel volwassenen zullen al een beetje beginnen te schuimbekken bij de gedachte aan hun favoriete snoepje: de Perrette, de eerste chocoladereep van België en voor sommigen nog altijd de allerlekkerste chocolade die er ooit in België is gemaakt. Voor diegenen die het reepje tot op vandaag missen, hebben we goed nieuws: Piet De Lombaerde van Antwerpen Koekenstad brengt in samenwerking met Antwerpse chocolatiers en Callebaut een nieuwe versie van Perrette op de Antwerpse markt. En dat naar aanleiding van de Chocoladeweek die je van 3 tot 12 maart onderdompelt in de chocoladegeschiedenis van de stad. In het oude postgebouw op de Groenplaats zullen

Zero-reclame met zangeres Kalinka, die erg populair was in de jaren zestig.

Vandaag huist Belgica Meubelen in het gebouw op het Damplein, waar Meurisse tot 1974 chocolade heeft gemaakt.

twee tentoonstellingen je vanaf februari wegwijs maken in dat culinaire erfgoed. De eerste expo, Antwerpen Chocoladestad, geeft je een overzicht van een dertigtal chocoladefabrieken die de sinjorenstad rijk was. “Want wat veel mensen misschien zijn vergeten, is dat er in Antwerpen behalve heel wat koekjesfabrieken ook veel chocolatiers waren. Tussen 1830 en 1960 waren er meer dan dertig chocolaterieën in de stad”, legt Piet De Lombaerde uit. “Antwerpen was in de negentiende en begin twintigste eeuw hét mekka voor zoetebekken. Naast tal van ambachtelijke familiezaakjes, die onder meer de merken Baron en Vanova op de markt brachten, had je de grotere producenten. Heel wat sinjoren zullen zich de werkplaatsen van de Chocolaterie Modèle


MEURISSE “Meurisse was niet de grootste chocoladeproducent van België: Côte d’Or in Brussel en Jacques in Verviers waren groter, maar Onderschrift wij waren wel dé eerste” Philippe Meurisse

zeker nog herinneren. Die fabriek was vanaf 1907 tot 1966 gevestigd in de Helmstraat in Borgerhout en bekend om haar Martougin-chocolade met specialiteiten Minerva, Jemma en Galba.”

Familiezaak

In een tweede expo, Antwerpen Chocoladefabriek, gaat alle aandacht naar Meurisse, dé oudste chocoladefabriek van België, een zaak die tot 1970 in de familie Meurisse is gebleven en waar de chocolade op den Dam van de band rolde. Voor een duik in de geschiedenis spreken we af met Philippe Meurisse, die als laatste telg van de familie in de zaak heeft gewerkt. Zijn vader Jacques runde het bedrijf. “De man met wie het allemaal begon, was Adolphe Meurisse, die als patissier bij een bakker in Brussel zijn vakkennis had opgedaan”, vertelt de zeventiger. “In 1844 opent hij eerst een patisserie op de Eiermarkt in Antwerpen, wellicht om eens te zien hoe de zaken liepen. Een jaar later, in 1845, verkast hij naar de Hoveniersstraat in de huidige Diamantwijk waar hij een chocolaterie start. En dat is de startdatum van meer dan 170 jaar chocoladegeschiedenis. Lange tijd was daar nog een geschilderde reclame op een muur zichtbaar, maar die is intussen verdwenen. Meurisse was niet de grootste chocoladeproducent van België: Côte d’Or in Brussel en Jacques in Verviers waren groter, maar wij waren wel dé eerste.” Adolphe Meurisse levert met zijn chocolade kwaliteit af, want hij mag in 1869 een zilveren medaille in ontvangst nemen op een beurs in Amsterdam. Daarna volgen nog andere bekroningen. “Wanneer hij eind negentiende eeuw sterft, nemen zijn twee zonen, Guillaume en Louis, de zaken over en breidt de fabriek uit. Louis’ zonen René en Albert volgen hun vader op. Zij willen de fabriek nog uitbreiden, wat in de Hoveniersstraat niet mogelijk was. De hele productie verhuist daarop naar het Damplein, waar de fabriek van zo’n 7.000 vierkante meter tot begin jaren zeventig gevestigd zal zijn.” In de periode voor de Eerste Wereldoorlog lanceert Meurisse heel wat merken. Onder meer de beroemde Perrette-repen zijn in die periode uitgevonden, in 1904. Op de verpakking stond er in de eerste jaren een melkmeisje. Logisch, want de naam Perrette was afkomstig van de fabel van Jean de La Fontaine over het melkmeisje dat Perrette heette. Later kwamen daar ook Opera, Nuctine en Boy Scouts bij.

“Vooral de Perrette was heel geliefd. Jong en oud nam elke middag een reepje mee naar school of het werk. Omdat het reepje zo dun was, kon het perfect tussen de boterhammen worden gelegd”, vertelt Philippe. Zijn vader Jacques neemt de zaak omstreeks 1940 over en maakt er Chocolaterie Meurisse Ltd. van. “Begin jaren vijftig zijn de pralines onder de naam Monaco op de markt gekomen: ambachtelijke pralines die enorm in de smaak vielen”, aldus Philippe. “Arbeidsters in de fabriek maakten ze met de hand, werkten ze af met een versiering bovenop en stopten ze in witte dozen van 1,5 kilo. Ze waren zo goed, omdat ze met kwaliteitsvolle cacaoboter werden bereid en een rijke vulling hadden. Dat was trouwens ook de sterkte van Meurisse: we hebben altijd kwaliteit geleverd. Wij maakten ook alles van a tot z, wat vaak niet het geval was bij andere producenten. Wij kochten de ruwe cacaobonen in verscheidene Afrikaanse landen. Om van de bonen tot de chocolademassa te komen, is het een lang proces. Nu wordt de chocolademassa meestal in grote blokken bij Chocolaterie Callebaut aangekocht.”

Oude foto’s links (van boven naar onder): 1. De fabricagehal in de fabriek van Meurisse op het Damplein (omstreeks 1950). 2. Dozen met chocolade worden op de vrachtwagen geladen voor transport (omstreeks 1946). 3. In 1945 bestaat Meurisse honderd jaar. Dat wordt gevierd met een evenement op de Groenplaats.

Zero: de enige overgebleven naam

Een van de grootste successen van Meurisse was de Zero, uitgevonden in 1954. “Dat was een fondantchocolade met een pralinévulling die een soort koude-effect gaf in de mond. Het is het enige merk dat nu nog bestaat, maar het recept is helemaal veranderd”, zegt Phillipe. De fabriek telde in haar laat-

Perrette (even) weer op de markt De productie van Perrette werd in 1989 stopgezet, maar de chocoladereep komt even terug: Antwerpse chocolatiers hebben in samenwerking met Callebaut twee recepten geselecteerd, gemaakt op basis van het originele recept. De bezoeker kan in de expo proeven van twee varianten en zijn voorkeurstem uitbrengen. Tijdens de Chocoladeweekzal de gekozen Perrette in de gekozen smaak worden verkocht bij een aantal Antwerpse chocolatiers en patissiers en op de expo Antwerpen Chocoladestad. www.perrette.be


Twee expo’s over Antwerpse chocolade De expo Chocoladestad geeft op een grote kaart een overzicht van een 25-tal chocoladefabrieken die ooit in de stad lagen. Je zal de geuren van de chocolade kunnen opsnuiven en elke fabriek krijgt een kort portfolio. Er zullen ook unieke beelden uit de fabriek van De Beukelaer te zien zijn. Materiaal van verzamelaars, zoals blikken dozen, prentenboeken en autootjes, katapulteert je terug in de tijd. De expo Chocoladefabriek gaat dieper in op de geschiedenis van Meurisse en de chocoladeproductie bij De Beukelaer. Allebei van 3 februari tot 31 maart in het voormalige postgebouw op de Groenplaats, boven Mercado.

9

www.antwerpenkoekenstad.be

ste jaren zo’n 230 werknemers. “In bepaalde periodes, als we bijvoorbeeld veel bestellingen hadden, namen we extra personeel in dienst, zo’n twintig mensen. Zeker in de verpakkingsafdeling was er dan extra volk nodig. Ook om de producten te kunnen leveren aan het buitenland.” Zo kochten de vrachtwagenchauffeurs weleens douanebeamten op een vriendelijke manier om. “Zero bijvoorbeeld was binnenin gekoeld en moest in de zomer met gekoelde voertuigen vervoerd worden. De douane controleerde de vrachtwagens altijd heel nauwkeurig, wat soms te lang duurde. Maar de koeling was niet zo goed als de koeling van vandaag natuurlijk, waardoor de chocolade kon beginnen te smelten. In de zomer gaven we hen dan een gratis doos Zero’s, zodat we gewoon mochten doorrijden. Probleem opgelost. Dat was uiteindelijk goedkoper dan de vrachtwagen te lang te laten afkoelen”, lacht hij. Eind jaren vijftig is ook het bekende berenlogo van Meurisse gedeponeerd, het logo dat ook op de verpakking van de nieuwe Perrette zal staan.

Verhuizing naar Herentals

Philippe komt na verschillende stages in chocoladefabrieken in het buitenland in 1966 in de fabriek op het Damplein werken. “Mijn vader wou de fabriek nog uitbreiden naar industriegebied, wat in de jaren zestig meer en meer gebeurde. Hij wou ook fuseren met onder meer Chocolaterie Jacques omdat de tijd daar toen rijp voor was, maar er kon geen akkoord worden bereikt. Omdat hij al op leef-

tijd was, heeft hij uiteindelijk besloten om dat niet te doen.” En zo komt Meurisse in handen van General Biscuits Company (GeBeco), het fusiebedrijf van De Beukelaer en Parein. De productie blijft nog wel voortdraaien in Antwerpen, maar verhuist later naar Herentals. Op dat moment is Herentals niet voldoende uitgerust om de chocoladerepen en -tabletten te produceren in de eigen fabriek. Onder de naam General Chocolate - een dochteronderneming van GeBeco - blijft de productie van Meurisse in Antwerpen bestaan tot 1974 voor ze definitief verhuist naar de Kempen. “Mijn vader is uiteindelijk gestopt, ik ben zelf nog vijf jaar onder General Chocolate blijven werken”, vertelt Philippe. “Uiteindelijk ben ik vertrokken in 1973. Het is altijd een beetje een aanpassing geweest, omdat we ooit een familiaal bedrijf waren waarin iedereen iedereen kende en toen werden we plots opgeslokt in een mastodont van tweeduizend werknemers.” Uiteindelijk is ook de merknaam Meurisse volledig verdwenen, samen met bijna alle merken die het produceerde. Het einde van een culinaire topper uit Antwerpen.

Ruilkoorts

Wat nog wel is overgebleven, zijn de talloze prentenboeken die je vandaag nog altijd op internet en op beurzen kan vinden. Die waren onlosmakelijk verbonden met de chocoladerepen en zorgden bij veel kinderen in die tijd voor dezelfde ruilkoorts als de Panini-prentjes vandaag. Hoewel ze er vooral om educatieve redenen werden bijgestoken: de slogans ‘Elke reep Finor brengt u voedsel

en kennis’ en ‘Na iedere reep Finor zijt gij wat sterker en geleerder’ laten niets aan de verbeelding over. “Nochtans was ik niet echt bezig met dat educatieve”, lacht verzamelaar Hugo uit Wommelgem. “Ik wou vooral zo veel mogelijk volle boeken verzamelen.” Voor er met prentjes werd gewerkt, waren er premiebons die je kon inruilen voor cadeautjes. Zo bestonden er inwisselcentra in de Gemeentestraat, een voor de bons van Martougin en een voor die van Meurisse, vlak naast elkaar. De prentenboeken kon je kopen bij de lokale kruideniers of op de markt. Hugo heeft een gigantische collectie prentenboeken van De Beukelaer, maar ook van Meurisse, dat vanaf het begin van de negentiende eeuw prentjes in de chocoladerepen verstopte. Delen ervan zullen ook op de tentoonstelling te zien zijn. “Ik ben als kleine jongen al gestart met het verzamelen van prentjes, zoals zo veel kinderen in die tijd. “Ik moest altijd alle prentjes uit het boek verzamelen voor mijn moeder het boek ook kocht. Die boeken waren echte hebbedingen. Je was ook echt fier wanneer het vol was. ’s Middags was het altijd spannend afwachten welk prentje er tussen de chocoladereep zat. In sommige boeken zaten 1.450 prentjes, dus je moest wel wat chocolade kunnen eten. We aten trouwens altijd Perrette, niets anders.”

Van De Witte tot de indianen

Per jaar of twee jaar werd er een nieuw prentenboek uitgegeven. Meestal waren het sprookjes, maar er waren ook boeken over landen, dieren of volkeren. Hugo toont ons De wonderlijke gebarentaal van de indianen, De legende van Tijl Uilenspiegel, De Atlantische legers en boeken met foto’s van filmsterren. “Mijn lievelingsboek is De Witte, naar het boek van Ernest Claes”, vertelt Hugo. “Dat is een van de eerste boeken die ik als kind volledig had. Ik heb intussen al andere én betere versies, maar

ik wil deze absoluut bijhouden. Het boek is te veel waard, ook al is het in slechte staat.” Ook nu nog zijn de boeken gegeerde hebbedingen. De originele prentenboeken worden op websites nog voor tientallen euro’s geruild of verkocht. Hugo weet niet hoe groot zijn collectie is, maar er zitten pareltjes tussen uit de jaren 1910 en 1920. “Gegeerde boeken zijn de zogenaamde Chromo-boeken. Dat zijn de dikkere exemplaren. De mensen moesten vroeger met het volle boek naar de Meurissefabriek gaan. In ruil voor een vol prentenboek kregen ze dan een cadeautje. Alle prentjes in het boek werden per pagina afgestempeld, opdat je zeker geen twee keer om hetzelfde cadeautje zou kunnen komen. Dat moet wel een gigantisch werkje zijn geweest, maar dat had natuurlijk ook zijn charme.” n

Hugo uit Wommelgem is een verwoed verzamelaar van Meurisseprentenboeken.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.