
3 minute read
Nicole Maalsté
from High Life NL 11-03
by SoftSecrets
Column
Thé de cannabis
Wie zijn vaderlandse geschiedenis kent weet dat Nederland steenrijk is geworden met de import van inheemse kruiden uit Indonesië en andere verre landen. Veel van die kruiden maken inmiddels deel uit van onze keuken. Zo had ik laatst erwtensoep gemaakt voor mijn Waalse vrienden, waarbij ik drie soorten sambal op tafel had neergezet om naar eigen believen toe te voegen.
Mijn vrienden bleken nog nooit sambal te hebben geproefd. Op zo’n moment ben ik stiekem toch altijd een beetje trots op mijn voorvaderen, die ons toch maar mooi een beetje cultuur hebben bijgebracht. (Hoewel ik me natuurlijk terdege realiseer dat het importeren van die kruiden niet helemaal op een beschaafde wijze is gebeurd.)
Argwaan
Een paar maanden daarvoor had ik een vergelijkbare ervaring, toen we meehielpen bij het organiseren van een hardloopwedstrijdje in ons Belgische dorp. Het leek mij een aardig idee om aan het eind van de wedstrijd muntthee uit te delen aan de hardlopers. Ik had twee kilo Marokkaanse munt meegenomen van een bevriende horecaleverancier uit Den Haag. Verbaasd keken de dorpelingen naar de munt. Al snel ging het gerucht dat de Hollanders ‘ thé de cannabis’ hadden meegebracht. Ik kon me ineens een levendige voorstelling maken van de Hollanders die in vroegere dagen jenever introduceerden bij de Indianen, die dat steevast ‘vuurwater’ noemden. Met het grote verschil dan dat muntthee natuurlijk een stuk onschuldiger is. Geduldig legden we uit dat dit munt was. Dat kenden ze natuurlijk wel uit de tuin, maar ze hadden er nog nooit thee van gezet. Nadat de grootste durfals een slokje hadden geprobeerd en de anderen verzekerden dat het heerlijk was, lieten de anderen hun argwaan varen en kwamen ze ook een kopje proeven. De muntthee werd een daverend succes.
Glas uit een aquarium
Ik dacht dat dit een typisch verschil tussen ons Nederlanders en de Walen was. Dat die Francofone Belgen daar toch een stuk achterlijker zijn en dat veel Nederlanders toch iets meer van de wereld hebben gezien. Dus ik was zeer verbaasd dat ik laatst vergelijkbare reacties kreeg, toen ik in het universiteitcafé in Tilburg muntthee had besteld. Met vertrokken gezichten vroegen verschillende collega’s zich hardop af wat ik in godsnaam had besteld. Een van hen meende dat het leek of ik een glas uit een aquarium opdronk. “Wat een boeren zijn die Brabanders”, zei ik die avond tegen mijn vriend. “Ze weten niet eens wat muntthee is”. Ik was ervan overtuigd dat me dit in de Randstad niet zou overkomen.
Geen gemeengoed
Maar, je raadt het natuurlijk al… Ook in de Randstad blijkt muntthee nog lang geen gemeengoed. De bevriende horecaleverancier leverde afgelopen week zijn munt bij een van de kroegen op het Haagse Plein af, dat pal naast het Binnenhof ligt. Aan die bar stond toevallig onze minister-president Rutte. Verbaasd sprak hij mijn vriend aan: “Zo zo, ik wist niet dat dit tegenwoordig ook al mocht hier.....”.
Oké toegegeven, hij had de munt verpakt in grote wietzakken en het is een Marokkaan. Maar munt ziet er toch écht heel anders uit dan wiet. En het is wel bijzonder naïef om te denken dat iemand openlijk aan de bar van een café wiet komt leveren.
Nou krijgt mijn vriend wel vaker dit soort opmerkingen naar zijn hoofd als hij munt gaat leveren. Maar van de minister-president mag je toch verwachten dat die enigszins op de hoogte is van de regelgeving en dat hij op zijn minst weet hoe het spul eruit ziet. Of zou hij net als onze zuiderburen en mijn collega’s uit het zuiden nog nooit muntthee hebben gezien? Bij Balkenende zou me dat verder niet hebben verbaasd, maar van Rutte had ik op een of andere manier toch iets meer verwacht…