
5 minute read
“Voor de gezelligheid”
from High Life NL 11-03
by SoftSecrets
Door: Wernard Bruining
Bij zijn bezoek aan Wizz-Art in Stadskanaal sprak Wernard Bruining ook met personeel en bezoekers van deze mooie coffeeshop. Op deze pagina’s komen ze aan het woord: “Ik kom hier voor de gezelligheid, de mensen zijn hier altijd sociaal. Je kunt hier normaal discussiëren zonder dat er gelijk ruzie is.”
Eric (1983)
Eric werkt al tien jaar in Wiz-Art, voornamelijk achter de bar, en hij vindt elke dag nog even leuk. “Hier komen voornamelijk jongeren tot zo’n jaar of 25 en dan ook een groep, eh, ja, hoe noem je dat, de ouderen, de echte diehards, die de rest van hun leven blijven blowen. De jongeren zijn vooral bouwvakkers, die altijd na hun werk komen, de mensen die het wat zwaardere werk doen, zeg maar. Je ziet meestal wel dat ze stoppen met blowen als ze wat ouder worden en serieus gaan werken”.
Dennis (1978)
“Deze is er nog niet zolang, ik kwam eerder al bij de oudere shop. Ik kom hier normaal gemiddeld zo’n twee tot drie keer per week. Even een bakje kof e en ik koop hier ook weleens voor een geeltje of zo. Ik heb zelf vroeger geteeld. Nu niet meer, maar ik heb er goede tijden mee gehad! Ik heb in de bouw gezeten als voorman, maar ik wil eigenlijk een eigen zaak beginnen, een meubelzaak. Ik wil tweedehands meubels opkopen, restaureren en dan weer verkopen. Het nut van cannabis, ach, ik ben vrij druk van mezelf, dus het houdt me een beetje rustig. Ritalin wil ik niet gebruiken, dat is gewoon speed, dat kun je daarom ook bij een dealer halen.”
Tracy (1980)
Tracy begon met blowen toen ze nog jong was, ze is net vorig jaar gestopt. “Ik werd er nogal moe van, en toen heb ik gezegd: nu even niet. Dat betekent niet dat ik nooit meer ga blowen, het is puur effe een stop. Ik werk hier nu bijna vier jaar, vier dagen per week. Het zijn over het algemeen hartstikke leuke mensen die hier komen. Ze praten wel met je, dat is leuk in de omgang, zeg maar. Het is van alles door elkaar, maar de jongeren vind ik wel het leukste!”
Jaap (1971)
Jaap is historicus. “Ik vind sociale geschiedenis het leukst, maar ben ook geïn-
teresseerd in muziek. Het coffeeshopvolk vind ik over het algemeen leuk, ze zijn open minded. Maar ik heb er een hard hoofd in dat coffeeshops zullen blijven bestaan. Ik zie het langzaam aftakelen. Als dit kabinet er nog een regeerperiode bij krijgt dan denk ik dat ze dit gaan aanpakken, ja. Ik ben bang dat als de coffeeshops verdwijnen, ze dan voor altijd weg zullen zijn. Maar het blowen gaat door, in landen waar het verboden is wordt er meer geblowd dan in Nederland. Ik hoop wel dat het ooit gereguleerd gaat worden, dat het idee van de achterdeur geregeld gaat worden. De functie van cannabis? Nou er zijn meerdere functies, ik word er zelf ontspannener van, opener, toleranter, meer relaxt, dat is het voornaamste.”
Bert (1961)
“Ik kom hier al zolang de shop er is, ik woon hier in de buurt. Ik ben schoonmaker van beroep en blow al 26 jaar. Het geeft me rust. Ik ben namelijk nogal druk van mezelf, alles ik wat doe moet perfect zijn. Dat uit zich ook in mijn werk: de klant is koning, dan moet ook alles helemaal schoon zijn. Ik ben zelf ondernemer, zzp’r heet dat hè. ‘s Avonds na mijn werk rook ik Haze, Sneeuwwitje. Het is hier gezellig en leuk, de mensen zijn altijd vriendelijk. De vorige eigenaresse kende ik heel goed. Ik weet nog dat ze vroeger gestreden heeft om de boel hier voor elkaar te krijgen, al die perioden heb ik meegemaakt.”
Marijn (1981)
“Ik ben van beroep schilder, huizen schilderen, dat doe ik de hele dag. Iemand anders neemt een potje bier, ik rook mijn jointje. Ik rook al vanaf mijn twaalfde. Ik ben bezig om te stoppen omdat het niet geaccepteerd wordt. Op mijn werk, maar ook in mijn omgeving, wordt het geaccepteerd als iemand een biertje drinkt, maar als iemand een jointje rookt heet dat meteen buitensporig gedrag. Ik heb nooit zelf geteeld, ik koop meestal Sneeuwwitje. Ik kom voor de gezelligheid, de mensen zijn hier altijd sociaal. Je kunt normaal discussiëren zonder dat er gelijk ruzie is. Ik blow nooit onder mijn werk, dat heb ik wel eens geprobeerd, maar dan ga je dingen vergeten, dat werkt niet echt.”
Wolf (1970)
Wolf rookt sinds hij 21 jaar is. Zijn beroep: coffeeshopmedewerker. “Hiervoor heb ik in Amsterdam gewoond, in de Bijlmer. Wat ik daar deed? Niks eigenlijk, nou ja, blowen in elke shop in Amsterdam, haha! Ik kwam toendertijd ook wel bij jouw growshop Positronics over de vloer, plantjes halen voor op het balkon. De coffeeshops waar ik kwam waren Katsu, Fatal Flower, enne, hoe heet die ook alweer waar al die bekende mensen komen, de Greenhouse. De leukste vond ik New York, want daar kon ik ook poolen. Tafelvoetballen deed ik in de Trinity. Daar staat een heel oude kast, daar heb ik toen veel op gespeeld.”
Tafelvoetbal
Ik maak snel een einde aan het interview met Wolf. Ik heb een vreselijke trek in een joint en een spelletje tafelvoetbal! De kast in Trinity, waar Wolf over sprak, is een oude Garlando. Die heb ik in 1980 zelf ‘opgevoerd’ en aan High Society verkocht, en die hebben hem weer doorverkocht aan de Trinity. Daar staat de kast nog steeds, en hij heeft ook nu nog zijn eigen schare fans.
Tafelvoetbal is naast cannabis mijn grootste passie. Ik rook snel een pure Purple en dan sta ik samen met Wolf achter de kast. We spelen tientallen heftige spelletjes. De ballen vliegen erin, de muntjes ook! Wolf probeert wel te scoren, maar ik geef hem weinig kans. Maar hij vindt het prachtig, van weerstand word je sterker. Na afloop staan we opgewonden te stuiteren, alles tintelt dan aan je lichaam, dan voel je dat je leeft!