
6 minute read
Alles over pH, deel 2
from High Life NL 11-03
by SoftSecrets
Deel 2
PH, meten is weten
Door: P.T. Klaassen BSc (CANNA Research Laboratories)
In dit tweede deel van de tweeluik gaan we meer in op het praktische deel wat er met de pH gebeurt in water en substraat. Maar ook hoe wij de ideale pH waarde kunnen realiseren. De plant kan dan door een ideale opname van de aangereikte voeding het optimale resultaat geven.
De plant
Op de meest vreemde plekken op aarde kunnen planten groeien. Van kalkrijke bergen tot aan moerassen met zuur water. Afhankelijk van de omstandigheden zijn de planten hierop aangepast. Er zijn dus planten die heel goed kunnen groeien bij een lage pH. Voorbeelden hiervan zijn planten die in zure gronden leven, zoals heideplanten of bijvoorbeeld een Azalea. Deze planten worden ook wel kalkschuw genoemd. Bij een lage pH-waarde is het eventueel aanwezige calcium vastgelegd. Dit calcium is op deze manier niet opneembaar voor de plant.
De meeste planten op aarde gedijen echter het beste bij een neutrale pH-waarde. Dit betekent dat de pH-waarde zelf niet van belang is, maar dat de voeding die ze nodig hebben wel in de juiste hoeveelheid aanwezig en beschikbaar moet zijn. Om zo min mogelijk voeding te geven, maar toch genoeg zodat de plant geen gebreksverschijnselen zal krijgen, dient het 100% opneembaar te zijn. Bij een pH tussen de 5,2 en 6,2 zijn alle voedingselementen opneembaar (zie afbeelding hieronder).
De ‘koude’ volle grond
Moeder natuur bestaat uit vele gronden, met ieder zo zijn eigen pH-waarde. Toch hebben de meeste gronden een hoge pH (>7,0). Hoe kunnen planten dan toch optimaal groeien bij deze “verkeerde” pH?
Hiervoor zijn 2 verklaringen: 1.Aanbod Zoals in de opneembaarheidsgra ek te zien is (zie afbeelding 1), zijn sommige voedingsstoffen bij een hoge pH maar voor bv. 10% opneembaar. Dit betekent dat indien wij 10x de gewenste hoeveelheid aan de plant geven, er uiteindelijk toch de juiste hoeveelheid voor de plant opneembaar/beschikbaar is (10 x 10% = 100%). 2.Verzurende meststoffen De plant kan zichzelf verzuren door de opname van speci eke voedingselementen (kationen). Hoewel de grond een te hoge pH-waarde heeft, ontstaat er lokaal bij de wortelharen (rhizosfeer) toch een goede pH-waarde waardoor de wortel zijn voeding kan opnemen.
Boeren / landbouwers werken met deze kennis om een goede voedingsopname voor hun gewas te beheren. Maar zij hebben ook een enorme buffer grond van minimaal 1 meter dik (>1000 l /m2) liggen om eventuele foutjes mee weg te bufferen of uit te spoelen.
In de jaren 60 werd van deze kennis gebruik gemaakt, doordat er nog veel buiten gekweekt werd. Deze pioniers schreven ook artikelen, die daarna nog vele malen herdrukt werden. Ondanks dat de markt overstapte naar substraatteelt met alle voedingsproblemen tot gevolg, duurde het toch nog tot de begin jaren negentig voordat er goede voeding met de juiste advisering op pH-waardes op de markt kwam.
Substraat
Per vierkante meter kweekoppervlak hebben wij, afhankelijk van het medium, 50200 liter substraat/m2 liggen. De hoeveelheid voeding die wij hierin kwijt kunnen is beperkt en moet voor de volle 100% opneembaar zijn. Het is dus van groot belang om bij een goede pH te kweken. Bij een pH van 5,2 tot 6,2 is de voeding in de rhizosfeer goed opneembaar.
Potgrond (Terra).
Potgronden worden gemaakt van veen. Veen zelf heeft een hele lage pH (ca. 3 à 4) en hierin kunnen geen pH neutrale planten groeien. Daarom wordt veen verrijkt met kalk tot een Terra-potgrond. De kalkbuffer wordt zo groot gemaakt, dat de pHwaarde van de potgrond tussen de 6,0 en 6,2 uitkomt. Dit is de bovengrens van de pH range, waarin voeding nog steeds voor 100% opneembaar is.
Kalk bestaat uit o.a. calcium, magnesium en de pH buffer bicarbonaat. Zodra de plant zichzelf verzuurt in de bloei, zal dit bicarbonaat het vrijgekomen zuur neutraliseren. Wij hebben dus tijdens de bloei deze kalkbuffer hard nodig om de pH-waarde in de potgrond goed te houden. Wij moeten als kweker niet zelf deze kalkbuffer neutraliseren met zuur (pH min). Daarom maken wij ons voedingsvat altijd aan tussen minimaal 5,8 en maximaal 6,2. Bij voedingswater met een lagere pH, begint de kalk op te lossen.
Mocht de kalk in de potgrond na verloop van tijd opraken, dit is het geval als de pHwaarde in de potgrond lager is dan 5,2, dan zal het zure veen direct de pH verder verlagen. De voeding is dan niet meer opneembaar voor de plant.
Kokos
De kokos kan niet net als potgrond kalk in de vezels binden. Toch kan gebufferde kokos, dat o.a. veel calcium bevat, wel makkelijk het bicarbonaat uit het leidingwater bufferen. Hoewel niet zo sterk als kalk in de potgrond, kan het ook de pH bufferen. Daarom heeft de kweker ook een iets bredere range om zijn voedingswater aan het substraat mee te geven (5,5-6,2).
Inerte substraten
Steenwol, kleikorrels, oasis, perlite, pumistone etc. worden niet beïnvloed door de pH, binnen de pH range van 5,2 tot 6,2. De kweker kan dus zijn voedingswater klaarmaken binnen de gehele range. Maar inerte substraten hebben geen buffer. Hierdoor zijn ze zeer gevoelig voor de voedingsopname van de plant. De pH-waarde kan snel veranderen, waarop de kweker dan weer snel moet reageren.
Recirculerende systemen
Bij recirculerende systemen, met een veel groter doorspoelingseffect (>50% drain), meet je in het drainwater eigenlijk de pHwaarde van de rhizosfeer. Op zich moet men de pH zo min mogelijk corrigeren. Zolang de pH binnen de range blijft, maak je het (nieuwe) voedingswater aan met de pH-waarde die ook gemeten werd in de opvangbak (drainwater).

Water
Regen en osmosewater bevat niet tot nauwelijks bicarbonaat. Hierdoor geeft iedere verandering in zuurtoevoeging (pH-min) van de kweker een sterke verandering. Maar ook zal de zuurafgifte van een bloeiende plant al snel de pH-waarde rond de wortel veranderen. Bij gebruik van dergelijk water wordt een sterke schommeling van de pH-waarde geconstateerd.
Dagelijkse controle van de pH is dan ook gewenst.
Leiding- (of bron-)water is hier in het algemeen minder gevoelig voor door de aanwezigheid van bicarbonaat. Hard water, dat veel bicarbonaat bevat, heeft zelfs de eigenschap om een afgeregelde pH-waarde toch weer na een dag met enkele tienden te verhogen. Dagelijkse controle en correctie is dan ook gewenst.
Tip
Indien, bij gebruik van regen-, osmose-, of zacht leidingwater, de pH-waarde in het voedingsvat of in de substraatmonsters vaak naar een lagere pH-waarde neigt (<5,2), valt het bijmengen van 10-20% leidingwater (tot de EC van het gemengde water 0,4 mS/cm wordt) te adviseren.
PH-verloop tijdens de teelt
Een plant kan zichzelf verzuren door de opname van voeding en zijn voedingsaanbod. In de onderstaande gra ek wordt het algemene pH-verloop weergegeven tijdens de teelt.
Over het algemeen moeten we na de start en in de vegetatieve periode op een lagere pHwaarde sturen. Nadat de plant in bloei komt, zal de pH-waarde steeds hoger gestuurd moeten worden. Toch zal een monster uit het substraat de de nitieve pH voor het bewateren moeten bepalen. In de volgende tabel een overzicht tot pH correctie.
Meten van pH
Tip
Het meten van de pH-waarde in het substraat probeer je zo dicht mogelijk bij de wortel te doen. Gebruik hiervoor de plant maar 1 keer, omdat de plant beïnvloed wordt door het wegnemen van het substraat of water (en wortelbeschadiging bij bemonstering kan veroorzaken).
Tip
Neem nooit drainwater (met uitzondering van een recirculerend systeem) om een pH-bepaling te doen. De pH-waarde van water dat in aanraking komt met licht en lucht (=o.a. CO2) verandert. Meestal omhoog, maar bij veel CO2 in de lucht of bacteriën of algen in het water kan dit ook omlaag gaan. Neem dus altijd een monster uit het substraat. Terra los een deel potgrond op in gedemineraliseerd water Coco knijp monster Steenwol zuigmonster Droge substraten water uit onderzijde pot
Tip
Aangezien de aanwezigheid of afwezigheid van bicarbonaat de pH zeer sterk kan beïnvloeden, mogen monsters van verschillende planten nooit bij elkaar gedaan worden, om op die manier een gemiddelde waarde te krijgen. Neem meerdere monsters en bereken het gemiddelde om een goede conclusie te trekken.