
4 minute read
Voorwoord
from High Life NL 11-07
by SoftSecrets
Blowen in de woestijn?
In dit nummer lezen jullie over de band Tinariwen. Het zijn Toearegs, nomaden die in de woestijn leven. Blowen hoort niet echt bij hun cultuur, zegt een van hen: “We kunnen geen wiet kweken in de woestijn...” De leden van Tinariwen komen uit Mali, een land waar ik nog nooit geweest ben. Maar hun leefgebied, de woestijn, heb ik al diverse malen bezocht.
Bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, want als je van Los Angeles naar Las Vegas rijdt kom je door de Mojave Dessert, met zijn 57.000 vierkante kilometer een behoorlijk grote dorre bak. Je komt er weinig Toearegs tegen, wel verschillende spookstadjes. Toch is de Mojave niet echt een woestijn zoals je je die voorstelt; zand vind je er weinig, het is vooral dorre aarde, een beetje zoals het zuiden van Spanje.
In Israël was ik in de Negev woestijn. Dat is niet zo moeilijk, want die woestijn beslaat meer dan de helft van het land. De enige reden om je in de Negev te begeven is een bezoek aan de Dode Zee, waar je blijft drijven door het hoge zoutgehalte. Ergens in een oude schoenendoos moet ik nog de klassieke foto van die attractie hebben; liggend in het water lees ik een Telegraaf die mijn toenmalige vriendin en ik twee dagen eerder in Jeruzalem kochten. Een andere reden om de Negev te bezoeken, is dat je er simpelweg doorheen moet als je via de badplaats Eilat naar Egypte wil. Israëlische vrienden in Amsterdam hadden ons verteld dat al hun landgenoten naar de Sinaï gingen, om daar goedkope Egyptische hasj te roken en lekker te luieren. Dat wilden wij natuurlijk ook. Vooral Dahab werd ons aanbevolen.
Vanaf de grens deelden we met enige Israëliërs en twee Britten een taxi naar Dahab. Het was ongeveer 200 kilometer, denk ik. De taxichauffeur reed alsof de duivel op zijn hielen zat. Levensgevaarlijk, want al het pro el was van de banden van zijn stokoude Peugot stationcar weggesleten. Nog nasmeulende autowrakken langs de weg maakten een diepe indruk op ons, maar we bereikten heelhuids Dahab.
Inmiddels zijn oorden als Dahab of Sharm el-Sheikh bekende badplaatsen, maar toen was vooral Dahab niet meer dan een onverharde weg waaraan verschillende eenvoudige (min drie sterren) compounds lagen, waar je voor een habbekrats een kamertje kon krijgen. Het dak bestond uit palmbladeren, en je bed was een dunne matras op een blok cement, maar goedkoop was het wel. Je bracht je dagen door met snorkelen, blowen en niets doen. De koraalriffen waren nog onaangetast, de hasj goedkoop en de theehuizen draaiden onafgebroken Bob Marley of The Doors. Het waren mooie, onschuldige tijden, voordat terroristen ontdekten dat oorden als deze een makkelijk doelwit waren.
Na twee weken luieren gingen we verder. We staken de Rode Zee over en via Luxor trokken we naar het noorden, naar de Egyptische hoofdstad Caïro, daarna Alexandrië, waarna we weer de woestijn in trokken. Ons volgende doel was namelijk Siwa, een oase in de Libische woestijn, vlakbij de grens met Libië ook.
Zoals gebruikelijk kostte het geen enkele moeite om aan wat rookwaar te komen. Dat kwam goed van pas, vooral nadat we besloten hadden om twee etsen te huren om naar Shali te rijden, een verlaten nederzetting die grote indruk op ons maakte. Een volgende doel was Cleopatra’s Well, een duizenden jaren oude waterbron die (je raadt het al) Cleopatra ooit bezocht. Genietend van de stilte staken we net onze joint aan toen de rust op deze godvergeten plek midden in de woestijn woest verstoord werd. Drie ronkende jeeps, met Iron Maiden op volume tien, scheurden rakelings langs onze etsen. Twaalf luidruchtige Duitsers toverden deze haast heilige plek met kratten bier en een barbecue in no time om tot een mislukte Bedoeïnen Biergarten. Blowen in de woestijn was nog nooit zo onrustig!
Dit jaar ga ik maar eens kijken of het op de bergtoppen in Zwitserland was rustiger is. In september zijn we er weer. Ik wens iedereen mooie avonturen toe in deze vakantietijd. Thuis of op reis, in binnen- of buitenland, maak er iets moois van!
Voorwoord van de uitgever
De Nederlandse overheid voert een liberaal beleid t.a.v. cannabis. Het gebruik van cannabis wordt in de Nederlandse Opiumwet niet strafbaar gesteld. Vele gemeenten gedogen coffeeshops van waaruit hasj en wiet worden verhandeld. Met het gedogen van deze coffeeshops heeft de overheid een goede scheiding van de drugsmarkten weten te bereiken. Zo’n één miljoen blowers weten de weg naar de coffeeshop te vinden of voorzien d.m.v. kleinschalige hennepteelt in hun eigen gebruik. De cannabisconsument is de samenleving op geen enkele wijze tot last. Hij wordt in ons land dan ook terecht niet als een crimineel behandeld. Sommige politici en vertegenwoordigers van het openbaar bestuur zijn groot voorstander van het legaliseren van cannabis. Aan legalisatie gaat gewoonlijk een lange periode van normalisatie vooraf. De uitgever hoopt middels het blad ‘Highlife’ het publiek te informeren en hiermee een positieve bijdrage te leveren aan de normalisatie van cannabis. In zijn blad geeft hij zowel voor- als tegenstanders van cannabis de ruimte hun mening te ventileren. Dit betekent niet dat de uitgever het met de inhoud van alle artikelen of advertenties eens is. De uitgever distantieert zich uitdrukkelijk van gepubliceerde uitlatingen of afbeeldingen die de indruk wekken dat er reclame wordt gemaakt voor het gebruik of productie van cannabis.
Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook vermenigvuldigd of overgenomen worden zonder voorafgaande toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud en/of de doelstelling van de advertenties. De redactie neemt geen enkele verantwoording voor ongevraagde inzendingen.

