11 minute read

Sealand: Staat in de Noordzee

Next Article
De eerste keer

De eerste keer

Prinsdom in de Noordzee (deel 1)

Welkom op Sealand

Tekst: Mike de Leede // Fotogra e: AdlLC/MMP

Een oneembare vesting in verval

’s Werelds kleinste soevereine staat ligt in de Noordzee. Bijna 12 kilometer uit de Britse oostkust, ter hoogte van de monding van de Theems. Veel is het niet: een roestbak op betonnen palen. In een vorig leven luchtverdedigingfort tegen Duitse bommenwerpers, sinds september 1967 door avonturier en rebelse vrijheidstrijder Roy Bates uitgeroepen tot prinsdom Sealand. Highlife bemachtigde een visum, trotseerde de zee, liet zich optakelen en ging op audiëntie bij de prinselijke familie.

Het Engelse kustplaatsje Westcliff on Sea baadt deze ochtend in het zonlicht, dat schittert in de Noordzee. We staan op het balkon op de vierde verdieping van een exclusief appartementencomplex, dat uitkijkt over de monding van de Theems. Op het kiezelstrand beneden staan een pril paartje te zoenen. De 89-jarige ex-majoor en vrijheidstrijder Roy Bates kijkt zijn vrouw Joan (82) vertederd aan. De prins en prinses van Sealand, waar Highlife op audiëntie is, zijn na 53 jaar huwelijk nog steeds verliefd. Ze stralen waardigheid uit, maar zijn niet hooghartig. Eerder hartelijk en gastvrij.

Sinds 1999 hebben ze de dagelijkse leiding over hun prinsdom uit handen gegeven aan hun zoon, prins Michael of Sealand, die sindsdien als regent de zaken waarneemt. Al heeft zijn pa nog steeds besluitbevoegdheid. “Als alles goed gaat, hoef ik niets te horen. Maar mochten er problemen zijn, dan ben ik de eerste die het moet weten,” aldus prins Roy of Sealand, die sindsdien met zijn prinses Joan fulltime aan vaste wal resideert: in hun comfortabele appartement in Westcliff, dan wel in het Spaanse Marbella, waar het prinselijk paar elk jaar overwintert. Op Sealand zelf, waar ze 33 jaar hebben gebivakkeerd (“wonen is niet het juiste woord”), komen ze zelden meer. “De botten laten het niet meer toe, de condities zijn er op onze leeftijd… niet optimaal. Te Spartaans. Soms zaten we er voor slechts een paar weken, maar soms ook 16 maanden achtereen. Onvoorstelbaar, achteraf gezien…”

Onneembare vesting

Prins en prinses turen de Noordzee over. Helemaal links van hen, bijna 7 nautische mijlen uit de Engelse oostkust, op 51°53’42’’ noorderbreedte en 01°28’51’’ oosterlengte om precies te zijn, ligt hun uitgeroepen prinsdom. Honderd zeemijlen voor Hoek van Holland. In tegenstelling tot Monaco is dit ministaatje op bijna geen enkele landkaart terug te vinden. Het prijkt hooguit op een incidentele zeekaart.

Sealand wordt dan ook niet of cieel erkend door de Verenigde Naties. Veel is het niet: twee enorme holle betonnen pilaren die 25 meter boven zee uittornen. Met daarop een plateau van tien bij veertig meter. Een half voetbalveld van verweerd plaatstaal, houten vlonders en doorgeroest ijzer, waarop eens twee enorme kanonnen prijkten: het voormalige luchtverdedigingfort Roughs Tower, dat het Engelse achterland tijdens de Tweede Wereldoorlog moest beschermen tegen Duitse bommenwerpers. Een onneembare vesting in verval.

De succesvolle zakenman Roy Bates laat er in januari 1967 zijn oog op vallen. Als radiopiraat die vanaf de Noordzee het monopolie van de BBC aanvecht, zoekt hij naar iets dat door de autoriteiten minder makkelijk te beteugelen is dan een zendschip. Het dan nog net in internationale wateren gelegen Roughs Tower lijkt geknipt voor zijn nieuwe avontuur. Hij entert het letterlijk (met een haak, als een heuse piraat), klimt omhoog en claimt het fort als zijn eigendom. Hij komt daarna echter nooit meer aan radio-uitzendingen toe. Wel gaat Bates als eerzaam Engels burger onverstoorbaar door met het tarten van de Britse Kroon, door vanaf zijn zeefort een lans te breken voor individuele vrijheden. Het zal zijn levensobsessie worden...

Aristocratische vrijheidsdrang

De piraat van toen kwakkelt nu met zijn gezondheid en draagt gehoorapparaten. Hij loopt stram. “Maar hij is nog jong van hart en geest,” stelt Joan, voormalige schoonheidskoningin, die hem pas drie

dagen kende toen hij haar ten huwelijk vroeg. “Dat wordt niets, zeiden mijn vrienden. Maar ik wist het zeker: dit is de ware, liefde op het eerste gezicht! Ik heb mijn man altijd onvoorwaardelijk gesteund. Hij is een rasechte pionier. In alles wat hij deed was hij de eerste. Wat dat betreft is hij in de verkeerde tijd geboren. Driehonderd jaar terug had hij zijn pioniersgeest en vrijheidsdrang veel beter kunnen botvieren, te vuur en te zwaard. Hij is ook een rasechte survivor. Hij kwam na de Tweede Wereldoorlog als held met tal van verwondingen terug van het Italiaanse slachtveld, als enige overlevende van zijn 600 man tellende regiment. En hij is het enige kind van de zes die zijn ouders kregen dat niet is overleden. Waar anderen botten breken of dood neer vallen, krabbelt Roy Bates met hooguit wat schrammen overeind en

In tegenstelling tot Monaco is dit ministaatje op bijna geen enkele landkaart terug te vinden. Het prijkt hooguit op een incidentele zeekaart.

gaat weer verder. Zo werd hij jaren terug geschept door een voorbijrazende motor, toen hij de weg overstak. Hij kwam totaal verfomfaaid binnen. En zei alleen: ik heb een ongelukje gehad.”

Roy en Joan leren elkaar vlak na de oorlog kennen. Zij is dan net 18, hij 26 jaar oud. Hij geldt als de jongste majoor die het Engelse leger ooit gekend heeft. “Ik ontmoette hem tijdens een dansavond: een knappe, krachtige guur in uniform. Ik vond hem meteen leuk,” herinnert Joan zich. Roy blijft echter om haar heen cirkelen. “Ik was bang afgewezen te worden, haar af te schrikken. Ik wilde haar eigenlijk al meteen ten huwelijk vragen,” aldus de aristocraat.

Gekraakt marinefort

Na de oorlog verzandt het Engelse leger in administratieve rompslomp. Voor Bates het teken om de militaire dienst de rug toe te keren en in avontuurlijker zaken te gaan. Weldra bezit hij diverse fabrieken (waar hij als eerste rubber zwemvliezen vervaardigt), een exportbedrijf, een keten slagerijen en een enorme vissersvloot, die louter op lucratieve garnalen en kreeft vist. Hij boert goed, maar is snel verveeld. Rond 1965 zoekt hij een nieuwe uitdaging en raakt geïnteresseerd in radio-uitzendingen vanaf zee. “De BBC zond alleen overdag uit. Ik wilde 24 uur radio uitzenden, zoals in Amerika. Dat wilde ik in Engeland introduceren en daarmee de BBC de oorlog verklaren. In 1966 kaapte ik een verlaten verdedigingsbolwerk, drie mijl uit de Engelse kust en begon als piraat onder de namen Radio Essex en BBMS (Britain’s Best Music Station) met non stop uitzendingen. Ik was daarmee de eerste in Europa, op de voet gevolgd door Radio Caroline.”

Door Sealand uitgegeven of ciële documenten als een paspoort en postzegels.

Stoorzenders en dwangbevelen

Zijn uitzendplek kan al spoedig op warme aandacht rekenen van de Engelse autoriteiten, die Bates met stoorzenders, dagvaardingen, dwangbevelen en boetes te lijf gaan. Tot Bates het gezeik zat is en zijn heil verder op zee zoekt. Net buiten de Engelse territoriale wateren neemt hij januari 1967 het verlaten marinefort Roughs Tower in. Het afweergeschut verdwijnt in zee, zodat het dek als helikopterplatform kan dienen. Hij creeert in de ruimte onder het platform en in de pilaren enigszins leefbare onderkomens. En installeert een kraan, zodat per zee aangevoerde personen en materieel omhoog kunnen worden getakeld. Zijn vrouw blijft met hun twee kinderen in eerste instantie in Westcliff, waar Joan zonder enige kennis van zaken zijn business moet overnemen. Terwijl haar man zich vol overgave in zijn nieuwe avontuur stort. Als voormalig militair kraakt hij een voormalig militair fort. Hij laat zijn luxe huis en haard achter voor een roestbak op volle zee, dat beheert en verdedigt dient te worden. De rest van de wereld verklaart de oorlogsheld geschift!

Soevereine staat

Al spoedig wekt zijn nieuwe aanwinst de afgunst op van eigenaren van andere radiostations. “Allemaal zogenaamde hippierebellen die er niet voor terugdeinsden je reinste zeeroversmethoden toe te passen,” vertelt Bates, die in drie maanden tijd maar liefst zeven keer wordt aangevallen. “Soms door zwaar bewapende legers van wel dertig man.” Hij krijgt zelfs te maken met Nederlandse kapers, die goud geld zien in zijn aftandse platform. Hele veldslagen vinden er op en rond zijn fort plaats. Maar Bates houdt stand.

Zijn Engelse buren vinden het maar niets, maar weten zich geen raad met de veelvuldig gedecoreerde majoor, die op onverwachtse steun kan rekenen van leger en marine. Als de Britse overheid de marine opdracht geeft om hem te verwijderen, trekken de mariniers zijn verleden na en krijgen ze diep respect voor die gekke Bates. Ze betuigen hem zelfs steun en leggen hem daarna geen strobreed meer in de weg. Er wordt uiteindelijk niets tegen hem ondernomen; hij wordt tot zijn verbazing gedoogd. Waarmee de basis voor zijn land op zee is gelegd.

Prinsdom

Op het zoveelste overwinningsfeest wordt in zeeën van alcohol zijn nieuwe levensuitdaging geboren: op Roughs Tower een eigen staat uitroepen. De rebelse vrijheidsstrijder geeft zijn advocaten lachend opdracht uit te zoeken wat zijn kanzen zijn. “Ze riepen in eerste instantie: ze zullen je opsluiten in de Tower of London, je als Brits staatsburger persona non grata verklaren,” vertelt Bates met veel handgebaar. “Maar ook na weken zoeken konden ze geen enkele jurisprudentie of vergelijkbare zaak in de wereld opdissen. Hun advies luidde dan ook: gewoon

doen! Maar ik moest er dan wel een prinsdom van maken. Dat was juridisch gezien het eenvoudigst, net zo wettig als Monaco. Jouw wil is er wet, zeiden mijn advocaten. En na je dood kunnen je vrouw of je zoon je opvolgen. Familie en vrienden verklaarden mij voor gek. Maar mijn vrouw geloofde heilig in mijn idee: een eigen autonome en soevereine staat, in haar eer uitgeroepen op haar 39e verjaardag: 2 september 1967. Op die dag voegde ze zich bij mij, op wat vanaf nu of cieel Principality of Sealand heette. Het was meteen het allermooiste verjaardagscadeau wat ik haar tot nu toe heb kunnen schenken: ze kreeg vanaf die dag immers de titel prinses.”

Wetteloze situaties

Terwijl de herinneringen elkaar tussen de kopjes thee afwisselen, veert het prinselijk paar ineens op. We krijgen ongevraagd een rondleiding door hun residentie. Bij elke foto of kunstvoorwerp valt wel een verhaal te vertellen. Trots laat de prins een kaart zien waarop zijn Sealand wordt aangegeven als autonoom gebied. Hij kan een glimlach niet onderdrukken. De prinses toont ons een foto van de prinselijke herder, die jarenlang hun fort hondstrouw bewaakte. In Roy’s kantoor liggen bouwtekeningen van Sealand. Je komt de oerlelijke puist roestig betonrot werkelijk in alle vertrekken tegen, naast prachtige portretten van Joan, die in haar jongere jaren een bekend model en mannequin is geweest. “Ach, Roy blijft de rusteloze en rebelse avonturier, die het best oreert in wetteloze situaties,” zegt Joan met glimmende pretoogjes. Ze hebben er heel wat overleefd.

Joan en Roy Bates: “Bloed, zweet, goud en tranen heeft het gekost.”

Vrijheid op Zee

Als prins Roy hijst hij de of ciële driekleur boven Sealand: met boven het rood van de hartstocht (de favoriete kleur van de prins), in het midden het wit van deugd en zuiverheid en onder het zwart van de piraten. Onder het door twee gouden leeuwen met groene vissenstaarten vastgehouden wapenschild van Sealand prijkt zijn levensmotto: E Mare Libertas (Vrijheid op Zee). De uitgedaagde regering van Groot-Brittannië siddert van woede en onvrede, maar mag volgens haar eigen wetboeken niet ingrijpen. Wel vaardigt ze vrij spoedig daarna een decreet uit dat toekomstig uit te roepen prinsdommen rond haar wateren onmogelijk maakt. Ook laat de Britse overheid alle andere overgebleven zeeforten door de marine tot puin schieten. Als Bates zich in 1968 openlijk bewapend tegen al te opdringerige pottenkijkers en een eigen leger vormt (een paar man permanent aanwezige security), acht een rechter op

het vasteland zich onbevoegd om de zaak in behandeling te nemen. Bates is eindelijk vrij. Maar tegen welke prijs?

Bloed, zweet en tranen

Zijn zoon Michael (die dan bijna 15 jaar oud is) wordt tot zijn grote vreugde de nitief van kostschool afgehaald en net als zijn 18-jarige dochter Penny op Sealand gestationeerd. De prinselijke familie maakt er in die moeilijke beginjaren maar het beste van. Er is bijna niets: geen elektriciteit, generatoren, eten of drinken, geen ramen of deuren, geen radioverbindingen met de buitenwereld, geen verwarming of huisraad. Alles moet worden ingevlogen of overgevaren, wat zeer kostbaar blijkt. Miljoenen ponden stopt Bates naar eigen zeggen de eerste jaren in zijn prinsdom. In die tijd wordt de bevoorrading hevig dwarsgezeten door de douane, die alles strikt controleert en soms elk conservenblikje of pakje dat naar Sealand gaat openmaakt. Maar de doorzetter wint en wordt uiteindelijk ook op dit punt met rust gelaten. Zijn business aan wal loopt gewoon door en levert genoeg geld op om het avontuur op zee te kunnen nancieren. “Al valt onze vrijheidsstrijd inmiddels niet meer te becijferen. Bloed, zweet, goud en tranen heeft het gekost,” aldus Bates, voor wie geen zee te hoog of te ruw lijkt om zijn ideaal te verwezenlijken.

Oorlogsfregat

De prinses vertelt dat ze in haar beginjaren op Sealand eens de wet is voorgelezen door de commandant van een oorlogsfregat dat bij hen aanmeerde. Ze bleef echter volhouden dat ze hem vanaf haar hoogte niet kon verstaan. “Achter de man wuifden matrozen al met witte zakdoeken ten teken van overgave. Tot de man uiteindelijk zelf ook opgaf. Het was onze zoveelste overwinning op de autoriteiten.”

Ook zoon Michael wist als zestien jarig jochie een overname te verijdelen. Hij hield manhaftig twee mariniers tegen die het platform op wilde klimmen, dreigend met een geweer. “Ze dropen uiteindelijk beschaamd af,” herinnert de net binnengelopen Michael of Sealand zich. De nu 58-jarige regent zal ons straks per stoere zwarte commandoboot naar Sealand varen. “Jaren later kreeg ik via de Wet Openbaarheid Bestuur een document in handen waaruit bleek dat de marine daadwerkelijk opdracht had gekregen Sealand in te nemen. Er mochten alleen geen doden of gewonden vallen aan onze kant. Het was dus echt menens destijds. Ik kreeg er een brok van in mijn keel…”

Volgende maand deel 2

This article is from: