Schooldomein 4 - maart 2017

Page 1

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Hoe stem je de personeelsruimtes hierop af?

Allemaal relevante vragen die je beantwoord wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-) inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, maart 2017

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

4

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

De inrichting van de personeelsruimte van het Lauwerscollege te Buitenpost is exact uitgevoerd zoals deze is ontworpen door onze interieurarchitect Willemien Messelink

SCHOOLDOMEIN

Van ontwerp naar realisatie

THEMA: MOOI EN TOEKOMSTBESTENDIG BROEDPLAATSEN als onderwijsomgeving LEERLINGENGROEI: gebouw groeit mee DEBATTEN ONDERWIJSACADEMIE NOT 2017 geslaagd BEVEILIGEN? Geen uniform maar mindset!


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven

Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl


VAN DE REDACTIE

Mooi en toekomstbestendig. Dat is het thema van deze Schooldomein. Misschien een vreemde associatie, maar des te meer troffen me twee actualiteiten. Het ministerie van OCW heeft de ‘Evaluatie van de mate­ riële instandhouding in het primair onderwijs 2010-2014’ gepubliceerd. De bureaus Berenschot en ICSadviseurs hebben gezamenlijk onderzocht in welke mate de Programma’s van Eisen (gebouwonderhoud, schoonmaak, energie en leermiddelen) aansluiten op de actuele situatie en de behoefte van scholen. De belangrijkste bevindingen uit de evaluatie zijn duidelijk: Schoolbesturen geven over een langere periode voor de onderzochte PvE’s gemiddeld 11% meer geld uit aan de materiële instandhouding dan de vastgestelde normbedragen. Als de overige, materiële lasten naar rato mee worden genomen dan neemt dit percentage toe met 24%. Aan gebouwonderhoud geven scholen 15% meer uit dan binnenkomt en voor energie zelfs 81% meer. Om tot een sluitende jaarrekening te komen, betekent dit in de praktijk dat schoolbesturen andere middelen inzetten om de lasten voor de materiële instandhouding te bekostigen. Bijvoor­ beeld baten voor overige PvE’s, personele bekostiging, eigen vermogen of subsidies. Het is niet realistisch te verwachten dat het verbeteren van de efficiency door verdere professionalisering leidt tot een verlaging van de kosten. Eerder kenschetste de Algemene Rekenkamer de situatie al als zorgelijk. In de vorige Schooldomein publiceerde het Platform Onder­ wijshuisvesting het artikel “Normkosten nog de norm?” Recent zijn de normkosten voor 2017 voor onderwijshuisvesting weer negatief bijgesteld met 3,56%. “In een opgaande bouwconjunctuur is dat een onbegrijpe­ lijke bijstelling”, concludeert POH, “terwijl gemeenten en schoolbesturen steeds meer ambities hebben op het gebied van duurzaamheid.” De politiek is nu echt aan zet, om bij te dragen aan kwalitatief goede

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

en duurzame schoolgebouwen. Naast het meer marktconform bijstellen van de normen lijkt het logisch om renovatie weer een plek te geven in de verorde­ ning, waarbij voorwaarde zou moeten zijn dat gemeenten en schoolbesturen overeenstemming hebben over het uit te voeren (integrale) huisvestingsplan binnen een breder maatschappelijk en ruimtelijk kader. En tegelijkertijd en los van alle wet- en regelgeving gebeurt er veel en ontwikkelt er van alles. Lees het interview met Marjet Rutten, waaruit blijkt dat alles anders wordt. En het thema mooi en toekomstbestendig illustreert dat los van alle wetten en verordeningen schoonheid een absolute voorwaarde is voor een duurzame toekomst. Dat komt terug in de artikelen over CSG Noordik in Almelo en het Da Vinci College in Leiden, waar het spanningsveld tussen wat renovatie is en wat vernieuwbouw goed zichtbaar wordt, naast het gegeven dat hier twee directies met duidelijke visies tot mooie oplossingen zijn gekomen. En het innovatielab is deze keer ook weer echt goed, met reacties op bijvoorbeeld de stelling: “Toekomstbestendig denken past niet meer in deze tijd”. Verder een terugblik op een geslaagde NOT met goed bezochte debatten. Kortom: weer een mooie Schooldomein! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt­ informatie zoeken.

wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

3


INHOUD BESTUUR EN BELEID

6

Klant centraal in vastgoedorganisatie Een goed gesprek met Marjet Rutten, aanjager, innovator en marketeer voor de bouw-, installatie- en vastgoedsector.

10 14

Rendement op alle niveaus

16

Beveiligen? Geen uniform maar mindset!

18

Onderwijshuisvesting geen prioriteit?

Schoolbestuur Essentius verduurzaamd slim.

Interactie (v)mbo en de stad Een ontwerpend onderzoek naar de interactie tussen (v)mbo-onderwijs en de stad.

De alerte mens in zijn omgeving is de beste beveiliger die er is.

In aanloop naar de verkiezingen stelt het Platform Onderwijshuisvesting belangrijke vragen aan de politiek.

ONTWERP EN INRICHTING

20

25

Samen werken aan ruimte voor verandering

30

“ Verleggen van het risico zou standaard moeten zijn in scholenbouw”

Geslaagde restyling van het Lauwers College in Buitenpost.

Een constructie die garandeert dat maatschappelijk geld goed wordt besteed en de school precies krijgt wat ze wil.

33

P raktijkgerichte onderwijsvleugel sluit volledig aan bij hedendaags lesgeven Een fantastische nieuwe onderwijsvleugel voor de afdeling Zorg & Welzijn van het Regio College Zaandam.

THEMA

Mooi en toekomstbestendig Mooi en toekomstbestendig is het thema van deze Schooldomein. Maar gaat dat wel samen? Is de wens toekomstbestendig te bouwen niet een beperking voor fraaie architectuur? Of is schoonheid juist een voorwaarde voor toekomstbestendig bouwen? In ons innovatielab komen deze vragen aan de orde.

36

Geslaagd voorbeeld circulaire economie

38

Leerlingengroei: gebouw groeit mee

42

Broedplaatsen als onderwijsomgeving

44

Verrassend scholencluster in Harmelen

46

Kwaliteit vergelijkbaar met nieuwbouw

48

Een gebouw voor nieuwe vriendschappen

52

De duurzame renovatie van het hoofdkantoor van Alliander.

St. Willibrordusschool in Schiedam breidt uit met flexibele huisvesting.

Vernieuwende ruimtelijke organisatie van school­gebouwen in antwoord op snelle veranderingen in het onderwijs.

Een gebouw zonder achterkant voor drie scholen en buitenschoolse opvang.

Openbare Regionale Scholengemeenschap Lek en Linge kiest voor tijdelijke huisvesting.

Transformatie van de kantine was een meesterzet bij de renovatie van Het Noordik.

O pdrachtgevers moeten een andere uitvraag stellen Boeiend debat van het Platform Onderwijshuisvesting over de inhuur van huisvestingadviseurs.

4

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


56

“Het is mooi meegenomen”

58

O nderwijsbeurs NOT stabiele factor in onderwijsveld

59

D ebatten Onderwijsacademie NOT 2017 geslaagd

Subsidie helpt schoolbesturen die hun school willen verduurzamen op weg.

Terugblik op de zeer geslaagde editie 2017 van de NOT.

Verslag van de boeiende werksessies ‘Innovaties binnen onderwijs en huisvesting’ op de NOT.

62

Stijlvolle symbiose oud- en nieuwbouw

64

A lle onderwijs en zorg voor cluster 2 op één locatie in Amsterdam

66

Kunst in Utrechtse scholen

68 70

Van informeren naar inspireren

Geslaagde gefaseerde nieuwbouw Da Vinci College Kagerstraat Leiden.

Samenwerken aan een toekomstbestendige campus.

Percentageregeling heeft veel fraaie kunstwerken opgeleverd in en bij schoolgebouwen.

In de school van de toekomst staat ontmoeten centraal.

Cisco helpt de digitalisering van Nederland versnellen Kansen voor groei van het bruto binnenlands product en het creëren van nieuwe banen.

72 74 75

MFA Zichtwei Mooi sluitstuk onderwijscampus Lagewei in Barendrecht.

Verbeter de ruimte, begin met de vloer Whitepaper over ideale vloeren voor het onderwijs.

Loslegtegels voor een snelle metamorfose Praktisch: een nieuwe vloer die direct over de bestaande vloer gelegd kan worden.

RUBRIEKEN

13 13 41 41 76 77 78

Kort nieuws

Onderwijstrends door Jaap de Kruijf

Kort nieuws Meester – Gezel

Het atelier over de Letovo school in Moskou

Column van Matthijs de Boer

V ooruitblik naar Schooldomein 5: Conceptueel en tastbaar

35 43 58 63 72


VAN MAKEN NAAR RAKEN

Klant centraal in vastgoedorganisatie

6

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Hans Kouwenhoven

BESTUUR EN BELEID

Marjet Rutten kijkt naar de onderstroom en ziet daardoor welke ontwikkelingen straks op de bovenstroom van de vastgoedmarkt afkomen. Parametrisch ontwerpen is de toekomst en dat betekent een substantieel andere rol van architecten en ingenieurs. Stenen stapelen is straks niet meer zo spannend; het bouwen wordt een restpost van het organiseren van de plek waar mensen willen zijn. Waar komt je passie vandaan? “De combinatie marketing en ondernemerschap zit in mijn genen. Op mijn 16e zette ik een pannenkoekrestaurant op. Daarna kwam ik in de wereld van de supermarkt retail terecht, waar ik vooral met vrouwen werkte. Ik maakte de overstap naar de bouw- en vastgoedsector om juist vooral met mannen te werken. Het direct communiceren in die wereld vind ik prettig en alles wat met bouw en vastgoed te maken heeft fascineert me nog steeds. Ik begon 15 jaar geleden met het onlineplatform BouwKennis met allerlei informatie rond onderzoek en statistiek in de bouwsector. Hoeveel woningen werden er bijvoorbeeld in een bepaalde periode of regio gebouwd? Dat was een gat in de markt, want niemand had die gegevens paraat. Uiteindelijk heb ik de aandelen verkocht, omdat ik zelf ondernemen leuker vind dan een organisatie te managen en verder uit te bouwen.” Waar haal je je informatie vandaan? “De crisis begon en iedereen vroeg zich af of het ooit weer zou worden als het was. Ik besloot een boek te schrijven over hoe ik dacht dat het zou gaan worden. Er was toen vooral academisch onderzoek, maar geen verhalen die aansloten op de belevingswereld van een gemiddeld bouwbedrijf. Informatie verzamelde ik door praktisch onderzoek te doen en mensen te interviewen. Mijn eerste boek Van Yab Yum naar Dim Sum kwam in 2010 uit en werd meer dan 10.000 keer verkocht, omdat het voorspelde hoe de toekomst van de sector eruit zou komen te zien, met de bouwfraude nog vers in het geheugen. Ik begon lezingen te geven over toen nog onbekende thema’s als BIM, ketensamenwerking, 3D-printen, smart grids en lean bouwen. Wat ik doe is naar de wereld kijken en ontdekken en zien wat er in de onderstroom gebeurt. Als je die ontwikkelingen naar de bouwsector vertaalt gaat er een nieuwe wereld voor je open. Iedereen begrijpt bijvoorbeeld dat de bouw gaat digitaliseren, maar niemand weet nog hoe. In Studio Rap in Rotter­ dam hebben jonge startups een robot gemaakt die hout in alle maten kan zagen. Ze hebben ook een 3D betonprinter. Daar zijn ze niet uniek in, maar wat wel uniek is, is dat ze bushokjes gaan maken die ze voor de traditionele betonprijzen verkopen; de vorm krijg

je er gratis bij. Een school is lastiger dan een bushokje, maar over een aantal jaren gaat deze techniek ook voor complexere gebouwen werken.” Trek eens wat lijnen naar de toekomst? “Die onderstroom vertaal ik in een handelingsperspectief voor actoren binnen de sector; welke invloed hebben bepaalde ontwikkelingen voor jouw handelen en jouw bedrijf? Mijn laatste boek gaat over digitalisering en klantgerichtheid; ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd dat we steeds meer parametrisch gaan ontwerpen. Dat is de BIM van 2010. Nu nog onbekend, maar dat gaat veranderen. Ik kijk daarnaast vooral naar de structuur en rollen die partijen spelen. Wie gaat straks met wie samenwerken, wat zijn nieuwe verdienmodellen. De rollen van architecten en ingenieurs in de huidige vorm komen in mijn visie in de toekomstige structuur niet meer terug. Die gaan zelf risicodragend ontwikkelen, voor de maakindustrie werken of klanten helpen ontwerpen in systemen van de maakindustrie. Soms is iets niet leuk, maar dat wil niet zeggen dat het niet gebeurt. Om het te concretiseren heb ik samen met diverse partijen een filmpje ontwikkeld over het wonen in 2020 (zie: schooldomein.nl/wonen2020). Het laat zien dat de klant meer prosument wordt; omdat hij tegelijkertijd zowel als producent en consument actief is. De architect kan zich dan meer richten op de esthetische beleving, want de klant kan en wil niet alles zelf doen. Technisch gezien gaan we gebruik maken van evidence based design met een voortdurend hergebruik van kennis. We gooien nu nog steeds heel veel kennis en ervaring weg. Dat kan beter. Daar heb je intelligente systemen voor nodig, en die zijn beter in staat om ontwerpen te maken dan dat mensen dat op functioneel en technisch vlak kunnen. Artificial intelligence neemt toe, maar dat neemt niet weg dat vorm, design, kunst en beleving, dus de zaken die je echt raken, heel menselijk zijn en om een speciale expertise vragen. Ik kreeg een aantal boze reacties van architecten die bang zijn dat hun beroep wordt uitgehold. Kennelijk is er toch iets van angst bij die beroepsgroep, maar ik zeg niet dat een architect niet belangrijk is. Vorm wordt juist steeds belangrijker.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

7


daarbinnen hebben gebruikers veel ontwerpvrijheid. Als je dat doortrekt worden fabrieken straks volledig worden aangestuurd door digitale tekeningen, daar zitten geen mensen of rollen meer tussen. Dat betekent dat je gebouwen kunt neerzetten voor een fractie van de kosten die je nu hebt. In principe is alles wat exact is software-upgradable.”

ADV Je creëert betekenis door goede plekken te maken en met dat creëren zit je in het domein van de architect.” Hoe ver gaat digitalisering bij het veranderen binnen de sector? “Ik geloof in de Smart Industry. Smart Industry maakt het mogelijk dat productieprocessen efficiënter, flexibeler, duurzamer en meer op maat worden ingericht. Het gaat uit van het principe dat 10.000 keer een uniek product maken net zo veel kost als 10.000 keer hetzelfde. Dat kan door slimme inzet van ICT, waarbij machines onderling met elkaar verbonden zijn en intelligent worden aangestuurd. De systemen worden ook steeds slimmer, doordat gebouwen informatie aan systemen leveren. Daardoor worden ontwerpen nog beter en verloopt de productie nog efficiënter. Gebouwen worden steeds complexer en kunnen niet meer op traditionele manier worden geproduceerd tegen lage kosten en zonder fouten. We gaan nu naar de fase die lijkt op de Legolisering. Legolisering gaat uit van modulen die je samenvoegt. Een stap verder is dat je niet uitgaat van vooraf bedachte dingen maar de grenzen en de verhoudingen ten opzichte van elkaar in een systeem zet, die de opgave stuurt. Dat noemen we parametrisch ontwerpen. Parametrisch ontwerpen is het expliciet definiëren van parameters van objecten en het leggen van relaties tussen objecten. De correlaties in het systeem helpen om de juiste beslissingen te nemen. In het systeem staat bijvoorbeeld het bouwbesluit. Deze geeft informatie over de plafondhoogte in bepaalde situaties en dat bepaalt dan weer wat de mogelijkheid van andere keuzen is, zoals licht, binnenklimaat of inrichting. We hebben honderdduizend dingen waar we rekening mee moeten houden en als de uitersten in een systeem staan checkt dat systeem automatisch de relaties tussen veiligheid, binnenklimaat, toegankelijkheid en ook aspecten rond gezondheid, prestaties en beleving. Keuzen worden dus door het systeem gevalideerd en

8

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

“Systemen zijn beter in staat om ontwerpen te maken dan mensen op functioneel en technisch vlak”

Wat betekent dat voor de branche? “Systemen moeten gevuld worden en dat is geen sinecure. Het uitrekenen van een simpele constructie en dat in een systeem zetten kost tijd. Ik geloof daarom niet dat hoogopgeleide techneuten zonder werk komen te zitten. Welk softwarepakket van vijf jaar geleden is nog hetzelfde; we hebben steeds weer nieuwe kennis en ervaring nodig. Functies veranderen; een kantoor is niet meer alleen een werkplek, maar heeft ook als functie om samenwerking te bevorderen of de creativiteit te ontwikkelen. We gaan anders naar functies en de samenhang in de gebouwde en maatschappelijke omgeving kijken. Niet iedereen heeft die omslag in het hoofd gemaakt. De basis van heel veel dingen is ICT geworden, of we dat nu goed vinden of niet en daar ontstaan nieuwe spelregels bij, bijvoorbeeld rond privacy. De grootste uitdaging is de investering in de digitale systemen, dat zijn investeringen die miljoenen euro’s kosten. Dat is de uitdaging van de toekomst. Maar mensen blijven belangrijk. Creativiteit kan waarde toevoegen, maar ook de integrale kostprijs drukken. Denk aan nieuwe verdienmodellen. Traditioneel is een kostprijs wat het kost om iets te bouwen, maar dat is niet meer interessant. Denk aan een systeem voor multifunctioneel ruimtegebruik met een digitaal systeem waarbij mensen met een password kunnen inloggen en automatisch een factuur krijgen voor het gebruik. Schoonmaakkosten zijn interessanter dan bouwkosten, wat levert het op om alle vensterbanken uit het ontwerp te halen? Door zo te ontwerpen krijg je een efficiënter gebouw dat beter presteert en goedkoper in het gebruik is. En in hoeverre is een begrip als eigenaarschap nog interessant? Wat kunnen we leren van de airbnb ervaringen voor de bouwsector? Maar bedenk ook welke andere functies je aan bouwwerken kunt toevoegen. Met een telefoon kun je ook al lang niet meer alleen bellen. Zo zijn partijen al bezig met gratis wonen, waarbij het veel meer over de beleving en de facilities gaat. Daar wordt een prijs voor betaald en dat gaat ook over integratie van alles. Uit alle domeinen komt zoveel bruikbare informatie bij elkaar. Wie snapt wat allemaal samen komt en welke partijen daar een belang bij hebben grijpt de macht. Die stenen zijn niet meer zo spannend; het bouwen wordt een restpost van het organiseren van plek. Om te winkelen, te wonen, te werken en vooral te beleven.” Kijk voor meer informatie op www.marjetrutten.nl.


DEMEEUW MAAKT RUIMTE VO O R D E T O E KO M S T

DEMEEUW biedt ruimte. Jezelf kunnen ontplooien is essentieel om gelukkig te zijn. Daar heb je ruimte voor nodig. Ruimte die DEMEEUW je biedt. Letterlijk en figuurlijk. Met inspirerende concepten. Waarbij volledige herinzetbaarheid de grondslag is. Wij kijken verder. Vinden gebruik belangrijker dan bezit. Wij maken ruimte voor inspiratie. Maken ruimte voor ontwikkeling. Maken ruimte voor de toekomst. Wij zijn DEMEEUW. TOEKOMSTBOUWERS.

WWW.DEMEEUW.COM


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Mariska van Bruggen

Vlnr Otto Willemsen, André Wiesman en Remco Janssen

ENERGIEBESPARING SCHOOLGEBOUWEN ESSENTIUS

Rendement op alle niveaus Het schoolbestuur Essentius telt negen schoolgebouwen in de gemeenten Oude IJsselstreek en Aalten, waarvan zeven tussen de veertig en zestig jaar oud zijn. Als je dan wilt verduurzamen moet je het slim doen. Stafmedewerker huisvesting en innovatie en oud-directeur André Wiesman pakte het goed en vooral integraal aan.

A

an tafel van de Mariaschool in Ulft zitten naast André Wiesman ook Remco Janssen van DOORadvies en Otto Willemsen van Duurzaam4Life. André trapt af: “Ik keek voor een uitgebreide 0-meting eerst naar landelijk bekende partners, maar bedacht me dat we regionaal ook vast voldoende expertise hebben. Zo kwam ik bij Otto en Remco uit, waarbij Remco zich meer op het technische richt en Otto meer met de

10

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

organisaties werkt.” Remco: “Het gaat erom dat je mensen het inzicht geeft, zodat ze tot actie komen. Maar technische maatregelen zonder effect op het gedrag werkt ook niet.” Otto knikt: “Door organisatie en mens te helpen bewegen ontstaan de voorwaarden voor verduurzaming en dat leidt tot vanzelfsprekende verdienmodellen. En alles wat je niet uitgeeft aan het gebouw kan naar het onderwijs gaan.”


BESTUUR EN BELEID

0-METING Essentius gaf de lokaal betrokken ondernemers de opdracht om een 0-meting voor de zeven oude gebouwen op te stellen en al snel bleek dat de energiecontracten gemiddeld 30% te duur waren.” André: “Dat leverde al een eerste besparing op. Heel belangrijk in onze aanpak is dat we sommige zaken bovenschools regelen, maar dat elke school een eigen maatwerk plan van aanpak heeft, zodat de directeuren eigenaar van het proces zijn. Zo regelen we bijvoorbeeld alles rond verlichting bovenschools, omdat daar ook inkoop en kwaliteitsvoordeel meespelen. Hoe dichter je het bij de werkvloer houdt, hoe groter de kans op succes. Daarom is de directeur van de school ook de energiecoördinator en kan hij sturen op de gebouwafhankelijke component. De energiecoördinator neemt het team en de leerlingen mee op de energiereis om zoveel mogelijk besparing te bereiken. Nu zien ze dat duurzaamheid op verschillende manieren rendement oplevert door de combinatie van harde en zachte maatregelen.” BEÏNVLOEDEN GEDRAG André geeft een voorbeeld: “De gemeente heeft 6 jaar geleden op drie scholen voor anderhalve ton luchtbehandelingskasten op de daken gezet. Dat ziet er niet alleen lelijk uit, maar de scholen zetten ze uit omdat het comfort verslechterd is. We hebben een deskundige uitgenodigd om te kijken hoe deze situatie verbeterd kan worden. Wat blijkt; bij de aanbesteding zijn bezuinigingen doorgevoerd, waardoor er geen inbreng van warme lucht is in de winter. Dat irriteerde en mensen werden verkouden. Dat heeft zo zes jaar geduurd zonder enige vorm van nazorg vanuit degene die het heeft aangelegd. Een ander voorbeeld van niet integraal kijken is dat grote gasgestookte ketels in de tijd zijn vervangen door kleinere HR-ketels, terwijl de gasaansluiting niet is aangepast en dus onnodig veel

voor de aansluiting betaald wordt. Daarnaast is er nu inzicht in waar het verstandig is om te investeren en hoe dat zich terugverdient. Bijvoorbeeld LED verlichting, energie zuinige pompen en het afstellen van installaties. André: “Zo’n 0-meting legt bloot dat veel scholen niet weten hoe de installaties ingeregeld zijn. De installateur komt niet als er geen klachten zijn en de gemeente geeft subsidie en vindt dat het vervolgens bij de scholen ligt. Ontbrekend inzicht en klachten zijn vaak het gevolg.” Otto: “Onderwijsmensen zijn vaak niet technisch en technici zijn vaak niet onderwijskundig. Inzicht, overzicht en actie maken dat er succes wordt gehaald en duurzaamheid leuk wordt. Zo is nu de volgende stap dat we vanaf dit najaar een programma maken om groep zeven en acht mee te nemen op reis. We maken van hen kleine energieadviseurs zodat ze op school en thuis energie gaan besparen en werken aan de toekomst. We hebben het klimaatakkoord op een beeldende manier vertaald naar een praktische doe het zelf energie aanpak in zes lessen ondersteund met filmpjes en dat spreekt de kinderen echt aan. Op die manier ben je als mens en als organisatie aan het voorleven en niet aan het naleven. “Elkaar op een leuke manier aanspreken op gedrag met een competitie-element en als beloning bijvoorbeeld een reisje naar de Efteling.” TERUGVERDIENTIJD André ten slotte: “We kijken uiteraard ook naar de terugverdientijd van de investering. De zaken die we nu doen leveren op de korte en middellange termijn rendement op. Dat moet ook omdat onze gebouwenvoorraad relatief oud is. Daarom leggen we het energierapport over onze MJOP en bekijken we de maatregelen integraal en slim, waardoor natuurlijke momenten worden benut om energiebesparende maatregelen uit te voeren. Zo hebben we in de Mariaschool tijdens de renovatie alle verouderde plafonds vervangen door platen met akoestisch en warmte isolerende eigenschappen en tegelijkertijd overal ledverlichting aangebracht. Niet iedere directeur heeft affiniteit met de MJOP en dan is het prettig dat iemand integraal en onafhankelijk over de schouder meekijkt. Door de 0-meting krijg je op elke school inzicht waar kansen liggen om energie te besparen en hoe je die kunt koppelen aan andere maatregelen. Op landelijk niveau is de ‘Subsidie extern advies verduurzaming scholen’ van kracht, waarbij je 50 % subsidie krijgt op de inhuur van adviseurs. Als Essentius waren wij al onderweg voordat de subsidieregeling van kracht werd. We zien dat als je het goed aanpakt je een andere dynamiek voor gebouwenbeheer voor bovenschoolse managers en schooldirecteuren krijgt. Door alle scholen zo aan te pakken en de mensen te betrekken, werken we naar een strategisch huisvestingsplan wat ingebed is in de praktijk. Zo ontstaat er een vliegwieleffect.” Neem voor meer informatie contact op met andre.wiesman@kpn-

André Wiesman: “In ons traject naar de kinderen en gebruikers hebben we op 7 scholen zonnepanelen geplaatst om naast een deel opbrengst, ook de educatieve aspecten te ondersteunen.”

Meest aantrekkelijke maatregelen · Energie-inkoop en aansluiting · Ledverlichting · Energiezorg · Optimaliseren verwarmingssysteem · Aanwezigheidsdetectie · Circulatiepomp vervangen door een modulerende en vraaggestuurde pomp · Isolatie van verwarmingsleidingen · Klok op de boiler · Luchtbehandeling afstellen

planet.nl of kijk op www.DOORadvies.nl of www.Duurzaam4Life.com.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

11


KORT NIEUWS Xxxx

Platform Onderwijs & Facilitair Nieuwe vakdagen voor facilitair management in het onderwijs

O

p 4 en 5 oktober 2017 zal in De Loods in Nijkerk de beurs Platform Onderwijs & Facilitair (POF) plaatsvinden. Het vakevenement is gericht op de facilitaire kant van het onderwijs. De bezoekersdoelgroep wordt gevormd door (midden)kader, directie en bestuur van scholen. Elk type school komt daarbij aan bod: Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, MBO, HBO en WO. De dagen in oktober zijn er erop gericht om leveranciers in contact te brengen met directies,

gemeentes, facility- en ICT-managers uit het volledige onderwijsveld. Het evenement is gebaseerd op 8 deelgebieden: Huisvesting, Catering,
Inrichting, Schoonmaak, Schoolomgeving, ICT & Multimedia,
Document­ beheer,
Veiligheid en beveiliging. De aankondiging van het evenement vond plaats tijdens de in januari gehouden beurzen NOT en Facilitair. “Blijkbaar voorziet dit initiatief in een al

jaren bestaande behoefte, want het aantal positieve reacties van zowel de aanbod- als de vraagkant heeft ons aangenaam verrast,” aldus Marco van de Wetering van het organiserende Beurskantoor. POF 2017 is een tweedaagse vakbeurs voor bovenstaande bezoekersgroepen.
 Binnen een volledig ingerichte beurs is er ruimte gepland voor het houden van kennisinhoudelijke sessies en individuele presentaties en demon­ straties. Bedrijven worden op die manier in staat gesteld hun kennis en bedrijfsvisie over een specifiek vaksegment over te dragen. Bij de opzet en inhoud van de Vakdagen wordt nauw samengewerkt met onder meer Schooldomein. Inmiddels heeft een groot aantal andere partijen zich achter dit initiatief geschaard. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van POF 2017, telefoon 0342- 712010, e-mail: pof2017@hetbeurskantoor.nl. Of kijk op www.pof-online.nl.

PPS light project, MFC Atria te Leusden

PPS light project, brede school te Joure

PPS light project, SO/VSO De Zonnewijzer te Heerlen

Samen met Pellikaan creëert u een perfecte omgeving voor recreëren, werken en leren

Voor meer inspiratie bezoek www.pellikaan.com of bel ons op 013 465 76 00

12

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

D&B project, Hilfertsheem-Beatrix en Da Costa te Hilversum


Kort nieuws

Column

4e Gymnasium wint publieksprijs Nederlandse Bouwprijs 2017

H

Foto: Sónia Arrepia

et 4e Gymnasium heeft onlangs bij de uitreiking van de Nederlandse Bouwprijs 2017 de publieksprijs gewonnen. Naast de overtuigende winst van de publieksstemming was ook de jury lovend over de hoge ambities ten aanzien van het energie­ neutrale karakter van het gebouw en karakteriseert de school in het juryrapport als ‘een voorbeeld van de nieuwe generatie onderwijsgebouwen’.

Het 4e Gymnasium, ontworpen door Paul de Ruiter Architects, gaat mee in de duurzame ambitie van de Houthavens, het voormalige industriële gebied dat tot het eerste energieneutrale stadsdeel van Amsterdam wordt getransformeerd. De school biedt naast de kwaliteiten van een modern Gymnasium bijzondere faciliteiten voor kunstzinnige en culturele vormgeving voor 800 leerlingen. Zo zijn er buiten de reguliere leslokalen om ateliers, een filmzaal, een theater en laboratoria aanwezig.

Herkenbaar en verbindend De gevel van het nieuwe schoolgebouw heeft een herkenbaar karakter door de geel-, oranje- en roodkleurige korrels, omgeven door een zonwerend houten kader. In een deel van de voorgevel is interactieve led-verlichting opgenomen die door de leerlingen kan worden geprogrammeerd voor teksten of filmpjes. De bovenste verdieping maakt door de aluminium invulling een zichtbaar onderscheid tussen de leer- en werkruimten en het sportzalencomplex op de bovenste verdieping. De jury spreekt in het bijzonder over de opvallende separate ingang voor het sportzalencomplex, waar buurtbewoners en sportverenigingen buiten schooltijden gebruik van mogen maken. Dit markeert de functie van de school als herkenbare en verbindende factor van het nieuwe stadsdeel. In Schooldomein 1 van deze jaargang stond een uitgebreid artikel over het 4e Gymnasium. Lees het op schooldomein.nl/4egymna­ sium. Bij de ontwikkeling van de prijswinnende school waren ook de Schooldomein-partners bbn adviseurs (bouwkosten) en Vanerum (inrichting meubilair en audiovisueel) betrokken.

TOEKOMSTBESTENDIG ONDERWIJS Het motto van deze editie van Schooldomein is ‘Mooi en Toekomstbestendig’. Waar dit bij het ontwerpen van schoolgebouwen met hoofdletters geschreven wordt, is het de vraag of dit een logische combinatie is voor hetgeen in die gebouwen gebeurt. Mijn keuze is het om na te denken over ‘toekomstbestendig’. Bij vakbekwame en gemotiveerde leraren die werken in een eigentijdse leeromgeving, is het onderwijs voor de leerlingen bijna vanzelfsprekend ‘mooi’. Is de VO-raad brief ‘gelijke kansen in het onderwijs’ een aanzet voor dit ‘toekomst­ bestendig onderwijs’ of een echo uit het ‘middenschool’ en ‘basisvorming’ verleden? Herziening van het eerste schooladvies na groep 8 basisonderwijs, door een tweede advies na leerjaar 2 voortgezet onderwijs is een mooie gedachte die de één met weemoed doet terug kijken en de ander al jaren aan het eind van de ‘onderbouw’ praktiseert. Wellicht door de voorbeelden die in de media voorbij kwamen, ontstond een beeld dat kansengelijkheid en het hoogst mogelijke onderwijsniveau wel wiskunde, Nederlands en Engels betreffen, maar geen mechatronica, timmeren en sociale vaardigheden. Goed be­ schouwd vraagt ook deze brief om beweging binnen het stelsel, maar geen ander stelsel. Centraal blijft dus de vraag of het stelsel voldoende ruimte laat voor toekomstbestendig onderwijs. In het bedrijfsleven zijn er eigen ervaringen met de toekomstbestendigheid van onderwijs en opleiden. Ogenschijnlijk haaks op de mainstream: de bedrijfsschool. Jarenlang een ver­ dwijnend of gemarginaliseerd verschijnsel, waarbij slechts de sterksten overbleven. Inmid­ dels is de bedrijfsschool weer toe aan een revival en onderdeel van het beroepsopleidin­ gen-bouwwerk. Een mooi voorbeeld is de Academy Tata Steel in Velsen. Half binnen, half buiten het onderwijsbouwwerk gaan technisch bedrijfsleven en onderwijs hier samen. Eén van de fascinerende opleidingstrajecten die niet vergeten moeten worden wanneer we over het stelsel nadenken. Een vrijwel vergeten aspect van toekomstbestendig onderwijs is de inzet van de vele vrijwilligers. Het beeld bestaat dat in de eerste plaats de minister en haar staatssecretaris, kamerleden, bestuurders en adviseurs het fundament van het onderwijs bepalen. Gelukkig worden ook de onderwijsgevenden in toenemende mate herkend als degenen die het onderwijs bouwwerk dragen. Echter één pijler blijft veelal onvermeld, te weten de vrijwilliger. Met name in het primair onderwijs zijn onbezoldigde vrijwilligers onmisbaar om het onderwijs zowel ‘mooi’ als ‘toekomstbestendig’ te laten zijn. De mr-leden, voorleesmoeders en -vaders, kind-begeleiders van ‘statushouders’, toe­ zichthoudende pauze-wachten, museumbezoek-begeleiders en meedenkers-op-beleids­ avonden zijn de ongenoemde schakel tussen school en maatschappij. Deze informele medewerkers in het onderwijs staan vaak dichter bij maatschappelijke ontwikkelingen die richtinggevend zijn voor het onderwijsstelsel waar de beleidsadviseur, bestuurder en overheid naar zoekt. Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

13


Tekst Sibo Arbeek en Matthijs de Boer

STAD ALS SCHOOL, SCHOOL ALS STAD

Interactie (v)mbo en de stad Het bureau mdbs heeft in samenwerking met atelier PRO en ondersteuning van het stimuleringsfonds creatieve industrie een ontwerpend onderzoek gedaan naar de interactie tussen (v)mbo onderwijs en de stad. Een belangrijke conclusie: de ontmoeting is de bestaansreden van de stad en in toenemende mate ook van het schoolgebouw.

I

nitiatiefnemer Matthijs de Boer van mdbs licht het doel van het onderzoek toe: “Scholen voor beroepsonderwijs ontwikkelen zich als open leeromgevingen. De school wil de stad naar binnen halen en zich tegelijkertijd buiten het gebouw in de stad manifesteren. Hoewel het percentage lesuren op de school versus dat op de praktijkplek tamelijk constant is, voorzien we toch dat leren op een echte werkplek steeds belangrijker wordt. Inspelend op de revival van de kleinschalige, hoogwaardige maakindustrie in de steden zoeken de MBO’s en

14

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

ROC’s nadrukkelijker de bedrijvigheid op. Scholen zullen zich in de nabijheid van relevante bedrijven vestigen en ze streven naar een zekere mate van ruimtelijke integratie in gebieden met een gemengd programma en een dynamisch karakter. Het gebouw is daarbij richtinggevend voor de veranderingen in het onderwijs. Het onderzoeksteam heeft zes (v)mbo-scholen en locaties onderzocht, evenals drie casestudies in de Rotterdamse context. Het onderzoek beschrijft de aanpak en resultaten, gelardeerd met uitspraken van betrokken docenten,


BESTUUR EN BELEID studenten, bestuurders en ondernemers. Bijvoorbeeld die van programmadirecteur Jouke Goslinga van het Havenbedrijf Rotterdam: “Onze rol is zorgen voor verbinding en kruisbestuiving, met het onderwijs als trekker/pionier en het Havenbedrijf als verantwoordelijke voor de hardware.” Ook een mooie is die van onderwijsdirecteur Peter Otting van ROC Albeda: “Het gebouw moet toegankelijk zijn en een sfeer uitstralen waarvoor je elke dag om 6.15 uur je bed uit wil komen. De school heeft een open karakter met veel glas, maar vreemden zonder begeleiding komen er niet in.” DRIE TYPEN GEBOUWEN Binnen het onderzoek worden drie typen onderscheiden; de ‘netwerkschool’, de ‘buurtschool’ en de ‘scholencampus’. De netwerkschool gebruikt vrijwel alle ruimte voor het onderwijs en er worden in het gebouw weinig aanvullende stedelijke functies voorzien (zodat deze slechts kan functioneren in een netwerk dat die voorzieningen biedt in de omgeving). De buurtschool voorziet in een klein aantal stedelijke functies. Daarbij is de school een op zichzelf staande organisatie die op verschillende manieren de verbinding aangaat met de stad, via winkels, kantoren, horeca en expositieruimtes. De scholencampus is een integrale gebiedsontwikkeling, waar verschillende partijen samen een schoolomgeving vormgeven en waarbij er een grote interactie is tussen de stad en de school in een bepaald gebied. Het onderzoek levert aanbevelingen op die gebruikt kunnen worden bij de locatiekeuze en die als basis kunnen dienen voor het stedenbouwkundige en architectonische ontwerp van de school en de locatie. Interessant zijn de conclusies die na het onderzoeken van de scholen getrokken worden, zoals: • zowel studenten als schoolleiding vinden een goede locatie belangrijk • scholen hebben belang bij een goede integratie van stedelijke programma’s • het schoolgebouw is belangrijk als thuishaven en als uitvalsbasis voor studenten. Matthijs: “Wij zien dat de invloed van de gemeente niet altijd goed geregeld is. Zo is een goede locatie-

“Voorkom dat scholen op perifere locaties worden gebouwd, waar de interactie met de stad gering is”

keuze een gedeeld belang voor zowel de gemeente als het schoolbestuur. Daarnaast kan een school echt een bijdrage leveren aan de kwaliteit en vitaliteit van de omgeving. Betrek daarom zowel het stedenbouwkundig als het architectonische ontwerp vroeg in het planproces. In elk geval is het nuttig om vooraf een ontwerpend onderzoek uit te laten voeren om (on) mogelijkheden van een locatie in beeld te brengen en bespreekbaar te maken. Belangrijk is dat partijen moeten voorkomen dat scholen en clusters op perifere locaties worden gebouwd, waar de kans op interactie met de stad gering is.” VISIE OP HET PLANPROCES Volgens Matthijs vraagt het krachtenspel tussen vele belanghebbenden om professionele en vooral ook creatieve ondersteuning op het juiste moment: “Om die reden zou het goed zijn wanneer de architect al voorin het proces wordt betrokken. Dus al bij de locatiekeuze en niet pas in het stadium van de aanbesteding; onderwijsgebouwen kunnen hun mogelijke rol als katalysator in gebiedsontwikkeling alleen optimaal vervullen wanneer de rollen van de creatieve disciplines goed in het planproces zijn verankerd. Daar laten we kansen liggen.” MENING STUDENTEN Studenten van ROC West-Brabant hebben meegedacht. Zo vinden zij een veilige en fietsvriendelijke route naar de school belangrijk. Stedelijke voorzieningen rond het gebouw die weinig aansluiting hebben dragen niet bij aan een gewenste verbinding. Studenten hechten veel waarde aan formele en informele ontmoetingsplekken. Dat kan zowel binnen als buiten de school zijn. Studenten willen graag meer externe projecten, om te kunnen proeven aan de latere beroepspraktijk. Samenwerking met andere voorzieningen, zoals een theater, een popodium of een bioscoop wordt gewaardeerd.” In een aantal teams is binnen het onderwijs gewerkt aan het uitwerken van aanbevelingen die via symbolen zijn verduidelijkt. Zo zijn er symbolen gebruikt voor het gebouw, de buitenruimte, het programma, de bereikbaarheid en de sociale inbedding. Matthijs ten slotte: “Het project heeft geleid tot een typologie van schoollocaties op basis waarvan betere keuzen kunnen worden gemaakt voor de plek in de stad, het architectonische programma van eisen en het proces bij het ontwikkelen van de huisvesting.” ICSadviseurs en Schooldomein hebben als deskundigen mede bijgedragen aan het onderzoek. Het onderzoek ‘stad als schoolschool als stad’ is te downloaden via mdbs.nl/projecten/stad-alsschool,-school-als-stad. Dit is een project van mdbs in samen­ werking met atelier Pro en tot stand gekomen met ondersteuning van het stimuleringsfonds creatieve industrie. Voor meer informatie of ondersteuning bij de locatiekeuze, stedenbouwkundige inpassing en ontwerp zie www.mdbs.nl of mail naar info@mdbs.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

15


Tekst Rianne Kofman

VAN REACTIEVE RESPONS NAAR PROACTIEVE PREVENTIE

Beveiligen? Geen uniform maar mindset! Hoe meer dikke muren, camera’s en bewakers, hoe veiliger we denken dat het is. We denken nog traditioneel waar het security betreft en dan hebben we het vaak over diefstal en inbraak. Het doel is om proactief potentiële dreigingen te signaleren. Daarbij is de alerte mens in zijn omgeving de beste beveiliger die er is.

“Statistisch gezien is de kans dat een school te maken krijgt met schoolgeweld groter dan dat er een brand uitbreekt”

16

M

SCHOOLDOMEIN

ark van den Wijngaard is veiligheidsspecialist bij Securitas; een organisatie die Integrale veiligheidsoplossingen binnen alle segmenten biedt. “Zelf heb ik een achtergrond bij defensie en ben geschrokken van de manier waarop organisaties veiligheidsconcepten en -strategieën ontwikkelen en uitvoeren. Om een organisatie te beveiligen is het verstandig om antwoorden te vinden op drie vragen. Wat wil ik beveiligen? Wie zijn onze tegenstanders? Hoe gaan ze te werk? Van buiten naar binnen in plaats van andersom.” Volgens Van den Wijngaard is veiligheidswetgeving in het onderwijs vooral gericht op safety- en Arbo issues. Hoe te handelen bij een brand bijvoorbeeld? En hoewel

maart 2017

er in het middelbaar onderwijs aandacht is voor sociale veiligheid waaronder agressie en pesten, is er in de hele sector nauwelijks oog voor actuele securityrisico’s en het opzettelijk onwettig handelen van mensen. RADICALISERING EN POLARISATIE Actuele veiligheidsthema’s zoals cybercriminaliteit, economische spionage, identiteitsfraude, radicalisering, polarisatie, extreem schoolgeweld, diefstal van intellectueel eigendom en examenfraude zijn onderwerpen die ook spelen in onderwijsinstellingen: “Wetgeving hoe hiermee om te gaan, is er echter nauwelijks. De verantwoordelijkheid ligt bij de scholen zelf.” Volgens de veiligheidsspecialist is het tijd om de ogen


BESTUUR EN BELEID te openen. “Statistisch gezien is de kans dat een school te maken krijgt met extreem schoolgeweld groter dan dat er een brand uitbreekt”, zegt hij. “Het fenomeen school shooting is overgewaaid uit Amerika. Er zijn al incidenten geweest in Denemarken en in Duitsland. Ook in Nederland zijn via social media extreme acties aangekondigd en gedeeld.”

len worden vaak gedwongen commerciële keuzes te maken ten koste van de veiligheid. Dat houdt in dat ze inzetten op een open omgeving met zo min mogelijk beveiligingsmaatregelen. Het resultaat is dat instellingen soms zo open zijn dat toegangscontrole ontbreekt, er weinig toezicht is en medewerkers en studenten niet zijn voorbereid op incidenten.”

ADEQUAAT REAGEREN Als zich in Nederland een extreem geweldsincident op een school voordoet weet bijna geen enkele school­ instelling daar adequaat op te reageren, vreest Van den Wijngaard. “Bij een brand of ongeluk zetten we de ontruimingsinstallatie aan en gaan we met z’n allen naar buiten. Maar als iemand zoveel mogelijk slachtoffers wil maken met een slag-, stoot-, steek- of vuurwapen dan is dat het laatste wat je moet doen. In dat geval zal

ONZICHTBARE MAATREGELEN Toch is het mogelijk zelfs in het spanningsveld tussen open en veilig effectief te beveiligen. Door te investeren in onzichtbare maatregelen. Van den Wijngaard: “De sector kan zich wapenen door beter samen te werken: intern, met ketenpartners en veiligheidsdiensten. Door een sterke informatiepositie te creëren en te investeren in sociale controle. Onderwijsinstellingen moeten minder denken in risico’s, maar acteren op dreiging en afwijkende signalen monitoren die verwijzen naar een mogelijke dreiging.” PATHWAY TO VIOLENCE Sociale controle op scholen is volgens Van den Wijngaard belangrijker dan ooit. “Door te letten op afwijkend gedrag, kun je incidenten voorkomen. Jongeren in de puberleeftijd zijn beïnvloedbaar, het is een belangrijke doelgroep voor bewegingen als IS. Daarnaast zijn jongeren gevoelig voor pesten en uitsluiting. Het zou goed zijn als onderwijsinstellingen zich verdiepen in the pathway to violence. Oftewel: welk traject legt iemand af voordat hij geweld toepast? Alles begint bij gedrag.” Naast het signaleren van afwijkend gedrag is het belangrijk om ICT-afdelingen te betrekken en te monitoren welke websites worden bezocht door studenten. Zijn dat extremistische of radicale sites dan zijn dat signalen waar je wat mee kunt als school.

er op eigen inzicht gevlucht moeten worden of in het ergste geval jezelf opsluiten (lockdown).” Hoewel in het buitenland lockdown procedures zijn doorgevoerd, is dat in Nederland niet het geval. Een gemiste kans, vindt Van den Wijngaard. Zeker omdat de procedure nodig is als de politie in het kader van de AMOK-procedure de taak heeft een gewapend persoon zo snel mogelijk uit te schakelen. Op zo’n moment mag niemand in de weg lopen.’ INBREUK OP IMAGO Volgens Van den Wijngaard is het imago een van de problemen waar scholen tegenaan lopen als het gaat om investeren in beveiligingsmaatregelen. “Scho-

MELD- EN INFORMATIESTRUCTUUR Om afwijkend gedrag succesvol vast te leggen moet vooraf een meld- en informatiestructuur worden ingericht, zodat een afwijkende situatie makkelijk kan worden gemeld en opgevolgd. Dit stelt de organisatie bovendien in staat om data te verzamelen waaruit patronen en afwijkingen zijn af te leiden. Communicatiemiddelen zoals apps kunnen helpen afwijkend gedrag vast te leggen. Volgens Van den Wijngaard is het goed om te beseffen dat álle lagen van de organisatie, van schoonmaker, directie tot docent bij de veiligheid op school worden betrokken. Want hoewel securitybeleid op het hoogste niveau moet worden besproken, is de inzet van medewerkers ontzettend belangrijk: “Er zijn docenten die zeggen: ‘Ik ben docent en niet verantwoordelijk voor beveiliging.’ Maar dat is niet meer hoe de wereld in elkaar steekt. Uiteindelijk heeft iedereen die afwijkend gedrag signaleert de verantwoordelijkheid daar iets mee te doen. Een sterke informatiepositie krijg je alleen door alle ogen en oren aan elkaar te koppelen.”

SCHOOLDOMEIN

Voor meer informatie surft u naar www.securitas.nl/ 4D-beveiligen. Een bijzonder inspirerend filmpje rond veiligheid vindt u op schooldomein.nl/ veiligheid.

maart 2017

17


Tekst Hidde Benedictus en Jan Willem van Kasteel

VRAGEN AAN DE POLITIEK

Onderwijshuisvesting geen prioriteit? Met de verkiezingen in aantocht komen vele thema’s aan bod. Opvallend uit een analyse van de speerpunten in de programma’s van de belangrijkste partijen rond onderwijs is dat de onderwijshuisvesting niet aan bod komt. Dat terwijl er behoorlijk veel aandachtspunten zijn. Het Platform Onderwijshuisvesting (POH) zet de belangrijkste op een rijtje.

H

et Platform Onderwijshuisvesting is een branche-vereniging voor adviesbureaus die zich bezighouden met onderwijshuisvesting. Als adviesbureaus zien we dagelijks de effecten van het bekostigingsstelsel en de staat van de gebouwen. Wij publiceren hier regelmatig over en stemmen af met overheid en belangenorganisaties voor onderwijs en maatschappelijk vastgoed. Doel is professionalisering van het vakgebied en verbeteren van de omstandigheden. Met deze vragen aan woordvoerders PO/VO/MBO van de Vaste Kamercommissie Onderwijs hopen we als branchevereniging de politiek te prikkelen in aanloop naar de landelijke verkiezingen.

“Onderwijshuisvesting komt niet aan bod in de programma’s van de partijen”

OUDE SCHOOLGEBOUWEN Onderwijshuisvesting draagt bij aan een goede leeromgeving. De kwaliteit van de onderwijshuisvesting behoeft verbetering op het gebied van duurzaamheid, binnenklimaat en aanpassingen op het gebied van onderwijskundige ontwikkelingen. Een groot deel van de bestaande gebouwen is sterk verouderd. De gemiddelde leeftijd van schoolgebouwen in Nederland is 40 jaar. Het recente rapport van de Algemene Rekenkamer toont deze bevindingen klip en klaar aan. Scholen zijn verantwoordelijk voor de instandhouding/ onderhoud van de gebouwen, maar met een gemiddelde leeftijd van de gebouwen van 40 jaar wordt dit steeds lastiger. Daarnaast vraagt modern onderwijs ook een actueel gebouw dat meebeweegt met de onderwijsvisie. Wat vindt uw partij van deze situatie en welke veranderingen in regelgeving zouden we op dit vlak van uw partij de komende vier jaar mogen verwachten? RENOVATIE Onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor de instandhouding van de huisvesting. Grondige reno-

18

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

vatie en daarmee hergebruik van bestaande schoolgebouwen is in veel gevallen goed mogelijk en is een duurzaam alternatief voor nieuwbouw. Scholen en gemeenten staan bij dit vraagstuk veelvuldig tegenover elkaar omdat de regelgeving niet in (levensduur verlengende) renovatie voorziet en onduidelijk is wie welke kosten dient te dragen. Vastleggen van goede afspraken over renovatie in de gemeentelijke verordening brengt gemeente en schoolbesturen een stap verder. Hoe zou volgens uw partij de oplossingsrichting voor dit vraagstuk eruitzien? BEKOSTIGINGSSTELSEL Het bekostigingsstelsel voor onderwijshuisvesting (zowel de investering als de exploitatie) is verouderd. Scholen hebben een exploitatietekort en gemeenten kunnen de toenemende eisen ten aanzien van nieuwbouw niet voldoende bekostigen. Er is dus een grote achterstand in de vervangingsvraag van de huisvesting. Een impuls in de vernieuwing van de voorraad onderwijshuisvesting kan een impuls betekenen voor de bouw, kan een stimulans zijn om verder te verduurzamen en een forse slag zijn voor het verbeteren van het binnenklimaat van scholen, waarmee de werkplek voor docenten weer aantrekkelijker wordt. Wat vindt uw partij van deze situatie en welke maatregelen zouden we kunnen verwachten van uw partij? Hoe denkt u eventuele benodigde investeringen te financieren? INTEGRATIE KINDEROPVANG Een trend is op dit moment de verdere samenwerking tussen scholen en (eigen) kinderopvang organisaties, om kinderen inhoudelijk beter te bedienen. Volledige integratie van educatie en opvang voor 0-12-jarigen is vanwege wetgeving nog lastig. Evenals het vormen van


BESTUUR EN BELEID

een verlengde basisschoolperiode voor kinderen die dat nodig hebben. Voor het bevorderen van ontwikkelkansen voor kinderen is een meer hechte samenwerking tussen opvang en basisonderwijs een pré. Hoe kijkt uw partij aan tegen deze ontwikkelingen en wat zou u willen doen om deze integratie te versnellen of beter te faciliteren? KRIMP Grote delen van het land hebben te maken met ontgroening en vergrijzing. Krimp betekent voor regio’s een complexe puzzel op het gebied van aanbod van kwalitatieve (basis)voorzieningen en de leefbaarheid in een gebied, of binnenstedelijk in een wijk. Beperken van het aanbod kan leiden tot verdere migratie uit deze gebieden van jonge ouders, hetgeen voor werkgevers en bedrijven kan betekenen dat zij zich niet gaan vestigen in een gebied zonder voorzieningen, met als gevolg verdere daling van de bevolking in de regio. Tevens legt een aanzienlijke terugloop in leerlingen ook druk binnen de organisatie om diversiteit aan onderwijsaanbod te voorzien en goed passend onderwijsvorm te geven. Wat moet er naar uw idee gebeuren in krimpregio’s om een kwalitatief goed aanbod te kunnen blijven bieden en zo de leefbaarheid in deze regio’s te behouden of te versterken? BEROEPSONDERWIJS De vergrijzing zorgt voor een vergrote vraag naar vakmensen en mensen die in de zorg willen werken. Tegelijkertijd wordt het werken in de techniek en in

de zorg als minder aantrekkelijk ervaren. Kinderen kiezen niet direct voor een opleiding in die richting in verband met het (verwachte) toekomstperspectief. Dit leidt, zeker bij een weer aantrekkende economie, tot een groot tekort aan vakmensen. Wat doet uw partij de komende vier jaar concreet om meer leerlingen voor techniek en de zorg te laten kiezen? Wij zullen de beantwoording van de vragen delen via het Platform Onderwijshuisvesting, via Schooldomein en willen dit als input nemen voor de Bootcamp ‘toekomst onderwijshuisvesting’ op 12 april a.s. waarin diverse belangenorganisaties met elkaar verder in gesprek gaan. Voor verdere achtergrondinformatie verwijzen wij u naar de onderstaande links. • Algemene Rekenkamer - Schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs: de praktijk gecheckt: rekenkamer.nl/onderwijshuisvesting • Rijksoverheid - Kamerbrief over evaluatie materiële instandhouding PO: schooldomein.nl/kamerbrief-emi-po • Huisvestingsvoorstel VNG, PO-raad, VO-raad: schooldomein.nl/huisvestingsvoorstel • Vernieuwing beroepsgerichte programma’s vmbo: vernieuwingvmbo.nl Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan Willem van Kasteel van ICSadviseurs: 06–2257 8712 of janwillem.van. kasteel@icsadviseurs.nl, die namens het Platform Onderwijs Huisvesting de coördinatie van dit onderwerp verzorgt.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

19


Mooi

en toekomstbestendig

KBS De Heeswijk, Montfoort – De Meeuw

Mooi en toekomstbestendig is het thema van deze Schooldomein. Maar gaat dat wel samen? Is de wens toekomstbestendig te bouwen niet een beperking voor fraaie architectuur? Of is schoonheid juist een voorwaarde voor toekomstbestendig bouwen? Hoe denken onze experts erover?

Dickie Gunning

DICKIE GUNNING 1. De vraag is of mooi relevant is. De mooiheid of de schoonheid van een gebouw hebben naar mijn mening geen enkele

20

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

relatie met de toekomstbestendigheid van een gebouw. Dit nog even los van het feit dat ‘schoonheid’ een relatief begrip is. Belangrijker is de vraag wat een toekomstbestendig gebouw is. Een toekomstbestendig gebouw is een gebouw dat nu en in de toekomst een waardevolle functie kan vervullen voor onderwijs, maar ook voor andere maatschappelijk-culturele doeleinden. Deze vooruitziende blik op de toekomst van het (onderwijs)gebouw vraagt om twee aandachtspunten: · Het gebouw heeft een structuur waarin veranderingen in het gebruik eenvoudig, met minimale aanpassingen, kunnen worden vertaald naar veranderingen in het gebouw. Dit vraagt om een robuuste draagstructuur. · Het gebouw heeft een duidelijk herkenbare identiteit. Dat hoeft niet per se een gebouw te zijn dat iedereen mooi vindt,

zolang het gebouw maar ‘smoel’ heeft. Het moet herkenbaar zijn in een buurt, de mensen in de stad kennen het door zijn kenmerkende signatuur. Schoolbesturen hebben soms grootse plannen met de bouw van een hippe, trendy school met als achterliggende gedachte dat een gebouw met een ultramoderne uitstraling extra leerlingen zou trekken. We zien dat schoolbesturen sommige van deze gebouwen na 15 jaar al willen laten vervangen, simpelweg omdat hun gebouw dan al hopeloos gedateerd is. 2. Toekomstgerichte gebouwen moeten vooral op een goede plek staan, waardoor er nu en in de toekomst voldoende gebruikers zullen zijn. In het hart van een buurt, op een goed ontsloten en zichtbare plek. Aanpasbaarheid is goed bedoeld en zeker ook noodzakelijk, maar er wordt vaak te ge-


INNOVATIELAB DE STELLINGEN

1. 2. 3. 4.

Mooie gebouwen zijn vaak niet toekomst­ bestendig Toekomstgerichte gebouwen moeten vooral aanpasbaar zijn Een mooi gebouw leidt eerder tot tevreden gebruikers en is daarom toekomstgericht Toekomstbestendig denken past niet meer in deze tijd

DEELNEMERS • Dickie Gunning - Hoofd Onderwijshuisvesting Gemeente Amsterdam · •F reek de Kort en Justin Smith - accountmanagers Onderwijs & Overheid – De Meeuw Toekomstbouwers • Alfons Hams - Spring architecten

IKC de Spiegel, Zaandam – Spring Architecten

makkelijk over gedacht. Hierdoor word je in de praktijk geconfronteerd met allerlei knelpunten. In een nieuwe woonwijk hebben wij 15 jaar geleden een dependance gebouwd die vooraf ingedeeld is in 8 (toekomstige) woningen. Een enorm onpraktisch gebouw aangezien er werd ingespeeld op de mogelijk latere woonfunctie. Doelbewust werd er ingeleverd op de huidige functie van de school. Hoofdgedachte was dat we de school na de eerste leerlingenpiek van 8 jaar lekker eenvoudig konden ombouwen tot deze 8 woningen. Heel duurzaam gedacht. Maar de aanwas van leerlingen stopte niet. Nu blijkt dat we het gebouw nog zeker 20 jaar als school moeten inzetten. De voorbedachte aanpasbaarheid gaat daarbij dus niet meer op. Aanpasbaarheid kan dus niet voor functionaliteit gaan. 3. ‘Als je iets mooi vindt, gaat het vaak snel vervelen!’ aldus Rem Koolhaas laatst in de Volkskrant. Dat wil niet zeggen dat we dan maar ‘lelijke’ gebouwen moeten gaan neerzetten. Neemt niet weg dat de tevredenheid met mooie, nieuwe gebouwen vaak oppervlakkig is en van korte duur. Een

wat diepere relatie van gebruikers met het schoolgebouw is een stuk toekomstbestendiger. Het zijn net mensen, onze school­ gebouwen. Een gebouw waar de gebruikers trots op zijn – leraren én leerlingen - leidt tot tevredenheid en tot ‘eigenaarschap’. Eigenaarschap is de sleutel tot succesvol gebruik en beheer. 4. Juist wel! We moeten alleen niet de illusie hebben dat we de toekomst kunnen voorspellen en alles exact kunnen invullen. We moeten leren leven met het onbekende en niet willen anticiperen op iets wat in de toekomst mogelijk gaat gebeuren. Dus investeren in een robuust gebouw met smoel op een goede plek. Natuurlijk kun je zeggen dat we in Amsterdam makkelijk praten hebben. Als een schoolgebouw niet meer nodig is, staan er altijd mensen in de rij om er iets leuks mee te doen. Maar ook wij hebben voorbeelden van gebouwen die minder succesvol waren. Gebouwen waar de goede bedoelingen en enorme inzet vanaf dropen, maar die uiteindelijk resulteerden in een niet altijd zaligmakend compromis. Die valkuil blijft altijd aanwezig.

Justin Smith

FREEK DE KORT EN JUSTIN SMITH 1. Deze stelling gaat alleen niet op voor monumenten welke reeds eeuwen in het beeld van hun omgeving passen. Hedendaagse gebouwen moeten de processen ondersteunen en reflecteren aan wat een organisatie op dat moment wil uitstralen. De tendens is dat dit na 10 tot 20 jaar weer gewijzigd is en het gebouw niet meer bij de organisatie past. 2. De eisen die worden gesteld aan gebouwen veranderen steeds sneller. Daarnaast

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

21


uit zal zien en dus is het lastig om daar nu al rekening mee te houden. Juist daarom is flexibiliteit zo belangrijk!

Freek de Kort

staat het onderwijs natuurlijk ook niet stil. De vraag naar flexibiliteit neemt toe op alle vlakken, waaronder het (school)gebouw. Om die reden is het des te belangrijker dat het (school)gebouw kan meegroeien, mee veranderen naarmate de wijze van onderwijs daar om vraagt. Om te voorkomen dat we in de toekomst met leegstand worden geconfronteerd is het dus belangrijk om daar nu al op in te spelen en ervoor te zorgen dat onze gebouwen aanpasbaar zijn. Dat ze mee kunnen veranderen naarmate het gebruik daar om vraagt en eventueel zelfs kunnen worden verplaatst naar een locatie waar het gebouw het beste tot zijn recht komt. 3. Het is evident dat de architectuur of beeldverwachting een belangrijk gegeven is. Het zorgt waarschijnlijk kortstondig voor een positieve bijdrage voor gebruikers totdat deze het normaal en weer als verouderd gaan ervaren. Dan zou het toch mooi zijn wanneer we de mogelijkheid hebben om het gebouw dan weer aan te passen aan de dan geldende wensen. Wat is er mis met een semipermanent gebouw dat wordt neergezet voor een instandhouding van 20 jaar tegen geringere kosten dan nieuwbouw voor 40 jaar, waarbij het resterende budget wordt opgespaard en samen met het geprognotiseerde groot onderhoud wordt gebruikt om na 20 jaar weer een nieuw en bij de tijd passend gebouw te realiseren. 4. Toekomstbestendig denken is juist van deze tijd. Gewoon voldoen aan de vraag van nu is makkelijk. Maar wat als de vraag van nu niet meer voldoet over 20 jaar en het gebouw daarin niet kan mee veranderen. Doodzonde! Daarom is het van essentieel belang om niet alleen te bouwen voor nu, maar ook te bouwen voor de toekomst en daar nu al rekening mee te houden. Niemand weet hoe de wereld er over 20 jaar

22

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

ALFONS HAMS 1 en 3: Mooie gebouwen leiden tot tevreden gebruikers, zijn toekomstgericht en toekomstbestendig. Mooie gebouwen worden eigendom van de samenleving. Mooi is een voorwaarde voor toekomstbestendigheid. Bijna iedereen voelt de behaaglijkheid die er van uitgaat. Het is een emotionele beleving die geworteld lijkt te zijn in de omgeving waarin het zich bevindt. Een associatie met iets dat al zeer vertrouwd is of een associatie met iets vertrouwds waarmee het verbonden is. De emotionele beleving zal ook geworteld zijn in de wereld waar je zelf uit voortkomt. Dan staat het op zich zelf. Dan nog zal het vaak een collectieve beleving zijn. Gebouwen met deze kenmerken worden gekoesterd. Ze mogen niet weg en er mogen geen lelijke dingen mee worden uitgehaald. Ze hebben het eeuwige leven. Soms moet de schoonheid ontdekt worden. Daar is tijd voor nodig. De herkenning gaat ontstaan. Als de herkenning een positieve connotatie heeft zal het gebouw mooi gevonden worden. In het begin had de Eiffeltoren de negatieve connotatie van een industrieel gebouw. Daarna gingen de mensen de mooie verhoudingen ontdekken en het esthetische lijnenspel herkennen. Gustave Eiffel had die schoonheid er wel ingestopt. Als je die er niet in stopt komt ‘t er ook niet uit. Als een gebouw met liefde en ambachtelijkheid vormgegeven en gemaakt is vind je dat terug in het beeld. Dan is de kans groot dat we hier te maken hebben met een mooi gebouw. De liefde en de ambachtelijkheid

Alfons Hams

hebben namelijk ingegeven dat je een goed kleuren- en materialenpalet toepast, dat de maatverhoudingen van het geheel en de delen kloppen, dat er een evenwichtige compositie gaat ontstaan en dat er respect is voor de omgeving. Dat het licht en de ruimtelijkheid binnen, de zintuigen prikkelen. Ontdek! Herken! Op het moment van de beleving ben je de eigenaar. De eigenaar van het moment. Geniet er van, keer op keer. 2 en 4: Toekomstgerichte gebouwen zijn aanpasbaar. Dit hoort bij het denken over toekomstbestendigheid. Aan het verleden is te zien hoe veel, hoe vaak en hoe ingrijpend mensen en organisaties de behoefte hebben veranderingen aan te brengen in hun huidige bestaan. Meer dan ooit is het denken over toekomstbestendigheid van deze tijd. De frequentie waarin de veranderingen plaats vinden neemt namelijk steeds sneller toe. Steeds meer mensen weten nu al dat het over 3 – 5 jaar weer anders zal zijn. Economische overwegingen zullen snel uitmaken dat architecten een sleutelrol spelen om te voorkomen dat in de nabije toekomst onnodige energie wordt verspild. Architecten denken na over de toekomst, dat is hun corebusiness. Zij doen onderzoek naar de essentie van het gebruik van de gebouwde omgeving. Zo worden toekomstbestendige gebouwen ontwikkeld die tegen een stootje kunnen. Op verschillende schaalniveaus kunnen veranderingen worden aangebracht zonder dat het karakter van het gebouw of de omgeving er onder lijdt. In de kern zijn de scholen gebouwen waar ‘de ontmoeting’ centraal staat. Geef het aantal leerlingen en een goede visie op onderwijs en de architect maakt een gebouw dat daarna een school wordt. Programma’s van eisen zijn vaak misleidend, omdat ze zo precies zijn en niet zo precies zijn bedoeld. De architect vraagt zich af wat anders mag en wat niet, om er achter te komen waar de vrijheid ligt om aandacht te kunnen geven aan dat andere; het essentiële. De “open plek in het bos”, “het perron vanwaar leerlingen vertrekken naar de bestemming van de dag”, “het paleis als plek waar je kunt baden in (onderwijs)rijkdom”, “het huis vol verhalen”, “+ als symbool van positiviteit en van verbinden”. Deze thema’s laten heel veel ruimte om ook in de tijd er steeds weer anders mee om te gaan. Het zijn de thema’s waar de opdrachtgevers vaak zonder het te weten zelf voor hebben gekozen.


2017

POF

Platform onderwijs & facilitair

s ij w er d n o et h in t en em g a n a Vakdagen voor facilitair m and’ - De Loods ll

van Ho 4 - 5 oktober 2017 - Nijkerk ‘Hart

Het Platform Onderwijs & Facilitair (POF 2017) is bij uitstek de beurs met alle thema’s in het facilitair management van onderwijsinstellingen. •

Voor directies, besturen, management en overheden.

PO, VO, MBO, HBO en WO

Exposanten en actueel en relevant programma van workshops en presentaties. Schoolomgeving Inrichting

Huisvesting

Schoonmaak

Catering

Documentenbeheer ICT & multimedia

Noteer alvast in uw agenda: 4-5 oktober 2017 POF 2017 in De Loods Hart van Holland in Nijkerk!

Veiligheid & beveiliging

Partners

www.pof-online.nl

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

23


GERFLOR ONDERWIJS

G-POWER FOR BETTER RESULTS TOTAAL CONCEPT

G-POWER

VLOERBEDEKKING SPORTVLOEREN WANDBESCHERMING LEUNINGEN ACCESSOIRES

Hoeveel G-POWER wilt u? Gerflor draagt bij aan een goede en fijne onderwijsomgeving. Met voor iedere ruimte – van gangen, leslokalen en collegezalen tot gymzaal en praktijkruimten – een totaalpakket voor optimale bescherming van vloeren en wanden. Fris en eigentijds, veilig, geluiddempend, comfortabel en ook: hygiënisch en onderhoudsvriendelijk. Leerlingen, studenten en docenten zullen het bevestigen. Gerflor biedt u álle power die u zoekt. BEHOEFTE AAN G-POWER? 31 (0) 40 266 1700 AANBEVOLEN DOOR HERRIEMAKERS

WWW.GERFLORBENELUX.COM 24

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


Tekst Linda Smolders Foto’s Hans Kroeze

ONTWERP EN INRICHTING

RESTYLING VAN HET LAUWERS COLLEGE IN BUITENPOST

Samen werken aan ruimte voor verandering Afgelopen zomer onderging een deel van de Christelijke Scholengemeenschap Lauwers College in Buitenpost een indrukwekkende facelift. Het 40-jarige college dat onlangs nog door het Friesch Dagblad uitgeroepen werd tot een van de best presterende grotere scholen in de provincie, kreeg zowel een nieuwe stafruimte als een indrukwekkende make-over van de lerarenruimte. Onderwijsinrichter STALAD realiseerde beide meta­ morfoses. Hans Stienstra van STALAD kijkt samen met directeur Staf Dick Boersma terug op een geslaagd project.

H

ans Stienstra: “STALAD heeft al van oudsher een hele goede relatie met het Lauwers­ College.­Jaren geleden hebben we de vmbo-vestiging in Kollum al ingericht. Nog steeds zie je daar onze blauwe stoelen met de beuken zittingen en ook hier in Buitenpost is ongeveer 80% van het meubilair van ons. Onlangs hebben we ook de vestiging in Grijpskerk mogen voorzien van nieuw leerlingmeubilair; de locatiemanager daar wilde de theorielokalen een boost geven. Als we dat project tot een goed einde zouden brengen mochten we van de facilitair manager in Buitenpost, Steven Tuinstra, ook een voorstel doen voor de restyling van zowel de stafvleugel als de personeelsruimte. Het project verliep voorspoedig dus we konden ook aan de slag in Buitenpost.”

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

25


LUISTEREN, MEEDENKEN, ADVISEREN De vernieuwde vleugel biedt inmiddels ruimte aan de gehele staf van het Lauwers College dat voorheen verdeeld was over de vestiging Buitenpost. Directeur Dick Boersma: “Ik was net in dienst en al direct diende zich het restylingsdossier aan. Het plan om de twee ruimtes aan te pakken lag er al vijf jaar, maar was nog niet ten uitvoer gekomen terwijl er wel budget was. Budget dat er was omdat we de bouw van het Junior College, de onderbouw, dat in 2013 aan het bestaande gebouw is gebouwd, in de crisistijd relatief laag konden aanbesteden. Het dossier bleef zo lang liggen omdat er geen draagvlak was voor de restyling en dat heb je echt nodig. Ik was dan ook heel erg blij met Hans die hier al jaren over de vloer komt en die een goede verbindende factor is geweest.” Hans knikt: “Ik kom hier inderdaad al heel lang omdat hier nog meubilair van ons staat dat af en toe moet worden voorzien van nieuwe onderdelen, of dat wat onderhoud nodig heeft. Ik heb een hele goede verstandhouding met de mensen hier. Ik ben voor de restyling van de stafruimtes met de gebruikers zelf om de tafel gaan zitten en heb hun wensen vertaald.

26

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

Ik neem geen catalogus mee, maar luister en speel de verlanglijsten door naar onze ontwerpers in de studio die die wensen perfect door kunnen vertalen in een praktische inrichting. Samen kwamen we tot de inrichting zoals deze nu is; een vleugel met open kantoren voorzien van glazen wanden met meubilair die door henzelf gekozen is. Je moet de uiteindelijke gebruikers meenemen in het proces, door ze mee te laten denken, hun wensen serieus te nemen en te zien hoe je hen zoveel mogelijk tegemoet kunt komen. Daardoor prikkel je hen ook en krijg je tips of opmerkingen die voor ons heel waardevol zijn. Wij zijn in de eerste plaats meedenkers en adviseurs en dan volgt de inrichting vanzelf.” HET ‘WAUW’-EFFECT De verbouwing van de lerarenkamer had iets meer voeten in de aarde. Er was wat weerstand en het geloof dat er daadwerkelijk iets goeds van de grond zou komen was er nog niet. Opnieuw werd een beroep gedaan op de verbindende kwaliteiten van STALAD. We zijn toen een goed gesprek met een team van personeelsleden ingegaan. Ook toen hebben we weer goed geluisterd


ONTWERP EN INRICHTING

“Onze ambitie was om vier ‘wauw’reacties van de dames te krijgen en dat is gelukt” bijvoorbeeld heeft veel consequenties voor het nadenken over ruimten. Daar moeten we op gaan inspelen. Mijn focus ligt nu heel erg op het verkennen, het onderzoeken wat je aan devices en content nodig hebt om in te spelen op de veranderende omgeving. Daarom zijn we dit jaar ook naar de NOT gegaan om te praten met aanbieders van goede onderwijsmethoden. Heel erg interessant en zeer leerzaam.” KRIMP Ook de leerlingenkrimp in de regio dwingt de school om na te denken over veranderingen. Dick: “We hebben nu nog 1.500 leerlingen, ieder jaar gaat daar 2% van af en dat heeft consequenties voor het gebouw. We kunnen niet achterover leunen en afwachten. Waar we ons nu op richten is het feit dat wij de eerste business school in Friesland zijn. Dit certificaat hebben wij behaald omdat wij praktijkgerichte economielessen geven. Praktijkgericht zijn is in deze regio heel belangrijk. Mensen zijn hier heel werkgeoriënteerd. naar de wensen en eisen. Zaken die onze interieur­ architecte Willemien Messelink perfect doorvertaald heeft in haar ontwerp. Onze ambitie was om een ‘wauw’-reactie van het team te krijgen en dat is gelukt.” Eind juni 2016 kreeg het voorstel groen licht, kon STALAD de spullen bestellen, ging huisaannemer Kingma aan de slag en was de klus voor de najaarsvakantie geklaard. De positieve reacties waren niet van de lucht en dat is begrijpelijk: in een paar weken is de lerarenruimte veranderd van een ongezellig, onpersoonlijk lokaal in een gezellige ruimte met hoge stoelen en tafels, gezellige banken, fijne werkplekken, sfeerverlichting, indrukwekkende fotowanden en een bar. Een prettige ruimte om in te werken en vooral ook te socializen. Het leverde een plek op die nu veel drukker wordt bezocht dan eerder het geval was. VERKENNEN, VERANDEREN Dick Boersma is blij met de genoemde restyling van de stafvleugel en de lerarenruimte. Zaken die hij ziet als de aanzet van veel toekomstige veranderingen. “We kunnen niet meer stilzitten. De digitalisering

LOKAAL VAN DE TOEKOMST Hans: “Ook wij zijn bezig met de toekomst en hebben zo onze ideeën over het lokaal van de toekomst. Dat zou volgens ons een lokaal zijn waar 120 leerlingen met de aanwezigheid van vier leraren kunnen werken. De ruimte faciliteert je op verschillende manieren, waarbij je leerlingen prikkelt om op de eigen manier in het eigen tempo te leren.” Dick: “Dat lijkt mij een goede denkrichting. Het gaat er om dat je beter wordt in het vak waar je talent ligt. Nu is het zo dat je een behoorlijk aantal vakken moet volgen en dat je niveau wordt vastgezet op de prestatie op je slechtste vakken. Dat is toch eigenlijk heel vreemd? Gelukkig zie je wel dat de inrichting van het onderwijs verandert, maar dat proces kost tijd.” Hans: “Dat maakt mijn vak ook zo leuk en interessant, dat je de kans krijgt om samen met scholen na te denken over de toekomst, over de veranderende omgeving, wat daar de consequenties van zijn in de leeromgeving en hoe wij daarbij kunnen helpen.” Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

27


28

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


SCHOOLDOMEIN

maart 2017

29


Tekst John Custers Foto’s Hugo Thomassen

“Verleggen van het risico zou standaard moeten zijn in scholenbouw”

Wie is Nico Moen? Nico Moen is schoolleider bedrijfsvoering en communicatie van het IJburg College. Deze brede school werd opgericht in 2005 en geeft onderwijs aan zo’n 1.500 leerlingen van vmbo tot en met vwo. In zijn carrière was hij tot dusver verantwoordelijk voor de nieuwbouw van vijf scholen, waarvan drie grote.

30

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


ONTWERP EN INRICHTING

Op het Zeeburgereiland in Amsterdam is in de kerstvakantie het IJburg College 2 in gebruik genomen. Een school voor voortgezet onderwijs waarin het vernieuwend concept van de onderwijsinstelling optimaal tot uiting komt. Het IJburg College verlegde de risico’s van de nieuwbouw naar HEVO. Volgens schoolleider Nico Moen een constructie die garandeert dat maatschappelijk geld goed wordt besteed en de school precies krijgt wat ze wil.

Een vernieuwend onderwijsconcept. Wat houdt dat in? “Het IJburg College wil een leergemeenschap zijn waarin leerlingen van en met elkaar leren. Daarom zijn wij bewust een brede school, waarin alle niveaus van het voortgezet onderwijs zijn verenigd, van vmbobasis tot en met vwo. In onze visie kan dat, zeker in een grote stad als Amsterdam, een bijdrage leveren aan het tegengaan van segregatie. Bovendien kun je zo alle leerlingen de kansen geven die ze verdienen. Daarnaast willen wij hen de vaardigheden van de 21e eeuw aanleren. Naast samenwerken moet je denken aan bijvoorbeeld initiatief nemen, verantwoording afleggen en omgaan met mensen met verschillende achtergronden, niveaus en capaciteiten. Het idee is dat als kinderen al op jonge leeftijd leren samen­ werken, ze dat in het echte leven later ook doen.” Hoe ziet de leergemeenschap van het IJburg College er uit? “In de eerste twee jaar werken leerlingen van alle niveaus letterlijk met elkaar samen. Ze beginnen elke dag in hun stamgroep, waarin leerlingen van het eerste en tweede jaar en de niveaus vmbo, havo en vwo bij elkaar zitten. Daarna gaan ze in allerlei vormen uiteen en werken ze verder aan thema’s, die in acht weken worden afgerond met een toets of presentatie. Ook krijgen ze individuele opdrachten die zijn toegesneden op hun specifieke talenten of interesses. Het onderwijs is voor een belangrijk deel dus gepersonaliseerd. Dat kan alleen door papierloos te werken. Traditionele leermethodes met lesboeken lenen zich niet voor het werken in eigen tempo. Dat lukt wel met methodes die je vanaf tablets aanbiedt. Als je op deze vernieuwende manier werkt, heeft dat consequenties voor de medewerkers die je aanneemt – zij zijn niet alleen docent maar ook coach – en de fysieke inrichting van het gebouw.”

In hoeverre is het IJburg College 2 ook een duurzaam gebouw? “De gemeente heeft extra geld beschikbaar gesteld in het kader van Frisse Scholen. Daarmee konden we extra investeren in ventilatie. Ook komen er zonne­ panelen op het dak. Ze zijn eigendom van een coöperatie en we krijgen er een vergoeding voor. We willen onze leerlingen laten zien dat de energievoorziening in de toekomst van duurzame bronnen moet komen. Verder zijn er diverse maatregelen die ook in de exploitatie voordelen opleveren, zoals een verhoogde isolatiegraad, ledverlichting, een dubbele kierdichting van de buitenkozijnen en driedubbele beglazing. Samen met de hoogwaardige ICT-voorzieningen kunnen we zo uiting geven aan onze wens dit gebouw een bèta-uitstraling te geven, onder het motto High Tech Green.” Wat zijn de voordelen van risico­dragend project­ management? “We zijn in 2005 begonnen, na de samenvoeging van drie afzonderlijke schoolbesturen. De nieuwe stichting was jong, klein en had geen vermogen. Maar we hadden wel een duidelijke visie op hoe we onderwijs wilden geven. En omdat we die via nieuwbouw ook optimaal konden realiseren, wilden we zelf opdrachtgever blijven en niet het opdrachtgeverschap verleggen naar de gemeente. Maar we vonden de risico’s van de nieuwbouw te groot. Toen we partijen benaderden voor het bouwmanagement, wees HEVO ons op de mogelijkheid ook het risico over te nemen. Daarnaast voelde het bureau goed aan hoe onze visie kon worden vertaald in het ontwerp. We gingen met elkaar in zee en dat heeft in 2011 geresulteerd in de ingebruikname van IJburg College 1. Het risico bij die ontwikkeling was overigens extra groot omdat in de bouwmassa ook appartementen en een sporthal

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

31


“Alle betrokken partijen hebben vanaf het begin met elkaar samengewerkt in een heel open proces” en de door de architect gewenste esthetiek? Houden de aannemers zich aan de planning? Heb je het risico van meerwerk na de aanbesteding voldoende onder controle? En worden eventuele gebreken na de oplevering op een goede manier opgelost? Het helpt als je dan een deskundige partij hebt die het spel met architecten en aannemers, die ook zo hun eigen wensen hebben, goed weet te spelen. En die als eerste aanspreekpunt min of meer voor jou de kooltjes uit het vuur haalt. Daardoor zijn wij van een hoop zorgen verlost. Ook de gemeente heeft er zo geen omkijken meer naar. Hooguit moet ze wennen en leren omgaan met een andere vorm van financiële afrekening.” Heeft de constructie zich inderdaad uitbetaald? “Zeker, maar wat ik vooral belangrijk vind, is dat we bij deze nieuwbouw en die van IJburg College 1 ook zelf inhoud konden geven aan ons streven naar samenwerking. Alle betrokken partijen hebben vanaf het begin met elkaar samengewerkt in een heel open proces. Daarvoor is het misschien nodig aan de voorkant van het proces iets meer tijd te investeren, maar die betaalt zich later dubbel en dik terug.” Voor meer informatie neemt u contact op met HEVO Postbus 70501 - 5201 CB ‘s-Hertogenbosch T +31 (0)73 6 409 409 – www.hevo.nl.

Risicodragend Projectmanagement bij HEVO

zijn opgenomen. De samenwerking met HEVO beviel daarbij dermate goed dat we bij de nieuwbouw van IJburg College 2 opnieuw van haar diensten gebruik hebben gemaakt.” Van welke risico’s wilde je af? “De middelen waarmee we werken liggen vast in de normvergoeding en zijn daarmee beperkt. Daarbij hadden we geen reserve om bij tegenvallers op terug te vallen. Verder luisterde de planning heel nauw. Scholen hebben eigenlijk maar twee momenten in een jaar dat ze kunnen verhuizen naar een nieuw gebouw, in de zomer of in de kerstvakantie. Je loopt dan op meerdere gebieden risico’s. Slaag je erin een goed evenwicht te bewaren tussen functionaliteit

32

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

“Sinds 2005 heeft HEVO met haar Risicodragend Projectmanagement (RPM) al heel wat nieuwe onderwijshuis­ vestingen gerealiseerd. De ingrediënten zijn meestal hetzelfde: beperkte huisvestingsbudgetten, hoge verwachtingen en snelle oplevering. RPM is het instrument om die nieuwe onderwijshuisvesting mét resultaatsverplichting waar te maken. De school krijgt vooraf de verzekering dat het project afgerond wordt volgens afgesproken wensen, budget en binnen de gestelde tijdsplanning. Daarbij blijft de opdrachtgever constant aan het stuur en kiest hij bijvoorbeeld ook zijn eigen architect. Gedegen advies en projectmanagement via RPM zorgt voor een gelijkgericht belang. Een gezamenlijke portemonnee. RPM is geschikt voor elke opdrachtgever die maximaal ontzorgd wil worden zonder meerkosten en vooraf zekerheid wil hebben over het beste eindresultaat. Voor elke opdrachtgever dus!” Peter Huys (peter.huys@hevo.nl)


ONTWERP EN INRICHTING

Praktijkgerichte onderwijsvleugel sluit volledig aan bij hedendaags lesgeven In het Regio College Zaandam is de onderwijsvleugel van de afdeling Zorg & Welzijn gerevitaliseerd. De vleugel is geschikt gemaakt voor modern, praktijkgericht onderwijs. Dankzij het bouwsysteem dat SMT Bouw & Vastgoed in de negentiger jaren heeft toegepast, kon de herindeling relatief eenvoudig worden gerealiseerd.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

33


“Deze wandelementen zijn zo ontworpen dat er eenvoudig gevel-, gang- of lokaalelementen van gemaakt kunnen worden”

H

et Regio College Zaandam biedt een breed scala aan beroepsopleidingen. Met vier vestigingen, 6.000 studenten en 550 medewerkers zijn nieuwbouw, verbouw en renovatie regelmatig aan de orde, om nieuwe onderwijsontwikkelingen te kunnen faciliteren. De B-vleugel in gebouw C99 is, in lijn met de renovatie van de C-vleugel en de F-vleugel in gebouw C95, gerenoveerd. De vleugels zijn geschikt gemaakt voor eigentijds, beroeps­ gericht onderwijs.

PREFABBETON BOUWSYSTEEM Het Regio College Zaandam is voor SMT bekend terrein. SMT heeft in de negentiger jaren de vleugels C99A, C99B, C99C en C95F zelf gebouwd en daar kon nu met de volgende uitbreidingen efficiënt op worden ingespeeld. De vier etages van de gerenoveerde vleugels zijn opgetrokken in het SMT-prefabbeton bouwsysteem. Het bestaat grofweg uit prefab kolommen en liggers met kanaal­ plaatvloeren en gelijke prefab wandelementen. Deze wandelementen zijn zo ontworpen dat er eenvoudig gevel-, gang- of lokaalelementen van gemaakt kunnen worden. Hierdoor krijgt het gebouw een hoge mate van flexibiliteit en waren de etages relatief makkelijk te strippen en klaar te maken voor herindeling.

34

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

GERENOVEERD EN INGERICHT BINNEN VIJF MAANDEN De nieuwe ruimtes zijn ontworpen door RoosRos Architecten en vooral gericht op praktijksimulatie en zelfstandigheid. Zo is er een ruimte volledig ingericht als apotheek en zijn er tevens ruimten gemaakt voor een tandartsen- of huisartsenpraktijk. Daarnaast is een realistisch toekomstige werkomgeving van de leerlingen gecreëerd. In totaal zijn in deze fase 13 praktijklokalen, 18 theorielokalen en 110 werkplekken toegevoegd. Om de voortgang van het onderwijsproces niet te hinderen moest snel worden gebouwd. De vier etages – ruim 5000 m2 – zijn dan ook binnen vijf maanden gerenoveerd en opnieuw ingericht. LEAN-PLANNING Vanaf de start is intensief overleg gepleegd met alle partijen. Dit was noodzakelijk om de renovatie in de korte tijd te realiseren. Alle werkzaamheden zijn opgenomen in een LEAN-planning en deze planning is dagelijks bewaakt. De bouwactiviteiten verliepen ‘van boven naar beneden’, waarbij elke verdieping tijdens het bouwproces in een andere fase verkeerde. De activiteiten sloten dus nauw op elkaar aan, nagenoeg zonder tijd te verliezen. Ook maakte de LEAN-planning het transport doelmatiger. De transporten zijn zoveel mogelijk buiten de schooluren gepland.


ONTWERP EN INRICHTING

VEILIGHEID CENTRAAL Er zijn tijdens het bouwproces extra veiligheidsmaatregelen getroffen omdat de activiteiten van de school gewoon doorgingen. In overleg met de opdrachtgever zijn de lestijden, vakanties, tentamens, examens of andere evenementen in kaart gebracht. Ook zijn de verkeersstromen geanalyseerd; hoe komen de leerlingen naar school en vanaf welke kant komen zij. De veiligheid van leerlingen en docenten stond gedurende het hele proces centraal. Bovendien was uitgangspunt om de geluidsoverlast tijdens de lessen tot het minimum beperkt te houden. Omdat dit tijdens de sloopwerkzaamheden nagenoeg onmogelijk was, zijn

die zware werkzaamheden gedeeltelijk in de school­ vakantie uitgevoerd. TRANSPARANT EN KLEURRIJK Er is een mooi en eigentijds resultaat bereikt. Aan de buitenzijde is de gevel intact gebleven. Aan de binnen­zijde is de vleugel weer geheel van deze tijd, met zit­hoeken, nissen, balies, werkplekken en professioneel ingerichte leslokalen. De sfeer is transparant en kleurrijk. In november 2016 is de B-vleugel officieel geopend. Kijk voor meer informatie op www.smt-benv.nl/projecten.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

35


Tekst Sibo Arbeek

DUURZAME RENOVATIE HOOFDKANTOOR ALLIANDER

Geslaagd voorbeeld circulaire economie 81% hergebruik, 67% CO2 reductie, 98% afvalrecycling en 80% energiereductie. Alliander legde de lat hoog bij de renovatie van haar huidige hoofdkantoor in Arnhem. Doelstellingen die gestoeld zijn op vier door de netbeheerder geformuleerde pijlers: energieneutraal, circulariteit, stimulerende (werk)omgeving en lokaal duurzaam.

D

e verbondenheid van het voormalige hotel Bellevue met Alliander gaat al bijna 100 jaar terug. In 1926 bouwde rechtsvoorganger de Provinciale Geldersche Energiemaatschappij (PGEM) een kantoor op de plaats waar eerder hotel Bellevue stond. PGEM was sinds 1918 in een villa tegenover Bellevue gevestigd. Twee keer, in 1938 en 1989, werd het kantoor gesloopt voor nieuwbouw. Nu is het 25 jaar oude pand niet gesloopt, maar ingrijpend gemoderniseerd en duurzaam gemaakt. Maurice van Delden was vanuit Alpha Consultancy gedurende het traject toezichthouder: “Ik was drie

36

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

dagen per week op de bouwplaats en keek mee of de ambities goed vertaald werden in de realisatie van het project. Deze ingrijpende renovatie was nodig om het gebouw weer te laten voldoen aan de eisen van de huidige tijd. Het huidige Bellevue is gebouwd in een tijd dat medewerkers bijna allemaal dagelijks naar kantoor kwamen om te werken. In een tijd dat het vanzelfsprekend was dat medewerkers met een of twee collega’s op een kamer werkten. Nu is dat anders. Na de renovatie zijn de lange gangen met kamers verdwenen en is het pand getransformeerd naar een open werk­


ONTWERP EN INRICHTING ruimte met flexibele werkplekken en veel ontmoetingsruimtes om te kunnen samenwerken. Je kunt afhankelijk van de activiteit die je wilt verrichten voor een werkvorm of werkplek kiezen. Het gebouw is in januari weer in gebruik genomen en het is leuk om te zien dat het nieuwe concept werkt. Bellevue biedt zowel voor als na de renovatie plaats aan ongeveer 900 medewerkers.” INGRIJPENDE RENOVATIE Maurice verder: “Het bestaande kantoorpand is aan de buitenkant grotendeels hetzelfde gebleven. De gebouwschil was technisch nog goed en het ging dus hoofdzakelijk om de renovatie van de binnenzijde, waarbij het gebouw totaal gestript is. De kap is vervangen, in het gebouw zijn grote doorbraken

“Tijdens de renovatie zijn verschillende circulaire principes ontwikkeld en zijn materialen hergebruikt”

PROJECTINFORMATIE Project Renovatie en verduurzaming hoofdkantoor Alliander BVO 25.000 m² Toezicht Alpha Consultancy Architect COARE Architectuur Investeringskosten € 21 miljoen (exclusief btw) Aannemer Dura Vermeer Ingebruikname januari 2017

gerealiseerd en de ingangen zijn veranderd. Daarnaast zijn de tuin en de bestrating eromheen aangepakt. Intern is er grootschalig verbouwd met nieuwe vides, trappen, loopbruggen en open kantoren op basis van ‘het nieuwe werken’. De gebouwisolatie is opgewaardeerd door de beglazing te vervangen en de buitengevels zijn aan de interieurzijde voorzien van voorzetwanden met isolatiemateriaal. Dura Vermeer Bouw was verantwoordelijk voor de renovatie van het 25.000 m2 grote gebouw van zes verdiepingen en een 2-laags parkeergarage onder het gebouw. Het hele bouwtraject heeft minder dan een jaar geduurd en dat is natuurlijk erg snel.” 95% GESCHEIDEN AFVALINZAMELING “Het leuke is dat tijdens het bouwproces steeds weer werd gekeken of het materiaal her te gebruiken was en hoe dit aangepakt moest worden. Minimaal 95 procent van het bouwafval is gescheiden ingezameld en dat is een enorme prestatie. Tijdens de renovatie zijn verschillende circulaire principes ontwikkeld en zijn materialen hergebruikt, waarbij het bestaande gebouw als ‘grondstofbank’ fungeerde voor het gerenoveerde nieuwe pand. Dit alles is gedocumenteerd in het grondstoffenpaspoort. De opdrachtgever gaf veel vrijheid in het hergebruiken van afval, waardoor er veel mogelijk was. In het grondstoffenpaspoort zijn alle materialen die in het pand in gebruik zijn vastgelegd. Zo weet de opdrachtgever na de bouw precies welke grondstoffen er zijn gebruikt in het pand.”

GEBRUIKER CENTRAAL Maurice over zijn ervaringen in het project: “Na de verbouwing voorziet het kantoor voor een groot deel in zijn eigen energiebehoefte, waardoor de afname van het net met meer dan 80 procent omlaag gaat. Dat komt onder meer door het gebruik van zonnepanelen, het pand slim te verwarmen en het koelen door middel van warmte en koudeopslag in de bodem. Ook zijn bij de verbouwing duurzame materialen gebruikt en worden slimme meet- en regelsystemen toegepast voor bijvoorbeeld verlichting en luchtbehandeling. Daarnaast is minimaal 95 procent van het bouwafval gescheiden ingezameld en waar mogelijk geschikt gemaakt voor hergebruik op de locatie of elders. Dit is tot nog toe het meest duurzame project waaraan ik gewerkt heb. Het mooie is ook dat de ambities niet zijn doorgeschoten. Het blijft vooral een gebouw voor de gebruikers en dat is goed om te zien.” Dit artikel is deels samengesteld op basis van bestaande teksten. Voor meer informatie over het proces belt of mailt u met Maurice van Delden: 06 5288 1602 of m.vandelden@alphaconsultancy.nl. U kunt ook verder kijken op www.alphaconsultancy.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

37


Tekst en beeld: BUKO Huisvesting

SINT WILLIBRORDUSSCHOOL BREIDT UIT:

Leerlingengroei: gebouw groeit mee De St. Willibrordusschool zag zich gesteld voor een pittig huisvestingsvraagstuk toen een andere school in de oude Schiedamse volksbuurt werd opgeheven. De huidige onderwijslocatie was niet toereikend voor een groeitoename van 90 leerlingen, zodat de school genoodzaakt was op zoek te gaan naar een passende oplossing. Dit gaf tevens de kans om te komen tot een nieuw Integraal Kindcentrum (IKC). BUKO Huisvesting werkte samen met de school een oplossing uit voor flexibele huisvesting.

E “Vrij indeelbare ruimten waar je ook in de toekomst alle kanten mee uit kan”

38

SCHOOLDOMEIN

en ingrijpende verbouwing realiseren in een oude woonwijk vol smalle straten, terwijl de school gewoon open blijft én het bestemmingsplan de nodige beperkingen met zich meebrengt: dat is een complexe puzzel om op te lossen. De St. Willibrordusschool (onderdeel van Stichting SIKO) midden in de wijk De Gorzen in Schiedam ging deze uitdaging graag aan met BUKO Huisvesting. Deze dienstverlener is gespecialiseerd in tijdelijke en permanente huisvesting en al jaren thuis in de onderwijssector. “We hadden eerder goede ervaringen met BUKO opgedaan, want ze denken mee over complexe situaties en werken snel”, verklaart schooldirecteur Hans Posthoorn.

maart 2017

UITBREIDING NOODZAKELIJK De uitbreiding zou de school geschikt maken voor 90 extra leerlingen van de basisschool die werd opgeheven. “Maar ons gebouw aan de Poortugaalstraat had geen ruimte voor zoveel extra leerlingen. Het gebouw van de opgeheven school aan de Dwarsstraat bood daarentegen wél mogelijkheden tot uitbreiding.” Dat betrof een gangenschool met zeven lokalen langs een 70 meter lange gang en daarnaast het speelplein. Met twee bouwlagen, waarvan de bovenste al jaren niet meer in gebruik was. Aan de achterkant een gemeentelijke sportvoorziening, aan de voorzijde de entree. Het gebouw aan de Dwarsstraat zou dus de nieuwe locatie worden van de St. Willibrordusschool. De


ONTWERP EN INRICHTING

zodat er een extra lokaal op kon worden gezet. De voorzijde kreeg een mooie entree met vliesgevel, vide, trappen en nieuwe kantoorruimten. “Omdat de school open was, konden we binnen pas gaan breken als de buiten­gevel stond. In slechts drie dagen is alles gesloopt en afgevoerd.”

Case: - Uitbreiding met 90 extra leerlingen - Ruimte voor nieuwe didactische werkvormen - Les continuïteit gewaarborgd - Uitbreiding tot Integraal Kindcentrum - Specifieke logistieke eisen

De voordelen: - Flexibiliteit voor toekomstige veranderingen - Ontwerpvrijheid - Strikte planning en volledige procesbeheersing - Alle voorzieningen op één locatie - Nauwe samenwerking met projectbetrokkenen - Voor elk budget een passende oplossing

verhuizing en verbouwing vormden meteen een mooie aanleiding om direct de volgende stap te zetten door met leerpleinen aan te sluiten op de nieuwe didactische werkvormen en de ontwikkeling naar een Integraal Kindcentrum. De St. Willibrordusschool wilde lokalen rond leerpleinen, want dat biedt volop mogelijkheden om individueel en in groepjes te leren en werken. Bovendien wilde de gemeente dat de school een Integraal Kindcentrum (IKC) werd met diverse voorzieningen voor kinderen van nul tot twaalf, van hele en halve dagopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang tot schoolmaatschappelijk werk, bibliotheek en keuken.

PROJECTINFORMATIE Project Uitbreiding en vernieuwing voor de St. Willibrordusschool Locatie Schiedam Oppervlakte uitbreiding 660 m2 Betreft Drie leerpleinen, 5 extra klaslokalen, hele en halve dagopvang, kantoorruimten en werkruimten, magazijnen, nieuwe entree, herinrichting schoolplein

COMPLEXE PUZZEL OPLOSSEN In de zomerperiode zijn projectleider Toine van Beijsterveldt en zijn team van BUKO Huisvesting aan de slag gegaan. “Een school bouwen doe je samen”, vindt hij. “Elke bouwvergadering gingen we samen met de opdrachtgever om tafel om de aanpak te bespreken.” Onderdelen van de puzzel waren de ligging, het bestemmingsplan en het feit dat de lessen gewoon doorgingen. Allereerst werd de tweede bouwlaag aangepakt, zodat de lessen daar gedurende de verbouwing doorgang konden vinden. Ventilatie, ict-aansluitingen en verlichting werden aan actuele eisen aangepast. Vervolgens werden de uitbreidingen van in totaal 660 m2 op drie plaatsen gerealiseerd. De gang werd verbreed tot een leerplein en aan de schoolpleinzijde kwam er een rij lokalen bij. De gang naar de achtergelegen sporthal kreeg een dragende constructie

AFSTEMMING MET BEWONERS Ook de ligging vormde een uitdaging. Met groot materieel was de school niet te bereiken. De bouwers moesten daarom bijvoorbeeld werken met kleinere hijsstellingen dan gebruikelijk. Dat vereiste veel gemanoeuvreer, maar ook veel communicatie met omwonenden en ouders. “Daar hebben zowel de school als BUKO zich voor ingezet”, vertelt Toine van Beijsterveldt. Ook werd alles uit de kast gehaald om de overlast voor leerlingen en leerkrachten te beperken. “Zo hielden we rekening met belang­rijke momenten zoals toetsingsperiodes. Verbouwen zonder lawaai en stof is onmogelijk, maar je kunt een hoop overlast voorkomen als je je flexibel opstelt en dagelijks met elkaar in gesprek blijft.” FLEXIBELE BOUWSYSTEMEN Inmiddels liggen bijna alle stukjes van deze complexe puzzel op z’n plek; de laatste hand wordt gelegd aan het schoolplein zodat het buitenspeelseizoen straks een vrolijke start krijgt. “Ik ben blij dat we zo’n proces samen hebben omgebouwd tot een uitdaging. We mogen allemaal trots zijn op het eindresultaat”, vindt de projectleider. En mocht een volgende leerlingentelling weer tot aanpassingen nopen, is dat geen probleem: “Al onze gebouwen zijn aanpasbaar en flexibel. Wijzigingen in de indeling zijn snel te realiseren. Dat is het grote voordeel van onze manier van bouwen ten opzichte van traditionele bouw. Geen vaste muren en overspanningen, maar vrij indeelbare ruimten waar je in de toekomst alle kanten mee uit kan.” Op het moment van dit schrijven wordt de laatste hand gelegd aan de buitengevel. Schooldirecteur Hans Posthoorn kan haast niet wachten tot de bouwsteigers zijn verdwenen. Hij heeft inmiddels zijn nieuwe kantoor bij de entree in gebruik genomen en ziet de reacties van ouders, leerkrachten én leerlingen die binnenkomen vanaf de eerste rang. “Iedereen reageert enthousiast op de ruimte, het licht en de kleuren.” Kijk voor meer informatie op www.scholenvanbuko.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

39


MULTIFUNCTIONELE ONDERWIJSOMGEVING

DYNAMISCHE LEEROMGEVING BIJ FONTYS WAARIN STUDENTEN EN DOCENTEN OP VERSCHILLENDE MANIEREN KUNNEN SAMENWERKEN Op de Fontys Rachelsmolen Campus in Eindhoven is een voormalige entree getransformeerd tot een multifunctionele onderwijsruimte. Met een bijzondere primeur: het innovatieve meubelconcept HUBB – ontwikkeld door Gispen en Mecanoo – is hier voor het eerst in de praktijk toegepast. De nieuwe ruimte is het resultaat van een geslaagde, nauwe samenwerking tussen Fontys Hogescholen, Mecanoo architecten en Gispen. Het ontwerp van Mecanoo transformeert de voormalige entree tot een dynamische leeromgeving waarin studenten en docenten op verschillende manieren kunnen samenwerken. Lesaanbod en lesvormen zijn geen semester hetzelfde. Hiervoor ontwikkelden Mecanoo en Gispen een modulaire meubelserie, HUBB. Een serie bouwstenen waarmee u eindeloos combineert én varieert. Zo wordt een set stoelen met de toevoeging van een overkapping geschikt om te studeren of onderzoeken. Aan elkaar geschakeld worden ze een bank. Meer weten over HUBB of de leeromgeving van de toekomst? Kijk op: ROOMTOLEARN.NL


Kort nieuws

Meester - Gezel In de rubriek Meester – Gezel vertellen docenten en

Game ‘Go VMBO!’ bereidt basisschoolleerlingen voor op opleidings- en schoolkeuze

studenten, leraren en leerlingen, kortom leermeesters en gezellen hoe en wanneer zij samenwerken en op welke plek het liefst.

H

et voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) is met ingang van het schooljaar 2016-2017 vernieuwd. Vanaf dit moment kiezen vmbo-leerlingen in de bovenbouw van de beroepsgerichte leerwegen en gemengde leerweg 1 profiel aangevuld met beroepsgerichte keuzevakken. Leerlingen kunnen kiezen uit 10 profielen en stellen daarna zelf een programma samen. De game Go VMBO! is speciaal voor leerlingen in groep 7 en 8 van het basisonderwijs en geeft gamenderwijs inzicht in het vmbo en de 10 profielen. De game helpt leerlingen hun talenten te ontdekken en

geeft aan op welke school zij met hun talenten het best tot hun recht komen. De game wordt via internet gespeeld (www.govmbo.nl) en is gratis voor iedereen beschikbaar. In een virtuele schoolomgeving moet de speler vragen beantwoorden over het voortgezet onderwijs en over zijn of haar persoonlijke interesses en voorkeuren. Als het spel is uitgespeeld, ontvangt de speler een eigen Go VMBO! diploma met daarin een persoonlijk advies op basis van zijn of haar situatie, talenten en interesses. Het interactieve lesprogramma Go VMBO! combineert educatie met vermaak. Voor geïnteresseerde leerkrachten is een gratis klassenpakket van de Go VMBO! game beschikbaar. Het pakket bevat posters voor in de klas, flyers voor leerlingen en een leuk memoryspel. Via www.govmbo.nl/klassenpakket kunnen scholen het pakket aanvragen. Op www.govmbo.nl is ook aanvullende informatie te vinden over het voortgezet onderwijs en over de game en hoe deze te gebruiken is in de lessen en bij de voorlichting.

Joan Terpstra, docente Nederlands, Hervormd Lyceum West Amsterdam, coördinator Peer 2 Peer Het is fijn leerlingen op verschillende manieren te kunnen begeleiden. Bijvoorbeeld met het Peer 2 Peer project. Prachtig is het te zien dat leerlingen in de bovenbouw de brugklassers weten te motiveren en te stimuleren. Yusuf DoGan, 3 Havo Ik wil zo snel mogelijk mijn diploma halen. De juffrouw en mijn peer buddy helpen me daar enorm bij. En ik hoop dat ik daarmee mijn droom kan waarmaken en succesvol kan worden.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

41


Tekst Maarten Sanders

Broedplaatsen als onderwijsomgeving OIII architecten werkt met verschillende onderwijsinstellingen samen, van basis­onderwijs tot universiteit, en ervaart verschillen en overeenkoms­ ten in visies die de vormgeving van het onderwijs op dit moment domineren.

D

e snelheid waarmee maatschappelijke en technologische ontwikkelingen elkaar opvolgen laat ook het onderwijs niet onberoerd. Veel scholen proberen antwoorden te vinden op de veranderingen. Met wisselend succes worden de eerste stappen gezet de leeromgeving af te stemmen op nieuwe mogelijkheden. Naast de implementatie van nieuwe leermiddelen en onderwijsprogramma’s heeft deze vernieuwing ook consequenties voor de ruimtelijke organisatie van onderwijsgebouwen. Ook in het beroepsonderwijs is er een kloof tussen de onderwijspraktijk en het perspectief van individuele leerlingen. Het aansluiten van opleiding op de dynamiek van maatschappelijke ontwikkelingen betekent dat studenten op een nieuwe manier voorbereid moeten worden. Hoewel monodisciplinaire opleidingen nog altijd in een vraag voorzien, een toenemend deel van de maatschappelijke werkelijkheid bestaat uit multidisciplinaire en complexe bedrijvigheid. Grensoverschrijdende initiatieven, creativiteit en het vermogen in te spelen op verandering zijn aspecten die in een traditioneel opleidingstraject weinig aan de orde komen.

42

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

HET HVA PAVILJOEN, LABORATORIUM VOOR DE STAD Om dit te ondervangen heeft de Hogeschool van Amsterdam het HVA Paviljoen opgericht. Een ‘laboratorium’ dat los van de verschillende faculteiten open staat voor multidisciplinaire initiatieven van studenten van alle opleidingen. Het gemeenschappelijk thema is ‘bijdragen aan het stedelijk milieu’, in praktijk gebracht door projecten die studenten zelf opzetten. Onder begeleiding van coaches worden uiteenlopende zaken bedacht en ontwikkeld. Apps, marktonderzoek, businessmodellen, nieuwe vormen van dienstverlening, een breed scala aan innovatieve toepassingen van kennis uit verschillende disciplines worden gecombineerd. Het oogmerk is daarbij ook om ondernemerschap te stimuleren en de kiem te leggen voor nieuwe bedrijvigheid. Bij het ontwerp van de ruimte was de belangrijkste opdracht om het zoveel mogelijk te laten verschillen met de onderwijsomgeving in de andere gebouwen. De opgave is vertaald in een open ruimte met een informeel karakter. Naast een open werkomgeving met verschillende soorten werkplekken, zijn er ook vergaderruimten en stiltecabines. Verrijdbaar meubi­ lair, open kasten en beschrijfbare wanden maken dat de permanente verandering die uit het gebruik


ONTWERP EN INRICHTING

voortvloeit niet belemmerd wordt. Door het toepassen van ruwe materialen heeft de ruimte een haast industrieel karakter dat goed past bij de ‘start ups’ die hier ontstaan. Het meubilair is zo ontworpen dat de ruimte ook functioneert als een wisselde expositie van de tastbare resultaten van de diverse projecten zodat ook onderlinge inspiratie en uitdaging in het paviljoen voelbaar zijn. PÉPINIÈRE NUMÉRIQUE, ANZIN Een tweede voorbeeld, waarbij onderwijs via interdisciplinaire projecten studenten van verschillende opleidingen laat samenwerken, staat in Noord Frankrijk. Ook in dit project is de aansluiting van opleiding en praktijk een belangrijk oogmerk, waarbij ook het stimuleren van ondernemerschap onderdeel van het concept is. In het gebouw is zelfs een centrum voor startende ondernemers gemaakt. Hier kunnen studenten tijdens of na hun opleiding tegen sterk gereduceerde tarieven ruimten huren en gebruik maken van de faciliteiten en expertise van de opleidingen. De opleidingen hebben allemaal de creatie van virtuele werkelijkheid als thema, maar zijn gericht op verschillende disciplines. Ooit opgericht met het oog op het laten ontstaan van nieuwe bedrijfstakken, waren de opleidingen ondergebracht op verschillende locaties. Het samenbrengen in een gebouw, en de combinatie met de ‘broeikas’ voor startups moet de impact op economische ontwikkeling versterken. De drie opleidingen, de broedplaats en het onderzoekscentrum zijn in 9 vleugels aan weerszijden van een gemeenschappelijk ‘middenschip’ gebouwd. De vrij indeelbare vleugels hebben verschillende identiteiten en indelingen, afgestemd op de wensen van de gebruikers. Het hart van het gebouw is een grote dynamische ruimte waar alle gemeenschappelijke voorzieningen zijn ondergebracht. De ruimte

“Ook in het beroeps­ onderwijs is er een kloof tussen de onderwijs­ praktijk en het perspectief van indivi­duele leer­lingen”

verbindt alle niveaus met vides en brede trappen die als watervallen door het gebouw lopen. Door in deze ruimte allerlei zithoeken, werktafels en nissen te ontwerpen wordt één van de belangrijkste activiteiten gefaciliteerd: samenwerking tussen studenten, docenten van de verschillende opleidingen en bedrijven. Interdisciplinaire projecten worden er opgezet, er is een inspirerende ‘buzz’ van nieuwe initiatieven te ervaren. In het ontwerp zijn vitrines in wanden, verrijdbare displays en geïntegreerde videoschermen gecreëerd om het werk van de studenten en de startende bedrijven te exposeren. Er is een permanente wisselende tentoonstelling gaande die de gebruikers van het gebouw en de bezoeker inspireren. In een groot centraal volume zijn de gemeenschappelijke faciliteiten ondergebracht. Naast twee auditoria met hightech 3d projectie apparatuur, vind je er opnamestudio’s voor beeld en geluid, een grote 3D-cave, de centrale computerruimte en een mediatheek. Voorzieningen die door het delen door de drie scholen en het beschikbaar stellen aan de startende bedrijven optimaal benut worden. MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT Het voorbereiden van studenten op een dynamische wereld vraagt om een aanvulling op de klassieke onderwijsdoelstelling van kennisoverdracht. In de eerste plaats wordt deze ontwikkeling in gang gezet door nieuwe onderwijskundige visies en het anders organiseren van opleidingen. De uitwerking van een ruimtelijke organisatie en vormgeving van de werken leeromgeving zal een belangrijke bijdrage leveren aan deze vernieuwing. De twee besproken voorbeelden betreffen beroepsonderwijs, maar ook in andere onderwijstypen nemen de inspanningen toe om aan te sluiten op de veranderende maatschappelijke context. Kijk voor meer informatie op www.o-drie.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

43


Tekst Sibo Arbeek

GEBOUW ZONDER ACHTERKANT VOOR DRIE SCHOLEN, BSO

Verrassend scholencluster in Harmelen Op een stedenbouwkundig bijzondere plek stond de gemeente Woerden voor de uitdaging een scholencluster te realiseren. Architectenbureau Frencken Scholl won overtuigend de selectie en ontwierp een slim gebouw zonder achterkant dat vooral ook heel erg duurzaam is.

“Vroeger ontwierp je het gebouw en werden de installaties erin gebracht als een noodzakelijk kwaad”

44

SCHOOLDOMEIN

J

an van Leer is senior beleidsadviseur van het team vastgoed van de gemeente Woerden: “Dit cluster ligt in een wijk uit de jaren ’80 met relatief veel koopwoningen. Kinderrijk zeker, maar toch zie je op termijn een zekere terugloop. We bouwen voor de toekomst en dat betekent dat er nu te weinig capaciteit is gebouwd voor het huidige aantal leerlingen. De openbare basisschool op hetzelfde terrein is deels gesloopt en de lokalen die zijn blijven staan worden tijdelijk gebruikt. Het is niet de meest makkelijke locatie, liggend in een verkeersluw en vooral groen gebied met een speeltuinvereniging, sporthal, centrum voor kinderopvang en een kerk. Verschillende ontwikkelingen hebben tot het scholencluster op deze plek geleid dat december 2015 is opgeleverd met drie scholen voor christelijk, openbaar en katholiek onderwijs. In 2020 passen alle leerlingen in dit gebouw en dan richten we het vrijvallende terrein in als natuurspeeltuin. Oorspronkelijk waren er plannen om hier ook de bibliotheek en het jongerencentrum Decibel bij te betrekken in combinatie met

maart 2017

een echte brede school, maar die plannen zijn gesneuveld.” DRIE KLEURRIJKE GEBRUIKERS Huub Frencken van Frencken Scholl is de architect: “Uitdaging was een gebouw te maken voor drie scholen waar een hart in zit. De drie scholen de Noten­balk, de Horizon en de Fontijn hebben een eigen identiteit en dat komt terug in een eigen gebouwdeel, ingang en voorplein. Een bijzonder hek, met een metalen bladmotief, relateert op een symbolische manier het gebouw met het buurtpark. De verdieping is uitgevoerd uit baksteen die qua kleur en materiaal aansluit bij het groen in de omgeving. De plint is van glas en plaatmateriaal waarbij de identiteit van elke school wordt geaccentueerd doordat elke school een rode, blauwe of groene tint heeft meegekregen. Het geheel is een compact volume met afgeronde hoeken zodat het in de parkachtige setting past. We wilden niet dat een school zich achtergesteld zou voelen ten opzichte van anderen. Elke kant biedt daarom een voorkant met eigen fietsroutes en


ONTWERP EN INRICHTING

een toegankelijk voetpad waardoor het gebouw een alzijdige uitstraling heeft gekregen en elke school zijn eigen gevel.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw scholencluster Harmelen Opdrachtgever Gemeente Woerden Architect Frencken Scholl Architecten Maastricht Aannemer

SLIM GEBRUIK Het gebouw faciliteert gemeenschappelijk gebruik door veel aandacht voor licht, ruimte en gemeenschappelijk te gebruiken ruimten. Kind & Co huurt 60 m² voor BSO Baloe en maakt naast schooluren gebruik van de gemeenschapsruimte en het speellokaal. Het speellokaal kent een flexibele wand en wordt gebruikt voor vieringen. Huub: “Als je de wanden van de beide inpandige speellokalen open gooit is het een groot plein, als een doos in een doos, dat bijvoorbeeld bij grote evenementen wordt gebruikt.” De samenwerking tussen de scholen is goed. Jan over de beheervorm: “De scholen hebben een VVE ingericht die verantwoordelijk is voor het groot onderhoud. Het binnenonderhoud wordt door de afzonderlijke gebruikers geregeld, waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor de ruimte van de BSO. Dat loopt in de praktijk goed.”

Bouwbedrijf Van Deelen Veenendaal Installatieadviseur Curvers raadgevende ingenieurs Gulpen Constructeur Adviesbureau Brekelmans Maastricht BVO 3.060 m² Stichtingskosten e 3.310.000,- excl. btw Ingebruikname Januari 2016

ENERGIEZUINIG GEBOUW Jan: “Duurzaamheid was een belangrijk onderdeel van het technisch programma van eisen en dat pakte Huub goed op, die goed aanvoelde wat we wilden. De gemeente wilde samen met de schoolbesturen verdere stappen zetten dan het Bouwbesluit, door onder meer ledverlichting en extra zonnepanelen.” Huub vult aan: “Het is total design aanbesteed, zodat we zelf de constructeur en installatieadviseur konden bepalen. Vroeger ontwierp je het gebouw en werden de installaties erin gebracht

als een noodzakelijk kwaad. Nu onderzoek je eerst hoeveel zonnepanelen je nodig hebt. De daken bestaan uit een plat dak zodat je de zonnepanelen optimaal op het zuiden kan oriënteren.” Jan vult aan: “Het hoge dak is bijna volledig vol gelegd met zonnepanelen, terwijl het lage dak is voorzien van mossedum dakbedekking en heeft een groene uitstraling. Dat heeft geleid tot een EPC van 0,2 en een A++++ label. Alles is elektrisch, dus je vindt hier geen gasaansluiting. We wekken zelf energie op; het binnenklimaat is CO2 gestuurd en ventilatie, warmte en koeling kunnen per lokaal geïntegreerd worden aangestuurd. Op het moment dat je een lokaal binnenkomt, gaat de installatie voor jou denken. De schoolbesturen investeren mee en verdienen dat vanuit de exploitatie in tien jaar terug. Met het bedrag dat geoormerkt is voor energie komen de scholen uit en hebben ze bovendien een gekoeld gebouw in de zomer. De praktijk is dat scholen meer geld uitgeven aan materiële instandhouding dan ze binnenkrijgen. Voor energie krijgen scholen € 9,- per m² en daar komen ze nooit mee uit. Dat betekent dat je als gemeente meer moet investeren omdat we die ambitie hebben. Dit noemen dit een b.e.n.g.gebouw, een bijna energie neutraal gebouw en het eerste gemeentelijke gebouw dat wordt opgeleverd zonder gasaansluiting. Daar zijn we al trots op, maar in Kamerek gaan we met Huub twee 0 op de Meter scholen realiseren, die volledig zelfvoorzienend zijn met een EPC van 0.” Kijk voor meer informatie op frenckenscholl.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

45


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Rik Staals

OPENBARE REGIONALE SCHOOLGEMEENSCHAP LEK EN LINGE KIEST VOOR TIJDELIJKE HUISVESTING

Kwaliteit vergelijkbaar met nieuwbouw “Onze schoolgemeenschap heeft meerdere locaties en op elke locatie hebben we wel tijdelijke huisvesting van De Meeuw staan. We verwachten in de toekomst te krimpen en maken daarom gebruik van tijdelijke huisvesting. Maar we willen wel dezelfde kwaliteit als nieuwbouw hebben.”

A “Ook bij tijdelijke huisvesting kun je conceptmatig denken, afhankelijk van de onderwijskundige visie”

an het woord is facilitair coördinator Martin Tiggelman, die samen met zijn collega Manus Koning uitvoering geeft aan het huisvestingsbeleid van Schoolgemeenschap Lek en Linge, die in Culemborg vier vestigingen heeft met daarnaast nog De Lingeborgh in Geldermalsen: “In totaal bedienen we ruim 4.000 leerlingen en 450 personeelsleden. De reden dat ORS Lek en Linge op haar locaties kiest voor tijdelijke huisvesting heeft te maken met het creëren van een flexibele schil. Dan is gebruik beter dan bezit. Tijdelijke huisvesting kun je na de contractperiode weer afstoten. Wij hebben met de gemeente overlegd over deze oplossingen, omdat we niet van eventuele leegstand elders gebruik wilden maken. Dat is niet goed voor het onderwijsproces; we willen onze leerlingen graag bij elkaar houden. We hebben verschillende offertes aangevraagd en kwamen bij De Meeuw uit op basis van de combinatie prijs en kwaliteit. Vooral het onderscheid in vloeren was doorslaggevend; De Meeuw levert gebouwen met massieve betonvloeren en dat geeft door vermindering van contactgeluid een betere beleving. Andere aanbieders maken gebruik van houten vloeren, die weliswaar goedkoper zijn, maar een mindere beleving en meer geluid geven.” NEGATIEVE KLANK Tijdelijke huisvesting heeft jaren een negatieve klank gehad, van te lang ingezette noodlokalen. “Dat is bij ons zeker niet het geval”, stelt Martin, “tijdelijk met meer comfort moet volwaardige huisvesting opleveren. Docenten moeten tijdelijke huisvesting voor meerdere jaren als een volwaardige oplossing ervaren. We hebben de afgelopen 12 jaar drie nieuwbouwprojecten gehad. Dan mag je ze niet afschepen met een slechte omgeving waardoor ze minder werk-

46

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

plezier hebben. Onze tijdelijke gebouwen hebben ook namen, zoals het tuingebouw, fietsgebouw en pleingebouw. Juist om los te komen van de associatie met noodlokalen. Je ziet ook dat de strakheid, het goede binnenklimaat en de kwaliteit mede de sfeer bepalen. En je kunt variëren in hoogte, zonder dat de kwaliteit wordt aangetast.” BUILDING CONFIGURATOR Freek de Kort van De Meeuw knikt: “Naast het comfort van beton is ook het binnenklimaat goed geregeld. We hebben zelf een ventilatiesysteem met warmteterugwinning ontwikkeld, volledig CO2 gestuurd conform frisse scholen klasse B. Dat draagt er mede toe bij dat we hier over een volwaardige onderwijsomgeving praten. We plaatsen tijdelijke huisvesting met onderwijsruimten, sanitair en kantoorruimten, zodat je over een volledig gefaciliteerd deel van je huisvesting praat. Via onze de building configurator kun je zelf je ontwerp maken, waardoor we maatwerk kunnen leveren. Ook bij tijdelijke huisvesting kun je dus vooraf conceptmatig denken, afhankelijk van de onderwijskundige visie. Je kunt ruimten maken voor zelfstandig leren en meer algemene ruimten.” Martin geeft een voorbeeld: “Op onze HAVO locatie hebben we het tuingebouw, dat een prachtige teken- en handvaardigheidsruimte heeft. ” RUIMTE VOOR DE TOEKOMST Martin vult aan: “Op twee locaties hebben we centrale verwarming en toiletruimten. In de laatste twee tijdelijke gebouwen hebben we elektrische verwarming en geen toiletruimten. Dan ben je qua grondwerk en installaties een stuk voordeliger uit.” Freek vraagt Martin of de trend nu flexibel bouwen is. “Dat vind ik een lastige vraag, omdat de neiging toch is nieuw te bouwen. Je wilt in ieder geval voorkomen dat je voor


ONTWERP EN INRICHTING

Freek de Kort (l) en Martin Tiggelman (r)

leegstand bouwt. Dus fluctuaties in leerlingentallen raakt direct je vastgoed- en portefeuillevraag. Je kunt zo slimmer omgaan met je vastgoedbeleid. Je vaste kern is de permanente huisvesting, maar met een contractduur van vijf jaar kun je daaromheen flexibel opereren. Op de vestiging De Lingeborgh is er naast huur één tijdelijk gebouw in eigendom aangeschaft met terugkoopgarantie. Doorgaans zijn de gebouwen al hergebruikt. Dat betekent dat ze een tweede of derde leven krijgen en dat noem ik duurzaam bouwen en ruimte maken voor de toekomst.” Freek reageert: “De trend is dat opdrachtgevers steeds meer vanuit de exploitatie denken. Dan wordt gebruik belangrijker dan bezit. En als je het niet meer gebruikt dan geef je het terug. Dat is een mooie gedachte en past bij het denken over het gebruik van grondstoffen en het behoud van onze aarde. Daarom noemen we onszelf ook toekomstbouwers.” ONTZORGEN ROND DE PIEK Freek ten slotte: “Goed te vermelden is dat we de opdrachtgever volledig kunnen ontzorgen. We doen

het grondwerk, regelen aanvragen voor voorzieningen en het onderhoud. Soms leveren we de meubels mee en we kunnen het dataverhaal inclusief wifi volledig verzorgen. Je krijgt dus bouwkundig en installatietechnisch tiptop gebouwen, waardoor de school zich vooral met het onderwijs kan bezighouden.” Martin: “En we zien dat veel scholen in april bij ons aankloppen voor extra tijdelijke huisvesting. Op dat moment zijn de leerlingenaantallen voor het nieuwe schooljaar bekend en begint voor veel scholen de uitdaging met betrekking tot het huisvesten van nieuwe leerlingen. De Meeuw is gespecialiseerd op het gebied van het snel leveren van tijdelijke huisvesting, met een permanent karakter. Voor ons is de snelheid in de hectiek van een schooljaar rond mei, wanneer alle roosteraars onder druk staan, heel bepalend. Van de beslissing tot en met oplevering stond de tijdelijke huisvesting in drie maanden. Bij de start van het nieuwe schooljaar draaide het allemaal perfect.” Kijk voor meer informatie op demeeuw.com/flexibel-bouwen.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

47


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Heutink Interieur

TRANSFORMATIE KANTINE MEESTERZET RENOVATIE HET NOORDIK

Een gebouw voor nieuwe vriendschappen De eerste fase van de renovatie van het Noordik is achter de rug. De kern is een slim ontwerp in een door de tijd chaotisch georganiseerd gebouw. De architect heeft de oorspronkelijke structuur weer teruggebracht, in nauwe samenwerking met de locatieleiding en begeleid door ICSadviseurs. Beleving staat centraal in een leeromgeving die maatwerk mogelijk maakt.

L

ocatiedirecteur Gert ten Hove over oorsprong en aanleiding: “CSG Het Noordik aan de Noordikslaan in Almelo bestaat ruim tien jaar in de huidige bestuurlijke vorm met vier vestigingen, waarvan deze met ruim 1.600 leerlingen de grootste is. Deze locatie stamt uit de jaren 60 en kent een klassieke structuur met gangen en lokalen over drie verdiepingen. In de loop van de tijd is er van alles aan geknutseld, zodat de oorspronkelijke opzet

48

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

vertroebeld is geraakt. In 2016 hebben we na jaren voorbereiding besloten om dit pand te renoveren, om het onderwijs beter te kunnen faciliteren. We zijn teamgericht georganiseerd en de basis blijft klassikaal met ruimte voor eigen ontwikkeling. Leren vindt klassikaal plaats, maar ook in kleinere groepen of individueel. Deze tijd kent ander onderwijs dan 50 jaar geleden, een gebouw moet daar in mee. In onze ontwikkeling zijn vier thema’s


ONTWERP EN INRICHTING

vlnr: Stefan Rödel, Tjerk Boom, Gert ten Hove, Rop Krist

leidend: modern onderwijs, inspelen op digitalisering, maatwerk voor leerlingen door het werken in verschillende vormen mogelijk te maken en een gebouw dat die ontwikkeling kan ondersteunen.” VRIENDSCHAPPEN Rop Krist is als ICSadviseur betrokken bij Het Noordik: “Toen we de vraag kregen hebben we wel even naar het gebouw gekeken. Het is immers al ruim 50 jaar oud en was functioneel verouderd. Dus nieuwbouw was ook een optie, maar in overleg met de opdrachtgever en de architect is voor renovatie gekozen.” Tjerk Boom is architect van SeARCH: “Onze directeur Bjarne Mastenbroek is speciaal voor dit project gevraagd omdat hij oud-leerling van het CLA (het huidige Noordik) is. Hij vindt de oorspronkelijke opzet, met veel licht en een ontsluiting door een centrale aula nog steeds prachtig en wilde die oude kwaliteit met toevoeging van nieuwe elementen terugbrengen. Bjarne had een vaste plek in de kantine van het schoolgebouw waar hij met zijn vrienden in de pauzes rondhing. Volgens hem is een school een plek waar je vriendschappen sluit en waar je je thuis voelt. Een schoolgebouw moet de leerling passen, het is een plek die hij koestert.” RENOVATIE NIET GEREGELD Gert knikt: “Het lastige is dat renovatie niet in de wet geregeld is. Ondanks goed overleg met de gemeente gaven zij aan dat renovatie onze verantwoordelijkheid was. En toen kwam de architect met een integraal ontwerp.” Tjerk knikt: “Om bij de oorspronkelijke kwaliteit uit te komen moet je integraal denken door middel van een wenkend perspectief, anders blijf je pappen en nathouden. Je moet dus een eindplan bedenken, om dit vervolgens weer in fasen af te pellen. In het NAI hebben we gezocht naar de historie van het gebouw, dat als een voorbeeld van modernistische architectuur bekend stond, met een

prachtig gearticuleerde aula, met veel lichtinval. We wilden dan ook de gevels strippen en in oorspronkelijke staat terugbrengen, maar dan wel energetischer. Daarnaast waren de in- en doorgangen niet logisch gelegd en wilden we de kantine in de voormalige fietsen­kelder anders articuleren.” Rop lacht: “En daar lag het belang van onze rol als projectmanager, met ook een verantwoordelijkheid voor de budget-

“Een school is een plek waar je vriendschappen sluit en waar je je thuis voelt.” bewaking. De school had € 1.8 miljoen beschikbaar en dat was onvoldoende om het plan van SeARCH te realiseren. Omdat er geen goed onderbouwd huisvestingsplan lag, hebben wij eerst een functioneel programma van eisen opgesteld waarbij we functies hebben herschikt. Daarbij hebben we drie speerpunten benoemd; het binnenkomen en kantine, onderwijskundige vernieuwing via het OLC aan de aula en de collegezaal. In feite hebben we nu de eerste fase uitgevoerd, die uiteindelijk € 2,4 miljoen heeft gekost, inclusief de vervanging van meubilair en met heel veel samenwerking met lokale leveranciers. De school heeft zich uitgerekt in creativiteit om vanuit heel veel kanten geld in te zamelen.” KANTINE ALS MEESTERZET Tjerk knikt: “Daardoor hebben we in het ontwerpteam enorm nagedacht wat nu prioriteit had en wat we uit konden stellen. Veel energie is in de transformatie van de kantine gaan zitten en dat is dan ook de belangrijkste interventie geweest, omdat dat een compleet andere beleving van het gebouw

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

49


PROJECTINFORMATIE Project Eerste fase renovatie Het Noordik Almelo Opdrachtgever

heeft opgeleverd. Het was een grote lage ruimte met bijna geen daglichttoetreding. We hebben een nieuwe entree gemaakt, met naast een aantrekkelijke receptie een podiumtrap die ook dient als entree naar het aulagebied. De kantine is nu veel lichter met een groot dakraam en geel als een verbindende basiskleur. Die kleur komt ook terug in de mooie collegezaal die visueel ook weer verbonden is met de aula. Evenals de nieuwe lichte docentenkamer die door middel van een groot raam verbonden is aan de kantine. Als je praat over beleving dan is het kantinegebied totaal getransformeerd tot een fijne plek waar leerlingen kunnen verblijven. Een absolute winst zijn ook de kluisjes, die in de wanden zijn verwerkt. Het meedenken en creatief inrichten van een specialist als Heutink heeft ons erg geholpen.”

CSG Het Noordik Architect SeARCH PvE en projectmanagement ICSadviseurs Aannemer Hegeman Installatietechniek De Groot installatietechniek Installatieadvies Technion Inrichting Heutink BVO 3.000 m² sloop en renovatie Stichtingskosten E 2,3 mio

HART EN ADEREN Gert knikt: “In feite hebben we op de plattegrond een groot kruis gezet met in het midden het hart; de

Oplevering september 2016

50

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

aorta van waaruit het leven ontstaat en de aderen gevoed worden. Alle onderdelen zijn nu veel logischer verbonden. De collegezaal maakt het docenten bijvoorbeeld mogelijk om maar één keer dezelfde les aan drie klassen te geven en de rest van de tijd zinvol te besteden aan begeleiding op maat. De kantine is net zo’n verhaal; we noemen het kantine, maar dat begrip stamt uit de industriële tijd, waar je een plek nodig had om je brood op te eten. Nu zie je dat het leren overal gebeurt, dus je moet ruimten hebben waar je leert, maar ook kunt recreëren en ruimten waarin de nadruk op recreëren ligt, maar waar je ook kunt leren. De tijd van statische ruimten bestaat niet meer. In ons OLC hebben we ook gebieden geaccentueerd waarin concentratie belangrijk is en plekken waarin werkruis toegestaan is. Het gebouw moet faciliteren maar is nooit doorslaggevend, het gaat om de mensen die elkaar ontmoeten. Dat is hier goed gelukt.” Kijk voor meer informatie op icsadviseurs.nl/noordik-almelo.


Prestatiebevorderende middelen op scholen? We doen er alles aan om de prestaties van leerlingen te bevorderen. Uit onderzoek is gebleken dat de schoolresultaten aanzienlijk beter worden door de leefomgeving op de school. Met vloeren van Bolidt bijvoorbeeld. Minder contactgeluid, meer demping, onbegrensde mogelijkheden qua kleur en vorm. En dan hebben we het nog niet eens over onderhoud en duurzaamheid.

www.bolidt.nl SCHOOLDOMEIN

maart 2017

51


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martijn Buskermolen

PLATFORM ONDERWIJSHUISVESTING ORGANISEERT DEBAT INHUUR HUISVESTINGADVISEURS

Opdrachtgevers moeten een andere uitvraag stellen

Irma Thijssen en Jaco de Wildt

De insteek is helder; het moet vooral geen klaagverhaal worden. Voor opdrachtgevers en hun inkoopbureaus valt meer te halen dan nu vaak wordt gevraagd. De opdrachtgever doet zich tekort door de verkeerde vraag te stellen en koopt daardoor vaak een kat in de zak. Belangrijk is vooraf te bedenken wat de waarde zou moeten zijn en dat te vertalen naar verwachte prestaties.

H

arry Vedder opent namens POH: “Onze branche wil graag uitgedaagd worden op toegevoegde waarde in het project. Wanneer we de laatste jaren naar de markt kijken zien we dat vooral gemeenten in hun selectietrajecten op prijs blijven selecteren en te weinig ruimte laten voor creativiteit. Adviseurs worden als geldwolven gezien die het vooral voor minder moeten doen. En je wilt toch werk krijgen, dus moet je mee. Gelukkig trekt de markt aan, waardoor je kunt besluiten om niet meer op een te lage prijs in te schrijven. We zitten hier met verschillende adviesbureaus met specifieke toegevoegde waarde aan tafel. Je zou willen dat de opdrachtgever naar die onderscheidende kwaliteit op zoek is. Dan krijg je klanten en adviseurs die bij elkaar passen. Maar zo gaat het vaak niet.” Rop Krist vult aan: “Het is vaak ook niet duidelijk hoe inkoopbureaus hun trajecten inrichten. Veel grotere inkoopbureaus bestaan uit ex-werknemers van gemeenten. De expertise bij

52

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

gemeenten verdwijnt en de inkoopbureaus baseren zich op starre en aanbodgerichte procedures. Het komt voor dat je moet concurreren met de tarieven van zzp-ers en dan hoor je een dag van tevoren dat er toch geen zzp-ers meedoen. Dat leidt tot wazige trajecten waarbij de economisch meest voordelige aanbieding betekent dat de laagste inschrijver wint en er niet naar proces en kwaliteit wordt gekeken. En dat terwijl adviseurs een fase begeleiden die relatief nog weinig kost, maar veel toegevoegde waarde biedt voor het feitelijke bouwproces en de kwaliteit van het gebouw.” BEWUSTE KEUZE Jack Hazen van Pellikaan Bouw herkent dat: “We zien door de marktwerking ook dat de prijzen vaak ver boven het normbudget liggen. Dan worden we min of meer gedwongen om tot slopershoogte te bezuinigen, nadat je daarvoor een complexe aanbestedingsprocedure hebt doorlopen. Als er toch nog steeds op


EXPERTMEETING

Jack Hazen

Alfons Hams en Harry Vedder

DEELNEMERS prijs wordt geselecteerd, wordt het lastig om ambities op het gebied van duurzaamheid te realiseren. Je moet als bureau laten zien waarom je meer kunt bieden dan een eenmanszaak. Een opdrachtgever zou bewust voor een bureau moeten kiezen en niet voor de laagste prijs. Maar we merken gelukkig ook dat de markt verandert. In onze branche wordt sterk gezocht naar een ander type van samenwerking in een meer bouwteamachtige constructie waarbij je eerder samenwerkt.” Alfons Ham over de architecten: “In onze branche is er nog steeds werkhonger, omdat er meer capaciteit is dan de vraag. Gevolg is dat er meer geleverd wordt dan dat gevraagd wordt en dat constateer ik ook bij andere spelers in het bouwproces. Er worden dingen dubbel gedaan en dat ziet de opdrachtgever ook. We moeten op een slimmere manier met elkaar gaan samenwerken.” De demarcatie tussen advisering, bouw en architectenwerk is een boeiende”, bevestigt Rop, “er is werk genoeg, maar gaan we er slim mee om, en komt het bij de juiste persoon en de juiste expertise? Ik zie die overlap ook regelmatig en dat sterkt de klant in het idee dat er nog meer te halen valt.” Harry knikt: “Door een slimmere samenwerking kun je het goedkoper maken en ook vooral duurzamer. We kunnen zoveel meer bereiken dan nu het geval is. Maar de manier waarop nu de aanbestedingen vaak worden ingericht leidt er niet toe dat we op die manier geprikkeld worden. Het systeem werkt gewoon niet meer goed.” INVESTEREN IN VOORTRAJECT Jaco vult aan: “De opdrachtgever zou in het voortraject meer moeten willen investeren om de kwaliteit van het project beter te krijgen. Dan wordt de adviseur wat duurder, maar wordt het project beter. Ik heb liever een adviseur van 150 euro die het in één uur doet dan een adviseur van 100 euro die het in twee uur doet, met minder kwaliteit. Een product of

Alfons Hams Harry Vedder Rop Krist Jack Hazen Irma Thijssen Jaco de Wildt Sibo Arbeek

Spring Architecten M3V ICSadviseurs Pellikaan Bouw RVO, namens Green Deal Scholen BBN Adviseurs Hoofdredacteur Schooldomein

een dienst inkopen zijn twee verschillende dingen. Met een adviseur koop je een product dat gemaakt wordt door uren en opgebouwde kennis en expertise. Dat is anders dan een potlood kopen. We komen inkopers tegen die weinig verstand van bouwen hebben, maar wel weten wat ze willen en ons daarop bevragen; dan kan een mooie samenwerking ontstaan.” Rop knikt: “In het raamwerk van de aanbestedingsleidraad zit weinig ruimte. Wanneer de inkoper invloed wil uitoefenen en de prijs voor 60% meetelt in de weging wordt het lastig om kwaliteit te meten.” Alfons: “Daarom is het de vraag of je beter in het begin meer geld uit kunt geven om een kwalitatief goed proces in te richten, of het juist goedkoop houden door in het begin het aantal vragen te beperken. Ik zie dat architecten maar ook adviseurs meer leveren dan gevraagd wordt, maar dat moet je dan echt uitsluiten. Een proces moet zich ook rustig kunnen opbouwen.” BEST VALUE Irma Thijssen geeft een voorbeeld namens RVO: “Ik zat laatst bij een bijeenkomst van de installatiesector en dat ging ook over het wantrouwen vanuit de schoolbesturen en de gemeenten. Begrijpelijk, maar het gaat vaak om kleine projecten zoals slecht werkende ventilatie-units, vervuilde kanalen en het vervangen van filters, waarbij elk gebouw anders is. Het budget is klein en besluitvormingsprocedures duren vaak erg lang. Ook is er in het verleden soms

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

53


Sibo Arbeek en Rop Krist

“Vooral gemeenten blijven op prijs selecteren en geven te weinig ruimte voor creativiteit”

54

SCHOOLDOMEIN

slechte kwaliteit afgeleverd. Het gemiddeld schoolbestuur doet weinig aanbestedingen en beschikt niet altijd over de juiste expertise rond installaties of aanbestedingen. Een goede adviseur kan helpen om te realiseren wat de opdrachtgever wil: de beste keuzes voor een gezond gebouw en met efficiënte inzet van beschikbaar budget. Zij weten hoe je op kwaliteit kunt selecteren en niet alleen op de prijs.” Harry knikt: “De wereld verandert; het is de vraag of een schoolbestuur wel een uitvraag moet doen aan een installatieadviesbureau. Het gaat om onderwijs en je hebt een bepaald budget voor de exploitatie. In plaats van daarop, gaat men dan op laagste bouwkosten selecteren en krijg je iets wat niet de juiste kwaliteit oplevert. En dan begint de ellende.” Irma: “Daarom willen we in het kader van de Green Deal Scholen schoolbesturen ondersteunen in het inhuren van de juiste expertise. Een school is geen woning. Je zou meer prestatiecontracten moeten afsluiten en goed nadenken over de uitvraag en daar heb je een huisvestingsadviseur voor nodig. Tegelijkertijd zie ik ook dat het schoolbestuur allerlei aanbiedingen krijgt en vaak door de bomen het bos niet meer ziet.” Harry reageert: “Maar die markt wordt wel steeds deskundiger en kan prima een bepaald resultaat garanderen. Opdrachtgevers moeten anders over de vraag nadenken. Daarom geloof ik ook in de zogenaamde best value aanpak, waarbij de opdrachtgever of het inkoopbureau de aanbesteding inricht op basis van partnerselecties. Het is een gerichte manier om partners te selecteren, waarbij de bewezen deskundigheid en toe te voegen waarde van belang is. Dan krijg je leukere selecties, waarbij partijen in hun waarde en kracht zitten. Als je dan verliest is het oké.” Jaco vult aan: “Sinds de nieuwe aanbestedingswet is het gemakkelijker om een op concurrentie gerichte dialoog te voeren. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Een opdrachtgever moet de

maart 2017

prestatie kunnen benoemen in termen als comfort, licht en lucht. Hoe dat wordt ingevuld bepaalt de markt dan wel.” KETEN SAMENWERKING Rop: “Een goede inkoper stimuleert de opdrachtgever om de creërende markt te helpen de juiste antwoorden te geven. De vraag zou moeten zijn hoe ik een zo goed mogelijk aanbod op mijn behoefte zou moeten krijgen. Wat en hoe zijn verschillende vragen. De hoevraag wordt heel veel gesteld en wat ik ermee bereik komt nauwelijks aan de orde.” Jack: “Daarom voorspel ik dat we steeds meer naar ketensamenwerking gaan en de inkoper in de traditionele vorm verdwijnt. De opdrachtgever moet in staat zijn om al dan niet met zijn huisvestingsadviseurs de prestaties van zijn gebouw in de omgeving waar het staat te bepalen. Dan help je opdrachtgevers om het beste gebouw voor het beste bedrag te krijgen.” Irma ten slotte: “Vanuit de Green Deal richten we ons op bestaande gebouwen binnen het primair en voortgezet onderwijs. Veel scholen kampen met een slechte kwaliteit binnenmilieu. De Wet Milieubeheer legt hen op energiemaatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar. Omgevingsdiensten gaan de komende jaren strenger op naleving controleren. Vaak weten schoolbesturen dat niet. Daarom is de Green Deal Scholen subsidieregeling interessant, want die leidt tot een directe verbetering van het gebouw. De rijksoverheid vergoedt de helft van de advieskosten tot een maximum van € 3.500,-. Dat helpt om de business case te verbeteren en het schoolbestuur beter in de vragende rol te zetten. Want aan de ene kant moet de opdrachtgever professioneler worden, om vooral beter aan te kunnen sturen.” Kijk voor meer informatie op platformonderwijshuisvesting.nl. De subsidieregeling vindt u op www.rvo.nl/gds.


Stil zitten in de klas is zooo ouderwets! Wij kiezen resoluut voor meer beweging in de klas.

iMO-LEARN Moved by learning - Dynamisch zitten, actief leren en bewegend leren in één leermiddel! Een totaal nieuwe leerervaring door dieper en intenser leren… •

Flexibel en creatief leermiddel, gebaseerd op fysieke activiteit

‘Niet stil kunnen zitten’ wordt een troef in plaats van een beperking

Ontwikkeld voor en door leerkrachten en leerlingen

Duurzaam concept en materialen

VANERUM Nederland Duwboot 89 3991 CG Houten

+31 30 212 20 10 info@vanerum.nl www.vanerum.nl

Ook ‘Moved by Learning?’ Contacteer ons voor meer informatie over iMO-LEARN in jouw school.


Tekst Irma Thijssen, RVO.nl Foto’s DWA

SUBSIDIE HELPT SCHOOLBESTUREN DIE HUN SCHOOL WILLEN VERDUURZAMEN OP WEG

“Het is mooi meegenomen” Oktober 2016 is de subsidieregeling Green Deal Scholen Advies geopend. In 2016 kwamen er bijna 40 aanmeldingen binnen van schoolbesturen binnen het PO en VO die aan de slag gaan met energiebesparing, duurzame energie en een gezonder binnenklimaat.

D

e Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO.nl, voert de regeling uit namens het ministerie van OCW en de Green Deal Scholen. Ellen Leussink van RVO.nl: “Schoolbesturen worden hiermee geholpen om een goede keuze te kunnen maken voor verbetering van hun gebouwen. Het is goed om te zien dat zoveel schoolbesturen nu aan de slag willen. De aanvragen variëren: er zijn verbeterplannen bij voor één school; er zijn aanvragen voor energiescans of onderzoek naar zonnepanelen; en er zijn ook schoolbesturen die een Duurzaam Meer­jaren Onderhoudsplan willen opstellen voor meerdere scholen.” MOOI MEEGENOMEN Eén van de aanvragers is de Christelijke Schoolvereniging IRIS in Kampen, die zes van de veertien PO scholen willen renoveren. Gerard Wolters: “Uitgangspunten bij de renovatie zijn onder andere energiebesparing en binnenklimaat. De subsidie helpt ons om een onderzoek naar deze zaken uit te voeren. Het advies nemen we vervolgens mee in de renovatieplannen. Ook wordt gekeken of we nog van de SDE of ISDE subsidie gebruik kunnen maken. De gemeente betaalt een deel mee, want er was veel achterstallig onderhoud.” Ernst Steffens van Stichting OBO West-Brabant: “Op verschillende manieren zijn we op de subsidieregeling geattendeerd. Wij hebben diverse gebouwen, zowel oud als nieuw, en eigenlijk zijn er overal klachten over energie en binnenklimaat. Bij sommige scholen is binnenkort renovatie aan de orde. Daarvoor zoeken we advies. De subsidierege-

56

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

ling helpt, want het gaat om best grote bedragen. Wij hebben een aanvraag ingediend voor energiescans op vijf scholen. De subsidie is een extra stimulans.” RENOVATIE BLIJFT MOEILIJK FINANCIERBAAR Marc Karreman van Scholengemeenschap Spieringshoek in Schiedam heeft subsidie aangevraagd voor een renovatieplan. “Onze school is gebouwd in 1970. Zeven jaar geleden zijn er dubbelglas, dakisolatie en CO2 meters geplaatst. En vorig jaar zonnepanelen. Maar dat is niet voldoende. Het binnenklimaat is vooral in de zomer rampzalig. Afgelopen zomer hebben we de derde en vierde verdieping zelfs moeten uitroosteren vanwege extreem hoge temperatuur. Als je alleen met een MJOP werkt, is dat niet voldoende. We moeten nu echt de schil en de installaties aanpakken.” Of een ingrijpende renovatie ook werkelijk kan worden uitgevoerd, is nog niet zeker. “We weten nu dat het zal gaan om een investering van 2,5 à 3 miljoen. En maatregelen verdienen zich maar deels terug. De energieprijs die wij betalen is laag en de binnenmilieumaatregelen kosten vooral geld. Als ik de investering over 20 jaar uitsmeer, is er een ton per jaar extra nodig. We gaan binnenkort met het bestuur in gesprek hierover. De subsidie is een mooie start, maar ik ben wel bang dat er mooie plannen blijven liggen omdat de aanpak niet financierbaar is.” Wim Lengkeek, namens de PO-raad trekker van de Green Deal Scholen: “Inderdaad ligt hier een uitdaging voor de schoolbesturen. Het financieren is op zich niet het probleem, maar wel wat dat uiteindelijk betekent voor de exploitatie. Niet voor niets ligt er momenteel bij de


ONTWERP EN INRICHING

“Alleen onderhoud plegen is in veel scholen niet meer voldoende”

staatssecretaris van OCW een voorstel om de financieringsmogelijkheden voor schoolbesturen en gemeenten op het gebied van onderwijshuisvesting te verbeteren.” COMBINATIE Bij de aanvragen zijn uiteraard ook adviesbureaus betrokken. Zoals Adviesbureau Arec, betrokken bij drie projecten: een energie- en binnenmilieu advies voor zestien PO scholen in Amersfoort en twee aanvragen voor het opstellen van Duurzame Huisvestingplannen (DHP’s) voor totaal zes PO scholen in Tiel, Nijmegen, Druten, Ubbergen, Gennep en Groesbeek. Ger Meijering van Arec: “Door alle publiciteit rond de Green Deal en de beschikbaarheid van subsidie worden schoolbesturen wakker. Alleen onderhoud plegen is in veel scholen niet meer voldoende. Combineren van energie- en binnenmilieumaatregelen met planmatig onderhoud met functionele aanpassingen biedt kansen en is een alternatief voor vervangende nieuwbouw.”

BELANGRIJK VOOR DE TOEKOMST “De aanleiding? Dat is niet zo ingewikkeld”, zegt John van Seumeren, directeur van de Minister Calsschool in Naarden. “Het klimaat, duurzaamheid, zuinig omgaan met de aarde, dat is belangrijk voor de toekomst. Via school kunnen we een zaadje zaaien bij de kinderen.” Het schoolbestuur, Stichting RK Onderwijs Naarden, wil energiemaatregelen nemen op twee locaties van de Calsschool. “Wij streven naar een ‘stroomneutrale school’, maar wat is dan het slimste om te doen? Daarvoor is de subsidie handig. En het betaalt zich terug in onze educatieve rol. Want de toekomst van onze kinderen, dat is ongelooflijk belangrijk.” De subsidie loopt nog door tot eind september 2017. Er is ruimte voor ongeveer 150 aanvragen. Ellen Leussink: “Dus schoolbesturen: grijp deze kans!” Schoolbesturen die hun schoolgebouwen willen verduurzamen, kunnen gebruik maken van de subsidieregeling Green Deal Scholen Advies. De subsidie is bedoeld voor het inhuren van extern advies en bedraagt 50% van de advieskosten, tot een maximum van € 3.500,-. Per schoolbestuur kan één subsidieaanvraag worden gehonoreerd. Aanmelden kan via www.rvo.nl/gds. Meer informatie over het verbeteren van scholen vindt u op www.greendealscholen.nl en www.rvo.nl/frissescholen. Of u kunt contact opnemen met de Green Deal Scholen Helpdesk via info@greendealscholen.nl of 085 - 3032602 (ma t/m do).

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

57


Onderwijsbeurs NOT stabiele factor in onderwijsveld Met een ferme gongslag opende koningin Máxima de onderwijsbeurs NOT 2017. De beurs is met 38.875 bezoekers buitengewoon positief verlopen. Een derde van het bezoek kwam met concrete investeringsplannen naar Utrecht; het gemiddeld investeringsbedrag per persoon was € 25.000,-. De NOT, die eind januari in de Jaarbeurs in Utrecht werd gehouden, kreeg van het bezoek een 7,6 als waarderingscijfer.

H

et overgrote deel van de bezoekers is als leerkracht werkzaam in het primair onderwijs. De interesse van de bezoekers ging en masse uit naar leermiddelen en -materialen PO, gevolgd door leren en onderwijzen met ICT. Bezoekers gaan primair naar de NOT omdat ze op de hoogte willen blijven van nieuwe leermiddelen en methodes. Dit was voor 72 procent van de ondervraagde bezoekers de belangrijkste reden. Aan de beurs was in de vorm van de Onderwijsacademie een rijk pakket seminars gekoppeld. Een derde van de bezoekers heeft één of meer seminars bijgewoond. Voor een kwart van het bezoek is de Onderwijsacade-

mie zelfs de belangrijkste reden om de NOT te bezoeken. De betrokkenheid van leerkrachten bij hun werk wordt alom geroemd. Die betrokkenheid bleek ook weer op de NOT. Leerkrachten gingen op de NOT op zoek naar inspiratie en motivatie om hun werk nog beter te kunnen doen, zo zeiden leerkrachten over hun intrinsieke argumentatie om de beurs te bezoeken. “Ook goed voor eigen opleiding en ontwikkeling”, zegt 44 procent van de ondervraagde leerkrachten, gevraagd naar hun motivaties. De NOT 2017 kende een groot aantal speciale activiteiten. Tot de populairste behoren

de Kinderboekenstraat, de Dyslexiestraat en het Beweegplein. Negen van de tien bezoekers heeft een of meerdere activiteiten bezocht. Uit het onderzoek komt duidelijk

“Een derde van het bezoek kwam met concrete investeringsplannen naar Utrecht” naar voren dat ondervraagden tevreden zijn over de breedte van het exposanten aanbod, de zichtbaarheid van de innovaties en de verschillende activiteiten. Dit resulteerde in het rapportcijfer 7,6, net zo hoog als twee jaar geleden. Brand Manager Audrey Wilschut van de Jaarbeurs kijkt meer dan tevreden terug: “Voor exposanten is het een uitstekende beurs geworden. Het enthousiasme van het veld vibreerde over de beurs. NOT is een stabiel baken in een dynamisch veld. Alles wat er in het veld gebeurt, zagen we terug op de NOT. De aftrap met koningin Máxima was spectaculair. De toon - toepasselijk met haar bezoek aan de stand van Muziek in de Klas - was gezet, en die bleef doorklinken tot de laatste beursdag, de drukste van de hele week. De meeste leerkrachten bezochten NOT in hun eigen tijd. Over motivatie gesproken. En dat zijn ze over twee jaar ook weer van plan. 70 procent zegt de beurs ook in 2019 weer te bezoeken.

58

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martine Sprangers Fotografie

ONTWERP EN INRICHTING

WERKSESSIES INNOVATIES BINNEN ONDERWIJS EN HUISVESTING

Debatten Onderwijsacademie NOT 2017 geslaagd In de hal Bouw, Facilitair en Inrichting op de NOT stond de onderwijsacademie centraal. Een aantal keren per dag werden bezoekers, deelnemers en genodigden geprikkeld om mee te debatteren en te werken aan actuele thema’s. Schooldomein organiseerde samen met ICSadviseurs en Ruimte OK enkele debatten en workshops. GEPERSONALISEERD LEREN Merel de Boer en Janet van Oort van ICSadviseurs beten het spits af met de workshop rond gepersonaliseerd leren. In haar ruime ervaring als huisvestingsadviseur komt Merel verschillende scholen tegen:

“Wij hebben nog nooit zoveel vragen over gepersonaliseerd leren gehad als de afgelopen jaren. Onder docenten ervaren we een groeiende onrust over hoe om te gaan met de overdaad aan vrij beschikbare informatie. Is de leeropbrengst van het traditione-

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

59


le klassieke onderwijs wel groot genoeg, vragen zij zich af.” Onderwijsexpert Bart van Schoten van het Stanislascollege brengt in dat een school uit heel veel verschillende persoonlijkheden bestaat: “Niet ieder kind is in staat om met hetzelfde aantal prikkels om te gaan. Dat vraagt om differentiatie in het onderwijsaanbod en dus ook om verschillende typen ruimten.” Wanneer uit de zaal wordt gereageerd met de opmerking dat niet alle kinderen even gemotiveerd zijn reageert Christa de Graauw van Sens leren: “Het onderwijs staat meer dan ooit in de schijnwerpers en moet nu iets gaan doen aan zijn plankenkoorts! Dat levert een glansrol voor de docent op en vraagt om een uitstekende regie van de schoolleider en een excellent script geschreven door de instelling. Dat vereist creativiteit en daadkracht! Maar het vereist vooral een geest die openstaat voor kwaliteit, verandering en innovatie.” Peter Albersen van het Strabrechtcollege knikt: “Hart, hoofd en handen. Al die drie skills hebben leerlingen nodig en daar moet je ze op trainen.” Aan de hand van een door ICSadviseurs ontwikkelde methode Waar leer jij? ontdekken de aanwezigen hoe een plattegrond van een school innovatief en uitdagend kan worden ingericht, “door een differentiatie van ruimten, waarbij ook de buitenruimte niet moet worden vergeten.” Architect Erik van Wel van BRTA vat het samen: “Je moet een school benaderen als een onderwijspaleis, zonder gangen, waarbij je van ruimte naar ruimte gaat en je steeds weer laat verrassen.” INNOVATIEF FINANCIEREN EN AANBESTEDEN Peter Jan Bakker en Dennis Coenraad van ICSadviseurs gingen aan de slag met innovatief financieren. “Een bredere blik op de projectomgeving draagt bij aan de haalbaarheid van een project. Vaak zie je dat een project nog te fysiek wordt ingericht en te veel is gefocust op de realisatie van het gebouw binnen een bepaald financieel kader, maar daarin schuilen

60

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

“Een bredere blik op de projectom­ geving draagt bij aan de haalbaarheid van een project”

ook gevaren.” Dennis Coenraad signaleert dat de te kiezen contractvorm bepalender is dan de financieringsvorm: “En daarbinnen zien we dat de rollen binnen het bouwproces veranderen. De aannemer wordt steeds meer inkoper; 70% van de prijs van de aannemer komt bij de onderleveranciers vandaan.” In de crisis kozen veel opdrachtgevers voor Engineer en Build, maar daarin schuilen nu risico’s, omdat de prijzen zijn gestegen en de kwaliteit onder druk komt te staan. Misschien is het beter om in bouwteamverband te werken, waarbij er zelfs al een trend is om zonder aannemer te bouwen. Dennis: “Wanneer je alle stukjes goed opknipt en uitzet kun je het met een goede bouwadviseur en opzichter ook doen. Alles wordt geïntegreerder.” GEBOUW ALS DERDE PEDAGOOG Barbara Winkelhuijzen en Anne Bots werken het thema ‘het gebouw als derde pedagoog’ verder uit. Barbara opent: “De eerste pedagoog is de leerling, de tweede de leerkracht en de derde is de omgeving. De gebruiker staat centraal bij de vormgeving van een proces, maar de rol van het gebouw is medebepalend. Een gebouw kan het primaire proces versterken en daarmee onderwijswaarde toevoegen.” In de discussie met de aanwezigen komen verschillende elementen naar voren: “een rommelige inrichting leidt tot een rommelige onderwijsopbrengst”. “Dus moeten gebouw en inrichting met elkaar communiceren”, reageert Barbara. “Vanuit de onderwijsbeleving moet je pas gaan nadenken over de zogenaamde techniekbeleving. De vraag is welke leeromgeving de betreffende pedagoog het beste ondersteunt.” Een deelnemer merkt op dat de wij-beleving zeker net zo belangrijk is als de ik-beleving. Tegenwoordig is er te veel aandacht voor het ik en dat gaat ten koste van de verbinding en het groepsgevoel. Dat thema levert een goede discussie op, waarbij Barbara als conclusie de


ONTWERP EN INRICHTING

vierde pedagoog benoemt: “Dat is de maatschappij, waarbij het van belang is dat het leven en leren op school afgestemd is op de ontwikkelingen in de samenleving.” GREEN DEAL Marco van Zandwijk van Ruimte OK heeft als thema innovaties rond verduurzaming. Met de lopende Green Deal Scholen (2015-2017) willen sectororganisaties en overheid schoolbesturen actief op weg helpen om hun schoolgebouwen te gaan verduurzamen. Al tijdens de gehouden consultatiefase in 2015 lieten schoolbesturen en gemeenten er geen misverstand over bestaan. Als grootste belemmering om met verduurzaming van onderwijsgebouwen aan de slag te gaan waren zij het eens: Financiering, en dan vooral het ontbreken daar aan. Sibo Arbeek legde de zaal een aantal stellingen voor, waarbij iedereen het over de eerste vier stellingen eens is, maar waarbij vooral de laatste drie tot een levendige discussie leidden: • Het ontbreekt aan sluitende business case voor verduurzaming scholen, • Het niet georganiseerd krijgen van de vraag is grootste knelpunt bij verduurzaming, • Vraagstuk wordt te veel gestuurd door een focus op technische oplossingen, • Scholen laten massaal geld liggen door niet naar hun energieverbruik te kijken, • Energielabel zou voor alle scholen verplicht moeten zijn, • Het zoeken naar alternatieve financieringsmogelijkheden is geen taak schoolbestuur, • Verdeelde verantwoordelijkheid staat maken duurzame keuzes in de weg, • Scholen zouden zich helemaal niet bezig moeten houden met verduurzaming. De discussie maakt in ieder geval duidelijk dat verduurzaming een actueel thema is waarbij steeds meer gemeenten en schoolbesturen zich realiseren

Vanuit de Green Deal Scholen stelt de overheid een subsidie beschikbaar waarmee schoolbesturen extern advies kunnen inhuren voor verduurzaming van hun schoolgebouwen. De subsidie bedraagt 50% van de advieskosten tot een maximum van € 3.500. Hiervan kunnen honderdvijftig schoolbesturen gebruik maken. Meer informatie: www. GreenDealScholen.nl

dat zij zelf aan zet zijn. Maar vaak ontbreekt het hen aan tijd en voldoende expertise. SKILLS LAB THAMEN Het vierde debat werd gevoerd door onderwijskundige en debater Edward van der Zwaag en Ger Jagers, directeur van RSG Thamen in Uithoorn. Edward legde de aanwezigen een drietal stellingen voor: • Oude LTS gebouwen zijn bij uitstek geschikt om te transformeren naar nieuwe VMBO-leeromgevingen. • Het VMBO is bezig met een keiharde inhaalslag ondanks het negatief imago dat er nog steeds aan kleeft. • Integratie van theorie en praktijk nodigt uit om nieuwe onderwijskundige competenties te ont­ wikkelen. Het debat legde bloot hoe belangrijk het is om leerlingen te betrekken bij het meedenken over nieuw te creëren ruimten in een gebouw. Wat kun je nu niet en hoop je straks wel te bereiken. Nieuwe competenties blijken soms spontaan te ontstaan. Dankzij de mede­ debaters kinderpsycholoog Anneke Eenhoorn en Peer2Peer deskundige Melek Usta werd het debat bij de derde stelling onderwijsinhoudelijk. Leerlingen en docenten van een VMBO vinden elkaar sneller door de komst van een prachtig maar vooral functioneel skills lab. Nieuwe open onderwijsruimten nodigen uit om samen te werken en elkaar te leren kennen, waarderen en ondersteunen. Kortom, een prachtig voorbeeld hoe theorie en praktijk elkaar binnen het VMBO kunnen versterken en wenselijke onderwijsinnovaties mede afhankelijk worden van nieuwe onderwijsruimten.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

61


Tekst Sibo Arbeek

GESLAAGDE GEFASEERDE VERNIEUWBOUW DA VINCI COLLEGE KAGERSTRAAT LEIDEN

Stijlvolle symbiose oud- en nieuwbouw Rector Annick Dezitter: “Een deel van de gebouwen was te laag, functioneel niet meer goed en op het plein stonden jarenlang noodgebouwen. Uiteindelijk heeft de gemeente Leiden binnen het integraal huisvestingsplan geld vrijgemaakt om onze vernieuwbouw gefaseerd te financieren. Topos Architecten heeft oud en nieuw op een prachtige manier verbonden.”

A

Foto: Peter de Ruig

Foto: Mariëlle van Ooi

nnick: “De gemeente gaf aan dat we recht hadden op een aantal m² vernieuwbouw. Met die toezegging is Topos Architecten fasegewijs aan de slag gegaan, zonder dat er een integraal uitgedacht plan lag. De eerste fase dateert al uit 2002 toen op basis van het ontwerp van Topos lokalen en de mediatheek aan de kant van Kagerstraat zijn toegevoegd, waar ook de centrale entree ligt. Later kwam ook het Kunstblik, het kleine schooltheater met 77 stoelen, dat als een apart transparant deel aan de school verbonden is.” Namens Topos zitten Kees Jongelie en Mariëlle van Ooi aan tafel. Mariëlle was projectarchitect, maar werkt sinds vijf jaar bij Mooi Architectuur: “Een vernieuwbouw gefaseerd uitvoeren is niet gemakkelijk. Je kunt ook slopen en nieuw bouwen, maar dit gebouw uit 1963 met zijn kenmerkende gele baksteen is door de gemeente als beeldbepalend gebouw aangewezen.” Kees vult aan: “We hebben

62

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

met de uitbreidingen voor een andere uitstraling gekozen om zo het bestaande gebouw meer te laten spreken, terwijl het gevelbeeld toch doorloopt. De laatste uitbreiding aan de Zweilandlaan is in antraciet zwart met een wit aluminiumkader uitgevoerd en heeft daarnaast een nieuw hart in de oksel van het gebouw opgeleverd, met een prachtige overhangende luifel en een brede trap naar het schoolplein.” ARCHITECTONISCH GEHEEL Mariëlle: “De kunst is met zo weinig mogelijk ingrepen te openen en tegelijkertijd te verbinden. Wat oorspronkelijk plein was is deels overdekt en binnenruimte geworden. Het plein is kleiner door de nieuwe gerealiseerde gymzalen, maar loopt nu als het ware door in de binnenruimte. Daardoor krijgen leerlingen juist meer ruimte om te zitten en over te blijven. De nieuwe binnenruimte in het verlengde van de entree


“De kunst is met zo weinig mogelijk ingrepen te openen en tegelijkertijd te verbinden”

PROJECTINFORMATIE Project Fasegewijze vernieuwbouw Da Vinci College Opdrachtgever Gemeente Leiden en Bestuur Da Vinci College Architect Topos Architecten Aannemer laatste fase Blanksmabouw BVO 2.592 m2 (excl. gymzaal technasiumwerkplaats) 3.190 m2 (incl. gymzaal technasiumwerkplaats) Investeringskosten E 3,8 miljoen Ingebruikname laatste fase 2016

fungeert als het nieuwe hart en koppelt de oude aula, waardoor er een totaal andere verblijfsfunctie ontstaat. Onder het dakvlak hangt ook de nieuwe docentenkamer, die eerst geïsoleerd elders lag. Die ruimte ligt nu centraal in de school, waardoor het toezicht enorm is verbeterd.” Annick knikt: “De nieuwe aula werkt dan als een soort voorplein. Je merkt dat de nieuwe aula een ontmoetings- en praatruimte is en de oude aula als studeerruimte wordt gebruikt. De oudere leerlingen zitten vaak in de oude aula en de brugpiepers in de nieuwe aula. Het hart voegt iets toe aan de school dat er eerst niet was, terwijl de ziel van de oude kern niet is aangetast. Bijzonder vind ik ook dat er ondanks de fasegewijze aanpak toch een architectonisch kloppend geheel is ontstaan.” TECHNASIUM IN GYMZAAL Annick: “Onze voormalige gymzaal is een technasium werkplaats geworden, die ook door externen wordt gebruikt. We hebben veel creatieve leerlingen die ook graag onderzoeken, dus is er altijd veel materiaal dat even opgeslagen moet worden. Een deel van de oude kleedkamers zijn daartoe omgebouwd tot scrapheap. We hebben ook een foto-filmruimte met wat zwaardere computers en zelfs een ruimte om 3D te kunnen printen.” Mariëlle: “De gymzaal kwam vrij en was eigenlijk heel erg geschikt. Ik heb in de ruimte met een hoogte van 5,5 meter een vloer gehangen en dat is de denktank van de school geworden. De machinekamer schuift deels in de technasiumwerkplaats van waaruit je een prachtig overzicht over de totale ruimte hebt. In de ruimte staat scrabwood meubilair

Foto: Peter de Ruig

ONTWERP EN INRICHTING

op wielen, zodat je de ruimte flexibel kunt gebruiken. En zo herbergt het gebouw nog meer verrassingen; vroeger was dit een meisjesschool en onder de gymzaal zit een oud zwembad, dat vroeger werd gebruikt. Onze ambitie is om daar een bioscoopzaal annex collegezaal in te bouwen. Waarschijnlijk wordt het binnenkort gebruikt als escaperoom, waarbij leerlingen met een Leids bouwbedrijf de ruimte inrichten met elementen.” TOEKOMSTIGE PLANNEN “Het zijn frisse, goed voorziene lokalen en ruimten geworden, waar docenten en leerlingen graag zijn. Duurzaamheid komt overal terug, maar had nog integraler gekund. Het budget dat je krijgt is beperkt, terwijl duurzaamheid zich op de lange termijn terugbetaalt. We willen via ons integraal onderhoudsplan de oudbouw verder reviseren. Ik zie dat we onderweg zijn naar meer gepersonaliseerd leren en dat betekent dat ik nog meer wil variëren in de grootte van onderwijsruimten. Ik heb in Zweden hele mooie voorbeelden gezien en zit in een samenwerkingsverband van meerdere scholen (zie leerling2020.nl/netwerken/ zo-leer-ik/). Daarnaast zijn onze leerlingen zelf bezig ons schoolplein anders in te richten. Dat doen ze samen met ouders, de gemeente en tuin­architecten. Via enquêtes betrekken we leerlingen bij verdere verbeteringen aan de leeromgeving. Het gaat uiteindelijk om de kinderen en die moeten een plek hebben waar ze zich veilig en thuis voelen.” Kijk voor meer informatie op toposarchitecten.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

63


Tekst: Jutta Groosman

SAMENWERKEN AAN EEN TOEKOMSTBESTENDIGE CAMPUS

Alle onderwijs en zorg voor cluster 2 op één locatie in Amsterdam In de zoektocht naar het realiseren van hun ambitie hebben Kentalis en VierTaal zich niet laten leiden door bestaande kaders of verschillen in organisatie. De gedeelde wens om een optimale onderwijs-zorgomgeving voor hun doelgroep te creëren heeft geleid tot plannen waarbij samenwerking, delen van kennis, en optimalisatie van ruimtegebruik voorop staan. Een gedegen onderzoek naar investeringskosten, exploitatielasten en mogelijke grondopbrengsten heeft een voorkeursscenario opgeleverd waarbij de Cluster 2 Campus wordt gerealiseerd op één locatie in de stad Amsterdam. Niet het startscenario, wel het meest toekomstbestendige scenario! SAMENWERKING Kentalis en VierTaal zijn aanbieders van onderwijs en zorg voor kinderen, leerlingen en volwassenen die kampen met een beperking in horen en communiceren. Het totale aanbod loopt van behandeling op maat en onderwijs tot specialistisch onderzoek in het audiologisch centrum. Daarnaast bieden Kentalis en VierTaal ambulante dienstverlening aan scholen in hun samenwerkingsverband. Een breed scala aan diensten waarmee een enorme hoeveelheid expertise gepaard gaat. Expertise die door samenwerking en zichtbaarheid in de organisatie zo breed mogelijk gedeeld en ingezet moet kunnen worden. VERSNIPPERD Op dit moment bieden de organisaties op negen verschillende plekken in Amsterdam onderwijs en zorg aan. Deze versnippering heeft een negatief effect op zowel de samenwerking, kennisdeling en kennisontwikkeling binnen de organisaties als op het aanbod van specialistische ondersteuning voor de doelgroep. Daarbij komt, dat meer dan de helft van de gebouwen zich in technisch slechte staat bevindt of als eenlaags gebouw in een omgeving van meerlaagse bebouwing staat. Genoeg redenen voor Kentalis en VierTaal om de handen ineen te slaan en na te denken over een gezamenlijke ontwikkeling van een Cluster 2 Campus.

64

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

INZET EXPERTS Vanuit alle organisatieonderdelen van Kentalis en VierTaal hebben medewerkers samengewerkt aan de vertaling van de visie naar het gewenste onderwijs-, zorg- en huisvestingsconcept. Met een team van zo’n 30 mensen is nagedacht over de ideale huisvesting, waarbij alle organisatieonderdelen op de juiste wijze met elkaar gelinkt zijn om zo voor alle gebruikers de meest optimale leer-, werk- en zorgomgeving te creëren. Hierbij is zowel nagedacht vanuit de leerlingen en cliënten als vanuit de medewerkers. IDEAALBEELD Het resultaat is een Cluster 2 Campus waarbij de hoofdorganisatie bestaat uit een 12-min-, een 12-plus- en een medewerkersgebied. Elk gebied bestaat uit een centraal hart, met daaromheen verschillende clusters. Voor het 12-min en het 12-plus gebied zijn deze clusters op doelgroep of op uitstroomprofiel gevormd. In de centrale harten worden voorzieningen gedeeld zoals een speellokaal, de bibliotheek, een kantine, werkplaatsen en teamruimten. Zorgruimten voor leerlingen van de Campus zijn dicht bij de leerlingen geplaatst om de integratie van onderwijs en zorg zoveel mogelijk te optimaliseren. Waarbij het medewerkersgebied uiteraard het centrale ontmoetingspunt voor alle experts van binnen en buiten de Campus blijft.


ONTWERP EN INRICHTING

SCHAALVERKLEINING Naast het delen van gezamenlijke voorzieningen is schaalverkleining een centraal thema geweest tijdens het ontwikkelproces. De hele Cluster 2 Campus bedient, alleen al met zijn onderwijsprogramma, een kleine 800 leerlingen vanuit Amsterdam en omgeving. Tel daarbij de cliënten van de behandelgroepen en van het audiologisch centrum op en je hebt te maken met een aanzienlijke doelgroep. In combinatie met zorg, ambulante dienstverlening en het audiologisch centrum komt de totale ruimtebehoefte van de Cluster 2 Campus neer op ca. 16.000 m² bruto vloeroppervlak. Zonder schaalverkleining zou dit een zeer onveilige en storingsrijke omgeving vormen voor alle leerlingen, cliënten en medewerkers van de Campus. Kortom, schaalverkleining is ingezet als instrument voor het behapbaar maken van een grootschalige ontwikkeling. SCENARIO’S Het ideale huisvestingsscenario past niet zonder meer in het gebouwenbestand van VierTaal en Kentalis. De versnippering van de panden over de stad, de technische staat en levensverwachting van de panden en de ruimtelijke inpassing in het stedelijk weefsel hebben geleid tot een onderzoek naar drie scenario’s. Deze varieerden van maximaal hergebruik tot volledige nieuwbouw. Elk scenario is beoordeeld op benodigde investering van nieuwbouw en renovatie, te verwachten exploitatielasten, levensduur en functionele en stedelijke inpassing. Het voorkeurs­ scenario, volledige nieuwbouw op één locatie, scoort met uitzondering van de investeringslasten het beste op alle onderdelen.

DOELGROEP VierTaal en Kentalis bieden behandeling, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en specialistische zorg voor kinderen, hun ouders en verzorgers en volwassenen met een beperking in horen en communiceren. De doelgroep is slechthorend, doof of heeft te maken met een taalontwikkelingsstoornis. Sommigen hebben ook een verstandelijke beperking of motorische of psychiatrische problemen. Vanuit diverse specialistische disciplines op het gebied van onderwijs en zorg wordt brede ondersteuning gegeven, niet alleen aan de doelgroep zelf maar ook aan hun omgeving. Het doel hierbij is om ervoor zorg te dragen dat de beste ontwikkeling op het gebied van taal en communicatie plaats vindt, zodat optimaal deel genomen kan worden aan de samenleving.

BIJDRAGE AAN DE STAD Met de realisatie van de Cluster 2 Campus in Amster­ dam wordt op verschillende plaatsen in de stad ruimte gemaakt voor nieuwe ontwikkelingen. De concentratie van het onderwijs- en zorgprogramma op één locatie draagt hiermee bij aan de stedelijke verdichting van Amsterdam. Tot net buiten de ring komen in ieder geval op zeven plekken locaties vrij. Op de zeven locaties die vrij komen maakt de monofunctionele eenlaagse bebouwing plaats voor meerlaagse complexen waarin meerdere functies zoals wonen, werken en ontspannen gecombineerd kunnen worden. Een ambitie die niet alleen een meerwaarde levert voor de hele Cluster 2 Campus, maar ook bijdraagt aan de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam! M3V advies & management heeft het gehele traject begeleid. Voor meer informatie: www.m3v.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

65


Krijn de Koning en Roderik van der Weijden - schoolplein en kunstwerk STIP VSO Utrecht 2013

Kunst in Utrechtse scholen

66

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


Frank Koolen ‘Studio Steltman’ 2016 - 15% kunstproject voor VO school Gerrit Rietveld College Utrecht

ONTWERP EN INRICHTING

Matthijs Bosman - Brede school Marco Polo Utrecht @foto Aafke Holwerda

U

trecht is een van de weinige gemeenten die de zogenaamde percentageregeling al sinds 1954 consequent toepast. Dit heeft veel kunstwerken opgeleverd in en bij Utrechtse schoolgebouwen. In de jaren 60 en 70 waren dat vooral mozaïeken, die nu regelmatig worden herplaatst in nieuwe school­ gebouwen, zodat een deel van de geschiedenis ‘meeverhuist’. Maar ook worden nieuwe kunstprojecten gerealiseerd. Kunstenaars verbinden zich daarbij op een bijzondere manier aan de scholen, ze hebben contact met leerlingen en docenten, soms met de ouders. Ze verdiepen zich in de schoolgemeenschap en ontwerpen speciaal voor hen een uniek kunstwerk. Bij de bouw van STIP VSO, de nieuwe school voor speciaal onderwijs in Kanaleneiland, ontwierpen kunstenaar Krijn de Koning en architect Roderik van der Weijden de inrichting van het schoolplein. Met kleurvlakken en ‘honken’ heeft het plein een duidelijke structuur gekregen, die de leerlingen helpt in hun oriëntatie. Ook bedachten zij een creatieve oplossing voor de vele busjes die twee keer per dag het plein oprijden. Frank Koolen ontwierp voor het nieuwe gebouw van het Gerrit Rietveld College, een studio in de vorm van een Rietveldstoel. Studio Steltman staat op het dak van de school, het is er mee verbonden maar staat er ook los van. Kunstenaar Frank Koolen verbindt zich

met dit project voor vijftien jaar aan de school. Eens per jaar nodigt hij een kunstenaar uit als gastdocent. Gedurende de rest van het jaar kunnen leerlingen gebruik maken van de studio in overleg met docenten. Frank Koolen zal het programma in nauw overleg met docenten vormgeven. In de Brede school Marco Polo in Kanaleneiland transformeerde Matthijs Bosman de binnenkant van de school tot een kinderavontuur. De kunstenaar wil met zijn werk graag de fantasie van kinderen stimuleren, zij hebben net als kunstenaars het vermogen om ‘iets’ te zien in het ‘niets’. Door het kunstvoorstel van Matthijs Bosman wordt de Marco Polo een gebouw uit een kinderboek door middel van toevoegingen aan de gekleurde wanden. Ook ontving elke klas in de school het kinderboek ‘Ik vaar naar waar ik wil’, vol verhalen die te maken hebben met de wanden in de school. Het boek is geschreven en getekend door Matthijs Bosman. Voor meer informatie: Mathilde Heijns, projectleider kunst, m.heyns@utrecht.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

67


Tekst: Alfons Hams

IN DE SCHOOL VAN DE TOEKOMST STAAT ONTMOETEN CENTRAAL

Van informeren naar Samenwerken en communiceren zijn activiteiten die gestimuleerd moeten worden. Leerlingen komen naar school om van gedachten te wisselen met andere leerlingen, reflectie te krijgen van docenten, samen te werken in kleine groepjes en om optredens en voordrachten bij te wonen. Volgens Spring architecten staat ‘ontmoeten’ centraal in de school van de toekomst.

I

nternet heeft er voor gezorgd dat informatie overal is. De school is dus niet meer de plek waar informatie te vergaren is. Inspiratie ontstaat juist vanuit persoonlijk contact. Een vlammend betoog van een docent, een verwondering wekkende natuurkundeproef, een bedrijf dat komt vertellen over innovatieve producten of leerlingen die op het podium hun muzikaliteit tonen, dat zijn de momenten die inspireren en motiveren. Daar gaat het om!

“Inspiratie ontstaat juist vanuit persoonlijk contact” De aard van de activiteit is vanuit het onderwijsprogramma gedefinieerd. De sfeer waarin het zich afspeelt kan actief of ontspannen zijn. Met wat meer rumoer op de achtergrond of in een stilteruimte. In een grote groep, met z’n tweeën of alleen. Activiteiten kunnen gericht zijn op samenwerken of op verdieping in een bepaald onderwerp. Hoe het ook zij, het onderwijs moet op een indrukwekkende wijze geëtaleerd worden in een schoolgebouw dat daar ruimte voor biedt. Spring architecten vindt dat het inspireren van de leerling en de ontwikkeling van de leerling centraal zou moeten staan in het schoolgebouw. Dit is net even anders dan de leerling centraal te stellen. Niettemin blijven de leerlingen natuurlijk de doelgroep waar we het voor doen. En wat het ontwerp en de inrichting van uw school hierin kan betekenen vertellen wij u graag. Neem voor meer informatie contact op met Alfons Hams: a.hams@spring-architecten.nl of 010-4132790 Havo Notre Dame: auteursrecht Spring architecten / Rinus Roovers architect.

68

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


ONTWERP EN INRICHTING

inspireren

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

69


Cisco helpt de digitalisering van Nederland versnellen Cisco heeft het investeringsprogramma Digitale Versnelling Nederland (DVN) gelanceerd, dat tot doel heeft de digitalisering van de Nederlandse economie en maatschappij te stimuleren. Cisco gaat via het DVN-programma nauw samenwerken met de Nederlandse overheid, het bedrijfs­ leven en het onderwijs.

D

oor het versnellen van de nationale digitale agenda kan het bruto binnenlands product groeien, kunnen er nieuwe banen worden gecreëerd. Ook kunnen innovatiemogelijkheden en opleidingen aan zowel publieke als private sectoren worden geboden. De looptijd van het programma is drie jaar. Het DVN-programma maakt deel uit van Cisco’s wereldwijde ‘Country Digitization Acceleration’-initiatief dat is opgezet om specifieke landen te helpen bij het digitaliseren van hun economie. In Nederland kent het programma een aantal speerpunten die ook onderdeel zijn van de Digitale Agenda (schooldomein.nl/nda). Hiertoe behoren investeringen in digitale vaardigheden en onderwijs, digitalisering van de transport- en nutsinfrastructuren, gezondheidszorg, educatie, cybersecurity en ondersteuning van ondernemerschap en businessinnovatie in Nederland, met een specifieke focus op startups. DIGITALE AGENDA John Chambers, Executive Chairman van Cisco: “Nederland, historisch gezien een leider in innovatie,

zet nu de nodige stappen om een duurzaam innovatie-ecosysteem op te zetten. Hiermee kan het land een leidende rol blijven spelen in de mondiale digitale economie. Cisco is er trots op de Nederlanders en de Nederlandse overheid te kunnen ondersteunen bij het versnellen van hun Digitale Agenda, door het creëren van de volgende generatie banen en opleidingen, en door het sneller en effectiever verbeteren van het onderwijs. We denken dat met een effectieve inzet van het DVN-programma, Nederland zal zien dat zijn bruto binnenlands product sneller toeneemt dan anders mogelijk zou zijn.” CONNECTED TRANSPORTATION Als toonaangevende handelsnatie en als toegangspoort tot Europa, is voor Nederland het optimaliseren van de capaciteit en mogelijkheden van de fysieke infrastructuur door digitale innovatie bijzonder belangrijk. Daarom is Data Driven Infrastructure een belangrijke pijler van het DVN-programma. Cisco wil zijn kennis en ervaring op het gebied van het Internet of Things (IoT), slimme steden en slim transport inzetten om de digitalisering van Nederlandse transportnetwerken en -hubs te versnellen met datagedreven applicaties. Digitale oplossingen zullen het vervoer van mensen en goederen efficiënter en milieuvriendelijker maken, door beter gebruik te maken van beschikbare transportinfrastructuur en -middelen. Cisco wil Nederland helpen een ambitieuze doelstelling te halen: het met 10 procent verminderen van de gemiddelde reistijd in de drukste gebieden van het land. DIGITALE VAARDIGHEDEN Net als andere landen heeft Nederland te kampen met een gigantisch tekort aan mensen met de juiste IT-vaardigheden. Naar verwachting zal dit tekort nog

70

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


ONTWERP EN INRICHTING

verder toenemen nu Nederlandse organisaties beginnen met hun digitale transformatie, of het versnellen hiervan. Om in de groeiende vraag te voorzien en de digitale kloof te overbruggen, zal het onderwijs in Nederland moeten evolueren. Cisco zet zijn Networking Academy (NetAcad) programma in voor trainingen en om het onderwijs van belangrijke digitale vaardigheden op een hoger plan te brengen. Het Cisco Networking Academy programma is een bewezen en concreet programma dat dit jaar 20 jaar bestaat. Het programma leidt wereldwijd in 170 landen meer dan 1 miljoen studenten per jaar op. De IT cursussen gaan over Networking, IoT, OS/IT, Programming, Business and Digital Literacy. Maar we verbeteren ons programma voortdurend en passen het aan aan de snel veranderende realiteit. Zo wordt bijvoorbeeld het onderwerp ‘security’ met de dag relevanter. Cisco biedt daarom op dit punt ook de vakken Introduction to Cybersecurity, Cybersecurity Essentials en de (certificaat) cursussen CCNA Security en CCNA Cyberops. Intussen verdubbelt het aantal Networking Academies tot 170 dankzij de investeringen in het DVN-programma. Zo wil Cisco in Nederland de komende drie jaar 46.000 IT-studenten en 30.000 niet-IT-studenten opleiden. ONDERNEMERSCHAP EN DIGITALE INNOVATIE Startups zijn belangrijk voor de digitale economische groei van Nederland. Het ondersteunen van startups stimuleert het innovatie-ecosysteem. Cisco ondersteunt al geruime tijd digitaal ondernemerschap in Europa door het verschaffen van beginkapitaal, het stimuleren van groei en het faciliteren van startups via financieringsinitiatieven en versnellingsprogramma’s voor startups. Binnen het DVN-programma zal Cisco Nederlandse startups toegang geven tot Cisco’s Europese Venture Capital Initiative. Het DVN-pro-

“‘Digitale Versnelling Nederland’ heeft tot doel de groei van het bruto binnenlands product substantieel te stimuleren”

gramma zal ook het huidige partnerschap met het Nederlandse StartUpDelta (startupdelta.org) verder uitbouwen. Dit platform helpt startups met het versnellen van hun business en met internationale expansie. SLIMME CAMPUS Cisco is ervan overtuigd dat het belangrijk is om het huidige onderwijs verder te brengen met behulp van digitalisering, zodat de bevolking in elke fase beter kan worden opgeleid. Binnen het DVN-programma zal Cisco Nederland een aantal onderwijsinstellingen identificeren waar een ‘smart campus’ kan worden gerealiseerd. Deze slimme campus zal het mogelijk maken om data te verzamelen voor analyse en een multidisciplinair platform bieden dat werkelijke samenwerking mogelijk maakt tussen onderwijsinstellingen. Het initiatief versterkt ook de ontwikkeling van technische en ondernemersvaardigheden van studenten en creëert een studie-omgeving die aantrekkelijk is voor zowel studenten als docenten. Naast academische voordelen kan de smart campus ook belangrijke andere voordelen bieden, zoals efficiënter omgaan met studie- en leslokalen, met afval en duurzaamheid van de campus en met de security van studenten. Cisco (NASDAQ: CSCO) is wereldwijd leider in IT en helpt organisaties optimaal gebruik te maken van de kansen van morgen, door te laten zien wat er mogelijk is door zaken te verbinden die voorheen niet verbonden waren. Kijk voor het laatste nieuws op thenetwork.cisco.com. Meer informatie over Cisco is beschikbaar via cisco.com, cisco.nl en voor mobiele gebruikers via m.cisco.nl. Nieuws, achtergronden en foto’s vindt u op de EMEAR Network: ciscoemearnetwork.com of in de Cisco Newsroom: newsroom.cisco.com.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

71


Tekst: Edwin van de Velde

MOOI SLUITSTUK ONDERWIJSCAMPUS LAGEWEI IN BARENDRECHT

Foto: Menno Emmink

MFA Zichtwei

In Barendrecht is de Multifunctionele Accommodatie (MFA) Zichtwei betrokken door haar gebruikers. Deze accommodatie met overloopschool voor Dalton Lyceum Barendrecht en CSG Calvijn Groene Hart omvat ook een gymzaal en jongerencentrum. ACHTERGROND De nieuwe multifunctionele accommodatie (MFA) Zichtwei bevindt zich op onderwijscampus Lagewei in Barendrecht en is het sluitstuk van de campus. Het gebied is autovrij en ontworpen als een voetgangersgebied met veel groen en mooie wandelpaden. De leerlingen kunnen de gebouwen op de campus van alle kanten benaderen. Het ontwerp van de MFA heeft vele vooruitgeschoven uitdagingen van de nieuwbouwwijk Lagewei opgelost. Vanwege de ligging, op de overgang tussen campus en woonwijk, sluit het gebouw qua schaal aan op zowel de onderwijsgebouwen als de individuele woningen. Drie verschillende gebruikersgroepen hebben zich in het nieuwe multifunctionele gebouw gevestigd: een middelbare school, een gymzaal waar ook de scholen op de campus en buurtverenigingen gebruik van kunnen maken en een jongerencentrum. CONCEPT Het gebouw is zeer flexibel en compact ontworpen. Uitgangspunt voor het ontwerp is Frisse Scholen categorie B. Het gebouw is goed geïsoleerd, heeft een gezond binnenklimaat en op het energieverbruik van de (kunst)verlichting wordt waar mogelijk automatisch bespaard. Tevens is het mogelijk om

72

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

“Het ontwerp van de MFA heeft vele vooruitgeschoven uitdagingen van de nieuwbouwwijk Lagewei opgelost”

het gebouw in de toekomst flexibel te laten inspelen op veranderingen in functies en behoeften. Dankzij de consequent toegepaste verfijnde, maar robuuste materialisatie zoals een aluminium gevelbekleding en betonplaten is het gebouw als een geheel vormgegeven. De bovenbouw en de plint hebben verschillende materialen en, omdat ze rondom geheel doorlopen, verbinden de drie gebouwdelen met elkaar. De plint is zo transparant als mogelijk is; de bovenbouw is geslotener. De collectieve binnenstraat stimuleert ontmoetingen en verbindt de verschillende gebruikers met elkaar. FUNCTIONELE BESCHRIJVING School De school bestaat uit twee verdiepingen die dankzij een groot atrium met elkaar verbonden zijn. De lokalen zijn iets groter dan standaard vanwege de verwachte aantallen leerlingen per lokaal. Er is hier gekozen voor een installatieconcept met zogeheten luchtsokken die de lokalen continu voorzien van een grote hoeveelheid verse lucht. Op deze manier wordt de gewenste ventilatiecapaciteit bereikt. De binnenwand tussen het atrium en de lokalen is uitgevoerd als een dragende wand. De haakse wanden zijn van


Foto: Siebold Nijenhuis

ONTWERP EN INRICHTING

metal stud en zijn eenvoudig te verplaatsen, zodat het schooldeel flexibel in te delen is. Zo wordt ingespeeld op toekomstige veranderingen.

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw MFA Zichtwei Barendrecht BVO 2.300 m2 Start ontwerp Oktober 2013, oplevering mei 2016 Opdrachtgever Gemeente Barendrecht Architect Siebold Nijenhuis Architecten

Jongerencentrum Jongerencentrum BLOK 0180 heeft na jaren van on­ zekerheid eindelijke een definitieve plek in Baren­ drecht gevonden. De lang gekoesterde wens voor een eigen plek middenin de samenleving gaat hiermee in vervulling. Het jongerencentrum is zodanig ontworpen dat alle ondersteunende functies als een geluidsbuffer met de woonwijk om de activiteitenruimte heen liggen. Dit om overlast te voorkomen. De zaal is uitgewerkt als een doos in doos principe en wordt los gehouden van de omliggende ruimtes dankzij een zwevende dekvloer en een extra isolerend akoestisch plafond. In de zaal is een speciaal ontworpen bar aanwezig passend bij de accentkleur van het jongerencentrum. Het kantoor bevindt zich nabij de entree en heeft omwille van veiligheid zicht op zowel de hal, de zaal als het buitengebied.

Technische uitwerking Broekbakema Aannemer WBC Bouwgroep / Bussman Winterswijk B.V Constructeur Van Rossum b.v. Installatie-adviseur Vintis installatieadviseurs BV Installaties Van Rennes installatietechniek

Gymzaal De gymzaal heeft vier grote glazen puien aan één langszijde die zijn voorzien van matglas. De plint wordt hierdoor aan de buitenzijde verlevendigd maar tegelijkertijd wordt inkijk tijdens het sporten voorkomen. De gymzaal is binnendoor bereikbaar via de collectieve straat. Van hieruit bereikt men ook de gemeenschappelijke installatieruimte boven de kleedkamers. Iedere gebruiker heeft hier zijn eigen installatie en bijbehorende regelkasten. De docenten-

ruimte van de gymzaal heeft zicht op de binnenstraat om zo de sociale veiligheid verder te vergroten. Er is hier vanwege de hoogte van de zaal gekozen voor een staalconstructie waar elders met dragende kalkzandsteen wanden wordt gewerkt. Beide scholen sporten in de gymzaal die ook zelfstandig wordt verhuurd aan sport- en buurtverenigingen uit de omgeving. ARCHITECTUUR Iedere gebruiker heeft zijn eigen aparte ingang en inrichting gekregen dat aansluit bij zijn of haar eigen karakter. Hierdoor krijgt elk onderdeel de aandacht die het verdient, terwijl het gebouw door een consequent gebruik van materiaal en kleur eenheid uitstraalt. Het gezamenlijke gevelbeeld balt de functionele delen krachtig samen waarbij gekozen is voor robuuste materialen; beton en glas in de plint en een mooie donkere zinken gevel met felsbanen daar­ boven. Het zink is zeer duurzaam en veroudert op een mooie manier. De plint is verticaal van verdeling terwijl de bovenbouw meer horizontaal is ontworpen met horizontale raamstroken in horizontale banen. Dankzij een verfijnd reliëfpatroon in het beton krijgt de plint nog meer geleding en krijgen de verschillende gebruikers een eigen plek in de plint. De directe omgeving van de MFA is ingericht met parkeerplaatsen en fietsenstallingen. De verdere buitenruimte op de campus wordt ingericht met groenvoorzieningen en een Cruyff Court. Kijk voor meer informatie op: www.sieboldnijenhuisarchitect.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

73


Verbeter de ruimte, begin met de vloer Schone en gezonde ruimtes zijn cruciaal in het onderwijs. De concentratie stijgt en het verzuim daalt. Van de ingang en hallen tot de lokalen: Forbo biedt een gezonde vloer met de juiste eigenschappen en sfeer. Zo wordt het onderwijs leuker én beter. Dus kom maar op met dat rapport!

H

et interieur in scholen is een belangrijke succesfactor en vaak een punt van aandacht. Hoe past de vloer in dit plaatje? Is er een ideale vloer voor het onderwijs? Speciaal voor deze vraag schreef Forbo Flooring een whitepaper, te downloaden via www.forbo-flooring.nl/onderwijs.

“Ontwikkelingen en trends in de samenleving hebben hun weerslag op de inrichting van de ruimten waar educatie plaatsvindt” Het onderwijs beweegt met de maatschappij mee en is constant in beweging. Ontwikkelingen en trends uit de samenleving hebben hun weerslag op de inrichting van de ruimten waar educatie plaatsvindt. Neem het zogenaamde hufterproof ontwerpen of de ‘nieuwe’ prikkelarme omgeving die we steeds vaker zien in het onderwijs. Daarnaast zijn factoren zoals gezondheid, akoestiek en binnenmilieu belangrijk, maar ook praktische zaken als schoonmaak & onderhoud en snelle installatie mogen niet vergeten worden. De whitepaper geeft inzicht in de ontwikkelingen en hun gevolgen; kwaliteiten, eigenschappen en (levens­ cyclus)kosten van verschillende soorten vloeren en andere aandachtspunten die voor een school belangrijk kunnen zijn komen aan bod. De genoemde whitepaper en meer inspiratie vindt u op www.forbo-flooring.nl/onderwijs. Mail naar contact@forbo.com voor stalen & meer informatie.

74

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


FACILITAIR EN BEHEER

Loslegtegels voor een snelle metamorfose In sommige renovatietrajecten is er weinig tijd om een vloer te vernieuwen. Dan is het praktisch als een nieuwe vloer direct over de bestaande vloer gelegd kan worden. Die ook nog eens snel gelegd kan worden. Of zelfs meeverhuisd! Hiervoor biedt Forbo Flooring een nieuwe oplossing: Allura Flex. Dit is een oersterke loslegvloer die bestaat uit PVC-stroken en -tegels. De collectie is verkrijgbaar in onder andere eigentijdse houtstroken en stoere natuursteentegels. Na een korte voorbereiding van de bestaande vloer kunnen de tegels of stroken direct worden geïnstalleerd. Mochten er in de loop van tijd

“In sommige renovatietrajecten is er weinig tijd om een vloer te vernieuwen”

Per 1 februari is de Allura Flex collectie geheel vernieuwd. Allura is puur Nederlands design, ontworpen en geproduceerd in de Forbo-fabriek in Coevorden. Het Nederlandse designteam ging voor deze nieuwe collectie tot uitersten om het perfecte plaatje te creëren. Deze nieuwe luxe vinyltegels en –strokencollectie sluit dan ook perfect aan op de trends, wensen en eisen van Nederlandse eindgebruikers, ontwerpers en architecten. Allura is 100% ftalaatvrij en wordt volgens de geldende Nederlandse richtlijnen en conform REACH* geproduceerd. Bovendien heeft Allura lage emissies. Zo weet u zeker dat u voor een gezonde vloer kiest.

beschadigingen ontstaan, dan kunnen de individuele tegels of stroken gemakkelijk vervangen worden. Ook is de vloer mee te verhuizen, ideaal dus voor tijdelijke locaties. Het onderhoud is eenvoudig, stofwissen, moppen en/of machinaal reinigen is voldoende. Vaak zijn er vloeren die niet vervangen hoeven te worden, hiervoor zijn er speciale overgangsprofielen. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld om in lokalen de oude vloeren te voorzien van Allura Flex en in de gangen en centrale hal de bestaande (Marmoleum) vloer te handhaven. Op de drempels van de lokalen komt dan een klein profiel om het hoogteverschil te overbruggen. Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH) is een systeem voor de registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

75


Het atelier

ATELIER PRO WINT ARCHITECTUURPRIJS VOOR BESTE SCHOOL IN MOSKOU

A

telier PRO heeft een architectuur­ onderscheiding gewonnen van de stad Moskou voor beste ontwerp in de categorie Onderwijs. Dat is in december 2016 bekend gemaakt door Sergey Kuznetsov, de voorzitter van de Commissie voor Architectuur en Stedenbouw van de stad Moskou.

PROJECTINFORMATIE

Het gaat om het ontwerp van Letovo School, een schoolcampus (ca. 35.000 m²) voor zo’n duizend scholieren ten zuidwesten van Moskou. De schoolcampus maakt deel uit van nieuw stadsdeel Novaya Moskva dat ontwikkeld wordt als onderdeel van een breder masterplan. Aan dit project werkt atelier PRO nauw samen met het Russische partnerbureau Atrium. Het ont­ werp van de school is gebaseerd op een voor Rusland nieuw onderwijsconcept (personalised learning). Dit concept stelt specifieke eisen aan de architectuur van het gebouw en de inrichting ervan.

Project Nieuwbouw Levoto high school, studenten­ huisvesting, appartementen voor docenten en schoolcampus in Moskou Opdrachtgever LLC Valovaya 37 Architect Atelier PRO architekten Meer informatie www.atelierpro.nl/nl/projects/190/letovo-school

76

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

De commissie voor architectuur en stedenbouw (Archcouncil) vindt dat de hoge kwaliteit en de professionaliteit van het architectuurontwerp van atelier PRO een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteitsverbetering van de architec­ tuur van maatschappelijke voorzieningen en de stedelijke omgeving van Moskou.


Column

SCHOOL-GEBOUW-STAD Wanneer het verplicht is naar school te gaan, moet er ook voor alle kinderen een school beschikbaar zijn. Toen de leerplicht werd ingevoerd, bestond dat besef al direct. Op één uur gaans, zo was bepaald. Ziedaar, een planologisch-stedenbouw­ kundige regel waarmee op praktische wijze de distributie van scholen over dorpen en steden werd bepaald. Trek om elk huis waar een kind woont die cirkel met een straal van één uur gaans, en je weet waar je scholen moet bouwen. Letterlijk en figuurlijk is de weg naar school sterk bepalend voor je ontwikkeling. Zelfstandig, of op de achterbank? Staat die school op een overgeschoten terreintje aan de rand van de bebouwde kom, in het lawaai van de snelweg? Of middenin het dorp, de wijk of de stad? Is het uitzicht vanuit de klas zo saai dat je je aandacht gemakkelijk bij de les kunt houden? Loop je in de pauze met je vriendinnen naar de snackbar? Of naar de koffieshop? Voor architecten en stedenbouwers is een school een dankbaar object om een buurt een mooi accent te geven. Even een ander gebouw dan de eindeloze rijtjeshuizen. Met bovendien een plein ervoor. Steden moeten trots kunnen zijn op hun fraaie schoolgebouwen. Die staan op prominente plekken.

ƵŝĚĞůŝũŬŚĞŝĚ ŽǀĞƌ ŬǁĂůŝƚĞŝƚ͕ ŝŶǀĞƐƚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ

Voor het middelbaar en hoger onderwijs geldt één uur gaans niet meer. De actieradius van die leeftijdsgroep is groter, de school wordt dus puur gekozen op de kwaliteit van wat er aan leerstof geboden wordt. Dat had je gedacht! De sfeer van de school, zoals het gebouw die uitstraalt, en de plek van dat schoolgebouw in de omgeving moeten de aspirantleerling (en zijn/haar ouders) aanspreken. Het moet vertrouwd voelen en toch uitdagend zijn. Je moet op je nieuwe school een nieuwe wereld ontdekken. De school is je tweede thuis en je uitvalsbasis. Met de stad als leerschool. Zo wordt de stad waar je leert en studeert jouw stad.

'ŽĞĚĞ ŐĞďŽƵǁĞŶ njŝũŶ ĞĞŶ ďĂƐŝƐǀŽŽƌǁĂĂƌĚĞ Žŵ Ƶǁ ŽŶĚĞƌǁŝũƐǀŝƐŝĞ ƚĞ ŬƵŶŶĞŶ ƌĞĂůŝƐĞƌĞŶ͘ sĞƌďŽƵǁĞŶ ŽĨ ŶŝĞƵǁ ďŽƵǁĞŶ͗ ĞůŬ ƉƌŽĐĞƐ ŚĞĞĨƚ njŝũŶ ĞŝŐĞŶ ĂĂŶƉĂŬ ŶŽĚŝŐ͘ ĂĂƌďŝũ ŝƐ ĚƵŝĚĞůŝũŬŚĞŝĚ ŽǀĞƌ ŬǁĂůŝƚĞŝƚ͕ ŝŶǀĞƐƚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ ŶŽŽĚnjĂŬĞůŝũŬ͘ ďďŶ ĂĚǀŝƐĞƵƌƐ ŬĂŶ Ƶ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐ ďŝĞĚĞŶ ŝŶ ĂůůĞ ĨĂƐĞŶ ǀĂŶ ŚĞƚ ƉƌŽĐĞƐ͘ tŝũ njŝũŶ ŝŶ ŚĞƚ WK͕ sK͕ D K ĞŶ ,K ĂĐƚŝĞĨ ŵĞƚ ĂĚǀŝƐĞƌŝŶŐ ŽǀĞƌ ŚƵŝƐǀĞƐƚŝŶŐ͕ ĚƵƵƌnjĂĂŵŚĞŝĚ͕ ŬŽƐƚĞŶ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ ĞŶ ďŽƵǁŵĂŶĂŐĞŵĞŶƚ͘

DĞĞƌ ǁĞƚĞŶ͍ ĞnjŽĞŬ ŽŶnjĞ ǁĞďƐŝƚĞ ǁǁǁ͘ďďŶ͘Ŷů ŽĨ ďĞů ŵĞƚ ϬϴϴͲϮϮϲ ϳϰ ϬϬ͘ ďďŶ ĂĚǀŝƐĞƵƌƐ ͮ WŽƐƚďƵƐ ϵϰ ͮ ϯϵϵϬ ,ŽƵƚĞŶ ͮ ŝŶĨŽΛďďŶ͘Ŷů

Maar wacht eens even. Om iets te leren zit de jongere van vandaag toch niet meer in een ouderwetse schoolbank in een klaslokaal? Je leert toch meer van een dagje in de praktijk dan van een week in de klas. Het klassikale onderwijs heeft zijn langste tijd gehad. Dat eenrichtingverkeer. Trouwens, voor dat eenrichtingverkeer hoef je toch je huis, zelfs je bed niet uit? Met je laptop onder je dekbed volg je college online. Of je leert je vak via de youtube tutorials van je helden uit Japan, Dubai of Californië. Kortom, schoolgebouwen zijn in de 21e eeuw toch echt overbodig? Dat had je gedacht! Op school kom je pas werkelijk in aanraking met alle facetten van je toekomstige vak. En andere interessante dingen. Medestudenten. Docenten en mensen uit de vakpraktijk. In een gebouw dat er voor jou is. Een belangrijk gebouw dat een belangrijk onderdeel is van de stad. Waarin stedelingen kunnen kennismaken met wat er op school gebeurt, en met jou en je talenten. Matthijs de Boer | matthijs de boer stedenbouw b.v. | 010 2189845 | info@mdbs.nl | www.mdbs.nl.

SCHOOLDOMEIN

maart 2017

77


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje

5

no.

Conceptueel en tastbaar Schooldomein nummer 5 kent weer een uitdagend thema van twee schijnbare uitersten: conceptueel en tastbaar. Schooldomein valt de eerste week van mei in de bus. Een greep uit de artikelen:

Romein en Kees Rutten (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370 brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten School-

• Groot interview Jasper Rijpma: “Ik geef de kinderen veel zelfstandigheid. Ze mogen zelf beslissen hoe ze mijn vak willen volgen.” • Expertmeeting SMT in Hogeschool Rotterdam: Betere leerprestaties in een uitdagend en integraal duurzaam gebouw. • Vernieuwbouw stadhuis Wageningen: geslaagde ingreep in historische binnenstad. • Brede School Vuren: nieuw jasje voor oude school; transformatie jaren 70 school in moderne huisvesting. • Brede School Brunssum akoestisch goed: “een plek die een belangrijke impuls betekent voor leven en opgroeien in onze gemeente.” • Evaluatie MI-vergoeding legt feiten bloot: schoolbesturen geven voor materiële instandhouding gemiddeld 11% meer uit dan de normbedragen.

domein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: Ahrend, Alpha Consultancy, bbn, Bolidt, BUKO, Cisco, De Meeuw, DGMR, DP6, Ecophon, Frencken Scholl Architecten, Forbo, Gerflor, Gispen, Hevo, ICSadviseurs, LIAG, M3V, Nora Flooring, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement, NOT, Peer2Peer, Platform Onderwijshuis­vesting, OIII architecten, Pellikaan, README, RoosRos Architecten, RVO, STALAD Onderwijsinrichting, SMT Bouw & Vastgoed, Spring Architecten, TenW architecten adviseurs, Topos architecten, Vanerum, VELUX.

78

SCHOOLDOMEIN

maart 2017


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven

Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl


Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Hoe stem je de personeelsruimtes hierop af?

Allemaal relevante vragen die je beantwoord wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-) inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, maart 2017

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

4

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

De inrichting van de personeelsruimte van het Lauwerscollege te Buitenpost is exact uitgevoerd zoals deze is ontworpen door onze interieurarchitect Willemien Messelink

SCHOOLDOMEIN

Van ontwerp naar realisatie

THEMA: MOOI EN TOEKOMSTBESTENDIG BROEDPLAATSEN als onderwijsomgeving LEERLINGENGROEI: gebouw groeit mee DEBATTEN ONDERWIJSACADEMIE NOT 2017 geslaagd BEVEILIGEN? Geen uniform maar mindset!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.