SCHOOLDOMEIN
SPORTDOMEIN ZORGDOMEIN WIJKDOMEIN
Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving
KLASKE KRUK OVER HAAR
CIRCULAIRE DRIJFVEREN
Een betere toekomst voor iedereen
Duurzaam en Circulair verbinden
ACADEMIE TIEN ALS
IDEALE GEMEENSCHAP
Gezonde school met eigen verantwoordelijkheid
BIOBASED BREDE SCHOOL BEESD
Verbinding uitgangspunt op alle niveaus
INCLUSIEF IHP GEMEENTE DIJK EN WAARD
Een vaste koers varen belangrijk
Zóóóveel flexibiliteit
BREEDVELD heeft dé oplossing als uw ruimte flexibel ingedeeld moet kunnen worden. Makkelijk verschuifbaar en zeer goed geluidsisolerend. Wij produceren, bouwen constructies om de wand heen en monteren met eigen specialisten.
Mobiele Paneelwanden
Mobiele Glaswanden
Geluidsisolerende Schuifwanden
Vouwwanden
Bezoek onze website breedveld.com voor impressies of bel onze deskundige op 0487 54 28 88.
Mobiele paneelwanden, geluidsisolerende schuifwanden, mobiele glaswanden en vouwwanden.
op onze impressie pagina te komen.
Onze adviseurs en bouwprojectmanagers brengen ambities tot leven op het gebied van zorg, onderwijs, sport en welzijn.
Bevlogen huisvestingsadviseurs sinds 1955
ICSadviseurs biedt huisvestingsadvies en projectmanagement voor maatschappelijk vastgoed. Ruim tachtig professionals werken vanuit Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Eindhoven aan efficiënte, duurzame en inspirerende omgevingen.
Fijne plekken
om naar hartenlus t te leren, le ven, spelen, werken, zorgen en on tmoeten.
Vestiging Amsterdam
Contactweg 66
1014 BW Amsterdam
Vestiging Eindhoven
Klokgebouw 263
6e verdieping
5617 AC Eindhoven
Vestiging Zwolle
Burgemeester Roelenweg 13H
The Mayor
8021 EV Zwolle
Vestiging Rotterdam
Van Nelleweg 1
Ingang 1 | Unit 2.4
3044 BC Rotterdam
088 235 04 27
Duurzaam en circulair verbinden is het mooie thema van dit meinummer van Schooldomein. Eigenlijk is verbinden een voorwaarde voor welke vorm van duurzaamheid en circulariteit dan ook. Daarom is elke gebouwopgave ook een omgevingsvraagstuk. Hoe sluit het gebouw aan bij de wijk, is het veilig en toegankelijk, is er een groene en aantrekkelijke buitenruimte, is het een autoluwe omgeving en is het behalve onderwijsgebouw of kindcentrum ook een plek waar de buurt elkaar kan ontmoeten? Daarom voeren we het debat dit nummer ook met architecten, adviseurs en bestuurders van brede maatschappelijke voorzieningen. Wat zijn de voorwaarden waaronder een brede voorziening ook echt weet te verbinden en wat zijn de risico’s na enkele jaren in gebruik? Mooi is ook het grote interview met people orientated change leader Klaske Kruk van Circularities. Zij stelt: “De circulaire economie is een oplossing voor veel van onze maatschappelijke problemen.” Ik denk dat ze gelijk heeft, omdat circulair denken met alle betrokken partners tot nieuwe energie, inzichten en innovaties leidt. In deze Schooldomein hele mooie verbindende voorbeelden, zoals KC Op Zee in Noordwijk, waarbij de gemeente extra meters heeft bekostigd om de buurt een fijne ontmoetingsplek in het kindcentrum te geven. De zee, het zand en de mooie luchten vormden
ONZE VISIE
Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en
maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.
HET NETWERK
Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland.
Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk,
wordt mede mogelijk gemaakt door:
Als maatschappelijk verantwoorde onderneming stimuleert Schooldomein doelen die goed zijn voor mens en milieu:
de inspiratie voor het ontwerp. Of Academie Tien aan het Berlijnplein in Leidsche Rijn Utrecht; de NOC*NSF-sporthal is voor tweederde deel ondergronds geplaatst, waardoor een openbaar toegankelijk plein ontstaat als ontmoetingsplek voor de omgeving. En wat een prachtige leer- en werkruimte heeft dat bijzondere gebouw opgeleverd! Duurzaam verbindend is ook de nieuwe bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam midden in het oude centrum. Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt bij de ontwikkeling van de nieuwe universiteitsbibliotheek. Zo maakt de universiteit bijvoorbeeld gebruik van het water voor het vervoeren van bouwmaterialen. Om de toekomstige gebruikers van de nieuwe bibliotheek aan te moedigen op de fiets te komen komt er een grote fietsenstalling voor 1000 fietsen onder het gebouw, waardoor een fijne buitenomgeving ontstaat.
Voor de nieuwbouw van basisschool BuitensteBinnen in Breugel ontwierp de architect een prachtige buitenruimte en werd in overleg met de buurtbewoners een autoluwe zone gemaakt, met veel ruimte voor wandelen en spelen. En dat is nog maar een kleine greep; deze Schooldomein staat weer boordevol met duurzame projecten die verbinden met hun omgeving.
Veel leesplezier gewenst, Sibo Arbeek Hoofdredacteur Schooldomein
waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden.
Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.
UW MENING
Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl. U kunt ook reageren via de site
www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.
INTERNET
Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.
THEMA
Duurzaam en circulair verbinden
Brede maatschappelijke voorzieningen leveren een belangrijke bijdrage aan het delen van activiteiten, het ontmoeten van jong en oud, het tegengaan van eenzaamheid, het creëren van een gezellige en laagdrempelige omgeving waar men elkaar kan ontmoeten en vooral ook een plek om vitaal te zijn en te blijven. Maar wanneer is een project geslaagd en wat vraagt dat van de betrokken partijen? Dat begint al in de visiefase, de vertaling in een beeld van de omgeving en het gebouw, de wijze waarop activiteiten (ruimtelijk) worden georganiseerd en de wijzen van besturen, beheren en organiseren. En in hoeverre kan het ontwerp van een gebouw bijdragen aan een duurzame en circulaire verbinding?
Beelden cover:
P 26 Fontys Hogeschool Campus Rachelsmolen – Foto Frank Hanswijk
P 33 IKC+ Katwijk – Foto Bas Gijselhart
P 37 Academie Tien – foto © de Architecten Cie - Ernst van Raaphorst
BESTUUR EN BELEID
08 Klaske Kruk over haar circulaire drijfveren Een betere toekomst voor iedereen
13 Debat duurzaam en circulair verbinden Goede beleidsvisie vooraf voorwaarde
ONDERZOEK EN BEDRIJFSVOERING
20 Oververhitting in scholen is een issue Dynamische zonwering helpt
VISIE EN ONTWERP
22 Groots in bouwen met hout Het moet en kan slimmer
25 Transformatie Campus Rachelsmolen Natuurlijke verbinding met stad en groen
28 IKC Binnenstebuiten verbindt binnen met buiten
Leefbaarheid drijfveer betekenisvol gebouw
30 Houtbouw in de historische binnenstad Verbindende Campus Scolaire Echternach
32 Verbindende nieuwbouw IKC+ Katwijk Vanzelfsprekend gebouw voor alle gebruikers
34 Zee, strand en duinen Nieuwe KC Op Zee stimuleert creativiteit
36 Academie Tien als ideale gemeenschap Gezonde school met eigen verantwoordelijkheid
38
Nieuwbouw De Parkschool en Ibn-i Sina Synergie tussen openbaar en islamitisch onderwijs
41 Inclusief IHP gemeente Dijk en Waard Een vaste koers varen belangrijk
44 Spectaculair renovatieproces nieuwe bibliotheek UvA
Lees maar, er staat niet wat er staat
46 Kortsluiting!
48
50
De Trias Congestica van RYSE
Nieuwbouw brede School Zilverackers
Een gebouw voor nu en later
Verbindende nieuwbouw BuitensteBinnen Aaibare voorgevel in harmonie met omgeving
54
OBS BuitensteBinnen in Breugel
Maatschappelijk hart door effectief proces
Biobased brede School Beesd
Verbinding uitgangspunt op alle niveaus
Inspiratiereis KBS De Bussel
Ontdekkingstocht langs zes kindcentra
58
60
62
64
Architectuur voor mensen 110 jaar Spring architecten
MJOP’s en financiële analyses
Hoe verantwoord je kosten?
GBS Bavinckschool in Bunschoten-Spakenburg
Verbinding op meerdere vlakken
Nieuw dorpshart Zwartewaal Mooie impuls voor de gemeenschap
BOUW EN INRICHTING
70
72
De invloed van de vitale leer- en werkomgeving
Inspiratie, Kennis én een geweldig Intermezzo
Goed resultaat door integraal ontwerp Bouwen is samenwerken
Nieuwbouw SEIN, locatie Cruquius Duurzame dagbesteding in integrale omgeving
74
Buitengewoon binnen
Het ScholenºConcept van Klimaatgroep Holland
Adri Pijnenburg
Vooruitblik Schooldomein 6
EEN
BETERE TOEKOMST VOOR IEDEREEN
Klaske Kruk over circulaire drijfveren
Je kunt zelf het verschil maken door gewoon te beginnen. Dat eenvoudige besef leidde na een aantal omzwervingen tot de oprichting van de impactorganisatie Circularities. Oprichter Klaske Kruk is inmiddels een bekend gezicht in de ontwikkeling naar de circulaire economie: “Omdat we begrijpen dat een circulaire strategie cruciaal is om als samenleving en organisaties in de toekomst te kunnen blijven opereren.”
Wat zijn je drijfveren?
“Ik ben opgeleid als neuropsycholoog, omdat ik het boeiend vind wat het effect is van de hersenen op ons gedrag”, opent Klaske in haar circulaire kantooromgeving in Haarlem; “er is nog zoveel niet duidelijk hoe gedrag beïnvloed wordt; dat triggert me. Maar gezondheidszorg is wel een werkveld met veel protocollen. Op het gebied van armoede en milieu zijn er mondiaal zoveel problemen, terwijl wij hier vaak in een bevoorrechte positie zitten. Als wij niet het verschil maken, wie dan wel? Ik besloot ervaring in het bedrijfsleven op te doen en heb een aantal jaren voor Boer & Croon gewerkt. Om meer maatschappelijk gedreven bezig te zijn maakte ik de keuze voor Stichting Urgenda en leerde daar Marjan Minnesma kennen. Daar deed ik mijn eerste ervaringen op met de circulaire economie. Thomas Rau was mijn inspirator en het was geweldig om juist met hem de eerste Circular Award 2021 te winnen vanwege onze inzet voor de circulaire economie. In de periode dat ik van onze eerste dochter zwanger was realiseerde ik me dat het tijd werd voor een eigen
bedrijf. Je ziet veel mooie ideeën en initiatieven over de circulaire economie en het groeiend tekort aan grondstoffen, maar over het algemeen wordt het niet in de praktijk gebracht. Waar ligt dat aan, vroeg ik me af, en toen kwam ik weer terug bij het domein van de neuropsychologie. Iedereen vindt duurzaamheid belangrijk, maar niemand wil de eigen werkelijkheid veranderen. Je moet dus beginnen bij de eigen leefen werkomgeving met maatregelen die direct impact hebben. In menselijk gedrag ligt de sleutel tot een succesvolle samenleving. Dat is de essentie van ons bureau Circularities als echte impactorganisatie.”
Hoe werkt Circularities?
“In de circulaire economie doet iedereen in een organisatie mee. Niet alleen de beleidsmakers, maar elke medewerker; de afdeling inkoop en de marketing. Veel organisaties zijn al bezig met de circulaire economie. Bewust of onbewust, planmatig of ad hoc. Maar om werkelijk impact te maken en kansen te benutten bieden wij hulp. Als één van die niveaus niet meedoet en -denkt stokt het proces.
“Het
is een hele bevrijding om niet mee te gaan in de lineaire economie; het scheelt geld, het levert betere kwaliteit op, het voelt zinvoller en het maakt je minder vatbaar voor de ratrace waarin we ons vaak laten meeslepen”
Dat betekent dat iedereen dezelfde taal moet spreken en op dezelfde wijze moet handelen. Waarom is de circulaire economie voor mij urgent? Verbetering begint met inspiratie, met de overtuiging dat er alternatieve mogelijkheden zijn, dat het anders kan. Wij maken circulaire economie praktisch en tastbaar, zodat medewerkers geen barrières hebben en zelf een eerste stap durven te zetten en het effect van hun handelen ervaren. We geven veel trainingen en leiden de organisatie en de mensen actief op. Vaak zitten organisaties vast door regelgeving, financiële doelstellingen, een stijgende grondstofprijs en
Waterbesparende huizen
Het waterpeil zakt, de grond wordt droger en onze waterbuffers kleiner. Daarom werkt Waterschap Rijn en IJssel aan huizen die waterneutraal zijn, geen riolering hebben en geen externe watertoevoer nodig hebben. Aan de Heuvelstraat in Silvolde wordt daardoor op termijn 100% water bespaard. Daarbij levert zuiveren in de wijk minder vervuild water op doordat er geen lozingen van bijvoorbeeld de industrie in het water zitten.
Voorkomen van drinkwaterverspilling
33 LITER
PER PERSOON PER DAG
In Nederland kunnen we
211.000.000 M 3
een geopolitieke afhankelijkheid. Zelfs toen de grondstoffenprijs omhoog ging merkten we dat organisaties niet thuis gaven en de oorlog in Oekraïne als excuus gaf om even niet aan de circulaire economie te werken. Terwijl dat juist een moment was om er wel aan te werken. Alleen al het financiële risico om op een lineaire manier door te gaan moet voldoende reden zijn om aan te haken. Essentieel is de vraag: hoe ziet jouw wereld er over tien of twintig jaar uit? Vanuit dat besef groeit het thema intern. Als de effecten van de klimaatcrisis op alle niveaus zo duidelijk zijn, wat heb jij dan nodig om ook over tien jaar nog een succesvolle organisatie te zijn? Die gevoelde urgentie vertalen wij dan in een strategie en een praktisch plan van aanpak, waar teams mee aan de slag gaan. We laten vervolgens ook zien wat de resultaten van het handelen zijn, bijvoorbeeld met beeldende infographics. Een groot deel van mijn tijd gaat op aan het opzetten van grote projecten waarvan wij vinden dat ze Nederland vooruit helpen. Dat noemen we onze eigen initiatieven, die niet direct geld opbrengen. Overal wordt gewerkt aan de circulaire economie, maar niet iedereen weet dat. We hebben de Verschilmakers opgezet; een netwerk van mensen die op allerlei terreinen werken. Dat is inmiddels een groot bottum up netwerk geworden. Er zijn koplopers in elke sector; ook bij gemeenten en provincies. Vaak bezig met urgenties binnen organisaties helder te maken. Het lijken druppels op een gloeiende plaat, maar inmiddels haken steeds meer partijen aan
Waterhergebruik
65 LITER
drinkwater besparen door het niet meer te gebruiken als spoelwater.
Stakeholders in beweging
Geïnspireerde partijen
vanuit het bedrijfsleven, gemeenten, provincies en brancheorganisaties. We hebben allerlei workshops zoals: De Tijdmachine, De Afvalrace, Lagerhuis, Gluren bij de Buren en allerlei inhouse trainingen.”
Groeit het besef van urgentie?
“Een misvatting is dat de circulaire economie duurder zou zijn en dat nu impact maken een grote investering vergt. We vergeten dat doorgaan op deze manier op termijn veel duurder is. Lineair is veel duurder. Blijven we zo doorgaan dan vallen op termijn veel bedrijven om en gaat de economie uit. Bedenk ook dat de kosten van stikstof en milieuverontreiniging enorm gaan toenemen met grote gevolgen voor producenten en consumenten. Doorgaan op de huidige manier betekent in versneld tempo verarmen. Organisaties kijken vooral naar de initiële aanschafskosten, naar de prijs die we nu betalen. Ook een gebouw is in die zin een wegwerpproduct, waarbij we te weinig naar zaken als transport, CO2 footprint, de materialen, het onderhoud, de exploitatiefase en de bestemming op termijn kijken. En zeker in het publieke domein moet alles wat we bouwen zo snel en goedkoop mogelijk zijn. Dat zijn we gewend geraakt en hetzelfde geldt hoe we met de aanschaf van kleding, auto’s of onze ijskast omgaan. We kijken niet naar de werkelijke en maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) gedurende de levensduur, maar die we wel als samenleving betalen. Zeker publieke organisaties
Circulaire sociale huurwoningen
bouwsector.
Vermeden CO2
Praktijkvoorbeelden werkwijze Circularities
Rijkswaterstaat is al jaren koploper in de circulaire economie. Wij hielpen hen met het evalueren van de circulaire stappen die zij hebben gemaakt en het bepalen waar ze verder op in kunnen zetten. We creëerden per afdeling toekomstvisies met behulp van onze tijdmachine workshop, hebben een overkoepelende roadmap voor de gehele organisatie ontwikkeld, zorgden ervoor dat er voldoende budget was en gaven advies over de organisatiestructuur om tot realisatie te komen. De provincie Zeeland wilde meer samenwerking met en tussen de Zeeuwse gemeenten om de circulaire economie te stimuleren. Ze hebben ons gevraagd mee te helpen. Inmiddels werken alle dertien gemeenten samen met de provincie aan circulair beleid en hebben gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld. Wij hebben de gemeenten ook ondersteund om bestuurlijk draagvlak te creëren voor circulaire economie als onderdeel van de regionale energiestrategie.
zouden daar kritisch naar moeten kijken; wat zijn de kosten van de vervuiling van grond, water, de lucht en het verlies aan biodiversiteit. Die horen eigenlijk bij de kostprijs van een gebouw, kleding of het nieuwe koffiezetapparaat. Gelukkig gebeurt dat steeds meer bij de grotere infrastructurele projecten en het zou ook normaal in de bouw moeten zijn. Het is immers een investering in een kwalitatief beter product.”
Wat zijn kansen en bedreigingen rond de circulaire economie?
“Circulair werken en produceren levert inmiddels kwalitatief goede en mooie producten op. We reduceren het vaak tot de begrippen herbruikbaar en recyclebaar, maar als je naar de hele R-ladder kijkt is dat de laagste impact. Als het gaat over circulair
Hergebruik en biobased materialen
AFBOUW
INSTALLATIES
Biobased 40%
Hergebruikt 50% vloerisolatie, terrasbestrating, buitenberging binnenwandconstructie, deuren, vloerdelen, trap, groen dak berging, terrasvlonders
Hergebruikt 30% pvc-buizen, toiletpot, wastafel, circulaire keuken, circulaire tegels en kranen
HUID
Hergebruikt 60% trespa beplating, kozijnen (deels), vensterbanken, houten gevelbekleding, houten balken in HSB gevelelementen en kantplanken houten geveldelen, kozijnen, verf op basis van lijnolie
CONSTRUCTIE
Hergebruikt 60% fundering, betonnen vloerdelen van oorspronkelijke woning voor terras
360.000 X
Partijen in beweging
Biobased 40%
Biobased 40% HSBconstructie, (wanden, dak, vloeren)
bouwen gaat het over het veel beter benutten van de bestaande bouw die we nu al hebben. We wonen als Nederlander in vergelijking met veel landen overdreven groot. Het gevolg is, mede door vergrijzing en individualisering, dat we niet meer passende woningen hebben en de problemen in de woningbouw groter worden. En als we al bouwen, bouwen we weer groot waardoor de kwaliteit van de leefomgeving afneemt en er minder ruimte is voor groen en recreatie. Als het gaat over het reduceren van uitstoot is het beste om de bestaande voorraad beter benutten. Het koesteren van mooie gebouwen en deze mooier maken hoort ook bij de circulaire economie. Bij een circulaire economie horen ook nieuwe woonvormen. We zien veel eenzaamheid onder ouderen en jongeren. Door gecombineerde woonvormen waarbinnen zorgtaken gedeeld worden, met bijvoorbeeld een gezamenlijke moestuin en het delen van gereedschap en expertise werk je daar aan. Je moet op zoek gaan naar de gezamenlijke behoefte en drijfveren. De circulaire economie reduceren tot hergebruik van materialen is zonde als je bedenkt dat veel maatregelen juist meer impact en levensenergie opleveren. Als je bewust bent van het systeem waarin je leeft en de ontwikkeling van de wereld dan hoeft het geen moeite te kosten om circulair te leven.”
Kan circulair ook leuk zijn?
“Wij vertellen organisaties hoe duur het is om op deze manier door te gaan en welke opties er zijn om
er zelf op een innovatieve manier mee om te gaan. Het leuke is dat mensen er door gestimuleerd worden en de zingeving ervaren. Hoe inspirerend is het immers om de 80.000 uren die mensen gemiddeld werken zinvol en leuker te besteden, waarbij ze ook nog eens trots zijn op de bijdrage die ze leveren. Het gaat niet meer alleen over het salaris dat je verdient. Als je tegenwoordig op een feestje vertelt dat je circulair bezig bent dan heb je status. Bedrijven die zingevend werk doen komen inmiddels makkelijker aan gekwalificeerd personeel. Die ontwikkeling gaat heel snel. Ik krijg wekelijks mailtjes binnen van mensen die voor onze organisatie willen werken. Ik ervaar alleen maar vrijheid, zingeving en plezier om aan deze missie te werken.”
Waarom zouden we aan de slag gaan met circulaire economie en wat levert het ons op?
“Met deze vragen kwam het vastgoedbedrijf Kesselaar & Zn bij Circularities. Het bedrijf ontdekte dat circulaire en biobased materialen niet alleen beschikbaar zijn, maar ook niet noodzakelijk duurder. Inmiddels positioneert dit familiebedrijf zichzelf als een innovatieve speler in de bouwsector, met 70% van de omzet gegarandeerd tot 2025 door onder andere in te zetten op de circulaire economie.”
Kijk voor meer informatie op www.circularities.com
Goede beleidsvisie vooraf voorwaarde
Brede maatschappelijke voorzieningen leveren een belangrijke bijdrage aan het delen van activiteiten, het ontmoeten van jong en oud, het tegengaan van eenzaamheid, het creëren van een gezellige en laagdrempelige omgeving waar men elkaar kan ontmoeten en vooral ook een plek om vitaal te blijven.
Maar wanneer is een project geslaagd en wat vraagt dat van de betrokken partijen? Dat begint al in de visiefase, de vertaling in een beeld van de omgeving en het gebouw, de wijze waarop activiteiten (ruimtelijk) worden georganiseerd en de wijzen van besturen, beheren en organiseren. Kortom: een mooie aanleiding voor een goed debat.
EEN GOEDE BREDE VOORZIENING BEGINT MET EEN VISIE OP DE SAMENLEVING
Wethouder Jan Uitslag: “De Spil in Nieuwleusen is één van Dalfsens vier fysieke kulturhusen; een plek waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten. De Kulturhusen leveren een zeer waardevolle bijdrage aan het maatschappelijk, cultureel en sportief klimaat van en voor onze inwoners, het is een belangrijke plek van ontmoeting tussen verschillende groepen. In onze visie krijgt het Kulturhus ook een steeds belangrijker rol in de samenleving, bijvoorbeeld in het kader van preventie en het toekomstbestendiger maken van de zorg.”
Erwin Veneklaas Slots: “Zeker. Een voorziening kan goed functioneren als de activiteiten en organisaties die in de voorziening gehuisvest zijn (kunnen) inspelen op behoeften van de samenleving. Een visie op de samenleving vormt de basis voor het herkennen van deze behoeften én bij het bepalen welke organisaties nodig zijn om in samenwerking of zelfstandig een passend activiteitenaanbod aan te bieden of te ontwikkelen.”
Douwe Oosterveen en wethouder Rudi Hooch Antink: “Met een ‘Brede’ voorziening denken wij aan een voorziening die zoveel mogelijk doelgroepen raakt. Een voorziening die er is, en altijd zou moeten zijn, voor iedereen in de gemeente. Niet alleen voor de lokale sportverenigingen, maar ook voor ouderen uit de dorpen iets verder weg, de basisscholen, theaterliefhebbers, ga zo maar door. Om dat goed in beeld te hebben heb je wel een visie op je samenleving nodig.”
Gert van Uffelen: “Volledig mee eens. Voor Zwartewaal hadden de gemeente, school en Stichting Dorpscentrum de sterke visie dat nieuwe voorzieningen en woningen nodig waren om een leegloop van het dorp te voorkomen en ontmoeting te stimuleren om eenzaamheid tegen te gaan en de leefbaarheid voor de bewoners te vergroten.”
Wethouder Igor Bal: “Zeker, je moet eerst een visie hebben, inzichtelijk maken wat de opgaven zijn en wat de behoeften zijn in een bepaald gebied, voor je een ontwikkeling in gang zet. In het geval van het Dorpshart Zwartewaal is er eerst een visie gemaakt op de toekomst en leefbaarheid van het dorp, samen met stakeholders in het gebied. Daar is deze ontwikkeling met een breed voorzieningencluster uit voortgekomen.”
VOORWAARDE IS OOK EEN BREDE RUIMTELIJKE GEBIEDSVISIE
Hans van den Dobbelsteen en Ronald Olthof: “Als je iemand vraagt een favoriete ontmoetingsplek te visualiseren, is dat meestal een plek buiten. Op een leuk pleintje, onder een boom, vlak bij het water. Een goede plek is daarom misschien wel belangrijker dan het gebouw zelf. Dus die
Deelnemers debat:
De Spil Nieuwleusen
Hans van den Dobbelsteen LKSVDD architecten
Ronald Olthof LKSVDD architecten Wethouder Jan Uitslag Gemeente Dalfsen
Het Wolderhuus Zuidwolde
Erwin Veneklaas Slots
Douwe Oosterveen
ICSadviseurs
Stichting Huus voor Sport en Cultuur de Wolden Wethouder Rudi Hooch Antink Gemeente De Wolden
Dorpshart Zwartewaal
Gert van Uffelen
Wethouder Igor Bal
Zenzo Maatschappelijk Vastgoed
Gemeente Voorne aan Zee
brede ruimtelijke gebiedsvisie is essentieel.”
Jan: “Dalfsen is een plattelandsgemeente met vijf kleinere kernen, waarbij de afstanden niet heel erg groot zijn. Belangrijke voorwaarde is dat de voorzieningen geconcentreerd worden op een plek waar inwoners samenkomen, waar ze elkaar ontmoeten, die logisch is. Een gebiedsvisie is daarin wat ons betreft niet per se een voorwaarde eerder een aanvulling. Uiteraard kijk je wel naar omliggende en elkaar versterkende functionaliteiten wanneer je een voorziening bouwt. Zit er bijvoorbeeld een school, waar verbinding mee gelegd kan worden? Hoe is de sport gesitueerd?”
Erwin: “Eens. Het functioneren van een maatschappelijke voorziening als het Wolderhuus wordt, naast de activiteiten en aanbieders daarvan, bepaald door de omgeving waarin de voorziening staat. Het Wolderhuus ligt centraal in Zuidwolde, nabij het sportpark, tegenover een verzorgingshuis en van oudsher al de plek waar de binnensport en het dorpshuis waren gesitueerd. Het beweegen belevingspad dat rondom het Wolderhuus wordt gerealiseerd verbindt de omgeving met het Wolderhuus.”
Gert: “Mee eens. Met de brede ruimtelijke visie kan worden gepland welke woningen, voorzieningen en infrastructuur nodig zijn voor de inwoners van het dorp om daarmee een sterke dorpsgemeenschap te behouden en de leefbaarheid te vergroten. Dat heeft
geresulteerd in een plan dat voorziet in woningen voor starters, ouderen en gezinnen, een nieuwe basisschool, een sporthal en een dorpscentrum. De woningen en voorzieningen hebben over en weer hebben over en weer een positieve uitwerking op elkaar.”
Igor: “Je maakt een visie waarin alle thema’s in samenhang met elkaar bekeken worden, zowel de ruimtelijke als sociaal-maatschappelijke thema’s. Die kun je niet los van elkaar bekijken. Dat is gebeurd in de gebiedsvisie Zwartewaal en gebeurt nu gemeentebreed bijvoorbeeld ook met de omgevingsvisie.”
IN EEN GESLAAGDE BREDE VOORZIENING WORDEN DEELNEMERS CONTINU GESTIMULEERD
Hans en Ronald: “In ieder geval zou het mooi zijn als de participanten zich afvragen wat ze voor de ander kunnen doen of betekenen. Door ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte voor ontmoeting en transparantie is, kunnen we het stellen van die vraag stimuleren.”
Jan: “In een geslaagde brede voorziening inspireren de deelnemers elkaar en tillen ze elkaar naar een hoger niveau. Door samenwerking onderling ontstaat er een klimaat van vernieuwing. Dit zit vaak meer in personen en hoe zij samenwerken en wat zij meebrengen dan in stimulans van buitenaf.”
Erwin: “Als met ‘deelnemers’ bezoekers of deelnemers
aan activiteiten worden bedoeld, dan zou ik stimuleren willen vervangen door ‘verleiden’ of ‘verrassen’. Verleiden in de zin dat het aanbod, en dat kunnen activiteiten maar ook het horeca-aanbod zijn, zodanig is dat bezoekers worden overgehaald om hiervan gebruik te maken, ook al was het misschien niet waarvoor ze in eerste instantie naar het Wolderhuus kwamen. Verrassen: voortdurend vernieuwen, zodat bezoekers terug blijven komen én nieuwe bezoekers worden aangetrokken.”
Douwe en Rudi: “Wij denken dat deze uitspraak te hoge verwachtingen stelt aan een voorziening: het omgekeerde is namelijk niet persé ook waar. Een voorziening faalt niet als deelnemers níet continu gestimuleerd worden. Daarnaast kunnen binnen een niet-geslaagde voorziening deelnemers alsnog volop gestimuleerd worden: dan lag het welslagen blijkbaar niet aan de stimulans. Dingen worden georganiseerd opdat er mensen komen. Mensen komen er omdat er dingen georganiseerd worden. En omdat er mensen zijn, worden er weer nieuwe dingen georganiseerd.”
Gert: “Oneens. In de basis dienen er partijen te zijn of gezocht te worden die de behoefte hebben zich te
vestigen en actief te zijn in een brede voorziening. De stimulans is vaak wel nodig in het begin van een ontwikkeling om de samenwerking op gang te brengen en ruimten te delen. Daarna zouden partijen het zelf moeten oppakken doordat ze de voordelen (zijn gaan) zien.”
EEN STRUCTURELE GEMEENTELIJKE BIJDRAGE IS EEN VOORWAARDE VOOR DE EXPLOITATIE
Hans en Ronald: “Dat lijkt me logisch. De bijdrage aan de exploitatie is een zinvolle investering in de samenleving. Gemeenschapsgeld, dat ingezet wordt voor de gemeenschap. Kijk vooral naar de opbrengsten en denk daarbij niet alleen in geld, zou ik zeggen.”
Jan: “Afhankelijk van de samenstelling van een Kulturhus, is subsidie in meer of mindere mate nodig. Het is van meerdere factoren afhankelijk, zoals bijvoorbeeld het ondernemerschap van een bestuur, maar ook locatie en bedding in de lokale gemeenschap zijn van invloed. Een Kulturhus heeft maatschappelijke taken, waar we als overheid voor aan de lat staan. Dat daar subsidie voor verstrekt wordt, is een logisch gevolg hiervan.”
Erwin: “In het geval van het Wolderhuus zie ik dat zeker als een voorwaarde. In het exploitatiemodel is rekening gehouden met een structurele bijdrage van de gemeente ter dekking van het exploitatietekort. Ongeveer de helft van de exploitatie-inkomsten is gebonden aan voorwaarden die de gemeente heeft gesteld aan de huurprijs en tarieven die worden gerekend voor sportverenigingen en de door de gemeente gesubsidieerde bibliotheek en Welzijn de Wolden. De gemeentelijke bijdrage maakt het mogelijk dat het Wolderhuus betaalbaar en toegankelijk is voor alle lagen van de bevolking en allerlei maatschappelijke verenigingen en initiatieven.”
Douwe en Rudi: “Er zijn genoeg geslaagde voorbeelden te noemen, groot en klein, waarbij er
voor de exploitatie geen structurele gemeentelijke bijdrage nodig is. Er zijn ook genoeg voorzieningen waarbij dat wél zo is. Dat is allemaal afhankelijk van verschillende factoren, demografisch, landschappelijk, cultureel. Wij zien het dus niet als een voorwaarde.”
Gert: “Oneens. In de basis zou het geheel van partijen voor een duurzame haalbaarheid moeten zorgen, waarbij ook daadwerkelijk behoefte bestaat aan de producten en diensten van alle individuele partijen. Daarbij kan het wel zo zijn dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen maar een structureel tekort bij een partij is niet duurzaam en daar kan een brede voorziening ook niet op gebouwd worden.”
Igor: “Als het gaat om maatschappelijk vastgoed zal de gemeente te allen tijde betrokken zijn, in welke vorm dan ook. Soms wordt een financiële bijdrage van de gemeente gevraagd, aangezien de gebruikers geen commerciële organisaties zijn, die winst kunnen maken of zelf investeren. Daarover maakt de gemeente per geval een afweging.”
MAATSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN GAAN ALTIJD VOOR COMMERCIËLE ACTIVITEITEN
Hans en Ronald: “De stelling suggereert dat er een tegenstrijdigheid is. Het gaat erom dat de opbrengsten van commerciële activiteiten worden ingezet om de maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken. Als dat geborgd is, kunnen ze prima naast elkaar bestaan. Commerciële activiteiten
leveren meer variatie in aanbod en een grotere verscheidenheid aan doelgroepen op.”
Jan: “Nee, het moet en-en zijn. De opbrengsten van de commerciële activiteiten bieden de financiële basis voor de maatschappelijke activiteiten, die wellicht anders niet plaats kunnen vinden, zij maken een exploitatie sluitend. Daarnaast bieden commerciële activiteiten een meerwaarde voor ontmoeting en inspiratie. Ze genereren traffic binnen een Kulturhus, waar de maatschappelijke activiteiten ook profijt van hebben. Beide activiteiten zijn belangrijk, het is het zaak om goede afspraken te maken over de verhouding.”
Erwin: “Het Wolderhuus is in de eerste plaats een plek voor maatschappelijke activiteiten. Er is echter ook ruimte voor commerciële activiteiten; denk aan de fysio- en fitnesspraktijk Primalife. Het is aan de Stichting en de beheerder om een goede balans te vinden tussen maatschappelijke en commerciële activiteiten, gericht op een gezonde exploitatie.
Commercieel hoeft maatschappelijk niet in de weg te staan, sterker nog, inkomsten uit commerciële activiteiten kunnen maatschappelijke activiteiten (financieel) mogelijk of toegankelijk maken.”
Douwe en Rudi: “Dat hangt sterk af van de schaal. Als een voorziening geen structurele gemeentelijke bijdrage ontvangt, dan zijn commerciële activiteiten natuurlijk interessant. En dat is prima, ondernemen is geen vies woord. Het wordt een ander verhaal als de commerciële activiteiten ‘structureel’ de maatschappelijke activiteiten in de weg staan.”
Igor: “Maatschappelijke activiteiten kunnen hand in hand gaan met commerciële activiteiten. Om verenigingen, non-profit organisaties en bewoners te stimuleren activiteiten te organiseren in een multifunctioneel gebouw zullen de prijzen moeten aansluiten bij de doelgroep. Daarbij is sprake van een stukje commercie om te kunnen exploiteren, bijvoorbeeld de uitgave die een bezoeker na de bijeenkomst doet in het café.”
EEN GOED EN AANTREKKELIJK ONTWERP VERGROOT DE KANS VOOR EEN DUURZAAM EN VERBINDEND GEBRUIK
Hans en Ronald: “Jazeker. Als architect is het onze taak om gebouwen te ontwerpen waar mensen graag zijn, worden gezien en zich thuis voelen. Als dat lukt ben je er samen trots en zuinig op. En dat is goed voor zowel het gebouw als de onderlinge verbinding.”
Erwin: “Een aantrekkelijk ontwerp maakt nieuwsgierig en nodigt uit. Ik weet zeker dat het ontwerp van het Wolderhuus inwoners van Zuidwolde en omgeving uitnodigt om het gebouw te bezoeken. Daarnaast verbindt het ontwerp de verschillende functies in het gebouw met elkaar. Vanuit het centrale hart zijn vrijwel alle functies zichtbaar. Dit verbindt
bezoekers en organisaties op een natuurlijke manier met elkaar.”
Douwe en Rudi: “Een leuk en mooi pand is aantrekkelijk om heen te gaan, natuurlijk. Het kan zelfs iets van trots opwekken. We denken alleen niet dat het een voorwaarde moet zijn, het gaat toch om de organisatiekracht van de mensen die het initiatief naar zich toetrekken. Zonder die mensen kun je een heus paleis bouwen, maar gebeurt er nog niks.”
“Met een brede ruimtelijke visie kan worden gepland welke woningen, voorzieningen en infrastructuur nodig zijn om daarmee een sterke dorpsgemeenschap te behouden en de leefbaarheid te vergroten”
Gert: “Helemaal mee eens. Het ontwerp kan zorgen voor toevallige en geplande ontmoetingen bijvoorbeeld door een gezamenlijke entree en gezamenlijke ruimten. Dat werkt verbindend en verlaagt de kosten.”
Igor: “Het is vooral belangrijk om de gebruikers en de omgeving vroegtijdig te betrekken bij het ontwerp, zodat het ontwerp aansluit bij de doelstellingen van de accommodatie en bij de wensen. Je kunt dan vroegtijdig rekening houden met de verbindende elementen in een multifunctioneel gebouw.”
DEELNEMENDE PARTIJEN MOETEN NIET IN FUNCTIES EN METERS, MAAR IN (DEELS) TE DELEN ACTIVITEITEN DENKEN
Hans en Ronald: “Helemaal mee eens. Niet alleen in activiteiten trouwens, maar ook in gelijktijdigheid (of het voorkomen daarvan). En in de specifieke voorzieningen die nodig zijn. Belangrijk is dat partijen in de ontwerpfase vooral met elkaar praten, en niet over elkaar.”
Jan: “De Kulturhusen en de partijen in het Kulturhus hebben een brede maatschappelijke functie, daar hoort ook een maatschappelijke opgave bij. Die hebben we gezamenlijk, daar zijn we samen met de partners verantwoordelijk voor. In de basis hebben de Kulturhus-partners geen eigen ruimte en delen zij de ruimtes binnen het Kulturhus. Dat zorgt naast gezamenlijke verantwoordelijkheid voor compactere panden en efficiënter gebruik van de ruimtes en voor de gebruiker de vierkante-meterprijs.”
Erwin: “Het is belangrijk dat deelnemende partijen denken in termen van activiteiten en gebruik, in plaats van alleen maar te focussen op functies en meters. Bij de ontwikkeling van het Wolderhuus hebben we voornamelijk naar de samenhang van beide gekeken: het type en omvang van de ruimte is afgestemd op de activiteiten én op de bezetting van de ruimte. Daarbij is in het ontwerp rekening gehouden met zo multifunctioneel mogelijk gebruik van de ruimten.”
Gert: “Eens. Als vanuit het delen van ruimten en gezamenlijk verrichten van activiteiten wordt gedacht worden de kosten gedeeld en ontstaat er meer samenwerking. Het gezamenlijk opstellen van een weekagenda kan hieraan bijdragen.”
Onderwijscateraar Markies Catering verandert naam naar Appèl
Als je het hebt over onderwijscatering, dan denk je vaak aan Markies Catering. De marktleider op het gebied van scholencatering maakte onlangs bekend verder te gaan onder de naam van het moederbedrijf Appèl. We spreken algemeen directeur Hans van Veen over deze keuze.
Aan de A2 bij ’s-Hertogenbosch staat een markant rond gebouw. Tot voor kort prijkte aan de ene zijde van de gevel ‘Markies catering’. Nu zie je aan beide zijden alleen nog het logo van Appèl.
“Dat klopt”, vertelt Hans van Veen. “We hebben sinds dit jaar bewust gekozen om onze dienstverlening onder één naam aan te bieden. Dat geldt niet alleen voor Markies Catering, maar ook voor onze andere cateringbedrijven Zo-Vital, SAB, FM at Work en Scoolcompany. Door al onze activiteiten onder één naam te bundelen, investeren we verder in ons merk en onze dienstverlening. Van basisschool en middelbare school, tot aan mbo, hbo, universiteit en bedrijven: we zijn nu als één cateraar zichtbaar voor alle generaties.”
FOCUS OP DE GEZONDE SCHOOLKANTINE
Markies Catering is in Nederland de grootste cateraar op het gebied van onderwijscatering, specifiek gericht op verantwoorde voeding voor kinderen en jongeren. Met hun cateringconcepten Food You Love en Craft bedienen ze meer dan 220 middelbare scholen en mbo’s. Dit aanbod blijft hetzelfde, verzekert Hans van Veen ons.
“Voor ons staat voorop dat leerlingen, scholieren en studenten kunnen genieten in een gezellige en gastvrije omgeving. Dat doen we via Food You Love op middelbare scholen en Craft bij het middelbaar beroepsonderwijs. We laten via deze concepten graag zien hoe leuk en lekker gezonde voeding kan zijn. Bovendien maken we ons hard voor de Gezonde Schoolkantine waardoor we op onze locaties werken volgens de richtlijnen van gezondere kantines van het Voedingscentrum. Ook bieden we inspiratie via narrowcastingschermen en organiseren we regelmatige leuke acties. Zo creëren we een gezonde schoolkantine waar altijd iets te beleven is.”
INNOVATIE STAAT VOOROP
De naamswijziging van Markies naar Appèl is een belangrijke stap vooruit in de strategische koers van
het bedrijf. Vorig jaar startte de samenwerking met verschillende basisscholen, die dagelijks worden voorzien van schoollunches en -ontbijtjes.
Van Veen: “We bedienen nu alle generaties vanuit Appèl en willen hen graag meenemen naar een vitalere en duurzamere leefstijl. Daarom zetten we richting de toekomst ook sterk in op innovatie: door de inzet van ons creatieve team en het gebruik van data willen we onze concepten verder vernieuwen en versterken. Ook zijn we bezig met nieuwbouw met daarbinnen een eigen innovatielab. We hebben veel plannen voor de toekomst en daardoor is het een uitgelezen moment om als één merk verder te gaan.”
www.appel.nl
Kort nieuws
Maatregelen voor meer en betere bibliotheken
De bibliotheek levert een bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van mensen. Bijvoorbeeld door laaggeletterdheid te bestrijden of door ervoor te zorgen dat mensen meer gaan lezen.
Volgens de Bibliotheekwet hebben bibliotheken 5 maatschappelijke functies of taken: kennis en informatie beschikbaar stellen, mogelijkheden bieden voor ontwikkeling en educatie, stimuleren om te lezen, ontmoetingen en debatten organiseren en mensen laten kennismaken met kunst en cultuur.
De overheid heeft een rol bij het toegankelijk maken van bronnen en informatie via de openbare bibliotheek. Iedere inwoner moet daarom volgens het kabinet binnen een redelijke afstand toegang hebben tot een volwaardige openbare bibliotheek. Gemeenten krijgen daarvoor extra geld en vanaf 2025 ook een wettelijke taak (zorgplicht). Om te zorgen dat iedereen een volwaardige bibliotheek op redelijke afstand krijgt, neemt het kabinet onder andere de volgende maatregelen: Gemeenten krijgen in 2023 e 17,6 miljoen van de Rijksoverheid voor bibliotheken en in 2024 e 38,4 miljoen. Dit extra geld gaat in de eerste plaats naar gemeenten die geen bibliotheek hebben. Gemeenten kunnen in 2023 en 2024 geld aanvragen voor een nieuwe of betere bibliotheek, via de Regeling eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen. De zorgplicht voor gemeenten en provincies wordt met de wetswijziging in 2026 van kracht. Het kabinet wil deze zorgplicht zetten in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob). De komende jaren wil de Rijksoverheid ook de online bibliotheek uitbreiden. Om te zorgen dat meer leerlingen gaan lezen komt er extra geld voor de Bibliotheek op School. De Bibliotheek op School wil kinderen helpen om plezier te ontdekken in lezen, zowel op school als thuis.
BESTELLEN KAN NU!
Het nieuwe Inspiratieboek Kindcentra in hun omgeving is uit.
Het boek Kindcentra in hun omgeving werd tijdens het gelijknamige symposium gelanceerd en aangeboden aan de voorzitter van de PO-Raad Freddy Weima, de (vml) voorzitter van de BMK Loes Ypma, de directeur van de BK Emmeline Bijlsma en de bestuurder van de VNK Ad Vos.
ONDERWIJSSYSTEEM VEROUDERD EN ZET NL OP ACHTERSTAND!
Het uiteindelijke doel is een rechtvaardiger en inclusiever onderwijslandschap voor iedereen. Wij pleiten steeds sterker voor aanzienlijke hervormingen in het Nederlandse onderwijssysteem, gericht op het verbeteren van de kansen van alle leerlingen. Daarin staan we niet alleen; de Onderwijsraad, PO en VORaad vinden dat ook. Een cruciaal aspect in het pleidooi is het voorstel om selectie van leerlingen uit te stellen, waardoor ze meer tijd krijgen om zich te ontwikkelen voordat er definitieve beslissingen worden genomen over hun onderwijsniveau. Dit betekent dat het schooladvies in groep 8 van het basisonderwijs (PO) niet langer wordt gezien als een definitieve richtlijn voor de toekomst van een leerling, maar eerder als een flexibel begeleidingsinstrument dat hen helpt bij het maken van weloverwogen keuzes op het juiste moment. Om deze verschuiving mogelijk te maken, stellen wij voor om het voortgezet onderwijs meer flexibel te maken, met een modulair curriculum in een brede onder en bovenbouw.
OVERGANG
Een ander belangrijk aspect is de overgang van de funderende fase naar de kwalificerende fase. Hierbij krijgen leerlingen rond de leeftijd van 15 jaar de kans om te kiezen tussen een beroepsgerichte of academische route, afhankelijk van hun individuele voorkeuren en vaardigheden. De beroepsgerichte opleiding is dan vijf jaar gericht op een kwalificerende mbo 2 opleiding. Belangrijk; hiermee elimineren we de ‘knip’ tussen het vmbombo met als resultaat minder uitval en dus een hoger onderwijsrendement. Dat deze opzet kansrijk is zien wij bijvoorbeeld in Estland; trots Pisa nr 1 in Europa. Deze kansrijke vmbombo aanpakken zijn wij inmiddels met het team van Pijnenburg Techniek Scouting in veel regio’s op maat aan het uitwerken.
BEGELEIDING EN ONDERSTEUNING
Deze voorgestelde veranderingen vereisen een aanzienlijke begeleiding en ondersteuning om ervoor te zorgen dat alle VO leerlingen goed geïnformeerde keuzes kunnen maken over hun toekomstige onderwijsloopbaan. Dit betekent een intensieve loopbaanoriëntatie en begeleiding waarbij het bedrijfsleven betrokken wordt. Het leren vindt dan ook plaats in adaptieve hybride leeromgevingen met regionale onderwijsteams die uit docenten, ondersteuners en hybride experts bestaan.
MEER RUIMTE
Kortom, het advies van Pijnenburg Techniek Scouting, ondersteund door de Onderwijsraad, PO en VORaad, streeft naar een onderwijssysteem dat meer ruimte biedt voor de individuele behoeften en ontwikkeling van leerlingen. Zet deze visie om in acties en we gaan van achteruitgang naar een voorsprong.
Adri Pijnenburg | Pijnenburg Techniek Scouting Trendontwikkelaars en innovatieversnellers vmbo & mbo Techniek
DYNAMISCHE ZONWERING HELPT
Oververhitting in scholen is een issue
Oververhitting in scholen is een issue voor veel schoolbesturen. En de uitdaging is om breder te kijken. Breder dan alleen maar een investering in zonwering. Als je dat kunt afzetten tegen minder energiegebruik en betere leerprestaties, dan verdient een investering zich snel terug.
Oververhitting in scholen is een issue voor veel schoolbesturen. En de uitdaging is om breder te kijken dan een investering in zonwering. Een actueel onderwerp, dus sprak Schooldomein met channel manager Kasper Oudshoorn van Somfy, Matthijs van Jaarsveld van DGMR en Marije te Kulve van bba binnenmilieu. Matthijs: “Wanneer je die investering afzet tegen minder energiegebruik en betere leerprestaties, dan verdient een investering zich snel terug. Over het algemeen is er nog maar weinig bekend over de kansen van dynamische zonwering.” Kasper knikt: “Somfy is van oudsher een Frans bedrijf en producent van buismotoren en besturingen voor zonwering. We maken zelf geen zonweringen; dat loopt via zonwering producenten. Veel huishoudens kennen ons al van een wandschakelaar of handzender waar onze merknaam op staat, waarmee ze op afstand de zonwering kunnen bedienen. We leveren intelligente besturingssystemen, waarbij het reguleren van daglicht en het tegen houden van warmte voor de effecten op temperatuur, leerprestatie en energie zorgt. De kracht van zonwering zit in het dynamische aspect: wel licht en warmte als je dat wilt maar niet als het niet gewenst is. Als producent/leverancier van motoren en besturingen voor de zon- en/of lichtwering zien we dat onze klanten vaak niet in staat zijn om de eindgebruikers inzicht te geven in deze effecten. Wij zochten een objectieve manier om vast te stellen dat onze intelligente besturingssystemen in kantoor- en publieke gebouwen bijdraagt aan productiviteit en gezondheid. DGMR en bba binnenmilieu hebben dat objectief vastgesteld.”
GEZOND EN COMFORTABEL BINNENKLIMAAT
“bba binnenmilieu richt zich al vele jaren op een gezond en comfortabel binnenklimaat”, legt Marije uit. “We werken voor publieke
organisaties, maar ook commerciële bedrijven, om te zorgen voor een gezond en comfortabel binnenmilieu in diverse gebouwtypen. We wisten al dat dynamische zonwering van invloed is op het binnenmilieu, maar wilden dat verder onderbouwen. Het type zon- of lichtwering gecombineerd met de oriëntatie van een werkruimte, de koeling, de hoeveelheid en het type glas bepalen onder andere mogelijke productiviteitseffecten van het toepassen van dynamische zonwering. Als je hieraan een model toevoegt waarbij je diverse bouwfysische berekeningen, zoals temperatuur, daglicht en energie uitvoert, kun je de gebruiker per situatie gericht het effect laten zien.” Om dit model op te stellen, schoof het moederbedrijf van bba, ingenieursen adviesbureau DGMR aan. Matthijs: “Met de parametrische software van DGMR kan daglicht, temperatuur en energiegebruik van duizenden
varianten in een mum van tijd berekend worden. Het model heeft veel voorkomende (glas-)gevelvarianten als basis doorgerekend in relatie tot verschillende typen zonweringen en installatietechnische uitgangspunten. Voor de tool specifiek ontwikkeld voor scholen, hebben we ook een koppeling gemaakt met de uitgangspunten van Frisse Scholen voor de niveaus A, B en C. Het model is gevalideerd met de referentiegebouwen van RVO en diverse controleberekeningen in Uniec3 en Vabi Elements.”
“Met de parametrische software van DGMR kan daglicht, temperatuur en energiegebruik van duizenden varianten in een mum van tijd berekend worden”
“Met dynamische zonwering wordt een gebouw aangepast aan de actuele omstandigheden of de behoeften van de gebruikers, waarbij natuurlijke energie wordt benut of geblokkeerd om een comfortabele omgeving te behouden, dan wel de behoefte aan kunstmatige koeling en verwarming te verminderen.”
BETER BESLUITEN NEMEN
Om besturen en opdrachtgevers te helpen heeft Somfy vervolgens een webtool, genaamd PRISM, ontwikkeld die in één oogopslag het effect op de verschillende aspecten laat zien. Kasper: “Daarmee kunnen opdrachtgevers beter besluiten nemen en duidelijke antwoorden geven op vragen over het voorkomen van oververhitting in klaslokalen. Daarnaast kunnen ze het daglicht beter reguleren om zo het gebruik van digitale leermiddelen zoals Digi-borden en beeldschermen te optimaliseren. Juist door de combinatie met andere aspecten zoals energie en daglicht krijgen scholen in één oogopslag een optimale oplossing gepresenteerd, waarmee ook nog eens de CO2-uitstoot wordt beperkt. De nieuwe innovatieve Somfy tool PRISM geeft ook architecten en ontwikkelaars inzicht in de bijdrage die de dynamische zonwering levert aan de productiviteit van medewerkers, het welzijn van patiënten en leerprestaties van leerlingen in relatie tot het daglicht- en energiegebruik in kantoor-, zorg- en onderwijsgebouwen.”
KEUZEN AAN DE VOORKANT
Marije: “Het model helpt je effecten te laten zien in de specifieke situatie, zoals de ligging van het gebouw, de oriëntatie van de lokalen ten opzichte van de zon en de verhouding tussen gevel en glasoppervlak. Met de tool nemen we de opdrachtgever bij de hand om de juiste keuzes te maken om oververhitting in een klaslokaal op een duurzame manier te voorkomen. Je krijgt hoe effectief zonwering is in het gemodelleerde scenario, wat het effect is op het energieverbruik en de gevolgen voor de benodigde energie voor koeling. Vergeet ook niet de relatie met circulariteit. Wanneer je aan de voorkant de goede keuzes maakt, voorkom je aanpassingen in de toekomst en lever je daarmee een bijdrage aan een gezonde en duurzame wereld. In die zin past de tool heel goed bij de visie op het onderwijs en zorgt voor inzicht bij alle stakeholders.” Kasper knikt: “De tool is bijvoorbeeld ook belangrijk om in de ontwerpfase goede keuzes te maken, zowel in het geval van (ver-)nieuwbouw als een duurzame renovatie. Bij veel opdrachtgevers zien we dat ze voor een oplossing kiezen zonder duidelijke onderbouwing.
Lees verder op de site van www.dynamicsolarshading.nl. Voor meer informatie neemt u contact op via www.dgmr.nl.
GROOTS IN BOUWEN MET HOUT
Het moet en kan slimmer
Om tot een kwalitatieve verbetering in de huisvestingsopgave te komen is het nodig om anders naar processen te kijken. Nu stranden ambities vaak door een traditionele aanbestedingsvorm die onvoldoende vrijheid geeft voor duurzame innovaties. De Groot Vroomshoop en SeARCH architecten over passie en samenwerking.
Tijd dus voor een goed gesprek met manager commercie bouwsystemen van De Groot Vroomshoop Rogier Adriaansen en architect/ medeoprichter Bjarne Mastenbroek van SeARCH. Rogier: “Er ligt een enorme opgave in het onderwijs; het bestand is technisch en functioneel verouderd en moet verduurzaamd worden. Daarnaast transformeert de samenleving en zijn overheden en marktpartijen bezig om nieuwe adaptieve concepten te ontwikkelen. Maar met de traditionele wijze van aanbesteden gaan we onze doelen niet halen en dat geldt ook voor de klimaatdoelen. We zien wel een stijgende vraag naar bouwen in hout en conceptuele bouwmethodieken. Ons credo is Groots in bouwen met Hout omdat we nog meer impact willen maken op de versnelling van de circulaire economie en de noodzakelijke reductie van het primaire grondstoffenverbruik in Nederland. Hout is namelijk het enige bouwmateriaal dat van nature groeit. Bovendien kun je heel mooi in hout bouwen. Dit doen we al sinds 1927. Dus we draaien al wat
jaartjes mee. Het is zo jammer dat alle partijen, zoals overheid, gemeenten, schoolbesturen en architecten in de keten van onderwijshuisvesting dezelfde doelen qua duurzaamheid nastreven, de technische oplossingen op de plank liggen, maar het toch lastig blijft om echt impact te maken, omdat we blijven hangen in de traditionele manier van aanbesteden.”
CONCEPTUELE BOUWER
Rogier verder: “Wij zijn een conceptuele bouwer en werken met gestandaardiseerde bouwsystemen, zoals het circulaire bouwsysteem Festing of ons houten modulaire en adaptieve bouwsysteem Modulinn, dat we samen met SeARCH hebben ontwikkeld. Onze concepten hebben een permanente kwaliteit en voldoen aan de eisen van frisse scholen. In de praktijk combineren we onze Bouwsystemen altijd met maatwerk. De specifieke, architectonische invulling, indeling, materialisering en gevelafwerking en we zorgen voor een geweldige uitstraling. Dat maakt dat elke onderwijsvisie heel goed vertaald kan
worden in onze manier van bouwen, waarbij een toekomstbestendige huisvesting het uitgangspunt is. Naar onze visie is een duurzame school ook adaptief en kan mee bewegen met een veranderend leerlingental en onderwijsconcept.”
INTELLIGENT GEBRUIK
Architect en oprichter van SeARCH Bjarne
Mastenbroek knikt: “We zijn ons bewust van de schaarste aan grond en geloven in een intelligent gebruik van duurzame materialen. Daarom werken we in onze projecten graag met hout; meer dan de helft van onze projecten zijn biobased, duurzaam en van hout gemaakt. We proberen elke opdrachtgever te overtuigen zoveel mogelijk weg te blijven van beton en staal. Met hout maak je ook een prettig binnenklimaat. Een mooi voorbeeld waarbij wij het ontwerp hebben gedaan en De Groot Vroomshoop de enginering, is de tijdelijke school Klein Amsterdam. Dat is een duurzame variant van permanente kwaliteit voor tijdelijke schoolhuisvesting en een prachtige ontwikkeling in modulaire bouw. De wijk ontwikkelt zich en het gebouw kan mee ontwikkelen, afhankelijk van de behoefte. Het is bovendien een open, warm en uitnodigend gebouw geworden, met naast lokalen en leerpleinen, een prachtig atrium en de mogelijkheid om plug in extra functies toe te voegen. De omvang van een module past op een standaard vrachtwagen, waardoor het transport naar een volgende locatie eenvoudig te regelen is. Het tweede modulaire project was Epos in Rotterdam Zuidwijk; eigenlijk een vervolmaking van Klein
Amsterdam. Veel sjieker en zonder kinderziektes. Ook daar hebben wij weer De Groot Vroomshoop voorgesteld. Door met prefab modules te werken, is de bouwtijd tot een minimum beperkt en hebben we samen een volledig nieuw schoolgebouw in enkele maanden gerealiseerd. Het heeft twee vleugels en gestapelde houten klaslokalen om de gymzaal en het centrale atrium. De multifunctionele brede trap doet de ene keer dienst als tribune, de andere keer als podium of gewoon als informele ontmoetingsplek tijdens de schooluren. Op de begane grond liggen verder een mediatheek, de kookstudio en twee grote klaslokalen die elk opgedeeld kunnen worden in kleinere units.” Rogier: “Met Epos wonnen we de Nationale houtbouwprijs 2021, vanwege de geslaagde modulaire houtconstructie.”
“Door samen te werken ontstaan originele, innovatieve en onverwachte ontwerpoplossingen”
INTEGRAAL AANBESTEDEN
Rogier: “Wij hebben eigen ontwerpers en constructeurs en het liefst werken wij met vaste partners, zoals met SeARCH. Juist omdat je veel samenwerkt ontstaat een goede mix tussen de vertaling van de onderwijsvisie in een ontwerp en het conceptueel bouwen. Wij zijn voorstander van een integrale aanbesteding en een Design and Build uitvraag. Dan zitten we meteen aan tafel en kunnen het beste team selecteren.” Bjarne reageert: “Ondanks onze goede samenwerking is dat voor mij toch de minst ideale vorm, hoewel het voor de modulaire houten scholen goed heeft gewerkt. Ik werk uit principe niet onder een aannemer, omdat die een ander belang heeft, net als overigens die
risicodragende turn-key aanbestedingen, waar veel te veel aan de strijkstok van de begeleidende partijen blijft hangen. Ik vind een onafhankelijke rol van de architect principieel de juiste vorm en dus de juiste volgorde, waarbij wij in afstemming met de opdrachtgever en gebruikers een ontwerp maken dat vervolgens in de markt wordt gezet. Dat lijkt traditioneel, maar wordt wat mij betreft weer heel actueel. Engineering te vroeg in een proces is killing voor het ontwerp. In Zweden zie ik dat de architect zijn leidende rol heeft verloren en een paar aannemers alles bepalen. Het gevolg is allemaal eenheidsworst. Natuurlijk zie ik ook dat we steeds meer in prefab bouwen en het dan logischer is om in een vaste combinatie architect en aannemer te ontwerpen en te bouwen. Als je in die ontwikkeling na het ontwerp weer moet aanbesteden kost dat
veel tijd en verlies van kwaliteit. Het werkt veel beter en goedkoper om een eerder uitgeengineerd bouwsysteem met dezelfde partijen te realiseren. Dat past ook heel goed bij het bouwen in hout.”
GROTE OPGAVE
Rogier verder: “Ik ben het deels met je eens Bjarne, maar wanneer ik kijk naar de laatste aanbestedingen dan is 80% traditioneel aanbesteed en blijft de gewenste duurzame versnelling uit. We zien nog een onbekendheid bij opdrachtgevers over de vooren nadelen van de verschillende contractvormen. De gemeente stelt een budget beschikbaar, het schoolbestuur bedenkt als bouwheer een plan, huurt een adviseur in en vervolgens wordt een architect geselecteerd en aanbesteed. Binnen dat systeem heeft elke partij binnen de keten een eigen belang en ligt er geen integrale afweging vooraf. Wij schrijven vaak niet eens in, omdat we vaak pas in de DO-fase mogen aanhaken en de belangrijke keuzen daarvoor al gemaakt zijn. Dan wil een opdrachtgever wel een houten gevel, maar is het concept niet modulair en circulair. Als we echt een verschil willen maken dan moeten we ook zorgen dat de aanbestedingsvormen passend zijn. Als je al vanaf de visiefase met een helder bouwconcept werkt kun je veel meer voordelen halen, op het gebied van flexibiliteit, bouwsnelheid en lagere kosten. Ik zie overigens wel dat een aantal gemeenten begint te bewegen, zoals Amsterdam met het Innovatiepartnerschap Schoolgebouwen, waar het eerste project Circlewood gerealiseerd wordt. Het Hof van Twente heeft ook innovatief aanbesteed vanuit een mooie ambitie. Dat heeft twee circulaire IKC’s opgeleverd, waarbij het regionale bedrijfsleven werd uitgedaagd om mee te innoveren. Wij zijn nu betrokken bij het Kindplein West in Ommen. De uitvraag was: vertaal onze onderwijsvisie in een modulair en circulair gebouw en doe een ontwerpvoorstel. Daar kwamen wij als beste uit. Het is voor 60% een vast concept en voor 40% maatwerk. Of de Performance Factory in Enschede. Daar bouwen we 185 woonstudio’s, acht lagen modulair in hout en rollen er tien appartementen per week uit de fabriek. Kortom; elke aanbestedingsvorm biedt kansen, mits we als bouwer maar in de planfase betrokken worden. Dat vraagt om een meer innovatieve vorm van aanbesteden. Mijn oproep is dus om vooraf niet alles dicht te timmeren door in een traditionele manier van denken te blijven hangen. Maak gebruik van de creativiteit van de architect en marktpartijen. Ga vooral in gesprek, maak gebruik van de mogelijkheden voor een dialoogfase of marktconsultatie. Technisch is het allemaal al mogelijk.”
Kijk voor meer informatie op www.degrootvroomshoop.nl of www.search.nl
Natuurlijke verbinding met stad en groen TRANSFORMATIE CAMPUS
De bestaande campus bestond uit losse onderdelen zonder kern en verbinding met de stad. In het inmiddels gerealiseerde ontwerp is de samenhang tussen landschap en een diversiteit aan leer- en werkomgevingen het uitgangspunt. Resultaat is een groene en vooral verbindende campus.
Schooldomein sprak met projectleider Fontys Hogeschool Maarten Sars, Project Sales Manager Ecophon Gerwin Leijtens en partner en architect bij Nudus Tim Brans. Maarten trapt af: “Fontys wil studenten, medewerkers én bezoekers een inspirerende en prettige leer- en werkomgeving bieden. Een omgeving waar je je thuis voelt, waar je graag verblijft en waar je anderen ontmoet. Daar was in de bestaande situatie geen sprake van. Je had het gevoel dat je op een groot parkeerterrein was met wat losse gebouwen die via loopbruggen met elkaar verbonden waren. Een campus waar
bovendien een groot hek omheen stond zodat er geen verbinding was met de stad. We wisten dat het anders moest en om een grootschalige transformatie mogelijk te maken hebben we de technische instituten naar het universiteitsterrein verhuisd en het gebouw R1, wat hiermee vrij kwam, circulair ontmanteld. Daardoor speelden we een halve campus vrij voor een nieuw concept voor leren en ontmoeten. We hadden bovendien te maken met een enorme deadline, omdat we in december 2023 de panden S1, S2, S3 en TF terug moesten leveren aan de TUE vanwege een
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Campus Rachelsmolen Fontys
Eindhoven
Opdrachtgever
Fontys Eindhoven
Architect
Nudus
Akoestiek
Ecophon
Interieurarchitect
Hollandse Nieuwe
Landschapsarchitect
OKRA landschapsarchitecten
Volume 24.000 m²
Ingebruikname
November 2023
aflopende pacht. Met een ontwikkeltijd van twee jaar en twee jaar bouw moest de klus dus in vier jaar geklaard worden.”
NATUURLIJKE VERBINDING
Tim knikt: “De opgave was fors en complex; nieuwbouw voor 24.000 m², een nieuwe plek voor vijf instituten en een ontmanteld gebouw waar iets mee moest. De Hogeschool wilde in ieder geval niet één groot gebouw waarin alles ondergebracht zou worden.
We begonnen met de vraag hoe een campus en dus moderne leer- en werkomgevingen eruit zouden moeten zien, met onderling natuurlijke verbindingen. Dat deden we in een ontwerpteam samen met OKRA landschapsarchitecten en Hollandse Nieuwe interieurarchitecten. Uit onze analyse bleek dat de bestaande campus geen onderdeel van de stad was. Er stond letterlijk een groot hek omheen. Het credo
van Fontys is groot in kleinschaligheid, waarbij met name de verbinding tussen docent en student belangrijk is. We hebben de volumes letterlijk opengebroken, waardoor een mooie open ruimte ontstond, die we hebben ingevuld met drie nieuwe gebouwen. Samen met de gebruikers hebben we gekeken welk programma in welk gebouw zou moeten, waarbij we een thematische verdeling hebben gemaakt. In het najaar van 2023 verhuisden Fontys Paramedisch, Mens en Gezondheid, Kind en Educatie, Sociale Studies en Pedagogiek naar de totaal getransformeerde Campus Rachelsmolen, die is veranderd van een eiland naar een inspirerende onderwijsomgeving. Een campus waar ontmoeten centraal staat en waar kruisbestuiving leidt tot innovatie, experimenteren en ondernemen.”
KRUISBESTUIVING EN ONTMOETING
“Het doel van de nieuwe Campus Rachelsmolen is een gezonde leer- en leefruimte te creëren voor nu en in de toekomst”, legt Maarten verder uit.
“Groot in kleinschaligheid is een belangrijk element in onze onderwijsvisie. Het onderwijs kent een kleinschalige organisatie, waarbij iedere student gemakkelijk zijn eigen plek vindt. Daarom hebben we het programma uit elkaar getrokken. In onze
nieuwe visie heeft ieder instituut niet langer een eigen gebouw waarin al het onderwijs plaatsvindt. De studenten van de PABO kwamen bijvoorbeeld hun verdieping niet af; nu hebben we activiteiten over de campus verspreid, waardoor de interactie, ontmoeting en kennisoverdracht op verschillende plekken plaatsvindt.” Tim vult aan: “Op de campus komt daarom niet één groot nieuw gebouw, maar drie losse gebouwen. De nieuwe onderwijsgebouwen worden zo geplaatst dat ze samen met de bestaande gebouwen een eenheid vormen. Samen omringen ze het bruisende stadsplein. Aan de oostzijde, langs de JF Kennedylaan, krijgt de campus een royaal groen voorplein die de stad met de campus verbindt. Aan de noord- en zuidzijde, grenzend aan de Rondweg en de Rachelsmolen, komen meer informele entrees.”
gebruik als een verlengstuk van het landschap. De campus krijgt een sterk groen karakter met een mix van dynamische verblijfsplekken. Ook komt er een ‘wadi’; een kuil met beplanting die aansluit op de ecologie van de Dommel en die de campus bestand maakt tegen perioden van extreme neerslag en langdurige droogte en hitte. Het regenwater wordt opgevangen in het terrein en geïnfiltreerd in de bodem, er wordt geen regenwater geloosd op het riool.”
DIAGONALE ZICHTRELATIES
“In dit soort ruimten heb je hoogte, enorme glazen wanden en genoeg reflectievakken. Dat maakt het uitdagend”
GEWELDIGE EYECATCHER
Tim verder: “Het centrale stadsplein is het hart van de nieuwe campus, waar de sfeer van Fontys optimaal tot uiting komt. Studenten, medewerkers en bezoekers ontmoeten elkaar hier, op weg naar een ander gebouw, of omdat het een fijne plek is om af te spreken. Midden op het plein komen een groot tribune-element en een groene zitkuil, waar je elkaar kunt ontmoeten en waar lezingen en andere evenementen plaatsvinden. Hiermee wordt het gezond gebruik van de campus gestimuleerd. Het meest centrale nieuwe gebouw is hét gebouw voor de hele campus en bevat functies die voor alle gebruikers toegankelijk zijn, zoals de StudieHub, collegezalen, evenementenruimte en het restaurant.
In het tweede nieuwe gebouw is het praktijkgericht onderwijs ondergebracht en ontvangen cliënten zorg in het zorgcentrum als onderdeel van het onderwijs.
In de vormgeving hebben we de etalages letterlijk naar buiten gevouwen, zodat het praktijkonderwijs tastbaar wordt. Het derde nieuwe gebouw vormt een flexibele thuisbasis voor de studenten en medewerkers binnen Fontys, met werkplekken en onderwijsruimten. Als geweldige eyecatcher hebben we een zwart volume door het gebouw getrokken dat aan de buitenzijde als een tribune uitnodigt tot
In de drie gebouwen vind je grote atria voor ontmoeting en leren. Je hebt overal een prachtige zichtrelatie tussen de verschillende werk- en ontmoetingsplekken. We wilden een visuele verbinding maken tussen de verschillende vloeren en de centrale trap. Akoestiek is in de open omgevingen belangrijk en de vraag was hoe je dat het beste kunt oplossen. Het is een ruimte waar altijd rumoer is, maar waar studenten ook moeten kunnen werken.” Maarten knikt: “Wij willen flexibele gebouwen die adaptief zijn. Aanpasbaarheid is belangrijk, ook op akoestisch gebied. Wij geven een gewenst niveau nagalmtijd aan, maar het team van adviseurs, waaronder de architect, het bouwfysisch bureau Peutz en de specialisten van Ecophon moeten het in dit soort architectonische hoogstandjes waarmaken en ze hebben het geweldig opgelost.” Gerwin vult aan: “In dit soort ruimten is het een uitdaging de akoestiek goed te krijgen. Door de hoogte, de enorme glazen wanden die veel geluid reflectie geven en de harde vloer, heb je voor een goede akoestiek zowel plafond als wandabsorptie nodig. Naast het akoestische plafond van Ecophon zijn er houten akoestische wandpanelen met daarachter minerale wol toegepast zodat een akoestisch aangename ruimte ontstaat. We hebben verschillende akoestische plafondpanelen in het project toegepast, zoals de Focus A en Gedina A, maar dan in een 15 mm grid systeem wat een smal profiel is, zodat je de lijnen minder ziet.” Tim tenslotte: “We hebben hier en daar gekozen voor verrassende kleurvlakken in de gebouwen, waarbij we de kozijnen, wanden en installaties in dezelfde kleur hebben uitgevoerd en daardoor visueel een andere wereld creëren. Ecophon heeft een mooi pallet aan kleuren voor de panelen, die daardoor de kleur van dat nieuwe interieurlandschap hebben bepaald. Bovendien kunnen ze snel verwisseld worden als het nodig is omdat het standaardproducten zijn.” Kortom; Fontys heeft een prachtig getransformeerde campus waar de natuurlijke en vooral groene verbinding tussen docent, student en de bezoekers uit de stad centraal staat!
IKC BINNENSTEBUITEN VERBINDT BINNEN MET BUITEN
Leefbaarheid drijfveer voor een betekenisvol gebouw
“Het onderwijs bepaalt zelf of een school levensvatbaar is. Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor de leefbaarheid van onze dorpen. Het onderwijs is een kernvoorziening en een belangrijke ontmoetingsplek voor jong en oud.” IKC Binnenstebuiten is een prachtig voorbeeld.
De gemeente West Betuwe realiseert samen met de betrokken organisaties een nieuw Integraal Kind Centrum (IKC) voor de plaatsen Buurmalsen en Tricht. In IKC Binnenstebuiten werken basisschool Op ’t Hof - De Malsenburg en kinderdagverblijf Chapeau Kinderwerk samen op één locatie in het dorp Tricht. Schooldomein sprak met wethouder Govert van Bezooijen, ambtelijk projectleider Peter Brons en procesmanager Jan van Vliet van VKZ. Govert opent: “De voormalige gemeente Lingewaal ging op in de nieuwe gemeente West Betuwe, waar ik als wethouder ook weer de portefeuilles onderwijs en financiën mocht combineren. In Lingewaal hadden we als college het Manifest opgesteld, met als doel om maatschappelijke voorzieningen in de kernen te houden. Tegelijk wilden we samen met schoolbesturen en maatschappelijke organisaties toegroeien naar een duurzaam gebouwenbestand.
In heel veel kleine kernen staan scholen van net na de oorlog, die eigenlijk niet meer geschikt zijn voor het onderwijs van deze tijd. Dat kost energie, maar is gelukt. Zo hebben we in Spijk de kleinste brede school van Nederland gebouwd.”
EXTRA AMBITIE
Govert verder: “Die visie heeft de nieuwe gemeente West Betuwe overgenomen, die naast Lingewaal ook bestaat uit de voormalige gemeenten Neerijnen en Geldermalsen. Samen met alle twaalf betrokken schoolbesturen hebben we voor de 35 gebouwen een IHP opgesteld, waarbij we in bestaande gebouwen het binnenklimaat hebben verbeterd en inmiddels dertien scholen hebben verduurzaamd en vijf nieuwbouwprojecten afgerond of in uitvoering hebben. Vanuit het IHP maken we afspraken met een extra ambitie op heel veel vlakken. Als je alleen naar de normbekostiging kijkt kan het niet
PROJECTINFORMATIE
uit. Dat betekent dat je als gemeenschap extra investeringen doet en de schoolbesturen vanuit de exploitatie financieel bijdragen. Dan praat je over het energieneutraal maken en het plaatsen van zonnepanelen, waarbij de revenuen uiteindelijk weer voor henzelf zijn. Het onderwijs bepaalt zelf of een school levensvatbaar is, maar als gemeente zijn we verantwoordelijk voor de leefbaarheid van onze dorpen. We zien het onderwijs daarbij als een kernvoorziening en een belangrijke ontmoetingsplek voor jong en oud.”
ACTIEVE BUITENRUIMTE
Jan knikt: “In opdracht van de gemeente West Betuwe is VKZ betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe IKC Binnenstebuiten. We hebben samen met de gebruikers hun visie en wensen als basis voor het ontwerp in het programma van eisen vertaald. Als procesmanager stuurden we de ontwerpteamleden aan en waren we de spil tussen ontwerpteam, projectgroep en stuurgroep. De gebruikers vonden een naadloze overgang van binnen naar buiten erg belangrijk. Dat zie je terug in het ontwerp met veel plaatsen om te leren en te spelen, maar ook in het toepassen van veranda’s als actieve buitenruimtes. Je kunt vanuit elke onderwijsruimte direct naar buiten. Die veranda’s zijn een soort overgangsgebied tussen binnen en buiten. In het gebouw komen geen gangen
Directeur Karin Hakkert:
“Leren betekent dat wij alles uit de leerlingen willen halen op een manier die bij elk van hen past. In het nieuwe gebouw kunnen we dit zowel binnen als buiten doen. We kunnen kinderen de ruimte bieden”
en feitelijk is elke meter geschikt voor onderwijs.”
“Wij werken in coproductie met alle gebruikers”, legt Peter uit; “veel gemeenten maken een schoolgebouw, maar wij willen gebouwen die passen bij het onderwijs. Daar zoek je een type architect bij die meedenkt met de wensen van de gebruikers en zo tot een ontwerp komt. Daarom hebben we ook voor B2 architecten gekozen, die goed aanvoelden wat de wensen van de gebruikers zijn.”
EENLAAGS GEBOUW
Peter vult aan: “IKC Binnenstebuiten opent deze zomer als een fusieschool van de scholen in Buurmalsen en Tricht, samen met kinderopvang. Uiteindelijk hebben we na veel overleg gekozen voor de bestaande locatie van de school in Tricht. We bouwen hier een IKC voor 210 kinderen, waarbij we net iets meer volume maken om naar de toekomst flexibel te zijn. Het is een eenlaags gebouw met een prachtig atrium en een aflopend zadeldak, dat zich naar de omliggende bebouwing richt. Rond een centraal middendeel liggen de drie units en kinderopvang. Via een trap kom je op de vliering, waar ruimte is voor opslag. In het centrale deel komt een meubel met een keuken, grenzend aan het speellokaal. Daarnaast is er straks een schoolbibliotheek en natuurlijk een groene buitenomgeving met veel ruimte voor leren en spelen.”
TROTS EN DANKBAAR
Jan: “Het is een duurzaam gebouw met een groen sedumdak en zonnepanelen. Het is houtskeletbouw met een houten gevel. De duurzaamheid zit in de materialisatie, maar ook in de flexibiliteit. Overal zijn niet dragende wanden toegepast, dus het gebouw is adaptief en kan meegroeien met een veranderende vraag.” Govert tenslotte: “Ik neem na heel veel bestuurlijk werk als wethouder afscheid. Onderwijs is een kernkwaliteit en als gemeente hebben we daarin een zorgtaak. Dienstbaar aan de samenleving zijn is en was altijd mijn drijfveer. Ik ben trots en dankbaar dat ik als wethouder een mooie bijdrage heb kunnen leveren.”
Kijk voor meer informatie op www.vkzbv.nl
HOUTBOUW IN DE HISTORISCHE BINNENSTAD
Verbindende Campus Scolaire Echternach
Atelier PRO werkte aan een schoolgebouw dat uniek is voor Luxemburg: Campus Scolaire Echternach in Echternach, aan de rand van een middeleeuws stadscentrum, waarin duurzaamheid wordt gecombineerd met klimaatbestendigheid. Het nieuwe gebouw is in de zomer van 2023 in gebruik genomen.
Samen met lokale partner WW+ ontwierp het Nederlandse architectenbureau een brede basisschool met gedeeld ruimtegebruik in Echternach; een kleine gemeente op de grens tussen Luxemburg en Duitsland, met een middeleeuws karakter. Direct grenzend aan de historische binnenstad en de rivier de Sauer, bij de entree van het voetgangersgebied, ligt het nieuwe gebouw van de lokale basisschool: Campus Scolaire Millermoaler. Deze campus was nodig door groeiende leerlingenaantallen, waardoor het bestaande gebouw niet meer voldeed; de nieuwe campus huisvest de bovenbouw, een school voor speciaal onderwijs, een grote kantine voor de leerlingen en de buitenschoolse opvang. Daarbij is bewust gekozen voor houtbouw en voor een ontwerp op een verhoogde plint - dit laatste vanwege de locatie - in een bocht van de rivier.
MEERVOUDIG RUIMTEGEBRUIK
Door de verschillende functies in één gebouw te combineren ontstond er een compacte school
die qua opzet uniek is voor Luxemburg, waar basisschool en BSO normaal gescheiden zijn, en scholen voor speciaal onderwijs niet geïntegreerd zijn in het reguliere onderwijs. Bij de Campus Scolaire Echternach koos men juist bewust voor een ‘geïntegreerd model’, waarbij de verschillende instellingen één gebouw delen; daarbij is ook gekozen voor gedeeld ruimtegebruik - niet alleen vanwege het beperkte formaat van het plot, maar vooral omdat dit specifiek de vraag was van de opdrachtgever, de gemeente Echternach.
SAMEN NAAR EEN NIEUWE CAMPUS
Om deze onderwijsopzet in Luxemburg goed te laten ‘landen’ hebben atelier PRO en WW+ een traject met workshops opgezet, waarmee leraren en verzorgers, ouders en opvoeders samen met de gemeente vanaf het eerste begin betrokken waren bij het traject. Doel van deze workshops was om een gebouw te ontwikkelen dat binnen het budget paste en goed functioneerde voor de gebruikers, maar ook om alle betrokken partijen ‘mee te nemen’ in nieuwe manieren van werken en ruimtegebruik.
PROJECTINFORMATIE
Project Campus Scolaire Echternach Opdrachtgever
Gemeente Echternach
Architect
Atelier PRO architekten isw WW+
Installatie adviseur
Goblet Lavandier & Associés Akoestiek/bouwfysisch
Schroeder & Associés
Constructeur
SGI Ingénierie
Bouwkosten
€ 27.958.000
Duurzaamheidskeurmerk
DGNB “gold”
Ingebruikname
voorjaar 2023
EEN
COMPACT EN LICHT GEBOUW
Het eindresultaat is een compact schoolgebouw, op een compact schoolplein, dat zorgvuldig is ingepast tussen het historische centrum, de rivieroever en het heuvellandschap. Om ervoor te zorgen dat daglicht tot diep in het gebouw kan doordringen heeft atelier PRO grote vides ontworpen; ook liggen alle klaslokalen, onderwijsruimtes en kantoren aan de gevels. De taps toelopende vorm zorgt ervoor dat het volume minder massief oogt, waardoor het beter in de kleinschalige oude binnenstad past. Tegelijkertijd ontstaat in het gebouw zelf, tussen de lokalen, zo ruimte voor open leerpleinen en speelplekken die door de verschillende groepen gebruikt kunnen worden; door deze flexibele ruimtes werd het mogelijk het programma te verkleinen en daarmee de campus dus compacter te bouwen. Verschillende verdiepingshoogtes zorgen daarbij voor extra groene buitenruimte op het dak van de school - en een groter schoolplein voor de kinderen.
KLIMAATBESTENDIG BOUWEN
De gevel en de constructie zijn opgebouwd als hybride constructie. Op de verdiepingen zijn zowel de buitengevel, de binnenwanden en de vloeren uitgevoerd in massief hout, met alleen de stabiliteitswanden en de trappenhuiskernen in beton. De plint is juist geheel opgetrokken uit massieve prefab betonplaten en ligt 70 centimeter boven maaiveld, om waterschade bij hoogwater te voorkomen; doordat in de verhoogde plint ook openingen zijn meeontworpen, kan het water zelfs onder het gebouw doorstromen. Dat deze maatregelen geen overbodige luxe zijn bleek al
tijdens de bouw, toen bij de overstromingen van zomer 2021 de Sauer buiten haar oevers trad; het terrein stond onder water, maar de nieuwe school bleef droog.
HOUTBOUW ALS BEWUSTE KEUZE
Voor de Campus Scolaire Echternach heeft atelier PRO er bewust voor gekozen om zoveel mogelijk met hout als bouwmateriaal te werken, omdat dit het meest duurzaam is. Daarnaast zorgt het warme karakter van hout ervoor dat het gebouw kleinschaliger oogt; samen met de taps toelopende vorm zorgt dit ervoor dat de nieuwe school beter aansluit bij de omgeving. Bijzonder detail zijn de raamkozijnen, die van buiten in aluminium zijn uitgevoerd maar binnen in hout.
DUURZAAMHEID
Ook de compacte opzet maakt de Campus Scolaire een duurzaam gebouw. Door te werken met het geïntegreerde model wordt er bespaard op ruimte, op kosten en op het vervoer van de kinderen van en naar school. Daarnaast voldoet het gebouw aan de hoogste eisen van isolatie, is er ingezet op groene daken en daktuinen, en wordt er voor de energieopwekking gebruik gemaakt van PV panelen. Buitenzonwering houdt het gebouw koel en afgesloten, nachtopeningen zorgen voor ventilatie - bewuste keuzes voor bouwkundige ‘low tech’ oplossingen, in plaats van vol in te zetten op energieverbruikende techniek. Ter ondersteuning is er mechanische ventilatie, om zo te kunnen voldoen aan de eisen van ‘Frisse Scholen’; in Luxemburg bestaan dit soort keurmerken nog niet, de Campus Scolaire Echternach neemt hiermee een voorschot op de toekomst.
Kijk voor meer informatie op www.atelierpro.nl.
VERBINDENDE NIEUWBOUW IKC+ KATWIJK
Vanzelfsprekend gebouw voor alle gebruikers
“Soms moet je lang nadenken voor een simpele oplossing”. Dat vertelt architect Floris van der Poel van De Zwarte Hond over het verbindende project IKC+. Opvallend is de hanenkam met zijn blauwe plafond, dat als een verbindend element door het langwerpige gebouw loopt.
IKC+ aan de Van Lierestraat in Katwijk-Noord is het nieuwe thuis voor de openbare basisschool Daltonschool Katwijk van Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek (OBODB), de school voor speciaal basisonderwijs De Windvang van de Aloysius Stichting, KOK Kinderopvang, Cardea Jeugdhulp en Sportbedrijf Katwijk. Floris: “De uitdaging van ons bureau was om een gebouw te maken dat zeker honderd jaar mee kan en past in de specifieke omgeving van Katwijk aan Zee. Het is een complexe vraag om een ontwerp te maken voor een gebouw met specifieke kind gebonden organisaties en een sportzaal die ook voor de buurt toegankelijk moet zijn. En dat in
een reguliere woonwijk. Wij hebben daarom zowel naar de architectuur als de stedenbouwkundige randvoorwaarden gekeken. Hier stonden twee scholen die technisch verouderd waren. De gemeente wilde één van de locaties na sloop bestemmen voor woningbouw. Op de tweede vrijkomende locatie is nu het IKC+ gebouwd, waarbij de plus voor de sportvoorzieningen staat. De idee is verder om in de kelder onder de sporthal een WKO voor de hele wijk te maken. We hebben ook gekeken naar de verkeersafwikkeling. Het schoolplein loopt als een groene vinger door de straat richting de Oude Rijn, die weer met de zee verbonden is.”
GENERIEK GEBOUW
Floris verder: “De uitdaging was om een generiek gebouw te ontwerpen dat logisch en flexibel in elkaar zit. Dat was ook de wens van de gebruikers; op de deur zie je dat er vijf organisaties zitten, binnen is
“De uitdaging was om een generiek gebouw te ontwerpen dat logisch en flexibel in elkaar zit. Dat was ook de wens van de gebruikers”
HERKENBARE MAATVOERING
PROJECTINFORMATIE
het één gebouw voor iedereen. Het is een gebouw van 30 x 70 meter geworden met het kenmerkende uiterlijk van een blauwe hanenkam die als een satéprikker over de hele lengte loopt en alles aan elkaar verbindt. Die specifieke hoogte refereert aan de hoge flats in de omgeving. De hal zorgt voor gemakkelijke oriëntatie; aan het begin ligt de entree en aan het einde de grote sportzaal, waar vanuit de hal in gekeken kan worden. De centrale hallen aan de uiteinden zijn hoog, daartussen zit een verlaagd deel, dat daardoor een meer intieme uitstraling heeft. Door het verhoogde centrale dak valt een overvloed aan daglicht de hal binnen. De lokaalzones aan de buitenkant zijn licht en uniform ontworpen en liggen aan multifunctionele leerpleinen. In deze dynamische, speelse ruimten kunnen leerlingen van de verschillende scholen elkaar vanzelfsprekend ontmoeten.”
“Zo hebben we voor een vaste en herkenbare maatvoering gekozen waardoor alle ruimten uitwisselbaar zijn in de toekomst, uitgezonderd de sportzaal en het speellokaal”, vertelt Floris. De maat van het lokaal is hierin leidend geweest. De school kan groeien ten koste van de andere functies, maar de andere functies passen ook goed in het stramien va de lokalen. “Vanwege de verschillende organisaties was er behoefte aan veel spreekkamers. Daarnaast hebben vier lokalen telkens een eigen studieplein. Elk lokaal heeft een eigen toilet met een geluiddichte deur, in de opvang is dat een verschoonruimte. De medewerkerskamer is er voor alle organisaties en heeft dezelfde maatvoering als een lokaal of de ruimten binnen de kinderopvang. Door die herkenbare maatvoering konden we in het proces makkelijk schuiven. Het is eenvoudig en daardoor helder van opzet, met daarbinnen verschillende karakteristieken van ruimtes. Zo is er in de draagconstructie rekening gehouden met eventuele uitbreiding boven op het dak van zes tot acht lokalen. De plint van het kindcentrum is een actief onderdeel van de buitenruimte. De zandkleurige gevel, bekleed met grote bakstenen, heeft diepe neggen met de natuursteen travertijn bekleed en hoge ramen, waar de kinderen in kunnen zitten en zich in kunnen verstoppen.”
UNIEKE LOCATIE
“Het IKC+ is een unieke locatie voor kinderen tussen de 0 en 13 jaar”, reageert Loes Maaijen als één van de directeuren van de openbare daltonschool. “Door de samenwerking tussen regulier basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs, jeugdhulp, kinderopvang en sport is er meer ondersteuning mogelijk voor de kinderen. We hebben als partners bewust voor één gebouw gekozen, waarin kinderen vooral samen opgroeien en elkaar overal kunnen tegenkomen. De medewerkers ontmoeten elkaar ook in de teamkamer, waar ze ervaringen uitwisselen. Van de leerpleinen wordt gezamenlijk gebruik gemaakt door beide scholen. Als leidinggevenden overleggen we vaak en kijken we ook regelmatig naar het gebruik van de ruimten. Als gebruikers ervaren we het als een prettig gebouw met veel mogelijkheden. Het gebouw is mooi vormgegeven, met zijn lichte centrale doorgaande lijn; je hebt vanuit de lokalen en de overige ruimten een goede blik op de gangen. We zijn nu nog bezig met de inrichting van het buitenterrein, met veel toestellen van hout. Ons doel is om kinderen zoveel mogelijk te laten bewegen. Het mooie is dat de kinderen uit de buurt hier buiten schooltijd ook mogen spelen, omdat er te weinig speelgelegenheid in de wijk is.”
Kijk voor meer informatie op www.dezwartehond.nl
Nieuwe KC Op Zee stimuleert creativiteit
‘Ik woon op zee.’ Dat zeggen Noordwijkers die in Noordwijk aan Zee wonen. Kindcentrum Op Zee is daarom de nieuwe naam voor de fusie van basisscholen Wakersduin en Zeehonk. Samen met kinderopvang Pinokkio vormt de school een kindcentrum voor onderwijs en opvang van 0-12 jaar
“O
“Dit
is een unieke omgeving waarin we kunnen leren over het duurzaam gebruik van de zee, het strand en de duinen”
ns kindcentrum heet Op Zee en die naam slaat op de historie, de mooie omgeving die we in ons onderwijs betrekken en de zee als metafoor voor onze onderwijsvisie”, vertelt directeur Marianka Guijt. Schooldomein sprak verder ook met architect Ronald de Rooij van Topos. Marianka verder: “KC Op Zee is ontstaan uit de fusie tussen ‘cultuurschool’ Zeehonk en ‘leesschool’ Wakersduin, samen met een BSO en kinderopvang. Het is een plek voor leren, spelen en samenwerken. Naast basiskennis, vinden we het belangrijk
dat kinderen de wereld dichtbij en verder weg ontdekken. Dit is een unieke omgeving waarin we kunnen leren over het duurzaam gebruik van de zee, het strand en de duinen. Het gebouw is neergezet voor ongeveer 300 kinderen; we werken met homogene groepen in elf klassen, waarbij elke bouw een ruim leerplein heeft. De kinderen ervaren veel vrijheid en werken na instructie graag op de gang in groepjes. Mooi is ook dat de kinderen van de bovenbouw via een eigen buitentrap naar hun klas kunnen lopen. Dat maakt dat het binnen altijd rustig en georganiseerd is.”
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw KC Op Zee Opdrachtgever
Sophia Scholen i.s.m. de gemeente Noordwijk Architect
Topos (Jasper de Wert en Ronald de Rooij)
Aannemer
R.A. Van Leeuwen Alphen aan de Rijn
Volume
2.300 m2
Ingebruikname
Oktober 2023
EDUCATIEVE WAARDE
“Rust, licht en ruimte vormen de basis voor het gebouw”, vervolgt Marianka; daarbij willen we buiten naar binnen halen en andersom. Kinderen leren niet alleen uit boeken, maar ook van wat ze zien en ervaren in hun omgeving. Dat kon niet in het oude gebouw, maar hier wel met de groene daktuin en het mooie plein. De daktuin wordt een werkplek, waar kinderen in de moestuin hun eigen groenten kunnen verbouwen. Op het dak zien ze straks ook hoe zonnepanelen werken. Kinderen zijn zich dan bewust van het feit dat een deel van de stroom die de school gebruikt, wordt opgewekt vanuit diezelfde zonnepanelen. Ook het natuurinclusieve ontwerp ondersteunt deze visie, met insectenhotels en zwaluwkasten in de gevel. In het gebouw zijn veel materialen hergebruikt, zoals resthout in de kozijnen en de oude dakbalken boven de vide en de keuken. Het collectieve geheugen is ook een vorm van duurzaamheid; de ouders herkenden het gelijk.”
HARMONIEUS GEHEEL
Topos ontwierp het nieuwe kindcentrum. Ronald legt uit: “Door dezelfde materialen en hoofdvormen te gebruiken zijn beide organisaties van buiten duidelijk los van elkaar te herkennen en vormen ze tegelijkertijd één harmonieus geheel. Toch zijn er herkenbare
verschillen in maatvoering en details en het was een uitdaging om de identiteit van beide scholen en de opvang te laten terugkomen in het nieuwe gebouw. Op deze plek wilden we een eigentijds ontwerp maken met herkenbare materialen. Als je naar de kust gaat voel je de sfeer veranderen; de wind, de lucht, de kleur en de beplanting. Dat wilden we vatten in dit gebouw, naast dat het een compact en efficiënt ontwerp moest zijn. Het is een zacht gebouw geworden, als een door het zand afgeschuurde monoliet, met afgeronde hoeken. Het prefab beton heeft een gele kleur, passend bij het metselwerk en passend in het duinlandschap. Er is gekozen voor veel natuurlijke materialen, zoals hout en bamboe.”
MULTIFUNCTIONEEL GEBRUIK
Er zijn twee verdiepingen en het ontwerp laat ruimte voor toekomstige ontwikkelingen, zoals een gymzaal. Marianka: “In de centrale ruimte ligt een trap die zowel een tribune als een bibliotheek vormt. In de wanden van de tribune vind je boekenkasten met daaromheen intieme hoekjes waar kinderen kunnen lezen. Op de begane grond ligt een multifunctioneel deel dat overdag als teamkamer of extra klaslokaal wordt gebruikt. We wilden een gebouw dat uitnodigend is voor de hele wijk. In de avond en weekenden kan deze ruimte worden afgesloten en door de buurt worden gebruikt. De gemeente heeft deze ruimte apart bekostigd.”
SLIM POSITIONEREN
Een belangrijk onderdeel van het programma van eisen is de onderlinge relatie tussen de verschillende ruimtes. Ronald: “Voor scholen zijn in Nederland relatief weinig vierkante meters per kind beschikbaar. Door de ruimtes slim te positioneren, ontstonden korte looplijnen, met als gevolg dat er meer onderwijsmeters zijn. Het speellokaal is tussen het kinderdagverblijf en de onderbouw van de school gepositioneerd, waardoor beiden de ruimte makkelijk kunnen gebruiken. Bij veel scholen liggen de klaslokalen aan de kant van het schoolplein. Hier is dat niet zo gedaan. Het geluid van spelende kinderen op het plein kan afleiden. Bovendien is er met dit ontwerp minder bezonning in de lokalen. In ons ontwerp laten we het daglicht via lichtplanken bij de raampartijen doordringen tot ver in het gebouw en werken we met automatisch gestuurde geïntegreerde zonweringen. Door een goede verdeling van glasvlakken en dichte vlakken is overal voldoende daglicht aanwezig en voorkomen we (plaatselijke) oververhitting. Het gebouw is duurzaam, met zonnepanelen, een warmtepomp en opvang van regenwater. En het schoolplein past met zijn natuurlijke vormen en beplanting in het zee- en duingebied waar de school staat.”
Kijk voor meer informatie op www.topos.nl
Academie Tien als ideale gemeenschap
Het nieuwe Academie Tien is een Topsport Talentschool voor mavo-, havo- en vwo-leerlingen van 10 tot 18 jaar. Het heeft een NOC*NSF sporthal en op het dak van de sporthal een groot openbaar plein met veel groen, mooie zitjes, een kas en een hardloopbaan als publieke ruimte.
Drees & Sommer wist dit complexe project in goede banen te leiden.
Met 1.800 leerlingen is het één van de grotere scholen van Utrecht. Schooldomein sprak met de rector Albert Wijnsma, senior construction manager Marcel van Erven van Drees & Sommer en projectmanager Jaap Vos van de gemeente Utrecht. Albert: “Een school moet
over het creëren van de ideale samenleving gaan en die mocht ik mee vormgeven. Waar kun je in een complexe omgeving jouw visie in een nieuw schoolgebouw vertalen? Academie Tien is de school voor menswetenschappen. Ik wilde geen school bouwen, maar een mooi gebouw hebben met aandacht voor de details; dus mooie zware deuren en fijne plekken om te leren. Ik geloof dat een gebouw en de inrichting jouw visie moeten ondersteunen en dat je daarin radicale keuzen moet durven maken.”
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID
Albert verder: “Academie Tien is een school waar we eigen verantwoordelijkheid belangrijk vinden. De school is opgedeeld in acht thuisunits; een kleinschalig en huiselijk leergebied voor een groep van 180 leerlingen. Alles begint in de klas, dan het leerplein binnen jouw unitgemeenschap. Kun je de verantwoordelijkheid aan dan mag je met toestemming van jouw leerplein coördinator op de balkons zelfstandig werken. Dan mag je in het publieke domein voorbeeldgedrag aan andere kinderen laten zien, zonder dat je het expliciet maakt. Burgerschapsvorming is belangrijk en dat betekent dat je leert wat je eigen verantwoordelijkheid is en keuzen durft te maken. Zo is dit een mobielvrije school en langzamerhand begint iedereen er aan te wennen, dus ook de ouders. Gewenst gedrag moet je inoefenen. Zo denk ik ook dat we langzamerhand afscheid gaan nemen van laptops. Veel collega’s gaan weer over op boeken.”
Tekst Sibo Arbeek Fotografie © de Architecten Cie - Ernst van RaaphorstPROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Academie Tien Utrecht Opdrachtgever
Gemeente Utrecht
Projectmanagement
(directievoering en toezicht)
Drees & Sommer
Architect
Wiersema architecten i.s.m. de Architecten Cie. Aannemer
WAM&VanDuren Bouwgroep Installatieadviseur
Galjema B.V. Technisch Adviesbureau
Volume
14.500 m²
Ingebruikname
December 2023
INLEVINGSVERMOGEN
Marcel: “Wij waren verantwoordelijk voor de ondersteuning van het projectmanagement, waaronder de directievoering en het toezicht. Voor de school en de sporthal waren er twee aparte gemeentelijke projectleiders. Dat vroeg om behoorlijk wat inlevingsvermogen in de ambtelijke organisatie en veel afstemming tussen en met het ontwerpteam, de opdrachtgever en aannemer. De visie die Albert uitdraagt vraagt om een 100% adaptief gebouw met ruimte voor eigen keuzen. Dit gebouw is een casco met een kolommenstructuur. Je kunt het in de tijd makkelijk aanpassen, waardoor het actueel blijft. Het is mooi om te zien hoe goed de visie in het gebouw is vertaald.” Jaap knikt: “Heel simpel; er ligt een ontwerp en er is een budget en dat moet je op elkaar afstemmen. Vervolgens moet je zorgen dat iedereen naar elkaar luistert en elkaar wat gunt. Daar zit ook weer een team van gebruikers achter. Bedenk ook dat elke tijd zijn eigen bouw verdient. Hier hadden we de tijd mee en heeft de architect veel vrijheid gehad om een mooi ontwerp te maken.” Marcel knikt: “Wat hielp was dat de gemeentelijke vastgoedorganisatie ons in het ontwerpproject veel vrijheid gaf. Vervolgens moesten we natuurlijk wel de kaders goed bewaken. Het is vooral een erg comfortabel gebouw geworden met een geweldige ruimtelijke beleving met de mooie trappen die de verschillende niveaus verbinden.”
HARD OP DE INHOUD, ZACHT OP DE RELATIES
Albert reageert: “Marcel en Jaap onderschatten hoe belangrijk een goede begeleiding tijdens zo’n integraal proces is. De beide architecten, aannemer en gemeente Utrecht zaten niet altijd op dezelfde lijn. Dan is het knap in zo’n omgeving stoutmoedige keuzen te durven maken.” Jaap knikt: “Je hebt in elk bouwproces lastige momenten. De kunst is die momenten even naar achteren te schuiven. Uiteindelijk kost elke bouwtijdverlenging geld en het
wordt niet goedkoper wanneer er door conflicten vertraging ontstaat.” Marcel vult aan: “Belangrijk is dat je in zo’n proces goed gedocumenteerd bent, zodat je achteraf op een rustig moment kunt herleiden waar ieders verantwoordelijkheid lag. Uiteindelijk is het gelukt omdat we hard op de inhoud waren en zacht op de menselijke relaties.”
DE EERSTE ZOEN DELEN
Overdag gebruiken de leerlingen van Academie Tien de hal voor hun gymlessen. De sporthal heeft een eigen toegang via het centrale plein. Op het dak van de sporthal ligt een groot openbaar plein met veel groen, mooie zitjes, een kas en een hardloopbaan. Het plein is beschikbaar voor de hele buurt. Albert: “We hebben bewust gekozen voor een publiek dak. Er gaat hier ’s avonds niet een groot hek dicht. Jongens en meisjes moeten op de trappen verliefd kunnen worden en hun eerste zoen delen, zodat ze later met veel plezier aan hun school terugdenken. De gemeente moet hier en daar nog wel even een zetje geven, maar dat dak wordt echt een publiekstrekker. We willen ook een gezonde en vitale school zijn. Ik zie dat steeds meer kinderen met de fiets naar school komen. Ik zie nu al een hele mooie leefgemeenschap ontstaan.”
Kijk voor meer informatie op www.dreso.nl
Beide scholen zijn ontworpen in lijn met de eigen onderwijsvisie, voorzien van klaslokalen en werkplekken die perfect aansluiten bij hun specifieke lesmethoden. Het schoolgebouw sluit naadloos aan bij de wijk, wat bijdraagt aan de leefbaarheid en het groene karakter van de omgeving in stand houdt.
NIEUWBOUW DE PARKSCHOOL EN IBN-I SINA
Twee scholen in één nieuw gebouw
In de wijk Presikhaaf in Arnhem is een innovatief kindcentrum gerealiseerd, dat openbare basisschool De Parkschool en islamitische basisschool Ibn-i Sina huisvest. Dit project is onderdeel van het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs 2017-2026 van de gemeente Arnhem. Het gebouw brengt niet alleen twee scholen samen, maar ook twee schoolbesturen: Flores Onderwijs en Simon Scholen.
Binnen het IHP is een duidelijk doel afgesproken: overmaat in schoolgebouwen minimaliseren en zorgen voor optimaal ruimtegebruik in duurzame scholen . Door twee scholen in één gebouw onder te brengen kunnen ruimten onderling
goed benut worden bij krimp of groei. Beide schoolbesturen zagen dit als een duidelijke opgave, maar ook als een uitdaging; hoe pak je zoiets aan met elkaar? Flores Onderwijs en Simon Scholen hebben HEVO in 2020 benaderd met deze vraag.
“Eén gebouw met twee scholen, elk met hun eigen identiteit, maar waar ook voldoende ruimte is om de samenwerking op te zoeken en deze in de toekomst verder vorm te geven”
HOE GAAN WE SAMENWERKEN?
De locatie was al bekend, naast de bestaande Parkschool, op een schitterende groene plek midden in een woonwijk. Voor ruim 500 leerlingen moest daar de school van 2.950 m² bvo gebouwd gaan worden.
Met twee onderwijsvisies en de samenwerkingsvisie is er gestart met een BeSeF-traject. In dit traject zijn de onderwerpen beheer, exploitatie, samenwerking, eigendom en financiën uitvoerig aan bod gekomen. Het is van belang om deze onderwerpen al tijdens de initiatieffase met elkaar te bespreken:
• Hoe gaan we samenwerken?
• Wie beheert het gebouw?
• Gaan we ruimten delen?
• Wie wordt eigenaar?
Tijdens werksessies heeft men elkaar goed leren kennen en zijn ervaringen van beide schoolbesturen en HEVO op tafel gekomen en vormden daarmee een goed startpunt voor het opstellen van het Programma van Eisen en het ontwerp.
INDELING SCHOOLGEBOUW
Het gebouw bestaat uit twee duidelijke vleugels en één middenstuk. Centraal in het gebouw bevinden zich de gemeenschappelijke ruimten, zoals het speellokaal, de centrale hal met keuken,
spreekruimten en de bibliotheek. In iedere vleugel is de onderwijsvisie vertaald in een huisvestingsconcept.
De Parkschool heeft als duidelijke visie dat er naast instructielokalen ook ruimte moet zijn voor samenwerken in kleine groepen én om zelfstandig te werken. Het leerplein waar de instructielokalen omheen liggen, leent zich hier perfect voor.
Ibn-i Sina heeft juist de duidelijke keuze gemaakt dat onderwijs plaatsvindt in lokalen en dat deze ook voldoende groot moeten zijn. Daarnaast kunnen leerlingen op de gang zelfstandig werken en is er een gebedsruimte ingepast.
SELECTEREN VAN DE JUISTE SAMENWERKINGSPARTNER
Het was cruciaal om een architect te vinden die de unieke identiteiten van beide scholen begreep en deze kon vertalen. HEVO stelde een procedure voor waarbij vijf architectenbureaus werden geselecteerd uit een longlist. Na presentaties en workshops bleven er twee bureaus over, en unaniem werd gekozen voor architectenbureau LKSVDD.
IDENTITEIT
Voor beide scholen is het uitdragen van de identiteit van belang: “Het mag ook echt zichtbaar zijn dat
“Het gebouw bevordert de synergie tussen de scholen en benadrukt tegelijkertijd hun unieke identiteiten”
we anders zijn.” Het ontwerp benadrukt synergie tussen de scholen, terwijl het ook hun afzonderlijke identiteiten accentueert. Dit is zichtbaar in de gevels, waar lichte overkragingen en aluminium panelen met unieke patronen de entrees markeren. Het interieur weerspiegelt de onderwijsvisies door middel van specifieke keuzes in ruimtegebruik, transparantie en materialen. In De Parkschool zijn parkillustraties en groene elementen zichtbaar, terwijl in Ibn-i Sina herkenbare patronen en structuren te vinden zijn. Een centrale, rustig ogende ontmoetingsruimte en gedeelde faciliteiten ondersteunen de interactie tussen de scholen.
DUURZAAMHEID EN TOEKOMSTBESTENDIGHEID
Een duurzaam gebouw dat minimaal voldoet aan Frisse Scholen klasse B en BENG is het uitgangspunt geweest. Flexibiliteit in het ontwerp maakt aanpassing aan veranderende leerlingenaantallen mogelijk. Het gebouw kent een heldere constructieve structuur en vrije vloervelden. De keuze voor een warmte-koudeopslagsysteem en wadi’s voor waterbeheer benadrukken de ambities. Het gebouw ligt als een paviljoen in het groen en dat is te danken aan de plek en aan het zorgvuldige ontwerp.
SAMEN REALISEREN
Het ontwerp is gerealiseerd in samenwerking met uitvoerende partijen. HEVO heeft het initiatief genomen om de realisatie te starten met een gezamenlijke kick-off om elkaar beter te leren kennen, maar ook om de ontwerpende partijen de kans te geven om gemaakte keuzes toe te lichten aan de bouwkundig aannemer en de installateurs. Dankzij een goede samenwerking is het project binnen de planning gerealiseerd met minder dan 10 opleverpunten. Dit is een prestatie, ondanks de grote prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne die ervoor zorgden dat het project onder druk kwam te staan. Het gebouw is tot stand gekomen door nauwe samenwerking, waarbij betrokkenen regelmatig werden geïnformeerd. De buurt kreeg periodieke updates, leerlingen en docenten van beide scholen konden de voortgang via een webcam volgen, en er was ruimte voor vragen tijdens traditionele vieringen en iedereen kon ter plaatse een kijkje te nemen.
VEILIGHEID TIJDENS DE BOUW
Speciale aandacht werd besteed aan veiligheid en het beperken van overlast tijdens de bouw. Goede communicatie met scholen, ouders en kinderen was essentieel, net als extra maatregelen rondom het halen en brengen van de leerlingen.
STRAK PROCES
Dit project toont aan hoe twee onderwijsinstellingen succesvol zijn geïntegreerd in één duurzaam en toekomstbestendig gebouw, waarin zowel samenwerking als de unieke identiteit van elke school worden gekoesterd. HEVO heeft het project vanaf de initiatieffase tot de aanvang van het ontwerp mogen begeleiden en heeft het projectmanagement vanaf het ontwerp tot en met de oplevering van het gebouw en het terrein (na de sloop van de bestaande school) risicodragend verzorgd. Nu is het tijd voor de leerlingen, ouders en docenten om volop te genieten van het prachtige gebouw in het groen.
INCLUSIEF IHP GEMEENTE DIJK EN WAARD
Vaste koers varen
Het IHP in de gemeente Dijk en Waard is beleidsrijk en kijkt nu al ver vooruit. De gemeente investeert samen met de schoolbesturen in de vorming van kindcentra en verticale samenwerkingsverbanden. En dat allemaal op een inclusieve manier.
Wat zijn de kenmerken van een inclusief IHP? Schooldomein sprak bij het recentelijk opgeleverde project IKC Het Vogelnest in Sint Pancras met de senior beleidsmedewerker onderwijshuisvesting Klaas Jan van Leeuwen van de gemeente Dijk en Waard, zijn collega senior projectleider gebiedsontwikkeling
Jeffrey Onderwater en Maarten Groenen en Leonoor Clemens van ICSadviseurs. Klaas Jan: “In
augustus stop ik met een voldaan gevoel na bijna 23 jaar in de voormalige gemeente Heerhugowaard en nu Dijk en Waard gewerkt te hebben. Mijn laatste grote klus is het Integraal HuisvestingsPlan waar we vanaf augustus 2022 mee bezig zijn geweest. Ik laat een mooi startdocument voor het veld en natuurlijk mijn opvolger achter. In die 23 jaar is er wel wat veranderd; als belangrijkste ontwikkelingen zie ik dat onderwijs niet meer
op zichzelf staat. Je ziet een maatschappelijke verbreding op verschillende terreinen en ook meer verticale samenwerkingsverbanden. Het gaat nu meer om een doorlopende leer- en ontwikkellijn van 0 tot 23 jaar, waarbij je samen met partijen kijkt hoe je dat vormgeeft. Scholen hebben verder echt een actieve rol in de wijk gekregen met alle uitdagingen van dien. Een ontwikkeling begint bij het onderwijs zelf en vervolgens komt de gemeente in beeld, omdat die verantwoordelijk is voor huisvesting en andere domeinen. Een opgave staat niet meer op zichzelf en dan begrijp je dat onderwijshuisvesting per definitie beleidsrijk moet zijn.” Jeffrey vult aan: “Wij zijn al geruime tijd een echte ontwikkelgemeente met bijvoorbeeld in Heerhugowaard de Stad van de Zon, met een enorme duurzame ambitie en de eerste energie neutrale wijk.” Klaas-Jan: “In 2012 waren we al bezig met het project zonnepanelen, toen vooral vanwege de educatieve functie. Duurzaamheid zit in onze genen. Dat betekent ook dat er financieel meer mogelijk is. We hebben altijd een gemeenteraad gehad die onderwijs een warm hart toedroeg.”
UITBREIDINGSOPGAVE
“Opvallend is de beperkte vervangingsopgave en de grote uitbreidingsopgave in de gemeente Dijk en Waard”, stelt Maarten. “In een qua omvang vergelijkbare gemeente als Leiden zie je vooral een vervangingsvraagstuk, met verouderde gebouwen, veel monumenten en te weinig middelen om te verduurzamen. Dat is een totaal andere uitgangspositie.” Klaas Jan knikt: “In een groeigemeente als Dijk en Waard maakt onderwijs logischerwijs onderdeel uit van een gebiedsontwikkeling. Bij veel gemeenten zit onderwijs bij het sociaal domein of is onderdeel van een afdeling vastgoed, waardoor je kansen mist. Hier denk je aan de voorkant als onderwijs mee in de ontwikkeling van een wijk of kern.” Jeffrey vult aan: “Je zit in hetzelfde domein ruimte en dat is zeker in een ontwikkelgemeente zeer wenselijk voor de integrale ontwikkeling in nieuwe en transformatie gebieden. We hebben een team met meerdere interne en externe projectleiders. De projectleiders zijn betrokken bij gebiedsontwikkeling en realisatie van maatschappelijk vastgoedprojecten, waarin beleid en uitvoering nauw met elkaar zijn verweven.”
DUIDELIJKE VISIE
Klaas Jan: “Voor het begeleiden van het IHP hebben we meerdere partijen gevraagd en ICSadviseurs sprong eruit, omdat ze een duidelijke visie op het proces hadden. Leonoor presenteerde een goede opzet met een duidelijke knip in de verschillende
“Wij hebben de raad overtuigd dat bij een groei van de gemeente ook de voorzieningen mee moeten groeien en dat je dat op een ambitieniveau moet regelen”
fasen. Je begint met de inventarisatiefase, waarmee je een beeld krijgt van de capaciteit, kwaliteit, vraag en aanbod en de knelpunten. Vervolgens kijk je welke relevante ontwikkelingen er zijn. De ontwikkelingen in de nieuwe gemeente zijn verwerkt in overzichtelijke factsheets. De schoolbesturen waren in het begin kritisch, maar raakten steeds enthousiaster, omdat ze meegenomen werden in het hele proces, waaronder de visieontwikkeling en het ook hun document werd. De besturen van het primair, voortgezet en speciaal onderwijs zitten ook niet altijd met elkaar voor een gezamenlijk thema aan tafel en konden in dit proces ideeën uitwisselen, bijvoorbeeld over een school van 10-14-jarigen. De gemeenteraad deed in een interactieve sessie ook mee met de visie en ambitie vorming en wat natuurlijk helpt is dat we met John Does een betrokken wethouder hebben met een duidelijke visie op het onderwijs.” Maarten knikt: “Die beleidsrijke overgangen vind ik onderscheidend in dit IHP, waardoor je de doorgaande lijn van 0-23 ook fysiek ondersteunt.” Leonoor vult aan: “Er was ook veel ambitie. Iedereen wist van elkaar wat de belangrijkste knelpunten waren en dat hielp om een gezamenlijke stip aan de horizon te formuleren. Actueel is ook de ontwikkeling van kindcentra en alle besturen staan daar eigenlijk positief in. Behalve een gezamenlijke duurzame ambitie was inclusie ook een belangrijk thema. De zorgcomponent is onderdeel van de ontwikkeling van kindcentra en de gemeente neemt bij elk project extra ruimte mee om dat mogelijk te maken.”
DYNAMISCH DOCUMENT
“Het is niet zo dat het IHP een statisch document is”, legt Klaas Jan uit. “In een groeigemeente als Dijk en Waard moet je jaarlijks blijven toetsen of de ontwikkeling nog actueel is en bijvoorbeeld op de woningontwikkeling aansluit. Een heel gebied van Westpoort tot en met De Frans transformeert momenteel naar een woongebied met een voor onze gemeente aanzienlijke dichtheid. Dat heeft gevolgen voor onderwijshuisvesting en dus moet je een goede indicatie in het IHP meenemen. Bovendien zien we als trend dat ook in andere type woningen, zoals appartementen van 60 m² ook kinderen geboren worden, vanwege het landelijke woningtekort. Dat betekent dat de uitgangspunten veranderen. Je moet dus voortdurend de vinger aan de pols houden en de leerling- en bevolkingsprognoses blijven analyseren. Onze visie op de ontwikkelopgave voor Dijk en Waard hebben we aan de schoolbesturen gepresenteerd. Dan gaat zo’n stadsvisie leven.”
VASTE KOERS
De schoolbesturen hebben de ambitie uitgesproken om in duurzaamheid verder te gaan dan het wettelijk kader, naar ENG (energieneutraal) of zelfs naar 0 op de meter. Het verschil met het wettelijk kader BENG (bijna energieneutraal) wordt door de schoolbesturen bij geplust vanuit de overtuiging dat het in de exploitatie wordt terugverdiend. We denken ook al samen na over de bestaande
voorraad en volgens welke financiële lijn we die gaan verduurzamen. Dat vraagt ook om extra investeringen van de gemeente en schoolbesturen. Wij zetten samen met de schoolbesturen in op de vorming van integrale kindcentra. Dat betekent dat wij als gemeente de financiering verzorgen voor de meters maatschappelijk vastgoed en later kijken hoe we dat met het onderwijs en de opvang gaan regelen. We merken bij andere gemeenten dat zo’n benadering bijzonder is. Tijdens een bijeenkomst met Ruimte-OK en de PO-Raad werd ons IHP aangehaald als een goed voorbeeld, omdat het zo beleidsrijk is en alle partners dezelfde ambitie delen.”
“Dat is bijzonder”, vult Maarten aan, “vaak zien we dat onderwijshuisvesting lokaal politiek gekleurd is. Dan hangt het af van een college of de raad hoe de wind waait. Hier varen jullie al jaren dezelfde koers.”
Klaas Jan: “Daarom is het belangrijk dat je de raad meeneemt in het proces van een IHP. Wij hebben de raad overtuigd dat bij een groei van de gemeente ook de voorzieningen mee moeten groeien en dat je daar je ambitieniveau in moet meenemen. Dat is vertaald naar een uitvoeringsprogramma, waarbij we tot 2027 65 miljoen euro gereserveerd hebben voor uitbreiding, maar ook vervanging. En dat is inclusief KDV, inclusie en verduurzaming. Je wenst gemeenten toe dat ze op die manier omgaan met onderwijshuisvesting.”
Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl
SPECTACULAIR BOUW- EN RENOVATIEPROCES NIEUWE BIBLIOTHEEK UVA
Lees maar, er staat niet wat er staat
In de gebouwen van het voormalige Binnengasthuis op het Binnengasthuisterrein in het Universiteitskwartier in Amsterdam komt de nieuwe Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Verslag van een spectaculaire restauratie van een monumentaal pand en het ontwerp van een bijzondere lettergevel aan de nieuwbouwzijde.
“H
et Binnengasthuisterrein kent een lange historie van uiteenlopende functies”, vertelt Eric Slotboom, projectmanager Universiteitsbibliotheek namens de afdeling Huisvestingsontwikkeling bij de UvA.
“De geschiedenis van dit gebied gaat terug tot de middeleeuwen. Zo kent het een geschiedenis van hoven en kloosters in de 14e en 15e eeuw, gasthuizen in de 16e tot en met de 19e eeuw en het gebied is daarna in gebruik genomen door de UvA en de stad.
In de gebouwen van het voormalige Binnengasthuis, te weten de Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis, komt de nieuwe Universiteitsbibliotheek, waar ontmoeting, studeren en interactie centraal gaan staan. De nieuwe bibliotheek wordt het kloppend hart van het Universiteitskwartier. Op deze historische plek in het hart van het centrum komen 1.000 studieplekken, kantoorruimte voor ongeveer 125 medewerkers, een café, atrium, dakterras en verschillende onderwijszalen en biedt ruimte aan 7 kilometer aan boeken. Onder het gebouw komt een fietsenkelder, omdat de gemeente het gebied fiets- en autoluw wil houden.” Schooldomein sprak op locatie verder ook met zijn collega Dennis Coenraad, programmamanager Universiteitskwartier UvA , Irene Zwiep, emeritus hoogleraar aan de Faculteit der Geesteswetenschappen en met adviseur Simone van den Brink. Dennis vult aan: “Het Universiteitskwartier is de geboortegrond van de UvA en tegenwoordig is hier de Faculteit der Geesteswetenschappen gevestigd. We willen de monumentale waarde in ere houden en tegelijkertijd toekomstbestendig maken, waarbij verduurzaming een belangrijke rol speelt. Voor het slagen van deze complexe opgave staan we dan ook in voortdurend contact met de omwonenden, het omliggende bedrijfsleven, de gemeente en de afdeling Monumenten en Archeologie.”
BIJZONDER GEVELBEELD
Het ontwerp van de nieuwe Universiteitsbibliotheek is gemaakt door MVSA Architects en Architectenbureau J. van Stigt. Iconische onderdelen van dit ontwerp zijn het spectaculaire atrium waarmee de gebouwen verbonden worden door middel van een bladervormige glazen overkapping en een nieuwbouwvleugel, waar de panden op de hoek Binnengasthuisstraat en Nieuwe Doelenstraat verbonden worden. Simone werkte destijds in opdracht van de afdeling Huisvestingsontwikkeling
“De nieuwe Universiteitsbibliotheek wordt een inspirerende ontmoetingsplek waar je kunt studeren, onderzoeken en werken”
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwe Universiteitsbibliotheek UvA Opdrachtgever
Universiteit van Amsterdam Architecten
MVSA Architects en Architectenbureau
J. van Stigt
Ingebruikname: 2025
UvA als Ontwerp Coördinator aan fase 3 van het ontwerpproces en was betrokken bij de aanbesteding van de uitvoerende partijen: “Ik mocht ook adviseren over het gevelscherm van het nieuwbouwdeel en begeleidde het proces voor de tekst op het gevelscherm.” Dat scherm bestaat uit 3D-letters, uitgevoerd in kunststof met een bronzen coating.
Irene Zwiep, Hoogleraar Hebreeuwse, Aramese en Syrische talen aan de UvA, vertelt over het bijzondere gevelbeeld: “We kwamen er al snel uit dat het iets met woorden moest zijn. Het moest een tijdloos en internationaal aansprekend beeld geven, dat toekomstige bezoekers over vijftig jaar nog aanspreekt. Daarnaast moest de uitwerking met Nederland en uiteraard met de faculteit verbonden zijn. De bekende dichter Martinus Nijhoff schreef het verhalend gedicht Awater, met daarin het adagium: “Lees maar, er staat niet wat er staat”. Die zin hebben we als vertrekpunt gekozen en is vertaald in 24 verschillende talen, waarin de UvA doceert en kent daarmee zes verschillende alfabetten.”
TECHNISCHE UITDAGINGEN
Onder het monumentale gebouw is een kelderbak aangebracht, waar naast een expeditieruimte, het uitleencentrum van de bibliotheek, een studiezaal en studieplekken voor studenten ook nog ruim 900 fietsen geparkeerd kunnen worden. Eric: “De transformatie van de oude negentiende-eeuwse gebouwen gaat gepaard met grote technische uitdagingen. De kelder ligt vier meter onder het straatniveau, maar we konden niet zomaar beginnen met graven. Dat zou schade aan de gebouwen opleveren. Daarom is er een ingenieuze methode toegepast om het rijksmonument eerst te stabiliseren en op nieuwe palen te zetten. Het gebouw stond nog op een houten fundering van 1.400 houten
heipalen, maar de nieuwe constructie bestaat uit 650 nieuwe geboorde palen. Die gaan tot 23 meter diep de grond in. Op die nieuwe palen zijn zogenaamde jukken geplaatst, waardoor we het gebouw konden optillen. Op de plek van de kelder zijn oude funderingsmuren deels weggehaald. Niet helemaal, want anders zou de nieuwe fundering instabiel kunnen worden. Je moet je voorstellen dat je een stapel boeken laat steunen op een pak mikadostokjes die je rechtop neerzet, zonder dat de hele constructie omvalt.”
INSPIRERENDE ONTMOETINGSPLEK
Eric verder: “Onderweg kwamen we de oude funderingen van de kloosters tegen, die hier vanaf de middeleeuwen hebben gestaan, maar ook veel skeletten van mensen die ooit in het ziekenhuis zijn overleden en hier begraven lagen. We hebben ruim 140.000 stenen uitgezocht die bij de restauratie passen en het gebouw krijgt de oorspronkelijke kleuren terug. In de laatste bouwfase is een duurzame en innovatieve manier van transport geïntroduceerd. Vrijwel al het bouwmateriaal werd tot het eind van het project in 2023 aangevoerd over water. Zowel voor de UvA als voor de gemeente Amsterdam was dit een innovatie in bouwtransport.” Simone tenslotte: “Het is geweldig dat de UvA deze monumentale gebouwen weer in de oude glorie heeft hersteld. De nieuwe Universiteitsbibliotheek wordt een inspirerende ontmoetingsplek waar je kunt studeren, onderzoeken en werken.”
Bezoek voor meer informatie over dit project de projectpagina van de UvA via campus.uva.nl/universiteitskwartier/de-nieuwe-ub
De Trias Congestica van RYSE
Het Paris Proof Commitment en de daarmee verbonden duurzaamheidsambities leggen de basis voor een elektrische revolutie. De verschuiving naar elektrificatie is cruciaal voor het behalen van wereldwijde klimaatdoelen, maar het brengt ook complicaties met zich mee, waaronder netcongestie.
B“Circa 16% van de bestaande energievraag in Nederland is elektrisch; dat aandeel gaat in de nabije toekomst flink stijgen”
ij de onderwijsprojecten die RYSE begeleidt, staat dit onderwerp inmiddels hoog op de ontwerpagenda Netcongestie betekent letterlijk ‘een ophoping of verstopping in het netwerk’. Er is sprake van netcongestie als de vraag naar transport van elektriciteit groter is dan de transportcapaciteit van het elektranet. De opwekking is het probleem niet, het is dus een distributievraagstuk. Circa 16% van de bestaande energievraag in Nederland is elektrisch. Dat aandeel gaat in de nabije toekomst flink stijgen. Denk hierbij aan een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging. Dit komt voornamelijk door het elektrificeren van de warmtevraag (gasloos bouwen), de industrie en de vervoersmiddelen.
‘KRITIEKE SITUATIE’
De snel toenemende elektrificatie van de samenleving – steeds meer warmtepompen, PV-panelen, elektrische auto’s, batterijen en elektrische processen in de industrie – leidt volgens de netbeheerder tot lange wachttijden voor een aansluiting of verhoging van de capaciteit van een aansluiting. Bij het vernieuwen en het verduurzamen van onderwijshuisvesting loop je bij de netbeheerder als snel tegen blokkades aan. Teruglevering van elektriciteit is vaak niet mogelijk en een vergrote aansluiting kan vaak niet door de netbeheerder worden vrijgegeven. Hoe houden we toch de regie en zorgen we ervoor dat het vernieuwen en verduurzamen van onderwijsgebouwen niet vertraagt? Wij sturen op de ‘Trias Congestica’.
DE TRIAS CONGESTICA VAN RYSE
Vergelijkbaar met het principe van de Trias Energetica hanteren wij de Trias Congestica, waarbij we op basis van drie draaiknoppen sturen op het realiseerbaar houden van onze projecten:
1. Beperk de energievraag
2. Minimaliseer de energiepieken
3. Deel de energie
1. Een slim ontwerp De energievraag van een onderwijsgebouw komt grotendeels voort uit de ventilatie, verwarming en koeling van het gebouw. Wij sturen op een zo laag mogelijke energievraag, door bijvoorbeeld: parametrisch ontwerpen, waarbij met ontwerpsimulaties de beste oriëntatie van het gebouw, positie van functies en doeltreffende zonwering door gevelvorm wordt bepaald:
Goede isolatie van de vloeren, gevels en daken van een onderwijsgebouw vormen de belangrijkste energiebesparing. Isolatiewaarden boven bouwbesluit en een kierdichting <0,15;
Het toepassen van bodemwarmtepompen in plaats van luchtwarmtepompen in verband met het beperken van energiepieken in de winter;
Luchtbehandelingskasten met zeer efficiënte tegenstroomwisselaars;
Het schakelen van LED-verlichting op aanwezigheid en daglichtregeling, evenals naregeling van ventilatie, verwarming en koeling op aanwezigheid;
Het gebruik maken van natuurlijke materialen en bouwkundige voorzieningen treffen om ongewenste warmte en kou buiten te houden.
De uitdaging rondom netcongestie vraagt ook om anders te gaan denken. Zo heeft RYSE het projectmanagement uitgevoerd voor de nieuwbouw van het Langeveldgebouw voor Erasmus Universiteit Rotterdam. In dit gebouw is volledig ingezet op stap 1 van de Trias Congestica door het zogenoemde Earth, Wind & Fire (EWF) concept toe te passen. Scan de QRcode om meer te lezen over dit bijzondere concept.
2. Minimaliseer energiepieken
Bij meerdere onderwijsprojecten waar RYSE aan werkt, wordt slimme regeltechniek toegepast waarbij de gebouwinstallaties continu in de gaten worden gehouden. Wanneer de kWh-meters signaleren dat de maximale belasting van de aansluiting in zicht komt, wordt er een schakelmatrix in werking gesteld. De matrix wordt geprogrammeerd in de regeltechnische software, en bepaalt welke apparaten op basis van prioriteit in welke volgorde worden afgeschakeld, totdat er geen sprake meer is van piekbelasting. Als het je lukt om die piek zelf op te vangen, ook wel Peak Shaving genoemd, kun je met een kleinere aansluitcapaciteit voldoen en ben je substantieel minder afhankelijk van netcongestie.
Hoe gaat het opvangen van de piek in zijn werk?
Door op een duurzame manier energie op te wekken en daar energieopslag aan te koppelen, heb je voldoende stroom om de piekmomenten op te vangen. Het opwekken van duurzame energie is niet iets nieuws. Echter, het opslaan van die energie is belangrijker geworden door netcongestie en zal dus
ook meer aandacht moeten krijgen in de toekomst. Het niet opslaan van duurzame energie is feitelijk ook een negatieve bijdrager aan de netcongestie. Als de energie niet opgeslagen wordt, dan wordt deze energie teruggeleverd aan het elektranet. Het verouderde elektranet is hier niet op ingericht en dit zorgt dus voor een (extra) overbelasting.
Het extra investeren in de opslag van energie zorgt voor minder overbelasting van het elektranet, waardoor, als iedereen mee doet, de netcongestie afneemt. Daarnaast kunnen de piekbelastingen worden opgevangen door middel van de inzet van de opgeslagen energie op de momenten dat het elektranet hoog belast is. Er zijn verschillende methodes om de energie op te slaan. De meest bekende manier is door middel van een batterij. Deze manier van energieopslag zorgt voor weinig verlies van energie, echter het is niet geschikt voor het opslaan van veel energie voor lange tijd.
3. Deel de energie
Een onderwijsgebouw dat goed gebruik maakt van energieopslag is een ideale partner voor een woonwijk. In een woonwijk zitten de energiepieken in de ochtend en de avond. Op momenten buiten de school- en kantoortijden. Een school heeft geen hoge piek, maar uitsluitend overdag een doorlopende vraag, wanneer de woningen een mindere vraag hebben. Een school heeft een groot dakvlak en speelplein waar genoeg ruimte is om duurzame energie op te wekken. De netcongestie is iets wat niet op korte termijn is opgelost. We moeten dit probleem met elkaar aanpakken en dat kan alleen als we met elkaar samenwerken. We zien grote kansen op gebiedsniveau. Denk hierbij ook aan Smart Energy Hubs. Het vraagt om omdenken en de Trias Congestica geeft hier een eerste handvat toe.
Wilt u meer over dit onderwerp weten, neem dan contact op met Guido Croon, Danny Bosman of Dennis Tonningen via info@ryse.nl of kijk op www.ryse.nl.
“Wat de metro is voor het openbaar vervoerssysteem, is een Smart Energy Hub voor het energiesysteem: een aanvulling op de hoofdinfrastructuur, die regionale vraag en aanbod verbindt en een infarct voorkomt.”
NIEUWBOUW BREDE SCHOOL ZILVERACKERS
Een gebouw voor nu en later
De nieuwe wijk Huysackers in Veldhoven-West kent een bijzondere brede school: Zilverackers, met twee scholen, kinderopvang en een gymzaal. Het uitgangspunt is dat er voor ouders wat te kiezen moet zijn. De bijzondere vorm doet denken aan een klooster.
Brede school Zilverackers biedt plek aan twee basisscholen, kinderopvang, de BSO en een sportzaal, die ook toegankelijk is voor de wijk. Bijzonder is ook dat het een flexibel gebouw is met toekomstwaarde in de nieuwe wijk. De verdieping van de tweelaagse brede school is zo voorbereid dat er in de toekomst twaalf (school-) appartementen gerealiseerd kunnen worden, afhankelijk van groei of krimp van het aantal leerlingen. Wethouder Thomas van Broekhoven: “We verwachten op de langere termijn dat er 415 leerlingen uit het gebied naar Zilverackers gaan. Mede door de prachtig aangelegde buitenomgeving is deze brede school echt het centrum van de nieuwe wijk.” Schooldomein sprak verder met directeur Nikki de Jong van de Brembocht, locatieleider Sanne Roumen van Dick Bruna, directeur kinderopvang Veronique Lommers van Nummereen, architect Jaap van Es van Van den Berg Architecten en directeur Geron Verdellen van SMT Bouw & Vastgoed.
IETS TE KIEZEN
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw brede school Zilverackers Opdrachtgever
Gemeente Veldhoven
D&B aannemer
SMT Bouw & Vastgoed
Architect
Van den Berg Architecten
Projectmanagement en directievoering Complan Advies & Management
Ingenieurs
DWA
Nikki: “De gemeente vroeg of wij als besturen geïnteresseerd waren om hier onderwijs aan te bieden en dat wilden we graag. We hebben samen met de gemeente en besturen gekozen voor de opzet van een brede school, omdat er voor ouders iets te kiezen moet zijn. De Brembocht en Dick Bruna
hebben beiden een totaal ander onderwijsconcept, dus zijn eigenlijk geen concurrenten van elkaar. De Brembocht werkt met het jaarklassensysteem. De lokalen en leerpleinen zijn ingericht passend bij de ontwikkelingsfase van de leerlingen. We beginnen met instructie in de klas en daarna kunnen kinderen de stof verwerken in het lokaal of op het leerplein. De zelfstandigheid groeit naarmate de kinderen ouder worden.” Sanne reageert: “Dick Bruna gaat juist uit van een natuurlijke manier van leren, waarbij we kijken waar het kind aan toe is. Dat betekent dat de leerroute heterogener is, omdat we niet vanuit het jaarklassensysteem werken. Zo hebben wij een speel-, ontdek- en werkakker, waarbij leerlingen op
“Het voelt vrij, omdat we duidelijke kaders en afspraken hebben. Je komt elkaar alleen maar tegen als je dat wilt”
hun eigen tijd oogsten. Die mentale ontschotting zie je dus ook terug in de inrichting, waarbij we vooral veel ruimte bieden. Onze tribune is bijvoorbeeld opgebouwd als een blokkendoos en we hebben nisjes in de boekenkast, waar kinderen fijn kunnen lezen.
Bij ons vind je geen gangen of leerpleinen en ook geen afgescheiden personeelskamer.”
BRABANTS METSELWERK
Jaap legt uit: “De school is geïnspireerd op de typologie van het klooster, in stijl van de Bossche school. Vroeger werd in kloosters ook les gegeven. Het gebouw heeft Brabants metselwerk dat met zonnig weer wittig lijkt en met donker weer juist meer bruinig is; door de lichtinval verandert het uiterlijk. Aan de landelijke kant ligt het sportgebouw. De begane grond heeft een heldere plattegrond, waarbij de beide scholen aan de opvang grenzen, maar niet aan elkaar. Dat komt door de kloostertuin in het midden, waaromheen de functies gegroepeerd zijn. De buitenruimte is er voor de scholen en de kinderopvang, maar na schooltijd ook voor de buurt, die gebruik kan maken van de speelvoorzieningen rondom.”
WENDBAAR GEBOUW
“Het voelt vrij, omdat we duidelijke kaders en afspraken hebben”, legt Nikki uit. “Je komt elkaar alleen maar tegen als je dat wilt; zo zijn de buitenruimtes aan de verschillende kanten gelegd.” Veronique vult aan: “De kinderen van de BSO spelen wel op hetzelfde plein. De lijntjes zijn kort; wij hebben goed contact met de beide scholen.” Nikki: “Daarom hebben we de tweede verdieping samen ontworpen en ingericht, zodat we makkelijk op groei of krimp kunnen reageren. Op de begane grond is de eigenheid van elke deelnemer juist zichtbaar. Alle looplijnen en trappen zijn zo bedacht dat het gebouw op veranderingen kan anticiperen. De wendbaarheid van het gebouw is groot.”
TOEKOMSTWAARDE
Het was een mooie uitdagende Design & Build opdracht voor SMT Bouw & Vastgoed. Geron legt uit: “We hebben samen met het ontwerpteam ingeschreven en deze mooie opdracht gekregen. Met de aanbesteding hielden we er al rekening mee dat we in meer fasen de school kunnen terugbouwen naar woningen. De positie van de scholen is tijdens het ontwerpproces veranderd, om de eigen identiteit van beide scholen ruimtelijk te borgen. Het is een duurzaam gebouw volgens het principe ‘nul op de meter’. Het gebouw wekt evenveel energie op als het verbruikt. Het heeft geen gasaansluiting, maar zonnepanelen en warmtepompen. Helaas is er voorlopig geen stroomaansluiting, vanwege de netcongestie. De komende jaren kan de school door Enexis niet op het stroomnet worden aangesloten. Als tijdelijke noodoplossing is er een stroomvoorziening met een accu en een aggregaat en we zijn al bezig met een meer permanente oplossing.” Jaap tenslotte: “Flexibiliteit is ook een vorm van duurzaamheid. Over 100 jaar moet het nog steeds het centrum van de buurt zijn. Het is een gebouw dat heel lang mee kan, net zoals een echt klooster. Het is een gebouw voor nu en later.”
Kijk voor meer informatie op www.smtbv.nl
VERBINDENDE NIEUWBOUW BUITENSTEBINNEN
Aaibare voorgevel in harmonie met omgeving
De nieuwe basisschool BuitensteBinnen verbindt de Jenaplan onderwijsvisie met een gebouw waarin binnen en buiten op een natuurlijke manier in elkaar overvloeien. En wat een geweldig ingerichte buitenomgeving!
BPROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw BS BuitensteBinnen
Opdrachtgever
Gemeente Son en Breugel en Stichting PlatOO
Architect
Architecten|en|en
Aannemer
Bouwbedrijf Van Stiphout
Projectmanagement
Laride | Hart voor huisvesting
Inrichting buitenterrein
Danny Alards | Tree-d Boomverzorging
Ingebruikname
Februari 2024
S BuitensteBinnen is als nieuwe school ontstaan uit de fusieschool De Regenboog en De Krommen Hoek. Sinds februari zijn de 240 kinderen en het team verhuisd naar de nieuwbouw aan de Doormanlaan 1 in Breugel. Daar staat een opvallend gebouw dat prachtig met de natuurlijke omgeving verbonden is. Schooldomein sprak met directeur Sebastian Philippart, Bram Nuijten van Architecten|en|en en Bas Otten van PlatOO. Sebastian: “De naam BuitensteBinnen is niet zomaar gekozen. In het ontwerp van Architecten|en|en zijn buiten en binnen sterk met elkaar verbonden. Wanneer je dit prachtige gebouw tegen het bos ziet staan, met zijn aardse kleuren en natuurlijke materialen, dan begrijp je waarom de school zo heet. Vanuit onze visie moedigen we kinderen aan om de natuurlijke omgeving te verkennen, zowel buiten als binnen. Binnen twee jaar willen we een 100% Jenaplanschool zijn en daar werken we in stappen naar toe. Bij Jenaplan staat de relatie met jezelf en de ander en de wereld om je heen centraal. Daarom organiseren we ons onderwijs zowel binnen als buiten.”
RUST EN RUIMTE
Sebastian vervolgt: “Rust en ruimte zijn belangrijke waarden van Jenaplan en dus ook in het nieuwe gebouw. We hebben voor warme en rustige kleuren gekozen zoals bruin, wit en lichtgroen. Je komt binnen in een grote ruimtelijke aula, waar ook de keuken ligt. De tien groepen zijn rond vier leerpleinen georganiseerd, waar de kinderen kunnen werken. Iedere groep heeft een vaste kringbank. Van daaruit vindt instructie plaats, worden gesprekken met kinderen gevoerd en sluiten we samen de dag af.
Als kinderen vervolgens zelfstandig aan het werk gaan doen ze dat of in het lokaal of aan de binnenpleinen en de balkons en natuurlijk kunnen ze ook buiten leren. De buitenruimte is 100% onderwijsruimte met een moestuin van 150m² en een kas. Op het buitenterrein zijn alle toestellen van hout en liggen in een boomrijke omgeving met wadi’s. We hebben een prachtig houten buitenlokaal en een echte uitkijktoren, waar kinderen met verrekijkers de omgeving kunnen verkennen. De keuken wordt ook gebruikt door de kinderen, waarbij ze ingrediënten uit de moestuin halen en zelf bereiden.”
OPVALLEND UITERLIJK
Bram: “Je ziet een meer gesloten, maar wel aaibaar rieten dak aan de straatzijde, dat doorloopt tot in de gevel. Als je een gesloten voorkant kiest, wordt het materiaal heel belangrijk. Tussen de rieten gevels hebben we voor transparante verbindingselementen gekozen, die de entree markeren en op de kopse kant de hoek extra accent geven. Daarnaast valt er daardoor mooi diffuus licht in het gebouw.
De achterkant heeft een hele andere vorm; daar opent het gebouw zich richting het groen en de natuur. Aan de achterzijde loopt een houten balustrade langs de hele gevel, waarbij twee houten trappen naar beneden leiden. De tien groepen en elke groepsruimte hebben een eigen toegang tot het buitenterras en de uitdagende buitenomgeving. Vanuit de klaslokalen kijken kinderen uit op een groot en groen speelterrein en zie je de Dommelvallei liggen. De toegang wordt daarmee zoveel mogelijk vanaf de buitenzijde geregeld, waarbij ook de garderobekasten op de balkons zijn gesitueerd. Daar kunnen de kinderen hun jassen, tassen en schoenen zetten. Daarmee is de binnenruimte ook een echte onderwijsruimte en hebben we de hoeveelheid loopruimte beperkt kunnen houden. In overleg met de gemeente hebben we het gebouw iets kleiner gemaakt, zodat we meer
“Als kinderen vervolgens zelfstandig aan het werk gaan doen ze dat of in het lokaal of aan de binnenpleinen en de balkons en natuurlijk kunnen ze ook buiten leren”
ruimte voor de balkons hebben, die ook echt als extra onderwijsruimte dienen. Dat de relatie met buiten centraal staat, is altijd al een uitgangspunt geweest en heeft zich verder ontwikkeld in het proces.” Bas vult aan: “Dat moet je durven. Onze bestuurder ging daar gelijk in mee. En Son en Breugel is een fijne gemeente om een school mee te bouwen.”
AUTOLUWE LOCATIE
Bas over de locatie: “Het proces begon al in 2014, toen de ouders van de vorige school graag op deze markante plek de nieuwe fusieschool wilden bouwen. De lokale politiek en het schoolbestuur zijn daar in meegegaan, maar moesten daarvoor wel duidelijke afspraken met de wijk maken. Het betreft een klein wijkje met kleine straatjes en de bewoners waren terecht bang voor te veel overlast. We hebben gekozen voor een autoluw concept, waarbij we ouders en kinderen stimuleren om met de fiets te komen.” Sebastian knikt: “De Doormanlaan wordt omgevormd tot een fietsvriendelijke straat en er komen aan de zijkant parkeerstroken. In de aanpalende Beemdstraat komen er eveneens parkeerstroken. Bovendien heeft de school drie toegangspoorten voor fietsers met stallingen of rekken die ervoor zorgen dat fietsers een veilige en vlotte doorstroom naar het fietsbos en het hertenkamp hebben. Op die manier is er minimale overlast in de wijk en met de prachtige rieten gevel en de semi-openbare ruimte voor de school hebben we de wijk een mooi cadeau gegeven.”
Kijk voor meer informatie op www.architecten-en-en.nl
OBS BUITENSTEBINNEN IN BREUGEL
Maatschappelijk hart door effectief proces
“Wij zien onszelf als verbinder tussen de betrokken partijen. Laride is actief in verschillende markten en dat maakt dat we de taal van de gebruikers spreken en de belangen ten opzichte van elkaar goed kunnen wegen.”
Schooldomein sprak met Anton Wijnhoven en Eduard Smets van het projectmanagementbureau Laride over hun rol bij de realisatie van de nieuwe basisschool BuitensteBinnen.
Eduard: “Het is inderdaad een verbindend gebouw met zicht op de Dommelvallei. De verbinding tussen binnen en buiten staat centraal in het natuurlijk ontwerp dat Architecten|en|en in opdracht van PlatOO heeft gemaakt. Wij werken al langer voor het schoolbestuur PlatOO en zijn verantwoordelijk voor het vastgoedbeheer. We zijn bekend met de werkwijze, waarbij ze graag vanaf de visie samenwerken met de gemeente en de wijk waarin de school komt te staan. Zij zoeken de openbare ruimte op en zoeken naar mogelijkheden om de community te maken.” Anton knikt:
“Datzelfde zie je bij het Mooiste Blauw in Nuenen, waarin we in dezelfde combinatie hebben gewerkt.
Ook daar zie je een geweldige dialoog tussen gebouw en openbare ruimte, vertaald naar een spannende groene buiten leer- en werkomgeving. Bij de nieuwbouw van OBS BuitensteBinnen is de oriëntatie duurzaam gekozen en komt er geen verdere bebouwing. Dat maakt dat het gebouw in zijn omgeving naar de toekomst zijn waarde blijft behouden.”
PARTICIPATIE OP ALLE NIVEAUS
Anton: “De opgaven worden steeds complexer en gebiedsgerichter en dat betekent dat participatie op alle niveaus belangrijk is. Het is onze rol om al die ideeën en belangen bij elkaar te brengen en in een goed huisvestingsconcept en een programma van eisen te vertalen. Daarmee kan de architect aan de slag, om de visie te vertalen naar een goed ontwerp. Daarnaast bewaken we dat er een marktconform gebouw komt dat in de tijd adaptief blijft en niet te uniek is, waardoor het maar tijdelijk kan worden gebruikt. Wij combineren een maatschappelijk hart met zakelijk inzicht. Per fase bouwen we het
“De opgaven worden steeds complexer en gebiedsgerichter en dat betekent dat participatie op alle niveaus belangrijk is”
gestructureerd proces op en laten we zien wat de afwegingen zijn. We werken van grof naar fijn en stapsgewijs, waarbij we iedereen meenemen, ook de omgeving.”
AUTOLUWE ZONE
Eduard vult aan: “Zo hebben we hier ook steeds de wijk uitgenodigd bij informatieavonden en was er een aparte werkgroep rond de verkeersafwikkeling. De wijk wilde graag een autoluwe zone en veel groen en wandelpaden. Dat gecombineerd met een mooi uitzicht op een fraaie gevel en een groen ingerichte openbare buitenruimte waren belangrijke punten. Dat is goed gelukt; ouders en kinderen komen lopend of met de fiets en dat geldt ook voor de medewerkers. Wij bewaken de kaders en dat gaat over meters en geld. Bijzonder is hier ook het pedagogisch concept, waarbij de buitenruimte actief meedoet en de opdrachtgevers daarvoor wat meters hebben opgeofferd. Door de prachtige veranda’s en balkons bij het onderwijs te betrekken zijn er binnen minder gangen nodig en ontstaat meer ruimte voor onderwijs. Bovendien vindt de verkeersafwikkeling via de buitentrappen plaats, waardoor er binnen meer functionele onderwijsmeters zijn. Dat was echt een win-winsituatie.”
Renoveren is
1) Sneller 2) Goedkoper
3) Hygiënisch 4) Milieuvriendelijk
Sneller
Hygiënisch
Milieuvriendelijk
Dit jaar de vloer opknappen?
Behoud de huidige vloer en laat het renoveren met het Bona Resilient Systeem voor eenzelfde look of een totale transformatie in kleur.
: locatie is 50% korter gesloten - dus ruimte weer snel in gebruik.
: 40% goedkoper dan een nieuwe vloer laten leggen. De vloer kan worden hersteld in z'n oude glorie of totaal worden getransformeerd in een nieuwe look.
: de nieuwe coating creëert een monolitisch, naadloos vloeroppervlak dat gedeeltes voor bacteriën en vuil elimineert om zich te verbergen, met als resultaat een meer hygiënische vloer.
: circulaire methode; bestaande vloeren hoeven niet onnodig te worden verwijderd en belanden niet op de stortplaats.
Nog 1 voordeel: het Bona-Periodieke-Vloeronderhoud vervangt volledig de noodzaak om meerdere malen per jaar te strippen en te polymeren: nog een kostenbesparing & ook minder afvalwater in het riool!
Verbinding uitgangspunt op alle niveaus
De Brede School Beesd is een mooi voorbeeld van maatschappelijke en fysieke integratie. Het betreft een transformatie op een centrale locatie in het dorp, waaraan van oudsher meerdere functies liggen. Door een samenhangend en verbindend ontwerp ontstaat de voorwaarde voor een duurzame leer- en ontmoetingsplek voor jong en oud.
“Als we het op een laagdrempelige, informele manier regelen, dan zet je de eerste stap naar zelfredzaamheid”
De nieuwe Brede School Beesd biedt huisvesting aan de protestants-christelijke Lingelaar en de rooms-katholieke Sint Antoniusschool, de bibliotheek Rivierenland en kinderopvang Kaka. De nieuwbouw komt op het terrein van de Lingelaar. Op het terrein van de Antoniusschool, waar de beide scholen nu tijdelijk zitten, komen woningen voor jong en oud. Het mooie houten gebouw van de bibliotheek krijgt een andere bestemming. Verder is het plan om tot 2030 in het dorp 150 woningen te realiseren. Schooldomein sprak met ambtelijk projectleider Peter Brons van de gemeente West Betuwe, architect Jos Hermans van RoosRos architecten, installatieadviseur Rob de Zwart van Galjema en projectmanager Ronald Henzen van bbn adviseurs.
VERBINDEND PROJECT
Peter: “De nieuwe Brede School Beesd is onderdeel van het integraal huisvestingsplan van gemeente West Betuwe. Daarin staat hoe de gemeente de komende jaren de gebouwen van alle basisscholen toekomstbestendig maakt en de leefbaarheid in de kernen wil vergroten. Dit kan door duurzaam
renoveren van panden of in dit geval door circulaire nieuwbouw. De beide scholen in Beesd werkten al samen, maar wilden dat ook graag samen met de bibliotheek en kinderopvang onder één dak doen, ook omdat de eigen gebouwen technisch en functioneel op waren. Beesd kent veel actieve bewoners die via het netwerk ‘Beesd voor elkaar’ hebben meegedacht. Zo wilde het dorp al jaren meer woningen in het centrum. Door de sloop van enkele gebouwen kunnen we dat nu realiseren. Het mooie is dat de nieuwe brede school straks ook fysiek verbonden is met het multifunctioneel centrum Het Klokhuis en de sporthal. Het plein voor het nieuwe gebouw blijft autovrij en de wandel- en fietsroutes blijven intact, zodat ook de speeltuinvereniging goed bereikbaar blijft. De parkeerplekken aan de Jeugdlaan voor het nieuwe complex krijgen een nieuwe plek. De nieuwe kiss en ride zone is er overdag voor de ouders en ’s avonds voor de sporters en bezoekers van Het Klokhuis. Voor de beheerder van Het Klokhuis, Joanne Bredero, is dit ook een mooie kans om een prachtig aanbod voor jong en oud te realiseren. Kortom; een verbindend project, met meerwaarde voor iedereen.”
VERLENGSTUK ONDERWIJS
Jos vertelt: “Verbinding is het centrale thema in dit project. Het plein verbindt de gebruikers en omwonenden en de nieuwe brede school verbindt de gebruikers. Je vindt straks in het gebouw straks geen harde grenzen; de beide scholen hebben een eigen identiteit, maar delen algemene ruimten, waarbij de leerlingen zo de bibliotheek in kunnen lopen als verlengstuk van het onderwijs. Daarnaast maken we een fysieke verbinding met Het Klokhuis en de sporthal. De kinderen gaan rechtsreeks de sporthal in en daarmee wordt het bewegingsonderwijs veel effectiever. In Het Klokhuis worden veel activiteiten georganiseerd, zoals dagbesteding voor mensen van leeftijd en veel culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten. De bezoekers lopen straks naar de
bibliotheek, terwijl de kinderen makkelijk Het Klokhuis binnen kunnen lopen, waardoor jonge en oudere gebruikers met elkaar verbonden zijn. Door het slim inkaderen van buitenruimte maken we een mooie binnentuin, waar bezoekers straks in het zonnetje een boek kunnen lezen.”
HOUTEN KOLOMMENSTRUCTUUR
“De bouw van 150 nieuwe woningen in Beesd is uiteraard van invloed op de ontwikkeling van de brede school. We bouwen nu 12 lokalen, maar houden rekening met een verdere groei naar 15 lokalen; de fundering ligt er al”, vertelt Peter; “de architectuur, constructie en installatietechniek zijn op elkaar afgestemd.” Jos vult aan: “Het is een biobased gebouw met een houten kolommenstructuur, houten verdiepingsvloeren en dak, waarbinnen je makkelijk kunt uitbreiden of loskoppelen. De architectuur met het oplopende dak van de brede school vormt één geheel met het groene daklandschap van Het Klokhuis. Het is ook de archetypische vorm van de boerenschuren in de Betuwe. Voor de kinderen is het herkenbaar qua schaal en vorm. Een bijzonder constructief element
vormen de drie boomstammen als onderdeel van de oplopende glazen gevel die de groei van het kind symboliseren. We hebben de houten draagstructuur in co-creatie ontwikkeld met de constructeur. Het wordt een gebouw met houten verdiepingsvloeren, houten kanaalplaatvloeren, biobased houten tussenwanden, houten dakplaten met vlasvulling en een groen dak. Het nieuwe gebouw is eenvoudig herindeelbaar maar ook losmaakbaar en opnieuw te gebruiken. Het gebouw voorziet straks in eigen energie. En het dak en delen van de gevels zijn voorzien van veel groen voor waterbuffering en tegen hittestress. Ook leuk; de 30x30 tegels gebruikt de gemeente voor een tijdelijke school in Geldermalsen, net als het hekwerk. In het oude gebouw worden ook materialen geoogst die zichtbaar worden in het nieuwe gebouw.” Rob:
“Een duurzaam installatietechnisch ontwerp is een uitdaging. Daarnaast moet het gebouw losmaakbaar en herindeelbaar zijn. Daarin moet je vanaf het eerste moment samenwerken. De kunst in de vormgeving van het houten gebouw is om de installaties zoveel
kinderen
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw Brede School Beesd Opdrachtgever
Gemeente West Betuwe i.s.m. betrokken besturen
Architect RoosRos architecten Huisvestingsadviseur/projectmanager/ directievoering en toezicht bbn adviseurs
Aannemer
P. van Leeuwen Adviseur installaties
Galjema B.V.
Constructeur Van de Laar Adviseur bouwfysica Peutz
mogelijk uit het zicht te laten. We hebben hier gekozen voor een WKO-systeem in combinatie met pv panelen. Verder gaan we een all air systeem toepassen waarbij we regelen op een maximaal CO2 gehalte. Om het gebruik van materialen te minimaliseren en om een hoge mate van flexibiliteit te houden hebben we er voor gekozen om géén vloerverwarming toe te passen. Het klimaatsysteem is uitgelegd op frisse scholen klasse B. Vanwege de netcongestie maken we tijdelijk gebruik van de capaciteit in Het Klokhuis. Ook een mooi voorbeeld van verbinding.”
VISIE OP DUURZAAMHEID
Bbn adviseurs was verantwoordelijk voor het projectmanagement en het huisvestingsadvies. Ronald: “We kunnen onze eigen visie op duurzaamheid goed vertalen in dit proces. We hebben eerst de uitgangspunten vertaald in een programma van eisen. Dat programma was gedurende het proces en nu tijdens de bouw een belangrijk referentiepunt. Belangrijk is dat het ontwerpteam en de gebruikers steeds met elkaar verbonden zijn. Dat betekent dat we nu ook bezig zijn met het opstellen van een beheerplan. Daarnaast is het bouwkostenmanagement erg belangrijk in zo’n circulair proces met een hoge ambitie, waarbij je wel de vinger aan de pols moet houden. Het is geweldig dat die ambities hier overeind blijven, want we maken het regelmatig anders mee.”
Jos bevestigt: “Dat is aan de opdrachtgever en alle
leden van het projectteam te danken. We hebben steeds de balans bewaakt tussen wat we wilden en wat kon. Daar heb je wel een ambitieuze opdrachtgever voor nodig. Iedereen was bezig voor het project en niet voor zichzelf.” Peter: “Als je de norm uitvraagt krijg je ook een normatief proces, als je vanuit het hart samenwerkt, kom je veel verder.”
SAMEN DOEN
“De gemeente West Betuwe kent 26 kernen”, besluit Peter; “wij faciliteren als gemeente, maar de mensen moeten het samen straks doen. Als fruitteelt gemeente in de Betuwe zijn die kernen gewend om het zelf te regelen. Als we het op een laagdrempelige, informele manier regelen zet je de eerste stap naar zelfredzaamheid. Bij het ontwerp van het gebouw waren een gezond klimaat, eigen energieopwekking en herbruikbaarheid van materialen uitgangspunt. We wilden een gebouw met een lage CO2 voetafdruk door het gebruik van biobased materialen en een demontabele constructie van hout. Houtbouw is duurder, maar ambitie mag iets kosten. Dan is het mooi te zien dat de schoolbesturen, die ambitie ook delen en mee willen investeren in duurzaamheid. En dan hebben we ook nog een ambitieuze gemeenteraad, die in dit project kan laten zien hoe belangrijk duurzaamheid is. Niet alleen voor het gebouw, maar ook voor de gemeenschap.”
Kijk voor meer informatie op www.roosros.nl
Ontdekkingstocht langs zes kindcentra
Wij zijn voor een inspiratiereis van ons team en bestuur op zoek naar een diversiteit aan vernieuwende scholen en mogelijke gastsprekers tijdens een symposium. We zien in Schooldomein regelmatig inspirerende projecten langskomen. Kunnen jullie ons helpen?
En dat deed de redactie van Schooldomein natuurlijk graag. De volgende kindcentra werden geselecteerd:
Kindcentrum Rijnvliet in de nieuwe wijk Rijnvliet biedt een doorgaande lijn van 0 tot 13 jaar aan en is bovendien een belangrijke voorziening, waarbij de kinderen, samen met bewoners, zorgen voor de omgeving en het Voedselbos.
OBS Jules Verne in de volkswijk Ondiep heeft een prachtige inrichting met bijzondere leer- en speelpleinen en -hoeken. Het atrium is licht en hoog en verbindt de verdiepingen met elkaar. Het schoolplein is er ook voor de buurt, evenals de mooie gymzaal.
KC Haarzicht in Vleuten biedt samen één plek voor OBS Haarzicht, buitenschoolse opvang en een kinderdagverblijf voor 0-4-jarigen.
Bijzonder aandachtspunt is de inrichting van de buitenomgeving die ook door de kinderen van de nieuwe wijk wordt gebruikt.
Kindcentrum Muiderkring in Muiden staat voor een de brede ontwikkeling van het kind, waarbij ieder kind mag zijn wie het is. Zo ontstaat een bruisende open leeromgeving met bijvoorbeeld een kookstudio, een
techniekwerkplaats en een creatief atelier.
IKC De Vaart in Ter Aar biedt behalve onderwijs en twee kinderopvangorganisaties onderdak aan de bibliotheek, het CJG, een sporthal en een geweldige horeca.
Kindcentrum De Uitdaging Nijmegen wil in een open leeromgeving kinderen zo goed mogelijk voorbereiden op leven en werken in de 21e eeuw. Kinderen hebben naast belangrijke basisvaardigheden als lezen, taal en rekenen ook vaardigheden nodig als creatief denken, samenwerken en mediawijsheid.
GESLAAGDE STUDIEREIS
Schoolleider Alice van Beers: “Dag één stond in het teken van inspiratie, verwondering, bekritisering, maar ook bevestiging. Iedere groep heeft met behulp van een kijkwijzer de parels, maar ook de puzzels proberen te achterhalen binnen de pijlers: onderwijs/ visie, omgeving, gebouw en inrichting. Dag twee bestond uit één schoolbezoek en in de middag een interactief symposium ‘van visie naar passende huisvesting’, met drie verschillende workshops onder leiding van Sibo Arbeek en procesbegeleider Guido van de Weem van ICSadviseurs:
• Workshop 1: Wat willen we achterlaten en behouden van onze bestaande huisvesting?
• Workshop 2: Wat willen we meenemen vanuit de schoolbezoeken?
• Workshop 3: Wat betekenen de visie en de kernwaarden van de Bussel voor de inrichting binnen en buiten?
Kortom; we kijken terug op een waardevolle inspiratiereis. Het beginpunt van de ontwikkeling van ons nieuwe kindcentrum en een bijzonder mooie manier om dit proces samen aan te pakken.”
Kijk voor meer informatie op www.debussel.nl of neem contact op met Guido van de Weem van ICSadviseurs via guido.van.de.weem@icsadviseurs.nl
110 JAAR SPRING ARCHITECTEN
Architectuur voor mensen
Spring architecten bestaat dit jaar 110 jaar. Als één van de oudste architectenbureaus van Nederland heeft het bureau verschillende seizoenen gekend; van de wederopbouwperiode tot de kredietcrisis. Toch is de missie al jarenlang ongewijzigd: Spring, architectuur voor mensen.
Met onze gebouwen geven we een impuls aan de maatschappij. Dit geldt voor alle projecten waar we aan werken en vormt al 110 jaar de rode draad van het bureau. In 1914 werd ons bureau opgericht door Jos de Jonge. Jos en later zijn zoon Leo de Jonge hebben Spring architecten een ongekend portfolio van erfgoed van (sociale) woningbouw en publieke gebouwen nagelaten verspreid door Nederland. In 2024 werken we nog steeds aan complexe bouwopgaven en urgente maatschappelijke vraagstukken. Duurzaam Verbinden speelt onmiskenbaar een grote rol binnen onze projecten en onze werkwijze.
SOCIAAL VERBINDEN
Ontwerpen doe je samen. We zoeken de samenwerking actief op met opdrachtgevers, gebruikers, omwonenden, gemeente, adviseurs en bouwers. We zijn ervan overtuigd dat we juist dan tot het beste gebouw op die plek kunnen komen. Dat participatie nu een prominente rol speelt in de nieuwe omgevingswet juichen wij alleen maar toe. Zo werkt ons bureau al sinds jaar en dag. In Rotterdam zuid werken we aan de vernieuwbouwopgave van het Olympia College. De voormalige LTS Scheepsbouw
uit 1969 is een gemeentelijk monument welke we samen met WDJA duurzaam renoveren tot een hedendaagse school voor praktijkonderwijs. Door een slimme achterzetgevel te plaatsen kunnen we de karakteristieke stalen gevel bewaren én staat het schoolgebouw weer klaar voor de komende 50 jaar. Het resultaat hebben we alleen kunnen bereiken vanwege een intensieve samenwerking met de afdeling monumenten van de Gemeente Rotterdam en de opdrachtgever, SNZ en Stichting BOOR. Samen hebben we de perfecte balans weten te vinden tussen budget, binnenklimaat én de monumentale uitstraling van het schoolgebouw. De nominatie van de vakjury van de Rotterdam Architectuur Prijs 2024 is voor ons een prachtige kers op de taart. Ook met de omgeving gaan we een duurzame verbinding aan. We werken lokaal aan de energietransitie door samen te werken met de coöperatie Zon op Zuid. Zij bouwen
collectieve zonnedaken op gebouwen voor mensen die geen ruimte hebben op hun eigen dak. Op het dak van het Olympia College worden 512 zonnepanelen gelegd waarmee groene stroom voor 84 Rotterdamse huishoudens wordt opgewekt. Zo geeft het de school letterlijk en figuurlijk energie aan de wijk!
VERBINDEN VAN TECHNIEK
We houden ons veel bezig met de vernieuwbouw opgaves van scholen en de transitievraagstukken op het vlak van energie, klimaat en circulariteit. Grote maatschappelijke vraagstukken die wij niet in ons eentje kunnen oplossen. Daarom gaan we graag duurzame verbindingen aan met andere techneuten, adviseurs en concullegae. Samen kunnen we grote(re) stappen zetten. Zo doen we op dit moment samen met OMRT een parametrisch onderzoek naar de ideale verhoudingen van een klaslokaal in relatie tot gevelopeningen, warmte, zoninstraling en de Frisse Scholen eisen. De Frisse Scholen eisen zorgden zo’n 20 jaar geleden voor een nieuwe standaard voor een gezonder en comfortabeler binnenklimaat in onderwijsgebouwen. Met ons parametrisch onderzoek werken we eraan het comfort nóg nauwkeuriger te kunnen bepalen en hierop te kunnen sturen tijdens het ontwerpproces. Met als doel: een optimale leeromgeving met maximaal comfort en welzijn. De resultaten van ons onderzoek
implementeren we direct in ons project voor de Brede School in Veen.
“Toch is de missie al jarenlang ongewijzigd: Spring, architectuur voor mensen ”
Voor de middelbare school het Groen van Prinsterer in Vlaardingen gaan we bedachtzaam om met wat het gemeentelijk monument ons aanreikt. Naast dat we dit gebouw renoveren wordt de school ook met zo’n 2800 m2 BVO uitgebreid en weer geschikt gemaakt voor de komende 40 jaar. Het ontwerpproces zijn we gestart met een ontwerp voor de installatietechniek in plaats van het ontwerpen van de uitbreiding, zodat we borgen dat de techniek het monument eer aan doet. Door een slim installatieconcept laten we de nieuwbouw fungeren als een warme jas voor de oudbouw waardoor het monument in zijn volle glorie zichtbaar blijft. Niet alleen vormt de techniek een verbindend element tussen het monument en functionaliteit, het vormt ook een duurzame verbinding tussen oud en nieuw.
OUD EN NIEUW VERBINDEN
Duurzaam bouwen betekent ook zo min mogelijk nieuw bouwen. Het onderzoeken of het bestaande behouden kan worden vormt het startpunt voor veel van onze projecten om nieuwe ingrepen en toevoegingen met respect voor het bestaande te kunnen realiseren. Het verlengen van de levensduur van een gebouw gaat verder dan alleen de techniek. Ook het behouden en versterken van de schoonheid van bestaande architectuur krijgt onze aandacht. Deze aanpak hebben we onlangs in Nieuwegein toegepast. Leon Sebregts, architectuurhistoricus, heeft voor de basisschool Doorslag Noord in kaart gebracht welke elementen uit de jaren 70 school het behouden waard zijn. Met ons ontwerp worden deze elementen niet alleen behouden maar ook versterkt met behulp van hedendaagse technieken. Zo zijn de bestaande leslokalen van een dusdanig ruimtelijke kwaliteit dat we deze behouden en wordt alle verrommeling, de uitbouwen die in de loop der tijd zijn aangebouwd, gesloopt. Een nieuw, compact hart in Cross-Laminated Timber wordt in de patio van de school toegevoegd. Deze nieuwbouw vormt een duurzame verbinding tussen oud en nieuw.
Kijk voor meer informatie op www.spring-architecten.nl
Hoe verantwoord je kosten?
Een taai maar niet minder belangrijk onderwerp: de verwerking van onderhoudskosten in de jaarrekening van onderwijsinstellingen. Moet je een voorziening nemen of juist activeren en afschrijven?
Bij het opstellen van jaarrekeningen voor onderwijsinstellingen is de verwerking van onderhoudskosten een belangrijk vraagstuk. Hoe moeten de kosten voor het onderhoud van schoolgebouwen worden verantwoord? Er zijn twee hoofdopties: het vormen van een voorziening voor groot onderhoud of activeren en afschrijven volgens de componentenmethode. Laten we deze keuzemogelijkheden nader bekijken.
VOORZIENING GROOT ONDERHOUD
Bij deze aanpak wordt er jaarlijks een bedrag gereserveerd voor toekomstig groot onderhoud. Dit bedrag wordt opgenomen in een specifieke voorziening op de balans. De voorziening wordt per component opgebouwd, bijvoorbeeld voor het dak, de verwarming of elektrische installatie. Het doel is om tijdsevenredig te sparen voor de verwachte onderhoudskosten. De voordelen zijn stabiliteit, omdat de jaarlijkse lasten gelijkmatig over de gebruiksduur van het actief zijn verdeeld. Verder is er een fiscaal voordeel; de fiscale aftrek vindt plaats voorafgaand aan de daadwerkelijke uitgaven.
Maar deze methode heeft ook nadelen; de beperkte flexibiliteit, omdat het gespaarde bedrag alleen kan worden gebruikt voor het specifieke onderhoudscomponent waarvoor het is gereserveerd. Denk ook aan de administratieve last: het bijhouden van de voorziening vergt nauwkeurige administratie.
ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN
Het bestuur kan ook kiezen voor de methode van activeren en afschrijven; de zogenaamde componentenmethode. Hierbij worden de kosten van groot onderhoud als afzonderlijk onderdeel van het actief opgenomen. Denk ook weer aan het renoveren van een dak of het vervangen van een verwarmingsinstallatie. Het geactiveerde bedrag wordt vervolgens jaarlijks afgeschreven over de verwachte gebruiksduur tot het volgende onderhoudsmoment. Deze methode heeft ook weer voor- en nadelen. De voordelen zijn de flexibiliteit:
Het geactiveerde bedrag kan worden gebruikt voor alle soortgelijke materiële vaste activa en de fiscale aftrek na uitgaven. De fiscale aftrek vindt door middel van afschrijving plaats nadat de kosten zijn gemaakt.
De nadelen zijn de variabele lasten. De jaarlijkse afschrijving kan variëren afhankelijk van het moment van onderhoud en ook de complexiteit: de componentenmethode vereist nauwkeurige vastlegging van onderhoudsmomenten en kosten.
CONCLUSIE
De keuze tussen voorziening en activeren/ afschrijven hangt af van de specifieke situatie van de onderwijsinstelling. Fiscale overwegingen, administratieve lasten en de aard van het onderhoud spelen hierbij een rol. Daarom raden we aan om in overleg met een financieel (vastgoed) expert de meest geschikte methode te kiezen om de onderhoudskosten op een transparante en consistente manier te verwerken in de jaarrekening. Als er eenmaal een keuze is gemaakt dan moeten alle gebouwen van de onderwijsinstelling op dezelfde wijze worden verwerkt vanwege de vereiste bestendige gedragslijn.
WAT KAN BBN ADVISEURS BETEKENEN?
bbn adviseurs helpt onderwijsinstellingen om de onderhoudskosten in beeld te brengen door meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) op te stellen. Daarnaast voeren wij een financiële analyse uit van MJOP’s om het verschil in het financiële effect van de keuze in kaart te brengen. Een MJOP is een rapport waarin staat wanneer welk onderhoud moet plaatsvinden en wat de verwachte kosten hiervan zijn. Dit plan heeft betrekking op alle elementen van het schoolgebouw zoals bijvoorbeeld het dak, de gevel, de installaties en de kozijnen. In het MJOP zijn drie essentiële aspecten van groot belang:
1. Elementen: Het MJOP moet aangeven over welk element het gaat (bijvoorbeeld kozijnen, gevel, dak, dakgoot, etc.).
een aantal hulptabellen een berekening gemaakt van de kapitaallasten (afschrijving en rente).
3. Kosten: Tot slot moet het MJOP de kosten voor onderhoud of vervanging van de elementen vermelden.
Het is van groot belang dat alle elementen worden meegenomen in het MJOP. Zelfs als het MJOP een beschouwingstermijn heeft van bijvoorbeeld 10 jaar, moeten elementen met verschillende levensduur, zoals een dak van 30 jaar of een lift van 25 jaar, worden opgenomen om voldoende te kunnen reserveren. Een conditiemeting is daarom verstandig om te combineren met het opstellen van het MJOP. Hierin wordt voor alle bouwdelen vermeld of ze mogelijk direct onderhoud nodig hebben. Periodieke inspecties zijn belangrijk om het MJOP actueel te houden en uw pand in optimale conditie te houden. Over het algemeen worden periodes van vijf jaar aangehouden.
FINANCIËLE ANALYSE BEIDE METHODES
Het is belangrijk om via een financiële analyse het verschil tussen de methode van een voorziening nemen of de methode van activeren en afschrijven inzichtelijk te maken. Bij de financiële analyse gebruiken we het MJOP als basis. Eerst filteren we een aantal werkzaamheden eruit zodat bijvoorbeeld alleen alle onderhoudswerkzaamheden vanaf een bepaald drempelbedrag of van een bepaalde aard worden meegenomen in de vergelijking.
Vervolgens wordt enerzijds bij toepassing van een onderhoudsvoorziening een berekening opgesteld van het dotatiebedrag. Anderzijds wordt bij toepassing van de methode activeren/afschrijven met
“Het is belangrijk om via een financiële analyse het verschil tussen de methode van een voorziening nemen of de methode van activeren en afschrijven inzichtelijk te maken”
CONTANTE WAARDE
Tot slot wordt er van beide methodes een contante waarde berekend van alle toekomstige onderhoudslasten zodat een goed vergelijk gemaakt kan worden tussen de twee methodes. Bij een vastgoedportefeuille van meerdere schoolgebouwen wordt het resultaat per object inzichtelijk gemaakt. Afhankelijk van bijvoorbeeld hoe de onderhoudskosten gepland zijn, kan het resultaat per object en per onderwijsinstelling verschillen.
Inmiddels hebben VO Haaglanden, Spinoza Scholengroep en PrO De Baander MJOP’s en een financiële analyse door bbn adviseurs laten opstellen, waarmee ze effectiever hun vastgoedportefeuille kunnen beheren. Meer weten? Neem contact op met Henri van den Berg of Henno Hanselaar van bbn adviseurs.
Bronnen:
https://www.accountant.nl/vaktechniek/2019/7/jaarverslaggeving-van-verwerking-kosten-van-groot-onderhoud/ https://www.poraad.nl/arbeidszaken-bedrijfsvoering/meerduidelijkheid-over-verwerking-kosten-groot-onderhoud https://www.bdo.nl/nl-nl/actueel/wijziging-verwerking-grootonderhoud-in-de-jaarrekening-vanaf-2019
https://younggroup.nl/nieuws/mjop-volgens-decomponentenmethode
https://www.bdo.nl/getmedia/2ba6f7aa-dcdc-451a-a8e15418ff50a677/FA22116-ud-Verwerking-van-groot-onderhoudin-de-jaarrekening.pdf
Kijk voor meer informatie op www.bbn.nl
Verbinding op meerdere vlakken
Van een honderd jaar oude gangenschool naar een frisse, duurzame school, een verhaal van verbinding op meerdere vlakken. Geen nieuwe school, maar een vernieuwing van het huidige gebouw zodat deze nog jaren meekan, duurzaam en circulair
E“Door oude gebouwen een tweede leven te geven, ontwerpen we duurzaam”
en verouderd schoolgebouw, een hoog energielabel en weinig ruimte voor ontmoeting met elkaar. Voor GBS Bavinckschool was het dé aanleiding om hun schoolgebouw te renoveren. Zowel bouw- en energie-technisch als onderwijskundig. Hoe heeft architecten- en ingenieursbureau Bureau Bos dit aangepakt?
UNIEKE LOCATIE
De oudste school van gemeente Bunschoten was aan vernieuwing toe. Onderwijskundig, bouwen energie-technisch sloot het gebouw van de Bavinckschool namelijk niet meer aan bij de eisen en wensen van nu. Maar omdat het gebouw zo karakteristiek is, de locatie van de school zo uniek is - dichtbij het dorpshart en de oude haven van Spakenburg - was er veel verbinding met de locatie en de (geschiedenis) van het dorp. Nieuwbouw op een andere locatie was voor leerkrachten, ouders, leerlingen en de gemeente derhalve geen optie. Dus is er besloten om oud en nieuw met elkaar te verbinden en het huidige schoolgebouw in 2022/2023 te moderniseren en te verduurzamen.
DUURZAAMHEID VOOROP
Het gebouw van de Bavinckschool was voor de renovatie al prachtig, daar wilde de architect van Bureau Bos dan ook zoveel mogelijk elementen van behouden en circulair hergebruiken: “De school is heel karakteristiek met hellende dakvlakken, mooi metselwerk, grote kozijnen en veel daglicht. Met name energetisch voldeed het pand echter niet meer. Daarom hebben we tijdens de renovatie
PROJECTINFORMATIE
Project
Verbouw/renovatie Bavinckschool, Bunschoten Opdrachtgever
Vereniging voor Gereformeerd Onderwijs Bunschoten-Spakenburg
Architect
Bureau Bos, Raban Haaijk Aannemer
Solide Bouw
Installateur
Van den Hoogen (E-installaties) en I-Techniek (W- en S-installaties)
BVO
1.573 m2
Bouwkosten
€ 2.715.000,- excl. BTW
Start bouw
20-06-2022
Oplevering 22-06-2023
strategisch verduurzaamd”, vertelt architect Raban Haaijk; “zo hebben we de gevels en het dak van binnenuit geïsoleerd, zodat de mooie gevels en dakvlakken behouden bleven en is al het glas vervangen door HR+++-glas. Verder is er een gebalanceerd ventilatiesysteem geplaatst, is de school voorzien van vloerverwarming, zijn er groene daken aangelegd en zonnepanelen geïnstalleerd.
Dankzij deze verduurzamingen is de Bavinckschool nu net zo fris en duurzaam als een nieuwe school. BENG en met energielabel A++.”
SPELENDERWIJS SAMEN LEREN
Naast alle verduurzamingen werd het gebouw ook onderwijskundig vernieuwd. Raban: “Honderd jaar geleden, toen deze school gebouwd is, dachten ze anders over onderwijs dan nu. Waar de school eerst vooral bestond uit klaslokalen en smalle gangen, moest het nu een plek worden met voldoende ruimte om te verbinden: met elkaar te leren, ontmoeten én te spelen. Met brede gangen waar (stilte) werkplekken gecreëerd worden, een kidslab en een ontmoetingsplek voor leerlingen, hun ouders, leerkrachten en het bestuur bureau.”
CO CREATIE
Om dit te realiseren ging Bureau Bos in gesprek met alle soorten gebruikers van het gebouw. “Wij verzinnen nooit zelf wat er nodig is, maar betrekken de mensen die het gebouw gaan gebruiken bij het ontwerpproces”, vertelt Raban. “Ook bij de Bavinckschool hebben we leerlingen, leerkrachten, ouders en het bestuur bureau gevraagd hoe zij het gebouw nu gebruiken, wat de wensen zijn voor de toekomst en wat de
unieke aspecten zijn van de school. Iedereen uit de werkgroep visualiseerde zijn of haar droomschool en dit werd aan elkaar gepresenteerd. Door te luisteren naar de unieke ideeën van de gebruikers van het gebouw, wordt elke school die wij ontwerpen uniek.
Zo heeft de Bavinckschool dankzij de ideeën (en het enthousiasme) van de leerlingen nu zelfs een glijbaan van binnen naar buiten!”
Dit proces van co-creatie werkt verbindend tussen alle verschillende soorten gebruikers en belanghebbenden, men wordt meegenomen, gehoord, enthousiast en een ambassadeur van het project.
RUIMTE VOOR ONTMOETING
Om ontmoeting, leren en spelen in de school te stimuleren zijn twee lokalen uit het hart van de school gehaald en verplaatst naar de zolderverdieping. Raban: “Deze werd in de oude situatie namelijk gebruikt door het bestuur bureau en als onderwijsruimte, maar was nauwelijks verbonden met de school. Ook de gangen zijn ruimer geworden, omdat het gebouw in het hart uitgebreid kon worden. Op die manier zijn de gangen niet alleen verkeersruimten, maar ook plekken waar je zitjes kunt maken en met elkaar kunt overleggen of buiten de klas een opdracht kunt doen.” Door twee lokalen weg te halen op de begane grond en die te verplaatsen naar de zolderverdieping, ontstond op de begane grond het verbindende hart van de school met een brede tribunetrap. Raban: “Nu kun je met een grote groep leerlingen (en hun ouders) bij elkaar komen. De tribunetrap is een echte eyecatcher geworden en wordt nu gebruikt tijdens pauzes, voor de schoolmusical en vieringen. Maar ook om samen te overleggen of met elkaar te spelen. Daarnaast hebben we de grote keuken voor de docentenkamer open gemaakt, zodat ouders er koffie kunnen drinken en de BSO er appeltaart kan bakken - en zo spelenderwijs bezig is met voedsel, wiskunde en biologie. Deze creatieve, unieke ideeën komen uit de co-creatiesessies met de gebruikers.” De vernieuwde school is een verbinding van jong en oud geworden. Er is ruimte gecreëerd voor een kinderopvang, de school wordt gebruikt voor BSO en op de bovenste verdieping is het bestuur bureau van de scholenvereniging gevestigd.
Kijk voor meer informatie over dit project en andere scholen die Bureau Bos ontworpen heeft op: www.bureaubos.nl
Mooie impuls voor de gemeenschap
In het Zuid-Hollandse dorp Zwartewaal wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw dorpshart. Een voorzieningencluster met basisschool, dorpshuis en sportaccommodatie en 85 nieuwbouwwoningen geven hier straks een geweldige impuls aan de leefbaarheid in het dorp. Zenzo Maatschappelijk Vastgoed is als ontwikkelende partij bij dit project betrokken.
In het anders zo rustige dorpje Zwartewaal op Voorne-Putten wordt naast de 14e-eeuwse Martinuskerk druk gebouwd aan een nieuw voorzieningencluster. Dit voorzieningencluster gaat vanaf begin 2025 plek bieden aan openbare basisschool ’t Want, dorpshuis de Gaffelaar en een sportzaal. Rondom dit nieuwe, multifunctionele gebouw komen 85 nieuwbouwwoningen. Zo ontstaat een compleet nieuw dorpshart dat Zwartewaal een mooie impuls zal geven. Want nieuwbouw is goed voor de inwoners, de verenigingen en de ondernemers in het dorp. “Leefbaarheid staat in veel kleine dorpen sterk onder druk”, stelt Gert van Uffelen, partner bij Zenzo. “Het is dan ook
geweldig wat hier in Zwartewaal wordt ontwikkeld. Het voorzieningencluster en de nieuwe woningen versterken elkaar, waardoor de gemeenschap in het dorp een impuls krijgt. Met 85 nieuwe woningen groeit de dorpsbevolking met ongeveer 10%. Dat is op termijn goed voor de school, de ondernemers en het verenigingsleven in Zwartewaal.”
NIEUWE TOEKOMST
Marjolein
Smith: “We
zitten straks onder één dak, maar hebben toch alle drie een eigen onderkomen”
De ontwikkeling van Dorpshart Zwartewaal komt voort uit de leefbaarheidsvisie Zwartewaal 2030. “De wens om deze ontwikkeling voor het dorp tot stand te brengen gaat terug tot 2016”, verduidelijkt Igor Bal, wethouder in Voorne aan Zee met ruimtelijke ordening in zijn portefeuille. “Samen met de bewoners van Zwartewaal is de visie voor het nieuwe dorpshart ontwikkeld. Fijn wonen en leefbaarheid staan hierbij voorop. We willen de samenwerking en interactie tussen bewoners, ondernemers en verenigingen in stand houden en een nieuwe toekomst geven. Daar is veel draagvlak voor bij de politiek en in het dorp.” Ook blij is basisschool ’t Want. Begin 2025 neemt de kleine dorpsschool met 110 leerlingen haar intrek in het voorzieningencluster. Directeur Marjolein Smith:
“Ik kom zelf uit Zuidland, vroeger een soortgelijk dorpje. Ik weet als geen ander wat een school en een dorpshart kunnen betekenen voor een dorp, voor de gemeenschapszin en het verenigingsleven. Alles komt hier straks in het nieuwe dorpshart samen.”
STERK CENTRUM
Gert over de kracht van dit project. “Vroeger werden dorpen gebouwd rondom de kerk, de kroeg en de school. Daarmee had je de basis voor een sterk centrum. Daaromheen werden huizen gebouwd en je had een gemeenschap. Iedereen kende elkaar en iedereen stond voor elkaar klaar. Dat gemeenschapsgevoel is langzaamaan minder geworden door de digitalisering en individualisering in onze maatschappij. Dat maakt het extra knap wat hier gebeurt: een gemeenschap op peil houden met een nieuw voorzieningencluster als spil in die ontwikkeling. Een voorbeeld voor andere dorpen die worstelen met het thema leefbaarheid.” Wethouder Igor Bal denkt zeker dat Zwartewaal als voorbeeld kan dienen voor andere gemeenten. Wel was het proces om de ontwikkeling van de grond te krijgen lastig. Pas na de tweede aanbesteding vond de gemeente een ontwikkelaar die fiducie had in de plannen. “De wens en de wil om hieruit te komen was bij de inwoners en de politiek heel sterk aanwezig. De gemeenteraad
Wethouder Igor Bal: “Met de ontwikkeling van het dorpshart geven we een impuls aan de leefbaarheid in het dorp”
is dan ook unaniem akkoord gegaan met de plannen en heeft onlangs nog eens extra de portemonnee getrokken om de stijgende bouwkosten het hoofd te bieden. Leefbaarheid in onze dorpen en steden op een goed niveau houden, is ons heel wat waard.”
MENSELIJKE MAAT
Op 13 december 2023 werd symbolisch de eerste paal geslagen en inmiddels is de bouw in volle gang. Het ontwerp van het nieuwe, multifunctionele gebouw is van architectenbureau NOAHH. Zij hebben een gebouw met een menselijke maat en een geborgen sfeer ontworpen, passend bij een klein dorp als Zwartewaal. Het ontwerp voor de gevel is geïnspireerd op het visserijverleden van het
Henry Rijstenbil:
“Er zullen weer jonge gezinnen naar Zwartewaal komen. Dat is goed voor het dorp”
dorp – waar ook de namen ’t Want en De Gaffelaar aan refereren. En ook het speelplein bij de school krijgt een nautisch thema met een heus ‘want’ (klimtouwen), een waterelement en een grote boot met zandbak en modderkeuken.
Marjolein: “Een heel mooi ontwerp dat qua indeling en mogelijkheden helemaal aansluit op onze schoolvisie en daarmee het leren van de kinderen ten goede komt. We zitten straks samen onder één dak, maar hebben toch alle drie een eigen onderkomen. Dat is heel mooi uitgewerkt.” Gert: “De verschillende onderdelen van het ontwerp grijpen heel mooi in elkaar. De partijen die hier hun intrek nemen, kunnen ruimtes en faciliteiten delen. Een vorm van samenleven onder één dak. Dat biedt allerhande voordelen qua gebouwbeheer en mogelijk ook schoonmaak. Maar het grootste voordeel zit toch in de kansen voor ontmoeting en samenwerking. Dat zorgt voor allerlei kruisbestuivingen en gaat eenzaamheid onder bewoners tegen.”
WENS IN VERVULLING
Ook voor Henry Rijstenbil, voorzitter van het bestuur van de Stichting Dorpscentrum Zwartewaal, gaat een wens in vervulling met de realisatie van het nieuwe dorpshart. “Het dorp is de laatste decennia vergrijsd. Jonge mensen zijn weggetrokken en daarmee is het draagvlak voor voorzieningen en verenigingen steeds meer onder druk komen te staan. Het nieuwe voorzieningencluster en de nieuwe woningen gaan die ontwikkeling tegen. Er zullen weer jonge gezinnen naar Zwartewaal komen. Dat is goed voor de school, goed voor het dorpshuis en goed voor de ondernemers en verenigingen. Iedereen in het dorp was dan ook heel blij toen de plannen definitief werden.”
De gemeente Voorne aan Zee treedt in dit project op als bouwheer. Over de toekomstige eigendomssituatie, het beheer en exploitatie moeten nog wel afspraken worden gemaakt met alle betrokken partijen. Vertrekpunt is dat Stichting Dorpscentrum het bestaande
Gert van Uffelen: “Door te bouwen voor jong en oud rondom het voorzieningencluster, stimuleren we de ontmoetingen en gaan we eenzaamheid tegen”
eigen gebouw verkoopt aan de gemeente en daarvoor – onder voorwaarden – in ruil het nieuwe dorpshuis terug krijgt. De sportaccommodatie, waar ook de boksschool en de fysiopraktijk onderkomen krijgen, blijft eigendom van de gemeente, maar zal worden geëxploiteerd door de Stichting Dorpscentrum. Wethouder Igor Bal: “We zoeken naar de juiste governance-vorm. Dat is een puzzel die we nog moeten leggen. We kijken hoe we dat, rekening houdend met alle verschillende belangen, zo goed mogelijk kunnen organiseren. Dat moet fiscaal en juridisch natuurlijk goed worden geregeld.”
ONTMOETING STIMULEREN
Zodra basisschool ’t Want haar intrek neemt in het nieuwe voorzieningencluster, wordt de huidige school naast de Martinuskerk gesloopt. Nadat het nieuwe dorpshuis is betrokken wordt ook het oude dorpscentrum gesloopt. Zo wordt er ruimte vrijgemaakt voor de bouw van de 85 woningen. De nieuwe wijk moet meerdere doelgroepen aanspreken om zodoende doorstroming in het dorp op gang te brengen. Er komen sociale huurwoningen (in de vorm van beneden-bovenwoningen), eengezinswoningen en twee-onder-een-kapwoningen. Gert: “Door te bouwen voor jong en oud rondom een voorzieningencluster, stimuleren we ontmoetingen en gaan we eenzaamheid tegen. Dat sluit heel goed aan bij ons motto: ‘waar je leeft, waar je ontmoet’. Dit project is ons op het lijf geschreven.”
Wethouder Igor Bal: “Met de ontwikkeling van het nieuwe dorpshart van Zwartewaal stapelen we niet simpelweg stenen voor de komende jaren, we zetten echt een positieve stap voor de komende generaties en geven een impuls aan de leefbaarheid in het dorp.” Marjolein kan bijna niet wachten tot het hele project is afgerond. “Straks spelen de kinderen buiten op het dorpsplein, terwijl tijdens de openingsuren van het dorpshuis de opa’s en oma’s op het terras aan de koffie kunnen zitten. Dan kunnen ze fijn naar elkaar zwaaien. Hoe mooi is dat?”
Kijk voor meer informatie op www.zenzo-mv.nl
Inspiratie, Kennis én een geweldig Intermezzo
Wat een geslaagd Onderwijs Inspiratie Evenement van Gispen Presikhaaf Schoolmeubelen was dat. Op een perfecte en inspirerende locatie bovendien: Sportcentrum Papendal, thuisbasis van TeamNL, waar topsporters zich voorbereiden voor de Olympische Spelen in Parijs. Om sportief te presteren heb je een vitale werkomgeving nodig en dat geldt ook voor de toekomstige generaties leerlingen.
Het was dan ook een bijzonder genoegen om vanuit Schooldomein deze dag als moderator te mogen begeleiden met als special experience een gesprek met potentieel Olympiër en BMX-er Mitchel Schotman, die het belang aangeeft van een vitale leer- en werkomgeving, met oog voor voeding en een faciliterende omgeving. Commercieel Manager Hans Haarman van Gispen Presikhaaf Schoolmeubelen trapt af: “De school is een omgeving waar kinderen leren en spelen, maar ook een werkomgeving voor onderwijsprofessionals, pedagogische medewerkers en onderwijsassistenten. Wat maakt de school tot een vitale leer- en werkomgeving? Wat kunnen scholen zelf doen om een vitale leer- en werkomgeving te creëren en in hoeverre speelt de inrichting van een school een rol bij de vitaliteit? Het thema ‘Vitaliteit’ staat dus in ons jaarlijks onderwijs evenement centraal!”
OPEN MIND
Interieurontwerper, designthinker en toekomstverkenner Heleen Vredeveld van ontwerpstudio Zachtgroen is nieuwsgierig van aard: “Er valt zoveel te ontdekken in jezelf en de wereld. Door in beweging te blijven kun je iets betekenen voor een ander. Dat geldt bij uitstek ook voor het onderwijs. Een vitale leeromgeving laat kinderen en medewerkers beter leren en werken en draagt bij aan meer leeren werkplezier. Naast de inrichting spelen er ook andere factoren een rol die bijdragen aan een vitale leeromgeving. Allerlei innovaties zoals devices en AI bieden kansen, mits ze in het belang zijn van de ontwikkeling van het kind. Tegelijk zie je dat het ambacht er weer toe doet, evenals het in contact staan
met de natuur. Dat zie je gelukkig steeds meer terug in een integrale en duurzame bouw en inrichting van kindcentra. Het onderwijs en partijen binnen de branche moeten een open mind hebben: zet de deuren open en leer van innovaties, maar ook van de waarde van alles wat onze aarde te bieden heeft.”
Na een lange carrière als ondernemer/bestuurder in de IT-sector stapte Klassewerkplek-oprichter Paul Baan over naar het onderwijs, als meester Paul op een basisschool: “Met die combinatie aan ervaringen ontwierp ik een instrument voor het behouden van medewerkers binnen het onderwijs. Zo ontstond Klassewerkplek, waarbij we jaarlijks onderzoeken hoe het onderwijs er voor staat op een aantal thema’s. Waarom ligt de uitstroom en het verzuim in de onderwijssector gemiddeld 2% hoger dan andere sectoren met HBO+ opgeleide professionals? En waarom zijn sommige scholen en besturen juist héél goed in het binden van diezelfde professionals? We geven praktische tips hoe scholen of bestuurders aan de slag kunnen en geven aan welke goede voorbeelden er al zijn! Zo zijn een helder beleidskader en goed leiderschap belangrijk en zorg ervoor dat leerkrachten hun werk als zinvol ervaren en niet omkomen in de administratieve
“Een vitale leeromgeving laat kinderen en medewerkers beter leren en werken en draagt bij aan meer leer en werkplezier”
rompslomp. Zorg er vooral ook voor dat iedereen meedoet en onderdeel van de missie van de school is. Heel simpel: Wat je aandacht geeft, dat groeit. Als we méér aandacht geven aan het welbevinden van de leerkracht, groeien die leerkrachten.”
MEERWAARDE VAN TECHNOLOGIE Strategisch Onderwijsadviseur en mediacoach Katja van Well van Speyk heeft in verschillende rollen in het onderwijs gewerkt: “Technologische innovaties beïnvloeden het werken in het onderwijs, zowel positief als negatief. Technologie kan van meerwaarde zijn als het op een passende manier wordt ingezet. Dat vraagt om maatwerk want iedere organisatie is uniek. Een gezonde werkomgeving is van belang voor de vitaliteit van de organisatie en dan gaat het niet alleen om een goed ingerichte werkplek; maar ook om een goede werkcultuur. Een steeds groter deel van ons werk speelt zich af in de digitale leer- en werkomgeving. Op afstand werken maakt flexibel werken mogelijk en contact met je collega’s en leerlingen hoeft niet altijd op locatie plaats te vinden. Aan de andere kant brengt dit een andere vorm van (samen)werken met zich mee. Hoe jij jouw dagelijks werk organiseert heeft invloed op jouw succes en werkgeluk. Regelmatig focusmomenten inplannen, stilstaan bij hoe je je voelt en een werkdag afsluiten met het doornemen van taken en afspraken voor de volgende dag zijn voorbeelden van werkgewoontes die daaraan bij kunnen dragen. Er zijn digitale tools die je kunt inzetten om jouw vitaliteit te verbeteren. Deze tools kan je morgen al inzetten, want ze zitten in de Microsoft 365 omgeving die je al tot je beschikking hebt.”
VAN VISIE NAAR DOEN
Geert Geurken is strategisch adviseur sport en bewegen van het Sportbedrijf Arnhem en al ruim
dertig jaar bezig met het stimuleren van sport en bewegen in Arnhem. Leefstijlcoach Hayke van Valburg ondersteunt vanuit het Sportbedrijf Arnhem organisaties op het gebied van vitaliteit en een preventieve aanpak van ziekteverzuim. Geert: “Bewegen en sport staan centraal in mijn leven. Ons doel is van de school een gezonde leer, ontwikkel- en werkomgeving te maken.
VAN VISIE NAAR DOEN!
Hoe creëren we een vitale schoolomgeving voor zowel kinderen als onderwijzend en ondersteunend personeel?” Hayke vult aan: “Veel organisaties realiseren zich nog niet voldoende hoe belangrijk mentale en fysieke fitheid is. Daarbij kun je preventief aan verschillende knoppen draaien, zoals bewegen door de dag, bewegend leren, de inrichting van gebouwen en een groene en uitdagende ruimte om het bedrijf of de school.” Geert knikt: “Het gaat altijd om de combinatie van hardware (locatie), de orgware (school, kinderopvang, etc.) en de software (alle activiteiten van onderwijs tot kinderopvang) die aan
elkaar verbonden zijn. Inmiddels doet iedereen in Arnhem mee en willen we dit concept ook landelijk introduceren.”
BEWEEGCONCEPTEN
Bewegen is essentieel voor architect Ronald de Rooij van Topos en InFit Beweegconcepten: “Als volleybaltrainer en coach ervaar ik regelmatig de beweegarmoede bij jonge kinderen. De motorische ontwikkeling blijft achter doordat kinderen zich niet meer vanzelfsprekend motorisch ontwikkelen met buitenspelen en/of breedtesport. Na een bezoek aan Denemarken in 2017 wist ik het zeker. Wat in Denemarken kan moet in Nederland ook kunnen. Schoolbestuur PIT-KO uit Zwijndrecht durfde deze stap ook te zetten bij de nieuwbouw van De Twijn in Alblasserdam. In samenwerking is een ontwerp tot stand gekomen waarin kinderen van 0 tot 13 jaar zich bewegend kunnen ontwikkelen. De eerste beweegschool van Nederland is een integraal kindcentrum voor kinderen van 0 tot 13 jaar waar kinderen buiten de klaslokalen uitgedaagd worden in beweging te komen, hun grenzen te verleggen en zich bewegend te ontwikkelen. Rennen, klimmen, klauteren, mikken en gooien, het is allemaal mogelijk en op momenten dat kinderen daar zelf behoefte aan hebben.”
MODULAIR ONTWERPEN
Toen Robbert de Jonge 22 jaar geleden bij Gispen als projectleider begon, was Gispen al duurzaam bezig: “Gispen meubilair wordt van oudsher modulair ontworpen. Stoelen en tafels kun je bijvoorbeeld gemakkelijk in en uit elkaar halen en de onderdelen en materialen vervangen. Sinds het begin van de circulaire economie in 2015 adviseer ik over hergebruik, revitaliseren en circulaire producten en diensten. Ik vind dat wij als mens een verantwoordelijkheid hebben om de wereld beter achter te laten. Hoe kunnen we samen een duurzame en vitale werkomgeving creëren? CO2 reductie is belangrijk, maar hoe werkt CO2 nou en heeft het veel impact als wij gaan revitaliseren? Daarom maken wij een duurzaam gebruik van producten en grondstoffen, dat is de basis voor een verantwoorde inrichting. We werken met nieuwe en gebruikte producten; waarbij we steeds meer zien dat gerevitaliseerd meubilair in de nieuwe inrichtingsplannen van een organisatie past. Uiteraard denken we ook mee in overtollig meubilair vanuit een circulaire gedachte. Uiteindelijk doen we het voor de toekomstige generaties.”
In combinatie met een healthy experience afsluiting keken de bezoekers terug op een geslaagde dag, waarin verschillende aspecten van de vitale en gezonde leer- en werkomgeving op een interactieve manier werden gedeeld. Kijk voor meer informatie op www.schoolmeubelen.com.
GOED RESULTAAT DOOR INTEGRAAL ONTWERP
Bouwen is samenwerken
In Pijnacker wordt gewerkt aan een nieuw IKC, de toekomstige thuishaven van basisschool Schatkaart, SkippyPepijn en Casa Tweetalige Montessorischool. Door integraal te ontwerpen realiseren bouwbedrijf BM van Houwelingen en installateur Brandsen een bijna energieneutrale school met een Frisse Scholen B binnenklimaat.
‘B
ouwen is samenwerken’. Die slogan heeft BM van Houwelingen niet voor niets. Al meer dan vijftien jaar werkt het bouwbedrijf uit Hardinxveld-Giessendam bij scholenbouw samen met Brandsen Installatietechniek. De twee bedrijven vullen elkaar naadloos aan en zorgen samen voor het meest optimale ontwerp tegen de laagst mogelijke kosten. Dat heeft inmiddels al tot tientallen prachtige scholen geleid.
“Installaties vormen een belangrijk onderdeel van een gebouw”, stelt Derrick Flach, projectleider bij BM van Houwelingen. “Wij hebben veel verstand van bouwtechniek, maar minder van installatietechniek. Vandaar dat we nauw samenwerken met Brandsen.
Zij hebben die kennis van installatietechniek wel en als totaalinstallateur doen ze niet alleen de elektrotechnische installaties, maar ook de werktuigkundige installaties en het loodgieterswerk.
Alles is in handen van één partij. Dat werkt voor ons wel zo prettig. Samen kunnen we de klant heel goed bedienen.”
BOUWTECHNISCHE AFSTEMMING
Berto van Vliet, directeur van Brandsen Installatietechniek, beaamt de woorden van Derrick: “Als bouwteam kun je aan verschillende knoppen draaien.
Soms betreft dat bouwkundige zaken zoals zonwering, zonwerende beglazing en isolatiewaarden, en soms
Berto: “We krijgen veel ruimte om proactief mee te denken over het ontwerp”
betreft dat installatietechnische zaken. Door een goede bouwtechnische afstemming op die installaties kom je tot het meest optimale resultaat. Dat betekent wel dat alle partijen in dat voortraject gezamenlijk moeten zoeken naar verbetermogelijkheden.
In die integrale aanpak zit echt de meerwaarde.” Ook bij de realisatie van IKC Pijnacker betaalde die afstemming tussen bouwer en installateur zich dubbel en dwars uit. Brandsen zag kansen om de installaties boven de plafonds weg te werken, waar de installatieadviseur ervan uit was gegaan om de installaties in de gangen weg te werken. Dat scheelt vierkante meters en dus kosten. Door de installaties slim te ontwerpen en extra zonnepanelen op het dak te plaatsen, kan basisschool Schatkaart bovendien volstaan met een aansluiting voor kleinverbruik. En dat scheelt weer in vastrechtkosten en aansluitkosten.
PROACTIEF MEEDENKEN
“Wij krijgen veel ruimte van BM van Houwelingen om proactief mee te denken over het ontwerp”, stelt Berto. “Veel aannemers houden zich liever netjes aan het bestek. Die willen geen risico’s nemen en houden zich daarom aan de adviezen van de installatieadviseur. BM staat daar anders in. Zij verwachten van ons juist dat we kritisch naar het installatieontwerp kijken en voorstellen doen voor optimalisatie. Door dat soort zaken in het voortraject goed op te pakken en echt integraal te benaderen, kom je tot het beste resultaat.”
architecten krijgt de uitstraling van een ‘villa in het groen’. Derrick: “Er is heel bewust voor gekozen om drie onder een kap te bouwen. Alle partijen hebben een eigen ingang, een eigen aansluiting op het elektriciteitsnet en een eigen huisnummer.”
In oktober 2024 wordt het nieuwe IKC opgeleverd en na de herfstvakantie kunnen de scholen het nieuwe gebouw betrekken. Derrick: “Dat is altijd
Derrick: “Gezamenlijk creëren we een goede leeromgeving voor de kinderen”
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw IKC Pijnacker
Opdrachtgever
Gemeente Pijnacker-Nootdorp
Architect
LKSVDD
Aannemer
BM Utiliteitsbouw, onderdeel van BM van Houwelingen
Installateur
Brandsen Installatietechniek
Projectmanagement
Vertrouwen vormt hierbij het sleutelwoord volgens Derrick: “We kijken altijd oplossingsgericht naar zaken. Soms kunnen we het niet eens zijn met elkaar, maar we weten dat we er altijd uitkomen. We hebben inmiddels al zo veel scholen samen gebouwd. Die ervaring nemen we mee naar nieuwe opdrachtgevers. Samen met die opdrachtgever kijken we hoe de school en de installaties gebruikt gaan worden. We kijken waar de datapunten moeten komen, hoe de wifi wordt gebruikt en hoe we een ideaal binnenklimaat kunnen realiseren. Zo creëren we gezamenlijk een goede leeromgeving voor de kinderen.”
VILLA IN HET GROEN
In juni 2023 is de bouw van IKC Pijnacker gestart en in december werd het hoogste punt bereikt. De nieuwbouw van circa 5.000 m² bestaat uit één gebouw van twee bouwlagen. In een apart bouwdeel wordt een nieuwe sportzaal gerealiseerd. Het duurzame gebouw naar een ontwerp van LKSVDD
een hectische periode. Wij leveren daarom een gebruiksinstructie om de klant op weg te helpen bij het gebruik van het nieuwe gebouw. Later komen we nog een keer terug om die gebruiksinstructie samen nog een keer door te nemen. Zo voorkomen we dat er klachten ontstaan door verkeerd gebruik van het gebouw en de installaties.”
GEBOUWBEHEERSYSTEEM
Berto verwacht dat het met die klachten wel mee zal vallen: “In elke school installeren wij een gebruiksvriendelijk communicatief gebouwbeheersysteem. Niet alleen kunnen de gebruikers per lokaal het binnenklimaat monitoren en bijsturen als dat nodig is, onze service kan ook op afstand monitoren. We kunnen per lokaal zien wat er in school gebeurt. Zo kunnen we zien of de zonwering naar beneden is, of de verlichting aanstaat en of er wordt verwarmd of gekoeld. Als er klachten zijn, kunnen we daardoor heel gericht zoeken. En dus ook gericht nazorg leveren. Dat is een belangrijk onderdeel van onze business.”
Kijk voor meer informatie op www.bmvanhouwelingen.nl
Duurzame dagbesteding in integrale omgeving
Zaten zorginstellingen als het expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde SEIN van oudsher op geïsoleerde plekken, tegenwoordig is integratie het toverwoord. Pellikaan bouwt er een nieuw gebouw voor dagbesteding.
SEIN heeft met de gemeente Haarlemmermeer en projectontwikkelaar AM afspraken gemaakt over de verkoop van grote delen van het oorspronkelijke (instellings)terrein op De Cruquiushoeve. Een groot deel van het terrein wordt - gefaseerd in de jaren 2020-2025 - door
AM getransformeerd tot een reguliere woonwijk, Landgoed Wickevoort. Op de Cruquiushoeve biedt SEIN gespecialiseerde woonzorg en dagbesteding voor een clientpopulatie met complexe epilepsie, zoals een gezondheidscentrum, recreatiemogelijkheden en diverse vormen van dagbesteding. Pellikaan ondertekende een samenwerkingsovereenkomst met SEIN voor de realisatie van het nieuwe dagbestedingsgebouw op locatie Cruquius. Schooldomein sprak met projectcoördinator Frederieke Tazelaar: “Wij zijn ontzettend trots dat wij zijn gekozen als beste partner voor dit mooie project. Het wordt een modern, veilig en geklimatiseerd gebouw dat door middel van allerlei duurzame technieken SEIN gaat helpen bij de verduurzaming van haar vastgoed en bedrijfsprocessen. De opdrachtgever heeft de architect geselecteerd, te weten &WA architecten. Het voormalige terrein wordt getransformeerd tot een groene wijk waar clienten en medewerkers naast elkaar wonen. Daarnaast stelt SEIN woningen beschikbaar voor de eigen medewerkers. Mooi dat ons project daar onderdeel van is.”
IN KANSEN DENKEN
“De bestaande huisvesting was technisch en functioneel verouderd en paste niet meer bij de nieuwe visie op dagbesteding van SEIN”, legt Frederieke uit. “Pellikaan kwam als beste uit de bus bij de aanbesteding van het dagactiviteitencentrum, dat cliënten van jong tot oud gaat faciliteren. Wij zijn als duurzame bouwer vanaf de voorbereidingsfase betrokken en werken nauw samen met het ontwerpteam en de installatieadviseurs. We realiseren niet alleen het gebouw, maar zijn ook betrokken bij de inrichting ervan. Het nieuwe gebouw is bestemd voor dagbesteding, bewegen en recreatie voor clienten. Ook wordt het gebouw een nieuwe toekomstbestendige werkomgeving die de medewerkers van SEIN ondersteunt in hun activiteiten. De uitwerking voldoet aan de hoogste
“Ook wordt het gebouw een nieuwe toekomstbestendige werkomgeving die de medewerkers van SEIN ondersteunt in hun activiteiten”
PROJECTINFORMATIE
Project
Nieuwbouw dagactiviteitencentrum SEIN Opdrachtgever
SEIN, Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde
Aannemer
Pellikaan Bouwbedrijf Architect
&WA architecten
Interieur
BELEEF interieurontwerp in samenwerking met Studio Nynker
Installateur
BRI (W-installatie) en Steegman (E-installatie)
Adviseur
Adviesbureau Tielemans
BVO
4.000 m²
Ingebruikname
Oktober 2024
eisen. Zo is de buitenomgeving mee-ontworpen en landschappelijk ingepast, waarbij de tuinmuur aansluit op de uitstraling van de naastgelegen woonwijk op Landgoed Wickevoort. Bijzonder is ook dat elke groepsruimte op de begane grond een eigen omsloten tuin heeft voor de eigen gebruikers.“
PRIKKELARME OMGEVING
“Vanuit Pellikaan coördineren wij het project en werk ik nauw samen met de interieurarchitect”, legt Frederieke uit. “Zo is de inrichting van alle ruimten vertaald in een ruimteboek. Het is een veelzijdig project. Het moet gezien de specifieke en diverse doelgroep een omgeving worden met zachte kleuren. Het biedt straks een rustige en prettige omgeving voor zowel cliënten als medewerkers. Het wordt een uitnodigend gebouw, dat grofweg bestaat uit een middendeel en twee vleugels. Het gebouw bevat kantoren, groepsruimtes, rustruimtes, sanitaire ruimtes, een keuken en een winkel. Daarnaast is er een gymzaal, een fitnesszaal en een ontspanningsbad met bijbehorende sanitaire ruimten en omkleedvoorzieningen. Het nieuwe centrum bevat verder een multifunctionele ruimte voor dagbestedingsactiviteiten, recreatieve activiteiten en voor bijeenkomsten voor bezoekers en de eigen medewerkers. De verschillende functies in het gebouw zijn herkenbaar door clusters die gekenmerkt worden door middel van specifieke kleuren. De wanden, vloeren en het tegelwerk zijn afgestemd op de verschillende functies en activiteiten. Zo zijn de deuren met een houtprint toegankelijk voor de cliënten en de witte deuren voor overige
gebruikers. Zo vind je veel gladde afwerkingen, zodat de gebruikers niet te overprikkeld raken. Opvallend en tevens een fraai detail zijn ook de afgeronde hoeken, die in het kader van veiligheidsoverwegingen zijn aangebracht. Ook de vloeren zijn door SEIN afgestemd op het soort gebruik; in de sanitaire ruimten komen gietvloeren, in het zwembad tegelwerk en de overige ruimtes hebben diverse soorten vloeren.”
KLASSIEKE MAATVOERING
Frederieke verder: “Duurzaam bouwen zit in onze genen. Pellikaan denkt in mogelijkheden om gebouwen zo duurzaam en circulair mogelijk uit te voeren. We ontdekken juist mogelijkheden die de natuur ons kan bieden. Dankzij deze visie hebben we de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met het gebruik van duurzame materialen en technieken. Duurzame technieken leveren niet alleen winst op voor het milieu, maar ook op financieel gebied. SEIN heeft bijvoorbeeld een warmte en koude netwerk waarop ook dit gebouw wordt aangesloten. Op het dak komen warmtecollectoren gecombineerd met PV panelen om zonnewarmte voor het warmtenet te oogsten. Opvallend aan het exterieur is de toepassing van veel glas in de gevel, naast mooi metselwerk. Het is vooral ook een toekomstbestendig gebouw dat ook over een aantal jaren mee kan groeien met de behoeftes van de eindgebruiker. Daardoor is het mogelijk om op termijn een extra verdieping toe te voegen.”
Kijk voor meer informatie op www.pellikaan.com
Het ScholenºConcept van Klimaatgroep Holland
Het creëren van een comfortabel en gezond binnenklimaat is van essentieel belang in het onderwijs. Niet alleen draagt dit bij aan het welzijn en de productiviteit van leerlingen en docenten, maar het heeft ook aanzienlijke invloed op het energieverbruik en de operationele kosten van een school.
Een bekende naam in de sector van klimaatbeheersing voor het onderwijs is ‘Klimaatgroep Holland’. Met een focus op innovatie, duurzaamheid en kwaliteit levert Klimaatgroep Holland binnenklimaatsystemen voor het onderwijs. Het ScholenºConcept is een allesomvattende oplossing die in samenwerking met het onderwijs is ontwik -
keld en voortdurend wordt doorontwikkeld. Het is een bewezen totaalconcept dat in meer dan 10.000 klaslokalen in Nederland en België is toegepast.
KLIMAATBEHEERSINGSSYSTEMEN IN SCHOLEN
Ons doel is duidelijk: het creëren van een gezonde omgeving waarin leerlingen en docenten optimaal
“Scholen besparen gemiddeld 40% op hun energierekening met het ScholenºConcept”
kunnen functioneren. Door een gezond binnenklimaat stijgen leerprestaties en verbetert het welzijn van zowel leerlingen als personeel. We bieden niet alleen frisse lucht aan meer dan 300.000 kinderen; we verminderen ook het energieverbruik in onderwijsgebouwen. Scholen besparen gemiddeld 40% op hun energierekening met het ScholenºConcept. “Het ScholenºConcept is zowel in nieuw- als verbouw toepasbaar. Het grote voordeel bij een decentraal systeem is dat er aanzienlijk minder kanaalwerk in de school nodig is, daarnaast is er nagenoeg geen inregelproblematiek. Ook voldoet het aan de Frisse Scholen klasse B-vereiste”, aldus Jan Geert Wind, adviseur ScholenºConcept.
HET SCHOLENºCONCEPT
Per klaslokaal komt er een ComfortºPlus unit in het systeemplafond. Sensoren meten de temperatuur, het CO2-niveau en de aanwezigheid van mensen in het lokaal. Naar aanleiding van deze metingen wordt er op een tochtvrije manier lucht in de ruimtes gebracht met inblaasroosters. De units kunnen ventileren, koelen en verwarmen; bovendien kunnen zonneschermen en de verlichting op het systeem aangesloten worden. Het systeem werkt geheel automatisch. Op een bedieningspaneel aan de muur kan de leerkracht gemakkelijk de temperatuur instellen. Standaard worden de units aangesloten op de meldkamer van Klimaatgroep Holland, die 24/7 gemonitord wordt. De school ontvangt eigen inloggegevens om altijd inzicht te hebben in de gemeten waarden. “Dankzij een intelligente warmteterugwinning wordt er zeer energiezuinig gewerkt. Nachtkoeling zorgt ervoor
“Wij bieden als enige maar liefst 10 jaar product- en prestatiegarantie. Dit wordt gecombineerd met een onderhoudscontract voor het allerbeste resultaat en zorgt voor een exploitatie zonder verrassingen.”
Harry Vaatstra, directeur van Klimaatgroep Hollanddat iedereen ‘s ochtends in een fris lokaal kan beginnen”, aldus Jan Geert. “Bovendien zijn onze klimaatsystemen de allerstilste op de markt, met slechts 32,5 dB(A).” De units zijn zo ontwikkeld dat ze uitgevoerd kunnen worden met een waterbatterij of een DX batterij. Er is dus de mogelijkheid tot een gasloos systeem.
HET VERNIEUWDE SCHOLENºCONCEPT
Op de VSK presenteerde Klimaatgroep Holland de nieuwe ComfortºPlus CPR 14.30 i-WTW. Deze unit is deelbaar, waardoor de installateur een nog groter installatiegemak ervaart. Als extra werd er een recirculatie sectie toegevoegd, waardoor de aanwarming van het gebouw nog minder energie kost. Verder blijft het concept betrouwbaar zoals altijd.
DUMAVA SUBSIDIE
Een belangrijke ontwikkeling is de erkenning van het ScholenºConcept binnen de Subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA), die ingaat op 3 juni 2024. Dit maakt het nog aantrekkelijker voor scholen om te investeren in duurzame klimaatoplossingen.
Kijk voor meer informatie op www.klimaatgroepholland.nl
Kort nieuws
Studenten brengen met Expobike zorgtechnologie aan huis
Tijdens de Slimme Zorgestafette in het Experimenteerhuis in Zoetermeer is de Expobike gelanceerd. Studenten Verpleegkunde van mbo Rijnland gaan met deze bakfiets, gevuld met zorgtechnologie producten, de wijk in. Ze leren zorgprofessionals en inwoners van Zoetermeer wat zorgtechnologie is en laten hen ervaren op welke manieren zorgtechnologie kan helpen in het dagelijks leven.
De zorg verandert: de vergrijzing neemt toe en er is een enorm personeelstekort, waardoor ouderen zo lang mogelijk thuis wonen. Daar moeten zorginstellingen, onderwijs en overheid op inspelen. Zorgtechnologie kan helpen om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Onder aanvoering van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn & Zorg is mbo Rijnland samen met een aantal partners het Experimenteerhuis gestart. Een innovatieve plek in de Dutch Innovation Factory (DIF) in Zoetermeer waar studenten, zorgprofessionals, cliënten en mantelzorgers experimenteren met zorgtechnologie.
Expobike aan huis
Derdejaars studenten van de opleiding Verpleegkunde gaan elke twee weken een dag met de Expobike op pad. Ze brengen bezoekjes aan ouderen en laten zien welke hulpmiddelen er zijn om het leven makkelijker en aangenamer te maken. Zo zitten in de Expobike bijvoorbeeld de Helpsoq, een hulpmiddel waarmee ouderen gemakkelijk zelf hun steunkous kunnen aantrekken en een VR-bril waarmee een patiënt even kan wegdromen en wordt afgeleid van de pijn. Arjan van der Hoorn, directeur College Welzijn & Zorg bij mbo Rijnland, licht toe: “De Expobike is een mooi voorbeeld van innovatief en vernieuwend onderwijs. Dit is een win-win voor alle partijen, maar vooral voor de student, oftewel de zorgprofessional van de toekomst, de huidige zorgprofessional en de inwoner van Zoetermeer.”
Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn & Zorg (CIV) is een regionaal samenwerkingsverband tussen instellingen in het onderwijs, de zorg- en welzijnssector en diverse gemeenten. Kijk voor meer informatie op www.civ-welzijnenzorg.nl.
DUURZAAM & CIRCULAIR VERBINDEN
Duurzaam & circulair verbinden begint allereerst bij een goede verbinding met jezelf. Wil je verandering in de buitenwereld? Dan zul je met de juiste grondhouding zeker de juiste resultaten behalen. Immers een verzuurde houding, geeft verzuurde vruchten.
Die juiste grondhouding begint voor mij met het hebben van heldere intenties en een peaceful mindset. Immers alles wat we vanuit een energie van strijd initiëren zal vaak ook meer strijd opleveren. Alles wat vanuit inspiratie gebeurt, zal meer inspiratie opleveren. Dit is the law of multiplication. En zo zal alles wat vanuit eigenbelang wordt neergezet, onzuiverheid en ‘troubles’ (vertroebeling) met zich meebrengen; dit is the law of contamination.
Die laatste wet kan ook positief werken overigens. Het spreekwoord is niet voor niets: goed voorbeeld, doet goed volgen. Ik ben dan ook een groot fan van de boeken die Sibo Arbeek heeft geschreven voor het onderwijs. Wat een mooie projecten worden daar uitgelicht! Wat een fantastische energie spat daar van af! In de goede zin werkt dat ‘contagious’/ besmettelijk.
Vandaar dat ik deze column wil gebruiken om een aantal andere ‘changemakers’ uit mijn netwerk in de schijnwerpers te zetten. Immers duurzaam & circulair verbinden gaat ook om het leggen van duurzame relaties; de mensen waarmee we samenwerken (en hun kwaliteiten) zijn niet onbelangrijk. Vaak zie je dan ook dat het sociale aspect van samenwerking een belangrijkere voorspeller van succes is dan de inhoudelijke kant. Heb je de juiste mensen om je heen, dan kunnen er magische dingen gebeuren!
• Miranda Willems met haar Toekomstberaden en Plekberaden.
• Matthijs Bobeldijk met zijn boek ‘Impact. Zet vanuit je purpose case de wereld naar je hart’.
• Monique Dickhaut met haar bedrijf No waste decoration, upcycling designer.
• Geerke Versteeg van PHI Factory, circulair (inkopen) versnellen.
• Guido Braam van CCreators, inspiratoren voor de circulaire bouweconomie.
Bottomline? Kijk ook naar vanuit welke energie er wordt gewerkt. Aanstekelijk?
Dan zit je goed. De juiste inhoud volgt vanzelf.
Nanda Verbeek
Raadgever & sparringspartner voor changemakers
Eigenaar van De Creatiestudio 2.0 (www.decreatiestudio.nl)
Initiator van Inspirerende Scholen (www.inspirerendescholen.nl)
Maker van het KlimaatKennisKwartet (www.klimaatkwartet.nl)
no.6
Duurzaam en circulair exploiteren
In de mooie reeks van thema’s rond duurzaam en circulair werken in het volgende nummer aandacht voor het onderwerp Duurzaam en Circulair exploiteren. Dan gaat het uiteraard niet alleen om geld, of onderhoud, maar vooral om het niet slopen, het losmaakbaar bouwen en het bouwen voor 100 jaar of langer. Daarnaast gaat het natuurlijk om het creëren van een betekenisvolle omgeving, waarin de ontmoeting tussen mensen vanzelfsprekend plaats vindt. Begin juli 2024 valt deze Schooldomein weer in uw bus of is hij digitaal te bekijken.
Hieronder een greep uit de bijdragen:
• Groot interview met Wouter Valkenier: Circulair verbinder pur sang.
• Debat en extra katern over de vitale sportbeleving: Een andere benadering van een leven lang bewegen.
• Onderzoek studenten Vrije Universiteit: Waarom komen studenten niet terug naar de fysieke campus.
• Radboud Berchmanianum: Verantwoord inrichten met de inventarisatiescan.
• Nieuwbouw Nelson Mandelaschool Rotterdam: Een blijvend thuis in een duurzame leeromgeving.
• Nieuwe IKC Schuilingsoord: Bijzondere vormgeving refereert aan houten schuren in Zuidlaren.
• Scala College Alphen aan den Rijn: Vernieuwende visie op onderwijs perfect vertaald.
• Integrale inbedding EemsDeltacollege: Gebiedsvisie uitgangspunt voor samenhangend ontwerp.
• Aankondiging Onderwijsvastgoed Dag: Duurzame ontwikkeling steeds vaker onderdeel integrale visie.
• Organische nieuwbouw IKC Het Vogelnest: Natuur leidend in duurzaam ontwerp.
colofon
Schooldomein
Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl.
Uitgever
Schooldomein is een uitgave van IVVD B.V. en Ten Brink Uitgevers
Redactie
Sibo Arbeek, Natascha Bruinstroop, Brenda Breems Vaste medewerkers
Adri Pijnenburg, Ivo van der Hoeven, Anje Romein, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers (fotografie).
Redactieraad
De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag.
Redactieadres
Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, tel 06-82548370 E-mail: info@schooldomein.nl
Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein, Contactweg 66, 1014 BW Amsterdam, telefoon 06-82548370, brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Natascha Bruinstroop, natascha@fizz.nl.
De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl.
Abonnementen
Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 46,20 voor losse nummers e 8,20 incl. verzendkosten.
Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 september van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.
Productie
Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 5.
Decentraal
ventileren, beter leren
Snelle installatie Eenvoudig inpasbaar Energiezuinig
Wanneer flexibiliteit gewenst is! ‘BREEDVELD mobiele paneelwanden’.
www.breedveld.com
Zóóóveel flexibiliteit
BREEDVELD heeft dé oplossing als uw ruimte flexibel ingedeeld moet kunnen worden. Makkelijk verschuifbaar en zeer goed geluidsisolerend. Wij produceren, bouwen constructies om de wand heen en monteren met eigen specialisten. Bezoek onze website breedveld.com voor impressies of bel onze deskundige op 0487 - 54 28 88.
Mobiele paneelwanden, geluidsisolerende schuifwanden, mobiele glaswanden en vouwwanden. Scan deze QR code om direct op onze impressie pagina te komen.