Schooldomein 5 - mei 2017

Page 1

Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Hoe stem je de personeelsruimtes hierop af?

Allemaal relevante vragen die je beantwoord wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-) inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, mei 2017

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

5

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

De inrichting van het Atrium van Scholengemeenschap Marianum te Groenlo. Ontworpen en uitgevoerd door STALAD.

SCHOOLDOMEIN

Toekomstbestendig met dynamiek

THEMA: CONCEPTUEEL EN TASTBAAR DE LEEROMGEVING van Jasper Rijpma VERBINDEND GEBOUW faciliteert samenwerking DELTION COLLEGE ZWOLLE is een dorp in een stad OMGEVINGSDIENST controleert energiemaatregelen


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

‘AAN HET WERK KENT MEN DE MEESTER’

Kijkend naar de ruimte, creëren wij de ideale vloer. Met oogstrelend design en de juiste eigenschappen. Ontworpen en gemaakt in ons mooie Nederland. forbo-flooring.nl

creating better environments


VAN DE REDACTIE

Nummer 5 kent als thema Conceptueel en Tastbaar. Een prachtig thema, nu de rook van de verkiezingen is opgetrokken en waarschijnlijk net een nieuw kabinet is gevormd. Platform Onderwijshuisvesting (POH) heeft een aantal goede tips voor de nieuwe bewindslieden, die de huisvesting raken. Nog even op een rijtje: 1. Investeer in onderwijs; groepsgrootte verkleining bijvoorbeeld vraagt bouwkundige maatregelen. Uitgevoerd als een structurele uitbreiding (geen units voor enkel één regeerperiode) die natuurlijk multifunctio­ neel en duurzaam gerealiseerd wordt. Hiermee direct een kans om het gehele gebouw te vernieuwen. 2. Z et in op verduurzaming; de toekomstige generatie is zich zeer bewust van het klimaatprobleem en de urgentie om hier iets mee te doen. Verduurzaming van onderwijshuisvesting laat de huidige en toekom­ stige generatie leerlingen zien dat de overheid dit ook voor hen serieus neemt en het goede voorbeeld laat zien. 3. W erk aan een gezonde exploitatie; veel oude (en nieuwe) gebouwen hebben hoge exploitatielasten én een slecht binnenklimaat, waardoor scholen meer geld besteden dan wenselijk aan onderhoud en energie en lapmaatregelen voor een gezonder klaslokaal. Die verduurzaming van de exploitatie en verbetering van het binnenklimaat kunnen scholen en gemeenten niet alleen oplossen. De beschikbare middelen hiervoor zijn eenvoudigweg niet toereikend, zo heeft ook de Reken­ kamer aangetoond. 4. R egel renovatie; nu een schemergebied in de gemeentelijke verorde­ ning en de reden dat veel onderwijskundige en bouwkundige grepen

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

op het bordje van het schoolbestuur blijven liggen. Gemeenten hebben ook geen duidelijk handvat en dat is de reden waarom de VNG, de PO-Raad en de VO-Raad de minister vragen om renovatie in de verordening te regelen. In deze Schooldomein een mooi debat over integraal duurzaam bouwen en de relatie tussen opdrachtgever en partners in de bouwketen. Ook vertelt leraar van het jaar Jasper Rijpma welke leerom­ geving het beste bij de leerling van 2020 past, vertelt directeur Maria Pastoor hoe haar samenwerkingsschool in een prachtig gebouw werkt en laat de kleine kern Vuren zien hoe een bestaand gebouw op prachtige wijze kan worden getransformeerd. Kortom; niet alleen een conceptueel, maar vooral weer een heel tastbaar nummer. Heeft u zich trouwens al ingeschreven voor de Vakdagen voor Facilitair management in het onderwijs op 4 en 5 oktober in Nijkerk? In dit nummer meer informatie en lees vooral ook onze nieuwsbrieven en de facebookpagina van Schooldomein. Schooldomein is erbij! Veel leesplezier, Sibo Arbeek Hoofdredacteur

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt­ informatie zoeken.

wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

3


INHOUD BESTUUR EN BELEID

6

10

De leeromgeving van Jasper Rijpma De leraar van het jaar 2014 over de leeromgeving voor het onderwijs van morgen.

Uitgaven MI ruim hoger dan vergoeding Materiële instandhouding 270 miljoen euro duurder.

ONTWERP EN INRICHTING

19

D aglicht essentieel in nieuwe Rivers Arnhem “Moet je kijken wat een zee van licht van boven binnenvalt.”

22

V an kruip-door-sluip-door naar dynamische eenheid Marianum grijpt verbouwing aan om kritisch na te denken over organisatie.

25

15

G eslaagde vernieuwbouw Brede School Vuren Samenwerking gemeente en maatschappelijke organisaties versterkt kernen.

28

O nderwijs, (sport)evenementen en aandacht voor gezondheid Multifunctioneel sportcentrum het Activum is het hart van het Bentinckspark.

32

N ieuw gebouw creëert voorwaarden voor vernieuwend leren Zorgvuldig uitgewerkte onderwijsvisie in Brede School Centrum Brunssum.

THEMA

Conceptueel en tastbaar Hoe kan je ‘conceptueel en tastbaar’ herkenbaar maken in een gebouw en is dat in de architectuur zichtbaar te maken? We vroegen drie architecten daarover hun licht te laten schijnen.

36

Passie voor gebouwen

38

V erbindend gebouw faciliteert samenwerking

40

I ntegraal duurzaam bouwen economische faculteit

44

G ezond en toekomstbestendig schoolgebouw

Kees Overdevest van Alpha Consultancy over de ontwikkelingen binnen de utiliteitsbouw.

Onderwijs en zorg in het nieuwe Eduwiek.

Ontmoeting en innovatie in Rotterdam Business School.

Brede School Pieter van der Plas is een schoolvoorbeeld van een gezond en toekomstgericht onderwijsgebouw.

46

D eltion College Zwolle is een dorp in een stad 10.000 m² onderwijs- en praktijkruimten verbonden door een boulevard.

48 4

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

De zintuiglijke ervaring Een zoektocht naar de rol van de zintuigen in de beleving van architectuur.


51

Van tentoonstellen naar deelnemen

54

N ieuwe vloeren in bijzonder gebouw Regius College

Op bezoek in het fraai gerenoveerde Universiteitsmuseum Utrecht.

De voordelen van het nora nTx systeem voor snelle renovaties.

58 60

Vast waar het moet, flexibel waar het kan International School of The Hague blijft groeien.

E yecatcher tijdens de ‘Explore your brain week’ HUBB goed gebruikt in bibliotheek TU Delft.

62

Leren door kijken, beleven en vragen stellen

64

O mgevingsdienst controleert energiemaatregelen

Hoe nieuwe onderwijsconcepten hun vertaling krijgen in de huisvesting.

Leven scholen het Activiteitenbesluit na en voeren zij voldoende energiebesparende maatregelen uit?

66

E en brede school als een open plek in het park Brede School de Lotus in Nieuwegein werkt goed.

BOUW EN ORGANISATIE

69

B ijzonder schoolgebouw met vooruitstrevende onderwijsvisie Kindcentrum De Verwondering levert belangrijke bijdrage aan toekomst Nijmegen Noord.

70

Geslaagd gebouw door heldere visie MFC Atria Leusden verbindt vier gebruikers.

RUBRIEKEN

13 13 14 35 35 68 72 73 74

Kort nieuws

Onderwijstrends door Jaap de Kruijf

Het idee van de Alliantie Voedselonderwijs

Kort nieuws Meester – Gezel in het Soma College De etalage Het atelier over circulair stadskantoor Venlo Column van Sander van der Pols Vooruitblik naar Schooldomein 6

20 25 39 47 67


GROOT DENKEN ZONDER BEPERKINGEN

De leeromgeving van Jasper Rijpma 6

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


BESTUUR EN BELEID

Tekst Sibo Arbeek

Jasper Rijpma (1984) werkt op het Hyperion Lyceum in Amsterdam als docent geschiedenis. Ook geeft hij een vak genaamd Grote Denkers, dat hij samen met collega’s ontworpen heeft. Op zijn school heeft Jasper daarnaast ‘Bureau V’ opgericht, waar leerlingen zich voor kunnen aanmelden die willen verdiepen, versnellen, verrijken of verbreden. Welke leeromgeving hoort bij het onderwijs van morgen?

O

p 4 oktober 2014 werd Jasper verkozen tot Leraar van het Jaar voor de sector Voortgezet Onderwijs. De jury over Jasper: “Deze collega werkt op weloverwogen pedagogische wijze en combineert structuur en vrijheid op een hele goede manier. De vrijheid van de leerling staat voorop, maar de regie wordt in eigen hand gehouden. Samenwerking met collega’s staat hoog in het vaandel. Deze leraar is ambitieus en innovatief in het streven om de beste lessen te geven. Reflecteren op eigen lesgeven is van groot belang. Geen standaardwerk maar altijd maatwerk. Hij wil leerlingen inspireren voor brede, maatschappelijke thema’s en hun kritisch en creatief denkwerkvermogen stimuleren.” Tijdens het interview is Jasper net terug uit Dubai, waar de Varkey Foundation de jaarlijkse Global Teacher Prize organiseert: “De ambassadeurstitel van het onderwijs en de beroepsgroep is naar een ander gegaan, dus kan ik mijn aandacht weer gewoon aan de leerlingen van het Hyperion Lyceum geven.” In zijn blogs vraagt Jasper aandacht voor wezenlijke vragen over het ‘waartoe’ van het onderwijs, waarbij hij pleit voor een versterking van het bildung-aspect van het onderwijs. Ook vraagt hij meer aandacht voor talentontwikkeling, flexibele onderwijsprogramma’s en oog voor individuele verschillen in de klas: “Je hebt te maken met jonge mensen die zich verwonderen over wat er te halen valt in het leven. De toekomst ligt aan hun voeten en jij speelt daar een sleutelrol in. Hoeveel leerlingen zal ik inmiddels onder mijn hoede hebben gehad in de tien jaar dat ik voor de klas sta? 800? 1.000? Ik wil niet beweren dat ik op al deze leerlingen een even grote mate van invloed heb gehad. Wel illustreert dit gegeven het bereik van een docent – en ik begin voor mijn gevoel pas net! Als docent heb jij een unieke kans om wat van jouw waarden over te dragen op komende generaties.” VOORWAARDEN VOOR GOED LERAARSCHAP “Een goede docent zou dus in de eerste plaats idealen moeten opstellen. Nadenken over waar je voor staat. Wat je mooi en goed vindt in het leven. Of voor welke valkuilen je leerlingen wilt waarschuwen.

We confronteren de leerlingen met de schatkamer van de ideeëngeschiedenis en we dagen hen uit om zelf groot te leren denken. We leggen hen ethische dilemma’s voor zodat ze na leren denken over goed en kwaad. Het doel van dit alles is om hen een eigen kijk op de wereld te laten creëren. Het vak Grote Denkers is daarom een combinatie tussen levensbeschouwing, maatschappijleer, geschiedenis en filosofie. Wereldgericht onderwijs, waarbij leerlingen samen Groot leren Denken. Als tweede voorwaarde voor goed leraarschap zou ik twee kernkwaliteiten onder de aandacht willen brengen: betrokkenheid en ambitie. Betrokkenheid zou voor zich moeten spreken als kernkwaliteit van een goede leraar. Een leraar die geen oog heeft voor individuele leerlingen laat een hoop potentieel onbenut. Idealen ontwikkelen, doelen opstellen, betrokkenheid, ambitie. Dit zijn in mijn optiek de belangrijkste randvoorwaarden. Daar komen bij: vakkennis en ambachtelijke vaardigheden. Oftewel, een stuk vakmanschap. Gelukkig zijn ambachtelijke vaardigheden aan te leren en ik zou dan ook willen pleiten voor meer ambachtelijke vaardigheden op de academische leraaropleidingen. Een goede docent reflecteert op zijn of haar eigen onderwijs door middel van evaluatie door leerlingen. Een goede docent staat open voor peer review. Hij of zij laat anderen toe in de les en gaat zelf ook eens kijken bij een ander. Een goede docent ontwerpt samen met zijn of haar collega’s onderwijs en staat open voor feedback.” AMBITIE ALS KERNKWALITEIT “Op ambitie lijkt een taboe te liggen in het Nederlandse onderwijs. Ik vind dat het onderwijs wel wat ambitie kan gebruiken en daar kunnen we leren van het bedrijfsleven. Ambitie om het maximale uit je leerlingen te willen halen bijvoorbeeld. Ik zelf ben een voorstander van meer persoonlijke leerervaringen. ICT stelt mij in staat om te kunnen differentiëren op leerstijl, tempo en niveau. Zo probeer ik het beste uit mijn leerlingen te halen. In mijn rondgang in het onderwijswereldje ben ik echter genoeg excellente leraren tegengekomen die dit bereiken door frontaal, docent-gestuurd les te geven. Een goede vriend van

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

7


mij bijvoorbeeld geeft les op een vmbo in Amsterdam Noord en laat jaar in jaar uit zijn leerlingen excelleren bij de examens. Dit alles op een traditionele, docent-gestuurde manier. Ambitie betekent ook: de best mogelijke lessen willen geven. Stel lesdoelen op, ontwerp materiaal, bedenk werkvormen die hierop aansluiten. Het liefst in samenwerking met anderen, daarover later meer. Ten slotte: ambitie houdt ook in dat je zelf in beweging blijft. Onderzoek laat een mooie S Curve zien in de ontwikkeling van vaardigheden bij docenten. In zijn eerste jaren leert de docent razendsnel, maar zodra hij of zij het kunstje beheerst sluipt de routine erin en treedt stagnatie op. Ambitie is de kernkwaliteit die docenten in staat kan stellen om over de eigen schaduw heen te stappen.” KEUZE UIT TWEE STROMEN “Er is eigenlijk niet zoveel veranderd de afgelopen eeuw. Nederland heeft een mooi stelsel met een decentrale vrijheid. Scholen mogen grotendeels hun eigen curriculum bepalen. De structuur van kennis in vakken als losse eenheden, waar kennis ingegoten wordt, is ongewijzigd. Ik zie twee stromingen; de ene school zegt dat het al 200 jaar goed gaat. Dat wordt door PISA-onderzoek bevestigd. De andere stroming stelt dat de 21e eeuw om andere vaardigheden vraagt, met name door ontwikkelingen als de robotisering en digitalisering. We leiden mensen op voor banen die niet meer bestaan, omdat de ontwikkelingen elkaar razendsnel opvolgen en we niet weten op wat voor wereld we onze leerlingen voorbereiden. Ik denk dat deze eeuw andere uitdagingen gaat stellen. Dat is ook een structuurdiscussie die ertoe leidt dat we de leergebieden moeten ontschotten. Die twee stromingen laten zich vertalen naar de pedagogisch didactische benadering; hoe geven we les? Aan de ene kant het klassikale onderwijs met directe instructie. Daar valt veel voor te zeggen, omdat is aangetoond dat het een efficiënte manier is. En daarnaast het modulair leren, wat een andere aanpak en andere vaardigheden vereist. Daar moet je probleemoplossend vermogen ontwikkelen en dat vraagt om een andere benadering. Leerlingen krijgen meer autonomie en verantwoordelijkheid. Dat betekent ook loslaten en fouten durven maken. Daarmee verandert de rol van de docent ook. Die twee debatten definiëren het onderwijs. Op de meeste scholen wordt de discussie welke kant we opgaan.” GEVOLGEN LEEROMGEVING “Het is verbijsterend om waar te nemen dat de structuur van de vakken vanaf de 19e eeuw ongewijzigd is gebleven, terwijl het aannemelijk is dat we voor de 21e eeuw andere competenties nodig hebben. We moeten kinderen kritisch leren denken, met compassie voor de ander en respect voor afwijkende denkbeelden. Dat zijn leerdoelen die zeker zo be-

8

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

“Een goede docent zou in de eerste plaats idealen moeten opstellen”

langrijk zijn als klassieke kennis. Gert Biesta heeft mij geleerd dat onderwijs meer is dan kwalificatie voor de arbeidsmarkt alleen, waarbij het vooral gaat om kennis met zo goed mogelijk resultaat en de bijpassende vaardigheden. Dat is een povere manier om naar onderwijs te kijken. Onderwijs is ook dat de leerling de beste versie van zichzelf leert kennen en verantwoordelijk burger leert te zijn. Die discussie over de inrichting van het onderwijs heeft gevolgen voor de inrichting van de leeromgeving. Met architectuur leg je de didactiek vast in steen. Wanneer je onderwijs­ visie geënt is op een heldere structuur met een opbouw in klassen bouw je een andere schoolomgeving dan wanneer je andere doelen centraal stelt. Ik heb zelf die verandering doorgemaakt van klassikaal naar leerlinggestuurd en ben de omgeving gaan gebruiken om mijn lesmethode te verrijken. Ik ben de aula in de school als leerruimte gaan gebruiken, waardoor ik in werkvormen kon differentiëren. Dat leverde groepen op die met projecten bezig waren of met zelfstudie. Ik had de deur van het lokaal open staan waardoor


BESTUUR EN BELEID

ik hen in de gaten kon houden en een open leeromgeving ontstond. Dat was gewoon creatief met mijn fysieke omgeving omgaan. Dat betekent niet dat ik niet van directe instructie hou; ik vind het heerlijk om af en toe een verhaal te houden, maar wil hen ook eigenaarschap over het leerproces laten ervaren, omdat ik denk dat ik ze hiermee verder kan helpen in het leven. Daar horen begrippen bij als autonomie, zelfstandig leren en plannen. Als je de schotten die we tussen de leergebieden hebben geschoven weghaalt

“Met architectuur leg je de didactiek vast in steen” en meer vakoverstijgend gaat werken verandert de rol van de leraar. Dat betekent ook dat de werkomgeving van de docent verandert. Ik wil kunnen werken in een omgeving waarin leraren ook werken en ik collega’s op competenties tegenkom. Mijn aanwezigheid zorgt ervoor dat de leerlingen gestimuleerd worden, omdat ik in dezelfde ruimte leer en werk. Dat is anders dan het klassieke beeld van auladienst en personeelsruimten waarin docenten hun pauze doorbrengen. Deze opvatting over het pedagogisch-didactisch model is aan een flinke revisie toe.” COMPROMISSEN MOGEN De architect van ons nieuwe gebouw Ector Hoogstad en ICSadviseurs voelden onze wensen goed aan. Architecten zijn vaak visionaire mensen, met het gevaar dat hun ontwerp te ver van de gebruikers staat. Zij hebben met de teams gesproken, en kwamen natuurlijk ook die twee stromingen tegen van docentgestuurd en leerlinggestuurd. Waar liggen de accenten, hoe willen we de ruimten inrichten, hoeveel schotjes willen we, willen we vanuit het vak denken of vanuit competenties? Zonder schotten kun je geen vak geven en minder vakken betekent meer projecten. Die keuzen zijn fundamenteel voor het onderwijs en de vertaling in leeromgevingen. Compromissen zijn zeker mogelijk. Ik geef geschiedenis in het vak grote denkers, dat in de hoek van mens en maatschappij zit. Dat ligt bij grammatica of wiskunde anders, waar het vaak efficiënter werkt om een groep directe instructie te geven. Dus hebben we zowel instructieruimten als meer open leerruimten nodig, waarin projectmatig gewerkt kan worden. Er komt trouwens een glijbaan in het nieuwe gebouw als een iconisch element. Als opvoeder weet ik niet of ik er blij mee ben, maar het is leuk om te laten zien dat leren ook spelen kan zijn.” Kijk voor meer informatie op jasperrijpmablog.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

9


Tekst Willemien Bakker, Benno Mooi en Dieuwertje Smit (allen Berenschot) en Maarten Groenen (ICSadviseurs)

MATERIËLE INSTANDHOUDING 270 MILJOEN EURO DUURDER

Uitgaven MI ruim hoger dan vergoeding Uit onderzoek van Berenschot en ICSadviseurs, in opdracht van het ministerie van OCW, blijkt dat de uitgaven die besturen in het primair onderwijs doen voor de materiële instandhouding gemiddeld E 270 miljoen of 35% hoger zijn dan de MI component uit de Lumpsum financiering1. Dit betekent dat besturen de materiële instandhouding deels compenseren met de personele component van de Lumpsum financiering.

D

e materiële instandhouding bestaat uit 5 componenten: onderhoud, energie- en waterverbruik, publiekrechtelijke heffingen, middelen en beheer, bestuur en administratie. Jaarlijks onderbouwt het ministerie van OCW in het Programma van Eisen (PvE) de betreffende vergoeding per onderdeel. Uit gesprekken met bestuurders blijkt dat veel besturen deze PvE gebruiken als leidraad voor het verdelen van de middelen. Aan de hand van de jaarrekeninggegevens van 705 schoolbesturen, over de periode 2010-2014, is voor alle componenten (met uitzondering van publiekrechtelijke heffingen en beheer, bestuur en administratie) onderzocht hoe de inkomsten zich verhouden tot de uitgaven op dat onderdeel. Zoals te zien is in onderstaand figuur zijn de uitgaven

10

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

voor alle onderdelen (behalve schoonmaak) hoger dan de inkomsten. Met name de overschrijding op nutsvoorzieningen is groot; de uitgaven liggen 81% hoger dan de inkomsten. AFWEGING IN BESTEDING Dat schoonmaak het enige onderdeel is met een overschot, betekent niet per definitie dat het budget toereikend is. De hoogte van de uitgaven komt namelijk voort uit de afweging die besturen maken ten aanzien van de onderstaande drie elementen: 1. Huidig niveau voorzieningen (hoger huidig kwaliteitsniveau vereist minder investeringen) 2. Gewenst niveau voorzieningen (hoger gewenst voorzieningenniveau vereist meer investeringen) 3. Beschikbare middelen / prioriteiten


BESTUUR EN BELEID

“Hoewel duidelijk is dat de inkomsten en uitgaven niet in balans zijn, is het niet mogelijk om te bepalen of de MI vergoeding voldoende of onvoldoende is” GEREALISEERD NIVEAU ONVOLDOENDE Elk schoolbestuur maakt op basis van bovenstaande punten een afweging ten aanzien van het te realiseren kwaliteitsniveau van de voorzieningen en daarmee direct de hoogte van de uitgaven voor de materiële instandhouding. Hoe schoolbesturen deze afweging maken viel buiten de scope van het onderzoek. Echter, op basis van gesprekken met school­ besturen blijkt wel dat de besturen het gerealiseerde niveau van de voorzieningen over het algemeen als onvoldoende ervaren, ondanks dat ze er al meer aan uitgeven dan ze ervoor ontvangen. Hoewel duidelijk is dat de inkomsten en uitgaven niet in balans zijn, is het niet mogelijk om te bepalen of de MI vergoeding voldoende of onvoldoende is. Hiervoor moet namelijk eerst worden bepaald wat het gewenste niveau van de voorzieningen is (zie rode

vakken in onderstaand figuur). Pas dan kan worden bepaald in welke mate dit gewenste niveau met de huidige vergoeding kan worden gerealiseerd. PVE’S GEEN REALISTISCH REFERENTIEKADER Het is echter wel duidelijk dat de hoogte van de vergoedingen uit de PvE’s en de onderbouwing ervan niet aansluiten bij de werkelijkheid. Schoolbesturen kunnen daarom beter gebruik maken van kengetallen of benchmarks als referentiekader voor hun uitgaven/begroting. Door daarnaast actief te sturen op het beheersen van de uitgaven voor de materiële instandhouding kan het beslag op de personele component worden geminimaliseerd. Experts hebben voor u bijgaande tips geformuleerd. Sommige tips lijken misschien voor de hand te liggen, maar de praktijk laat zien dat op deze punten vaak echt winst te behalen valt. Het totale verschil van de onderzochte componenten komt neer op 11%. Wanneer de post ‘overige materiële lasten’ naar rato wordt toegerekend komt het totale verschil op 35%.

1

Kijk voor meer informatie op rijksoverheid.nl.

Wilt u meer weten over de uitkomsten van het onder­zoek? Het rapport is openbaar toegankelijk via de website van het ministerie van OCW of neem contact op met van Berenschot (telefoon 030-2916916) of ICSadviseurs (telefoon 088-2350427).

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

11


DEMEEUW MAAKT RUIMTE VO O R D E T O E KO M S T

DEMEEUW biedt ruimte. Jezelf kunnen ontplooien is essentieel om gelukkig te zijn. Daar heb je ruimte voor nodig. Ruimte die DEMEEUW je biedt. Letterlijk en figuurlijk. Met inspirerende concepten. Waarbij volledige herinzetbaarheid de grondslag is. Wij kijken verder. Vinden gebruik belangrijker dan bezit. Wij maken ruimte voor inspiratie. Maken ruimte voor ontwikkeling. Maken ruimte voor de toekomst. Wij zijn DEMEEUW. TOEKOMSTBOUWERS.

WWW.DEMEEUW.COM


Kort nieuws

Column

International Breeam Award voor Energy Academy Europe

HUIDIG AFGAAND TIJ MAAKT OUDE STRUCTUREN WEER ZICHTBAAR

E

nergy Academy Europe, de indrukwekkende nieuwbouw van de Rijksuniversiteit Groningen, is in Londen winnaar geworden van de prestigieuze International BREEAM Award 2017 in de categorie ‘Mixed Use & Other’. Voor dit gebouw is gekozen voor een low-tech benadering van het energievraagstuk. Het gebouw maakt gebruik van wat in ruime mate voorhanden is: de elementen aarde, water, lucht en zonlicht. Zonnepanelen leveren energie 1, een ‘zonneschoorsteen’ helpt de natuurlijke ventilatie, de wintertuin en het gebruik van aardwarmte en –koeling zorgen voor een aantrekkelijk binnenklimaat. Tot slot wordt regenwater opgevangen voor toiletspoeling en plantenbewatering. Tegelijkertijd is de Energy Academy Europe het eerste nieuwe grote aardbevingsveilige gebouw in Groningen. Als de natuurlijke bronnen tijdelijk niet voldoen, zijn back-upinstallaties voorzien voor verwarming, ventilatie en verlichting. Dankzij het slimme ontwerp verbruikt het gebouw weinig energie en tegelijktertijd wekt het nog meer energie op. Daarmee is de Energy Academy Europe het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland. Het nieuwe gebouw van de RUG is een combinatie van kantoren, onderwijsfuncties en vooral veel laboratoria voor energieonderzoek. ICSadviseurs stond aan de basis van dit prachtige, aardbevingsbestendige project, bij het opstellen van het programma van eisen en het begeleiden van de ontwerpfase. Het ontwerp is van Broekbakema, PvanB, DGMR, Wassenaar BV en ARUP. Meer informatie: schooldomein.nl /eae-breeam.

Nooit beseft dat de demissionaire status van een Kabinet zoveel potentieel controversiële onderwerpen oplevert. Alleen al het Ministerie van OCW kent een groslijst aan onderwerpen en procedures die het aantal van tweehonderd ruim overschrijdt. Deze constatering schetst ook een beeld van de continue stroom van acties die rond het onderwijs plaatsvindt. Voor ieder die werkzaam is in of rond het onderwijs een leerzame momentopname. Demissionair of niet, de stroom van adviezen en onderzoeken gaat onverminderd door. Zo verscheen eind maart een rapport van de Commissie Macrodoelmatigheid MBO over de arbeidsmarktperspec­ tieven van niveau-2 opleidingen. Gevoegd bij andere rapporten over arbeidsmarktontwikkelin­ gen, robotisering en vakmanschap, kan een missionaire minister van onderwijs aan de slag om studenten met opleidingen op dit niveau een toekomstperspectief te bieden. Terwijl de politiek beleid-vakantie houdt, worden in de praktijk concepten getoetst op haal­ baarheid en zinvolheid. Afgezien van de gekozen begrippen, staat ‘maakkunde’ en ‘codeer­ kunde’ in het basisonderwijs voor praktische vernieuwingen die op elke school uitgeprobeerd kunnen worden, zonder dat er al besluitvorming en regelgeving op is losgelaten. Voeg er ‘zorgkunde’ aan toe en ongemerkt werken we al aan een aantal 21-eeuwse vaardigheden. Een formele beleid-rustige periode geeft ook tijd om de golfbeweging van trends in onder­ wijsland te bekijken. Sta eens stil bij de vernieuwingsgolven die in de laatste decennia van de vorige eeuw dijkdoorbraken veroorzaakten in vooral de polder van het beroepsonderwijs. De vernieuwingen stroomden binnen na de verlenging van de leerplicht (in 1969 tot negen en in 1975 tot tien schooljaren). In de stroom van de tijd zijn de opleidingsverbanden doorgeknipt tussen lager, middelbaar beroepsonderwijs (denk aan de SVM-operatie), begon de afbouw van het vhbo (voorbereidend hoger beroepsonderwijs), werd de positie van bedrijfsleven bij de inrichting van dit onderwijs teruggedrongen en bleek schaalvergroting en avo-isering niet te stuiten. De beschrijving van de omvang en de diepte van deze vernieuwingsgolf is verre van compleet. Interessant is nu om te zien welke contouren toch weer opduiken nu de stroomrichting verandert. Om in deze beeldspraak te blijven - het huidig afgaand tij maakt oude structuren weer zichtbaar. Met inzet van veel energie en middelen worden doorlopende leerlijnen hersteld en staat de relatie mbo naar hbo weer voluit op de agenda (ook een vhbo?). Bedrijfsleven wordt op alle niveaus aangesproken als panacee voor curriculum, vakinhoud en praktijkervaring in de klas. Kleinschaligheid en overzichtelijke eenheden zijn weer voorwaarden voor kwaliteit. Terug in de tijd? Nee, echter herkenning van permanente waarden voor toekomstbestendig beroepsonderwijs. Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

13


Het idee In de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van de Alliantie Voedselonderwijs.

Structureel voedselonderwijs voor ieder kind

O

p veel basisscholen wordt aandacht besteed aan voeding en gezondheid. Helaas is dit nog niet op iedere school het geval en is het nog geen vast onderdeel van het curriculum. De Alliantie Voedsel­ onderwijs, die bestaat uit ruim 50 organi­saties op het terrein van voeding, onderwijs en ouders, wil dat op korte termijn ieder kind op iedere basisschool onderwijs krijgt over voed­ sel en de vaardigheden aanleert om gezonde en bewuste keuzes te maken. Belangrijk is dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande initiatieven en dat de inbed­ ding plaatsvindt in overleg met het onderwijs en de leerkrachten. Vorig jaar oktober zijn al 16.000 handteke­ ningen van Nederlanders die het initiatief

14

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

ondersteunen, aangeboden aan toenmalig staatssecretaris Van Dam. De wens leeft dus breed in de samenleving. Ook een groot aantal politieke partijen heeft zich in de aan­ loop naar de verkiezingen uitgesproken voor structureel voedselonderwijs. Samen met deze partijen wil de Alliantie bewerkstelligen dat het ook een plek krijgt in het regeerakkoord. Uit onderzoek blijkt dat voedselonderwijs op de basisschool helpt bij de ontwikkeling van een gezond en duurzaam voedingspatroon. Kinderen die meer weten over hun voedsel (herkomst, productiewijze, samenstelling of bereiding) hebben een grotere kans op een gezond voedingspatroon. Maar voedselonder­ wijs is meer dan alleen luisteren. Juist door op structurele wijze kennis te combineren met

vaardigheden, zoals koken, samen eten, proe­ ven of groente verbouwen, wordt de impact van voedselonderwijs vergroot.

De Alliantie Voedselonderwijs is begin september 2016 opgericht. De initiatiefnemers van deze campagne zijn Jaap Seidell (hoogleraar Voeding en Gezondheid, Vrije Universiteit Amsterdam), Pierre Wind (kok), de Youth Food Movement (YFM) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). De Alliantie Voedselonderwijs bestaat verder uit leden en ondersteuners die de noodzaak voor structureel voedselonderwijs voor ieder kind onderschrijven en zich hier actief voor inzetten. Meer informatie vindt u op www.voedselonderwijs.nl.


ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

Conceptueel en tastbaar Hoe kan je ‘conceptueel en tastbaar’ herkenbaar maken in een gebouw en is dat in de architectuur zichtbaar te maken? We vroegen drie architecten daarover hun licht te laten schijnen.

p ROOSROS ARCHITECTEN Hout- en Meubileringscollege. Beleef het ambacht! Het thema conceptueel en tastbaar past als een jas bij het Hout- en Meubileringscollege in Rotterdam. Een dynamische vakmanschool met een robuuste uitstraling. Beleving, ondernemerschap en het ervaren van de opleiding spelen de hoofdrol in het ontwerp. Het Hout- en Meubileringscollege is een transparant ontworpen gebouw, van buiten

is zichtbaar wat er binnen gebeurt. Aan het OV-knooppunt Melanchtonweg is een open, laagdrempelige entree ontworpen waar de bezoeker direct in het hart van het gebouw komt. De kantine, centrale entree en daarop aangesloten binnenstraat met winkels, ‘beursstands’ en belevingsruimtes zijn publiek toegankelijk en vormen een etalage van het onderwijs.

school versterkt. In materialen, detaillering en afwerkingen is volop geëxperimenteerd met technieken in hout, metaal en stof. De wanden zijn voorzien van spiegels, bulletin­ boards, kunstwerken, vitrines en schrijfwanden. Zo worden door het gebouw heen producten van de designers, meubelmakers en vaklieden van de toekomst gedeeld.

In interactieve workshops met docenten en studenten, ontstond een interieur dat het ambachtelijk en creatieve karakter van de

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

15


KONING ELLIS ARCHITECTEN – ANNEGIEN VAN DIJK

Structuur, duidelijkheid, rust en geborgenheid, hoe vertaal je dat in een gebouw? De Daaf Gelukschool in Haarlem verzorgt onderwijs voor VO-leerlingen die meer aandacht, begeleiding en hulp nodig hebben, zoals leerlingen met een stoornis in het autistische spectrum. Een rustige, heldere en huiselijke sfeer was dan ook vanzelfsprekend uitgangspunt voor ons ontwerp. Met een zorgvuldige renovatie wisten we de helderheid van het oorspronkelijke gebouw terug te brengen. De kenmerkende geo­

16

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

metrie met haakse hoeken en rechte lijnen hebben we overgenomen in de nieuwbouw, wat heeft geleid tot de verbetering van routing, zichtbaarheid en herkenbaarheid. Nieuwe openingen en ramen zorgen voor lange zichtlijnen die nieuw en oud niet alleen fysiek maar ook visueel met elkaar verbinden. De ruimtelijke opzet van de nieuwbouw zorgt ervoor dat er altijd licht is aan het einde van de brede gangen, zodat je je eenvoudig kan oriënteren. Het interieur is prikkelarm. Een kleurenpalet van wit en grijs vormt een rustige basis, het blank eiken

geeft warmte en geborgenheid; de uitgesproken kleur grasgroen markeert plekken en verbindt oud en nieuw. Dit geeft houvast, helderheid, structuur, rust. Het resultaat van ons concept is dagelijks tastbaar: “We merken het verschil met de oude locatie. De leerlingen zijn rustiger en voelen zich echt thuis” - Monica van den Hoven (directrice Daaf Gelukschool).


Foto: Sjaak Henselmans

ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

SVP ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW – MARJON MORS

Conceptueel betekent ‘op een idee ge­ baseerd’ en een idee ontstaat in iemands hoofd. In het hoofd van een leerkracht, een schooldirecteur of een leerling. Een goed idee werkt inspirerend. Het is aan de architect om dit idee te vertalen en letterlijk tastbaar te maken. Tastbaar als object, maar ook voelbaar als ruimte. Als het goed is zal het tastbare zelf ook weer inspireren en tot nieuwe ideeën in gebruik leiden. Het nodigt uit tot een bepaald gedrag, het inspireert tot iets anders, en als het héél goed gedaan is …. tot iets dat nog niet voorzien was.

Ook de architect zelf heeft ideeën, gebaseerd op creativiteit en ervaring. Het conceptuele denken is het vak van de architect en dat is wat wij dagelijks doen en goed kunnen. De foto laat zien dat een muur meer is dan een gesloten vlak. De muur reguleert verkeersstromen, geeft beschutting aan leerpleinen, is gesloten maar ook transparant, is prettig aanwezig en prikkelt de fantasie. Je wilt eraan zitten, doorheen kijken, iets inzetten, iets inhangen …… en hopelijk ook nog iets dat we niet hadden voorzien!

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

17


2017

POF

Platform onderwijs & facilitair

s ij w er d n o et h in t en em g a n a Vakdagen voor facilitair m and’ - De Loods ll

van Ho 4 - 5 oktober 2017 - Nijkerk ‘Hart

Het Platform Onderwijs & Facilitair (POF 2017) is bij uitstek de beurs met alle thema’s in het facilitair management van onderwijsinstellingen. •

Voor directies, besturen, management en overheden.

PO, VO, MBO, HBO en WO

Exposanten en actueel en relevant programma van workshops en presentaties. Schoolomgeving Inrichting

Huisvesting

Schoonmaak

Catering

Dienstverlening ICT & multimedia

Noteer alvast in uw agenda: 4-5 oktober 2017 POF 2017 in De Loods Hart van Holland in Nijkerk!

Veiligheid & beveiliging

Partners

www.pof-online.nl


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Dick Holthuis

ONTWERP EN INRICHTING

Daglicht essentieel in nieuwe Rivers Arnhem

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

19


Tony van Zon van VELUX Nederland wijst naar boven in het atrium van de nieuwe Rivers International School Arnhem: “Moet je kijken wat een zee van licht van boven binnenvalt, waarbij de twee centrale hallen in elkaar overlopen en als het ware door de twee modulaire lichtstraten worden opengebroken.� Een verhaal over veel natuurlijk licht en tevreden gebruikers.

< Vlnr. Jochen Katzer, Peter Jorissen, Tony van Zon

20

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


ONTWERP EN INRICHTING

P

eter Jorissen is vanuit Quadraam vastgoed beheerder van alle gebouwen in Arnhem Zuid onder het bestuur. Hij is zeer tevreden met de geweldige lichtinval via de lichtstraten, die tot in alle gangen en ruimten doordringt: “We kiezen bewust voor duurzaamheid. De komende twee jaar brengt Quadraam zonnepanelen en ledverlichting op alle scholen aan. Maximaal gebruik maken van natuurlijk licht was dan ook onderdeel van de uitvraag voor deze school. De architect van LIAG heeft dat goed opgepakt en het gebouw vanuit licht en lucht ontworpen voordat er over installaties werd nagedacht. We hebben veel glas in het gebouw, waardoor er automatisch al comfort is. Bij natuurlijke ventilatie via het dak heb je minder of geen airco nodig. Daardoor heb je installatietechnisch minder nodig om aan te vullen. We hebben 60% minder kunstlichtverbruik en het gebouw is goed geïsoleerd. Daglicht is ook goed voor de beleving en je ziet dat mensen er positief op reageren; met natuurlijk licht haal je ook nog een keer gratis vitamientjes in huis.” Tony knikt: “Als je bij een ondergaande zon van boven naar beneden kijkt zie je het effect van de zonnestralen het mooist. De hele dag door heb je verschillende lichtschakeringen in het gebouw, die het ook een natuurlijke en warme kwaliteit geven. Gelukkig zijn er steeds meer scholen die met daglicht bouwen. Dat zien we ook steeds meer bij renovatieprojecten.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Rivers International School Arnhem Lichtstraten VELUX Nederland Architect LIAG architecten en bouwadviseurs Aannemer PHB Deventer Ingebruikname april 2017

LICHT VANUIT HET DAK Tony verder: “De trend binnen scholenbouw is dat opdrachtgevers en architecten eerder nadenken over lichttoetreding via het dak. Dat heeft even geduurd, omdat gangbare toepassingen met hout, kunststof of aluminium na verloop van tijd vaak lekkages kenden. Het probleem was ook dat toepassingen altijd vanuit de gevel werden opgebouwd en daardoor kwetsbaar waren. VELUX beredeneert licht altijd vanuit het dak en met de kennis die we de afgelopen 75 jaar hebben opgebouwd. Met onze dakramen en lichtkoepels hebben we geweldige lichtstraten ontwikkeld. We kunnen opdrachtgevers en ontwerpers met onze daylight visualizer al in de ontwerpfase laten zien wat daglicht met een omgeving doet. Die kennis kan het uiteindelijke ontwerp enorm beïnvloeden. We nemen vakantie voor frisse lucht en zon, maar die kwaliteiten kun je ook in je gebouw naar binnen halen. Dat is effectief, maar vooral levert het enorm veel kwaliteit in de beleving op. En je kunt ook nog eens ventileren via de lichtstraten, eventueel automatisch bestuurd wanneer de modules worden aangesloten op een gebouwbeheersysteem. Dit langgerekte gebouw bestaat uit een begane grond en twee verdiepingen. Door het plaatsen van de modulaire lichtstraten heb je op alle verdiepingen natuurlijk licht waardoor

minder kunstlicht nodig is. Je kunt direct zonwerend glas toepassen of zonwering aan laten brengen, maar ook eerst ervaren wat de effecten van het zonlicht op de beleving en het binnenklimaat zijn. Dat werkt wat omslachtiger, maar ons modulaire systeem maakt het mogelijk om zonwering ook later nog eenvoudig toe te passen. Maar heb je met de visualisatie van tevoren al helemaal definitief wat je wilt, dan kunnen we alles prefab in de fabriek laten maken zodat het in één dag geïnstalleerd kan worden.” ONDERWIJS ALS STROOM Jochen Katzer is de directeur van de school. Hij legt de naamgeving van de school uit: “We kwamen uit twee verschillende gebouwen en combineren nu alle onderwijs van 0-18 jaar in één gebouw. Dat is natuurlijk ideaal. We vroegen ons af waarom we eigenlijk leren en onderwijzen. Het leerproces is

“We nemen vakantie voor frisse lucht en zon, maar die kwaliteiten kun je ook naar binnen halen” als een stroom die nooit stopt. Daarnaast is dit niet alleen een school voor Arnhem, maar voor de hele provincie, die ook mee financiert. Wat verbeeldt de provincie het beste? Door Gelderland stromen de Waal en de IJssel. Volg zo’n grote rivier op de aardbol en je ervaart dat je via rivieren halverwege de wereld kunt komen. Rivieren zijn van oudsher het startpunt van een beschaving, zorgen voor vruchtbaar land en relaties met de buitenwereld. En het vele licht dat door het gebouw stroomt, trekt lijnen en opent het gebouw. Die openheid past ook bij het karakter dat we willen uitstralen. Dat is goed gelukt in dit gebouw en wordt als een rivier door de blauwe doorlopende trap gesymboliseerd. En de lichtstralen stromen het gebouw in. Daarom heet deze internationale school voor 450 leerlingen en 40 nationaliteiten Rivers. Licht en lucht zijn essentieel voor goed onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat bij voldoende daglicht studenten 15% beter presteren en dat heeft alles te maken met het bioritme. Vanaf de receptie kijk je omhoog en zie je de hemel. Elke leraar is trots door het licht en het uitzicht dat je overal hebt. De architect heeft onze visie goed vertaald; wij hebben ons op het onderwijskundig proces gericht; hij heeft onze beelden vertaald naar een zee van licht.” Op 27 maart is Rivers door de gedeputeerde van Gelderland geopend. Kijk voor meer informatie op velux.nl/ modulairelichtstraten.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

21


Tekst: Nicole Beaujean, N.B. tekst & advies Foto’s: Hans Kroeze, STALAD

Van kruip-doorsluip-door naar dynamische eenheid Vlak vóór zijn vertrek als schooldirecteur mocht rector Jan Put het nog allemaal meemaken: de oplevering en de feestelijke opening van locatie Groenlo. Op 1 april nam Gitti Burema het stokje van hem over. Tevreden blikt Jan Put terug op een geslaagd bouwtraject van bijna twee jaar. Hieraan ging een intensieve periode van verkenning, onderhandeling en ontwerp vooraf. Het resultaat mag er wezen: een toekomstbestendige school waar leerlingen en medewerkers elkaar kunnen ontmoeten en zich optimaal kunnen ontwikkelen.

B

ij aanvang van het gesprek schetst rector Jan Put even de situatie: “Marianum is een brede scholengemeenschap voor vmbo, havo en vwo. Onze school heeft locaties in Lichtenvoorde en Groenlo. Beide vestigingen kennen een brede instroom voor alle leerlingen uit groep 8 (gym­

22

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

nasium wordt alleen in Groenlo aangeboden). De kracht van Marianum is dat we een opleiding bieden voor vrijwel elke leerling. Bij ons kan een leerling de opleiding volgen die het beste bij hem of haar past. We begeleiden de leerlingen zo persoonlijk en goed mogelijk om de opleiding met succes af te


ONTWERP EN INRICHTING

toen het nieuwe bevoegd gezag van Marianum.) In 1959 werd de school voor het grootste deel herbouwd voor hbs en gymnasium. In 1962 werd op het terrein van de school een kapel gebouwd. Op de parterre van deze kapel werd een schoolbibliotheek ingericht. Vervolgens is in 1997 het gebouw stevig uitgebreid met een compleet nieuwe vleugel, architect­onisch volledig in contrast met de beide andere gebouwdelen. In deze nieuwbouw werd de kapel geïntegreerd.”

Gitti Burema en Jan Put

“We hebben de verbouwing aangegrepen om ook kritisch na te denken over onze organisatie” Frank Severins

ronden. De leerlingen doen vaardigheden op die nodig zijn om in de samenleving en het vervolg­ onderwijs goed te kunnen functioneren.” PATERS MARISTEN De verbouwing/renovatie heeft betrekking op locatie Groenlo, waar 1.100 leerlingen onderwijs genieten. Jan Put grijpt terug naar de historie: “De naam Marianum komt van de Paters Maristen. De Maristen stichtten in 1948 Scholengemeenschap Marianum, die destijds begon als een katholieke hbs en was gehuisvest in een aantal herenhuizen en noodgebouwen. (De band van de Paters Maristen met onze school heeft overigens voort­ bestaan tot 1995. Stichting Carmelcollege werd

PATCHWORKDEKEN “Deze bouwfasen tezamen resulteerden in een groot schoolcomplex van drie gebouwen met heel diverse handtekeningen. Het deel uit 1959 is een typisch wederopbouwgebouw, met alle kenmerken van dien; de kapel kent wat meer luxe, opgebouwd uit speklagen en monumentale glas-in-loodwanden en dito metselwerk. De architect van destijds heeft zich in 1997 niet veel gelegen laten liggen aan de bestaande gebouwen. Kortom: een patchworkdeken van diverse stijlen en kruip-door-sluip-door gangen.” Behalve deze cosmetische nadelen begon het schoolcomplex in te boeten aan gebruikskwaliteit: problematische luchtkwaliteit met een ongezond hoge concentratie CO2, een onlogische logistiek en hoge exploitatiekosten. “Het gebouw was sterk verouderd en dringend toe aan een flinke renovatie, concludeerden we in 2009,” aldus Jan Put. “Met dit gebouwencomplex zouden we op termijn ook niet meer concurrerend zijn met de andere scholen in de regio. We zijn toen begonnen met het opstellen van een nieuw integraal huisvestingsplan voor de scholen en sportvoorzieningen in Groenlo, samen met de gemeente Oost-Gelre. In 2010 hebben we al vervangende nieuwbouw bedongen voor het Marianum. Maar het heeft nog tot 2015 geduurd voordat we van de gemeente groen licht kregen voor de start van de bouw.” STORMRAM Schoolbestuur, onderwijsteams en stafmedewerker huisvesting & facility Frank Severins hebben die vijf jaar goed besteed. Meteen vanaf de start hebben zij architect Henk te Kiefte bij de plannen betrokken. Jan Put: “We hebben de verbouwing aangegrepen om ook kritisch na te denken over onze organisatie. Dat heeft geleid tot een nieuwe, moderne onderwijskundige visie.” De start van het renovatieproject had een ludiek tintje. Met een knipoog naar de Paters Maristen trok Frank Severins een pij aan en gaf hij met een stormram het startsein voor de nieuwbouw. Een deel van de onderbouwleerlingen werd tijdens de verbouwing tijdelijk gehuisvest in het centrum van Groenlo.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

23


Het project kende drie bouwfasen, waarin de beschikbare leslokalen rouleerden. De onderwijsplanning was daarin steeds leidend. Jan Put: “Ik kan niet anders zeggen dan dat alle betrokken partijen samen met ons hoofd huisvesting & facility Frank fantastisch hebben samengewerkt. De planning bleek tot op de minuut te kloppen.” PLAVUIZENBAKKER Ook de oplevering op 24 februari had een feeste­ lijke insteek, zo vlak voor carnaval 2017. “Wij zijn blij met de creativiteit van Te Kiefte Architecten, wiens ontwerp heel mooi aansluit op het gebouw uit 1959. Hij heeft het gebouw in zijn volle glorie weten te herstellen, met een mooie hal met dubbele omgang en ramen over de volledige hoogte. Dat doet wonderen voor de lichtinval en het ruimtelijk effect. Ook heeft Te Kiefte de vloeren hersteld met tegels van de oorspronkelijke plavuizenbakker uit Frankrijk.” Na de oplevering volgden de puntjes op de i wat betreft de inrichting en de afwerking van vloeren en wanden. Hier komt STALAD in het verhaal, in de personen van ontwerper Willemien Messelink en accountmanager Frank Venema: “Het is heel fijn om iets te maken voor mensen die weten wat ze willen. Het is altijd weer een uitdaging om een interieur te ontwerpen dat goed aansluit op de wensen van de gebruikers. Willemien heeft, volledig conform het programma van eisen en de duidelijke onderwijskundige visie, een bijzonder ontwerp neergelegd qua kleur en beleving. Ze heeft gekozen voor modern materiaalgebruik en een duidelijke eenheid van natuurtinten en uitgesproken kleurgebruik.” DYNAMIEK “Vooral de flexibiliteit van de diverse functies in het schoolgebouw stelde ons voor uitdagingen,” vervolgt Venema. “Zo is bijvoorbeeld de aula in een handomdraai aan te passen voor divers gebruik. Daar heeft het bouwteam heel goed over nagedacht en dat zie je niet zo vaak. Wij hadden binnen de kaders een grote vrijheid.” Scheidend rector Jan Put, tot slot: “STALAD heeft de aanbesteding gewonnen op creativiteit en efficiency. Bovendien wisten zij in een duidelijke 3D-presentatie heel precies hun ontwerpplannen te verdedigen. Zij hebben onze behoeften bijzonder goed geïnventariseerd en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Onze nauwe samenwerking heeft geresulteerd in een sterk verbeterd werkklimaat. We hebben nu een toekomstbestendige school met veel dynamiek in het gebruik van de ruimtes. Het gebouw is net zo kleurrijk geworden als de mensen die er verblijven. Hier kunnen zowel leerlingen en medewerkers elkaar ontmoeten en zich optimaal ontwikkelen.” Voor meer informatie: www.stalad.nl.

24

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


Tekst Sibo Arbeek

ONTWERP EN INRICHTING

SAMENWERKING GEMEENTE EN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES VERSTERKT KERNEN

Geslaagde vernieuwbouw Brede School Vuren Vernieuwbouw en renovatie zijn actuele thema’s binnen de scholenbouw. De kern Vuren in Gelderland koos voor een totale make-over van het bestaande schoolgebouw uit de jaren ’70. Het resultaat mag er zijn en is mede het gevolg van een goede samenwerking tussen gemeente, schoolbesturen, kinderopvangorganisatie en de partners in het bouwproces.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

25


H

et gesprek vindt plaats in Vuren, waar het vernieuwde gebouw prachtig afsteekt tegen de blauwe lentelucht. Aan tafel zitten verantwoordelijk wethouder Govert van Bezooijen van de gemeente Lingewaal, bestuursmanager Ton Bavinck van LOGOS, de directeur Kinderopvang / Buitenschoolse opvang Jacqueline van Herwijnen, projectmanager Bram van der Kleij van ICSadviseurs en de projectleider namens de gemeente Floris Grijzenhout. Govert nipt van zijn koffie en vertelt over de achtergrond: “We hebben in 2010 het zogenaamde Manifest van Lingewaal opgesteld. Het doel was om een aantal samenhangende projecten uit te voeren die de leefbaarheid in onze vijf kernen in onze gemeente met circa 11.000 inwoners bevorderen: het biedt een integrale visie daarop. Zo hebben we geregeld dat elke kern een school en een ontmoetingspunt heeft en houdt, om op die manier de sociale cohesie te bevorderen. Die visie over leefbaarheid en vitaliteit vormde het uitgangspunt om naar onze gebouwen te kijken en vervolgens met de betrokken maatschappelijke organisatie samen te werken. Kernbegrippen daarbij zijn participatie, het faciliteren van verenigingen en het werken aan duurzame verbindingen. Dat kun je niet alleen realiseren; daar heb je elkaar voor nodig. Doel is dat het aantrekkelijk

“Die visie was het uitgangspunt om naar onze gebouwen te kijken en met de betrokken maatschappelijke organisaties samen te werken” moet zijn en blijven om hier te wonen en te werken, zowel voor jonge gezinnen als voor onze oudere bewoners. Daar heb je dus goede voorzieningen voor nodig. In de periode 2010-2014 zijn we met de eerste pilots gestart; de woonservicezone in Asperen, de MFA in Heukelum en de brede school Herwijnen. Tegelijkertijd zitten we als gemeente Lingewaal in een fusietraject met de gemeenten Geldermalsen en Neerijnen, waarmee we per 2019 in een nieuw te vormen gemeente opgaan. Een belangrijke voorwaarde voor Lingewaal was om de belofte aan de samenleving gestand te doen en de projecten uit het Manifest uit te voeren. Dat heeft geleid tot een versnelde uitvoeringsagenda, waarbij alle projecten in deze bestuursperiode onomkeerbaar worden gemaakt. Onze burgers hebben tenslotte al die jaren aan de ontwikkeling van deze projecten bijgedragen en hebben er recht op.” DENKEN IN KANSEN Ton Bavinck spreekt enthousiast over de samenwerking: “De betrokken schoolbesturen LOGOS en

26

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


ONTWERP EN INRICHTING

vlnr Ton Bavinck, Bram van der Kleij, Jacqueline van Herwijnen en Govert van Bezooijen

PROJECTINFORMATIE Project Vernieuwbouw brede school Vuren met CBS Het Kompas en kinderopvang­organisatie De Kinderkamer Opdrachtgever Gemeente Lingewaal Adviseur ICSadviseurs (haalbaarheid, pve en projectmanagement) Architect

O2A5 dachten met elkaar al snel in kansen en niet in belemmeringen. De bereidheid om over je eigen grenzen te stappen bood een unieke kans om binnen een kleine gemeente dit soort toekomstbestendige projecten tot stand te brengen die ook qua beheer en exploitatie gezond zijn. Dat laatste is belangrijk in een regio waar krimp aan de orde van de dag is. Omdat elke kern vaak twee afzonderlijke scholen heeft, is respect voor elkaar en vooral gezond verstand nodig om keuzen te maken. Daarbij telt het belang van het kind meer dan je eigen belang. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. De eigenheid van iedere kern maakt dat elk proces op weg naar een Brede School een eigen dynamiek kent.” Govert knikt: “Betrokkenheid en zelfbeheer zijn belangrijk in kleine kernen. Het is de kunst om binnen een voorziening de eigenheid van een partij te waarborgen. Het is niet alles op een hoop vegen en dan maar denken dat het goed komt.” Floris reageert: “Maar samenwerking moet wel het doel zijn. Daar moet het gebouw op anticiperen en waar mogelijk toe stimuleren. Soms moet dat in de tijd groeien.” “En het moet betaalbaar blijven”, voegt Jacqueline toe. “In Vuren hadden we nog maar drie ochtenden peuteropvang en daar kun je geen gebouw mee vullen. Nu delen we ruimten en dat gaat prima. De BSO begint, daarna komt de peuteropvang en aan het einde van de middag komt de BSO er weer in. De BSO maakt ook gebruik van de multifunctionele ruimten, de centrale hal e.d. Dat vereist wel een goede afstemming op directieniveau: wat gaat het betekenen en waar komen we elkaar tegen? De afgelopen drie maanden zijn we meer naar elkaar toe gegroeid dan de vijftien jaar ervoor toen we in aparte gebouwen zaten.”

Bonnemayer Architecten Aannemer Kuijpers Bouw Heteren Bouwsom e 1.000.000,- (exclusief btw) Ingebruikname Januari 2017

NIEUWE UITSTRALING Floris en Bram schetsen het traject van de brede school Vuren. Floris: “Vuren telt ongeveer 2.000 inwoners en had twee scholen. In 2015 zijn we met beide scholen om tafel gegaan. Gaandeweg het traject heeft O2A5 moeten besluiten de openbare school de Vuurvlinder op te heffen. Dat betekende dat 35 kin-

deren bij CBS Het Kompas ondergebracht zouden worden. Om dat proces goed te borgen heeft O2A5 het hele traject van vernieuwbouw meegelopen.” Ton geeft aan dat zoiets een heftig proces is: “Er verdwijnt toch een openbare dorpsschool uit de kern. Bij de opening was er daarom ook veel aandacht voor de geschiedenis.” Bram legt uit waarom de keuze op verbouwing van Het Kompas viel: “Het bestaande gebouw van Het Kompas was technisch van voldoende kwaliteit om te renoveren en functioneel goed uit te breiden en lag bovendien op een centrale plek in het dorp, met voldoende parkeerruimte. Het is een typisch jaren ’70 school met veel gangen, waarbij alles verspringt. Het was net een bloemkool.” Waarom is er gekozen voor verbouw en niet voor nieuwbouw? PRACHTIGE PRESTATIE Ton: “De financiële doorrekening is de belangrijkste component om te bepalen of je nieuw bouwt of voor renovatie gaat. Als de onderhoudsstaat echt slecht is, gooi je het eerder plat en als het een karakteristiek gebouw is weegt dat ook mee. Het blijft lastig in een vernieuwbouw om een ideale situatie te creëren; je borduurt voort op iets wat staat. De context hier heeft een aantal kwaliteiten, zoals de ligging, de kwaliteit van het gebouw en de mogelijkheid om uit te breiden.” De aanwezigen zijn het erover eens dat de betrokken aannemer daartoe positief heeft bijgedragen. Bram legt uit: “De architect en de aannemer hebben veel materialen hergebruikt waardoor de renovatie ook duurzaam is. Het vertrekpunt was om strak te ontwerpen, waarbij het budget leidend was. De kunst voor de architect en de aannemer was om deze bloemkoolschool om te toveren tot een mooie onderwijsomgeving met een centraal hart. En dat is gelukt.” Floris: “Door de binnenruimte slim in te delen zijn extra lokalen en een peuteropvangruimte ontstaan.” Bram legt uit dat ook de buitenkant is aangepakt: “De gevels zijn geïsoleerd en blijven staan, waarbij een nieuw buitenblad is aangebracht: een vezelplaat in verschillende maten waardoor er een speels effect ontstaat. Het zorgt aan de buitenkant voor een compleet nieuw gezicht.” Ton knikt: “De partijen in het bouwproces hebben een prachtige prestatie geleverd en iedereen wilde er ook iets moois van maken. Je ervaart dit gebouw ook als een nieuw gebouw. Het was een hokkerige ruimte en nu is het een lichte en open school geworden, waarbij veel aandacht is besteed aan de inrichting. En we hebben samen geïnvesteerd in duurzaamheid. Wij hebben zonnepanelen aangebracht en de gemeente heeft extra in ledverlichting geïnvesteerd.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bram van der Kleij van ICSadviseurs, 06-20611938, bvanderkleij@icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

27


MULTIFUNCTIONEEL SPORTCENTRUM HET ACTIVUM HART VAN HET BENTINCKSPARK

Onderwijs, (sport) evenementen en aandacht voor gezondheid Het Activum ligt letterlijk in het hart van de campus onderwijs en sport in het Bentinckspark. Een unieke plek voor scholieren, sporters en recreanten midden in Hoogeveen. Overdag wordt de sporthal gebruikt voor gymlessen van het voortgezet onderwijs. ’s Avonds en in de weekenden sporten de verenigingen in het Activum.

D “Het Activum biedt een unieke plek voor scholieren, sporters en recreanten midden in Hoogeveen”

28

SCHOOLDOMEIN

e topsporthal telt twee sporthallen en een gymzaal, 1.100 vaste tribuneplaatsen en een trendy sportcafé. De capaciteit kan worden uitgebreid tot 2.100, zodat er grote sportevenementen plaats kunnen vinden. Het gebouw heeft twaalf kleedkamers en een gezamenlijk sportcafé voor de gebruikers van de atletiekbaan en het Activum. Dit nieuwe centrum beschikt over maar liefst twee sporthallen, waarvan een NOC*NSF-topsporthal, een breedtesporthal en een gymzaal. Alle zalen zijn in te delen met flexibele wanden, zodat ze ook door scho-

mei 2017

len te gebruiken zijn. In de avonduren en de weekenden zijn de zalen beschikbaar voor sportverenigingen. Verder krijgt het Activum een rol als het gaat om bewegen en ontmoeten van speciale doelgroepen. Dit multifunctionele gebruik maakt het centrum nog aantrekkelijker voor participanten en publiek! DE BOUW De oppervlakte van het Activum is 7.000 m2. In het gebouw bevindt zich een topsporthal van 56 x 28 meter, met een hoogte van 9 meter; een breedtesporthal


ONTWERP EN INRICHTING

van 44 x 24 meter, met een hoogte van 7 meter en een gymzaal van 14 x 22 meter, met een hoogte van 5,5 meter. De tribune loopt als een rondgang langs de twee sporthallen en de gymzaal, zodat het publiek altijd goed zicht heeft op de sporters. De tribune telt 1.100 zitplaatsen, die nog kan worden uitgebreid naar 2.100 als er grotere sportevenementen plaatsvinden. Naast de sporthallen zijn er nog 12 kleedkamers en een gezamenlijk sportcafé. Het sportcafé heeft uitzicht over en een open verbinding met de atletiekbaan en de sporthal. Het Activum gaat ook een stevige bijdrage leveren aan de gemeentelijke duurzaamheidsambities. Zo is het ‘gasloze’ gebouw voor de warmtelevering en koeling aangesloten op het warmte-koudeopslagsysteem van de Waterleidingmaatschappij Drenthe. Dit systeem wordt gevoed door de winning van leidingwater. De stroom wordt voor een groot deel opgewekt via de ruim 900 zonnepanelen die op het dak van het Activum liggen. En in het hele gebouw is gebruikt gemaakt van energie­ zuinige ledverlichting. SIKA EN PULASTIC (SPORT)VLOEREN Het hele gebouw is voorzien van Pulastic sportvloeren en Sika PU-epoxy en gietvloeren. In het Activum liggen in totaal ruim 3.100 m2 Pulastic sportvloeren

in de frisse kleur azuurblauw. In beide sporthallen is gekozen voor een combi-elastische sportvloer en in de gymzaal is een punt-elastische sportvloer toegepast. Voor de overige ruimtes is gekozen voor de Sika® Comfortfloor. De architect zocht de uitstraling van een betonlook en dit is gecreëerd door de Sikafloor-156 en Sikafloor-304W. Als toplaag is de Sikafloor-330 gemêleerd aangebracht om zo tot het effect van een betonlook te komen. Het Activum heeft hierdoor een strakke en stoere uitstraling gekregen en is naast allerlei sporten geschikt voor nog veel meer evenementen! Kijk voor meer informatie op pulastic.com.

Systemen/ kleuren Ruimte

Systemen

Kleur

Topsporthal

Pulastic Elite Performance 90 Eco

Azuurblauw

Breedtesporthal

Pulastic Elite Performance 90 Eco

Azuurblauw

Gymzaal

Pulastic Classic 110 Eco

Azuurblauw

Overige ruimten

Sikafloor-156 / Sikafloor-330 / Sikafloor-304W

RAL 7042 / RAL 7035

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever Goosen te Pas Bouw Aannemer Goosen te Pas Bouw/Hunebouw Architect Diederendirrix architecten Applicateur Pulastic vloeren Pulastic applicatieteam Applicateur Sika vloeren Vloertechniek Hoogeveen BV

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

29




Tekst Sibo Arbeek

ZORGVULDIG UITGEWERKTE ONDERWIJSVISIE IN BREDE SCHOOL CENTRUM BRUNSSUM

Nieuw gebouw creëert voorwaarden voor vernieuwend leren Bijzonder aan de goed geslaagde brede school in Brunssum is dat de architect en interieurarchitect vanaf de start samen optrokken. Dat heeft tot een gebouw geleid dat in alle facetten aansluit bij de onderwijsvisie van de beide scholen en een prettig binnenklimaat heeft, waaronder een goede akoestiek.

O

p vrijdag 21 oktober 2016 ging de Brede School Centrum in de wijk Kerkeveld offi­ cieel open. De ruim 400 kinderen lieten ballonnen op om te vieren dat ze dit schooljaar in een prachtig, gloednieuw gebouw zijn gestart. De Brede School is gebouwd in opdracht van de corporatie Weller Wonen en biedt onderdak aan de basisscholen De Opstap en De Trampoline, peuterspeelzaalwerk, CMWW en een kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang van Kinderopvang Parkstad. Verder maken twee gymzalen deel uit van het nieuwe gebouw, die door andere scholen en ’s avonds door verenigingen gebruikt worden. Een gedreven directeur van beide scholen Maria Pastoor legt uit: “In de haalbaarheids­fase hebben we ook gekeken naar twee aparte nieuwe scholen of naar een fusie. De oorspronkelijke gebouwen waren op en niet geschikt voor modern onderwijs. Maar je hebt toch twee dna’s die je wilt behouden. De Opstap werkt met cursusgroepen en de Trampoline werkt deels met Jenaplan. We kwamen erachter dat we elkaar op veel punten raken, maar dat de verschillen te groot zijn voor een fusie. En we wilden ook beide denominaties in stand houden, zodat er voor ouders wat te kiezen is. We hebben nu eigenlijk een samenwerkingsschool met flexibiliteit in ons aanbod. Omdat ik directeur van beide scholen ben, kan ik de balans goed bewaken. Er is een gezamenlijke teamkamer en we delen de

32

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

conciërge, maar elke school heeft een eigen IB-er en een eigen MR en ouderraad. Juist door die eigenheid groeit de samenwerking op alle terreinen. Je zoekt elkaar op waar je elkaar nodig hebt en wat eigen is wil je behouden. Beide scholen leveren een mooie mix van cognitieve en leervaardigheden. Maar de accenten zijn anders.” INSPELEN OP FLUCTUATIES IN HET LEERLINGEN­ AANTAL Projectleider Hans van der Broeck van de corporatie Weller Wonen: “Vanuit het masterplan Brunssum Centrum hebben wij samen met Gemeente Brunssum een aantal deelgebieden benoemd die voor herontwikkeling in aanmerking kwamen. Op deze locatie hebben wij 48 appartementen gesloopt en vervolgens het gebied herontwikkeld tot een voorziening voor de brede school inclusief een parkeerterrein, die we beiden verhuren aan gemeente Brunssum en Kinderopvang Parkstad. Met de gemeente en de Kinderopvang Parkstad hebben wij een huurovereenkomst. De gemeente heeft vervolgens met haar gebruikers, de beide scholen en het peuterspeelzaalwerk een gebruiksovereenkomst. Wij hebben er samen met vertegenwoordigers van de gemeente en de onderwijsstichting Movare in de selectie van de architect voor gekozen om tegelijkertijd een inte­ rieurarchitect te selecteren, omdat de kwaliteit van de schil en de inrichting en het binnenklimaat sterk


Foto: ANNENOOR Photography

ONTWERP EN INRICHTING

samenhangen. Roel Jansen van KOW Architecten en Irene Snel van D/Dock hebben hier goed samengewerkt. Samen met de onderwijsstichting Movare is een gebouw ontworpen dat de ontwikkeling naar onderwijs 20-32 faciliteert en ook inspeelt op de toekomstige fluctuaties in het leerlingenaantal. Maria: “Dat betekent wel dat we met overvolle kleutergroepen te maken hebben en ook de extra ruimten vol zitten. Je merkt dat een nieuw gebouw toch aantrekt.” Hans knikt: “En we zijn al weer bezig met woning­ ontwikkeling. Uit een recent onderzoek blijkt dat de krimp tot stilstand is gekomen en we zelfs weer wat groeien.” FLEXIBILITEIT INBOUWEN Roel vertelt over de uitgangspunten van het ontwerp: “Wij weten uit ervaring dat je flexibiliteit moet inbouwen, vanwege de fluctuaties in het leerlingenaantal en veranderende onderwijsconcepten. Dat vroeg om flexibiliteit in het ontwerp waardoor letterlijk meer ruimte zou ontstaan. We hebben niet voor twee verschillende scholen ontworpen, maar hetzelfde con-

Foto: KOW architecten

“Als je aan de kwaliteit gaat tornen haal je ook je ontwerp onderuit”

cept voor beide scholen toegepast. Je komt binnen in een beschermd gebied voor de BSO en vervolgens ontvouwen de scholen zich aan de beide kanten. Het centrale middengebied is een groot atrium met een podium en twee trappen, waardoor allerlei ruimtelijke verbindingen met en tussen de beide scholen ontstaan. Elk lokaal heeft een stilteruimte en een uitloopdeel en het gebouw kent geen verkeersruimten. Dan hoeft een lokaal niet supergroot te zijn. Dat betekent dat het gebouw op verschillende schaalniveaus werkt, waarbij de kwaliteit van het interieur en het binnenklimaat de beleving enorm versterken. Als je ‘s morgens door de school loopt hoor je niets. Dan heb je niet in de gaten dat er 440 kinderen zijn.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

33


Foto: ANNENOOR Photography

Irene Snel, Hans van der Broeck

Foto: Sibo Arbeek

v.l.n.r Guus Klamerek, Roel Jansen, Maria Pastoor,

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw brede school Centrum Brunssum, twee scholen, sportzaal, psz en bso Opdrachtgever Weller Wonen Huurders/gebruikers Gemeente Brunssum, Kinderopvang Parkstad, Movare Akoestiek Saint-Gobain Ecophon Architect KOW Architecten en D/DOCK Ingebruikname Oktober 2016 Volume 3.800 bvo m² Stichtingskosten 5,7 mio exclusief btw

34

SCHOOLDOMEIN

Daarbinnen zijn accenten mogelijk.” Irene geeft een voorbeeld: “We hebben gekozen voor wat kleinere lokalen, met een eigen verwerkingsruimte en een brede gang, die door de openingen ook als een leerplein werkt. Zo ontstaan veel plekken voor activiteiten, die ook met elkaar gedeeld worden en doe je meer met minder meters. Het vaste meubilair hebben we als onderdeel van de aanbesteding mee ontworpen. Alle groepsruimten hebben twee vaste kasten. Daarnaast hebben we bestaand goed meubilair op verschillende creatieve manieren hergebruikt, zodat het onderdeel van eenzelfde concept werd. Daardoor creëer je rust en eenheid. Dat vertaal je verder naar beeldvormen; Jena werkt met namen van dieren voor elke groep, zoals de muizengroep. Dat hebben we vertaald door graphics toe te passen. Voor De Opstap hebben we hetzelfde gedaan met graphics over het vliegverkeer. Die uitingsvorm komt op allerlei plekken terug.”

mei 2017

AANDACHT VOOR INRICHTING Irene voegt toe: “Mijn frustratie is dat pas in de laatste fase aandacht aan het interieur wordt besteed. Dat is het eerste wat je ziet en dan worden vaak toch weer standaardoplossingen gekozen. Daarom verdient de opdrachtgever een compliment. De architect was vooral met het casco bezig en zaken rond structuur, ruimtelijke geleding en logistiek en ik kon de uitgangspunten naar de inrichting en de onderwijs­kundige visies uitwerken. Zo ontstaat een ‘Learning Environment’ (een door D/DOCK ontwikkeld concept om een uitdagende en stimulerende leeromgeving te ontwikkelen), omdat je op tijd met elkaar nadenkt over de activiteiten en vormen van samenwerking. Je wilt een ruimte maken waarin kinderen zich het beste kunnen ontwikkelen. In dat proces hebben we verschillende workshops met de scholen en de kinderen georganiseerd. De ruimte in het middengebied wordt wel met een arena vergeleken. Dat is een theatervoorstelling die zich aan je voltrekt. Je komt in een beschermd gebied binnen en vanuit die veiligheid leer je wat ruimte met je doet. Je zag binnen een week hoe de kinderen het nieuwe gebouw hadden ingenomen en dat het ook zo werkt.” GOEDE AKOESTIEK De plafonds in de lokalen en overige ruimten zijn van Ecophon. Guus Klamerek van Ecophon legt uit: “Het akoestisch adviesbureau Peutz heeft gerekend aan de akoestiek, op basis van het PvE Frisse Scholen Klasse B (versie 2012). Dat betekent dat de voorgeschreven nagalmtijd 0,8 s is, dit wordt behaald door toepassing van Ecophon Gedina panelen. Roel: “Inrichting en binnenklimaat gaan hand in hand. Je kunt nog net zo mooi iets ontwerpen, maar wanneer het akoestisch slecht is kun je het wel schudden. Samen met de akoestisch adviseur en de installateur hebben we naar geluid en licht gekeken. We hebben waar mogelijk een combinatie gemaakt van technische maatregelen en natuurlijke elementen, die dempend werken, zoals gordijnen. We maken vaak mee dat de aannemer bezuinigt op goede materialen, zoals akoestische voorzieningen. Dat merk je gelijk in de beleving van het gebouw. Weller hield gelukkig vast aan de kwalitatieve uitgangspunten en dat levert op alle niveaus een goed gebouw op.” Hans ten slotte: “Als je aan de kwaliteit gaat tornen haal je ook je ontwerp onderuit. We hebben bewust de combinatie van architectuur en interieurontwerp gekozen. Dan moet je daar ook aan vast houden. Kijk voor meer informatie op www.ecophon.com/nl.


Kort nieuws

Meester - Gezel In de rubriek Meester – Gezel vertellen docenten en

Beurs Platform Onderwijs & Facilitair (POF) op 4 en 5 oktober 2017

studenten, leraren en leerlingen, kortom leermeesters en gezellen hoe en wanneer zij samenwerken en op welke plek het liefst.

D

e beurs Platform Onderwijs & Facilitair (POF) is een samenwerking aangegaan met het magazine Schooldomein, al sinds 1988 een toonaangevend magazine voor een duurzame leef-, leeren werkomgeving in het onderwijs. POF is een facilitaire vakbeurs voor besturen, directie en management in het gehele onderwijs. Schooldomein en POF zullen nauw samenwerken bij het vaststellen van een deel van het programma tijdens de beurs. De POF vindt plaats op 4 en 5 oktober 2017 in De Loods / Hart van Holland in Nijkerk.

Schooldomein-uitgever Sibo Arbeek over de samenwerking: “Steeds meer zie je dat het primaire en facilitaire proces elkaar versterken en in elkaar opgaan. Beleving heeft met aspecten als comfort, verbeelding en kwaliteit te maken. Facilitair is al lang niet meer een sluitpost van het bouw- en inrichtingsproces. Daarom vind ik het leuk om vanuit Schooldomein samenhangende thema’s te bedenken die we op de beurs gaan communiceren. Een specifieke vakbeurs voor professionals en beslissers; volgens mij een goede aanwinst op het speelveld.“ Woordvoerder Marco van de Wetering van POF beaamt dit. “Wij organiseren vakdagen voor facilitair management in het onderwijs. Alleen een beurs met stands, daar geloven wij niet in. Kennis delen, informatie verstrekken in een relevant programma is heel belangrijk. Schooldomein herkent dat. Waar wij elkaar verder ontmoeten, is op het punt van ‘relatie’. Wij geloven in het luisteren naar onze klanten en bezoekers. Alleen dan kun je beide kanten effectief met elkaar in contact brengen. Dat vereist een nauw gevoel met de gehele onderwijsmarkt, zowel met leveranciers als hun afnemers. Een eigen­schap die wij sterk terugzien bij de mensen van Schooldomein.” Voor verdere informatie neemt u contact op met Het Beurskantoor: 0342-712010, bureau@hetbeurskantoor.nl, www.pof-online.nl.

Jochem van Kerkvoorde, docent Soma College Ik werk het liefst in deze gesimuleerde praktijkomgeving. Hier kun je het proces stil leggen en samen met de deelnemers analyseren wat er gebeurt. Door te oefenen leren de deelnemers snel van hun fouten. Op deze manier is het mogelijk om in korte tijd het inzicht van de deelnemers te vergroten. Joshua de Bruin, deelnemer Soma College Teamwork is belangrijk hier op het Soma College. Doordat je samen aan opdrachten werkt leer je ook goed hoe dat later in een echte baan gaat. Ik ben opgegroeid in Frankrijk. Mijn hart ligt bij grondverzetmachines en om vakman machinist te worden ben ik naar Nederland gekomen voor een goede opleiding. En die vind je bij het Soma College in Harderwijk.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

35


Tekst Sibo Arbeek

ONTWIKKELINGEN BINNEN UTILITEITSBOUW

Passie voor gebouwen

Kees Overdevest werkt bij Alpha Consultancy. Ooit begon hij na zijn mbo Bouwkunde als bouwkundig tekenaar. Daarna deed hij ervaring op als bestekschrijver en projectleider voor een architectenbureau, hield hij zich bezig met bouwtechnische keuringen bij de aan- en verkoop van woningen en was hij opzichter bij renovatieprojecten. Vervolgens ook energieprestatie-adviseur voor woning- en utiliteitsbouw. Kortom; gebouwen hebben geen geheimen voor Kees.

36

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


ONTWERP EN INRICHTING

K

ees: “Ik vind het prachtig om gebouwen te bekijken en met name in te schatten hoe je het beste onderhoud kunt uitvoeren en wat de mogelijkheden en beperkingen van een gebouw zijn. Ik heb gebouwen beoordeeld in de bouwperiodes vanaf 1600 tot hagelnieuw. Dan zie je dat elke bouwperiode zijn specifieke kwaliteiten en aandachtspunten heeft. Het is leuk om dat te herkennen en daar passende oplossingen voor te vinden. Bij gebouwen van 1600 tot 1900 heb je te maken met kalkgebonden metselmortels die krachtig en tegelijkertijd flexibel zijn. Dan moet je bij het restaureren oppassen dat je wel de juiste mortels gebruikt; wanneer ze te weinig flexibel zijn gaat het mis. Een jaren ‘60 woning staat weer bekend door het enorme asbestgebruik. In de utiliteitsbouw zie je vaak bij jaren ‘70 en ‘80 gebouwen buitenconstructies, zoals betonkolommen, die doorlopen naar binnen. Die zijn lastig energetisch goed aan te pakken.” HERBESTEMMING “Ik heb in de loop van de jaren honderden gebouwen bekeken. Als adviseur ben je maar kort betrokken. In het voortraject neem ik de situatie op en schat ik wat de kosten van een ingreep zijn. De aannemer maakt vervolgens een meer specifieke kostenraming en tijdens de uitvoering kijk ik nog eens over de schouder mee en dan houdt het op. Arbeidsduur en materiaalprijzen bepalen wat een project gaat kosten en heel veel is inschatten. Vooral bij renovaties. Dan heb je vaak ook een voorlopig indelingsplan nodig om de kosten in te kunnen schatten. Bij nieuwbouwprojecten zijn de prijzen bekend, bij bestaande bouw heb je vaker te maken met boerenverstand; hoe ga je het aanvliegen? Als je de aanbiedingen van de aannemers binnen ziet komen kan er bij een renovatie tot 20% verschil in zitten. Bij nieuwbouw is de marge ongeveer 5%. Daarnaast speelt de omgeving mee; een project hartje Amsterdam valt duurder uit dan in Drenthe; de aannemer moet dan rekening houden met files en parkeerkosten. Dat kan behoorlijk in de papieren lopen. Wat nu heel nadrukkelijk speelt is dat veel gebouwen een nieuwe bestemming krijgen. Gebouwen worden niet meer zomaar gesloopt, dus beoordeel ik of ze makkelijk te strippen zijn en opnieuw te gebruiken. Die benadering vraagt innovatief denken van de mensen die er bij betrokken zijn. Installaties vragen bijvoorbeeld ruimte die in oude gebouwen lastiger te plaatsen zijn. Overigens ben ik een voorstander van zoveel mogelijk installatieloos bouwen, omdat installaties er zijn om de tekortkomingen van gebouwen op te lossen. Je moet er dus voor zorgen dat gebouwen goed geïsoleerd zijn en er voldoende luchtstromen in het gebouw zijn. Installaties kunnen wel helpen het

klimaat beter te regelen en in te spelen op de vraag. Een leeg klaslokaal kan prima op temperatuur zijn, maar zitten er dertig leerlingen een tijd in, dan zal de temperatuur snel oplopen en kan de luchtkwaliteit heel snel verminderen. Dat valt lastig via natuurlijke luchtstromen te regelen.” ENERGIENEUTRAAL “Veel scholen en bedrijven willen naar energieneutraal of 0 op de meter, maar die laatste stap is een hele kostbare stap. Je moet je afvragen of scholen daaraan toe zijn en ook of het maatschappelijk verantwoord is. Die laatste 5% energieverbruik minder maakt misschien wel 60% van de kosten uit. Je praat dan over extreme constructies, die ook duurder zijn en meer onderhoud vergen. Als je een gebouw wilt realiseren dat helemaal elektrisch is dan moet je bijvoorbeeld energie met PV-cellen opwekken. Dat betekent dat je ook weer voor je tapwatervoorziening nieuwe technieken moet toepassen. Duurzaam bouwen is ook niet meer weg te denken. De regelgeving

“Een opdrachtgever kan het niet meer verantwoorden wanneer hij niet duurzaam bouwt” is zo ook al ingericht; kijk maar naar het verscherpte bouwbesluit. Wanneer het budget beperkt is ga je kijken of je het volume kunt verkleinen en de kosten beperken. Dan kom je heel snel op vierkante dozen uit en dat komt de spanning in de architectuur niet ten goede. Ook om die reden zouden de budgetten verruimd moeten worden. Tot de jaren ‘70 was energieverbruik geen issue; nu wordt het steeds belangrijker. Wel heb ik het gevoel dat de laatste tijd te veel naar de getalletjes wordt gekeken. Ik vind een goed klimaat nog steeds het belangrijkste; een gebouw is bedoeld om mensen zich prettig te laten voelen. Ik werk in projecten veel met ICSadviseurs samen. Zo heb ik voor de gemeente Zutphen veertien scholen bekeken om te adviseren over mogelijke functionele aanpassingen. Dan zie je dat gebouwen uit de jaren ‘20 minder flexibel zijn en lastiger zijn aan te passen aan de huidige eisen. Dertig leerlingen in een lokaal van 40 m² levert al snel een slechte luchtkwaliteit op. In Gouda heb ik ooit een school opgenomen waar het binnenklimaat werd afgemeten aan het aantal tabletten paracetamol dat maandelijks werd uitgedeeld. PPM stond daar voor paracetamol per maand. Die school is gelukkig inmiddels gesloopt.” Kijk voor meer informatie over de betrokken medewerkers van AlphaConsultancy op alphaconsultancy.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

37


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Ben Vulkers

ONDERWIJS EN ZORG IN HET NIEUWE EDUWIEK

Verbindend gebouw faciliteert samenwerking

Op vrijdag 3 februari jl. is de nieuwbouw van Eduwiek in Hoogeveen geopend. Speciaal en regulier voortgezet onderwijs hebben er de krachten gebundeld. De fysieke grenzen tussen de partners zijn verdwenen, waardoor ze ieder kind een passende plek voor onderwijs, zorg en begeleiding kunnen bieden. Een uniek onderwijsconcept dat LIAG heeft vertaald in een fris en robuust gebouw met een zachte uitstraling.

“Daardoor heeft iedere leerling toegang tot het totale aanbod aan onderwijs en begeleiding”

E

rik Schotte van LIAG legt uit: “Dit mooie project biedt onderdak aan alle leerlingen van het praktijkonderwijs en vmbo, inclusief het groen onderwijs van het Roelof van Echten College, RENN4, de jongeren van het naastgelegen woonzorgcentrum van Ambiq en Onderwijscentrum De Twijn. De nieuwbouw verbindt verschillende onderwijsvormen en leerlingen, maar de scholen werken volgens één onderwijsconcept. ‘Samen waar het kan, apart als het moet’ is het motto van de school en dit is ook het uitgangspunt voor het ontwerp voor het gebouw. Iedere school heeft een eigen plek in het gebouw, maar alle drie de scholen maken ook gebruik van elkaars kennis en faciliteiten. Daardoor heeft iedere leerling toegang tot het totale aanbod aan onderwijs en begeleiding. Onderwijs op maat voor elk kind. Kinderen kunnen bij meerdere scholen onderwijs volgen. Mogelijk zitten ze op een reguliere school, maar volgen ze wat lessen binnen het speciaal onderwijs.” VAN EIGEN NAAR GENERIEK Erik: “De verschillende scholen kwamen uit oude gebouwen, die ook nog eens sterk verouderd waren. Daardoor was inhoudelijke samenwerking lastig,

38

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

terwijl de wens was om integraler samen te werken.” Carina Nørregaard: “Een belangrijke reden om voor ons te kiezen was dat we voor elke gebruiker een visie hadden ontwikkeld. En we vonden dat ze al teveel in de oplossing hadden gedacht. We vroegen ze hun vraag zo abstract mogelijk te stellen. De kwaliteit die toen werd geformuleerd hebben we vertaald naar een ruimtelijk concept. Ze hadden twee gebouwdelen gevraagd, maar wij wilden één school maken met drie dimensies erin; van elk individueel kind naar het niveau van de eigen school en dan naar het gezamenlijk gebouw als thuishaven. Het is een gebouw zonder specifieke voor- en achterkant. Eke school heeft een eigen gebied in een vleugel en die mengen zich weer als je naar het midden gaat. Alle overblijf- en kantineruimten zitten daar bij elkaar en niet zoals eerst was gevraagd apart. Centraal in de school liggen nu de gedeelde faciliteiten zoals de aula, een professionele grootkeuken, de gymzalen en diverse praktijklokalen. Zo zie je soepele overgangen tijdens de pauzes. Pauzeruimten zijn opengemaakt zonder wanden en je ziet dat de leerlingen zich op een natuurlijke manier mengen. De entrees zitten in de oksels en zo kom je binnen in het centrale deel. Er zijn verschillende buitenruimtes, met een groenplein,


ONTWERP EN INRICHTING

reguliere onderwijs wisselen ervaringen en methodes uit en leren van elkaar om de ontwikkeling van het kind zo goed mogelijk te ondersteunen.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Eduwiek, Hoogeveen Opdrachtgever Roelof van Echten College Functie Onderwijsgebouw voor praktijkonderwijs, vmbo, en speciaal onderwijs: kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking Architect LIAG architecten en bouwadviseurs Aannemer Hesco Bouw (voorheen Hegeman Noord) Oplevering December 2016 Bouwsom e 12.750.000,- excl. BTW BVO ca. 12.500 m² BVO

een werkplein en een logistiek plein. Zo is er ook een groot plein voor het vmbo en voor de meer kwetsbare leerlingen een rustig plein. Iedere onderwijsvorm krijgt zo een eigen plek in het gebouw en de drie vleugels zorgen voor een natuurlijke zonering. In de uiteinden zijn de eigen ruimten van de uitzonderlijke scholen gesitueerd die privacy en rust vragen en de meer kwetsbare leerlingen geborgenheid bieden. Op deze manier vinden leerlingen kleinschaligheid als ze dat nodig hebben, maar combinaties van onderwijs als hun talent daarom vraagt. Geen drempels meer, maar uitdagend onderwijs voor ieder kind. Centraal in het gebouw bevindt zich het Expertisecentrum waar alle kennis op het gebied van onderwijs en zorg gebundeld wordt. Docenten van het speciaal- en

INPASSING IN DE OMGEVING Erik: “De stedenbouwkundige inpassing aan een woonwijk en naast een industrie- en distributiegebied is ook interessant. Naast de school liggen zorgwoningen en de kinderen die daar wonen lopen naar school. Het industrieterrein heeft weer een relatie met het onderwijs en dan met name de praktijkschool en het arbeidstrainingcentrum. De scholen wilden ook een uitstraling die met het gebied te maken heeft. Daarom hebben we robuuste materialen gebruikt met zachte rondingen. Het gebouw heeft een natuurlijk gelobde vorm met afgeronde hoeken die het gebouw een zachte uitstraling geven. Zonering en oriëntatie worden ondersteund door verschillende kleuren per bouwdeel en variatie in openheid en transparantie. De kleuren zijn zorgvuldig afgestemd op de doelgroepen en het gedrag van de leerlingen. Ieder bouwdeel heeft centraal een vide die zorgt voor doorzicht en daglicht tot diep in het gebouw. Hier is ook ruimte voor verschillende soorten open werkplekken. Het hart van het gebouw heeft een eigen kleurstelling en dient als multifunctionele ontmoetingsruimte voor iedereen. De brede trap in de aula verbindt de verdiepingen met elkaar en is ook te gebruiken als tribunetrap bij school­ evenementen. De opdrachtgevers zijn zeer tevreden met het gebouw en de manier waarop onderwijs en zorg zijn geïntegreerd.” Kijk voor meer informatie op www.liag.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

39


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Martine Sprangers Fotografie

ONTMOETING EN INNOVATIE IN RBS WORKSPACE

Integraal duurzaam bouwen economische faculteit

De nieuwbouw van de Rotterdam Business School (RBS) is aanleiding voor een mooi debat rond het thema integraal duurzaam bouwen. Gastheer Maurice Wieland van SMT Bouw & Vastgoed had interessante partijen uitgenodigd, samen met genodigden vanuit Schooldomein. Integraal duurzaam bouwen; het toverwoord voor de toekomst! EEN GOED GEBOUW LEVERT EEN BIJDRAGE AAN DE LEERPRESTATIE Sander opent: “Vier jaar geleden besloten we het economisch domein te herontwikkelen en alles op de campus te concentreren in de RBS. De bestaande capaciteit was onvoldoende om 2.000 studenten extra te huisvesten. Bovendien hadden we gebouwen en gebouwdelen uit verschillende bouwjaren. Het oudste deel is daarom gesloopt om de nieuwbouw van 13.063 bvo m² mogelijk te maken. We wilden een zo

40

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

efficiënt mogelijke ‘onderwijsdoos’ omdat de locatie beperkt was. Bij de Europese Aanbesteding hebben verschillende architecten een ontwerp gemaakt. Door de beperkte omvang van het plot leken vervolgens alle ontwerpen op elkaar: een duurzame, generieke ‘onderwijsdoos’, met een groot atrium en een gunstige bruto-netto verhouding. Je komt natuurlijk al snel op een generiek gebouw uit, omdat het voor het onderwijs lastig is om meer dan twee jaar vooruit te kijken en dit te vertalen in benodigde ruimte. Het


EXPERTMEETING

DEELNEMERS • Raymond van Sabben – Architectenbureau Paul de Ruiter • Sander van der Pols – Hogeschool Rotterdam • Martijn Nab – Hogeschool Rotterdam • Martijn Baarendse – Hogeschool Rotterdam • Maurice Wieland – SMT Bouw & Vastgoed • Arnold van de Lagemaat – SMT Bouw & Vastgoed • Antwan van Haaren – DGMR • Peter Akkerman – Unica • Maikel van Wijk – Facedo

GENODIGDEN SCHOOLDOMEIN • Marien Ippel – Nora Flooring • Jeroen Verweij – Gispen • Chris de Weijer - DP6 Architectuurstudio • Alfons Hams - Spring Architecten • Ranjana Rangatie en Zaynab Quraishi - studenten

gebouw van RBS is dus generiek en de richtingen economie en bedrijfskunde hebben per definitie ook generieke ruimten nodig. Sfeer en beleving in combinatie met een specifieke indeling zorgen voor het onderscheidend vermogen. Die uitgangspunten zijn door Raymond van Sabben van Paul de Ruiter Architecten goed opgepakt. Samen met de gebruikers is intensief aan de inrichting van de ruimten gewerkt. Het resultaat: een krachtig gebouw met een diversiteit aan leeromgevingen, waar allerlei werkvormen gefaciliteerd worden.” GEREGISSEERDE ONTMOETING LEIDT TOT INNOVATIE Martijn Baarendse: “Dit is één van onze kerngebouwen en dat hebben we niet gemaakt om het over een tijd als bedrijfsgebouw op de markt te zetten. Het is

wel degelijk een onderwijsgebouw.” Raymond legt uit: “We hebben het echt als een business school ontworpen en de identiteit zit in de combinatie van een zakelijke uitstraling met een hoog kwaliteits­ niveau. Dit is de nieuwe economische opleiding van Rotterdam die alle opleidingen verbindt; vandaar het atrium en de grote trap die als een loper uit­nodigt en verbindt.” Sander knikt: “Flexibiliteit was een uitgangspunt. We hebben hier 80% onderwijsruimte en 20% kantoorruimte, maar dat kan volgend jaar weer anders zijn. Daarnaast hadden we een technische en functionele opgave. Er is aanbesteed zonder een vast binnenkantontwerp. Alle techniek zit in de gevel en de wanden, zodat de binnenkant flexibel is en de herkenbaarheid groot. We hebben het nieuwe gebouw met de bestaande bouwdelen verbonden waardoor op de knooppunten een diversiteit aan plekken is ontstaan, waar studenten elkaar kunnen ontmoeten. Daarnaast is het een heel licht gebouw met veel glas en hoge ruimten, zodat de beleving en het binnen­klimaat goed zijn”. Martijn Nab knikt: “We hebben vier opleidingen die totaal anders zijn en op verschillende plekken zaten. We wilden dat er een geregisseerde ontmoeting in het gebouw zou plaatsvinden. Dat is de meerwaarde van dit ontwerp. Door de ontmoeting ontstaan de voorwaarden voor innovatie. Voor de student van nu worden de voorzieningen steeds belangrijker. Je moet mensen binden en ze moeten willen blijven. Die kwaliteit straalt het Polak gebouw uit en willen we hier ook hebben. Het gevoel dat binnen en buiten in elkaar overlopen.”

SCHOOLDOMEIN

“Door het regisseren van ontmoeting ontstaan de voorwaarden voor innovatie”

mei 2017

41


Arnold van de Lagemaat van SMT knikt: “Niets is zo fluïde als onderwijs, dus moet het accent op de leeromgeving liggen. Het nieuwe gebouw leent zich daar perfect voor.” 4e jaars student facility management Ranjana Rangatie vat samen: “Je ziet meer richting faciliteren. Goede voorzieningen worden steeds belangrijker om een goede beleving te creëren en een goede sfeer. Dat bepaalt ook het imago van de RBS. En je ziet dat opdrachtgevers veel eerder over de exploitatie nadenken.” PERFECTE MATCH PARTIJEN VOORWAARDE INTEGRAAL DUURZAAM BOUWEN Maurice Wieland verder: “Onderwijs gebeurt tussen mensen. Gebouwen onderscheiden zich door het duurzaamheidaspect. Van oudsher benaderen we duurzaamheid vanuit techniek, terwijl het nu veel meer gaat over hoe je gebouwen opnieuw kunt gebruiken door ze te transformeren. 70% van de scholen moet je eigenlijk slopen omdat ze zo weinig daglicht hebben. Je beweegt je dus in zekere zin van de techniek af en kijkt meer naar de basisvoorwaarden rond aanpasbaarheid, lucht en licht. Het perfecte gebouw krijg je nooit, dus moet de match tussen partijen perfect zijn, juist vanwege de aandacht voor duurzaamheid.” Sander: “Dat noemen we integraal duurzaam bouwen, waarbij je in het ontwerp van de gevel op alle onderdelen geïntegreerd werkt en tegelijkertijd naar het gebruik en de exploitatie kijkt. Zo zijn alle schakelaars geïntegreerd in één unit die alle functionaliteiten in zich heeft, waardoor het voor gebruikers makkelijker wordt. De bediening ervan is weer verbonden met het gebouwbeheersysteem, waardoor bepaalde afwijkingen softwarematig geblokkeerd kunnen worden. De gebruiker wordt maximaal gefaciliteerd, maar stel dat er meerdere lokalen minder worden gebruikt, dan wordt er automatisch minder lucht in geblazen.” Maikel van Wijk van Facedo heeft aan de gevel gewerkt: “De gevel heeft een bepaalde repetitie en daar begint de oorsprong van de flexibiliteit, zoals de keuze voor de kabelgoten, het geluidwerende karakter, het thermisch comfort en de te openen delen. De flexibiliteit begint aan de buitenkant.” Antwan van Haaren knikt: “Door een goede schil te maken, voorkom je al heel veel installaties. De bouwfysisch ingenieur is de spil tussen architect

42

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

en installatieadviseur. In die zin hebben we SMT in de uitwerking goed kunnen bijstaan.” Peter Akkerman voegt toe: “Een gebouw kan mooi zijn, maar thermisch comfort is de basisbehoefte voor goed onderwijs. Als de temperatuur en luchtkwaliteit goed zijn concentreer je je beter en zit je goed in je vel. We hebben veel installatietechnische maatregelen op het niveau van Breeam Excellent toegepast. De duurzame plafonds, verwarming en koelplafonds zijn gecombineerd met led en een variabele verse lucht toevoer. Hetzelfde geldt voor warmte- en koudeopslag. Het gebouw is massa en daarmee kun je koude opslaan. Dat creëert de voorwaarden voor een mooi binnenklimaat.” Peter lacht: “De zonkalender is er zelfs ingeschoten, net als de KNMI-kalender. Het systeem is heel flexibel en acteert vanuit bepaalde waarden. Je


EXPERTMEETING

wilt natuurlijk niet dat de robot bepaalt wat een ideale leeromgeving is. Daarom moeten gebouwen altijd van de mensen uitgaan en moet de techniek dienend zijn. Inmiddels zijn we zover geïnnoveerd dat je techniek weer individueel kunt regelen, waardoor het comfort vergroot wordt.” MEER SOFTE OUTPUTCRITERIA Sander: “Generiek moet je dus niet verwisselen met eenheid. Met inrichting en aankleding kun je het gebouw accentueren. Diversiteit maakt een groot verschil, waarbij we weer vanuit de basisbehoefte van mensen denken. Mensen willen graag buiten zijn, houden van een lichte omgeving en willen elkaar graag ontmoeten. Dat betekent ook dat er een goede horeca moet zijn. Als je ergens binnen bent wil je mensen het gevoel geven dat ze ook een beetje buiten zijn. Vanuit dat principe hebben we dit gebouw benaderd. Tegelijkertijd loop je soms tegen de beschikbare budgetten aan. De jaren ‘50 school met hoge plafonds en veel te openen ramen kun je vanuit het

bouwbesluit en de regelgeving niet meer bekostigen. Dat is een feit waar de markt nu enorm mee worstelt, omdat de budgetten gewoon te krap zijn. En integraal duurzaam bouwen vraagt om ambitie en perspectief op een duurzame exploitatie.” Maurice knikt: “Wij moeten ervoor waken dat dat niet tot een verharding leidt naar de opdrachtgever en het inkoopbureau. Als het tot een verharding komt schrijft niemand straks meer in. Dat betekent dat we vroeg met de opdrachtgever om tafel moeten om duidelijk te maken wat hij wel of niet kan verwachten.” Sander vult aan: “Een opdrachtgever moet vooral onderwijskundige output kunt genereren en zich niet te veel met de techniek bemoeien. Je gaat meer naar de softe outputspecificaties. Dat betekent wel dat je een goed programma van eisen moet hebben, waarin de kaders staan aangegeven. We gaan meer naar een dialoog toe en minder naar strakke technische outputspecificaties. Dat vraagt wel om opdrachtgevers en inkopers die een kwaliteitseis op papier kunnen zetten. Je moet dat wel omschrijven.” Raymond valt in: “Dat zou veel beter zijn. Nu krijg ik soms een uitvraag met 20 pagina’s tegenstrijdige technische specificaties. Wij beginnen een traject altijd door op één A4 te zetten wat echt de kernaspecten zijn. In feite gaat het vaak maar om acht eisen die echt belangrijk zijn.” Peter: “Vertrouwen is de basis voor een eindresultaat. De opdrachtgever moet zich bewust zijn van welke partners nodig zijn om de eigen visie goed te vertalen. De aanname dat de opdrachtgever maar één keer bouwt en onwetend is geldt niet meer; hij heeft immers elke dag met de beleving en het comfort in het gebouw te maken.” Kijk voor meer informatie op www.smt-benv.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

43


Tekst Sibo Arbeek

Gezond en toekomst­ bestendig schoolgebouw Brede School Pieter van der Plas is een schoolvoorbeeld van een gezond en toekomstgericht onderwijsgebouw. Binnen het gebouw hebben een basisschool, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang een plaats. RoosRos was verantwoordelijk voor het ontwerp.

S

imon Hanemaaijer was als projectarchitect betrokken: “Het is een geslaagd voorbeeld van nieuwbouw en renovatie, waardoor de mogelijkheden van het schoolgebouw uit 1923 optimaal benut werden. Deze oplossing is niet alleen duurzaam, maar gaf ook financiële ruimte om extra kwaliteit in de nieuwbouw te realiseren. In het ontwerp komen de drie ontwerpprincipes van RoosRos tot uiting. Principes die gericht zijn op gebouwen die bijdragen aan welzijn, geluk en toekomstwaarde voor huidige én volgende generaties. Van de aula tot de gymzaal kenmerkt het ontwerp zich door een hoogwaardig interieur en prettige akoestiek. De aansprekende duurzame materialen creëren een natuurlijke, warme sfeer en uitstekende akoestiek. Kortom; gebruikers en omwonenden zijn blij met het vernieuwde en tegelijkertijd vertrouwde Pieter van der Plas gebouw.” De school uit 1923 werd aangeduid als emotioneel vastgoed, (groot)ouders van kinderen van de school hebben nog les gehad in dit historisch pand. Directeur Els Benen: “Deze school staat al 111 jaar op deze plek en het gerenoveerde deel is 94 jaar oud. Verschillende generaties ouders, opa’s en oma’s die hun kinderen en kleinkinderen op deze school hebben zitten, zaten hier zelf ook. Dat heeft een enorme emotionele waarde en dan is het geweldig dat het markante deel van de school gerenoveerd werd en bewaard bleef voor deze en toekomstige generaties. Bovendien staat het gebouw heel mooi in de omgeving met een molen en karakteristieke oude huizen.” GEZOND Simon verder: “Licht, lucht en geluid dragen bij aan een gezonde omgeving. De constructie van de lokalen onder de kap geven een bijzondere vrije hoogte, extra ruimte en vooral extra kuubs lucht, passend bij het frisse scholen concept. De sheddaken boven de aula voorzien het compacte gebouw tot in het hart van daglicht. Er is veel aandacht voor de relatie binnen-buiten, die wordt versterkt door glas tot de vloer en schuifpuien naar het plein. Het buitenterrein van de school is groen aangekleed, de term schooltuin

44

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

“We wilden een lichte en open school waar ook rust heerst en dat is gelukt”

is meer van toepassing dan schoolplein. Els knikt: “Natuurlijk loop je tegen beperkingen aan wanneer je een gebouw renoveert, bijvoorbeeld omdat bepaalde muren dragend zijn. Waar het kan werken we met open deuren en ruimtes waar kinderen bij elkaar naar binnen kunnen lopen. De combinatie van een gerenoveerd deel en de nieuwbouw is daarom zo leuk; de oude gangenschool loopt over in een centraal nieuw plein, waar iedereen bij elkaar naar binnen kan kijken en er veel contact is. Het zijn twee delen, maar het voelt als een kleinschalig gebouw. Dat hoor je ook van mensen die hier binnenkomen; het is rustig en overzichtelijk.”


ONTWERP EN INRICHTING

SLIM EN PUUR Simon over het ontwerp: “De compacte opzet zorgt voor een zuinige energiehuishouding. De prettige akoestiek in het gebouw, zelfs in de gymzaal, ontstaat door het gebruik van geperforeerd gips en geperforeerde houtpanelen. Materiaal reductie is gerealiseerd door ruwbouw en eindafwerking te integreren. Een voorbeeld daarvan is de integrale dakplaat, er is geen systeemplafond gebruikt, de plaat is direct de plafondafwerking. Ook de constructie van de ventilatiekanalen is puur. Deze zijn niet in het plafond weggewerkt, maar volledig zichtbaar en functioneel in de ruimte. Zo voorzien ze de lokalen gelijkmatig van frisse lucht. De school is ontworpen vanuit het oogpunt; zuinig omgaan met materiaal. Het hergebruik van de bestaande school is daar het eerste voorbeeld van. Mede dankzij hergebruik van het oude deel en de architectuur van de nieuwbouw - die hier op aan sluit - past de school verrassend goed in de woonwijk. De zonnepanelen zijn in het dak geïntegreerd, ze leveren duurzame energie en beeldkwaliteit langs de doorgaande weg. Hoe groter het vermogen van een gebouw om in de toekomst te transformeren, hoe duurzamer. Op de verdieping zijn de lokalen eenvoudig te schakelen en afzonderlijk te gebruiken dankzij de dubbele openslaande deuren. De hal, leskeuken en gymzaal worden gezamenlijk gebruikt. Een van de lokalen is onder schooltijd bestemd voor de peutergroep en na schooltijd voor de BSO. Op deze wijze is de school voorbereid op toekomstige ontwikkelingen.” KENNIS EN EXPERTISE Els ten slotte: “Doordat we hier samen zitten met de peuterspeelzaal en de BSO combineren we kennis en expertise, waardoor een brede ontwikkeling van kinderen beter mogelijk is. We zitten als kindcentrum nog in de opbouwfase, maar doen nu al veel samen, bijvoorbeeld rond het vormgeven van doorgaande leerlijnen, elkaars expertisen gebruiken, we delen de visie van het groene schoolplein en werken samen rond activiteiten voor bijvoorbeeld Koningsdag. We wilden een lichte en open school, maar waar ook rust

heerst en dat is gelukt. Met name de akoestiek is geweldig. Het leerplein is een open ruimte met beneden de peuters en boven de groepen drie tot en met acht, maar dat werkt heel goed, ook in de groepsruimten zelf. Kortom hier spreekt een tevreden directeur.” Kijk voor meer informatie op roosros.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

45


Tekst Sibo Arbeek

KWALITEIT VLOEREN ONDERDEEL VAN DE BELEVING

Deltion College Zwolle is een dorp in een stad Het is een bijzondere ervaring om in het Deltion College in Zwolle rond te lopen. 10.000 m² onderwijs- en praktijkruimten verbonden door een boulevard. Licht en lucht zijn overal en de diverse onderwijsgebieden zijn herkenbaar aan de verschillende kleuren, die weer allemaal op elkaar afgestemd zijn. Zo ook de Gerflor vloeren, die overal in het gebouw liggen.

M

argon Voor de Poort is hoofd facilitaire zaken van de campus van het Deltion College: “Dan praat je over 14.000 studenten, 1.100 medewerkers en een vloeroppervlak van 10.000 m². En we groeien, waardoor we uitbreiden met een nieuw pand en nog een locatie in het Centrum van Zwolle hebben; het Sprint Lyceum. Vanaf 2007 trokken de her en der verspreide opleidingen het enorme gebouw in en in 2009 was het hele gebouw bemenst en begon de campus te bloeien. Het is natuurlijk bijzonder dat je vanuit allemaal buitenlocaties met elk een eigen identiteit naar één campus gaat, die uit verschillende gebouwdelen is opgebouwd. De boulevard is de verbindingsroute

46

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

die dwars door het gebouw loopt en via de trappenzones alle gebouwdelen met elkaar verbindt. Door de manier waarop de opleidingen in gebouwdelen zijn georganiseerd voelt het als kleinschalig. Ontwikkelingen in de samenleving rond bijvoorbeeld domotica in de zorg pakken we hier snel op, omdat de studenten van techniek en zorg bij elkaar in de buurt zitten. Daardoor ontstaan ook de voorwaarden voor innovatie. Je ontmoet elkaar eerder.” KLEURENPALLET Margon verder: “Dit gebouw is door AGS Architects ontworpen en is na tien jaar in gebruik nog steeds een fris en sprankelend gebouw. Het credo was en is dat je trots bent op wie je bent en wat je doet. Het is een praktijkschool met veel praktijkopleidingen op de begane grond; je kijkt zo bij installatietechniek of motorvoertuigentechniek naar binnen en ziet de toekomstige werknemers aan het werk. Het ontwerp van het gebouw past nog steeds heel erg goed bij wie we zijn. Die frisheid, duurzaamheid en transparantie moet je wel met elkaar bewaken. Dat doe je door de elementen in de inrichting op elkaar af te stemmen. We gaan voor rust, herkenbaarheid, duurzaamheid. Zo’n enorm gebouw moet je zien als een totaalpakket, waarbij elk onderdeel bijdraagt aan het beeld van het geheel. Daarom hebben we een kleurenboek dat we voor elke uiting gebruiken. Het gebouw is opgebouwd uit kleuren en die vind je terug in de vloeren, de muren en de tegels in het sanitair. Elke afdeling heeft zijn eigen huisstijl, die weer is geïntegreerd in de totaalvisie; we zijn een transparante school met kleurrijke studenten. Elk gebouw heeft een hoofdkleur en je vindt er elementen van de kleuren van andere gebouwen. Zo kan ik spelen met verbindende factoren, met rust en eenheid als uitgangspunt. Een kantooromgeving kan ik net er even uit laten springen, met een eigen accent. De kleuren zijn op


ONTWERP EN INRICHTING

“Een belangrijk argument is dat je de vloer niet elk jaar hoeft te strippen en in de was te zetten”

basis van een visie door de architect ontworpen. De primaire kleuren, zoals oranje en geel vind je in het hart. Naarmate je uitwaaiert vind je de kleuren bruin, zwart en zilver als de meer neutrale kleuren. Zo weet je precies waar je bent en dat wordt versterkt door de kleuren in de bewegwijzering. Gebouw geel heeft opleidingen van economie, in gebouw olijf vind je de opleidingen van gezondheidszorg. Door de kleur te noemen weet iedereen waar je moet zijn.” KEUZE VOOR PVC “Het onderwijs verandert continu en sommige keuzen moet je ervaren, zoals de keuzen voor de vloeren. We hadden op veel plekken vloerbedekking liggen, maar dat werkt niet goed. Het slijt sneller, je ziet er alles op en je moet het intensiever schoonmaken. De campus was uit een aantal typen vloeren opgebouwd, waaronder de Gerflorvloer. Veel vloeren hebben we nu gefaseerd vervangen door de pvc-vloeren van Gerflor. Inmiddels vind je Gerflor in 85% van het gebouw.“ Rayonmanager Geert Nijland knikt: “Jullie hebben vooral onze vloersoort Brazilia, die ook wat dikker is en akoestisch ook erg goed werkt. Deze vloer is ook multifunctioneel inzetbaar voor de omgeving.” “Over onze initiële prijs zijn we duidelijk”, legt Geert uit, “die ligt wat hoger dan gemiddeld maar verdien je binnen een paar jaar weer uit je exploitatie terug. We merken dat er vooral bij opdrachtgevers meer vraag naar onze vloeren is, omdat ze meer vanuit de exploitatie en het gebruik gaan denken. Een aannemer wil nog wel eens kiezen voor de oplossing met de laagste initiële aankoopprijs zonder de total cost of

Margon Voor de Poort (l) en Geert Nijland

ownership te bekijken.” Margon knikt: “De kwaliteit blijft al tien jaar goed en de schoonmaakkosten lopen terug. Een belangrijk argument is ook dat je de vloer niet elk jaar hoeft te strippen en in de was te zetten, zoals bij andere typen vloeren. Dat kost telkens veel energie en geld.” Geert licht toe: “De levensduur kan bij normaal gebruik een gebouw mee. Mocht de levensduur op zijn, dan nemen we hem terug en wordt hij volledig gerecycled. Dat maakt onze vloeren duurzaam.” Margon reageert: “Duurzaam is voor mij vooral de levensduur. Jullie kleurenwaaier sluit mooi aan bij de huisstijl van Deltion en de vloeren van Gerflor hebben me nog nooit in de steek gelaten. Dus dat houden we graag zo.” Kijk voor meer informatie op gerflor.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

47


Tekst DP6 architectuurstudio

De zintuiglijke

ervaring

48

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


ONTWERP EN INRICHTING

Bij het ontwerpen van een gebouw ligt het voor de hand – naast alle functionele aspecten - de focus te richten op het visuele. Vorm, kleurgebruik, zichtlijnen; de gereedschappen van de architect lijken voornamelijk te liggen in het gebied van ‘het zien’. Toch spelen alle zintuigen een rol in de beleving van een schoolgebouw. Richelle de Jong van DP6 architectuurstudio vertelt over hun zoektocht naar de rol van de zintuigen in de beleving van architectuur. r

OP HET EERSTE GEZICHT EN DAARNA De zintuigen zijn een terugkerend thema en interessegebied voor ons. Wat zorgt ervoor dat sommige plekken, gebouwen of ruimten je raken? Wat zorgt ervoor dat je je op die plek fijn voelt en er geconcentreerd kan leren, je geïnspireerd wordt om te leren? Wat zorgt ervoor dat je je een gebouw herinnert? Volgens ons ligt dit verscholen in de zintuiglijke beleving van ruimten. Een fijn schoolgebouw is voor ons dan ook een schoolgebouw dat aandacht heeft voor álle zintuigen. De eerste kennismaking met een gebouw zal zich vooral afspelen op het visuele vlak: is de eerste aanblik overweldigend of kom je ‘klein’ binnen, is het er licht, is het overzichtelijk of juist verrassend, zijn de kleuren opvallend of juist rustig en natuurlijk? Het is vooral het visuele aspect dat je in eerste instantie raakt. Pas als je langer in het gebouw verblijft, merk je de intensiteit waarmee ook de andere zintuigen worden aangesproken. Dan gaan ook akoestiek en temperatuur, lucht en ruimteklimaat bijdragen aan je beleving van het gebouw.

v St. Nicolaaslyceum Foto: Jeroen Musch

BELEVING In onze ontwerpen van (onderwijs)gebouwen staat de beleving van de toekomstige gebruikers centraal. We zijn ons bewust van hoe ruimtes plezierig kunnen werken en aangenaam zijn om in te verblijven. Ruimtelijkheid, transparantie en ‘elkaar kunnen zien’ zijn belangrijk voor je oriëntatie in het gebouw en kunnen een gevoel van kleinschaligheid en saam­horigheid geven. Zo heeft het Sint Nicolaaslyceum een ruimtelijke binnenwereld waar je, ondanks dat het een grote

ROC Friese Poort Zorg en Welzijn - Foto: Michel Kievits

school is, je gezien en gekend voelt. Het ruimtelijke atrium in het hart van de school verbindt alle onderwijsclusters aan elkaar en maakt nieuwsgierig, je krijgt vanuit het atrium een overzicht van alles wat de school te bieden heeft. Daglicht is enorm belangrijk voor de beleving, daglicht draagt bij aan hoe je je voelt in een gebouw en ook aan de prestaties van leerlingen en docenten. We proberen dan ook in al onze ontwerpen daglicht diep in het gebouw te brengen. Niet alleen door grote ramen hoog in de gevel te plaatsen maar ook door daklichten, atria en veel transparantie tussen ruimten onderling. Hiermee zorgen we ook voor zichtrelaties in de school en contact met de omgeving. In het Krimpenerwaard College is deze aangename beleving van licht en zicht volop aanwezig. In de twee centrale ruimten (aula en mediatheek) is op verschillende manieren omgegaan met daglicht: de aula heeft met een grote glasgevel zicht op het plein en de groene omgeving, de media­theek bevindt zich in het hart van de school waar de ruimte op indirecte wijze licht van boven krijgt en daarmee een intieme sfeer. Ook het atrium van Zorg en Welzijn van Friese Poort krijgt licht van boven, waar het langs de warm houten spanten en wanden tot in het hart van het gebouw komt. BEWUST EN ONBEWUST Luchtkwaliteit, lichtintensiteit, klimaatregeling, akoestiek en technische innovaties: je ziet ze niet en gaat ze pas bewust ervaren als er iets niet klopt. Wat we eigenlijk doen is proberen om de natuur en het klimaat weer in het gebouw te halen, juist door het comfort gewoon goed te hebben, maar op sommige

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

49


“Wij onder­ zoeken hoe je gebouwen ervaart in de tijd, met contrasten van emoties”

r Neushoorn Foto: Kristian Hoekman

v Krimpenerwaard College Foto: Michel Kievits

plekken er op een andere manier mee om te gaan. Verschillende lichtintensiteiten in één ruimte kunnen storend zijn, maar dat hoeft helemaal niet. Ze kunnen juist ook voor die differentiatie in de ruimte zorgen, waardoor mensen hun eigen plek of weg kunnen vinden. Akoestische oplossingen kunnen heel bijzonder vormgegeven zijn, waardoor je bewustzijn ervan geprikkeld wordt en het visuele en akoestische samenkomen. Een voorbeeld hiervan zijn de akoestische baffles in het Nicolaaslyceum, die, naast het verzorgen van een goede akoestiek, er ook voor zorgen dat de warmte en koelte vanuit de vloeren voor een goed klimaat zorgen - daarnaast geven de baffles een bijzonder beeld, passend in de architectuur. CONTRASTEN Wij onderzoeken hoe je gebouwen ervaart in de tijd, met contrasten van emoties. Dat kun je doen door te bedenken wat er gebeurt als je je door een gebouw beweegt. Welke prikkeling geeft een ruimte, of is de

50

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

ervaring juist heel rustig, bijna egaal? Tastbaarheid en associaties: het zijn aspecten waarover je nauwelijks praat, maar die wel heel bepalend zijn voor je gevoel. Het gaat bij een fijne beleving om een goede balans; harmonie in de zintuiglijke ervaring. In een school mag je ruimten hebben die ‘wow’ zijn maar er moeten ook plekken van concentratie zijn, waar de leerling helemaal op zichzelf kan zijn. En dan komt het aspect beweging aan de orde: over de manier waarop je door een gebouw loopt, de overgangen, de contrasten in de ruimten qua omvang en drukte. Rust en overzicht versus ontdekken. Met dat soort processen en ervaringen proberen we bewust om te gaan, ook in de keuzes van materialen. In Neushoorn (poppodium en school in één gebouw) hebben we gebruik gemaakt van de ruigheid van de bestaande baksteen wanden, waar delen van het gebouw tussen uit gesloopt zijn. Samen met het warme hout op de trappen en de gladde grijze vloeren vormen ze de basis voor contrastrijke, creatieve ruimten. In het Scheepvaart- en Transport College is die combinatie van robuuste en verfijnde detaillering gevonden in de associatie met de scheepvaart: open werkruimten worden op een transparante manier afgescheiden met wanden van touw, felgekleurde robuuste staalplaten zijn gecombineerd met de warmte van bamboe wanden en kozijnen. Het is eigenlijk een voortdurende zoektocht naar hoe je rust en prikkelingen elkaar kan laten afwisselen. De ‘onmerkbare’ techniek moet gewoon goed zijn, maar met zintuigen, met gevoel en beleving moet je als ontwerper ook heel bewust bezig zijn. Kijk voor meer informatie op www.dp6.nl.


Tekst en foto’s Sibo Arbeek

ONTWERP EN INRICHTING

RENOVATIE UNIVERSITEITSMUSEUM UTRECHT

Van tentoonstellen naar deelnemen Het Universiteitsmuseum in Utrecht is ooit opgezet om de collectie van een natuurkundig gezelschap uit de 18e eeuw ten toon te stellen. Het aantal bezoekers is in de afgelopen jaren sterk gegroeid en dat was mede de aanleiding voor een stevige renovatie. Na de opening in 2019 moet het museum een environment zijn, waar de bezoekers deelnemen aan experimenten met een doel. ICSadviseurs begeleidt de renovatie.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

51


“Het idee is om niet meer met statische tentoon­stellingen te werken, maar een environment aan te bieden”

Paul Voogt (l) en Norbert Bruschke

P

aul Voogt is sinds vier jaar Hoofd van het Universiteitsmuseum en vertelt hoe het ooit begon aan de Lange Nieuwstraat in Utrecht: “In de 18e eeuw hield een natuurkundig gezelschap zich bezig met openbare proefnemingen. Dat diende ter lering en vermaak maar had ook een wetenschappelijk karakter. Op deze plek waren het anatomisch theater, het natuurkundig gezelschap en de hortus botanicus gevestigd. Dokter en professor Jan Bleuland had een grote verzameling medische preparaten. Zijn hele collectie is hier tentoongesteld, inclusief de originele kast. Hier op zolder is nog een zwartgeverfde ruimte die gebruikt werd voor proefnemingen met licht. In die tijd was het voor universiteiten gebruikelijk om verzamelingen aan te leggen. Nu heb je DNA-onderzoek, maar toen leerde je door te kijken en te vergelijken. Gaandeweg ontstond een verbinding met de universiteit, maar het gezelschap en haar collectie raakten in de vergetelheid. Begin 20e eeuw werd de

52

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

collectie op de zolder van een overleden professor aangetroffen en dat vormde de aanleiding om een universiteitsmuseum op te richten. Tien jaar nadat de stichting was opgericht werd in 1928 de collectie in een gebouw ondergebracht en was het universiteitsmuseum een feit. Het oudste object in de tentoonstelling is een vacuümpomp. Dat was toen een nieuwe uitvinding. Maar er zijn ook modellen van een ophaalbrug en een sluis. Prachtige voorwerpen die met vakmanschap in ebbenhout, glas of koper zijn uitgevoerd. Dit is het grootste universiteits­ museum in Nederland. Groningen heeft een kleiner museum en Amsterdam heeft het Allard Piersonmuseum, dat meer op archeologie is gericht.” NIEUW CONCEPT Het gebouw uit begin 20e eeuw is oorspronkelijk bedoeld voor plantkunde. Hier lag het botanisch laboratorium en in het gebouw hadden we een ronde collegezaal. Omstreeks 1960 is de botanische tuin naar de Uithof verplaatst, waar toen plantkunde geconcentreerd werd. Rond 1990 kwam dit gebouw leeg te staan; de tuin werd niet meer gebruikt en verloederde. De buurt ging het als parkeerplaats gebruiken en de Universiteit dreigde het terrein aan een projectontwikkelaar te verkopen. Toen kwam de buurt samen met de Rotary in actie en heeft de tuin min of meer gekraakt om het vervolgens op te knappen. De bezwaren waren zo effectief dat de universi-


ONTWERP EN INRICHTING

teit besloot het gebouw en de tuinen te behouden. Er was een klein universiteitsmuseum aan de Biltstraat en dat verhuisde vervolgens in 1996 naar deze plek. Dat museum trok toen ongeveer 10.000 bezoekers per jaar en de ambitie was dat aantal toe te laten nemen naar 30.000 bezoekers per jaar. Op dat aantal is dit gebouw toen ingericht, waarbij Koen van Velsen Architecten de glazen entreepartij heeft ontworpen, waarin ook een tentoonstellingszaal hangt. Je begrijpt dat het gebouw begint te knellen met de 75.000 mensen die we nu trekken. Daarbij hebben we niet een constant aantal bezoekers per dag, maar een piekbelasting op de woensdagmiddagen, de zondagen en de vakanties. Dan loopt het hier behoorlijk vast. Dan hebben we ook de belangrijkste reden van de renovatie te pakken. Een andere belangrijke reden is dat de renovatie de mogelijkheid biedt om ons concept te vernieuwen.”

PROJECTINFORMATIE Project Renovatie Universiteitsmuseum Utrecht Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Adviseur ICSadviseurs (projectmanagement) Architect DeZwarteHond Bvo 3.500 m²

SLIMME RENOVATIE Norbert Bruschke begeleidt namens ICSadviseurs de renovatie: “De renovatie vindt binnen de bestaande contouren plaats. Het is een redelijk gesloten gevelbeeld en een belangrijk doel is daarom de prachtige tuinen zichtbaarder te maken vanaf de straat. We gaan een depot leegmaken en schuiven de kantoren op zodat we het publieke deel kunnen uitbreiden. Er zit een gekke knik tussen de gebouwdelen, waar nu de lift en toiletgroep zijn geplaatst. Dat belemmert een goede logistiek en het idee is om dat te openen, waardoor de routing en de logistiek van de tentoonstelling verbeterd worden.” Paul knikt: “We willen vooral ook meer meters realiseren. De eerdere uitbreiding kent een rondom die nooit gebruikt wordt. Het moet dus een slimme renovatie worden. Zo gaan we de tentoonstellingszaal vergroten en vooral ook hoger maken. En het wordt een heel duurzaam gebouw.” Norbert: “De renovatie vindt op Breeam excellent niveau plaats, zodat ook het binnenklimaat sterk verbeterd wordt. Daarbij moet je rekening houden met de vaak kwetsbare collectie. Op dat punt

winnen we advies in van de rijksdienst voor cultureel erfgoed rond de vraag hoe je blootstellen aan daglicht definieert. De eisen rond licht, temperatuur en vochtigheid zijn goed in beeld gebracht.” ENVIRONMENT Paul: “De collecties worden niet meer voor hun oorspronkelijk doel gebruikt, maar meer om het verhaal van de ontwikkeling van de wetenschap te vertellen en te demonstreren. Wij richten ons vooral op families met kinderen tussen acht en veertien jaar en schoolklassen. De kern is dat we mensen willen laten ervaren wat onderzoek doen is. We gaan veel live onderzoek programmeren, waaraan het publiek actief deel kan nemen. Dat zelf dingen doen is wat de ouders met kinderen en groepen scholieren hiernaartoe trekt. Vooral jonge kinderen willen liever niet naar een ‘schilderijenmuseum’, maar zelf spannende dingen meemaken. Zo hadden we vorig jaar het thema archeologie, waarbij een jaar lang amateurarcheologen hun vondsten uit een opgraving uit een put lieten zien. Bezoekers konden meehelpen scherven aardewerk te sorteren en bij elkaar te zoeken. Zo hielpen de bezoekers daadwerkelijk bij het uitzoekwerk en hadden de archeologen tijd om uitleg te geven. Eind dit jaar gaan we dicht en begint de renovatie. Als die klaar is hebben we nog een half jaar nodig om de tentoonstelling op te bouwen. Tijdens de bouw blijven we zichtbaar door schoolprogramma’s op locatie te doen, samen te werken met bibliotheken en theaters en de hortus open te laten. We openen de deuren weer in 2019; een jaar na ons lustrumjaar. Dan verwacht ik dat we over de 100.000 bezoekers gaan. Volgend jaar gaan we die nieuwe tentoonstellingen bedenken en dat is een hele uitdaging; normaal gesproken werk je eens per jaar aan een tijdelijke tentoonstelling. Het idee is om niet meer met statische tentoonstellingen te werken, maar een environment aan te bieden waarbinnen zich activiteiten afspelen met zoveel mogelijk live onderzoek, waarbij bezoekers actief meehelpen. In dat meer doen dan laten zien zit ook de verdere ontwikkeling van het museum. Zo maken studenten geneeskunde voor hun onderzoek 3d foto’s van de schedelpan van bezoekers of hebben we het citizen science project, waarbij onderzoekers nieuwe schimmels willen vinden. Bezoekers krijgen een kitje mee naar huis waar ze een schimmel in kunnen doen. Vind je een nieuwe soort dan wordt die schimmel naar jou vernoemd.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Norbert Bruschke van ICSadviseurs, 06-1014 9968, norbert.bruschke@ icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

53


Tekst en foto’s Sibo Arbeek

DE VOORDELEN VAN HET NORA NTX SYSTEEM VOOR SNELLE RENOVATIES

Nieuwe vloeren in bijzonder gebouw Regius College

Het ontwerp van het blauw getinte pand aan de Emmalaan in Schagen doet het meest denken aan een ufo. De hoofdconstructie is van staal. De vloeren zijn van beton. De buitengevel is van hout, voorzien van een gecoate wandbeplating. Opvallend is ook het grote aantal, relatief kleine, geschakelde Velux ramen. Er komt na acht jaar nieuwe vloerbedekking in.

E

n de nieuwe vloer vormt ook het vertrekpunt voor het verhaal met facilitair manager Ramon Woerdman, stoffeerder Remco Dop van Lode Pesch en Marien Ippel van Nora Flooring systems. Ramon trapt af: “De school wilde een gebouw dat moest shinen, met een gecoate gevel die van kleur verspringt, kortom met een bijzondere

54

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

architectuur. Dat is heel goed gelukt en onze vmbo is er geweldig in gehuisvest. Maar de materialisering in het gebouw maakt het soms ook kwetsbaar en op onderdelen onderhoudsgevoelig. Zo zijn er bijvoorbeeld veel gipsplaten wanden aangebracht. In het betonnen trappenhuis lag een beton gecoate vloer. De trappen waren ook nog eens geel en daar-


ONTWERP EN INRICHTING

door zag je geen diepte. Doordat de vloer al snel begon te slijten moesten we intensiever schoonmaken. Bovendien voldeed de akoestiek niet aan onze wensen. Er zit een industrieel plafond in en geen systeemplafond, dus dat merk je.” We praten door over de periode waarin de bouw plaatsvond. Ramon: “Dat was tijdens de crisis en veel partijen zijn toen omgevallen. Onze hoofdaannemer Draaisma gelukkig niet, maar we merken wel dat de kwaliteit van de materialen niet altijd goed is en de betrokkenheid van de onderaannemers ook weleens te wensen overlaat. Daarom kiezen we na afloop van de garantietermijnen toch weer voor vaste leveranciers in de regio, waarmee we een natuurlijke relatie opbouwen. Natuurlijk houden we ze scherp, maar we gunnen elkaar ook wat.” Remco knikt: “Als stoffeerder met een eigen bedrijf hier in de buurt werk ik al vanaf het begin voor het Regius College, zowel op het gebied van vloeren als de zonweringen.”

“Hoe meer rubber ik erin legde, hoe harder de radio ging”

VOORDELEN NORA NTX SYSTEEM Remco verder: “De rubberen vloeren van Nora werken prettig, vooral door het nieuwe snelle systeem nTx. Dat betekent dat de tegels vooraf al verlijmd zijn

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

55


Vlnr Marien Ippel, Ramon Woerdman, Remco Dop

en beter hechten. Met speciale messen leg je ze naadloos en wanneer je met twee man werkt kun je snel veel vierkante meters maken.” Marien vult aan: “Omdat veel scholen last hebben van gecoate vloeren kiezen ze vaker voor ons product. Het voordeel van deze beton gecoate vloer is dat het een perfecte ondervloer is voor het nieuwe nora nTx systeem. Nora nTx bestaat uit onze noraplan en norament standaard rubber vloerbedekkingen, die zijn voorzien van een kleefrug. De kleefrug is afgedekt met beschermfolie. Dat levert een prachtig resultaat op, maar de kwaliteit van het eindproduct staat of valt met de stoffeerder, omdat de tegels naadloos gelegd worden. Dat vereist mensen die weten wat ze doen.” Remco knikt: “Hier ligt norament grano, de voorgelijmde versie. Norament is 3,5 mm dik, zodat je flink kracht moet zetten met snijden. Groot voordeel is dat het gelijk hecht en je niet hoeft te egaliseren. En akoestisch werkt het enorm goed. Hoe meer rubber ik erin legde, hoe harder de radio ging.” Marien: “Nora rubber vloeren zijn in aanschaf wat duurder, maar verdienen zich in de exploitatie snel terug. Deze vloer gaat veertig jaar mee met tien jaar garantie en behoudt zijn kwaliteit. Het rubber blijft duurzaam elastisch en houdt ook zijn akoestische waarde. Bij andere vloeren vermindert de DB-waarde. Je maakt hem schoon met een schrob-zuigmachine. Andere vloeren moet je na verloop van tijd vaak diep strippen en dat zijn intensieve kosten.” Ramon knikt:

56

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

“Binnen het schoonmaakcontract is marmoleum een kostenpost, vanwege de hogere schoonmaakkosten. Ons schoonmaakbedrijf vindt nora rubber vloeren ook fijn schoonmaken. Maar marmoleum is ook een mooi product dat weer op andere locaties ligt.” KWALITEIT ONDERWIJS VOOROP Ten slotte gaat het gesprek over de veranderende rol van de facilitair manager. Ramon: “Ik beheer meerdere gebouwen die allemaal onder het Regius College vallen en op deze campus bij elkaar gebracht zijn. Onze visie is dat een leerling op allerlei manieren door kan groeien binnen je eigen gebouwen, ook naar een volgende opleiding. De campus is groot, maar elk gebouw heeft zijn eigen identiteit. Mijn werk is het onderwijsproces zo goed mogelijk te faciliteren. Het werk wordt technisch steeds makkelijker, ook omdat veel installaties op afstand bediend worden. Daarnaast werk ik met veel partijen in de regio. Die zijn deskundig en weten wat de laatste ontwikkelingen zijn. Onderhandelen over geld moet soms, maar ik ga uiteindelijk voor de kwaliteit. In ons inkoopbeleid staat dat wanneer het kan de regio voorgaat en dat vind ik een goede zaak. Ik werk graag mee aan het behoud van een sterke regio. En het Regius College heeft steeds meer een regionale functie.” Kijk voor meer informatie op nora.com/nl.


ONDERWIJS HUISVESTING. Leren in een fijne omgeving Bekijk onze projecten op

scholenvanbuko.nl

ON T W E R P • R E A L IS AT IE • OND ERHOU D

FLEX I BELE OPLOSSI NGEN, COMPLETE D I E N S TV E R LE N I N G

Identificatie- & cashless betaalplatform voor het onderwijs Eén identificatie- en betaalmiddel voor uw studenten en medewerkers voor alle hiernaast beschreven services.

Catering

POS

Printen

Kopiëren

Cloud Services

Vending

Repro

Bel of mail nu voor meer informatie!

Scannen

Cloudprint

Tijdregistratie

Toegang

Wassen

Kluisjes

www.inepro.com/educatie - info@inepro.com - +31 (0)252-744044

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

57


Tekst Sibo Arbeek

INTERNATIONAL SCHOOL OF THE HAGUE BLIJFT GROEIEN

Vast waar het moet, flexibel waar het kan De International School of The Hague (ISH) groeit al jarenlang continu door. Dat leidt tot voortdurende aanpassingen en uitbreidingen aan het gebouw, deels opgevangen door flexibele bouw. Binnenkort start de bouw van een nieuwe vleugel, maar dat betekent niet dat de flexibele schil verdwijnt.

“Vroeger wil­ den opdracht­ gevers snel capaciteit, nu willen ze vergelijkbare kwaliteit”

G

erard Zuijderduin is de building en site manager van ISH en mede verantwoordelijk voor het gebouw, de inrichting van de omgeving en de nieuwe projecten: “Ik was in 1983 al betrokken bij de start van de English stream op een Nederlandse school in Benoordenhout. Internationaal onderwijs was toen nog enigszins elitair en we begonnen met 15 leerlingen; nu zijn het er inmiddels 1.750. We begonnen eerst alleen met secondary en vanaf 2003 is er ook primary education bij gekomen. We hebben toen een denktank opgezet om over een nieuw gebouw voor kinderen van expats van 0-18 jaar na te denken. Een locatie in Den Haag Zuid was oorspronkelijk niet de bedoeling, maar de gemeente Den Haag wilde graag internationaal onderwijs in de stad en de zuidelijke kant bood de beste mogelijkheden qua planning en latere uitbreiding. In 2006 zijn we hier met een nieuw gebouw gestart, waarbij de organisatie voor child care (Triodes) de opvang van 0-3-jarigen voor haar rekening nam. We geven les aan de kinderen van expats en dan praat je al snel over gemiddeld

Justin Smith (l) en Gerard Zuijderduin

58

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

zo’n 100 nationaliteiten. Het aantal fluctueert per week. We hebben berekend dat de gemiddelde tijd dat leerlingen hier blijven ongeveer 3,5 jaar is; daarna verhuizen ze weer. VERDERE GROEI Gerard vervolgt zijn verhaal: “Ik werd bij de bouw betrokken en merkte al snel dat door de groei van het aantal leerlingen we eerder dan verwacht meer ruimte nodig zouden hebben. De ISH had na twee jaar in het nieuwe gebouw al het beoogde maximum aantal leerlingen, namelijk 1.352, bereikt. De prognoses gaven aan dat we dit aantal eigenlijk na 12 jaar pas zouden bereiken. Je hebt je prognose en de feitelijke groei van de leerlingen. Op een gegeven moment bereik je het punt waar kwaliteit en kwantiteit elkaar gaan bijten. De catering zit aan een maximum, de logistiek loopt niet optimaal; je bent alleen maar lokalen aan het creëren en ook daar komt een einde aan. Dan helpt een partner als De Meeuw, waarvan we twee gebouwen huren. Inmiddels hebben we een aantal uitbreidingen achter de rug en kunnen we gebruikmaken van twintig flexibele lokalen, waarvan De Meeuw er twaalf voor zijn rekening heeft genomen. Dat is een goede aanvulling op onze structurele capaciteit. We zijn nu bezig een vleugel aan te bouwen, waar twintig lokalen voor primary worden gerealiseerd, met daarnaast een aula, gymzaal en kantoorruimten. De ruimte die in het bestaande gebouw vrijkomt, gebruiken we voor de uitbreiding van het secondary onderwijs. Je zou zeggen dat we dan weer voldoende permanente capaciteit hebben, maar ik denk dat we door de internationalisering van de stad Den Haag toch nog verder zullen groeien. Het zijn luxeproblemen, maar ik voorzie nu al dat we volgend jaar weer een extra laag met zes tijdelijke lokalen


ONTWERP EN INRICHTING

nodig hebben, omdat we naar de 1.900 leerlingen gaan. Van de elf jaar dat ik de huisvesting doe ben ik tien jaar bezig geweest met grote verbouwingen en interne verschuivingen.” FLEXIBILITEIT NOODZAAK “Flexibiliteit is voor mij een noodzaak. Als je praat over noodlokalen denkt iedereen aan een lekkend lokaal met houten vloeren. Dit zijn betonnen vloeren, met een goede akoestiek. Bovendien zijn de flexibele lokalen 54 m² en de standaardlokalen 46 m². De staf is blij met die extra m² in het flexibele (onderwijs) gebouw. Het thermisch comfort is ook prima en je hebt veel daglicht. Qua uitstraling hebben we de kleur aangepast aan het rood van de ISH. De bekleding is in de stijl van de school, waardoor je een natuurlijke kwaliteit ervaart,” Justin Smith van De Meeuw knikt: “We hebben al een lange relatie met de school en het bestuur van de stichting Het Rijnlands Lyceum, waardoor we bijvoorbeeld ook een gebouw sponsoren. Dit gebouw wordt door leerlingen gebruikt die meedoen met de Shell Eco-Marathon. Op deze manier geven we jonge engineers de kans om zich te ontwikkelen voor de toekomst. Het is mooi om te merken dat onze kwaliteit gewaardeerd wordt. Tijdelijke huisvesting had een imagoprobleem, maar dat verandert snel. Je merkt het aan de uitvraag. Vroeger wilden opdrachtgevers snel capaciteit, nu willen ze vergelijkbare kwaliteit. Onze units hebben een goed binnenklimaat,

niveau frisse scholen klasse B. Wij verwachten naar de toekomst dat de strategische vraag zal toenemen om rond een vaste kern met flexibele bouw te werken. Ik denk dat veel besturen in krimpregio’s mogelijk spijt hebben dat ze niet eerder flexibel zijn gaan denken. Volgens mij staan we aan het begin van een hele mooie ontwikkeling. Bijzonder is hier dat de set flexibele lokalen eerst voor de school stond. Afgelopen jaar hebben we vanwege de nieuwbouw de hele set verplaatst naar achter het gebouw en uitgebreid met vier lokalen. Dat is een mooi voorbeeld van wat er mogelijk is met flexibele huisvesting.” Kijk voor meer informatie op demeeuw.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

59


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Chris van Koeverden

HUBB GOED GEBRUIKT IN BIBLIOTHEEK TU DELFT

Eyecatcher tijdens de ‘Explore your brain week’ De bibliotheek van de TU Delft is the place to be om te ontmoeten en vooral ook te studeren. De enorme ruimte voelt als een huiskamer vol met activiteiten en werkplekken. Een ideale ruimte om te laten zien dat de HUBB er werkt. Schooldomein was er en zag het gebeuren.

L

inda Heemskerk is projectleider van de library, het kantoor, de interne verhuizingen, de implementatie van de communicatiesystemen en signaleert voortdurend wat de omgeving van de bibliotheek doet met het gedrag van de gebruikers: “Dit gebouw van Mecanoo staat er inmiddels alweer twintig jaar, maar voldoet nog steeds erg goed. Je vindt hier de centrale bibliotheek van de TU, kantoren en een aantal andere diensten, zoals Communications. We zijn 365 dagen per jaar van acht uur ‘s morgens tot middernacht open en tijdens tentamens zelfs tot twee uur ’s nachts. Elke dag zitten hier gemiddeld 1.200 studenten en ik vroeg de studentenraad waarom studenten hier graag komen. Wanneer er tentamens zijn staan mensen hier al om tien voor acht voor de deur en rennen voor een plekje. Dat houden ze vervolgens ook de hele dag bezet, ook al zijn ze een deel afwezig.” “Omdat dit the place to be is”, was het antwoord en dat blijkt ook uit onze enquêtes; studenten voelen zich prettig vanwege het huiselijke karakter. Rond etens­tijd blijven heel veel laptops op de werkplekken liggen, omdat het een vertrouwde en veilige ruimte is. Een beetje de Ikea gedachte, waarbij we vooral uitstralen wat mag en niet wat niet mag. We proberen bijvoorbeeld om studenten met ludieke acties van hun plek af te krijgen, zoals

60

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

met tijdkaarten. Wanneer ze die op hun tafel leggen kan de plek voor een paar uur door een ander worden gebruikt. Je moet het vergelijken met een handdoek op een strandstoel leggen tijdens de vakanties. Tot nog toe is het gedrag weerbarstig, maar we blijven het gebruik monitoren.” EXPLORE YOUR BRAIN Linda: “In het kader van het 175 jarig lustrum van de TU hebben we een ‘Explore your brain week’, waarbij we studenten, medewerkers en bewoners van Delft stimuleren om allerlei activiteiten te doen. Deze hal is een ideale plek om van alles en nog wat te doen. Zo zijn er spinningfietsen, is er een virtuele douche waar je ervaart wat douchen met je geest doet en hebben we een actie rond eten en drinken, zoals ‘coffee can save your brain’. Het gaat niet om gezond eten, maar we willen het effect van eten op bijvoorbeeld je concentratieboog laten zien. Na een taartje heb je even extra energie, maar daarna daalt je energie­spiegel


ONTWERP EN INRICHTING

Sharmila Tuithof (l) en Linda Heemskerk

weer. Dan is het goed om even op de spinningfiets te gaan zitten. We hebben ook de zogenaamde tinker table, met breingerelateerde spelletjes waar je kunt bouwen, puzzels maken en gekke problemen op­ lossen.” GISPEN EN MECANOO Sharmila is accountmanager onderwijs van Gispen: “We hebben een contract met de TU Delft voor het leveren van meubilair. De TU Delft is altijd geïnteres­ seerd in innovatie en de ontwikkelingen bij hun contractpartijen. Dat biedt ons de kans om deze

producten aan de TU Delft te laten zien en te laten testen. De HUBB past dus ook goed in deze ‘Explore your brain week’. Dit meubel hebben we natuurlijk samen met Mecanoo ontworpen, dus logisch dat die ook in dit gebouw van Mecanoo staat. Volgens ons komt de HUBB in de buurt van de ideale werkplek. Hij neemt niet te veel plek in, is modulair en je kunt hem overal inzetten.” Linda knikt: “En hij wordt enorm goed gebruikt. In dit concept zit alles; je kunt samen werken en redelijk op jezelf zitten. Een voordeel is dat het een open opstelling is, maar toch beslotenheid biedt.” Even later schuiven de studen­ ten Jeffrey Heymenberg en Demir Hamzic aan. Wat vinden zij van de HUBB? Demir: “Hij viel me gelijk op. Je kunt er goed in samenwerken, maar er ook alleen in zitten. Wanneer je de bank naar voren trekt gaat het licht aan. En het is fijn dat hij overkapt is.” “De HUBB doet het goed”, vertelt Sharmila. “Hij staat al in de Fontys Hogescholen, in Leiden en nu hier. Het begint langzaam te komen, omdat het natuurlijk ook een kostbare unit is, die zich terugverdient in het gebruik. En dat zie je ook, mensen vinden het spannend maar na de testfase gaat het snel. We zijn overigens genomineerd voor de Architizer Award. Dat is een populair choice award op meubelgebied.” Wat in de ruimte opvalt, is de enorme wand met boeken, die als een oplichtend decor werkt. “Echte boeken geven een sfeer van leren en historie. Stel alles zou in de Cloud gaan en je zou een visual van boeken op de wand projecteren; dat zou toch afbreuk doen aan de functie van de bibliotheek? Ik ben ervan overtuigd dat al die boeken bijdragen aan de sfeer van werken en elkaar ontmoeten. Onze studenten komen hier voor beiden, om elkaar te ontmoeten en om te studeren.” We lopen ten slotte nog even de cirkelvormige toren in, waar langs de wanden lange tafels staan. Overal wordt gestudeerd. De bibliotheek van de TU Delft werkt. En de HUBB staat er fantastisch!

“De HUBB komt in de buurt van de ideale werkplek”

Kijk voor meer informatie op www.gispen.com/nl/gispen-hubb.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

61


Tekst Pim Commandeur

begrijpen

kijken en leren

definiëren

Leren door kijken, beleven Nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs naar lesgeven voor 21e eeuws vaardigheden vraagt om nieuwe onderwijsomgevingen. Hiervoor worden nieuwe onderwijsconcepten bedacht die ook hun vertaling moeten krijgen in de huisvesting. Deze ontwikkelingen gelden voor alle vormen van onderwijs.

D

e ontwikkeling van onderwijs met les­ methoden, waaronder gepersonaliseerd leren, en de ondersteuning door nieuwe technologieën staan centraal in het onderwijs van deze tijd. Hierdoor worden nieuwe onderwijsomgevingen mogelijk die het onderwijs optimaal ondersteunen, ongeacht de eigen visie op het onderwijs. Daarbij is de vertaling van concepten naar een tastbaar resultaat de uitdaging van elk

62

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

onderwijsteam. Een goede huisvesting en uit­ dagende leer- en werk­omgevingen ondersteunen het succes in elke school. STAPPEN ZETTEN Het ontwikkelen van een passend onderwijsconcept kun je zien als een reis. Die reis maak je niet alleen maar met alle spelers die betrokken zijn bij de vertaling van visie naar concept. In het ideale geval wil je dit


ONTWERP EN INRICHTING

ontwerpen

maken

gebruiken /verbeteren

en vragen stellen doen door kleine experimenten uit te voeren, waarbij je de resultaten evalueert en daardoor verdere stappen kunt zetten. Veelal zien we dat er in het onderwijs geen middelen zijn om dit goed te ondersteunen. Deze integrale opgave vraagt ontwikkeling van de interactie tussen onderwijs, onderwijsmiddelen, ruimte, beleving en gebouwen. Dit is een proces waarbij de scholen, adviseurs en ontwerpers goed moeten samenwerken. Het is een gezamenlijke reis met hetzelfde doel. Van­ wege de beperkte middelen die er zijn om dat belangrijke voortraject goed vorm te geven, moeten we leren van projecten die de afgelopen jaren zijn gerealiseerd als vervanging en herontwikkeling van bestaande scholen. Door naar effecten te kijken, door te ervaren hoe gebouwen en omgevingen werken en door er­ varingen en visies te delen, kunnen we het eigen concept scherpen. Leren kijken en vragen wat werkt is de oplossing om het goede uit al gerealiseerde projecten te kunnen toepassen. HELDERE VRAAG DEFINIËREN Om goed te leren kijken en door te vragen over het functioneren van bestaande oplossingen moet je eerst weten waar je op moet letten. Het formuleren van uw eigen vraag is dan essentieel. Bij het ontwikkelen van onderwijsconcepten is het van belang om een goed beeld te krijgen van de behoefte vanuit het onderwijs en lesmethoden. Welke elementen zijn van belang in het optimaal ondersteunen van uw eigen onderwijsconcept? Door de vraag helder te formuleren weet u waar u op moet letten bij het kijken naar voorbeelden. Dat helpt vervolgens de vertaling te maken naar uw eigen onderwijsconcept. Slaat u deze stap over dan bestaat de kans dat u een ander project kopieert en onvoldoende de leerpunten ontdekt in al gerealiseerde scholen om de verbeterstappen te zetten die nood­ zakelijk zijn. Uiteindelijk gaat het om het versterken van uw onderwijsvisie met als resultaat een voor u passende leeromgeving.

“Om goed te leren kijken moet je eerst weten waar je op moet letten”

BEKIJKEN VAN BEST PRACTICES Het lesgeven en leren staat centraal in een te creëren onderwijsomgeving. Door de voorgaande stappen met name vanuit deze twee invalshoeken te bekijken kunt u zich bij het formuleren van de vraag het beste beeld vormen. Bekijkt en beleeft u de effecten van al gerealiseerde onderwijsomgevingen op deze manier, dan kunt u zich een goed beeld vormen van wat wel en niet werkt. Het is aanvullend van belang om de huidige gebruikers (meesters, ouders en leerlingen) te vragen naar hun ervaringen om een oordeel te vormen over het functioneren. Deze informatie kan u helpen om de bestaande concepten te verbeteren en de volgende ontwikkelstap in te zetten. INTEGRAAL PROGRAMMA VAN EISEN Het resultaat van deze stappen is een integraal programma van eisen voor de onderwijsomgeving. In dit programma van eisen wordt de verbinding gemaakt tussen het eigen beeld (de vraag) en de ervaringen die opgedaan zijn in de praktijk. Er ontstaat een beeld van wat werkt en wat verbeterd moet worden om de gewenste onderwijsomgeving goed aan te laten sluiten bij het onderwijsconcept dat gerealiseerd moet worden. Door bovenstaande stappen met alle stakeholders te doorlopen ontstaat begrip van de opgave en kunnen alle deelnemers een gezamenlijk verhaal opstellen dat gedurende de ontwikkeling van een nieuw onderwijsgebouw de rode draad is voor de onderwijsorganisatie en het ontwerpteam. Door hier voldoende tijd in te stoppen kan veel ruis en mogelijke verkeerde verwachtingen worden voorkomen wat ten goede komt aan het resultaat. Het geeft meer inhoud aan een concept op papier en zorgt voor de noodzakelijke innovatie in het onderwijs. Kijk voor meer informatie op platformonderwijshuisvesting.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

63


Tekst Irma Thijssen, RVO.nl Foto’s DWA, Greendealscholen

Omgevingsdienst controleert energiemaatregelen Bij zo’n 500 scholen in het PO en VO komt in 2017 een toezichthouder van de omgevingsdienst langs. Zij controleren of de scholen het Activiteitenbesluit hebben nageleefd en voldoende energiebesparende maatregelen hebben uitgevoerd. Zo niet, dan moeten ze aan de slag!

V

oor 2017 heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu 3 miljoen euro vrijgemaakt voor extra toezicht op de energieparagraaf (artikel 2.15) uit het Activiteitenbesluit van de Wet milieubeheer bij onder meer scholen, kantoren en in de zorgsector. Dit is één van de acties uit het Nationaal Energieakkoord. Nicole Homeijer van Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) is hier de projectleider van. Homeijer: “Elke omgevingsdienst kiest zijn eigen prioriteiten. Totaal zullen zo’n 250 PO en 250 VO scholen extra worden bezocht. De Omgevingsdiensten controleren of scholen voldoen aan het Activiteitenbesluit, dat wil zeggen of de scholen voldoende energiemaatregelen hebben getroffen. Enerzijds geven zij advies, anderzijds werken ze als toezichthouder.” INREGELEN VAN KLIMAATINSTALLATIES Een gemiddeld schoolgebouw verbruikt evenveel energie als 86 huishoudens. Ongeveer de helft gaat

“Het is wel opvallend dat veel school­ besturen weinig aan­ dacht voor energie­ besparing hebben”

Beter inregelen van verwarming (klokthermostaat), ventilatie (CO2-sturing) en verlichting (daglichtregeling en bewegings­ sensoren) bespaart 30 tot 40 procent energie.

64

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

op aan verlichting, de andere helft aan verwarming. Met eenvoudige maatregelen kan een school veel besparen. Daarnaast valt veel energie te besparen door goede inregeling van de klimaat- en verlichtingsinstallaties. Meer dan 70% van de installaties is niet goed ingeregeld. Daarmee wordt veel energie verspild. Zo blijkt vaak dat na schooltijd, ‘s nachts en in vakanties nog verwarming, ventilatie of verlichting aan staat. Het plaatsen van een klokthermostaat op de verwarming, CO2-sturing op de ventilatie, een daglichtregeling en bewegingssensoren op de verlichting bespaart 30 tot 40 procent energie. LIMBURG, FLEVOLAND EN IJMOND De Omgevingsdiensten in Limburg zijn in februari gestart met een scholenactie. Totaal twaalf toezichthouders gaan in drie maanden tijd meer dan 100 scholen bezoeken, verspreid over 33 gemeenten. In Flevoland werkt de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek OFVG samen met de Natuur en Milieufederatie NMF en de Duurzame Energie- en Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland, de De-On. NMF verzorgt de communicatie, de OFGV doet controles. En de De-On speelt een rol bij de financiering van te nemen maatregelen. Omgevingsdienst IJmond ODIJmond is afgelopen jaar al bij een 20 scholen langs geweest. Gerard Bakkum van ODIJmond: “Zeventien voldeden nog niet aan het Activiteitenbesluit. Per school is een aanpak voorgelegd. Simpele maatregelen zoals isoleren van leidingen en bewegingsmelders op de verlichting zijn vaak al voldoende om aan de verplichting te voldoen. Binnenkort gaan we weer langs voor de hercontroles. Het is wel opvallend dat veel schoolbesturen weinig aandacht voor energiebesparing hebben. Terwijl het


ONTWERP EN INRICHTING

wel onder hun verantwoordelijkheid valt, en ze er ook baat bij hebben: een comfortabeler schoolgebouw en een lagere energierekening.” REGIO ROTTERDAM Ook de Milieudienst Rijnmond DCMR gaat zich in 2017 extra richten op scholen, met name het PO. In 2009 heeft de DCMR al 200 VO-scholen bezocht die onder de Wet Milieubeheer vallen. Slechts tien procent had het energiebeheer op orde. Christian de Laat van de DCMR: “Vaak heeft de conciërge te weinig tijd of kennis over energiemaatregelen. In negen van de tien scholen stond in het weekend of ‘s nachts de verwarming aan. Dat moet beter.” DCMR gaat nu in het PO aan de slag. Alle 51 schoolbesturen zijn in mei uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. De Laat: “Wij geven dan aan dat het bestuur de 15 Erkende Maatregelen moet treffen of energiemaatregelen in een MJOP moet opnemen. DCMR gaat een of twee jaar later steekproefsgewijs controleren. ENERGIEPRESTATIECONTRACT Volgens zowel Christian de Laat van DCMR als Peter ten Bruggencate van ODIJmond zouden

Activiteitenbesluit Volgens het Activiteitenbesluit uit de Wet milieubeheer zijn scholen met een jaarlijks energieverbruik vanaf 50.000 kWh elektriciteit OF 25.000 m3 aardgas verplicht om energiebesparende maatregelen te treffen met een terugverdientijd tot vijf jaar. De meeste scholen met een omvang vanaf zo’n 1.500 m2 vallen hieronder. De Wet milieubeheer valt onder het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Infomil). Handhaving gebeurt door gemeenten; zij besteden het veelal uit aan Omgevingsdiensten. Leeft een school de wet niet na, dan kan handhavend worden opgetreden. Het ministerie heeft eind 2015 Erkende Maatregelenlijsten samengesteld voor diverse sectoren. Ook voor Onderwijsgebouwen, van PO en VO tot HBO en Universiteiten, bestaat zo’n lijst, met 15 maatregelen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO, heeft speciaal voor het PO en VO een lijst ‘Verduurzamingsmaatregelen’ samengesteld. Hierin zijn de Erkende Maatregelen aangevuld met maatregelen met langere terugverdientijd, zoals isolatie en zonnepanelen, en maatregelen gericht op een gezonder binnenklimaat en op gedrag en beheer.

schoolbesturen onderhoud en energiemaatregelen mogelijk via een Energieprestatiecontract kunnen regelen. “Dat is bij uitstek interessant voor deze sector. Schoolbesturen hebben vaak weinig expertise op dit gebied, en ze hebben ook andere prioriteiten. Zij zouden het onderhoud van meerdere gebouwen tegelijk kunnen uitbesteden en meteen in zo’n contract vastleggen dat de gebouwen aan energiewetgeving moeten voldoen.” SUBSIDIE Ook scholen die niet onder het Activiteitenbesluit vallen, zouden energiebesparende maatregelen kunnen uitvoeren. Ze verdienen zichzelf immers snel terug. En energie besparen is niet alleen wettelijk verplicht, het is ook goed voor het klimaat. Scholen kunnen de Erkende Maatregelen toepassen, maar een aanpak op maat is natuurlijk beter. Daarvoor kunnen schoolbesturen een adviseur inschakelen, en tot oktober 2017 gebruik maken van de Green Deal Scholen subsidie­ regeling.

Meer informatie: www.infomil.nl/energie (erkende maatregelen voor energiebesparing).

Meer informatie: www.greendealscholen.nl, www.rvo.nl/ frissescholen. Direct subsidie aanvragen: www.rvo.nl/gds.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

65


Tekst Sibo Arbeek Foto’s Peter de Ruig

BREDE SCHOOL LOTUS NIEUWEGEIN WERKT GOED

Een brede school als een open plek in het park Op 6 maart 2014 was het eindelijk zo ver: het nieuwe gebouw van Brede School de Lotus in Nieuwegein werd officieel geopend. Drie jaar later ontmoeten projectleider van de gemeente Kees Hilhorst, architect Sander Kreijns van Topos architecten en Schooldomein elkaar in het gebouw om te zien of het concept goed werkt.

D

e Brede school Lotus ligt in het Lotusplantsoen, op de hoek van de Lupinestraat en de Zonnebloemstraat in Nieuwegein. De brede school is een kindercentrum met de PC Willem Alexander, de RK De Tweeklank, kinderdagverblijf De Vrije Vogels en buitenschoolse opvang/peuter­ speelzaal KMNKindenCo. Projectleider onderwijshuisvesting Kees Hilhorst van de gemeente Nieuwegein over de aanleiding: “Het betrof de combinatie van een verouderd schoolgebouw en de herontwikkeling voor woningen en appartementen rond 2002. Het was een groot project omdat het hele gebied werd aangepakt. Rond 2009/2010

Peter Snoeren (wethouder onderwijshuisvesting en duurzaamheid): “Veel school- en sportgebouwen in Nieuwegein zijn in de jaren ‘70 gebouwd en toe aan groot onderhoud, renovatie of nieuwbouw. De komende jaren investeren wij samen met schoolbesturen in duurzame multifunctionele gebouwen die het middelpunt van de wijk vormen. Dit biedt mooie kansen om beter te voorzien in de behoeften van leerlingen, leerkrachten, ouders, sporters en wijkbe­ woners. Wij hechten daarbij grote waarde aan duurzame en energie neutrale gebouwen, vanuit onze ambitie om toe te groeien naar een klimaatneutrale stad in 2040. “

66

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

“De centrale ruimte ervaar je daardoor als een open ruimte in het park”

was duidelijk dat we hier een brede school gingen bouwen, waarvoor het krediet in 2012 beschikbaar kwam.” Architect Sander Kreijns van Topos Architecten: “De school moest een herkenbaar baken bij de entree van de wijk worden en is uitgewerkt als een object in het park met een eigen identiteit. Het is alzijdig georiënteerd en zodanig vormgegeven dat het zicht op het park is gebleven. Veel aandacht is besteed aan de sfeer van het kindercentrum dat open, uitnodigend, geborgen, kleurrijk en prettig is vormgegeven.” Kees knikt: “Het idee was dat de scholen elkaars ruimten konden gebruiken, waarbij we een wissellokaal hebben toegevoegd om flexibel te zijn. Voor de planontwikkeling hebben we een jaar een visietraject met de partijen gedaan, om naar elkaar toe te groeien. Ik wilde geen bedrijfsverzamelgebouw, maar een plek waar de gebruikers activiteiten met elkaar en in de wijk zouden delen. Samen met Klaas Mulder (Social Work Hoge School Utrecht) hebben we voor elke school speerpunten benoemd volgens het zogenaamde trekhaaksysteem, waarbij je makkelijk aanhaakt bij de speerpunten van een ander. Zo is er een profiel natuur, educatie en voeding, media en ict en als derde speerpunt theater en sport. Voor die speerpunten zijn extra ruimten gemaakt, zoals het theater, de lees-activiteitenkamer en de gemeenschappelijke keuken.” BIJZONDERE RONDING Sander: “Architectonisch is er een onderscheid tussen de gevel van de verdieping en de begane grond. Op de verdieping is de gevel gemetseld met een donke­ re gevelsteen en heeft het een gesloten karakter terwijl de begane grond opgebouwd is uit puien met veel glas en kleurrijke beplating. De kleurvlakken in het gebouw corresponderen met de domeinen en die kleuren komen aan de buitenkant terug. Een


ONTWERP EN INRICHTING

architectonische fraaie lichtstraat centraal in het gebouw werkt als een open ruimte waar de zon doorheen valt. Dat maakt dat het een fijne plek is. Rondingen in het gebouw doen het ook als een rond gebouw voelen, terwijl de buiten­zijde rechthoekig is. Daarbij zijn de gevels afgeschuind, zodat je langs het gebouw lopend steeds contact met het plantsoen houdt. Verder is de centrale entree naar het park gericht en de padenstructuur van het park doorgetrokken in het gebouw. De centrale ruimte ervaar je daardoor als een open ruimte in het park. De inrichting is door de school zelf gedaan, waaronder het plaatsen van twee bomen in de open ruimte.” BEHEER EN EXPLOITATIE Kees: “Er is een beheerstichting opgericht, waarbij alle participanten de gemeenschappelijke ruimten delen, inclusief de gemeente, die voor 6% bijdraagt aan het onderhoud en de exploitatie van de gemeenschappelijke ruimten. Vanuit de exploitatie worden ook de conciërge en de gastvrouw van Lotus betaald (vrijwilligersvergoeding). De beheerstichting verhuurt de ruimten, waarbij ik graag zou zien dat de wijk nog verder betrokken wordt. Daarnaast is er een beheercommissie, die over het hele gebouw en het onderhoud gaat. Het is overigens geen BENG gebouw, maar wel duurzaam gebouwd met een zogenaamde comfortschool installatie op het niveau Frisse

Kees Hilhorst (l) en Sander Kreijns

scholen klasse B. We hebben dikke wanden gemaakt, de vloeren goed geïsoleerd, H++ ramen en aluminium kozijnen aangebracht. De scholen hebben meegefinancierd in de duurzaamheidsmaatregelen en verdienen dat in vijftien jaar vanuit hun exploitatie weer terug. Qua exploitatie is het zuiniger dan het vorige gebouw, maar het onderhoud aan de installaties is wel duurder, ook al heb je minder energielasten. De filters moeten gemiddeld twee keer per jaar vervangen worden en dat kost ruim € 8.000,- per jaar. Het heeft wel drie jaar gekost om de installaties goed in te regelen en gelukkig zijn de klachten minder.” POSITIEF OORDEEL Sander en Kees oordelen positief over het gebouw: “Het concept van samenwerking is in het gebouw voelbaar en zichtbaar. De centrale ruimte is als ontmoetingsplaats bijzonder geslaagd en het is verder een transparant en prettig gebouw. Je staat meteen binnen en hebt het gevoel dat je tussen gebouwtjes staat met een eigen sfeer.” Kees ten slotte: “Iets verderop staat het Buurtplein Zuid als fysiek gebouw voor sociale activiteiten en gezondheidszorg, waar ook een deel bibliotheek is ondergebracht. Filosofie is dat mensen met een vraag over zorg eigenlijk een welzijnsvraag zouden kunnen hebben. Door een laagdrempelige voorziening te maken waar het prettig is elkaar te ontmoeten voorkom je dat bewoners te snel in het medische circuit belanden. De brede school en het Buurtplein Zuid kunnen nog veel beter samenwerken door activiteiten voor de wijk te organiseren. Daar liggen nog mooie uitdagingen voor de komende jaren.” Kijk voor meer informatie op toposarchitecten.nl en op nieuwegein.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

67


De etalage Stappenplan naar akoestisch comfort in uw school

ADV

Een goede geluidsomgeving is fundamenteel om goed te kunnen onderwijzen én leren. Maar waarmee moet u rekening houden bij de bouw of renovatie van uw schoolgebouw? Ecophon heeft haar kennis en ex­ pertise gebundeld in een kort en bondig stappenplan. Goede akoestiek is van wezenlijk belang in het onderwijs voor leer­krachten en leerlingen. Het ondersteunt de communicatie en zorgt er voor dat leerlingen zich beter kunnen concentreren. Er zijn de laatste jaren veel ontwikkelingen gaande op het gebied van ruimteakoestiek in het onderwijs. Het is dan ook belangrijk om te weten waar u precies rekening mee moet houden om in uw schoolgebouw een prettig onderwijsklimaat te scheppen. Het document biedt ondersteuning bij het borgen van een goede akoestiek voor uw schoolproject.

68

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

REVIUS LYCEUM DOORN - OPLEVERING SEPTEMBER 2017

S P E C I A L I S T I N ONDERWIJSHUISVESTING

Download de pdf Stappenplan Onderwijs­gebouwen via: schooldomein.nl/stappenplan-akoestisch-comfort. Meer informatie en praktijkvoorbeelden kunt u vinden op ecophon.nl/onderwijs.


Tekst: Arno Aarts – senior projectmanager HEVO Foto: Ralph Gomersbach

BOUW EN ORGANISATIE

Bijzonder schoolgebouw met vooruitstrevende onderwijsvisie Met de oplevering van het kindcentrum De Verwondering in Lent werd in de zomer van 2015 een belangrijke bijdrage geleverd aan de toekomst van Nijmegen Noord. De Verwondering is een vernieuwende school op het gebied van onderwijs. Leerlingen zijn niet ingedeeld in leeftijdsgroepen, maar in zogeheten ‘ontwikkelingsfases’. Volgens ir. Arno Aarts, senior projectmanager van adviesbureau HEVO, dat verantwoordelijk was voor de realisatie van de basisschool annex kinderopvang, is het gebouw aangepast aan de ontwikkeling van de jonge gebruikers. “Daarop was het huisvestingsvraagstuk gebaseerd. De opdracht was een nieuwe school te bouwen, waarbij het idee moest worden losgelaten

· Samenwerken met HEVO’s ‘Risicodragend Projectmanagement ’ vertaalt zich in een vaste prijs, een flexibel proces en verzekerd gebruikscomfort. dat je alleen in een klaslokaal kunt leren. Een bijzondere onderwijsvisie, die niet alleen een bijzonder gebouw vraagt, maar ook een bijzondere inrichting.” HEVO heeft in de vorm van Risicodragend Projectmanagement de nieuwbouw van De Verwondering gerealiseerd. “Bij Risicodragend Projectmanagement onderscheiden we drie pijlers”, aldus Aarts. “Een vaste prijs, een flexibel proces en een verzekerd gebruikerscomfort. We hebben dit gecombineerd met de eisen en wensen van het kindcentrum. Bovendien is gekozen voor een integrale aanpak, waardoor het proces om te komen tot het voorlopig ontwerp en het technisch ontwerp, werd verkort. En vanaf het eerste moment is ook de interieurontwerper betrokken geweest. Dit heeft geleid tot een hogere kwaliteit en lagere kosten.” FUNCTIONEEL In nauwelijks een jaar heeft HEVO, in nauwe samenwerking met de architect, de IFD-bouwer en de directeur van de school, kindcentrum De Verwondering gerealiseerd. Aarts: “Het was de kunst om de techniek en het ruimtelijk functioneel gebruik integraal in elkaar te vlechten. Door dit proces te volgen kan het project in zo’n korte tijd gerealiseerd worden. Resultaat is een bijzonder gebouw, dat naadloos aansluit op het vooruitstrevende onderwijsconcept dat het schoolbestuur Conexus voor ogen had. Met slimme interieuroplossingen en praktisch ingerichte ruimtes.”

“Resultaat is een bijzon­ der gebouw, dat naadloos aansluit op het vooruit­ strevende onderwijs­ concept”

De nieuwbouw is ontstaan door de samenwerking van diverse partijen, die onder aanvoering van HEVO allemaal hetzelfde voor ogen hadden: het speciale onderwijsconcept. “Vanaf het begin was duidelijk dat er geen traditionele klaslokalen zouden komen”, benadrukt Aarts. “De interieurarchitect ontwierp daarvoor drie grote leerpleinen, met daaromheen

· Flexibel bouwproces met harde garanties door HEVO. kleinere ateliers voor instructie en verwerking. Er is een aparte leeshoek en op het hoogste leerplein is een soort collegezaal. Leerlingen leren op een plek die hen op dat moment het beste uitkomt. Hierop is het gebouw ingericht.” ERVARING Op De Verwondering staat ervaringsgericht leren centraal: kinderen leren zoveel mogelijk door te doen, en door zelf hun leervragen te stellen. De leerlingen zijn niet ingedeeld in groepen, maar in fases van een half jaar. Er zijn zestien fases en de overgang naar een volgende fase is afhankelijk van de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling. De leerling kan per vakgebied in een andere fase zitten. Hierdoor kan het onderwijsaanbod goed worden toegesneden op de ontwikkeling van de individuele leerlingen. Kijk voor meer informatie op hevo.nl en rpmbyhevo.nl.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

69


Tekst Sibo Arbeek

MFC ATRIA LEUSDEN VERBINDT VIER GEBRUIKERS

Geslaagd gebouw door heldere visie In Leusden heeft Pellikaan een multifunctioneel centrum voor twee basisscholen, een BSO en een gymzaal, gerealiseerd. Pellikaan blijft na de Design & Build realisatie ook nog 20 jaar lang verantwoordelijk voor onderhoud en energieverbruik (DBME). De voorbereiding verliep soepel en het draagvlak is groot doordat de scholen meebeslisten. OVERZICHTELIJKE INDELING MFC Atria betreft een nieuw bijna energieneutraal multifunctioneel centrum in Leusden waarin onder andere de basisscholen KLA4 en De Bongerd een gymzaal en buitenschoolse opvang zijn gehuisvest. De bestaande gebouwen zijn gesloopt en de infrastructuur rondom de kavel is vernieuwd inclusief een parkeerterrein met kiss & ride-zone. Aan tafel zitten verder locatiedirecteur van De Bongerd Adrie van Dijk, locatiedirecteur van KLA4 Michiel Fokkelman en Wichert Eikelenboom die bestuurder is van de stichting VOILA waaronder de scholen vallen. Adrie: “Het proces is gestart in 2005. Op deze locatie stonden drie

“Je moet de kinderen niet loslaten; je moet ze anders vasthouden”

70

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

scholen met drie denominaties. De gebouwen waren op en twee scholen fuseerden tot KLA4. We werkten al samen en toen ontstond het beeld van een gezamenlijk gebouw, waarin we ook samenwerken met onze vaste partner Humanitas voor buitenschoolse opvang.” Wichert vult aan: “Ik vind een wijkvoorziening beter bij dit cluster passen dan een brede school of een samenwerkingsschool. We bieden verschillende faciliteiten aan de buurt aan. Onze kinderen onderhouden de dieren van de kinderboerderij, die ook is vernieuwd en uitgebreid en aan het MFC grenst.” Michiel lacht: “Er wordt hier gegeten en gedronken, we moeten alleen de bridgeclub nog binnen krijgen.”


BOUW EN ORGANISATIE

Michiel Fokkelman (l) en Adrie van Dijk

SAMENWERKING MET PELLIKAAN De samenwerking met Pellikaan verliep goed, waarbij Hein Arntz aangeeft dat dat voorlopig zo blijft, omdat onderhoud en energie de verantwoordelijkheid van de aannemer blijven: “Bijzonder is ook dat het een design, build, maintain en energy aanbesteding was vanaf de VO-fase. Dat betekent dat de gebruikers een duidelijke visie en richtlijnen hebben neergelegd. Voor de aanbesteding is de methode van Best Value Procurement toegepast, waarbij het budget bekend is gemaakt en partijen geselecteerd zijn op kwaliteit. Door deze aanpak, met duurzame gunningscriteria, is een Bijna Energie Neutraal Gebouw (BENG) gerealiseerd. Zo zijn we vanuit het onderwijsconcept naar het bouwkundig concept gegaan. Het resultaat is een prettig en licht gebouw geworden, met een goed comfort en een goede akoestiek. Het dak ligt vol met pv panelen, die wij voorgefinancierd hebben en terugverdienen uit de onderhoudsbudgetten. Dat betekent integraal denken vanuit alle partijen.”

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever Stichting VOILA Leusden Opdrachtnemer (DBME) Pellikaan Bouwbedrijf B.V. Tilburg Stichtingskosten inclusief btw e 4.972.000,- (exclusief btw) Bruto vloeroppervlak 2.867 m² Ingebruikname September 2016 Architect Bureau Bos architecten

FLEXIBEL GEBOUW Adrie legt het gebouw uit: “Bij de centrale ruimte met tribune ligt de speelzaal. Van daaruit bereik je leerpleinen met elk vier lokalen met stiltewerkplekken. Aan de rand van het gebouw, ook weer met een directe link naar de centrale ruimte en de speelzaal, ligt de buitenschoolse opvang. De gymzaal ligt net los van het gebouw en dat maakt zelfstandig gebruik door groepen van buiten de school eenvoudiger. De centrale ruimte, de speelzaal en het kleuterleerplein zijn tot een grote ruimte te maken. Het gebouw is ook op lange termijn flexibel doordat er geen dragende binnenwanden zijn wat ander gebruik mogelijk maakt. En Hein dacht creatief mee; zo adviseerde hij de kinderen uit de onderbouw bij elkaar te plaatsen in een leerplein. Die maken meer lawaai, terwijl de kinderen uit de bovenbouw meer rust en concentratie nodig hebben.”

ROL OPDRACHTGEVER Wichert licht zijn rol toe: “Heel veel opdrachtgevers trappen in de valkuil dat ze aan de investering denken en niet aan de exploitatie. TCO denken betekent dat je op een andere manier naar de opgave kijkt; kan ik dat gebouw wel exploiteren? Kies je voor dure installaties dan loop je stuk in de exploitatiefase. Dit betekent dat je bewust kiest voor een eenvoud in materialen. De opdrachtgever moet dus weten wat hij kiest en met wie hij wil samenwerken. Het moet een team zijn.” Adrie knikt: “Bij de aspecten akoestiek en klimaat hebben we heel erg gekeken naar flexibiliteit en functionaliteit. De ruimtes kunnen worden gekoppeld en afgesloten. Transparantie en zichtlijnen waren een belangrijk aandachtspunt, zodat kinderen vanuit alle hoeken gezien kunnen worden. Dat heeft weer met het pedagogisch klimaat te maken. Dat levert dan een school zonder gangen op. We hebben per twee groepen een eigen ingang, waarbij je in de garderobe jassen en spullen kwijt kunt en naar de wc kunt gaan. Je loopt zo het lokaal in en van daaruit naar je eigen leerplein. De leerpleinen hebben we ingericht met vaste inrichting, omdat we uit voorbeelden uit het land zagen dat leerlingen structuur nodig hebben. Een open leerplein gaat als een chaotische verkeersruimte werken.” Wichert: “Dat heb ik geleerd van mijn buitenlandreizen. Het mooie van dit gebouw is dat het open is. Onderwijs verandert en dit gebouw kan dat maximaal faciliteren. We weten niet hoe het onderwijs er over tien jaar uitziet. Daar moet je je teams in meenemen. Dat betekent niet dat je de kinderen los moet laten; je moet ze anders vasthouden. Als je de durf niet hebt bouw je iets voor de korte termijn. Dat is het spannende en moeilijke in het ontwerpen van scholen.” Kijk voor meer informatie op pellikaan.com.

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

71


Het atelier CIRCULAIR STADSKANTOOR VENLO WINT AMERIKAANSE ARCHITECTUURPRIJS Het stadskantoor Venlo is het resultaat van de ambities van de gemeente Venlo om de leidende regio op het gebied van Cradle to Cradle-ontwikkelingen te zijn. De Cradle to Cradle-gedachte gaat uit van de gezondheid van mens en omgeving en 100% hoogwaardige herbruikbaarheid van gebruikte materialen en producten. Van alle gebruikte materialen en producten in het stadskantoor is het produc­ tieproces, het gebruik én toekomstig herge­ bruik niet schadelijk voor mens en omgeving. Sterker nog, het gebouw draagt met, onder andere, 2000 m² groene gevel zelfs bij aan de gezondheid van de gebruikers, bezoekers en de omgeving. De lucht is aantoonbaar schoner dankzij de honderden planten die fijnstof en stikstofoxides filteren.

H

et ontwerp voor het in oktober ge­ opende duurzame Stadskantoor Venlo is in de prijzen gevallen bij de Amerikaanse Architizer A+Awards. Het door Kraaijvanger Ar­ chitects ontworpen stadskantoor is ontwikkeld volgens de Cradle to Cradle-filosofie en ging er in de categorie Beste Overheidsgebouwen met zowel de jury- als de publieksprijs vandoor.

PROJECTINFORMATIE Project Stadskantoor Venlo Ontwerp Kraaijvanger Architects Opdrachtgever Gemeente Venlo Bruto vloeroppervlak 27700 m² Foto’s Ronald Tilleman

72

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

De uitreiking van deze architectuur- en design­ prijs is op 11 mei in New York tijdens de start van de NYCxDesign week.

De Architzer A+Awards is een jaarlijkse architectuur- en designprijs die een platform wil bieden aan belangwekkende architec­ tuur van over de hele wereld. De jury van de prijs bestaat uit meer dan 400 professionals uit de mode-, design-, tech- en architectuur­ wereld. De online community van Architizer. com bereikt met maandelijks ruim drie miljoen bezoeken een breed publiek met interesse in architectuur, in 2016 brachten ruim 400,000 mensen hun stem uit voor de publieksprijs. Zowel de winnaars van de publieks- als jury­ prijzen worden op 11 mei op gelauwerd op het 5th Annual Architizer A+Awards Gala in New York. Dit gala is ook de aftrap van de NYCx­ Design week.


Column

Toekomstbestendig onderwijsgebouw

ƵŝĚĞůŝũŬŚĞŝĚ ŽǀĞƌ ŬǁĂůŝƚĞŝƚ͕ ŝŶǀĞƐƚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ

'ŽĞĚĞ ŐĞďŽƵǁĞŶ njŝũŶ ĞĞŶ ďĂƐŝƐǀŽŽƌǁĂĂƌĚĞ Žŵ Ƶǁ ŽŶĚĞƌǁŝũƐǀŝƐŝĞ ƚĞ ŬƵŶŶĞŶ ƌĞĂůŝƐĞƌĞŶ͘ sĞƌďŽƵǁĞŶ ŽĨ ŶŝĞƵǁ ďŽƵǁĞŶ͗ ĞůŬ ƉƌŽĐĞƐ ŚĞĞĨƚ njŝũŶ ĞŝŐĞŶ ĂĂŶƉĂŬ ŶŽĚŝŐ͘ ĂĂƌďŝũ ŝƐ ĚƵŝĚĞůŝũŬŚĞŝĚ ŽǀĞƌ ŬǁĂůŝƚĞŝƚ͕ ŝŶǀĞƐƚĞƌŝŶŐ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ ŶŽŽĚnjĂŬĞůŝũŬ͘ ďďŶ ĂĚǀŝƐĞƵƌƐ ŬĂŶ Ƶ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶŝŶŐ ďŝĞĚĞŶ ŝŶ ĂůůĞ ĨĂƐĞŶ ǀĂŶ ŚĞƚ ƉƌŽĐĞƐ͘ tŝũ njŝũŶ ŝŶ ŚĞƚ WK͕ sK͕ D K ĞŶ ,K ĂĐƚŝĞĨ ŵĞƚ ĂĚǀŝƐĞƌŝŶŐ ŽǀĞƌ ŚƵŝƐǀĞƐƚŝŶŐ͕ ĚƵƵƌnjĂĂŵŚĞŝĚ͕ ŬŽƐƚĞŶ ĞŶ ĞdžƉůŽŝƚĂƚŝĞ ĞŶ ďŽƵǁŵĂŶĂŐĞŵĞŶƚ͘

DĞĞƌ ǁĞƚĞŶ͍ ĞnjŽĞŬ ŽŶnjĞ ǁĞďƐŝƚĞ ǁǁǁ͘ďďŶ͘Ŷů ŽĨ ďĞů ŵĞƚ ϬϴϴͲϮϮϲ ϳϰ ϬϬ͘ ďďŶ ĂĚǀŝƐĞƵƌƐ ͮ WŽƐƚďƵƐ ϵϰ ͮ ϯϵϵϬ ,ŽƵƚĞŶ ͮ ŝŶĨŽΛďďŶ͘Ŷů

Eerder in dit blad is te lezen dat Hogeschool Rotterdam een prachtig nieuw onderwijsgebouw realiseert. Het gebouw voldoet aan alle eisen van deze tijd: er is veel daglicht, de tussenwanden zijn transparant, door de ingebouwde flexibiliteit kunnen toekomstige aanpassingen gemakkelijk worden uitgevoerd en de klimaatinstallatie is state-of-the-art. In alle oprechtheid hoor ik mezelf al zeggen en denken “met dit gebouw kunnen we de komende 40 jaar weer vooruit!” Maar is dat wel zo? Vanuit de huidige maatstaven kenmerken onderwijsgebouwen uit de jaren ’70 en ‘80 zich door slechte klimatologische omstandigheden, inefficiënte bouwvormen en bouwmaterialen van matige kwaliteit. Hetzelfde geldt voor gebouwen uit de jaren ’90. En wat te denken van de onderwijsgebouwen met een bijna gesloten gevel en weinig daglicht. Hoe konden ze dat toch bedenken? Toch weet ik zeker dat men er in die tijd van overtuigd was dat het gebouw de komende 40 jaar zou voldoen als onderwijsgebouw. Terwijl de bouwwerkzaamheden in volle gang zijn, loop ik door het gebouw en probeer mezelf voor te stellen wat over 20 jaar alweer achter­ haald is. Gaat de standaard verdiepingshoogte nog verder omhoog? Is mechanische ventilatie een bron van een nog niet gedefinieerd gezond­ heidsgevaar? Ik kan me nauwelijks een voorstelling maken van iets dat straks achterhaald is. Ondertussen loop ik door een ruimte die bijna gereed is en straks dienst doet als theorielokaal. Het lokaal ziet er strak uit, mooi vloertje, prachtige klimaatplafonds. Alleen de bekabeling die wat uitsteekt onderbreekt de schoonheid van de nieuwe ruimte. Dan bedenk ik me ineens: bekabeling is straks zó achterhaald. Stel je voor dat je een ruimte kan inrichten zonder de beperking van elektra- en data-aansluitingen. De mogelijkheden om ruimten flexibel in te richten en het gebouw in te delen zijn dan eindeloos. Als studenten over 20 jaar door het gebouw met die ouderwetse kabelgoten lopen denken ze vast: “Jeetje, wat een slecht gebouw. Hoe hebben ze dit ooit kunnen bedenken!?” Tot die tijd blijf ik er vurig van overtuigd dat we de komende 40 jaar met het nieuwe onderwijs­ gebouw vooruit kunnen. Sander van der Pols – Hogeschool Rotterdam

SCHOOLDOMEIN

mei 2017

73


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje

6

no.

Uniek en onderscheidend Eind juni ligt het laatste nummer van deze jaargang bij u in de bus. Het thema is Uniek en Onderscheidend en dat is natuurlijk het doel waar elke bestuurder en gebruiker naar streeft. We hebben weer een aantal mooie artikelen in petto. Alvast een voorproefje:

Romein en Kees Rutten (fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370 brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www.schooldomein.nl. Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede

• Lodewijk Hoekstra over ecologisch bouwen: nadenken over huisvesting begint met een visie op de ecologische omgeving. • Licht is gratis en levert maximaal rendement: experts discussiëren op uitnodiging van VELUX over de logica van licht. • Vernieuwbouw stadhuis Wageningen: combi tussen vernieuwbouw, het nieuwe werken en een geslaagde ingreep in historische binnenstad. • Nieuwbouw locatie Quintus in Assen: Voer voor fijnproevers in deze Technasium- en CultuurProfielSchool. • BENG-en in Groningen: waarom duurzaamheid een vanzelfsprekende voorwaarde is. • Masterplan onderwijs gemeente Zutphen: voorbeeld van een IHP nieuwe stijl. • Nieuwbouw Vellesan College in IJmuiden: waarom nieuwbouw onderscheidend kan zijn.

voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: Ahrend, Alpha Consultancy, BBN, BOA, Bolidt, BUKO, Cisco, DGMR, DP6, Ecophon, Frencken Scholl Architecten, Forbo, Gerflor, Gispen, Hevo, ICSadviseurs, Inepro, LIAG, M3V, De Meeuw, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement, Nora Flooring, NOT, OIII architecten, Peer2Peer, Platform Onderwijs & Facilitair, Platform Onderwijshuis­vesting, Pellikaan, README, RoosRos Architecten, RVO, Sika, SMT Bouw & Vastgoed, Spring Architecten, STALAD Onderwijsinrichting, TenW architecten adviseurs, Topos architecten, Vanerum, VELUX.

74

SCHOOLDOMEIN

mei 2017


ICSadviseurs

Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam Vestiging Eindhoven Venturelab-s Klokgebouw 126 5617 AB Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25 Postbus 652 8000 AR Zwolle

‘AAN HET WERK KENT MEN DE MEESTER’

Kijkend naar de ruimte, creëren wij de ideale vloer. Met oogstrelend design en de juiste eigenschappen. Ontworpen en gemaakt in ons mooie Nederland. forbo-flooring.nl

creating better environments


Het inrichten van scholen is echt een vak op zich. Hoe vertaal je het onderwijskundig concept naar de inrichting van een gebouw? Welke meubeloplossing past het best bij de leerling? Wordt er individueel of in groepsverband gewerkt? Welke sfeer wil je als onderwijsinstelling uitstralen, wat is de beleving in de school? Hoe stem je de personeelsruimtes hierop af?

Allemaal relevante vragen die je beantwoord wilt zien als je aan de slag gaat met het duurzaam (her-) inrichten van een school. Hierbij helpt STALAD u graag, want samen maken wij de mooiste scholen. Wilt u hier meer over weten? Neem contact op met STALAD. Wij adviseren u graag om samen de mooiste school te maken!

STALAD onderwijsinrichting • 038 720 0610 • verkoop@stalad.nl • www.stalad.nl

jaargang 29, mei 2017

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

5

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

De inrichting van het Atrium van Scholengemeenschap Marianum te Groenlo. Ontworpen en uitgevoerd door STALAD.

SCHOOLDOMEIN

Toekomstbestendig met dynamiek

THEMA: CONCEPTUEEL EN TASTBAAR DE LEEROMGEVING van Jasper Rijpma VERBINDEND GEBOUW faciliteert samenwerking DELTION COLLEGE ZWOLLE is een dorp in een stad OMGEVINGSDIENST controleert energiemaatregelen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.