Schooldomein 1 - oktober 2018

Page 1

Schoonmaken op een basisschool is anders dan in een ziekenhuis. En een kantooromgeving is geen hotel. Ook binnen een sector zijn de verschillen vaak groot. Wensen en behoeften van opdrachtgevers zijn overal anders. Daarom heeft Gom, als eerste schoonmaakbedrijf van Nederland, een specifieke aanpak voor elke sector. En dát heeft voordelen voor onze klanten. ‘Gewoon’ schoon bestaat niet meer. Gom. Ongewoon schoon. Kijk op OngewoonSchoon.nl en ontdek wat sectorgericht schoonmaken ú oplevert.

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

OngewoonSchoon.nl

SCHOOLDOMEIN

Kijkt een student met dezelfde ogen naar hygiëne als de ouders van een basisscholier?

1 oog voor

no. jaargang 31 oktober 2018

creatief hergebruik

SCHOO

LDOME IN

30 jaa

r!

EEN REIS DOOR de wereld van het leren CIRCULAIR BOUWEN loont altijd OP WEG NAAR energieneutraal bouwen CREATIEF HERGEBRUIKEN of anders bouwen?


FLEXIBELE ESTHETICA WAAR HET STIL VAN WORDT

FP600 - 46dB Project: Het ontmoetingshuis, Veenendaal

DESIGN & AKOESTIEK

GEEN ZORGEN – DE LUCHT IS SCHOON! Werken in een flexibele en rustige omgeving

PA N E E L W A N D E N G L A S WA N D E N S C H U I F WA N D E N V O U W WA N D E N

Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit voor elke ruimte. De focus ligt leefomgevingen op Met emissiearme rubber vloerbedekkingen gezonde duurzaamheid, esthetiek, akoestiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle

Goede binnenlucht een rustige leeromgeving van bijzonder groot belang producten:en van eenvoudige vouwwand totzijn ingenieuze dubbelwandige (smart)glaswand. in kinderdagverblijven, scholen en universiteiten. Onze hoogwaardige vloerbeinformatie: www.breedveld.com T +31 (0) 487 dekkingenMeer zijn daarom gemaakt van emissiearme– materialen, die542888 extreem sterk zijn en de geluidproductie minimaliseren. www.nora.com


FLEXIBELE ESTHETICA WAAR HET STIL VAN WORDT

Werken in een flexibele en rustige omgeving Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit elke ruimte. De focus ligt op duurzaamheid, esthetiek, akoestiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle producten: van eenvoudige vouwwand tot ingenieuze dubbelwandige (smart)glaswand. Meer informatie: www.breedveld.com – T +31 (0) 487 542888


Vestiging Amsterdam Zekeringstraat 46 Postbus 59112 1040 KC Amsterdam

ICSadviseurs

Vestiging Eindhoven Klokgebouw 263 6e verdieping 5617 AC Eindhoven Vestiging Zwolle Burg. Drijbersingel 25R Postbus 652 8000 AR Zwolle Vestiging Rotterdam Van Nelleweg 1 Unit 2.3 3044 BC Rotterdam

werkt met passie en creativiteit aan uw ideale leer, werk- en leefomgeving

www.icsadviseurs.nl

info@icsadviseurs.nl

T 088-2350427

KvK 05082583

ruimteregie


VAN DE REDACTIE

OOG voor creatief hergebruik De 31e jaargang gaat los. Wie had dat ooit gedacht toen de toenmalige staatssecretaris Ginjaar-Maas in oktober 1988 het startsein gaf voor Schooldomein met een exclusief interview vanuit de stelling: “meer vrijheid, minder regels en circulaires”. Het hele interview ademt de veranderende verhouding tussen rijksoverheid en scholen, waarbij de overheid de scholen meer in hun eigen verantwoordelijkheid wilde krijgen. De reden: de bevolkingskrimp en het besef dat er te veel capaciteit aan onderwijsgebouw stond en dat dat overschot alleen maar zou toenemen. De tot dan toe centraal regelende overheid wilde en moest decentraliseren. En nu, ruim dertig jaar later, zijn de thema’s van toen nog steeds actueel en ziet de wereld er toch totaal anders uit. We staan voor de opgave van het Klimaatakkoord. De hele sector moet verduurzamen en thema’s als smart building en circulariteit beginnen de discussies in elke bouwopgave te domineren en kunnen zo maar tot nieuwe financierings- en exploitatiemodellen leiden. Immers; materialen hebben een restwaarde, dus waarom zou je tot 0 € afschrijven, terwijl er aan de voorkant zoveel te verdienen valt? Zou het dan eindelijk na 30 jaar Schooldomein zo zijn dat besturen, overheid en bedrijfsleven uit hun schaduw stappen en bij elke opgave starten met de vraag wat het doel moet zijn van een nieuwbouw, verbouw of renovatie in zijn omgeving, waarbij de oplossing op elk niveau een duurzame en integrale oplossing voor de samenleving moet zijn. Termen als gasloos en zonne-energie gaan hand in hand met begrippen als community, sterke netwerken, natuurlijke ecosystemen en vitale plekken, waar mensen graag blijven komen. Het schuurt aan alle kanten en dat begint te jeuken: zo richt het stimuleringsfonds voor creatieve industrie zich op het verbinden van school en stad in het mbo. Wanneer je naar die verschrikkelijk grote en functioneel gebouwde en

ONZE VISIE

Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid,

instellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties, advertorials, artikelen en de bijdragen

naar binnen gerichte binnensteden kijkt vraag je je inderdaad af hoe we dat ooit met elkaar hebben kunnen bedenken. Alleen al vanuit het perspectief van exploitatie en het facilitair organiseren ervan zijn die gigantische volumes problematisch. Het meest bijzonder is natuurlijk het mensbeeld en onderwijsperspectief dat erachter zat; dat je mensen opleidde voor de beroepspraktijk die je buiten de samenleving in een gebouw met snel verouderende inventaris ging simuleren, terwijl de markt razendsnel aan het innoveren sloeg. Waar smart technologies bijdragen aan innovatieve inrichtings- en beveiligingsconcepten die als natuurlijk en vanzelfsprekend ervaren worden. Waar facilities het primaire proces naadloos volgen en kleuren. Daar hoort een nieuwe gebouwde en sociaal-maatschappelijke omgeving bij waarvan al heel regelmatig de eerste contouren zichtbaar zijn. De vraag is wat mij betreft of maatschappelijk ondernemerschap steeds meer het bestuurlijk primaat gaat overnemen, of er een nieuw bestuurlijk elan ontstaat, met als inzet dat partijen samen aan die duurzame oplossing willen werken. In dit nummer rond creatief hergebruik een artikel over het eerste circulaire onderwijsgebouw van ROC Friesland in Leeuwarden, de circulaire visie van de bestuurder Geert Looyschelder over het concept van de Sterrenschool en een debat over circulariteit en duurzaamheid in de gerenoveerde gymzaal waar Merosch kantoor houdt. En nog veel meer; Schooldomein doet de volgende jaargang weer graag verslag van innovaties, good practises en slimme en gedreven bestuurders die met partijen tot mooie en vooral duurzame resultaten komen. Een mooie jaargang gewenst! Sibo Arbeek Hoofdredacteur

van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET

Voor meer informatie over Schooldomein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante markt­ informatie zoeken.

wordt mede mogelijk gemaakt door:

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

5


INHOUD BESTUUR EN BELEID

8

Een reis door de wereld van het leren Goed gesprek met Loren Roosendaal, directeur van het centrum voor Digital Transformation aan de Nyenrode Business University.

14

Circulair bouwen loont altijd Een stevig debat over duurzaamheid en circulair bouwen.

ONTWERP EN INRICHTING

21

Natuurlijk daglicht onderdeel van duurzame visie Licht als onderdeel van de visie van Rivers International School in Arnhem.

25 28

Samenwerking verhoogt kwaliteit gebouw Integrale samenwerking meerwaarde in bouwproces Mgr. Frencken College.

30

Vastgoedonderhoud als strategisch middel Ons Tweede Thuis maakt vastgoedonderhoud strategisch stuurbaar om het primaire zorgproces maximaal te faciliteren.

THEMA

Oog voor creatief hergebruik Oog voor creatief hergebruik is het thema van deze Schooldomein. In de rubriek Architectuur en verbeelding geven architecten mooie voorbeelden daarvan. Foto’s cover Mgr. Frencken College, Oosterhout (pagina 28)

34

De leerling op ontdekkingsreis

36

Het Nieuwe Lyceum Bilthoven Nieuwe duurzame en inspirerende onderwijsomgeving op basis van een bestaand

38

Op weg naar energieneutraal bouwen

40

Het Programma van Eisen

44

Tijdelijke nieuwbouw met een duurzame kwaliteit

49

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

oktober 2018

leerlingen tot zoektocht.

Business cases voor vijf nieuwe energieneutrale scholen.

Hoe stel je dat samen en hoe gebruik je bestaande kennis?

Hoe Dukdalf zich ontwikkelt naar een kindcentrum.

Nuenens College, Nuenen (pagina 34)

facebook.com/schooldomein

Nieuw gebouw Nuenens College stimuleert

gebouw.

Het Nieuwe Lyceum, Bilthoven (pagina 36)

Schooldomein

Nieuw onderkomen ROC Friese Poort is circulair gebouwd en 100% energieneutraal.

18

6

Circulaire jas voor de opleiding Uniformberoepen in Leeuwarden

twitter.com/schooldomein

Creatief hergebruiken of anders bouwen? Moet de wereld niet gewoon geheel anders worden ingericht?


52

Mens- en kindvisie staan centraal

54

Een opleiding waar je leert in de praktijk

56

Hergebruik meubilair past binnen visie STIP

IKC Berkelwijk is een aaneenschakeling van goed georganiseerde gebieden.

Leuker leven en beleven op het SOMA College.

Sterrenschool in Hilversum wordt een voorbeeldproject van circulair bouwen en een circulaire levenshouding.

58

Het nieuwe vmbo ontwerpen

61

Industrieel monument biedt onderdak aan onderwijs van de toekomst

Een reis naar een nieuwe inrichting van het beroepsonderwijs.

Greswarenfabriek in Reuver is schoolvoorbeeld van risicodragend projectmanagement.

BELEVING EN BEHEER

64

Van vloer tot wand tegen schade bestand Marmoleum Onto the Wall: robuuste en decoratieve wandbekleding.

EN VERDER

67

30 jaar Schooldomein Een korte terugblik: van bescheiden nieuwsbrief tot inspirerend magazine.

RUBRIEKEN

12 13 68 69 70

Kort nieuws

Onderwijstrends door Jaap de Kruijf

De etalage

Column van Yvette Govaart

Vooruitblik naar Schooldomein 2

22 27 39 44 64


Een reis door de wereld van het leren OF HOE ALLE PUZZELSTUKJES OP HUN PLAATS VIELEN

8

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


BESTUUR EN BELEID

Tekst Sibo Arbeek

Loren Roosendaal is met zijn 33 jaar oprichter van Knowingo & IC3D Media en directeur van het centrum voor Digital Transformation aan de Nyenrode Business University. Hij is ook bekend als TEDx spreker rond het thema: “why learning is broken and how to fix it.” Ons schoolsysteem is er vaak onbewust op ingericht om kinderen te demotiveren en nivelleert de leeropbrengst tot een minimum.

W

e spreken af in een lunchcafé tegenover het station in Breda, vlakbij het statige pand aan de Willemstraat waar Knowingo huishoudt. Loren: “Ik begon al op jonge leeftijd met game development; op mijn tiende had ik mijn eigen computer, op mijn elfde wist ik dat het leuker vond om games te bouwen dan ze te spelen en toen ik twaalf was bracht ik via het internet een groep enthousiaste developers bij elkaar om een game over WO2 te bouwen. Ik kwam er al snel achter dat nog 2 groepen precies hetzelfde idee hadden, dus organiseerde ik mijn eerste fusie en gingen we door als 1 team van een man of 20. Mijn team bleek naderhand te bestaan uit mensen tussen 18-32 jaar, die geen idee hadden dat hun medeoprichter een tiener was. Zo werkte ik jarenlang met mensen van over de hele wereld en hadden, voordat ik van de middelbare school af kwam, al meer dan 3 miljoen mensen iets van mij gespeeld. Terwijl mijn ouders dachten dat ik boven braaf huiswerk zat te maken ontdekte ik op mijn kamer de wereld van games, design en kunstmatige intelligentie. Op de basisschool was ik al een lastige leerling omdat ik altijd die ene vraag stelde waar de docent niet blij mee was: waarom doen we dit zo? Waarom moest ik altijd dezelfde soort rekenopgaven maken, terwijl ik de eerste al foutloos had gemaakt. Waarom haalde ik drie keer een tien en stond er op het rapport een 8,5. Het antwoord was meestal: omdat dit is hoe het hier werkt. Op het voortgezet onderwijs ontmoette ik wel docenten die mij konden inspireren, maar vonden veel medeleerlingen mijn enthousiaste vragen storend. Ik leerde al snel dat ik niet gepest

werd als ik geen vragen stelde, dus stopte ik maar met het lezen van de stof zodat ik geen vragen had, want dan had ik nergens last van.” TALENTEN KWIJT KUNNEN “Ik heb dus netjes mijn bachelor informatica en master mediatechnologie afgerond. Voor de minor game development vroegen de docenten mij om deze zelf op te zetten, waarvoor ik mijn studiepunten kreeg. Zo ontwikkelde ik docentvaardigheden als student. Daarna heb ik met een paar mensen een gamebedrijf opgericht in Silicon Valley. De release van een nieuwe game levert in een weekend 850 miljoen op, terwijl een succesvolle film daar maanden over doet. Het is een enorme business vooral qua technologie, waar game development in de toepassing dezelfde status heeft als het programmeren van software voor de ruimtevaart. Wat voor entertainment wordt ontwikkeld bereikt gemiddeld pas na 15 jaar de markt voor serieuze toepassingen. Dat duurde me te lang; ik kwam erachter dat ik dezelfde technologie liever gebruikte om levens te redden. Daarom heb ik met IC3D Media een bedrijf opgericht dat gametechnologie inzette om serieuze vraagstukken op te lossen. Ondanks of dankzij mijn ervaringen in het onderwijs ben ik met IC3D altijd bezig geweest om kennis over te dragen of om mensen iets mee te geven en dus viel ons oog al snel op de markt voor leren en trainen.” SCHOKKENDE CIJFERS “Er zijn in het leerdomein talloze leveranciers, instituten en scholen, dus je zou in eerste instantie

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

9


zeggen dat daar weinig bij te dragen valt. Op het gebied van trainingen waren er echter nagenoeg geen oplossingen beschikbaar. Hoewel je als 747 piloot of tankcommandant bij het leger nog net in een simulatie mocht oefenen, was er voor de 25.000 agenten op straat, maar ook voor reddingswerkers, beveiligers en talloze andere beroepen, geen virtuele training beschikbaar. Daarom kozen we ervoor om een interactief virtueel trainingsplatform te bouwen, waarmee je kon oefenen met hetzelfde gemak waarmee je een game speelt. Dat leverde ons eind 2012 de eerste grote innovation awards op. Toen de eerste klanten onze trainingssoftware in gebruik namen kwamen we voor een grote verassing te staan. Bij de eerste tests, waarbij een man of 10 met de training aan de slag ging, onder toeziend oog van de experts of managers, gingen diezelfde experts steevast door het lint vanwege de enorme fouten die de medewerkers maakten. Natuurlijk gaven wij aan dat dit juist was waarom we de software hadden ontwikkeld. Zo leren ze immers deze fouten in het echt niet meer te maken. Tot onze verbazing kregen we te horen dat er fouten werden gemaakt waar de mensen nog vorige week een e-learning voor hadden afgerond, waarin hun expliciet geleerd was dit nooit te doen. Toen we de medewerkers een simpele multiple choice toets voorlegden bleek dat hun kennispeil, over de weken geleden afgeronde leermodule, onder de 40% lag. We struikelden over steeds meer schokkende cijfers: beveiligers die hun collega’s ten onrechte in de steek zouden laten omdat ze dachten dat dit protocol was, gecertificeerde eerstehulpverleners waarvan 90% potentieel dodelijke misvattingen had en verkopers

10

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

die over meer dan 2/3e van hun productaanbod geen enkele kennis hadden. Dat heeft tot de start van Knowingo geleid, waarbij we diep in de wereld van het leren zijn gedoken. Dan zie je heel snel dat de principes rond meester-gezel nog steeds gelden. Echter vanuit een economisch principe zijn we een docent voor een grote groep in een ruimte gaan zetten; de docent kost geld, het gebouw kost geld en leerlingen leveren geld op. Door deze optimalisatie, hoe logisch en nodig hij ook lijkt, gaat er op individueel niveau enorm veel verloren. VIER LEERPRINCIPES “Er zijn vier kernleerprincipes die individueel leren laten bloeien of niet. Het gaat om een combinatie van aandachtsspanne, capaciteiten, retentie en motivatie. Om met de eerste te beginnen; de aandachtspanne van een leerling is als een trechter met een beperkte capaciteit, giet je te stevig door dan gaat de kennis overboord. Na gemiddeld 15-20 minuten neemt de aandacht af. Bedenk dan dat wij mensen twee uur aan een e-learning module zetten of telkens 50 minuten in een klaslokaal stoppen. In Amerika is een onderzoek verricht waarbij studenten les kregen over een fictief land, zodat iedereen begon met een kennis­niveau van 0%. De ene groep kreeg hierover een college van een uur, de andere groep kreeg 3 colleges van 20 minuten met voldoende tussentijd. Een week later werd getoetst, waarbij de eerste groep 18% leeropbrengst scoorde en de tweede groep 58%. Als je daar rekening mee houdt kun je 3 keer zoveel leren in dezelfde tijd en met minder huiswerk betere resultaten halen.”


BESTUUR EN BELEID

“Dan capaciteit. Dit principe kennen we in de games industrie heel goed, daar doen we er alles aan om spelers het perfecte uitdagingsniveau voor hun capaciteiten te bieden. Als deze balans er is zit je in de ‘flow’. In die staat voelt leren niet meer aan als leren, maar dat is wel wat er werkelijk gebeurt. In de tradi­ tionele wereld van het leren bieden we echter nog veelal iedereen dezelfde stof, op dezelfde moeilijkheidsgraad en in dezelfde dichtheid aan. Zo komt een groot deel van onze leerlingen in de frustratiezone waarbij ze de stof niet of nauwelijks kunnen volgen en een even groot deel raakt verveeld en valt nagenoeg in slaap omdat ze telkens dingen horen die ze al lang hebben geleerd. Dat betekent keihard dat de kans dat je een leeropbrengst hebt al klein was en nog verder afneemt.” “Dan hebben we nog retentie, die ervoor zorgt dat kennis ook op de lange termijn onthouden wordt. Heel simpel; hoe vaker je iets herhaalt hoe langer je het onthoudt. Maar na iedere herhaling duurt het langer voordat elke volgende herhaling effectief is en dat heeft te maken met de zogenaamde vergeetcurve. Het gaat er om hoe je herhalingen organiseert. Bijvoorbeeld de eerste keer na twee dagen en dan na twee weken, etc. Stel ik wil je vijf dingen leren. Wanneer ik ze nu alle vijf enkele keren herhaal en je volgende week bel om te overhoren, dan herinner je je er misschien nog één. Maar ga ik dat in een wisselend tempo over een langere periode uitsmeren dan herinner je je over een jaar nog vier van de vijf dingen. Op school schuif je elke periode een hoofdstuk op vanuit de gedachte dat je dan basiskennis opbouwt, maar dat is dus niet zo. Je vergeet het grootste deel. Het bedrijfsleven leidt zijn mensen op eenzelfde zinloze wijze op. Stuur je mensen één keer per jaar een paar dagen op cursus dan weet je één ding zeker; ze vergeten het meeste.” “Dan nog motivatie. Elk kind is in aanleg gemotiveerd, maar op school leren we al snel dat een 6 minder is dan een 8. Heb je in groep 4 voor wiskunde een acht en in groep 5 een zes dan gaat het dus slechter met je. Maar waarom heb je dan geen 14, want dat is 8 + 6. Als we in de gamewereld deze beloningsstructuur zouden toepassen zou de hele industrie binnen een week failliet zijn, omdat je spelers demotiveert en afstraft in plaats van motiveert. Binnen games zijn we er al lang achter dat de wortel er beter werkt dan de stok. Een heel simpel principe, maar elke pedagoog weet het.” MASTERCLASS “Ik heb veel respect voor leraren die met hart en ziel voor de klas staan, maar ze zitten helaas vaak vast in een systeem waarbinnen de grootste problemen niet of nauwelijks op te lossen zijn. Daarom heb ik

“We werken allemaal met systemen die niets anders doen dan ­valse zeker­ heden geven”

kort­geleden een masterclass over de transformatie van het leren opgenomen. Over een paar maanden verschijnt deze in 12-wekelijkse afleveringen online. Daarnaast geef ik ook een flink aantal keynotes en lezingen. Ik hoop hiermee het onderwijs een zetje in de goede richting te geven. Dat kan al heel simpel met de Knowingo app waarmee iedereen, van kind tot professional, spelenderwijs in een paar minuten per dag zijn of haar kennis verbetert. We maken het leuk; je krijgt vragen aangeboden, je kunt er punten mee verdienen, je matcht met andere gebruikers. Het niveau gaat omhoog en nooit omlaag. Zo raken mensen spelenderwijs aan het leren. Het lijkt willekeurig, maar Knowingo is totaal niet willekeurig. Op de achtergrond hebben we dankzij gametechnologie zelflerende kunstmatige intelligentie gebouwd die jou snel leert kennen, weet hoe jij gemotiveerd raakt, aansluit op jouw capaciteiten level waardoor jij in je flow blijft en aanvoelt wanneer je door je aandachtspanne heen bent. Dan geeft de app je een compliment en sluit hij vriendelijk af. Zo hebben we onlangs een slecht lerende groep zeven van een basisschool twee weken met de app van Knowingo laten werken. Na afloop maakten ze 60% minder fouten op hun wiskunde niveautoets en de leraar had eindelijk meer tijd voor individuele aandacht. Dat geeft een beeld van de impact die het voor het onderwijs kan hebben.” Kijk voor meer informatie op lorenroosendaal.com of naar knowingo.com.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

11


KORT NIEUWS Is het onderwijssysteem in Zweden beter dan in Nederland? De Zweedse Jennifer Pettersson ging als journaliste en als moeder op onderzoek uit naar de verschillen in kinderopvang en onderwijssysteem tussen Nederland en Zweden. Dit voorjaar maakte zij daarvan de achtdelige podcast Opgejaagd voor de VPRO. De podcast riep veel reacties op en werd zelfs trending topic op Twitter. Is de kwaliteit van het Scandinavische systeem echt beter? Of is het een geromantiseerd beeld en lijkt het gras bij de buren altijd groener? Jennifer Pettersson is te gast bij het 7e Jaarcongres Leve het Jonge Kind! Dagvoorzitter Bas Levering gaat met haar in gesprek over haar bevindingen, haar persoonlijke verhaal en het manifest dat er nu ligt. Wilt u meer weten over het programma, of bent u nieuwsgierig naar de 23 verschillende deelsessies waar u uit kunt kiezen? Ga dan naar hetjongekind.nl voor meer informatie.

Jaarlijks congres autisme in teken van hantering Wie autisme heeft, loopt in het dagelijks leven tegen van alles aan. Vaak ontgaat deze mensen bijvoorbeeld het grotere geheel, doordat ze de neiging hebben zich op de details te richten. Ook de communicatie met anderen is veelal ingewikkeld en ook veranderingen en onvoorspelbare situaties zijn voor hen vaak moeilijk te hanteren. Stress, angst, boosheid of zelfs “ontregelen” kunnen dan het gevolg zijn. En wie stress heeft, angstig of boos is, heeft daar last van op school, het werk en binnen het gezin. Wanneer je brein immers in de stress-stand staat, stop je met ontwikkelen en groeien. Omgekeerd kunnen klasgenoten, collega’s, leerkrachten en gezinsleden van mensen met autisme dan weer last hebben van de stress-reacties van de persoon met autisme. Het is voor mensen met autisme én hun sociale omgeving dus van het grootst mogelijke belang dat zij leren om hun autisme te hanteren. Als hulpverlenings- of onderwijsprofessional die werkt met mensen met autisme is dat dus een belangrijke, maar vaak ook moeilijke opdracht. Op het congres hoort u van vooraanstaande sprekers uit wetenschap en praktijk hoe u mensen met autisme en hun sociale omgeving daarin kunt ondersteunen. Leraren krijgen een op naam gesteld bewijs van deelname dat ze kunnen toevoegen aan hun portfolio. Op basis daarvan komen zij in het lerarenregister in aanmerking voor 5 registeruren in de categorie “pedagogisch”. Alle details over toegekende punten, een aanmeldformulier en een overzicht van kortingsmogelijkheden zijn te vinden op congresburo.com/autisme2018.

12

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

PO-front in huidige vorm stopt De partijen van het PO-front hebben afgesproken om de samenwerking in de huidige vorm te stoppen. Anderhalf jaar hebben de partijen gezamenlijk hun focus gericht op een eerlijk salaris voor leraren en extra middelen voor werkdruk. Het was een unieke samenwerking van werknemers- en werkgevers­ organisaties, waarmee veel is bereikt (270 miljoen voor salarissen en 430 miljoen om werkdruk te bestrijden). Naast de focus op de lerarensalarissen en werkdrukmiddelen gaat de PO-Raad zich nu ook richten op een betere beloning van leidinggevenden en ondersteuners. Tot verbreding van de claim hoort ook het inhalen van tekorten op de lumpsumbekostiging (materiële instandhouding), het ongedaan maken van bezuinigingen op de onderwijs­ achterstandsmiddelen, het schrappen van de bezuiniging (doelmatigheids­ korting) en verdere investeringen in de kwaliteit van onderwijs (oa inves­ teringen in huisvesting, meer en betere voorzieningen in de klas (bijvoorbeeld ondersteuning en ICT-voorzieningen), op schoolniveau en bovenschools niveau). De partijen zullen elkaar blijven steunen op de claim voor goed primair onderwijs. De verschillende partijen zullen zich daarnaast de komende tijd ook op andere onderwerpen richten. Op het moment dat het nodig is, weten ze elkaar altijd snel weer te vinden.


Column Contractondertekening Hermann Wesselink College Amstelveen Na uitvoerig voorwerk en dialoogrondes om te komen tot een optimaal gebouw werd op 26 september het contract ondertekend tussen de Cedergroep en SMT Bouw & Vastgoed voor de realisatie van het Design & Build project: Hermann Wesselink College te Amstelveen.

TRENDS IN ONDERWIJSLAND Eindexamens leveren al jaren dankbare kopij voor redacties van kranten en tv-programma’s en dientengevolge vragen van Kamerleden en dus reacties van ministers. Ook dit examenjaar kende weer zijn topics: Maastricht, Rijswijk, eindexamen vwo Frans. Naast deze aandachttrekkers was er uiteraard ook – onbenoemd – ‘klein ongemak’. Naast de publicitair in het oog springende ontsporingen, fouten en misverstanden, is aandacht voor de jaarlijkse spectaculaire krachttoer in onderwijsland, op zijn plaats: Examenvoorbereiding. Formatietijd moet vrij gemaakt worden voor examensecretariaat, deskundigheid moet opgebouwd en gedeeld worden om goede PTA’s (programma van toetsing en afsluiting) samen te stellen, examenregelingen te updaten en klachtencommissies te instrueren. Daarnaast leveren de jaarlijkse examens niet alleen een forse organisatielast voor scholen, maar ook honderden uren niet bestede lestijd. Naast de logistieke tour-de-force die voor alle vo-scholen geldt, kan in het bijzonder de vraag gesteld worden of voorschriften bij vmbo-praktijkexamens niet doorslaan waar het examentijd en docenteninzet betreft.

Een christelijke school voor tweetalig vwo, gymnasium, atheneum, havo en vmbo-t. De school telt op dit moment 1.700 leerlingen en 150 medewerkers. Het Hermann Wesselink College gaat ruim 11.000 m² nieuwbouw realiseren op de huidige locatie. De school wordt gerealiseerd naast de bestaande school die tijdens de realisatie in gebruik zal blijven. In het hart van het gebouw kun je de weg vinden naar verschillende ‘parels’ van de school, Zo is er bijvoorbeeld een Bèta-Lab, maar ook een medialab en een international room. Deze zogenoemde parels geven de toegang tot de diverse onderwijsvleugels. In het centrum van het gebouw is door het gebruik van dubbele hoogtes en vides veel transparantie en zicht. Meer besloten werk- en leerplekken zorgen voor een intieme sfeer. Voor de school een van de prioriteiten. Het hart is voor zowel scholieren als docenten de plek om elkaar te ontmoeten. Er is ruimte voor ontspanning en cultuur. Naast het feit dat er een gebouw is ontworpen dat helemaal aansluit bij de eisen van deze tijd, is er ook aan de komende jaren gedacht. Tijdens het ontwerpen is er rekening gehouden met de indeling van het gebouw. Op een later tijdstip kunnen er gemakkelijk muren worden verschoven, zodat men een optimale inrichting krijgt, ook over tien of twintig jaar. RoosRos Architecten is verantwoordelijk voor het ontwerp. Duurzaamheid speelt een belangrijke factor bij het ontwerp, de realisatie en het gebruik van de nieuwe school. Het gebouw zal gasloos worden en voldoen aan Frisse Scholen klasse B. De nieuwbouw zal naar alle verwachtingen eind 2020 in gebruik worden genomen.

Over ‘doorslaan’ gesproken. Die vragen kunnen ook gesteld worden nu scholen zich op alle mogelijke manieren inspannen om onderwijs-continuïteit te waarborgen. In ieder geval voorkomen dat groepen naar huis gestuurd worden, ingekorte roosters krijgen of werken met onbevoegde leerkrachten. Waar de verhouding tussen vraag en aanbod volledig uit evenwicht is, ontstaan in elke sector misstanden. Zo ook in de sector onderwijs. Zonder de wervingsremmers als o.a. lage salarissen en hoge werkdruk over het hoofd te zien, is aandacht voor een relatief nieuwe misstand op zijn plaats. Freelancers en zzp’ers die al of niet via uitzendbureaus hun intrede doen in zowel primair, voortgezet, als beroepsonderwijs. De salaris- en bemiddelingskosten overschrijden in vrijwel alle gevallen de formatiekosten van een regulier aangesteld personeelslid. Dit gevoegd bij het vaak ‘uitgeklede’ takenpakket voor deze ‘inhuur-kracht’ en men weet dat het vaste personeel in meerdere opzichten het gelag betaalt. “Waar de één extra kan incasseren, worden bij de ander de f­ inanciële duimschroeven aangedraaid.”

Leek het mbo positief stimulerende maatregelen en zelfs financiële impulsen te kunnen verwachten, blijkt dit twijfelachtig voor praktijkleren, te weten de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo (BBL). Met name in de mbo-sector techniek, maar ook in de sectoren zorg & welzijn en groen is naast de voltijdsopleiding BOL, de BBL een interessante leerweg naar een beroepscarrière. Vooral leerlingen in lagere mbo-opleidingsniveaus vinden in deze combinatie van werken en leren een praktijkgerichte leerweg die veiligheid biedt en uitval voorkomt. Ettelijke rapporten tonen dit aan. Een veilige route voor leerlingen en een aantrekkelijke route voor bedrijven, die er dan ook fors aan mee betalen. Ook een opleidingsroute die aansluit bij de ambities van het kabinet (leven lang ontwikkelen, meer leerlingen die een vak leren en betere samenwerking onderwijs-bedrijfsleven). Wat schetst de verbazing bij alle betrokkenen. De minister heeft plannen om de subsidies te beperken of zelfs te beëindigen en daardoor deze praktijkgerichte leerweg voor ‘laatbloeiers’ en uitgesproken ‘doeners’ ernstig te frustreren. Hoewel de minister in een recente kamerbrief meedeelde nog een begrotingsjaar respijt te bieden, is juist een meerjaren-impuls op zijn plaats. Passend in onderwijsbeleid dat te pas en onpas spreekt van de triple helix: samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Jaap de Kruijf

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

13


Tekst: Sibo Arbeek Foto’s: Martine Sprangers Fotografie

CIRCULAIR BOUWEN LOONT ALTIJD

Alleen rommelen we nog in de marge Oog voor creatief hergebruik is het thema van deze Schooldomein en daar hoort een debat over duurzaamheid en circulair bouwen bij. Aan de hand van vier stevige stellingen ontstond een mooie discussie waarvan in Schooldomein de neerslag.

D

e debaters aan tafel: Ronald Schilt van Merosch met als uitdaging “het moet en kan beter”, Yvonne de Boer als hoofd vastgoed- en gebouwenbeheer van Esprit Scholen, Tom Schenk van BUKO Huisvesting, de modulaire bouwer die steeds meer circulair denkt, Karin Meijer, adviseur vastgoedontwikkeling binnen een zich snel ontwikkelende bouw- en adviesketen van ICSadviseurs en partner en adviseur Harry Vedder van M3V met een passie voor innovatief bouwen en aanbesteden. De locatie is bijzonder en passend bij het thema: een duurzaam gerenoveerde gymzaal in Bodegraven die nu huisvesting biedt aan Merosch. Ronald: “Onze uitdaging is duurzaamheid zo te vertalen dat een veilige en aantrekkelijke leefomgeving ontstaat.

Harry Vedder

14

Yvonne de Boer SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

Dan moet je DNA ook wel terugkomen in je eigen huisvesting, waarbij onze kernbegrippen ruimte, licht, fun, energie en competitie zijn.” STELLING 1 Circulair bouwen vraagt om een integrale mensvisie en is niet alleen een technische innovatie Harry: “Wat versta je onder een integrale mensvisie. Dan moet je verder kijken dan alleen maar financieel en economisch waarderen, alleen hoe doe je dat? Puur economisch kun je jezelf afvragen of circulair bouwen wel lonend is. Je moet dus veel meer vanuit de gebruikswaarde en de belevingswaarde waarderen, maar hoe zet je die waardering af tegen een kostprijs? Kijk alleen maar naar het hergebruik van


BESTUUR EN BELEID

Ronald Schilt

hout; dat is bijna niet te doen, omdat het aanbod er niet is. De huidige aanpak komt neer op ‘alles met een hamer kapotslaan, verpulveren en opnieuw gebruiken’. Weinig echt circulair hergebruiken. Ronald knikt: “Het heeft ook met circulair gebruik te maken, zoals water, afval en energie, dus het gaat breder dan alleen materialen. Het meest circulaire is het hergebruiken van bestaande gebouwen, liefst nog met een maatschappelijke meerwaarde. Dan is de cirkel gesloten. Dit gebouw hebben we gasloos gemaakt, levert energie en heeft een GPR van 9. Onze tuin heeft het Greenlabel A als het om biodiversiteit gaat. Alle credits zijn voor diegenen die het gebouw in 1955 neergezet hebben; het is een karakteristiek en constructief goed gebouw met een betonnen vloer. De mate van hergebruik van het casco wordt bepaald door kwaliteit en context. Als het om leefbaarheid gaat zijn duurzaamheid en circulariteit in toenemen­ de mate een ruimtelijk vraagstuk en vervolgens een leefbaarheidsvraagstuk. Wanneer je een wijk of gebouw alleen maar technologisch benadert, keert het zich tegen je. Dat hebben we ook gezien bij het doorschieten van binnenklimaat in installatietechnische maatregelen. Dat heeft niet altijd tot de beste oplossingen geleid.” Karin knikt: “Daarom moet je de gebruikers in een vroeg stadium betrekken, omdat er dan energie en affiniteit is.” Ronald: “Ontwikkelaars en architecten willen voor de eeuwigheid bouwen. Ik merk twee stromen; of alles smart en modulair benaderen of toch nieuwe monumenten realiseren waar mensen zich aan kunnen spiegelen.” Karin: “Het hoeft toch niet of-of te zijn? In beide gevallen kun

Karin Meijer

je nieuwe iconen maken die vanuit de beleving van de gebruikers werken.” Yvonne reageert: “Toevallig wegen we net af wat het voor onderwijs­gebouwen betekent en wat daarbij haalbaar is. Het feit dat je iets kunt demonteren is aantrekkelijk, omdat onderwijsvisies steeds veranderen. Daardoor kun je het gebouw beter gebruiken en gezonde materialen gebruiken. Dat is goed voor leerlingen en docenten. Het is natuurlijk fantastisch in de ontwikkeling van bijvoorbeeld techniekonderwijs, waarbij het gebouw als duurzaam leermiddel kan worden ingezet vanuit een circulaire gedachte.” STELLING 2 De ontwikkeling naar circulair bouwen is niet meer te stuiten en loont altijd Ronald: “Circulariteit is prachtig, maar tot nog toe gerommel in de marge. De enige circulaire economie vind je bij oud ijzer en de rest is nog idealisme, omdat er geen match is tussen vraag en aanbod. De beginwaarde is essentieel en verder zijn keuring en distributie cruciaal bij een circulaire economie. Daarbij moeten we geen parallelle processen creëren, maar binnen de keten blijven en deze uitbreiden. Wanneer ons dat lukt zie ik een enorme potentie voor lager geschoold personeel, waarbij het gemak voor vakmensen essentieel is, anders beginnen ze er niet aan. Dat zie ik nu vaak gebeuren; circulair kost tijd en is vaak niet handig.” Yvonne: “Veel gemeenten redeneren nog dat je zelf betaalt waar je profijt van hebt. Ik zie eerder een beweging waarbij we vanuit een weliswaar bijgestelde norm blijven redeneren,

SCHOOLDOMEIN

“Het gebouw als duurzaam leermiddel kan worden ingezet vanuit een circulaire gedachte”

oktober 2018

15


“De techniek is er, nu de vraag nog”

dan dat we samen aan een circulaire economie werken. Alle instrumenten en regels staan nog in de oude stand en dat helpt niet.” Harry herkent dat: “Een waarde discussie voeren is lastig. Je wilt aan de voorkant meer investeren terwijl je niet weet of je het aan de achterkant terugverdient. Sommige gemeenten dekken het risico van het schoolbestuur af door tussentijds contracten over te nemen, die het schoolbestuur vanuit een duurzame inzet afsluit.” Yvonne: “Het rijk wil snel, de markt innoveert en wij moeten van Frisse Scholen nu ineens naar gasloos en circulair. In feite is BENG ook al achterhaald; het moet ENG zijn. Dan vind ik dat je gelijk zou moeten doorpakken. De programma’s van eisen die we nu laten opstellen worden pas over een aantal jaren in een gebouw vertaald.” Karin knikt: “Waarbij we in de energietransitie al een heel eind zijn, maar waar de transitie rond materialen en grondstoffen nog in de kinderschoenen staat. Bij energie heb je de meetbare energieprestatie in de vorm van BENG- of E ­ NG-eisen, bij materialen en grondstoffen is het meetbaar maken maar net in ontwikkeling, denk aan Milieu Prestatie Gebouw (MPG) of de Circulaire Prestatie Gebouw (CPG).” Harry knikt: “De sporthal Wageningen is circulair gebouwd, maar wat niet lukte was de wand­ afwerking van de kleedkamers circulair te doen. Dat

STELLING 3 De samenhang tussen circulariteit en smart buildings zet de hele bouwketen op zijn kop Harry: “Smart bouwen kan deels circulair bouwen zijn, maar is in wezen iets anders. Een gevel door een gevelbouwer laten bouwen die het eigendom houdt is smart. Smart building is ook dat in een gebouw E&W-regeltechnieken en domotica zijn geïntegreerd en de gebruiker in staat stellen het gebouw continu naar eigen wens ‘in te regelen’. Dat bestaat al: met één gestandaardiseerd communicatieprotocol kun je al die technologieën koppelen, zodat het gebouw zichzelf als het ware integraal regelt en bestuurt. Het Technova College (ROC A12) in Ede wordt binnenkort geopend; daar hebben docenten via een QR-code de controle over hun ruimte en zitten alle systemen in één gebouwbeheersysteem. Dan krijg je in het gebruik heel slimme gebouwen. Je kunt het ook koppelen aan schoonmaak of roosteren; één dag niet reserveren betekent niet schoonmaken.” Karin: “We praten veel vanuit de gebruiker, het school­bestuur en de eigen expertise. Maar welke maatregelen kan de overheid nemen om de markt te stimuleren? Bijvoorbeeld geld betalen als je veel afval hebt of juist belonen als je het scheidt of beperkt. Hetzelfde geldt voor logistiek en transport. Je moet de gebruiker en consument gelijk in het gedrag belonen of straffen, anders blijft het circulaire denken een prachtig streven, maar beperkt het zich tot de bouwopgave.” STELLING 4 Circulair bouwen maakt het mogelijk om op een andere manier over restwaarde, gedifferentieerde afschrijving en restwaarde na te denken. Yvonne: “Iedereen ziet inmiddels dat er aan het einde van een gebruiksfase nog een restwaarde is, maar dat kunnen we nog niet bij ons budget opplussen.” Harry: “En dan redeneer je vanuit het perspectief dat je eigenaar van de componenten bent; je kunt huisvesting ook leasen.” Tom knikt: “We hebben een bouwsysteem; ik noem het legosteentjes. Aan het einde van de huurperiode, kunnen we de componenten eenvoudig een tweede leven gaan geven. Dat is pas echt innovatie rond verduurzaming en circulair den-

Tom Schenk

16

moest waterdicht zijn en dat betekent dat je de tegels toch op het metselwerk moet lijmen. Geen enkele partij wilde tien jaar lang waterdichtheids­garanties geven door het anders te doen.” Ronald: “In feite zitten we rond het circulair bouwen nog in de definitie­ fase en de ontwikkeling van tools. Je zoekt naar de meetbaarheid van de milieukwaliteit in de breedste zin van het woord. De gemeente Utrecht heeft een motie aangenomen dat ze circulair willen bouwen en wij mogen daarin meedenken. Eigenlijk zou je daarbij ook moeten spreken over een happiness index, die gekoppeld is aan circulariteit. Immers geluk is de maximale circulaire opbrengst.”

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


Eduhuys

www.eduhuys.nl

BESTUUR EN BELEID

onderwijshuisvesting

IT Asset Management

“… een groene, frisse school. Een duurzaam, flexibel

gebouw met een gezond en plezierig leerklimaat. Een school, waar leraren en leerlingen zich thuis voelen...”

ken. Drie maanden voor het einde van de afgesproken periode bellen we; wilt u erbij of eraf.” Karin knikt: “Daar liggen kansen; je hoeft alleen maar de RC-waarde aan te passen, bijvoorbeeld door er een legosteentje voor te zetten. Maar krijg je dan geen circulaire eenheidsworst in de gebouwde omgeving?“ Harry reageert: “Kijk om je heen, nu is 80% ook al niet gebouwd met heel bijzondere architectonische hoogstandjes. Je kunt je voor dat deel ook een circulaire bouweconomie voorstellen die met gevelelementen met heel verschillende uitstralingen werkt. Het is veel eenvoudiger om een gebouw te engineeren als een samenstel van componenten die herbruikbaar zijn. Google maar eens op Project Frog (zie www.frogdesign.com). De techniek is er, nu de vraag nog.” Karin: “Dat vraagt ook om een andere manier van bouwfysisch ontwerpen, want hoe ga je om met je installaties? De constructie en materialen kun je circulair benaderen, maar alles rond verlichting en binnenklimaat moet je tussentijds sneller kunnen vervangen.” Yvonne: “Zo kijken wij er ook steeds meer naar in onze opgave, waarbij we casco, inrichting en inbouw scheiden, ook vanuit de exploitatie bezien.” Ronald: “Je ziet een ontwikkeling van eigendom naar beleving; Schiphol koopt de dienst licht en de armaturen blijven eigendom van Philips. Het eigendom blijft een lastig vraagstuk; het is dus niet alleen een technische maar ook een financiële innovatie. Zoals bouwsysteembanken die van waarde blijven. Ergens in die keten van opslaan, transporteren en monteren zit waarde opgeslagen en dat moet gefinancierd worden. Ik weet dat mensen bezig zijn met een rekenmodule wat de intrinsieke grondstofwaarde is van een gebouw. De volgende stap is om beleggers mee te nemen in de businesscase door anders naar waarde en financiering te kijken. In onze discussie met financiers en banken zie je ook dat er behoefte is om meer inzicht in de waarde te krijgen, om daarmee risico’s te reduceren. In feite moet je de geldstromen verleggen, anders komt het niet van de grond.”

Bezoekadres

T (073) 6924435

Hintham 156

E info@eduhuys.nl

5246 AK ‘s-Hertogenbosch

W www.eduhuys.nl

www.eduhuys.nl SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

17


Oog voor creatief hergebruik is het thema van deze Schooldomein. In de rubriek Architectuur en verbeelding geven architecten mooie voorbeelden daarvan.

hergebruik

HARM TIGCHELAAR – WIND ARCHITECTEN (INMIDDELS ARCHITECT-DIRECTEUR BIJ JOUS ARCHITECTEN JOURE) Bij de circulair gebouwde school in Leeuwarden, heeft ROC Friese Poort heeft een fietsenberging van hergebruikte materialen laten maken. Voor het ontwerpen en bouwen ervan, was het wel een uitdaging om het juiste bouwmateriaal te vinden. Dit leverde een interessante zoektocht op met een historische uitkomst. Na wat omzwervingen kwamen we uit bij scheepswerf Talsma in Franeker. Daar lagen diverse materialen wat helemaal paste bij het idee van project­architect Harm Tigchelaar. Onder andere ballaststenen die geschikt zijn voor

18

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

de bouw van de berging. De stenen zijn de ballast­stenen uit de replica van het VOCschip Prins Willem en is in 1985 bij Scheepswerf Amels in Makkum gebouwd voor Nagasaki Holland Village in Japan, een openluchtmuseum met replica’s van beroemde Nederlandse gebouwen uit de 17e eeuw. In 2003 ging het Holland Village failliet en werd het schip aangekocht door het toenmalige attractiepark Cape Holland in Den Helder. In 2009 werd het schip door brand verwoest en bleek onvoldoende verzekerd voor herbouw. Scheepwerf Talsma besloot het wrak te

kopen voor restauratie, maar heeft het schip in 2014 alsnog gesloopt. De ballaststenen zijn bewaard en worden nu hergebruikt in Friesland, waar de reis in 1985 begon. Voordat Harm Tigchelaar met het ontwerp begon, zijn bruikbare en geschikte mate­ rialen voor hergebruik geïnventariseerd. Vervolgens is met deze materialen een ontwerp voor de fietsenberging gemaakt. Zo bestaat de draagconstructie uit hergebruikte staalprofielen, het gevelhout uit vloerhout van vrachtschepen en aluminium vrachtluiken, die het dak van de fietsenberging vormen.


k

ARCHITECTUUR EN VERBEELDING

AM_A ANDREA MÖHN A ­ RCHITECTS Circulaire herinrichting raadzaal en publieks­h al gemeente Diemen Het begon met ambitie. De gemeente van Diemen wilde de herinrichting van haar publiekshal en raadzaal duurzaam en circulair aanpakken. AM_A Andrea Möhn Architects ging samen met de gemeente Diemen, ICSadviseurs en projectinrichter VAN DER PLAS Meubel & Project BV deze uitdaging aan. Er was een beperkt finan­ cieel budget en het ontwerp moest binnen de functionele en technische kaders

vallen. Het hergebruik van materialen die al aanwezig waren, was één van de ontwerpuitgangspunten. Zo ontstond op de plaats van de oude balie de ‘huiskamer van Diemen’ waar bezoekers en gebruikers kunnen werken, ontmoeten, wachten en spelen. Bestaande houten delen van de oude receptiebalie werden als onderconstructie voor ‘treinzitjes’, verrijdbare zitelementen en een kinderhoek hergebruikt en kregen een nieuw leven. Door 50% van de inrichting verrijd- en verplaatsbaar te ontwerpen is

de ruimte multifunctioneel inzetbaar en kunnen ook workshops en bijvoorbeeld de nieuwjaarsreceptie hier plaatsvinden. Trots laat de gemeente het resultaat van de verbouwing zien door middel van boekjes en als presentatie op de schermen in de publiekshal en op scholen. Dit inspireert tot navolging. Zoveel is mogelijk. De leuke labels aan sommige meubels zeggen het al: ‘ik was eerst een balie en ben nu een …’.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

19


Grafisch Lyceum Utrecht

Fontys R3 Eindhoven

Fontys S3 Eindhoven

GISPEN CREËERT ONDERWIJSOMGEVINGEN DIE MOTIVEREN EN STIMULEREN Van voortgezet onderwijs tot universiteit: dé basis voor een effectieve onderwijsomgeving vormt een prettige fysieke ruimte. De leeromgeving van de toekomst is in onze ogen een plek die docenten en studenten, leerkrachten en leerlingen de ruimte geeft om aan de slag te gaan waar, wanneer en hoe zij dat willen. Om zo samen te ontdekken, discussiëren, improviseren en inspiratie uit te wisselen. Zo wordt leren persoonlijker, interessanter en leuker. Gispen heeft een gespecialiseerd Onderwijsteam in huis dat dagelijks bezig is met vraagstukken vanuit zowel hogescholen en universiteiten als het voortgezet onderwijs. Wij begeleiden u van inspiratie, creatie en realisatie tot en met beheer en revitalisatie. Ons Onderwijsteam denkt met u mee over uw huidige situatie en anticipeert op de toekomst. Haagse Hogeschool

Neem vandaag nog contact met ons op: info@gispen.nl

Fontys R4 Eindhoven Fontys R4 Eindhoven

20

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

www.gispen.com | www.roomtolearn.nl


Tekst Sibo Arbeek

ONTWERP EN INRICHTING

LICHT ONDERDEEL VAN ­VISIE RIVERS INTERNATIONAL SCHOOL ARNHEM

Natuurlijk daglicht onder­ deel van duurzame visie Tony van Zon van VELUX Nederland wijst naar boven in het atrium van de Rivers International School Arnhem: “Moet je kijken wat een zee van licht van boven binnenvalt, waarbij de twee centrale hallen in elkaar overlopen en als het ware door de twee modulaire lichtstraten worden opengebroken.” Een verhaal over duurzaamheid, veel natuurlijk licht en tevreden gebruikers.

ontworpen voordat er over installaties werd nagedacht. Dan blijkt dat je heel veel zaken bouwkundig en vanuit de oriëntatie kunt oplossen. We hebben veel glas in het gebouw, waardoor er automatisch al comfort is. Bij natuurlijke ventilatie via het dak heb je minder of geen airco nodig. Daardoor heb je installatietechnisch minder nodig om aan te vullen. We hebben 60% minder kunstlichtverbruik en het gebouw is goed geïsoleerd. Daglicht is ook goed voor de beleving en je ziet dat mensen er positief op reageren; met natuurlijk licht haal je ook nog een keer gratis vitamientjes in huis.” Tony knikt:

Foto Dick Holthuis

P

eter Jorissen is vanuit Quadraam vastgoed beheerder van alle gebouwen in Arnhem Zuid onder het bestuur. Hij is zeer tevreden met de geweldige lichtinval via de lichtstraten, die tot in alle gangen en ruimten doordringt: “We kiezen bewust voor duurzaamheid, bijvoorbeeld door zonnepanelen en ledverlichting op alle scholen aan te brengen. Peter: “Maximaal gebruik maken van natuurlijk licht was onderdeel van de uitvraag voor deze school. Licht is de meest duurzame en circulaire ingreep die je kunt doen. LIAG heeft dat goed opgepakt en het gebouw vanuit licht en lucht

SCHOOLDOMEIN

“Dat zien we ook steeds meer bij renovatie­ projecten, waarbij licht de meest ­effectieve vorm van verduur­ zamen is.” oktober 2018

21


“Als je bij een ondergaande zon van boven naar beneden kijkt zie je het effect van de zonnestralen het mooist. De hele dag door heb je verschillende lichtschakeringen in het gebouw, die het ook een natuurlijke en warme kwaliteit geven. Gelukkig zijn er steeds meer scholen die met daglicht bouwen. Dat zien we ook steeds meer bij renovatieprojecten, waarbij licht de meest effectieve vorm van verduurzamen is.”

ONDERWIJS ALS STROOM Jochen Katzer is de directeur van de school. Hij legt de naamgeving van de school uit: “We kwamen uit twee verschillende gebouwen en combineren nu alle onder­wijs van 0-18 jaar in één gebouw. Dat is natuurlijk ideaal. We vroegen ons af waarom we eigenlijk leren en onderwijzen. Het leerproces is als een stroom die nooit stopt. Wat verbeeldt de provincie het beste? Door Gelderland stromen de Waal en de IJssel. Volg zo’n grote rivier op de aardbol en je ervaart dat je via rivieren halverwege de wereld kunt komen. Rivieren

Foto Ben Vulkers

LICHT VANUIT HET DAK Tony verder: “De trend binnen scholenbouw is dat opdrachtgevers en architecten eerder nadenken over lichttoetreding via het dak. Dat heeft even geduurd, omdat gangbare toepassingen met hout, kunststof of aluminium na verloop van tijd vaak lekkages kenden. Het probleem was ook dat toepassingen altijd vanuit de gevel werden opgebouwd en daardoor kwetsbaar waren. VELUX beredeneert licht altijd vanuit het dak en met de kennis die we de afgelopen 75 jaar hebben opgebouwd. Met onze dakramen en lichtkoepels hebben we geweldige lichtstraten ontwikkeld. We kunnen opdrachtgevers en ontwerpers met onze daylight visualizer al in de ontwerpfase laten zien wat daglicht met een omgeving doet. Die kennis kan het uiteindelijke ontwerp enorm beïnvloeden. We nemen vakantie voor frisse lucht en zon, maar die kwaliteiten kun je ook in je gebouw naar binnen halen. Dat is effectief, maar vooral levert het enorm veel kwaliteit

in de beleving op. En je kunt ook nog eens ventileren via de lichtstraten, eventueel automatisch bestuurd wanneer de modules worden aangesloten op een gebouwbeheersysteem. Dit langgerekte gebouw bestaat uit een begane grond en twee verdiepingen. Door het plaatsen van de modulaire lichtstraten heb je op alle verdiepingen natuurlijk licht waardoor minder kunstlicht nodig is. Je kunt direct zonwerend glas toepassen of zonwering aan laten brengen, maar ook eerst ervaren wat de effecten van het zonlicht op de beleving en het binnenklimaat zijn. Dat werkt wat omslachtiger, maar ons modulaire systeem maakt het mogelijk om zonwering ook later nog eenvoudig toe te passen. Maar heb je met de visualisatie van tevoren al helemaal definitief wat je wilt, dan kunnen we alles prefab in de fabriek laten maken zodat het in één dag geïnstalleerd kan worden.”

22

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


Foto Ben Vulkers

ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Beeld: LIAG architecten en bouwadviseurs

Project Nieuwbouw Rivers International School Arnhem Lichtstraten VELUX Nederland Architect LIAG architecten en bouwadviseurs Aannemer PHB Deventer Ingebruikname april 2017

zijn van oudsher het startpunt van een beschaving, zorgen voor vruchtbaar land en relaties met de buitenwereld. En het vele licht dat door het gebouw stroomt, trekt lijnen en opent het gebouw. Die openheid past ook bij het karakter dat we willen uitstralen. Dat is goed gelukt in dit gebouw en wordt als een rivier door de blauwe doorlopende trap gesymboliseerd. En de lichtstralen stromen het gebouw in. Licht en lucht zijn essentieel voor goed onderwijs. Uit onderzoek

blijkt dat bij voldoende daglicht studenten 15% beter presteren en dat heeft alles te maken met het bioritme. Vanaf de receptie kijk je omhoog en zie je de hemel. Elke leraar is trots door het licht en het uitzicht dat je overal hebt. Wij hebben ons op het onderwijskundig proces gericht; VELUX heeft samen met de architect onze visie vertaald naar een zee van licht.� Kijk voor meer informatie op modulairelichtstraten.velux.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

23


Ruimte voor Leren en Ontmoeten

Bij de realisatie van scholen en andere maatschappelijk vastgoed gaat het om zekerheid. U wilt als opdrachtgever zeker weten dat het te realiseren bouwwerk aan alle eisen met betrekking tot functionaliteit, energieprestatie en veiligheid voldoet. Dat het binnen de afgesproken tijd wordt opgeleverd, strikt binnen budget. Maar u wilt óók exact weten waar u de komende decennia qua exploitatie en beheer aan toe bent. Dat vraagt een ervaren partner met specifieke expertise. Een innovatieve, conceptuele bouwer. SMT Bouw & Vastgoed realiseert voor u ruimte om te leren en te ontmoeten.

Meer weten? Op onze website treft u uitgebreide projectinformatie aan.

www.smt-benv.nl


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

LANDELIJKE PRIMEUR VOOR ROC FRIESE POORT

Circulaire jas voor de ­opleiding Uniform­ beroepen in Leeuwarden Hoofd facilitair beleid Jaap van Bruggen is trots op het nieuwe gebouw van de opleiding Uniformberoepen: “We waren drie jaar geleden nog pioniers op het gebied van circulair denken. Nu zijn we alweer een stuk verder want de ontwikkelingen gaan snel. Het nieuwe onderkomen biedt ruimte aan 800 studenten, is circulair gebouwd en ook 100% energieneutraal.”

A

an tafel zitten naast Jaap van Bruggen ook procesbegeleider Hidde Benedictus van ICSadviseurs en architect Harm Tigchelaar van Wind architecten en nu architect-directeur bij JOUS architecten. Jaap over de bijzondere status van deze opleiding: “Onze studenten worden voor specifieke beroepen opgeleid zoals particulier beveiliger, handhaver Toezicht en Veiligheid met de mogelijkheid om door te stromen naar de Politie. Ook word je hier opgeleid voor een baan bij Defensie, als soldaat, korporaal of onderofficier, gecombineerd met een vak in de techniek, logistiek, ICT of zorg. Voor iedere vakrichting krijgen onze studenten een volwaardig mbo-diploma en

onze docenten komen vaak uit de branche, zoals de politie of het leger. Het is dan ook een school waar je vooral veel uniformen ziet.” Hidde: “De uniform­ beroepen zaten op verschillende plekken in Leeuwarden, die deels technisch en functioneel verouderd waren. Het samenbrengen op één locatie was een behoorlijke uitdaging, omdat het DNA van elke opleiding anders is, ook al gaat het om beroepen met een uniform. Een beveiliger wil graag onderdeel van de wijk zijn, om die verbinding te maken, terwijl een soldaat in opleiding juist ruimte wil en meer naar binnen is gericht. Bovendien krijgt een wijk een opleiding waarbij je elke dag veel mensen in uniform ziet; dat moet passen.”

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

25


“Belangrijk is dat je bij elke ­keuze afweegt wat het ­functio­nele effect is en wat het voor de milieu­ belasting betekent”

FUNCTIONEEL EN DUURZAAM Jaap: “Je hebt twee invalshoeken om naar circulair te kijken: vanuit het functionele, waarbij het d ­ enken over het onderwijs centraal staat en vanuit het vastgoedbeleid, waarbij we onze ambities rond duurzaamheid in elk project willen verbeteren. In 2015 is ons Zorg en Welzijn gebouw op de campus in Drachten als Breeam Excellent gewaardeerd. Dit gebouw is een next step, waarbij we energieneutraal en circulair wilden bouwen. Breeam was als methode te dogmatisch en teveel een keurslijf; we wilden meer zelf bepalen. Zo scoort Breeam op materialen, maar niet op milieubelasting; het maakt niet uit of je een efficiënt gebouw van 3.700 m² neerzet of een gebouw van 10.000 m² met een te lage bezetting. Breeam kijkt wel naar hoeveel kilometers vrachtwagens met materialen moeten aanrijden, maar de kern is of je die meters wel moet bouwen. Er is geen 100% circulair gebouw; maar je kunt het proces wel zo circulair mogelijk inrichten. Belangrijk is dat je bij elke keuze afweegt wat het functionele effect is en wat het voor de milieubelasting betekent, of er een alternatief is en of er een hergebruikmogelijkheid voor het materiaal is.” TOETSEN EN VASTLEGGEN Harm knikt: “Je ontwerpt vanuit een circulair perspectief, waarbij je kijkt of je bestaande onderdelen in het gebouw kunt gebruiken. Er zijn veel platforms waar je materialen kunt inkopen, maar vaak loop je tegen regelgeving aan rond aspecten als brandveiligheid of akoestiek. Veel deuren die via marktplaats worden aangeboden hebben niet de juiste maten en gebruikte panelen hebben niet altijd de goede akoestische waarde. We hebben dus vooral een school gemaakt die in de toekomst her te gebruiken is, waarbij je niet ervaart dat hij circulair is. Het oogt als een nieuwe school. Als beelddrager voor circulair bouwen hebben

vlnr Hidde Benedictus, Harm Tigchelaar en Jaap van Bruggen

26

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

we een fietsenstalling gemaakt die volledig circulair is en opgebouwd is uit de oude delen van een verbrand VOC-schip uit de 17e eeuw.” CIRCULAIR LUKT NIET OVERAL Jaap: “In 2015 was er geen enkel referentiekader voorhanden. We hadden wel functionele eisen, maar in de technische uitwerking was er weinig. Circulair denken betekent ook dat je dingen weglaat. Zo hebben we hier geen behang aangebracht en de houten delen niet gecoat, ook al tast je daarmee het beeld aan. Het is ook mooi om het staalskelet met veel houttoepassing te tonen. Zo hebben we ook over de verbindingen nagedacht; circulair betekent kiezen voor een droog systeem zonder kit en pur met een zo laag mogelijke milieubelasting. Dat lukt niet overal; in het sportdeel met kleedruimtes zijn de bouwmethoden nog niet zover dat je dat op een droge manier kunt doen. Zo is de vloerbedekking gewoon geplakt, maar heeft Forbo wel actief meegedacht over de exploitatie en de milieuaspecten. De akoestische wand in de sporthal is van gemalen petflessen gemaakt, maar is in de toekomst niet meer her te gebruiken. Die afweging tussen functioneel en circulair moet je elke keer weer opnieuw maken.” Hidde vult aan: “De circulariteitsprestatie gebouwen (CPG) is hier getest ontwikkeld als afgeleide van de GPR. De GPR Gebouw assessoren mochten het hier testen in ruil voor een certificaat voor het gebouw en het proces.” Jaap knikt: “Uiteindelijk doen we het voor het welbevinden van de docenten en studenten. Over 50 jaar moeten mensen met deze gebouwen verder en daarom denken we nu na over her te gebruiken materialen. Dit gebouw kan één op één uit elkaar gehaald worden. Die waarde is maatschappelijk- en niet euro gedreven. Op de website wijbouwencirculair.frl zie je welke bedrijven circulair hebben meegewerkt.”


ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw school voor Uniformberoepen in Leeuwarden Opdrachtgever ROC Friese Poort Adviseur ICSadviseurs Architect Wind Architecten Adviseurs, projectarchitect Harm Tigchelaar (nu JOUS architecten) Aannemer

Tips voor circulaire opdrachtgevers: • Leg vooraf een ambitie en een prestatie neer. • Maak gebruik van kennis van de verschillende partners. • Selecteer leveranciers die open minded zijn. • Kies niet voor window-dressing maar redeneer vanuit de milieubelasting in de toekomst. • Zorg dat de (lokale) overheid jouw ambitie overneemt. • Verbind de initiële kosten en exploitatiekosten met elkaar; anders zit je met de handen op de rug te vechten. • Neem op voorhand de tijd om naar hergebruik van bestaande materialen te kijken, waardoor je toekomstwaarde creëert. • Houd als team een open mind tijdens het proces en zie het bestek niet als zaligmakend. • Besteed aandacht aan de selectie van de leden van het team; goed samenwerken vanuit dezelfde ambitie is een voorwaarde. • Laat voldoende ruimte in het technisch programma om te kunnen ontdekken.

Friso Bouwgroep BVO 5.400 m² Stichtingskosten e 1.700 per m², inclusief btw Ingebruikname oktober 2017

ZICHTBARE BINNENWERELD Harm over het ontwerp: “Het gebouw straalt gezag uit, maar omarmt je ook bij binnenkomst. Dat past bij de identiteit van de Uniformopleidingen: ik ben de baas, maar wil me graag met je verbinden. Het programma van eisen was daarom geënt op het contextrijk leren, waarbij het versterken van de identiteit centraal staat naast de verbinding met de omgeving. Bijzonder is nog dat we in een krachtwijk liggen waar behoefte is aan uniformen, maar ook een natuurlijke weerstand bestaat. We moesten in het ontwerp het spanningsveld tussen geslotenheid en verbinding oplossen. Is het gebouw een fort met wachttorens of een transparant en open gebouw dat je uitnodigt? Als trigger naar de opdrachtgever hebben we de gesloten veste naast een vissenkom gezet. We hebben een mix van beide als uitgangspunt genomen; we hebben een compact gebouw

met inkepingen gemaakt, waarbij we met het licht en de zon hebben gespeeld. Binnen de veste hebben we een zichtbare binnenwereld gecreëerd, waarbij we uit het volume vier schoolpleinen hebben gesneden die elkaar in het hart van het gebouw raken en functioneel goed passen met een entreeplein, een sportplein, een logistiek plein en een pauzeplein. Door die uitsneden in het gebouw hebben we het gebouw functioneel kunnen inrichten; het restaurant ligt aan de parkzijde, sport en onderwijs aan de koele noordkant en het logistiek centrum op een plek waar de wijk er het minst zicht op heeft. Binnen hangen 24 schildjes met een QR-code; wanneer je je mobiel ervoor houdt krijg je het circulaire verhaal.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hidde Benedictus van ICSadviseurs: hidde.benedictus@icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

27


Tekst Sibo Arbeek

INTEGRAAL SAMENWERKEN BOUWPROCES MGR. FRENCKEN COLLEGE

Samenwerking ­verhoogt kwaliteit gebouw “De meerwaarde van een goed bouwproces voor het Mgr. Frencken College in Oosterhout is exemplarisch”, opent DGMR-adviseur Antwan van Haaren. “Vanuit bouwfysisch perspectief levert dat al veel voordelen op, omdat architect, bouwer en opdrachtgever gelijk kunnen reageren op voorstellen over en weer. Dat maakt dat er een beter onderwijsgebouw voor de gebruikers komt.”

“Primair zoek je naar bouwkundige oplossingen om het klimaat goed te krijgen”

A

an tafel zitten projectleider Edgar Blokker van de gemeente Oosterhout, architect Jimmy van der Aa van DP6 architectuur­ studio, projectvoorbereider Maurice Heijmans van Van Wijnen Rosmalen, Antwan van Haaren van DGMR en hoofd bedrijfsvoering Julius de Jongh, die namens de gebruikers van het Mgr. Frencken College het proces volgt. Na de kenmerkende sterke koffie opent Edgar: “Het Mgr. Frencken College ligt hier centraal aan de Slotlaan op een groene locatie. Het oorspronkelijke gebouw uit de zestiger jaren is in de loop van de decennia verschillende keren uitgebreid met zelfs nog een aantal noodlokalen op

het sportveld. Een soort lappendeken dus en dat leidde tot een gebouw dat deels bouwtechnisch, functioneel en onderwijskundig niet goed meer was. De school wilde graag nieuwbouw, maar dat lag financieel lastig, ook vanwege de hoge boekwaarde op de nieuwere gebouwdelen. De ambitie was wel om een moderne leeromgeving te maken en tevens het gebouw te verduurzamen op het niveau van Frisse Scholen B.” GEZONDE SCHOOL Julius: “Het is een gezonde school voor havo en vwo met circa 1.400 leerlingen en een regiofunctie. Modern onderwijs mag, maar stoelt wel op de traditie waarbij de docent de regie voert. Het lokaal blijft het vertrekpunt van denken, maar we hebben ze vergroot van 49 naar 64 m², met diverse leerwerkplekken direct aan de lokalen. De docenten wilden graag meer plekken voor zelfstandig werken of groepswerk. Pijnpunt was dat we te veel capaciteit hadden en terug moesten; die ruimte hebben we vooral in de kantoren gevonden. Bijkomend voordeel is wel dat straks de leerjaar coördinatoren bij elkaar zitten en niet meer gespreid zijn, waardoor de werkprocessen efficiënter worden.” DE DIALOOG OPZOEKEN Edgar: “We wilden niet adviseurs apart selecteren, maar met een bouwteam werken. Je moet je als opdrachtgever beperken door vooral het eindresultaat te benoemen en je zo weinig mogelijk met de uitwerking te bemoeien. Dat is voor een school best moeilijk, omdat ze graag willen weten welke ruimte waar komt.” Uiteindelijk werd Van Wijnen als partij geselecteerd, mede vanwege het feit dat Van Wijnen de dialoog zocht en met een goed team kwam.

28

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


ONTWERP EN INRICHTING

Maurice: “DP6 en DGMR kennen we vanuit onze rol als bouwer goed. Het voordeel van een design en build proces is dat we met elkaar maximaal mee konden denken met de opgave. Wij hebben de vraag eerst bouwkundig benaderd door slim na te denken over gebouwvolume, het gevelontwerp en de oriëntatie van het gebouw in de groene omgeving.” Jimmy knikt: “Een enorme uitdaging was dat het onderwijs door moest blijven gaan, zonder te veel overlast met minimale verhuisbewegingen. De nieuwbouw is als het ware om het te handhaven bouwdeel gevouwen en dat betekent ook dat we een aantal delen hebben gesloopt. Er is een uitgebreid schuif- en faseringsplan gemaakt waarbij veiligheid en een goede routing voor de gebruikers voorop stond. Tijdens de bouw wordt de constructie van de nieuw- en oudbouw los gehouden; uiteindelijk worden zij volledig geïntegreerd. Het wordt een open, licht en transparant gebouw, waarbij het hart van de school met een vide in het midden komt te liggen, waar oud en nieuw met elkaar verbonden zijn. De looplijnen worden veel korter en overzichtelijker en de verbrede gangen zijn verbonden met diverse leerwerkplekken, waar de docenten vanuit de klaslokalen zicht op hebben.”

PROJECTINFORMATIE Project Vernieuwbouw Mgr. Frencken College ­Oosterhout Opdrachtgever Gemeente Oosterhout Bouwfysisch adviseur

MAXIMAAL TRANSPARANT Antwan: “Wij hebben vanuit onze bouwfysische expertise gekeken naar de positionering van het gebouw ten opzichte van de verschillende fysische aspecten. Zo ligt de sporthal aan de zuidkant en hebben we de theorielokalen in een ring aan de noordoostkant gelegd met veel licht van buiten. Dat zijn de minst door de zon beschenen gevels. Verder hebben we de gevels maximaal transparant gemaakt, zodat er zoveel als mogelijk daglicht binnenkomt en de warmtelast beheersbaar blijft. Primair zoek je naar bouwkundige oplossingen om dat klimaat goed te krijgen en daarna hebben we met co-maker Unica gekeken welke installaties er nog nodig zijn. Een mooi vraagstuk was ook een brandveiligheidsconcept met compartimentering in een zo open en trans­ parant mogelijk gebouw te bedenken, waarbij we het aantal trappenhuizen tot een minimum hebben kunnen beperken. Zo brengt iedereen zijn eigen expertise in, spar je hierover in alle openheid en bereik je een optimum; Van Wijnen de logistiek, de bouwvolgorde en de bewaking van de kosten en DP6 alles wat met het ontwerp te maken heeft.” Edgar ten slotte: “Het was een niet functionele lappendeken en het wordt een gebouw met een smoel en zonder hekken, dat goed is aangesloten op het park en de waterpartijen. De school stond met de rug naar de omgeving toe en voegt nu door de verbinding met het landschap iets aan die omgeving toe.” Kijk voor meer informatie op dgmr.nl.

DGMR Architect DP6 architectuurstudio Bouwer Van Wijnen Rosmalen BVO 11.900 m² (renovatie en nieuwbouw) Stichtingskosten € 17,25 mio inclusief btw Oplevering in fasen – tot 1 november 2019

Vlnr Jimmy van der Aa, Maurice Heijmans, Antwan van Haaren, Edgar Blokker

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

29


Tekst Sibo Arbeek

HELDERE PROCESBESCHRIJVING ESSENTIEEL VOOR KOSTENBEWUSTZIJN

Vastgoedonderhoud als strategisch middel Het is een drukte van belang in het dienstencentrum van Ons Tweede Thuis in Aalsmeer, waar Schooldomein Paul Ingram en Susan Bodmer ontmoet. Paul is coördinator vastgoed, onderhoud en facilitair van Ons Tweede Thuis en Susan is partner bij AlphaConsultancy West. Samen hebben ze de slag gemaakt om het vastgoedonderhoud strategisch stuurbaar te maken om zo het primaire zorgproces maximaal te faciliteren.

P

aul: “Wij zijn een zorgaanbieder voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, autisme of niet-aangeboren hersenletsel in de regio Amstelland-Haarlemmermeer. Zo bedienen we ongeveer 2.500 cliënten en hebben we circa 2.200 medewerkers. Dat geeft al aan hoe intensief de begeleiding is. Zo werken we op 80 locaties, hebben we 34 woonvoorzieningen, maar ook woonvoorzieningen gecombineerd met dag­besteding of alleen dagbesteding locaties. Mede rond de ontwikkeling binnen de zorg zijn we een aantal jaar geleden gaan werken met het besturings­model zelforganisatie. Daarbij hebben we de verantwoordelijkheid laag in de organisatie gelegd. Dat is de transitie waar we nu in zitten en waarin het vastgoed natuurlijk moet meebewegen.” RENDEMENT Paul verder: “Vanuit het dienstencentrum werken zo’n 55 mensen ten behoeve van ondersteuning van het primaire proces. Daarbij is bijvoorbeeld ICT erg belangrijk; denk maar aan de ontwikkeling rond zorgdomotica, digitalisering etc. Belangrijk is te weten dat we een groot deel van ons vastgoed in eigendom hebben en dat het om een relatief jonge portefeuille gaat. Een klein deel van het bestaande vastgoed zijn we aan het vernieuwen door het te vervangen of levensduur verlengend te renoveren. Recent hebben we alle energiecontracten op een hoop gegooid en vervangen door een contract waarbij we 100% duurzame stroom inkopen en ook nog eens flink besparen. We hebben vier sde+ subsidies binnengehaald en hebben zelfs de ambitie om een dagbestedingslocatie energieneutraal te gaan maken. Het mooie is dat we het rendement

30

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

uit de vastgoedportefeuille ook weer gebruiken om de kwaliteit van het primaire proces te verbeteren. Denk aan innovaties op het gebied van domotica, die ook weer leiden tot ingrepen in de huisvesting. Het betreft geen bedreiging voor het bestaande werk, maar zorgt juist voor een verbetering van de kwaliteit. Dat zijn trajecten waar je de tijd voor moet nemen en soms met pilots moet werken. Draagvlak is enorm belangrijk in dit soort verandertrajecten.” TRANSITIE Paul: “In die hele transitie moesten we de processen rond het vastgoed ook professionaliseren. Voorheen werkte de organisatie nog met spreadsheets voor de meerjarenonderhoudsplanning. Ik zocht naar een manier om beter strategisch te kunnen sparren. Welke strategische keuzen zijn er te maken binnen het vastgoedonderhoud en hoe kunnen we die keuzen onderbouwen. Ik kon daar onvoldoende antwoord op geven. Met Susan heb ik inmiddels een lange werk­ relatie in onder meer de corporatiewereld en ze heeft een bak met ervaring opgedaan in het denken over vastgoed in verschillende typen organisaties. Een zorginstelling kijkt bijvoorbeeld anders naar vastgoed dan een corporatie. Bij een zorginstelling gaat het primair om de zorg en minder om het rendement op het vastgoed.” Susan knikt: “Mijn toegevoegde waarde ligt in het beschrijven van processen in de organisatie, zodat iedereen weet waar hij aan toe is, ook in relatie tot het meerjarenonderhoudsplan.” Paul vult aan: “Voor mensen die niet in het vastgoed zitten is onderhoud het putje; ze zetten er de jongste bediende op die vervolgens denkt dat hij met een data­base in control is. De praktijk is dat je op


ONTWERP EN INRICHTING

hoofdlijn moet weten hoe je bezit erbij staat en wat je grootste kostenposten zijn. Je moet geen aandacht besteden aan dingen die een tientje kosten. Met de hulp van Susan kon ik snel duidelijk maken dat er verschil is tussen kosten en investeringen. Investeringen in het vastgoed kun je bijvoorbeeld weer over een langere periode uitsmeren, maar vaak hoge investeringen in domotica schrijf je over een kortere periode af.” THEORETISCHE LEVENSCYCLI Susan: “Het gaat erom wat je nodig hebt voor je vastgoed en voor je gebruikers. Voor cliënten met een zwaardere indicatie heb je hogere onderhoudsposten, omdat er nog wel eens wat kapotgaat.” Paul knikt: “We zijn aan het schuiven binnen onze vastgoedportefeuille met groepen cliënten en dat vraagt om flexibiliteit binnen het vastgoed. We zijn van een Excel- naar een softwarepakket overgegaan, waardoor we veel beter strategisch kunnen sturen. Voor de komende tien jaar zijn de uitgaven op theoretische levenscycli bekend, maar kunnen we

“Het beeld dat men van vastgoed had was dat processen lang duurden en ondoorzichtig waren”

die ook manipuleren? De volgende stap is een conditie­meting voor onze gebouwen, waardoor we nog beter kunnen sturen.” Susan: “In die transitie is een goede procesbeschrijving essentieel om tot kostenbewustzijn te komen; wie doet wat als een bewoner verhuist, wie neemt het initiatief, wie betaalt en hoe passen we de huisvesting, inclusief de ICT, aan? Dat was vroeger een zoektocht die enige tijd kon duren.” Paul ten slotte: “Het beeld dat men van vastgoed had was dat processen lang duurden en ondoorzichtig waren. Nu hebben we een goede demarcatie gemaakt tussen ingrepen die passen binnen het budget van een locatiemanager, zoals klein onderhoud, of meer centrale vragen zoals buitenschilderwerk die direct met de conditie van de gebouwen te maken hebben. Je zit voortdurend in dat spanningsveld tussen zelf­organisatie op het primaire proces en een flexibele vastgoedorganisatie die meebeweegt, maar wel op strategisch niveau de lijnen uitzet.” Kijk voor meer informatie op alphaconsultancy.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

31


Beter ventileren = beter presteren Schoolventilatie is de sleutel tot een gezond binnenklimaat. Wanneer maakt u de transformatie van een hoofdpijnschool naar een Frisse School?

Een ongezond binnenklimaat is een bekend probleem in scholen. Volgens het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) kampt 70-80% van de klaslokalen voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs met een te hoge CO2concentratie (> 1200 ppm). Dat heeft allerlei nadelige gevolgen: prestaties van leerlingen dalen, gezondheidsklachten als hoofdpijn en benauwdheid nemen toe, en het ziekteverzuim stijgt. Gelukkig kan dit anders. Ned Air, leverancier van ventilatiesystemen, is gespecialiseerd in de productie van schoolventilatie-units die mee kunnen helpen om hoofdpijnscholen te transformeren naar Frisse Scholen.


Ned Air realiseert zowel centrale als decentrale ventilatie. Bij decentrale ventilatie is elke ruimte voorzien van een eigen ventilatie-unit. Bij centrale ventilatie, zoals hierboven afgebeeld, is er ĂŠĂŠn unit die door middel van luchtkanalen meerdere lokalen ventileert.

Foto Ronald AuĂŠe

Afhankelijk van de installatie kunnen centrale ventilatiesystemen voldoen aan het Programma van Eisen Frisse Scholen klasse A. Dat betekent nog minder CO2 in de klaslokalen (<800 ppm), nog lagere luchtsnelheden, en een geluidsniveau van minder dan 30 dB(A).

De Ned Air schoolventilatie-units voldoen aan het Programma van Eisen Frisse Scholen klasse B. Dat betekent dat de units het CO2-gehalte continu lager houden dan 950 ppm en dat het geluidsniveau onder de 33 dB(A) blijft. Dat is nog stiller dan in een bibliotheek! Kampt u ook met een ongezond binnenklimaat op school? Ga dan naar www.nedair.nl/schoolventilatie of neem contact op via: - verkoop@nedair.nl - 038 337 0833


“Het gebouw of liever de leeromgeving mag een bijdrage leveren aan de zelf­ reali­satie van de leerling”

NIEUW NUENENS COLLEGE

De leerling op ­ontdekkingsreis De entree van het Nuenens College nodigt meteen uit tot een ontdekkingstocht door de school. Het gebouw stimuleert om deze zoektocht te beginnen. Vestigingsdirecteur Karel Somers en architect Jos Hermans van RoosRos Architecten glunderen; dat is precies wat ze voor ogen hadden met dit project.

D

e vernieuwbouw van het Nuenens College aan de Spoorlaan 8 voor leerlingen van de vmbo-basis, kader en de mavo oogt aan de buitenkant industrieel, maar krijgt kleur zodra je binnenkomt en overal leerlingen bezig ziet met onderwijs, ontmoeten en ontdekken. Somers knikt: “De buitenkant van het gebouw oogt industrieel, maar opent zich naar de buitenwereld en maakt zichtbaar wat wij doen. De binnenkant is vooral bedoeld om de maatvoering van de kinderen te versterken en dat is uiteindelijk de plek waar het gebeurt.” Gebruik van symboliek zul je in dit gebouw niet aantreffen. Somers: “Dat heeft te maken met de opdracht waar we voor staan, die in het mensdom verborgen ligt, namelijk gids te zijn van jonge mensen die hun pad ontdekken.” Naast een educatieve omgeving, waar Somers het liever

34

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

over heeft, is de school ook een plek voor andere ontmoetingen. Somers: “Zo overlegt het bejaardencentrum hier en bereiden leerlingen soms maaltijden voor de bejaarde buren. De wijk vergadert hier regelmatig, de muziekvereniging maakt hier muziek en de bridgeclub kaart hier ’s avonds. Zelfs de gemeente zit hier regelmatig.” ZELFREALISATIE Somers: “Hier geldt; stap die wereld in, ontmoet elkaar en kijk waar je uitkomt. Hoe geef je mensen ruimte in die ontdekkingstocht? Zelfrealisatie is de moeilijkste opdracht van het onderwijs; buiten de gebaande paden wordt het lastiger, maar die weg leidt wel tot zelfverwerkelijking. Als wij de school­ boeken de inhoud van het onderwijs laten bepalen lopen we per definitie tien jaar achter. Het gebouw


ONTWERP EN INRICHTING mag een bijdrage leveren aan die zelfrealisatie, waarbij je ook leert omgaan met teleurstellingen, kansen of beperkingen. Bij veel scholen kom je in de aula binnen, waar leerlingen verveeld zitten. Hier vind je geen aula, maar verschillende ruimten in en om het plein. Het gaat erom ruimten te maken waarin je ervaringen deelt, elkaar ontmoet en discussies voorbereidt. We zien het als vormen van begeleid uitstappen, waarbij de docent de regie houdt op de opdrachten. De pleinen in het gebouw ondersteunen de verschillende didactische werkvormen; je vindt er hoge tafels, werkplekken, banken en zitjes. De ruimte faciliteert en modelleert de activiteiten die erin plaatsvinden. Overal vind je plekken om elkaar in onderwijs- of verblijfstijd te ontmoeten; op de banken in de verschillende nissen, aan een tafel in het restaurant of op de leerpleinen. Binnen twee minuten heeft iedereen de goede plek gevonden.” GEEN DOOS MET LOKALEN Somers: “We kenden RoosRos goed uit andere projecten en wat mij aantrekt is dat ze zich kunnen openstellen en een goede vraag belangrijker vinden dan een te snel antwoord. Met die openheid zijn we aan de slag gegaan en ontstond in het debat de vorm van het gebouw.” Hermans: “Vanuit mijn functie als architect en interieurarchitect bekijk ik een ruimte vanuit activiteiten die erin plaatsvinden, het volume en de beweeglijkheid van het interieur en daardoor ontstaan vormen die tot architectuur leiden.” Het vertalen naar de constructie is een logisch gevolg van het denken in activiteiten van binnenuit. Je moet niet een doos gaan maken met lokalen, maar kijken hoe je het onderwijs op diverse manieren kunt vormgeven. De school bestond al 30 jaar en was semi- permanent neergezet. Er zou nieuwbouw komen, maar dat ging niet door. Toch moest er iets gebeuren; het bestond uit negen gebouwdelen, waaronder de gymzaal; die er slecht aan toe was. Het is een gebouw dat uit twee verdiepingen bestaat en een rechthoekige vorm heeft. Hermans: “Tussen de twee bestaande gebouwen zijn de les- en instructieruimten als interieurobjecten georganiseerd, met als middelpunt een plein met een functioneel volume met ronde vormen. Een indus­ triële huid houdt alle functionaliteit bijeen. Het mooie is dat je vanuit elke zijde overzicht hebt; het

PROJECTINFORMATIE Project Vernieuwbouw Nuenens College Opdrachtgever Ons Middelbaar Onderwijs Architect en bouwbegeleiding

Vlnr: Karel Somers, Jos Hermans en twee communicatiemedewerksters

biedt een soort natuurlijke samenhang en prikkelt gebruikers om zelf na te denken en niet op geboden of verboden te acteren. We wilden niet alleen slopen, maar ook hergebruiken, zoals de lattenplafonds uit de oude gymzaal, die in de nissen als akoestische wand zitten. Zo is er een eigen moestuin, waarbij de leerlingen door het tuindersbedrijf worden begeleid, zodat ze ook mede-eigenaar zijn. De producten worden weer in de keuken gebruikt.” Somers ten slotte: “Al die activiteiten bewegen door elkaar heen, zoals het in de diversiteit van de samenleving ook gaat. Het is de school als leer- en leefgemeenschap waarin wij willen excelleren.”

RoosRos architecten Ingebruikname

Kijk voor meer informatie op roosros.nl.

mei 2018

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

35


Tekst Maarten Sanders – OIII architecten

VERNIEUWBOUW

Het Nieuwe Lyceum Bilthoven Schoolgebouwen hebben vaak een bewogen geschiedenis. Generaties hebben het gebouw gebruikt, uitgebreid en aangepast aan veranderende inzichten en omstandigheden. Vaak in stukjes en beetjes, roeiend met de riemen die er waren. Het geeft doorgaans een boeiend verslag van veranderingen in het recente verleden. Maar het levert ook een versnipperde ruimtelijke organisatie op. Gebruikers ervaren het rommelige geheel als een loden last bij hun streven modern onderwijs gestalte te geven.

NIEUW IN OUD De wens is meestal nieuwbouw. Een schone lei, fris, duurzaam en geheel naar de behoeften van deze tijd. Dat er op basis van een bestaand gebouw ook een duurzame en inspirerende onderwijsomgeving kan worden gemaakt kunnen betrokkenen zich vaak moeilijk voorstellen. Toch was dit de opgave bij de uitbreiding en renovatie van het Nieuwe Lyceum in Bilthoven, met de start van dit schooljaar gereed gekomen. Er waren een paar uitgangspunten geformuleerd in samenspraak met Het Nieuwe Lyceum. Het project diende niet alleen het gebouw gereed te maken voor de komende 30 jaar, maar markeerde bovendien de invoering van een andere ruimtelijke organisatie. De klassieke opzet voor een middelbare school, waarin leerlingen door het gebouw van het ene naar het

andere lokaal stromen, zou worden verlaten. Er zijn clusters gemaakt, waarin de groepen een eigen lokaal hebben, gegroepeerd rond een gemeenschappelijk leer- en werkgebied. Per leerjaar en schooltype werden vleugels gemaakt. Door op alle afdelingen lesruimten bij de gang te trekken wordt de traditionele middelbare schoolstructuur veranderd in een moderne opzet met een open leergebied tussen de groepsruimten. De zolderverdieping is getransformeerd in een inspirerende leeromgeving met veel daglicht en ruimte voor zelfstandig werken. Dit deel van de school is voortaan het domein van de leerlingen in hun laatste schooljaar. SAMENHANG Het ontwerp van OIII architecten beoogt samenhang te brengen in een gefragmenteerd geheel. Deze fragmentatie was ontstaan doordat eerdere bouwoperaties aanleiding waren het eens over een geheel andere boeg te gooien. Daarom deze keer geen revolutie, maar terug naar de architectuur van de oudste delen van het gebouw. Door een deel van de meer recente opstallen af te breken ontstond ruimte een nieuwe aula te ontwerpen. Gebaseerd op de oorspronkelijke structuur van in elkaar grijpende zadeldaken voegt de nieuwbouw zich in de architectuur van de oudste delen van het gebouw. Het is het hart van de school, de nieuwe ruimtelijke spil die de verkeerstructuur in het gebouw veranderde. Kortere looplijnen in combinatie met de nieuwe ruimtelijke organisatie maakte dat veel van de oude verkeersruimten een andere bestemming konden krijgen. Om de ruimtelijke kwaliteit en samenhang in het gebouw nog sterker te maken is ook op detailniveau

36

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


ONTWERP EN INRICHTING

“Daarom deze keer geen revolutie, maar terug naar de architectuur van de oudste delen van het gebouw”

PROJECTINFORMATIE Programma

gestreefd naar een eenheid tussen het karakter van de oorspronkelijke architectuur en de nieuwe toevoegingen en aanpassingen. Nog aanwezige karakteristieke details van de oude gebouwdelen vormde de inspiratie voor het materiaal-pallet en detaillering in de oude en nieuwe delen van de school.

Scholengemeenschap voor HAVO en VWO 1800 m2 nieuwbouw, 7800 m2 vernieuwbouw Opdrachtgever Het Nieuwe Lyceum , Bilthoven Architect OIII architecten Risicodragend Projectmanagement HEVO | Experts in huisvesting en vastgoed Aannemer Burgland Bouw Installatieadviseur Beekink Installatieadviseurs Constructeur Ingenieursbureau Bartels Bouwfysica DGMR

DUURZAAM VERBOUWEN Ook het voldoen aan moderne eisen met betrekking tot binnenklimaat en duurzaamheid hebben een belangrijke plaats gekregen. Na de verbouwing voldoet het gebouw aan het programma van eisen voor Frisse Scholen klasse B. In de bestaande bouwdelen zijn vloeren, buitenwanden en daken geïsoleerd. Ook kreeg het gebouw nieuwe kozijnen en glas, zodat het energieverlies door transmissie ingrijpend is teruggebracht. Het maakte mogelijk een moderne klimaatinstallatie in het gebouw toe te passen, vergelijkbaar met wat er in de modernste scholen wordt gerealiseerd. Door de toepassing van een luchtwarmtepomp en een piekketel zal er zeer beperkt aardgas gebruikt worden voor verwarming. Een substantieel deel van de benodigde energie

wordt door 700 PV-panelen geleverd. Ten opzichte van de technische mogelijkheden bij nieuwbouw worden er relatief kleine concessies gedaan. Deze komen voornamelijk doordat het opwaarderen van de bestaande schil beperkingen heeft betreffende de warmteweerstand. Dit wordt gecompenseerd doordat hergebruik van bestaande gebouwen veel energie en materiaal bespaart die nodig zijn voor nieuwbouw. BIJZONDERE SFEER De bouwwerkzaamheden zijn in een periode van anderhalf jaar in een aantal fasen uitgevoerd, terwijl het grootste deel van het gebouw in gebruik bleef. Hoewel er voor de bouwers restricties golden om de overlast te beperken, heeft een dergelijke operatie een forse impact op de dagelijkse gang van zaken in de school. Dit ongemak is beloond met een karaktervol gebouw met een nieuw hart. Het nieuwe principe van verschillende clusters onder één dak is er gerealiseerd zonder de samenhang van de school als een geheel uit het oog te verliezen. Kijk voor meer informatie op o-drie.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

37


Tekst Sibo Arbeek Beeld: Project Kindcentrum Rijnvliet – 9graden architectuur

BUSINESS CASES DE BASIS VOOR POSITIEF BESLUIT

Op weg naar energie­ neutraal bouwen Rob van der Westen is beleidsadviseur huisvesting van het Utrechtse schoolbestuur SPO Utrecht met 36 scholen en ruim 50 locaties. Het bestuur wil vanuit een maatschappelijke visie energieneutraal bouwen, terwijl het er naar uit zag dat de wetgeving in 2019 of 2020 op BENG-niveau zou worden voorgeschreven. Business cases door ICSadviseurs opgesteld boden de oplossing, waardoor nu vijf nieuwe scholen energieneutraal worden gebouwd.

N “Het betreft dan een voor­ investering ten behoeve van de exploi­ tatie en niet ten behoeve van de inves­ tering in het gebouw”

aast Rob is Maarten Groenen van ICSadviseurs aanwezig, die de business cases heeft opgesteld. Rob: “Duurzaamheid is maatschappelijk relevant en daarom willen we het in onze scholen doorvoeren. Wij vinden het belangrijk dat je voor de volgende generaties zorgvuldig omgaat met beschikbare energie en materialen en daar kun je met je gebouwen aan bijdragen. De gemeente startte de discussie om rond 2020 alle gebouwen op een BENG-niveau te brengen; wij slaan die fase over en kiezen gelijk voor energieneutraal, dus ENG. Dan kom je wel in een discussie over de normvergoeding en de gelijke behandeling van alle scholen. De gemeente was dus enthousiast, maar kon onze ambitie naar ENG niet financieren. We zien onze scholen als de etalages in onze wijken waar je van kunt leren; met zonnepanelen kun je laten zien hoe energie wordt opgewekt. Waarom komen kinderen in de winter niet met een extra dikke trui naar school? Omdat we de seizoenen uit ons binnenklimaat hebben verdreven. Door die inzichten kun je kinderen weer kritisch maken en ook ouders een boodschap meegeven. Zo hebben we in onze gebouwen energiescans laten uitvoeren; voor negen van onze scholen hebben we de uitkomsten vertaald in het meerjaren­onderhoudsplan. Zo hebben we ook onze teams gecoacht; stel je gaat gymmen en je laat het licht in je lokaal branden. Dus gewoon ouderwets op gewenst gedrag sturen.” MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE Rob verder: “Vanuit die praktische benadering hebben we ook naar onze ENG-ambitie gekeken. Valt die extra investering terug te verdienen? Het is nog steeds lastig om als bestuur een investering in de kwaliteit van het gebouw te doen, maar we willen het

38

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

wel, omdat we daarmee ook aan de kwaliteit van het onderwijs werken. Vervolgens vroegen we ons af hoe we deze meerinvestering konden financieren. Er waren uiteindelijk twee opties; de SPOU zelf of via de BNG. Wij zijn niet zo van het lenen dus bleef de optie van zelf investeren over. Ook hier geldt weer dat de gemeente het initiatief omarmt, maar door wet- en regelgeving beperkt wordt. Wij hebben zelf een gezonde reservepositie en vinden dit een maatschappelijk verantwoorde bijdrage. Onze voorwaarde was dat we de meerinvestering naar ENG wilden voor­ financieren, mits die tijdens de levensduur terug­ verdiend zou worden uit de lagere exploitatielasten en subsidiebijdragen. Als het antwoord positief was, was dat voor het bestuur voldoende waarborg. We kenmerken het dan als een voorinvestering ten behoeve van de exploitatie en niet ten behoeve van de investering in het gebouw. Met de gemeente hebben we afgesproken dat zij bij het verlaten van een gebouw de investeringen overneemt, waardoor het risico beperkt blijft. Onze controller was positief, vanuit de exploitatie is het een goed verhaal en het bestuur en de raad van toezicht waren enthousiast over de maatschappelijke meerwaarde.” BENG OF ENG “We wilden onze nieuw te bouwen school voor speciaal onderwijs Fier, de nieuwe Kees Valkensteinschool in Haarzicht, Kindcentrum Rijnvliet, Jules Verne en Pantarijn/Shri Krishna onderzocht hebben. Als je de ambitie uitspreekt om ENG scholen te realiseren, moet je de beslissing al vroeg in het proces nemen, eigenlijk al in de fase van het programma van eisen en uiterlijk in de vo-fase. Dan kun je immers architect, bouwfysici en installateurs vroeg in het proces integraal betrekken en zorgen dat het project slim aanbesteed wordt. ICSadviseurs begeleidt ons in die


ONTWERP EN INRICHTING

verschillende processen en dat werkt goed, omdat de adviseurs daardoor snel kunnen schakelen.” Maarten knikt: “ENG betekent extra investeringen in triple glas, wko, zonnepanelen en installaties onderhouden, maar ook vervangen. Voor de Kees Valkensteinschool zijn de meerkosten geraamd op € 107.000,-. En hebben we aangetoond dat SPO Utrecht die terugverdient uit lagere energielasten of baten waaronder de SDE+ subsidie vanuit RVO; wanneer je zonnepanelen plaatst, kun je namelijk een bijdrage krijgen voor elke kilowatt elektriciteit die je opwekt. We hebben voor de vijf nieuw te bouwen scholen de business case afgerond en hebben telkens twee varianten door­gerekend; Bouw­ besluit of ENG. Het blijkt per gebouw en locatie een eigen verhaal te zijn; variabelen zijn of je de grond in kunt voor de wko of dat er stedenbouw­kundig beperkingen zijn in omvang en hoogte. De locatie in Haarzicht ligt op een archeologisch terrein en in het geval van Jules Verne gaan we waarschijnlijk naar drielaags en compact. Je moet ENG ook integraal benaderen en niet denken dat je het met meer of minder zonnepanelen kunt oplossen. Aandachtspunt is dat de businesscase vanuit het voorlopig ontwerp is uitgewerkt, terwijl het in de fase van het bestek en bij de aanbesteding van de aannemer toch anders kan gaan, zeker in de huidige gespannen markt. Maar je hebt een referentiepunt nodig om ergens voor te gaan. De prijsvorming van enkele projecten zal rond april volgend jaar plaats vinden. De uitkomst is dat voor alle projecten geldt dat ze ENG gebouwd kunnen worden en de extra investering vanuit de exploitatie terug­verdiend wordt.”

Maarten Groenen (l) en Rob van der Westen

Kijk voor meer informatie op spou.nl. Inmiddels is SPOU ook samen met ICSadviseurs en in opdracht van RVO gestart met een onderzoek om een volume scholen gasloos te maken. U kunt ook bellen of mailen met Maarten Groenen: 06-22578557 of maarten.groenen@icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

39


Tekst Jaco de Wildt

HET PROGRAMMA VAN EISEN:

Hoe stel je dat s­ amen en hoe gebruik je ­bestaande kennis? Elke opdrachtgever en gebruiker die wel eens gebouwd heeft, weet het. Je wilt nieuwe huisvesting, maar waaraan moet die voldoen? Je hebt zelf een beeld van je wensen maar ook algemeen geldende voorschriften en wetten stellen eisen aan de huisvesting. Algemene eisen die bijvoorbeeld het Bouwbesluit stelt aan de hoogte van een lokaal of Arbo eisen. En dan zijn er ook nog nieuwe zwaardere eisen aanstaande voor duurzaamheid en energiegebruik als bijvoorbeeld BENG.

E

lke keer zelf alles opnieuw verzinnen en bijeen vergaren vanuit oude Programma’s van Eisen is erg bewerkelijk en zou niet nodig hoeven zijn. Natuurlijk zijn de specifieke wensen van de school uniek en toegespitst op de eigen omstandigheden, maar de algemeen geldende eisen vanuit de wet- en regelgeving zijn dat niet. Het PvE moet ervoor zorgen dat het nieuw te ontwerpen gebouw be­antwoordt aan de verwachtingen van de toe­ komstige gebruiker en de opdrachtgever, voor nu en in de toekomst. Het PvE moet leiden tot een zorg­vuldige planontwikkeling waarbij het de basis is voor een goede opdracht­formulering voor de architect, adviseurs en aan­nemer.

40

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

Het PvE voorziet in een aantal doelen, te weten: • Het beschrijft de verwachtingen ten aanzien van de te bouwen voorzieningen, kwalitatief en kwantitatief; • Het biedt een samenhangende beschrijving van ruimtelijke, functionele en technische huisvestings­behoeften; • Het is een instrument om te kunnen toetsen of de huisvestingswensen passen binnen het beschik­ bare budget. Het is de basis van tijdens het ontwerpproces op te stellen kostenramingen; • Het maakt onderdeel uit van de aanbestedings­ leidraad voor diverse adviseurs zoals architect en installatieadviseur; • Het is het startdocument voor het kunnen opstellen van het Ontwerp en uiteindelijk voor het kunnen aanbesteden van het werk.


ONTWERP EN INRICHTING investering (normvergoeding) en exploitatie (MI-­ vergoeding). We toetsen de betaalbaarheid van duurzaamheidswensen en de terugverdientijd van energiemaatregelen. Het PvE is een belangrijk document, zo niet het belangrijkste document, omdat het project daarin gedefinieerd wordt. Aan de hand van het PvE wordt duidelijk of de wensen van de nieuwe huisvesting technisch, financieel en ruimtelijk haalbaar zijn en of het gebouw de gewenste uitstraling krijgt. Niet in elke fase van een project is een compleet uitgebreid PvE noodzakelijk. Een PvE voor een haalbaarheidsstudie hoeft minder gedetailleerd te zijn dan een PvE voor een D&B proces. INDELING VAN HET PROGRAMMA VAN EISEN Het PvE beschrijft de huisvestingsvisie, uitgangs­ punten, doelstellingen, activiteiten en organisatiestructuur van de gebruikers. Hieruit volgen de ruimtelijke consequenties (soort ruimten, aantallen en oppervlakten) en de relaties tussen de verschillende functies. Daarnaast beschrijft het PvE de specifieke wensen van de gebruikers voor het te bouwen object, de functionele eisen, de kwaliteitseisen en de technische eisen. Een veel gehanteerde indeling is de volgende: • Projectdefinitie: projectkaders, projectorganisatie. • Gebruikersprofiel: doelgroepen, gebruiks­ exploitatie. • Beeldkwaliteit: beeldkwaliteit plan, stedenbouwkundige eisen. • Ruimtelijke en functionele eisen: ruimtebehoefte, functionele eisen aan ruimten, functionele relaties. Eisen vanuit beheer en exploitatie: toegankelijk• heid, flexibiliteit, duurzaamheid, onderhoudseisen. • Omgevingseisen: bereikbaarheid, (fiets-)parkeerbehoefte, omgevingsinrichting. • Technische eisen: bouwtechnische eisen, bouw­ fysische en akoestische eisen, installatietechnische eisen, brandveiligheid en beveiliging. • Gebruikerspecifieke inrichting: losse en vaste. • Externe en interne voorwaarden, regelgeving: bestemmingsplan, planning en financiën. HET PROCES In goed overleg met gebruiker en opdrachtgever formuleren we gezamenlijk wensen en eisen in het PvE. Het verbinden van alle ideeën in de hoofden van betrokkenen vereist afstemming en gesprek. Om te kunnen komen tot een goed, gedragen en toekomstbestendig PvE is nodig: • Visie op het onderwijsconcept; • Inzicht in de leerlingenaantallen; • Functionele en technische kennis; • Kennis van duurzaamheid en installaties; • Bouwkostenkennis. In de definitiefase van een project worden de eerste ideeën en wensen vertaald in het PvE. En die moeten getoetst worden aan het beschikbare budget voor

“Elke situatie heeft zijn eigen specifieke beperkingen en de verschillende eisen beïnvloeden elkaar”

ONLINE PLATFORM OM PVE’S SAMEN TE STELLEN Het ‘gewoon’ bijeenrapen van kennis uit allerlei bestaande Programma’s van Eisen is inmiddels achterhaald met de complexiteit van zoveel verschillende eisen. Elke situatie heeft zijn eigen specifieke beperkingen en de verschillende eisen beïnvloeden elkaar. Kennis van onderwijsdeskundigen, kosten­ deskundigen en installatie- en duurzaamheids­ deskundigen moet geïntegreerd worden in het wensenpakket van de opdrachtgever. Afstemming tussen wensen, budget en kosten is noodzakelijk om reële verwachtingen te formuleren. bbn adviseurs heeft SpecsGuard als digitale applicatie ontwikkeld om een Programma van Eisen samen te stellen. Daarbij heeft zij de kennis van haar adviseurs, in de vorm van functionele, technische en ruimtelijke eisen toegevoegd. Met SpecsGuard is zo relatief snel met behulp van voorkeuze voor kwaliteitsniveaus en ebouwsjablonen met voorgedefinieerde eisen een Programma van Eisen samen te stellen. Met SpecsGuard is het mogelijk om met meerdere mensen tegelijk aan een PvE te werken. Kennis kan worden toegevoegd en aangepast in sjablonen en projecten, waardoor de applicatie ook als kennis­ bibliotheek kan worden ingezet. U bent zelf de beheerder en eigenaar van uw PvE. De opdrachtgever en gebruiker kunnen zich bij het opstellen van het PvE concentreren op de specifiek voor hun onderwijsinstelling kenmerkende zaken als onderwijsvisie en gewenste ruimten. De algemene eisen vanuit bijvoorbeeld het Bouwbesluit zijn al voorgedefinieerd. Aan de hand van het kiezen voor een kwaliteits­ niveau, bijvoorbeeld de Frisse Scholen klasse, kunnen automatisch de laatste daarmee samenhangende eisen worden geformuleerd. SpecsGuard is goed in te zetten voor verificatie trajecten in D&B processen, waarbij rollen en bevoegdheden van opdrachtgever, adviseur en aannemer van tevoren worden vastgelegd. Het papieren PvE heeft met SpecsGuard een goed en flexibel alternatief. Kijk voor meer informatie op bbn.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

41


Daglicht en frisse lucht Essentieel in schoolgebouwen Het positieve effect van natuurlijk daglicht en ventilatie op de leeromgeving

De rol die schoolgebouwen hebben bij de ervaringen en vorming van kinderen is groot. Materialen, kleuren, lucht-kwaliteit, akoestiek en daglicht in het bijzonder zijn factoren die daar een grote rol in spelen. VELUX heeft daarom een bulletin gemaakt met onderzoeksresultaten over de invloed van daglicht en frisse lucht op de leeromgeving en leerprestatie van kinderen. Bovendien worden hierin een aantal referentie-projecten getoond die dit effect laten zien.


modulaire lichtstraten

Tot eind 2018 ontvangt u een gratis upgrade naar ventilerende modules voor VELUX modulaire lichtstraten. Vraag naar de voorwaarden. Meer informatie op: modulairelichtstraten.velux.nl


Tekst Sibo Arbeek

HOE DUKDALF ZICH ONTWIKKELT NAAR EEN KINDCENTRUM

Tijdelijke nieuwbouw met een duurzame kwaliteit

De mogelijkheid om nieuw te bouwen was er niet, maar de gemeente Leiden gaf wel toestemming om tijdelijk te bouwen voor tien, maximaal 15 jaar. De Jenaplanschool Dukdalf wil naar een k­ ind­centrum groeien waarbij het gebouw nieuwe onderwijsvormen faciliteert. Onverenigbare u­ itgangspunten? Nee; modulaire bouwer BUKO bewijst dat tijdelijke bouw flexibel en duurzaam kan zijn.

“V

eel onderwijsgebouwen zijn niet effi­ciënt ontworpen, waardoor je ze niet goed voor andere doeleinden in kunt zetten. Dat komt omdat het onderwijs nog steeds product- en niet procesgericht is ingericht. Alles is gericht op het diploma, terwijl niemand ooit meer naar die cijferlijst kijkt, omdat je vaardig­heden veel belangrijker zijn.” Directeur Henk Frenken heeft een duidelijke visie op zijn school en de kwaliteit die een gebouw moet hebben. Een goede visie bepaalt of een gebouw werkt of niet. Zijn openbare Jenaplanschool de Dukdalf staat aan het Regenboogpad in de Merewijk in Leiden; een gemengde wijk uit de jaren ’80 van de vorige eeuw, die ooit de vinex­ wijk van Leiden werd genoemd. De wijk kent de

44

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

duurdere vrije sectorhuizen, naast hoge flats met sociale huur, die inmiddels behoorlijk van kleur zijn verschoten. Het idee van de gemeente was om in de nieuwe wijken multifunctionele gebouwen met meerdere scholen te realiseren. Zo huist naast Dukdalf een dependance van het buiten­ gebied. Juist doordat er geen speelgelegenheid was, was er sprake van vandalisme. Door het kunstgrasveld is dit verminderd. Wij staan te boek als een hele goede school. Gedeeltelijk omdat we Jenaplan zijn maar ook omdat we een visie uitstralen, die doorleefd en zichtbaar is en waarin kinderen goed kunnen gedijen. Verder zie je dat ouders zoeken naar andere typen onderwijs dan alleen maar ­t raditioneel, zoals de meeste scholen nog in deze wijk.


ONTWERP EN INRICHTING

“Het klimaat in de nieuwbouw is veel beter dan in het bestaande deel inclusief de eerdere uitbreidingen”

PROJECTINFORMATIE

vlnr Hidde van Wageningen, Henk Frenken en Tom Schenk

Project Tijdelijke uitbreiding De Dukdalf in Leiden Opdrachtgever Prooleiden Aannemer

Populariteit wordt afgemeten aan de verhalen die de kinderen mee naar huis brengen en die ouders weer doorvertellen op verjaardagen, ouderavonden en op de sportclubs.”

BUKO Huisvesting Architect Swieten Partners Architecten Bvo 665 m² Stichtingskosten €€700.000 Bouwtijd 1 maand In gebruik name Maart 2018

KWALITEIT VAN NIEUWBOUW “Het bestaande gebouw zelf is meanderend opgezet, met veel gebogen gangen en grotere verkeersruimten. Inmiddels zijn er al verschillende uitbreidingen geweest, waaronder een verdieping op het gebouw die er rond 2012 op is gezet. Op het terrein staan nog oude tijdelijke units; dat zijn echt van die containers. Dat wilden we niet meer, hoewel er door ruimtetekort nog twee lokalen zijn blijven staan. De bevolkingsontwikkeling in de wijk stagneert, maar wij groeien gestaag door

naar nu zo’n 400 kinderen. Omdat we ook een kindcentrum willen zijn, met een peuterspeelzaal, kinderopvang en andere wijkgerichte activiteiten mochten we een tijdelijke uitbreiding neerzetten. Over het algemeen ontbreekt de visie hoe onderwijs vorm te geven en wat daarvoor nodig is; vaak wordt alleen naar het aantal kinderen en de bijbehorende vierkante meters gekeken. Wij wilden wel de kwaliteit van nieuwbouw en de mogelijkheid om ons Jenaplanonderwijs goed vorm te geven. Meerdere aannemers konden inschrijven, waarbij esthetische vormgeving en duurzaamheid uitgangspunten waren. BUKO was niet de goedkoopste, maar sprong eruit op het gebied van duurzaamheid en het meedenken in de uitwerking.”

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

45


Er is een warmtepomp per unit (drie in elk lokaal) en een CO2 opnemer in elk lokaal. De docent kan zelf de temperatuur regelen en afhankelijk van de hoeveelheid CO2 wordt lucht afgezogen en weer verse lucht toegevoegd. Wat we afzuigen blazen we in de verkeersruimten en -gangen zodat die verwarmd of in de zomer gekoeld worden. Gelet op de vele natte jassen buiten de lokalen is dat een prettige oplossing en dat betekent dat er ook op de leerpleinen een goed werkklimaat is. Dan heb je een concept wat schuurt tegen energieneutraal aan. Ook voorziet het concept in het modulair plaatsen van PV-panelen.” Henk knikt: “Het klimaat in de nieuwbouw is zeker beter dan in het bestaande deel inclusief de eerdere uitbreidingen. En onze visie op het onderwijs kunnen we in deze units goed vertalen. Wij werken als Jenaplanschool met verschillende werkvormen naast de instructie in lokalen, waardoor leerlingen ook zelfstandig of onder begeleiding werken. Het voordeel is ook dat je niet op ieder moment een leerkracht voor 25 kinderen nodig hebt. Ik wil leerlingen anders kunnen groeperen met individuele en groepsopdrachten, waardoor een vrije leerkracht kan helpen met verschillende activiteiten. Daarom werken we met schuifwanden en tussenlokalen die je open kunt zetten waardoor je grote ruimten creëert. Op vrijdagmiddag staan alle ruimten open en zwerven de groepen twee, drie, vier en vijf door elkaar en zijn met verschillende activiteiten bezig. Dan coördineert een team van zes leerkrachten de goede aandacht en de verschillende activiteiten.”

FLEXIBEL EN UITBREIDBAAR Tom Schenk en Hidde van Wageningen zijn van BUKO Huisvesting: “Er werd gezocht naar een flexibel en uitbreidbaar systeem met de eigenschappen van een permanente huisvesting. Het gebouw moest in ieder geval tien jaar blijven staan, met de mogelijkheid tot 15 jaar. Deze uitbreiding is gefundeerd op staal en prefab in de fabriek gemaakt, zodat we het in vier weken konden plaatsen. Onze uitwerking voorzag in tijdelijke huisvesting op alle niveaus van frisse scholen B, met extra aandacht voor hoogte, isolatie, binnenklimaat en akoestiek. Units hebben een gemiddelde isolatiewaarde van >RC 4,5 kw/m2. Wij waren als BUKO bezig een nieuw concept onderwijsunits te ontwikkelen en dit zagen wij in ons verhaal als een goede pilot. Wij denken vanuit de total cost of ownership (TCO) zodat de uitbreiding ook in de exploitatie voordelig werkt. Omdat we met warmtepompen werken zijn we onderscheidend van andere unitleveranciers; het is all electric en dat betekent dat de unit van het gas af is; dus naar de toekomst een ideale oplossing.

46

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

ONDER ARCHITECTUUR Hidde: “De aanbouw is onder architectuur van Peter van Swieten ontworpen, waarbij we de primaire kleuren rood, blauw en geel uit het hoofdgebouw terug hebben laten komen. De gemeente heeft deze units gekocht, waardoor er meer mogelijkheden waren om de gevelafwerking op maat te maken. Zo bestaat de wand uit minerale steenstrips op een extra isolatieschil van 60 mm. De steenstrips zijn afgewisseld met kleurige panelen stenicolor. Het fraaie houten frame van verduurzaamd vurenhout beschermt tegen het spelen op het kunstgrasveld. Alle installaties en filters zijn via roosters vanaf buiten bereikbaar, waardoor tijdens schooltijd niemand van eventuele onderhoudswerkzaamheden last heeft.” Henk ten slotte: “Dit snelle bouwproces biedt zeker voordelen boven een traditioneel proces dat duurder is en meer tijd kost. Het is een ontwikkeling naar een soort legolisering, waarbij je gebouwen 3D kunt ontwerpen. Dat biedt enorme mogelijkheden en ik zou graag nog eens mijn eigen ideale school willen laten ontwerpen en bouwen.” Kijk voor meer informatie op scholenvanbuko.nl.



KINDEREN MEER LATEN BEWEGEN DOOR AANPASSING VAN DE LEEROMGEVING

Presikhaaf Schoolmeubelen en haar partners kunnen voor u een rol van betekenis spelen om de leeromgeving zo in te richten dat je tijdens de lessen in beweging kunt komen. Presikhaaf Schoolmeubelen heeft effectieve, maar vooral goed in de praktijk toepasbare zit/sta-oplossingen. Met de speciaal ontwikkelde lesprogramma’s van onze samenwerkingspartners Zit met Pit! en Schooljudo.nl kan de bewustmaking, dat meer bewegen voor kinderen een must is, nog eens extra onder de aandacht gebracht worden. Weten hoe? Neem dan contact op met één van onze Onderwijs Inrichtingsspecialisten in uw regio via www.schoolmeubelen.com/inrichtingsspecialisten of onze Customer Service via tel.nr. 026 – 3 685 685 voor het maken van een afspraak of bezoek aan onze vernieuwde showroom! Bruningweg 10 Arnhem T +31 (0)26 3 685 685 E info@schoolmeubelen.com W schoolmeubelen.com

48

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Harry Vedder

Creatief hergebruiken of anders bouwen? In het door Schooldomein georganiseerde debat over creatief hergebruik wordt gesteld dat we in de bouw voor een ingrijpende fase staan: niet de functie staat centraal, maar de natuur en de ­omgeving zijn het uitgangspunt voor fysieke oplossingen. Een gebouw wordt daarbij een bron die energie oplevert in een omgeving die duurzaam en vitaal is. Dat leidt tot een andere inrichting van het bouwproces en de verschillende vormen van aanbesteding. En de vraag welke eisen dan aan gebouwen worden gesteld. Logische vragen in de bestaande wereld van de bouw. Maar moet die wereld niet gewoon geheel anders worden ingericht?

O

ver die vraag heb ik dit voorjaar op de Internationale Conferentie over ‘Resilient and Responsible Architecture and Urbanism’ bij de Rijksuniversiteit een lezing mogen geven. Onder de titel: Towards a new paradigm: the Living Building approach as a co-creation beyond classical supply and demand. De essentie is dat een nieuw paradigma voor de bouw nodig is.

gruis vervolgens weer toe kunnen passen in wegen, nieuw beton, etc. Veel creatiever dan dat zijn we nog niet in de bouw (grosso modo). Waar in de ICT alles via plug-and-play verbindingen met elkaar is verbonden. Accessoires eenvoudig van het ene naar het andere systeem kunnen verhuizen en via gestandaardiseerde communicatieprotocollen met elkaar blijven communiceren.

IS DE BOUW ZO ANDERS? De eerste vraag is waarom de bouw zo anders zou zijn dan bijvoorbeeld de fysieke inrichting van een ICT-omgeving? We benaderen elk object en project steeds weer als uniek en gieten die unieke oplossing letterlijk in beton. Inclusief de diverse technische accessoires. Om vervolgens voor hergebruik dat in beton gegoten gebouw moeten slopen, de materialen vergruizen en dat

LEGO ALS VOORBEELD Als kind waren we allemaal met Lego al veel verder met plug-and-play bouwen. Geen kind zal een met Lego gebouwd huis, of vliegtuig, of wat dan ook, eerst slopen, vermalen, samenpersen tot nieuwe Lego blokken om een nieuw huis te kunnen bouwen of auto te maken. We halen het keurig uit elkaar en maken iets nieuws. Zelfs de stenen uit 1950 zijn nu nog volledig bruikbaar in welk bouwdeel dan ook.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

49


Lego is in 1949 begonnen met het produceren van Legostenen die op elkaar kunnen worden geplaatst. Aan de bovenkant zit een aantal nopjes en aan de onderkant zijn ze hol, waardoor ze gemakkelijk met elkaar kunnen worden verbonden. Om in bouwtermen te spreken: Lego heeft reeds vroeg de connectiviteit tussen bouwdelen gestandaardiseerd. En met nog steeds exact dezelfde connectiviteit als toen, zijn bouwdelen met elkaar te verbinden, motoren in de bouwdelen te plaatsen, idem lichtjes, etc. Makkelijk demonteerbaar en makkelijk herbruikbaar. Een nieuwe trend? Lego maakt gewoon nieuwe passende ‘bouwdelen’ en maakt die met die gestandaardiseerde connectiviteit toepasbaar in willekeurig welk bouwwerk (zie plaatjes). HET IS NIET ZO COMPLEX En wie denkt dat het wel om heel veel verschillende soorten componenten gaat: een gebouw is niet zo complex en bestaat uit een relatief klein aantal componenten: • Wanden • Gevels • Daken • Vloeren • Palen • Warmtepompen • Verlichtingsarmaturen. Veel meer is niet nodig. Bouwplaat neerleggen, de juiste Legostenen verzamelen en volgens de meegeleverde handleiding stapelen en verbinden. Wie denkt dat dit in de (scholen)bouw niet kan; kijk eens op de website van het Amerikaanse Project Frog te kijken (projectfrog.com), die zichzelf de Industry Leader of Smart Buildings noemt en een verscheidenheid in architectuur laat zien. Een soort van ‘Legolisering’ van de bouw is technisch niet alleen mogelijk, maar bestaat ook al. Wat heb je behalve de genoemde ‘standaardisatie van connectiviteit’ nog meer nodig om naar een soort van levend systeem van hergebruik van componenten te komen? Kort gezegd komt dat neer op:

50

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

1. Logistiek Een systeem/keten waarin: a. Bouwcomponenten worden geproduceerd; b. Gebruikt in bouwprojecten; c. Eenvoudig uit die gebouwde projecten worden gehaald en (tijdelijk) in depots worden opgeslagen; d. Uit die depots worden gehaald en eenvoudig opnieuw worden toegepast in andere bouwprojecten. 2. Een bij die logistiek passend waardensysteem (geld) In onze bouweconomie en zeker in de beoogde circulaire economie heeft een als boven genoemde logistiek en bouwstandaardisatie alleen zin als gestandaardiseerde bouwelementen restwaarde hebben. Investeren wordt daarmee financieel aantrekkelijker: je schrijft niet meer je volledige investering af. De herbruikwaarde moet wel voldoende zijn om de kosten van verwijderen, opslag én de restwaarde van de component rendabel af te dekken. 3. Standaardisatie Standaardisatie van connectiviteit is, behalve technisch noodzakelijk, ook een systeemvoorwaarde om het hierboven onder 1 en 2 genoemde mogelijk te maken. Het systeem is alleen rendabel als er voldoende ‘massa’, voldoende vraag naar hergebruik is. Standaardisatie leidt tot opschaling van een project naar een verzameling van projecten. Standaardisatie op een hoger dan alleen een merkniveau, dus merk overstijgend, leidt tot een nog grotere massa. Het effect van deze ‘legolisering’ gaat overigens verder dan de mogelijkheden van hergebruik alleen. Het leidt juist ook tot flexibilisering van het gebouw. Je kunt een bestaand gebouw in omvang ook eenvoudig uitbreiden of kleiner maken. Of functioneel aanpassen (van bijvoorbeeld grotere klaslokalen naar kleinere klaslokalen en een leerplein). Installatietechnisch is een dergelijke


ONTWERP EN INRICHTING flexibiliteit ook al geen enkel probleem. In een eerder artikel in Schooldomein is met betrekking tot de toepassing van KNX, in analogie van het html in de ICT, al betoogd dat je daarmee eenvoudig elk willekeurig installatieconcept en -regeling eenvoudig mee kan laten veranderen met de bouwkundige veranderingen en indelingen van een gebouw. UITROLLEN Stel dat je als gemeente of schoolbestuur een portefeuille van Lego-gebouwen hebt, dan heeft geen enkele locatie nog capaciteitsproblemen. Het teveel aan lokalen op de ene plek, verplaats je eenvoudig naar een locatie waar te weinig lokalen zijn. Onderwijskundige ontwikkelingen faciliteer je eenvoudig met daarop snel aanpasbare gebouwen. Lange en complexe denksessies en verandertrajecten die gepaard gaan met onderwijsvernieuwing en daarvoor benodigde leeromgevingen, worden opeens ook veel minder complex. Je kunt eenvoudig binnen het bestaande gebouw kleinschalige experimenteeromgevingen creëren en bij succes verder ‘uitrollen’ over je gebouw. WAT MOET ER NOG GEBEUREN? 1. Hoe ziet die gestandaardiseerde connectiviteit eruit? Of laten we dat over aan de markt? Waar bij dat laatste de markt daar door een andere vraag van schoolbesturen en gemeenten wel toe aangezet en gestimuleerd moet worden. 2. Waar en door wie worden (tijdelijk) niet gebruikte componenten opgeslagen voor toekomstig gebruik? 3. Wie is de eigenaar van die (tijdelijk) niet gebruikte componenten en is bereid/in staat deze te financieren? o Is dat de leverancier die bijvoorbeeld op basis van een leaseconstructie die

“Lego heeft reeds vroeg de connec­ti­ vi­teit tussen bouwdelen gestan­daar­ diseerd”

gebouwcomponenten beschikbaar stelt en weer terugneemt? o Is dat een aanbieder van complete schoolconcepten die dus eigenaar en financier blijft van de door hem geleverde gebouwen en hun componenten? Of zijn dat aanbieders per soort component (muren, daken, gevels, vloeren, warmtepompen, etc.)? o Is dat een op het niveau van een gemeente opererende scholencorporatie (zoals Building Breda), met de gemeente of een pensioenfonds als financier van de hele lokale portefeuille? 4. Wie bepaalt de (rest)waarde van gebouw­compo­ nenten? De markt op het moment van vraag? Contractueel al vastgelegd op het moment van aanschaf door de opdrachtgever? Vragen die niet één schoolbestuur of een aanbieder even oplost, maar een gedegen aanpak vergt met bijvoorbeeld: • Grote financiers die bereid zijn te ondersteunen bij de opzet van de logistieke ketens en daarin een verliesgevende opstartfase afdekken; • Aanbieders die met universiteiten onderzoek doen naar die connectiviteit en standaardisatie daarvan; • Opdrachtgevers die een andere hierop gerichte vraag aan de markt gaan stellen. Het lonkend perspectief? Wie herinnert zich niet het lied ‘Met Lego kun je alles maken!’ En dus behalve creëren ook veranderen en opnieuw maken. Elk gebouw is een samenstelling van grondstoffen voor een ander gebouw, bouwafval is niet of nauwelijks aan de orde. En voor wie de vechtprocessen in de bouw zat is, is wellicht de laatste zin nog het belangrijkst: ‘want spelen met Lego is fijn’. Kijk voor meer informatie op m3v.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

51


Tekst Sibo Arbeek

IKC BERKELWIJK VOLOP IN ONTWIKKELING

Mens- en kindvisie staan centraal Op de locatie van het toekomstige IKC Berkelwijk treffen de verschillende partners elkaar, samen met de architecten Ron Verduijn en Ana Magdalinoiu van Van Hoogevest Architecten. De partners zijn trots op het proces, verbeeld door architect Ron Verduijn: een school is vooral een aaneenschakeling van goed georganiseerde gebieden.

A “Het is een aaneen­ schakeling van goed ge­ organiseerde gebieden”

52

SCHOOLDOMEIN

an tafel in het oude gebouw zitten bestuurder en opdrachtgever Wichert Eikelenboom van het bestuur Voila, regiodirecteur van Stichting Kinderopvang Humanitas André Feije als preferred partner en huurder, directeur Alette Rond van de basisschool De Heerd en het expertisecentrum taalschool Voila, die onderwijs voor nieuw­ komers verzorgt, projectmanager Alie Kok en de beide betrokken architecten Ana Magdalinoiu en Ron Verduijn. Zij zijn trots op het proces dat ze samen hebben doorgemaakt. Wichert: “Voila staat voor verschillend onderwijs en is met 12 scholen, waaronder het expertisecentrum, het grootste schoolbestuur in Leusden. De ontwikkeling naar integrale kindcentra vloeit voort uit het integraal huisvestingsplan van de gemeente Leusden, waarbij dit scholeneiland in 2020 aan de beurt is. Wij zijn bouwheer van dit te ontwikkelen kindcentrum met twee basisscholen, het expertisecentrum en kinderopvang.” André: “Vanuit kinderopvang Humanitas vangen wij de kinderen van de De Heerd en van De Holm op, die 500 meter verderop ligt en ook onder Voila valt. De openbare en pc-teams werkten nog niet samen, maar de ib-ers al wel.” Wichert: “Oorspronkelijk was de Montessori­ school ook nog betrokken bij de planvorming om tot

oktober 2018

een gezamenlijk IKC te komen, maar die hebben zich teruggetrokken. Dat heeft tot een heel andere dynamiek geleid die goed heeft uitgepakt. Montessori­ onderwijs heeft natuurlijk een sterke identiteit, terwijl de overige partners vooral vanuit één mens- en kindvisie wilden werken. Met het Montessori erbij zou het meer een MKC/IKC zijn geworden.” HET EI Alette: “De kern is dat ouders en kinderen merken dat de activiteiten in het nieuwe gebouw logisch met elkaar verbonden zijn, waarbij medewerkers samenwerken en ruimten gedeeld worden. We doen dat vanuit verschillende invalshoeken, maar vanuit eenzelfde mensvisie die verder dan een pedagogische visie gaat. We staan open voor alles en iedereen is welkom.” André: “Er blijven keuzen, afhankelijk van identiteit, tegelijkertijd wordt er samengewerkt, zonder alles vooraf vast te leggen. De relatie van binnen naar buiten is heel belangrijk, omdat dat onderdeel is van de wijze waarop we willen acteren.” Alette knikt: “Voor de doelgroep van de Heerd als inclusieve school met meer kwetsbare kinderen heb je veiligheid en geborgenheid nodig.” Ron: “Het gebouw moet die ontwikkeling


ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw IKC Berkelwijk (werknaam) Opdrachtgever Stichting VOILA Architect Van Hoogevest Architecten Adviseur

en ontmoeting faciliteren. Het ontwerp is in gebieden en zones uitgewerkt, die veiligheid en intimiteit bieden en droog en comfortabel zijn; het is een aaneenschakeling van goed georganiseerde gebieden.” Wichert: “Ik dacht altijd in lokalen en gangen, nu was de uitdaging om samen met onze medewerkers na te denken over het gezamenlijke Ei; hoe leren kinderen in 2040, waar leren ze en wat hebben ze nodig?” Alie: “Daar heb ik ze vooral in geprikkeld; na te denken over het onderwijs van de toekomst. Daarin vonden ze elkaar. Ik vind het bijvoorbeeld heel mooi dat De Holm ook al de eerste stappen heeft ondernomen naar een nieuwe onderwijsvisie en dat binnen haar eigen huisvesting al stapsgewijs doorvoert, ter voorbereiding op het nieuwe gebouw.” Alette: “We zijn in ontwikkeling en niemand weet waar het onderwijs naar toe gaat. Dat betekent dat het gebouw flexibel moet zijn.” Ron knikt: “Het belangrijkste instrument van de architect is dat je speelt met ruimte. We hebben een sterk gebouwconcept ontwikkeld, dat veel toelaat, maar ook ordent en vrijheid in gebruik geeft. Je moet wel de ruimte hebben om de inrichting te maken die past bij het onderwijs. Daarbij hebben we geordend in drie leeftijdslagen; van 0-6 jaar, van 6 tot 9 en van 9 tot 12, die telkens een halve verdieping hoger liggen en via open podia met elkaar verbonden zijn.”

Twynstra Gudde BVO 1.848 m² Stichtingskosten e 4.4 mio (incl. btw) Ingebruikname Augustus 2020

ONTDEKKINGSTOCHT André: “Het gebouw biedt structuur en is tegelijkertijd een ontdekkingstocht. Elk kind kan een plek vinden. Dan blijkt na schooltijd dat het gebouw aantrekkelijk is om er te blijven. Waarbij het kind gedurende de dag mee bepaalt op welk moment hij aan de slag gaat en zo leert keuzen

te maken.” Ron haakt in: “Architectonisch is het belangrijk om te kaderen. Het enige wat je doet is ruimte maken of afbakenen, uitsluiten of verbinden. Als je zo ontwerpt maak je een rijkdom aan activiteiten mogelijk. Het scheppen van een leefwereld is de uitdaging om een dynamisch geheel te maken dat elk uur van de dag werkt. We kwamen niet met een ontwerp dat we aanscherpten; het was heel adaptief. Dat ontwerpproces vraagt van alle partners een open houding. Het is een mooie symbiose tussen een huisvesting- en organisatieontwikkeling geworden.” Wichert: “In veel scholen zie je dat de ontwikkeling naar open leerpleinen tot chaos leidt. Dat wilden we hier niet. Met inrichting kun je plekken maken die uitnodigen om te leren. Die structuur willen we bieden. Dat is de structuur geven die ze nodig hebben, maar wel in de openheid in de keuze. In korte tijd voelde het alsof ik met mensen aan tafel zat die samen een huis wilden bouwen.” Alette: “Vertrouwen is van groot belang en dat is de basis voor het vervolgproces.” Wichert: “We hebben een ruime locatie met voldoende buitenruimte om te verbinden. Daar ligt ook een belang van de gemeente; het consortium dat het gebouw gaat realiseren mag die ambitie verder uitwerken in ons nieuwe kindcentrum.” Kijk voor meer informatie op vanhoogevest.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

53


Tekst Sibo Arbeek

LEUKER LEVEN EN BELEVEN OP HET SOMA COLLEGE

Een opleiding waar je leert in de praktijk Het SOMA College is een landelijke mbo-instelling en biedt 12 opleidingen in de infra. De deel­nemers komen uit heel Nederland; van Terschelling tot Terneuzen. De studenten verbleven in g­ edateerde gebouwen en kamers. Tijd dus voor een totale make over.

M

anager bedrijfsvoering Esther ter Avest: “Het SOMA College is ontstaan uit de Stichting Bevordering Wegenbouw (SBW ). Deze stichting kocht ooit een stuk bosgrond in de gemeente Ede om ongehinderd met machines en het ‘werken aan de weg’ te oefenen. In cursussen van zes weken ontdekten machinisten op dit oefenterrein de fijne kneepjes van het vak. De officiële erkenning door het toenmalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, resulteerde in de oprichting van Stichting tot Opleidingen van Machinisten voor Aannemersbedrijven (SOMA). OCW bekostigt ongeveer 75% en de branche de rest. In 1999 verhuisde het SOMA College naar deze voormalige kazerne in Harderwijk, om het groeiende aantal deelnemers en het machinepark meer ruimte te geven. Sinds 1958 zijn we gegroeid van 24 naar circa 850-900 deelnemers per jaar en ongeveer 80 medewerkers. Het SOMA College is geen ROC of AOC, maar een vakopleiding, waarbij we 12 vakopleidingen in de infra bieden. We zijn daarmee dé grootste gespecialiseerde vakopleiding voor de infra in Nederland. Bij ons staat leren in de praktijk centraal. Deelnemers tussen de 16 en 22 jaar volgen veel praktijklessen met machines op het uitgebreide oefenterrein en practicumlessen in de

54

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

werkplaatsen. We vinden beroepspraktijkvorming bij infrawerkgevers als leerbedrijf enorm belangrijk. SOMA leidt onder meer op voor stratenmakers, machinisten en monteurs. En de branche staat klaar aan de poort: er is een 1 op 1 baangarantie. We hebben meer aanmeldingen dan plekken en de markt staat te springen om goede mensen.” GEDATEERDE HUISVESTING Naast Esther zit Ilona Alders van De Leukste Inrichters aan tafel. Aanleiding is de nieuwe inrichting van de gebouwen 130 en 120, waar de deelnemers (doordeweeks) verblijven. Esther: “Omdat onze deelnemers van heinde en ver komen hebben ze bij ons de mogelijkheid om door de week hier te overnachten. In het weekend gaan ze weer naar huis. 95% is jongen, maar we hebben ook een paar stoere meiden, die uiteraard een eigen kamer hebben. Onze faciliteiten waren gedateerd, met drie studenten op een kamer met stalen kasten, tl-verlichting, een koelkast en een tosti-apparaat en geen prettige ruimten om in te verblijven. Kortom; de campus was aan vernieuwing toe. In schooljaar 20172018 is daarom een verbouwing/renovatie gestart aan het tweede campusgebouw, in het schooljaar 2018-2019 wordt deze in gebruik genomen. We


ONTWERP EN INRICHTING verwachten begin 2019 te kunnen starten met de verbouwing aan het derde campusgebouw.” WOONBEGELEIDERS Esther: “Het gaat om meer dan alleen de transformatie van de campus. De verbinding met het onderwijs is veel manifester geworden en dat betekent dat we in het onderwijs leren om met respect met elkaar om te gaan. Immers; de branche transformeert sneller en werkgevers vragen mensen die meer in huis hebben dan alleen vakgerichte competenties. Jezelf presenteren, afspraken nakomen, elkaar corrigeren zijn belangrijke vaardigheden. En dat trekken we door naar de campus waar de nieuwe inrichting de deelnemers helpt om met respect met hun woon- en leefomgeving om te gaan. Om die reden hebben we ook vier woonbegeleiders die van maandag tot en met vrijdag op de campus aanwezig zijn en een oogje in het zeil houden en helpen waar nodig.” VERSCHILLENDE SFEREN Ilona knikt: “Ik begon met drie inrichtingsconcepten met verschillende sferen, zoals natuur en constructie. Samen met de opdrachtgever hebben we voor een mooie mix gekozen. Voor de Open Dagen maakte ik

Ilona Alders: “Het inrichten van deze campus was een heel bijzonder project naast alle ‘gewone’ onderwijsprojecten zoals personeelskamers en aula’s. Een functionele inrichting maken waar een groep jonge mensen slaapt, leeft en zich thuis voelt. De samenwerking met het SOMA, de aannemer en de leveranciers was fantastisch. Het resultaat is twee prachtig gerenoveerde en nieuw ingerichte gebouwen waar al met veel plezier gewoond en gewerkt wordt. Dat maakt mijn werk zo leuk!”

presentatieborden en een mini-opstelling van het meubilair. Ze zijn nog een tijd blijven staan en zo begon het enorm te leven. In de nieuwe situatie delen studenten een kamer met drie andere deelnemers en delen drie slaapkamers een eigen leefruimte met een keuken, waarin ze kunnen lunchen, ontbijten, chillen en ontspannen. Desgewenst kunnen ze ook eten in de centrale kantine. Alles is op elkaar afgestemd; zo heb ik bij de bedden eigen plekken gecreëerd, waarin een lampje zit en een contactpunt. Dat geeft de studenten het gevoel dat ze een eigen plek hebben. Het complete meubilair voor de slaapkamers, ook de kasten, is speciaal ontworpen en op maat gemaakt door de interieurbouwer. Je ziet in de huiskamers een mix van meubilair met een stoere - en vooral geen stoffen - bank op een metalen onderstel, grote tafels met kleurrijke stoelen, stevige krukjes en hoge krukken aan de bar. Het is licht, natuurlijk en een beetje stoer. De materialen zijn stevig en goed schoon te houden. Het moet aanvoelen als thuis én facilitair handig zijn.” Esther: “De inrichting doet iets met het gedrag van de gebruikers. De derde jaars waren nog gewend om ruw met de inrichting van hun ruimten om te gaan want wat maakte het uit? Bij de eerste jaars zie je al dat ze respect voor hun leefomgeving hebben en er trots op zijn. Het samenwerken om het netjes en schoon te houden zorgt voor een groter saamhorigheidsgevoel. Zo blijkt maar weer dat een goede en aantrekkelijke inrichting bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving.”

“Zo blijkt maar weer dat een ­goede en aan­trekkelijke inrichting ­bijdraagt aan de kwaliteit van de leef­ omgeving”

Kijk voor meer informatie op deleuksteinrichters.nl of op facebook.com/somacollege of soma-college.nl.

Esther ter Avest (l) en Ilona Alders SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

55


Tekst Sibo Arbeek

DE STERRENSCHOOL ALS CIRCULAIR VOORBEELD

Hergebruik meubilair past binnen visie STIP De nog te bouwen Sterrenschool in Hilversum wordt een voorbeeldproject van circulair bouwen en een circulaire levenshouding. Bestuurder Geert Looyschelder van STIP Hilversum heeft samen met het schoolteam over elk onderdeel van het proces nagedacht: “Het gaat erom wat je kinderen wilt meegeven, waarbij een gebouw in zijn omgeving een prachtig leermiddel is.”

G

eert: “De Sterrenschool in Hilversum-Oost heette vroeger de Leeuwenhoekschool, een prefab school uit de jaren ’70 die al jaren op de nominatie voor nieuwbouw stond. De gemeente wilde niet meer investeren omdat het leerlingenaantal terugliep. Wij hebben toen zelf onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het binnenmilieu en daar kwam een vernietigend rapport uit. Samen met de nieuwe directeur, het lerarenteam en ouders hebben we toen het concept van de Sterrenschool ingevoerd dat vervolgens wel ouders en kinderen trok. Zo werken we met wisselende lestijden en hebben we grote mentorgroepen met daarnaast ruimte voor kleinere groepen die van specialisten les krijgen, zoals taal of rekenen. Inmiddels heeft de gemeente ons toestemming voor nieuwbouw gegeven. Als eerste hebben we ons de

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Sterrenschool voor 200 leerlingen Opdrachtgever Gemeente Hilversum in samenwerking met STIP Meubilair Presikhaaf Schoolmeubelen en Gispen Architect Mies Architectuur Aannemer Friso Bouwgroep Sneek Oplevering Juli 2019

56

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

vraag gesteld wat voor gebouw het moet zijn en wat we willen uitstralen. Ouders vragen meer en zijn kritisch; ze willen voor hun kinderen een gezond gebouw, dat leerlingen iets meegeeft op het gebied van duurzaamheid. Daarom maken we een school voor doe-kinderen die niet alleen cognitief, maar ook sociaal emotioneel en creatief worden geprikkeld. Dit past ook in het ondernemerschap van onze stichting: out of the box durven denken.” MIDDELPUNT VAN DE WIJK Geert verder: “De Sterrenschool staat voor openheid en transparantie; het nieuwe gebouw wordt een middelpunt in de gemêleerde wijk, met een plein dat ook een wijk- of dorpsplein wordt. Toen we startten heb ik alle ambtenaren uitgenodigd die op de een of andere manier met de school te maken


ONTWERP EN INRICHTING

“Het kan zo maar zijn dat een leerling straks aan een blad werkt waar vroeger de CEO van ABN-AMRO aan zat te vergaderen”

konden hebben, van parkeren tot schoonmaak, veiligheid, sport, ruimtelijke ordening en toegankelijkheid. Dat heeft tot verbinding geleid, omdat je dan een verhaal deelt, waar je trots op kunt zijn. Dan kom je op gasloos uit en moet het gebouw ook energie voor de buurt opwekken. Een deel van het dak is bestemd voor panelen voor de buurt. Verder willen we de wijk vergroenen met bomen en een natuurplein, waar de kinderen lekker kunnen spelen.” CIRCULAIR DENKEN LOONT “Circulair denken loont. Bij de sloop van de Sterrenschool is afgesproken dat verschillende her te gebruiken materialen, die direct in de nieuwbouw gebruikt kunnen worden, eigendom van de school blijven. Deze materialen zijn ook nog aanwezig op het terrein. Dit betreft onder andere de trottoirtegels en de vensterbanken. Op die manier verdienen we de sloopkosten terug. Zo worden straks de gevelstenen door New Horizon geleverd en diverse installatietechnische onderdelen. Door het beschikbaar stellen van het gebouw aan New Horizon krijgen we dus toegang tot het Urban Mining Collective waarmee de circulaire levering van materialen zekerder is. Duurzaamheid zit ook in speelse elementen, zo maken we een glijbaan vanaf de eerste etage naar buiten, omdat we bewegen en bewegend leren belangrijk vinden. Het is de bedoeling dat de sportzaal een muur krijgt die energie oplevert. De aannemer Friso Bouwgroep uit Sneek denkt actief mee over het circulair bouwen; ze richten de bouwfase duurzaam in en houden daarbij rekening met de wijk. Zo rijden er kleinere wagens en vindt de overdracht van materialen op een goede wijze plaats. De school krijgt ook een paspoort en alle materialen zijn over pakweg 30 jaar weer her te

gebruiken. De gemeente heeft ons een half miljoen extra gegeven en we stoppen er als bestuur ook eigen geld in.” CIRCULAIRE INRICHTING Geert werkt al jaren samen met Rob Stöver, de Onderwijs Inrichtingsspecialist van Presikhaaf Schoolmeubelen: “We kwamen met Presikhaaf in gesprek over meubilair in een circulaire omgeving en dat sloeg aan, ook omdat Presikhaaf in de productie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt inzet en daarvoor PSO-trede 3 is gecertificeerd.” Rob knikt: “Presikhaaf Schoolmeubelen werkt voor het hergebruik van materialen samen met haar collega’s van Gispen. Gispen kreeg bijvoorbeeld 800 oude bureaus van ABN-AMRO terug; vroeger werden ze verbrand of gingen ze naar de stort, nu hergebruiken we ze. De bureaubladen verzagen we in de grootte van de leerlingtafel en het kan zo maar zijn dat een leerling straks aan een blad werkt waar vroeger de CEO van ABN-AMRO aan zat te vergaderen. Verder gebruiken we oud meubilair van de Sterrenschool en andere STIP-scholen; het meubilair ontlakken we en we spuiten het opnieuw.” Geert knikt: “Vroeger was alle meubilair eenheidsworst, maar nu vinden we diversiteit belangrijk en moet het passen binnen ons concept.” Rob knikt: “We maken bijvoorbeeld concentratiewerkplekken van voormalige dossierkasten en de kluisdeurtjes van de lockers zijn ook weer gemaakt van oude bladen van bureaus.” Geert ten slotte: “Hergebruikt materiaal kan leerlingen ook een verhaal vertellen, namelijk dat de grondstoffen op de aarde opraken en dat we er zorgvuldig mee moeten omgaan.” Kijk voor meer informatie op schoolmeubelen.com.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

57


BEDRIJVEN EN ONDERWIJS SLAAN HANDEN INEEN

Het nieuwe vmbo ­ontwerpen 58

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

Werken aan een nieuw vmbo in de Achterhoek op twee plekken, waarbij ’t Beeckland uit Vorden en Het Stedelijk Vakcollege uit Zutphen intensief met het bedrijfsleven gaan samenwerken. Op het moment dat de wereld de school binnenkomt, verandert het leergedrag van leerlingen en wordt de school een plek waar mensen naar toe komen. Een reis naar een nieuwe inrichting van het beroepsonderwijs.

D

ie ontwikkeling vormt de basis voor een goed gesprek met kwartiermaker regionaal vmbo in de achterhoek José Mens, voor­malig directeur Sjaak Stans van ‘t Beeckland, die nu de mavo-afdeling opzet, locatiedirecteur van Het Stedelijk Vakcollege Janneke Veldhuis en ICSadviseur Hidde Benedictus. José: “Mijn opdracht is beide scholen samen te brengen in één regionaal vmbo en tegelijkertijd het onderwijs­ programma samen met medewerkers én bedrijven en instellingen uit de regio te ontwikkelen.” Sjaak: “We weten vanaf 2010 dat er krimp is in de Achterhoek, waarbij het vmbo het hardst krimpt. Tege­ lijkertijd vond de vernieuwing van het vmbo plaats waarbij de verbinding tussen school en omgeving meer aandacht kreeg. In de Achterhoek zijn alle vmboscholen bij elkaar gaan zitten rond de vraag wat we samen kunnen doen om het beroepsonder­ wijs in de regio een impuls te geven. Daar zijn initiatieven als Smart Technical Education Regio Achterhoek (STERA) uit ontstaan, waarbij intensief wordt samengewerkt met het bedrijfsleven en

Vlnr: Hidde Benedictus, Sjaak Stans, Janneke Veldhuis en José Mens

tussen scholen onderling. Intensieve samenwerking tussen ’t Beeckland en Het Stedelijk lag daarom voor de hand, bovendien waren er al leerlingstromen tussen beide scholen.” José: “We praten over circa 800 vmbo-leerlingen voor beide scholen samen; apart kunnen ze niet bestaan en kunnen ze niet de diepgang bieden waar de regio om vraagt. Het onderwijs verschraalt doordat je leerlingen weinig keuzemogelijkheden kunt bieden. Wij hebben het omgedraaid; wij willen leerlingen vooral buiten de school laten leren en intensief kennis laten maken met het werkveld. Een vmbo-kind leert anders dan een havo/vwo-kind, omdat ze andere leerstrategieën hebben. Het credo is leren door doen of praktijkrealistisch leren. Dus niet een methode Duits op school volgen, maar op een terras Duitse toeristen bedienen en ze in het Duits vragen wat ze willen drinken. Vanaf de brugklas de praktijk proeven en er opdrachten doen en ervaren hoe leuk het is in de installatietechniek of in de zorg of welk werkveld dan ook.” HYBRIDE LEREN Janneke knikt: “Leren door te doen. Eén van onze docenten is vrijwilliger bij het Rode Kruis en laat leerlingen Mobiliteit en Transport (M&T) daar praktijkopdrachten doen. Dat betekent de loods openen, de vrachtwagen inpakken, de vrachtbrief schrijven en dat gekoppeld aan het praktijkexamen. Dat vinden leerlingen veel leuker dan in het lokaal een opdracht uitvoeren. De houding verandert; we komen hier niet in een school om te klieren want het is echt.” Sjaak knikt: “In Vorden zie ik hetzelfde met Bèta Challenge, waar we bedrijven vragen om met onze mavoleerlingen te werken. Een architect wilde mobiele woningen voor vluchtelingen bouwen. Hij stapte de klas binnen, gaf aan wat zijn denkrichting was en betrok ze bij de uitwerking.” “Elke school kent deze voorbeelden”, vult José aan, “wij willen nog een stap verder gaan. Vaak doen we dingen dubbel. Leerlingen leren tijdens hun stage heel goed om bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Vaak moeten ze op school nog een keer laten zien dat ze het kunnen. De omkering is dat

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

59


begeleiding met ouderen naar de markt of helpen met activiteiten. Dan wordt binnen het profiel Zorg en Welzijn (Z&W) de handeling duwen van een rolstoel een stuk realistischer dan wanneer je het hier op school met medeleerlingen oefent. Bovendien voeg je direct iets toe aan de kwaliteit van de zorg, want er zijn meer mensen beschikbaar om ouderen te begeleiden. Onze docent en de praktijkbegeleider hebben intensief contact over de activiteiten en het toezicht erop. Ook hier weer de omkering: niet ons eigen programma is leidend, maar de vraag vanuit het verzorgingshuis. We kijken goed wat ze leren en dat vinken we af; we ontwikkelen ons van curriculum gestuurd, maar vraag gestuurd. Je vult de competenties in, in dialoog met het bedrijf; wat hebben ze al gedaan en wat kunnen ze nog leren. Het gaat veel verder dan we nu denken. De rol van de school en de docent wordt totaal anders.” Sjaak: “Op het moment dat de wereld de school binnenkomt, verandert het leergedrag van leerlingen en wordt de school een plek waar mensen naar toe komen. Dat is spannend voor de docent: kom niet aan mijn vak want dan kom je aan mij. Het begeleiden van de vmbo-leerling in wisselende netwerken vraagt om andere competenties van de docent.”

we dat direct in de praktijk doen. Afgelopen maand zaten vijf horecabedrijven uit Vorden met docenten om tafel om te kijken welke leerervaringen we leerlingen van jaar 1 t/m 4 samen kunnen bieden in een doorlopende leerlijn horeca en toerisme. Begeleider en docent tekenen deeltaken af in de praktijk. Dat werkt toch veel beter?” COMPETENTIES Hidde vanuit zijn rol: “Als je kijkt naar de capaciteit kun je dat rijke aanbod niet aanbieden en in stand houden, op deze manier kan dat wel. Die samenwerking is fundamenteel; je hebt een vangnet nodig en voor de rest ben je een netwerk waarbij bedrijven een deel van het onderwijs adopteren.” José knikt: “Daar zit wel een economisch risico, maar dat nemen we. Je kunt alleen maar met stevige netwerken aan de toekomst bouwen. Wat helpt is de demografische studie waarbij we zien dat veel bedrijven in techniek, zorg en horeca staan te springen om goede vakmensen. Willen we een krachtige regio houden dan moeten we de handen ineenslaan. Dat geldt voor het mbo, maar ook voor het vmbo; wij moeten zorgen dat het loopbaanperspectief wordt opgerekt door leerlingen praktijkervaring in een breed veld te bieden en het bedrijfsleven staat daar positief tegenover.” Sjaak: “Een mooi voorbeeld zijn de installatiebedrijven die graag met het vmbo willen samenwerken. Onze leerlingen leren in het bedrijf, de school zit erbij en kijkt hoe de leerling leert. Hoe helpen we het bedrijf om te weten welke kwaliteit we van de leerling vragen?” José: “ Daar kun je ver in gaan. We doen op dit moment een pilot met zorginstelling Sutfene. Leerlingen leren bijvoorbeeld daar bedden op te maken in plaats van op school en gaan onder

60

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

“Het begelei­ den van de vmbo-leer­ ling vraagt om andere ­competenties van de ­docent”

KLASSIEKE BARRIÈRE Hidde: “Jullie hebben een klassieke barrière geslecht; het onderwijs zegt vaak dat bedrijven het niet aankunnen en bedrijven geven aan dat het onderwijs niet flexibel genoeg is. De oplossing is het sterke netwerk en heel wendbaar onderwijs om dat te ondersteunen.“ José: “Je kunt je afvragen of je nog een gebouw nodig hebt, maar wij vinden de ontmoeting erg belangrijk. Daarom gaan we op twee plekken in Vorden en Zutphen een onderscheidend schoolgebouw maken dat gebouwd wordt op de verbinding tussen onderwijs en omgeving. Om ons te helpen dat beeld helder te krijgen hebben we ICSadviseurs gevraagd.” Hidde lacht: “Ik mocht hier niet rekenen met de vng-norm, maar alleen vanuit betekenisvolle plekken denken en zo een nieuw concept uitwerken. Zo is elke plek niet vanzelfsprekend, maar verbonden met de competentie-ontwikkeling van de leerlingen en het netwerk van bedrijven. Denk aan hoe je een kantine maakt, de uitgifte regelt of een platform ontwerpt. Dat zijn allemaal mini-bedrijven waar competenties mee verbonden zijn. Het moeten hybride gebouwen worden die uitdagen om te netwerken, waar je graag wilt zijn, maar die ook de grens tussen binnen en buiten doen vervagen.” Inmiddels ligt er na een aantal sessies met de vakdocenten een eerste uitwerking in een vlekkenplan. De reacties zijn enthousiast: zo’n schoolgebouw bestaat nog niet en wij gaan het samen met het bedrijfsleven doen.” Kijk voor meer informatie op icsadviseurs.nl.


ONTWERP EN INRICHTING

GRESWARENFABRIEK IN REUVER: SCHOOLVOORBEELD VAN RISICODRAGEND PROJECTMANAGEMENT

Industrieel monument biedt onderdak aan onderwijs van de toekomst Het begon allemaal met de droom om van een oude, vervallen leegstaande fabriek een bruisend, innovatief onderwijscentrum te maken. Stichting Onderwijs Midden-Limburg (SOML) accepteerde niet dat tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren in de weg stonden. Ze zocht ĂŠn vond een oplossing om haar droom te realiseren. Mede dankzij Risicodragend Projectmanagement (RPM) van HEVO werd de restauratie en transformatie van de oude Greswarenfabriek in Reuver financieel haalbaar.

D

e Greswarenfabriek in Reuver is een van de zeldzame overgebleven fabriekspanden van de voor Limburg zo kenmerkende Greswaren industrie. De cultuurhistorische waarde van het gebouw is dan ook groot. Reden genoeg om de Gres­ warenfabriek te benoemen tot industrieel monument. Maar het gebouw had al jaren geen gebruiksfunctie meer en verkeerde in deplorabele staat. Toch geloofden SOML, de provincie Limburg en de gemeente Beesel in de droom om dit karakteristieke pand een

duurzame, maatschappelijke en multifunctionele bestemming te geven. Dat die droom momenteel werkelijkheid wordt is mede te danken aan hun lef, doorzettingsvermogen en krachtige gezamenlijke visie. PARTNERS Een gezamenlijke visie was namelijk onontbeerlijk om de nieuwe school te realiseren, vindt Arthur van Kempen. Als senior projectmanager bij vastgoedexpert HEVO is hij intensief betrokken

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

61


“Ik vind het echt heel bijzonder hoe alle partijen samen zijn blijven geloven in de haalbaarheid van dit project”

62

SCHOOLDOMEIN

bij de restauratie en herbestemming van de Greswarenfabriek. “Wat ik bijzonder vind is dat alle partijen samen zijn blijven zoeken naar wegen om de Greswarenfabriek een tweede leven te geven, óók toen het er op leek dat de ingeslagen weg een doodlopend spoor was. Ondanks alle tegenslagen zijn de partners samen blijven geloven in de toekomst en meerwaarde van ‘hun’ gebouw. Die gaat veel verder dan de onderwijsfunctie. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat andere maatschappelijke organisaties - zoals de bibliotheek en sociaal partner Rendiz - ook onderdak krijgen in de Greswarenfabriek. Dit bevordert onder meer de kruisbestuiving tussen onderwijs en maatschappij en draagt wezenlijk bij aan de leefbaarheid van de regio. Deze visie werd breed gedragen, maar de prangende vraag was wie de financiële risico’s van de restauratie, transformatie en exploitatie op zich durfde te nemen. Reden om HEVO een haalbaarheidsstudie te laten uitvoeren. Daarnaast hebben we ook een zogenoemde doorkijk op het projectmanagement gedaan. Daarmee werden de benodigde tijd, techniek en bekostiging transparant in kaart gebracht. HEVO heeft veel ervaring met Risicodragend Projectmanagement in het onderwijs. Dat bleek dé oplossing te zijn om de droom van de Greswarenfabriek financieel mogelijk te maken.” DOORDACHTE KEUZE Belangrijkste reden om voor RPM te kiezen was het feit dat onderwijsorganisatie SOML de bouwmeester is van dit unieke project. “In de praktijk betekende dit dat de Greswarenfabriek binnen een strakke planning en budgetten geschikt gemaakt moest worden voor modern onderwijs en multifunctioneel gebruik. Maar juist

oktober 2018

Arthur van Kempen Senior projectmanager restauratie en herbestemming Greswaren­fabriek arthur.kempen@hevo.nl. Kijk voor meer informatie op www.rpmbyhevo.nl.

bij een industrieel monument zijn de financiële risico’s groot,” legt Arthur uit. “Risicodragend Projectmanagement geeft SOML de garantie dat ze inhoudelijk volledig de regie houdt en dat ze haar nieuwe locatie krijgt voor de afgesproken prijs binnen de overeengekomen planning. Daarmee dekt SOML alle onvoorziene risico’s af.” Dat klinkt als een simpele oplossing en dat is het in wezen ook. “Maar het vergt wel lef van alle betrokken partijen”, stelt Arthur. “Het succes van RPM staat of valt met de bereidheid van alle betrokken partijen om als gelijkwaardige partners op te trekken. Ook het vermogen om al in het ontwerpstadium gedetailleerde keuzes te maken is een wezenlijke succesfactor. Zo voorkom je ‘tegenvallers’ en vertraging in de uitvoeringsfase. Al is het evident dat je erkent dat je bij een restauratie vooraf nooit precies weet wat je tegenkomt. Uiteraard hebben we die risico’s zo goed mogelijk ondervangen met goed en gedegen vooronderzoek. Maar persoonlijk vind ik dat HEVO lef toont door dit project risicodragend uit te voeren.” STAPSGEWIJS Uiteraard heeft HEVO de keuze voor RPM weloverwogen genomen. Ook al is dit project in complexiteit en uitdaging ook binnen HEVO


ONTWERP EN INRICHTING

Herontwikkeling Greswarenfabriek

Risicodragend ­Projectmanagement (RPM)

De Greswarenfabriek in Reuver is een industrieel monument dat momenteel herontwikkeld wordt. In het gebouw komt het vmbo-onderwijs en de onderbouw havo van het Bisschoppelijk College Broekhin. Er is ook ruimte voor dagbesteding en andere maatschappelijke functies in samenwerking met sociaal partner Rendiz. HEVO heeft in 2017 een haalbaarheidsstudie gedaan. Daarna kreeg HEVO het vertrouwen en de opdracht om op basis van Risicodragend Project­management de herontwikkeling te realiseren.

Bij Bij RPM krijgt men de garantie dat nieuwbouw, verbouw of renovatie van gebouwen binnen de gestelde budgetten, kwaliteit en tijdsplanning gerealiseerd wordt. HEVO is de enige huisvestingsexpert in Nederland die harde garanties geeft op planning, zekerheid op prijs én kwaliteit. We nemen het risico van de ontwikkeling en realisatie over, terwijl u inhoudelijk eigenaar blijft van het ontwikkelproces. Dat is voor ons geen risico, omdat we een innovatieve expert zijn in onderwijshuisvesting en vastgoed.

uniek. “We hebben ruime ervaring in het bouwen, renoveren en herontwikkeling van onderwijshuisvesting. Alleen als je de branche goed kent, kun je als échte partner aan tafel zitten,” vat Arthur samen. “Een andere succesfactor is dat we op basis van onze kennis, kunde en ervaring in staat zijn complexe vastgoedprojecten met grote maatschappelijke belangen goed te doorzien. Zo hebben we onder meer gedegen vooronderzoek gedaan. Dat helpt om te inventariseren waaruit de financiële, inhoudelijke en procesmatige uitdagingen bestaan. Ook zijn we in staat om het hele proces goed te overzien en in duidelijke stappen op te splitsen. Dat geldt voor het voortraject, maar zeker ook voor de uitvoering. Daarom hebben we bijvoorbeeld heel bewust de restauratiefase gescheiden van de transformatiefase. Het loont de tijd en moeite om eerst dit pand – waarvan de oudste delen uit 1880 stammen – in een goede conditie te brengen. Daar hebben we in de planning dus voldoende tijd voor gereserveerd. Voor ons logisch, omdat we weten dat we bij de restauratie onvoorziene zaken tegen zouden komen. Daar hebben we uiteraard in tijd en geld zoveel mogelijk op geanticipeerd. Pas als de restauratie is afgerond, gaan we aan de slag met de transformatie naar een duurzame en moderne gebruiksfunctie. Dat klinkt heel eenvoudig, maar in de praktijk heb je te maken met een complex samenspel van techniek, planning en financiën.”

LEREN VAN EN MET ELKAAR Op dit moment is de restauratie van de Gres­waren­ fabriek in volle gang. Stukje bij beetje komt het ooit vervallen en verlaten pand weer tot leven. Dat geeft het project beslist een nieuwe impuls. Zo komt er steeds meer animo van andere partijen om ruimte in het pand te huren. “Ik vind het echt heel bijzonder hoe alle partijen samen zijn blijven geloven in de haalbaarheid van dit project,” benadrukt Arthur. “De betrokken overheden hebben niet in wetten en regels maar in kansen gedacht. Dat gaf ruimte om te onderzoeken hoe we de maatschappelijke meerwaarde van de Greswarenfabriek praktisch en financieel haalbaar konden maken. Van vergunning tot bekostiging: op alle fronten is positief meegedacht. Daardoor wordt de Greswarenfabriek veel meer dan een nieuwe school. Komend schooljaar opent in Reuver een plek waar van en met elkaar geleerd kan worden. Dat vind ik een inspirerende gedachte. Overigens heeft dit project me ook op een andere manier geïnspireerd en weer naar de schoolbanken gebracht. Op dit moment volg ik een specialisatie in restauratie, transformatie en herbestemming van bestaande gebouwen. Ik merk dat ik profiteer van de kruisbestuiving tussen ‘theorie’ en ‘praktijk’. En dat is nu juist wat SOML haar leerlingen komend schooljaar wil bieden!” Kijk voor meer informatie op: www.rpmbyhevo.nl en www.hevo.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

63


Van vloer tot wand ­tegen schade bestand

De wanden zijn in schoolgebouwen meestal lastig te onderhouden. Ze raken al heel snel vuil en beschadigd door het intensieve gebruik. Daar is eindelijk een oplossing voor. Door Marmoleum Onto the Wall als lambrisering aan te brengen, zorgt u voor een robuuste wandbekleding die ook nog decoratief is.

64

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


BELEVING EN BEHEER

“Marmoleum Onto the Wall ontwikkeld na behoefte geuit door de schoolbesturen”

J “Waarom zou je de beproefde kwaliteit van de vloer niet tot in de hoogte doortrekken?”

e ziet ze soms nog in oude schoolgebouwen: geglazuurde tegeltjes. Ze werden in de gangen aangebracht als wandbekleding en vormden een even oersterk als elegant ornament. De tegeltjes zijn vele schoolgeneraties later verdwenen. Toch zijn ze de inspiratiebron voor een nieuwe wandbekleding: Marmoleum Onto the Wall. Dit topproduct gaat net als tegeltjes véél langer mee dan glasvlies en schilderwerk. Die vertonen snel vuile strepen en zijn bevattelijk voor krassen en gaatjes. Rondzwaaiende schooltassen, schoenzolen en handafdrukken laten hun sporen na. Marmoleum Onto the Wall is kras- en stootvast en heeft een sterk beschermende finish. Daardoor is het oppervlak gemakkelijk schoon te houden.

VAN VLOER TOT PLAFOND Marmoleum Onto the Wall is een uitbreiding van de succesvolle Marmoleum-vloerbekleding. Een slimme maar ook logische uitbreiding. Want waarom zou je de beproefde kwaliteit van de vloer niet tot in de hoogte doortrekken? Zo beschermt u gangen, klaslokalen en aula’s tegen de haveloze indruk die wordt veroorzaakt door vuil, krassen en slijtage. Marmoleum Onto the Wall kan op vlak gestucte ondergronden worden verlijmd. Meestal gebeurt dat tot 1 m 20 hoogte, desgewenst tot het plafond. Voor de nette afwerking zijn er profielen beschikbaar, zoals voor binnenhoeken, buiten­ hoeken en randen. Er zijn verschillende kleur­ accenten, eventueel uit dezelfde collectie als de

Marmoleum-vloer. Maar ook een afwijkende kleur kan een mooi decoratief effect opleveren, zoals wanneer u een meer speelse, kleurrijke sfeer in de school wilt oproepen. Marmoleum Onto the Wall is uitgebreid getest op brandwerendheid en voldoet aan de specifieke normering voor wandbekleding. PRIJSBEWUSTE INVESTERING Marmoleum Onto the Wall wordt één keer aangebracht door een professioneel vloerenbedrijf. Daarna heeft u er geen omkijken meer naar. Die eenmalige investering weegt niet op tegen de kosten van schilderwerk dat jaarlijks opnieuw moet worden gedaan. Ook ten aanzien van de kwetsbaarheid valt de vergelijking in het voordeel uit van Marmoleum Onto the Wall, dat immers tegen een stootje kan, hygiënisch is en daardoor zelfs de moeilijkste plekken zoals trappenhuizen keurig op orde houdt. Bovendien bewijst u er het milieu een dienst mee: Marmoleum is de eerste CO2-neutrale vloer ter wereld. Die kwaliteit dankt Marmoleum aan de hernieuwbare natuurlijke grondstoffen waaruit het is gemaakt, zoals lijnolie, hars, houtmeel en kalksteen. U maakt dus ook een duurzame en verantwoorde keuze. Maar wat vooral in het oog springt, is dat uw schoolgebouw schoon, netjes en representatief blijft. In zo’n leefomgeving is het prettig leren en lesgeven. Schooljaar na schooljaar. Kijk voor meer informatie op www.forbo-flooring.nl/ontothewall.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

65


KWALITEIT EN EXPERTISE DOOR PLATFORM ONDERWIJSHUISVESTING De branchevereniging voor adviesbureaus rond onderwijshuisvesting. Die professionalisering van het vakgebied vertalen naar een deskundig klankbord voor overheid en belangenorganisaties voor onderwijs en maatschappelijk vastgoed. Een platform dat professionals met elkaar in contact brengt om de kwaliteit van het maatschappelijk vastgoed naar een hoger niveau te tillen. Dat Platform bestaat: Platform Onderwijshuisvesting; of gewoon POH! www.platformonderwijshuisvesting.nl of info@platformonderwijshuisvesting.nl

adviseurs

projectmanagers

procesmanagers

SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dĂŠ uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:

www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS

1848

66

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


Tekst Edward van der Zwaag, voorzitter partners Schooldomein

1988 – 2018

30 jaar School­domein In 1988 is Schooldomein voor het eerst verschenen. Dit magazine bestond slechts uit 4-5 pagina’s en bevatte enkele artikelen over onderwijs aangevuld met voorschriften van de overheid. In een zeer kleine oplage werd dit blad verspreid onder schooldirecties en schoolbesturen. Eigenlijk had het blad in deze vorm geen toekomst met weinig lezers. In de loop der jaren groeide het blad in vorm en vormgeving tot het prachtige magazine wat het nu is geworden in 2018.

D

e verspreiding werd vergroot, de diversiteit van de artikelen nam toe en nationale en internationale onderwijsinnovaties kregen een vaste plaats. Van zwart-wit werd het magazine een kleurenuitgave met aansprekende foto’s. Schooldomein werd een blad voor het onderwijsveld met sport en welzijn. Schooldomein bestaat deze jaargang 30 jaar!

SCHOOLDOMEIN 2018 Schooldomein is een verrassend magazine geworden, bestemd voor managers en beleidsmakers die geprikkeld willen worden om samen de beste oplossingen te kiezen, want waar mensen samenwerken is veel mogelijk. In de afgelopen 30 jaar is Schooldomein uitgegroeid tot een magazine dat onmisbaar is geworden. Zowel via een digitale nieuwsbrief, een breed online platform en 6x per jaar in hard copy verschijnt Schooldomein met een verbreding naar het Sport-, Zorg- en Wijkdomein omdat alles binnen het sociale en fysieke domein steeds meer met elkaar samenhangt. DE KRACHT VAN SAMENWERKEN Samenwerken met overheid en onderwijs en gevoed door de innovatiekracht vanuit de markt; dat is de kracht van de partners van Schooldomein. In prima samenwerking met Ten Brink Uitgevers in Meppel is het kleine team bestaande uit hoofdredacteur Sibo Arbeek, redactieleden Paul Voogsgerd en Brenda Breems en aangevuld met enkele vaste medewerkers en de vaste partners elke twee maanden, vandaag al 30 jaar lang, in staat dit mooie platform beschikbaar te stellen.

vlnr: Paul Voogsgerd, Christiaan Soer, Henrico ten Brink, Sibo Arbeek, Brenda Breems, Edward van der Zwaag, Michiel ten Brink, Len Flik-Boerwinkel

PLANNEN, BOUWEN EN BEHEREN Onder deze 3 subkoppen verscheen Schooldomein nummer 3, jaargang 6 in november 1993. Mijn eerste bijdrage aan Schooldomein betrof een klein artikel waarin ik aandacht besteedde aan de levensruimte van een kind op het schoolplein. Naar mijn mening moest een schoolplein een speelruimte zijn met goede en veilige speeltoestellen. Termen als groepsdynamica, aandacht voor het individu en interactie kwamen hierin aan de orde. Wie had kunnen bedenken dat ik nu al 25 jaar verbonden ben aan Schooldomein. Ik feliciteer hoofdredacteur Sibo Arbeek en allen die betrokken zijn bij het verschijnen en het lezen van Schooldomein van harte met deze mijlpaal.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

67


De etalage Slecht gesteld met hygiëne op Nederlandse scholen De hygiëne laat in veel Nederlandse schoolgebouwen ernstig te wensen over. Met name de toiletten zijn vaak niet goed schoon en onhygiënisch. Dit zorgt ervoor dat meer dan de helft van de leerlingen hun toiletbezoek liever uitstelt tot zij weer thuis zijn, met alle gevolgen van dien. Dit blijkt uit onderzoek van Kantar Public (voorheen TNS Nipo) in opdracht van hygiëne- en gezondheidsbedrijf Essity. In het onderzoek werd bij ruim 1.500 ouders, leraren en leerlingen van basisscholen en middelbare scholen in Nederland hun mening over de hygiëne op school getoetst.

Platform Werkdruk biedt onderwijsteams kennis en tools Iedere school kan werkdruk tegengaan door die bespreekbaar te maken en een passende aanpak te kiezen. Vanuit die gedachte ontwikkelde het Arbeidsmarktplatform PO het digitale Platform Werkdruk, te vinden op www.platformwerkdrukpo.nl. Vanaf 1 oktober kunnen leerkrachten, schoolleiders, beleidsmedewerkers en bestuurders hier terecht voor kennis, praktijkverhalen en praktische tools die helpen werkdruk in primair onderwijs aan te pakken. Veel leerkrachten in het primair onderwijs voelen een hoge werkdruk. Om dat te verlichten, sloten de onderwijsvakbonden, de PO-Raad en het kabinet afgelopen 9 februari het werkdrukakkoord. Scholen krijgen vanaf het schooljaar 2018-2019 extra geld om de werkdruk te verlagen en daarbij hun eigen keuzes voor een aanpak te maken. Maar hoe voer je het gesprek over werkdruk en wat zijn passende oplossingen? Op de website vinden scholen daarvoor een 4-stappenplan waarmee in de praktijk ervaring is opgedaan. Het 4-stappenplan op het Platform Werkdruk bestaat uit de fases: analyseren, bespreken, aanpakken en evalueren. Voor elke stap is er op het platform een pagina met praktische hulpmiddelen en kennis. Praktijkverhalen laten zien hoe andere scholen werkdruk aanpakken. Wanneer je met het onderwijsteam de stappen doorloopt, beantwoord je achtereenvolgens de vragen: Waar komt werkdruk vandaan? Wat kun je aan werkdruk doen? Welke maatregelen neem je? Heeft de aanpak succes? Door de laatste vraag te beantwoorden, kunnen teams hun aanpak bijstellen en de 4 stappen opnieuw doorlopen. Dit cyclisch proces houdt de dialoog op gang en zorgt voor een blijvende aanpak van werkdruk. Het Platform Werkdruk is een initiatief van het Arbeidsmarktplatform PO, het expertisecentrum voor de arbeidsmarkt in het PO van de sociale partners, samen met (het voormalige) PO in Actie.

68

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

Ruim de helft (51%) van de basisschoolleerlingen geeft aan dat zij liever niet op school naar de wc gaan. Bij middelbare scholieren is dit zelfs 59 procent. Ook ouders valt dit op; 46 procent merkt regelmatig dat hun kind de grote boodschap ophoudt totdat hij of zij thuis is. De grootste klachten zijn stank op het toilet (85%) en vieze wc-brillen (76%). Bovendien heeft 43 procent van de leerlingen regelmatig moeite met opletten in de les omdat zij naar het toilet moeten maar liever niet willen gaan. Bijna een kwart van de ouders denkt dat een verbeterde hygiëne zal leiden tot minder ziekmeldingen onder de leerlingen. Een ruime meerderheid (63%) vindt dan ook dat hygiëne hoger op de agenda moet komen. Op dit moment is er op scholen weinig aandacht voor toilethygiëne. Bij slechts een klein deel (24%) is dit een vast onderdeel van het lesprogramma. Bovendien merken leraren (46%) dat kinderen niet goed weten hoe zij het toilet schoon en hygiënisch moeten houden. Kijk voor meer informatie op: essity.nl/media/schoolhygiene.


Column

s i t a gr ONTVANG

DE

5 ELEMENTEN

VOOR DE LEUKSTE INRICHTING!

download op

WWW.DELEUKSTEINRICHTERS.NL

OOG VOOR CREATIEF HERGEBRUIK Met veel bewondering en – haast – jaloezie kijk ik naar het creatief vermogen van mijn zoon van bijna vijf. Moeiteloos wordt een stok een zwaard en een bord een schild. Met een kleed en wat stoelen bouwt hij met het grootste gemak een huis. Jammer genoeg raken we die creativiteit (een beetje) kwijt als we volwassen worden. En juist die creativiteit – het voorstellingsvermogen om een bepaald materiaal in te zetten om een andere functie dan dat het had te dienen – is zo cruciaal bij het hergebruiken van materiaal. Het Rijk heeft gesteld in haar doelstellingen dat Nederland circulair moet zijn in 2050. Dat betekent dat ons huidige lineaire economische systeem op zijn kop moet en grondig moet worden herzien. De overheid heeft daarin een belang­ rijke rol; ons huidige fiscale systeem staat een circulaire economie behoorlijk in de weg. Zo is bijvoorbeeld de belasting op arbeid vele malen hoger dan op nieuw materiaal. Gek eigenlijk; het inkopen van een aluminium kozijn dat in China wordt gemaakt, waar grondstoffen voor moeten worden ontgonnen, en dat vervolgens de halve wereld over wordt verscheept, is veelal goedkoper dan een bestaand kozijn “redden van de sloop” en aan te passen aan een nieuw formaat, waarmee het een tweede leven krijgt. Reeds gebruikt materiaal kan weliswaar vaak goedkoper worden aangekocht, maar vraagt nog ontmanteling, transport, ontwerp, en aanpassingen voordat het gereed is om te worden toe­ gepast in bijvoorbeeld een gebouw. CIRCULARITEIT = CREATIVITEIT

En dat terwijl Earth Overshoot Day – de dag waarop wij meer gebruiken van de aarde aan grondstoffen, dan dat zij ons kan leveren in een jaar – steeds verder naar voren opschuift in het jaar. Dit jaar hadden wij op 1 augustus al alles verbruikt. Dat betekent dat wij 5 maanden lang aan het “interen” zijn op wat de aarde ons te bieden heeft. In dit tempo hebben we naar verwachting in 2030 twee aardes nodig om in onze behoeften te voorzien.

#personeelskamerspecialist #kleurrijk #functioneelleuk

Gelukkig is er een grote verschuiving waarneembaar. De consument wordt bewuster. De circulaire economie wint aan terrein, impact investing - waarbij er ook op sociaal en ecologisch rendement wordt gestuurd - wordt populairder en er ontstaat meer draagvlak om ons fiscale systeem te herzien zodat een circulaire economie ook een duurzame, toekomstbestendige economie kan worden. Naast alle contextuele randvoorwaarden die nodig zijn om een circulaire economie te laten floreren is ook het ambacht en creativiteit van groot belang. Vanuit mijn professie dan ook een oproep aan alle schoolbesturen, beleidsmakers en lesprogrammaschrijvers: laat kinderen eindeloos ervaring opdoen en experimenteren met materiaal. Circulariteit = creativiteit. Yvette Govaart – BlueCity Rotterdam

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018

69


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Schooldomein Relaties en Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Martijn Buskermolen (fotografie), Jaap de Kruijf, Anje Romein, Kees Rutten (fotografie), en Martine Sprangers

2

no.

(fotografie). Redactieraad De redactie en de partners van Schooldomein onder voorzitterschap van Edward van der Zwaag. Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Arrangementen partners Schooldomein. Voor het plaatsen van artikelen, advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Brenda Breems van Schooldomein Relaties, Postbus 59112, 2014 BT Amsterdam, telefoon 06-82548370, brenda.breems@schooldomein.nl. Voor de

OOG voor inrichten met beleving

online activiteiten van Schooldomein (website en sociale media) kunt u contact opnemen met Paul Voogsgerd, Zuiderkruis 588, 3902 XS Veenendaal, paul.voogsgerd@ schooldomein.nl, 06-46337000. De advertentietarieven en arrangementen van Schooldomein vindt u op www. schooldomein.nl.

Het volgende nummer van Schooldomein ligt eind november in de bus en kent als thema OOG voor inrichten met beleving. Smart buildings maken grote overspanningen mogelijk, zodat de inrichting een variabele wordt; steeds meer geënt op de voorkeuren van de gebruiker. De paradox tussen de behoefte aan structuur en de beweging naar verleiding. We gaan er weer een mooi nummer van maken. Een greep uit de artikelen:

Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar- (ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en

• Een groot interview met Afonso Wolbert: ‘Het vormgeven aan ruimte is de essentie van architectuur’. • Hét onderwijsdebat in het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht: ‘onze kinderen bewegen te weinig en zitten niet goed, wat nu?’ • Zorgcentrum Westerkim werkt samen met het Alfa-college: ‘Hoe studenten meedenken in het zorgconcept voor morgen’. • Circulair renoveren: Hoe de gevel bij Hogeschool Windesheim een tweede leven kreeg. • Beleving uitgangspunt MBO College Poort: Intensieve samenwerking partijen leidt tot aantrekkelijke beroepsomgeving.

wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toegestuurd. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 45,- voor losse nummers e 8,- incl. verzendkosten.

Let op: Met ingang van 1 januari 2019 wordt in Nederland het lage BTW tarief verhoogd van 6% naar 9% BTW. Dit geldt onder meer voor tijdschriftabonnementen en dus ook voor het abonnement op Schooldomein.

Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ | Digital Agency – fizz.nl Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door een groot aantal partners. Een overzicht daarvan vindt u op pagina 5.

70

SCHOOLDOMEIN

oktober 2018


FLEXIBELE ESTHETICA WAAR HET STIL VAN WORDT

FP600 - 46dB Project: Het ontmoetingshuis, Veenendaal

DESIGN & AKOESTIEK

GEEN ZORGEN – DE LUCHT IS SCHOON! Werken in een flexibele en rustige omgeving

PA N E E L W A N D E N G L A S WA N D E N S C H U I F WA N D E N V O U W WA N D E N

Met haar mobiele wandsystemen haalt BREEDVELD het beste uit voor elke ruimte. De focus ligt leefomgevingen op Met emissiearme rubber vloerbedekkingen gezonde duurzaamheid, esthetiek, akoestiek, gebruiksvriendelijkheid en klanttevredenheid. Dat geldt voor alle

Goede binnenlucht een rustige leeromgeving van bijzonder groot belang producten:en van eenvoudige vouwwand totzijn ingenieuze dubbelwandige (smart)glaswand. in kinderdagverblijven, scholen en universiteiten. Onze hoogwaardige vloerbeinformatie: www.breedveld.com T +31 (0) 487 dekkingenMeer zijn daarom gemaakt van emissiearme– materialen, die542888 extreem sterk zijn en de geluidproductie minimaliseren. www.nora.com


Schoonmaken op een basisschool is anders dan in een ziekenhuis. En een kantooromgeving is geen hotel. Ook binnen een sector zijn de verschillen vaak groot. Wensen en behoeften van opdrachtgevers zijn overal anders. Daarom heeft Gom, als eerste schoonmaakbedrijf van Nederland, een specifieke aanpak voor elke sector. En dát heeft voordelen voor onze klanten. ‘Gewoon’ schoon bestaat niet meer. Gom. Ongewoon schoon. Kijk op OngewoonSchoon.nl en ontdek wat sectorgericht schoonmaken ú oplevert.

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

OngewoonSchoon.nl

SCHOOLDOMEIN

Kijkt een student met dezelfde ogen naar hygiëne als de ouders van een basisscholier?

1 oog voor

no. jaargang 31 oktober 2018

creatief hergebruik

SCHOO

LDOME IN

30 jaa

r!

EEN REIS DOOR de wereld van het leren CIRCULAIR BOUWEN loont altijd OP WEG NAAR energieneutraal bouwen CREATIEF HERGEBRUIKEN of anders bouwen?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.